door Central Boiler, Inc. / Outdoor Boilers Of Europe Veenstraat 11 9502 EZ Stadskanaal Nederland www.outdoorboilersofeurope.eu www.odbe.nl De Central Boiler Classic modellen CLE 4030, CLE 5036, CLE 6048, CLE 7260 en SCLE 6048 hebben een CE keurmerk.
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
I-1
Introductie
I-3 I-3 I-4 I-4 I-4 I-5
I.1 I.2 I.3 I.4 I.5
Beste methode voor outdoor houtverbranding Aanduidingen en terminologie Voorwoord Kwaliteit van het hout en opslag Lees dit voordat u de boiler in gebruik neemt
Hoofdstuk 1 – Installatie van de outdoor boiler 1.1 1.2 1.3
Het bepalen van de locatie Voorzorgsmaatregelen bij de installatie Algemene informatie voor de installatie 1.3.1 Fundering 1.3.2 Drinkwater 1.3.3 Antivries 1.3.4 Anticorrosiemiddel 1.3.5 Afsluitkleppen 1.3.6 Het aarden van de outdoor boiler 1.4 CV-leidingen 1.4.1 ThermoPEX® 1.4.2 ThermoPEX® ingraven 1.4.3 Installatie van de cv-leidingen / elektrische bedrading 1.5 Circulatiepompen 1.5.1 Stromingsrichting van het water 1.5.2 Toegang tot de leidingaansluitingen 1.5.3 Installatie van de circulatiepompen 1.5.4 Afsluitkleppen 1.5.5 Filters 1.5.6 Handmatige ontluchters 1.5.7 Het netsnoer van de circulatiepomp aansluiten 1.6 Warmwaterboiler installatie 1.7 Installatie bij een bestaande luchtverwarming 1.7.1 Thermostaat regeling 1.8 Het verwarmen van meerdere zones of gebouwen 1.9 Verwarmingssystemen op basis van warmwater 1.9.1 Installatie bij drukloze systemen 1.9.2 Installatie bij systemen onder druk 1.9.3 Water-naar-Water warmtewisselaar met kringloop pomp 1.9.4 Direct aangesloten plintverwarming 1.9.5 Vloerverwarming 1.9.6 Zwembad en/of hot-tub verwarming 1.10 De installatie voltooien 1.11 In gebruikname procedures
Hoofdstuk 2 – Bedieningshandleiding 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Handelingen en voorzorgsmaatregelen voor in gebruikname De outdoor boiler aantsteken De vuurkist vullen Schoonmaken en controleren De watertemperatuur instellen Bedieiningspunten
1-1 1-1 1-1 1-2 1-2 1-3 1-3 1-3 1-3 1-3 1-4 1-4 1-4 1-4 1-5 1-5 1-5 1-5 1-6 1-6 1-6 1-7 1-8 1-9 1-10 1-12 1-13 1-13 1-14 1-15 1-16 1-17 1-20 1-21 1-21 2-1 2-1 2-2 2-3 2-3 2-4 2-4
I-1
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 3 - Onderhoudsinstructies 3.1
3.2
3.3
Routine onderhoud 3.1.1 Dagelijks 3.1.2 Indien nodig 3.1.3 Maandelijks 3.1.4 Elke 3 maanden (Halfjaarlijks na eerste jaar) Waterkwaliteit en onderhoud 3.2.1 Testen van het toevoerwater 3.2.2 Anticorrosiemiddel en de eerste behandeling 3.2.3 Een watermonster nemen 3.2.4 Systeem onderhoud Onderhoud na het stookseizoen 3.3.1 Het systeem leeg laten lopen
3-1 3-1 3-1 3-1 3-2 3-2 3-2 3-2 3-2 3-3 3-3 3-4 3-4
Hoofdstuk 4 – Het verhelpen van storingen
4-1
Hoofdstuk 5 – Onderdelen die door de gebruiker vervangen kunnen worden
5-1 5-1 5-1 5-2 5-2
5.1 5.2 5.3 5.4
De circulatie pomp De electromagneet De temperatuurregeling De watertemperatuursensor
Hoofdstuk 6 – Algemene informatie 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9
I-2
Onderdelenlijst CLE 4030 Onderdelenlijst CLE 5036 & SCLE 5036 Onderdelenlijst CLE 6048 & SCLE 6048 Onderdelenlijst CLE 7260 Afmetingen van de outdoor boiler Bedradingsschema Inspectie logboek Conformiteitsverklaring Notities
6-1 6-3 6-4 6-5 6-6 6-7 6-8 6-9 6-10 6-11
Introductie
Introductie
I.1 De beste methode voor outdoor houtverbranding 1. Lees alle bedieningsinstructies die door de producent verstrekt worden, en pas deze toe. 2. TE GEBRUIKEN BRANDSTOF: Gebruik alleen brandstof die door de producent aangegeven wordt voor dit type outdoor boiler. Gebruik nooit: afval, kunststof, benzine, rubber, nafta, huishoudelijk afval, producten die met een aardolie product behandeld zijn (spaanplaat, spoorbiels en onder druk behandeld hout), bladeren, papier producten en karton. 3. VULLEN MET BRANDSTOF: Let goed op de vultijden en de vulhoeveelheden voor een zo efficiënt mogelijke verbranding. Gebruik de door de producent verstrekte schriftelijke instructies voor geadviseerde vultijden en vulhoeveelheden. 4. AANMAAK BRANDSTOFFEN: Gebruik geen aansteker vloeistoffen, benzine of chemicaliën. 5. LOCATIE: Bij het plaatsen van de outdoor boiler dient rekening gehouden te worden met de heersende windrichting. De outdoor boiler moet op minimaal 30 m van andere niet door de outdoor boiler verwarmde woningen geplaatst worden. Wordt de outdoor boiler geplaatst op een afstand die ligt tussen de 30 m en 90 m van een woning die niet door de outdoor boiler verwarmd wordt, dan wordt een schoorsteen hoogte geadviseerd die minimaal 61 cm hoger is dan het dak van deze woning.
Schoorsteenhoogte installatie scenario Woning die niet met de outdoor boiler verwarmd wordt
61 cm
Woning die door de outdoor boiler verwarmd wordt
Schoorsteenhoogte moet 61 cm boven dakhoogte liggen Minimum van 30 m
6. Voldoe altijd aan alle overheids- en plaatselijke regelgevingen en voorschriften die van toepassing zijn.
Outdoor Furnace Manufacturers Caucus
I-3
Introductie
I.2 Aanduidingen en terminologie
I.3 Voorwoord
In deze gebruikershandleiding voor hout gestookte outdoor boilers wordt gebruik gemaakt van de volgende termen en symbolen om te wijzen op gevaren, risico’s en belangrijke informatie met betrekking tot het gebruik en onderhoud van de hout gestookte outdoor boilers.
Deze handleiding is te gebruiken als een richtlijn voor de installatie, bediening en onderhoud van de houtgestookte Classic outdoor boiler. De handleiding is opgedeeld in zes hoofdstukken.
GEVAAR: Geeft aan dat er een gevaarlijke situatie dreigt te onstaan. Indien deze situatie niet vermeden wordt zal dit leiden tot ernstig of dodelijk lichamelijkletsel. WAARSCHUWING: Geeft een gevaarlijke situatie aan. Indien deze situatie niet vermeden wordt kan dit leiden tot ernstig lichamelijk- c.q. dodelijkletsel, of aanzienlijke schade veroorzaken aan bezittingen. LET OP: Geeft een situatie aan die lichte verwondingen of beschadigingen aan bezittingen kan veroorzaken indien dit niet vermeden wordt. OPMERKING: Geeft aanvullende informatie aan die belangrijk is voor de installatie, bediening of onderhoud van de outdoor boiler, maar die geen gevaar inhoud. De instructies en voorzorgsmaatregelen die aangeven worden in deze handleiding staan daar voor uw eigen veiligheid en bescherming, houdt u zich hier aan. Bewaar deze handleiding op een makkelijk toegankelijke plaats voor het raadplegen in de toekomst.
12345-
Installatie van de outdoor boiler Bedieningshandleiding Onderhoudsinstructies Het verhelpen van storingen Onderdelen die door de gebruiker vervangen kunnen worden 6 - Algemene informatie
Iedereen die deze outdoor boiler bezit of bedient moet deze handleiding volledig lezen, begrijpen, en de informatie die er instaat kunnen toepassen. OPMERKING: Vergroot de hoogte van de schoorsteen in dicht bevolkte gebieden tot een hoogte die ligt boven de daken van de omliggende bebouwing. (zie I.1 Beste methode voor outdoor hout verbranding). OPMERKING: De outdoor boiler moet door een bevoegd installateur aangesloten worden op een bestaand boiler systeem.
I.4 Kwaliteit van het hout en opslag Maak gebruik van droog hout voor de beste resultaten. Gedroogd hout brandt efficiënter en minimaliseert de vorming van creosoot. Hout moet zo opgeslagen worden dat de uiteinden vrij liggen. Voorkom dat het hout vocht opneemt door het hout af te dekken zodat het niet bloot staat aan alle weersomstandigheden. OPMERKING: Sla geen hout op in de directe omgeving van de outdoor boiler. Zorg dat er rondom de outdoor boiler voldoende ruimte is voor het bijvullen, het verwijderen van as en andere routine onderhoudswerkzaamheden.
I-4
Introductie
I.5 Lees dit voordat u de kachel in gebruik neemt De informatie op deze bladzijde komt in de gehele handleiding terug. Zorg ervoor dat u alle waarschuwingen aandachtig leest, goed begrijpt en nauwlettend volgt.
Zorg ervoor dat de outdoor boiler gevuld is voordat hij ontstoken wordt. Ontsteek de boiler nooit wanneer het water niveau onder de “FULL” (VOL) markering staat. Een anticorrosiemiddel moet voordat u de boiler met water vult toegevoegd worden (zie 3.2 Waterkwaliteit en onderhoud). De ontluchtingskap moet losjes over de ventilatie opening sluiten. Druk de kap niet naar beneden en probeer ook niet om de ontluchtingspijp af te sluiten met de kap. Vergroot of verklein de ontluchtingspijp of opening niet. Zorg ervoor dat de kachel niet onder druk komt te staan. Deze outdoor boiler is niet bedoeld als enige warmtebron. Er dient een back-up systeem aanwezig te zijn om te voorkomen dat er schade ontstaat door bevriezing van de outdoor boiler wanneer de outdoor boiler onbeheerd gelaten wordt, het hout op is of wanneer er onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd moeten worden. Laat de outdoor boiler volledig afkoelen voordat er onderhoudswerkzaamheden aan de outdoor boiler uitgevoerd worden. Koppel de voedingsspanning los van de outdoor boiler en verwijder al het as en gloeiend materiaal uit de vuurkist voordat er onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd moeten worden zoals het aftappen van het water of het vervangen van elektrische componenten. Tap nooit water af als de vuurkist brandend of gloeiend materiaal bevat. Wanneer de outdoor boiler opvallend luidruchtig borrelt, controleer dan het water niveau. Vul het water, indien dit nodig is, bij tot de “FULL” (VOL) markering. Handhaaf het juiste niveau van anticorrosiemiddel (art. nr. 1650) wanneer het water bijgevuld wordt. OPMERKING: Sluit na het vullen de klep aan de zijkant. Het water loopt automatisch uit het peilglas. Deze klep hoeft slechts 90° gedraaid te worden om te openen of sluiten. Mors geen gloeiend en /of heet materiaal naast de onbrandbare container wanneer u de outdoor boiler schoonmaakt.
Zorg dat er geen beveiligingsinstellingen van het systeem uitgeschakeld zijn wanneer er een warmtewisselaar geïnstalleerd wordt. OPMERKING: Elke wijziging aan een bestaande boiler dient te worden uitgevoerd door een bevoegd installateur met inachtneming van alle voorschriften en richtlijnen die van toepassing zijn. Probeer niet om onderhoudswerkzaamheden uit te voeren aan het elektrische bedieningspaneel zonder de voedingsspanning los te koppelen. OPMERKING: Elke vorm van onderhoud aan de elektrische installatie dient uitgevoerd te worden door een bevoegd installateur met inachtneming van alle voorschriften en richtlijnen die van toepassing zijn. Verwijder brandbaar materiaal (zoals stro, droog gras, hooi of hout) rondom de fundering. Houd de directe omgeving van de outdoor boiler vrij en schoon. OPMERKING: Elke vorm van installatie en elke wijze van gebruik dient te gebeuren in overeenstemming met de regels en voorschriften van de plaatselijke overheid. Deze regels en voorschriften kunnen afwijken van de informatie verstrekt in deze handleiding. Houdt de volgende afstanden rondom de outdoor boiler vrij van brandbaar materiaal. 46 cm van de achterkant. 16 cm van de zijkanten. 122 cm van de voorkant. 46 cm van de schoorsteen aansluiting. De fundering moet vervaardigd zijn van niet brandbaar materiaal. Laat de deur nooit onbeheerd open of op een kier staan. De besturing van de luchttoevoer heeft zo geen controle over de verbranding. Verbrand geen kunststof, afval of behandeld hout. OPMERKING: Bij verbranding van kunststof en rubber komen chloor- en zwavelhoudende gassen vrij die zich met het vocht in het hout vermengen tot zoutzuur en zwavelzuur. Deze stoffen veroorzaken overmatige corrosie. Wanneer de outdoor boiler met hout gevuld moet worden, wees dan voorzichtig zodat u niet beklemd raakt tussen het hout en de deur, het frame of een ander deel van de outdoor boiler. Wees uitermate voorzichtig met grote stukken hout bij het vullen. I-5
Introductie
I-6
Installatie van de outdoor boiler - Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1 - Installatie van de outdoor boiler Een zorgvuldige planning en een correcte installatie is een vereiste om er voor te zorgen dat de outdoor boiler doet waar hij voor ontworpen is. Dit hoofdstuk bevat informatie die nodig is voor het installeren van de outdoor boiler zoals het kiezen van de cv-leidingen, het installeren van circulatiepompen en de aansluiting op een bestaand verwarmingssysteem. Lees de volledige handleiding aandachtig door voor u begint met de installatie (niet alleen dit hoofdstuk).
Deze outdoor boiler is niet bedoeld als enige warmtebron. Er dient een back-up systeem aanwezig te zijn om te voorkomen dat er schade ontstaat door bevriezing van de outdoor boiler wanneer de outdoor boiler onbeheerd gelaten wordt, het hout op is of wanneer er onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd moeten worden. Indien er vragen zijn tijdens de installatie die niet beantwoord kunnen worden met de informatie uit deze handleiding, neem dan contact op met de leverancier.
1.2 Voorzorgsmaatregelen bij de installatie De Classic Outdoor Hout Boiler is niet bedoeld of gecertificeerd voor plaatsing binnen in een gebouw. Een gekwalificeerd installateur dient te bepalen hoe deze supplementaire outdoor boiler kan samenwerken met het bestaande verwarmingssysteem. Laat daarom de installatie verrichten door een gekwalificeerd installateur. Vergroot in dichtbewoonde gebieden de schoorsteenhoogte tot boven de dakhoogte van de omliggende bebouwing. Gebruik voor het vergroten van de schoorsteen hoogte Central Boiler schoorsteen verlengingen. Voor het verkrijgen van een stabiele verlenging moet elk verlengstuk met vier schroeven geborgd worden op de vorige sectie. Als er meer dan de twee standaard secties gebruikt worden, moet er een steun toegepast worden voor het versterken van de stabiliteit van de schoorsteen (zie fig. 1). Steun voor schoorsteen verlenging Het gebruik van een schoorsteensteun is vereist wanneer er aan de twee standaard 2,4 m schoorsteen secties extra secties toegevoegd worden.
1.1 Het bepalen van de locatie Neem de volgende punten zorgvuldig in overweging bij het kiezen van een geschikte locatie. De outdoor boiler moet geplaatst worden in overeenstemming met alle plaatselijk geldende voorschriften en regels. Overleg met uw verzekeringsmaatschappij of zij bepaalde eisen stellen met betrekking tot de locatie. Houd rekening met de heersende windrichting en dus de richting waar de rook heen waait. Hoe kleiner de afstand tussen de outdoor boiler en het te verwarmen gebouw is, des te lager zijn de kosten voor de installatie van de toe- en afvoerleidingen en de isolatie. Houd voldoende afstand tot brandbare stoffen. Laag gelegen gebieden met laagstaand water of een hoge grondwaterstand kunnen beter niet gebruikt worden voor het ingraven van de cv-leidingen. Leg indien enigzins mogelijk geen cv-leidingen op plaatsen waar zwaar verkeer overheen rijdt. CV-leidingen gelegd onder wegen met zwaar verkeer moeten beschermd worden tegen overmatig samendrukken. Indien de grond onstabiel of vorstgevoelig is, gebruik dan een betonnen fundering met bij alle vier hoeken cementpijlers van één meter diep en 20 cm in doorsnede.
Fig. 1
OPMERKING: Wanneer er meer dan drie 1,2 meter schoorsteensecties gebruikt worden, gebruik dan een in de grond verankerde paal, pijp of andere ondersteunende constructie die bestand is tegen wind (zie fig. 2).
OPMERKING Gecertificeerde schoorsteenpijpen moeten ondersteund worden volgens de specificaties van de producent.
Fig. 2
1-1
Hoofdstuk 1 - Installatie van de outdoor boiler
OPMERKING: Gebruik alleen originele Central Boiler schoorsteen elementen voor verlenging of vervanging van bestaande elementen (zie ook de onderdelenlijsten hoofdstuk 6.1 t/m 6.4). Onderdelen zijn verkrijgbaar bij elke erkende Central Boiler dealer. Een goedgekeurde vonkenvanger voor de schoorsteen is leverbaar, indien de plaatselijke voorschriften dit vereisen.
1.3 Algemene informatie voor de installatie 1.3.1 Fundering Indien de grond stabiel, vlak en waterpas is dan kan de outdoor boiler zonder fundering geplaatst worden. Als de grond niet stabiel is dan is het plaatsen van terras tegels onder de omtrek van de outdoor boiler een optie. Een andere optie is het storten van een betonnen fundering. Indien u bij de installatie van de outdoor boiler gebruik maakt van een betonnen fundering, gebruik dan fig. 3 voor het bepalen van de afmetingen. Voor elk model is hierin aangegeven wat de maten van de fundering zijn en de hoe groot de uitsparing hier in moet zijn. Een funderingsdikte van 10 tot 20 cm voldoet prima. Een dikkere fundering kan gebruikt worden om de deuropening op een gewenste hoogte te brengen. Fig. 3
Ametingen van de fundering Fundering vereist CLE 7260
Fundering optioneel CLE 6048 SCLE 6048 193 cm
5 cm Optioneel
38 cm
231 cm 20 cm 61 cm 61 cm
Voorkant
15 cm
158 cm
Voorkant
13 cm
185 cm
Fundering optioneel CLE 4030
168 cm
Fundering optioneel CLE 5036 SCLE 5036
5 cm Optioneel
61 cm
Voorkant
15 cm
117 cm
WAARSCHUWING Gebruik geen brandbare materialen voor de fundering.
5 cm Optioneel
38 cm
38 cm
142 cm
61 cm
Voorkant
15 cm
127 cm
De afmetingen van de fundering zijn 8 cm groter dan de outdoor boiler.
De outdoor boiler moet geïnstalleerd worden op een niet brandbare ondergrond of fundering. In de fundering moet een uitsparing anwezig zijn voor de toe en afvoerleidingen, zodat zij beschermd zijn tegen zonlicht, vuur of beschadiging. Een fundering kan gemaakt zijn van beton, grind of terrastegels.
Wanneer de ondergrond voor de fundering niet stabiel of vorstgevoelig is, graaf dan voordat u het beton stort op alle vier de hoeken van de fundering gaten van 20 cm in doorsnede en 1 m diep. Gebruik in deze gaten betonijzer. Deze beton palen geven de fundering extra steun en voorkomen dat de fundering gaat kiepen. OPMERKING: De outboor boiler moet geïnstalleerd worden op een niet brandbare ondergrond of fundering. De toe- en afvoerleidingen moeten beschermd zijn tegen zonlicht, vuur en beschadiging. Een fundering kan gemaakt worden van beton, grind of terrastegels.
1-2
Installatie van de outdoor boiler - Hoofdstuk 1
1.3.2 Drinkwater
1.3.5 Afsluitkleppen
Installeer een dubbelwandige warmtewisselaar als de outdoor boiler gebruikt wordt voor het verwarmen van water voor commerciële voedselbereiding of voor het verwarmen van water dat gebruikt wordt in een melkkamer. Installeer een terugslagklep (voorkomt terugstroming) in de leiding die gebruikt wordt voor vullen van het systeem.
Op elke toe en-afvoerleiding moet een afsluitklep gemonteerd worden zodat elke afzonderlijke leiding afgesloten kan worden voor het ontluchten van het systeem. Gebruik uitsluitend metalen kleppen en fittingen. Gebruik geen kunststof kleppen of fittingen.
1.3.3 Antivries Om te voorkomen dat wanneer het systeem voor een langere tijd niet gebruikt wordt het systeemtijdens koud weer bevriest, kan gebruik gemaakt worden van een niet giftig boiler-type antivries. Indien u een antivriesmiddel gebruikt, houdt u zich dan aan alle waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen die aangegeven worden op het etiket van het antivriesmiddel. OPMERKING: Gebruik geen antivriesmiddel bestemd voor auto’s of een RV antivriesmiddel. OPMERKING: Om te voorkomen dat het water bevriest kan men het water met de circulatiepompen rond pompen. Hierbij wordt warmte onttrokken aan het huis dat verwarmd wordt door het back-up systeem. 1.3.4 Anticorrosiemiddel Om het systeem tegen corrosie te beschermen is het noodzakelijk om het Central Boiler anticorrosiemiddel (art. nr. 1650) te gebruiken. Giet eerst het anticorrosiemiddel in het systeem voordat u het systeem met water vult (zie ook 1.10 De installatie voltooien). Wanneer water bijgevuld wordt, controleer dan door middel van een watermonster of er ook anticorrosiemiddel toegevoegd moet worden (zie ook 3.2 Waterkwaliteit en onderhoud).
1.3.6 Het aarden van de outdoor boiler Gebruik voor het aansluiten van de outdoor boiler een 3-aderige (fase, nul en aarde) 2,5 mm2 grondkabel. 1. Leid de grondkabel onder het frame van de outdoor boiler door naar binnen. OPMERKING: Bij een aantal modellen is er op het frame van de outdoor boiler een gat van 1/4” voorgeboord. Controleer of er een voorgeboord gat van 1/4” aanwezig is, voordat u zelf een gat boord zoals aangegeven in stap 2. 2. Boor een gat van 6 mm in de draagbeugel. Monteer de aardklem met een tapbout (M6) tand-veerring en moer aan deze beugel. Sluit de aarddraad van de grondkabel aan op de aardklem. Draai alle schroeven goed vast. 3. Sluit de kabel in het gebouw aan via een aardlekschakelaar.
Fig. 4
Het anticorrosiemiddel bestaat uit biologisch afbreekbare stoffen. Desondanks is het beter om, rekening houdend met het milieu en uit veiligheidsoverwegingen, de volgende door de leverancier geadviseerde richtlijnen te hanteren bij weg laten lopen van behandeld water. U mag het behandelde water weg laten lopen in een septictank bij de woning. Het Central Boiler anticorrosiemiddel is biologisch afbreekbaar en kan op de juiste manier behandeld worden in een septicsysteem. Laat hierbij de septictank niet overlopen. Laat de outdoor boiler niet leeglopen op een wijze dat het behandeld water in contact kan komen met oppervlakte water van b.v. kanalen, beken, rivieren, riviermondingen, meren, vijvers en zeeën. Laat de outdoor boiler niet leeglopen op een afstand van minder dan 15 m van een waterput of andere watervindplaatsen.
1-3
Hoofdstuk 1 - Installatie van de outdoor boiler
1.4 CV-leidingen OPMERKING: Gebruik alleen ThermoPEX® leidingen om waterlekkage en warmteverliezen te voorkomen. Niet goed geïsoleerde leidingen hebben een aanzienlijk hoger brandstof verbruik tot gevolg. 1.4.1 ThermoPEX® Het door Central Boiler geleverde ThermoPEX® is een makkelijk, flexibel en een goed geïsoleerd cv-leidingsysteem. ThermoPEX® bestaat uit twee zuurstofdichte 1” Central PEX® leidingen of twee zuurstofdichte 1-1/4” Central PEX® leidingen. Deze twee leidingen (warmwater toe- en afvoer leiding) zijn geïsoleerd met hoge dichtheid polyurethaan en ommanteld met een waterdichte polyethyleen laag. De Central PEX® leidingen zijn geschikt voor temperaturen tot 82 °C bij 7 kg/cm. Eén van de leidingen (vaak gebruikt als de warmwater toevoer leiding) is voorzien van een zwarte streep zodat u ze bij installatie makkelijk uit elkaar kunt houden. 1.4.2 ThermoPEX® ingraven ThermoPEX® dient ingegraven te worden op een diepte die ligt tussen 25 cm en 71 cm (zie fig. 5).
Bepaal eerst de plaats van eventuele aanwezige leidingen (van b.v. nutsbedrijven zoals telefoonkabels, electriciteitsleidingen gas- en of waterleiding) voordat u een geul gaat graven. OPMERKING: Indien het ingraven van de cv-leidingen geen optie is, dan kan ThermoPEX® ookgebruikt worden voor het bovengronds aanleggen van cv-leidingen. Als de leidingen bovengronds gelegd worden zorg er dan voor dat de interne Central PEX® leidingen niet bloot komen te staan aan zonlicht. De zwarte buiten ommanteling van de ThermoPEX® leiding is beschermd tegen UV-straling, de interne Central PEX® leidingen niet. OPMERKING: Gebruik alleen ThermoPEX® leidingen om waterlekkage en warmteverliezen te voorkomen. Niet goed geïsoleerde leidingen hebben een aanzienlijk hoger brandstof verbruik tot gevolg.
1.4.3 Installatie van de cv-leidingen / electrische bedrading Voor de electrische voeding van de outdoor boiler kan gebruik gemaakt worden van een 3 aderige 2,5 mm2 grondkabel. Deze kabel kan in dezelfde geul ingegraven worden als de ThermoPEX® leiding. Gebruik bij de groep waar de outdoor boiler op aangesloten wordt een zekering van maximaal 15 ampère. De outdoor boiler zelf moet geaard worden volgens landelijke richtlijnen en voorschriften. 1. Verwijder het zijpaneel en de strip aan de onderkant van het frame onder de besturingskast. 2. Graaf een geul van 40 cm diep tussen de outdoor boiler en het te verwarmen gebouw. Maak een gat in het gebouw waar de leidingen naar binnen moeten komen.
Bepaal eerst de plaats van eventuele aanwezige leidingen (van b.v. nutsbedrijven zoals telefoonkabels, electriciteitskabels gas- en of waterleiding) voordat u een geul gaat graven. Leg de ThermoPEX® leiding en de grondkabel in de geul en voer de leidingen de woning in. Dicht de gaten af waar de leidingen het gebouw binnen komen met een afdichtingsmiddel. OPMERKING: Om te voorkomen dat er water binnenkomt op de plaats waar de leidingen het gebouw binnenkomen, moeten gaten in fundering en muren volledig afgedicht worden. OPMERKING: Het is belangrijk om de toe- en afvoerleiding goed uit elkaar te houden. Eén van de leidingen is gemarkeerd met een zwarte streep (de leiding met de zwarte streep wordt vaak gebruikt als de warmwater toevoerleiding). 3. Sluit de leidingen aan op de kachel en in het gebouw. OPMERKING: Gooi de geul met leidingen niet dicht voordat de leidingen getest zijn op lekkage. 4. Monteer de strip aan de onderkant van het outdoor boiler frame. Vul het gat waar de leidingen naar binnen komen op met grof zand tot aan de onderkant van het frame. (zie fig. 6). Installeer het zijpaneel.
Maaiveld
25 cm tot 71 cm
ThermoPEX®
12 cm
Zand UV bestendige buitenkant Central PEX®
Fig. 5
1-4
Hoge dichtheid polyurethaan
Doorsnede
Fig. 6
Installatie van de outdoor boiler - Hoofdstuk 1
1.5 Circulatiepompen
Gebruik een 1/2" x 1/8" verloop met thermometer. 6054
De stromingsrichting van het water voor een enkelvoudig water-lucht verwarmingssysteem voor gebouwen loopt van de warm water toevoerleiding van de outdoor boiler naar de onderste aansluiting van de warmtewisselaar van de warmwaterboiler van de warmwatervoorziening. Vervolgens loopt hij van de bovenkant van deze warmtewisselaar naar de onderste aansluiting van de warmtewisselaar van de bestaande water-lucht verwarming. En tot slot van de bovenste aansluiting van deze warmtewisselaar naar de retour aansluiting op de outdoor boiler.
556 171
Terugslagklep 224 1330
198
OPMERKING: Andere systemen kunnen een andere stromingsrichting hebben.
Retour CENTRAL PEX
Warmwater aanvoer CENTRAL PEX
OPMERKING: Voor een goede werking van de outdoor boiler is de stromingsrichting erg belangrijk.
3/4
1.5.1 Stromingsrichting van het water
1.5.2 Toegang tot de leidingaansluitingen De aansluitingen van de toe- en afvoerleiding(en) kunt u bereiken door het openen van de besturingskast aan de rechter kant van de outdoor boiler. Hier bevinden zich twee of drie toevoeraansluitingen en twee of drie retouraansluitingen. De bovenste aansluitingen zijn voor de toevoerleidingen. De onderste aansluitingen zijn voor het aansluiten van de retour leidingen. Zie fig. 7 en 8 om te bepalen hoe de circulatiepompen en de leidingen moeten worden aangesloten.
Fig. 8
296***
118
198 1330
PEX® leiding
533
388/3851** 582
1-1/4" Nippel
Bovenaanzicht
Warmwater aanvoer
274
Het loskoppelen van de netspanning schakelt alle spanning uit inclusief de spanning voor de pompen
171
556
***Gebruik voor 1-1/4" leidingen artikel nr. 5871.
Central Boiler adviseert om op de retourleidingen terugslagkleppen te monteren om terugstroming te voorkomen.
6054
1 - Pomp onderdelenlijst*
Afbeelding retour zijde
Aantal
Art. nr.
Omschrijving
1 1 2 1 1 1 2 2 1
118 171 198 224 296 556 1330 6054 6593
3/4" Afsluitnippel 007 Pomp 3/4" Kogelafsluiter 3/4" Isolatieflens set 3/4" Terugslagklep Netsnoer, 85 cm 3/4" x 1" MPT naar PEX® Thermometer Aardingspen set
3 - Pompen onderdelenlijst* Aantal
Art. nr.
Omschrijving
3 3 3 3 2 3 2 2 1 3 1 6 2 1
118 171 198 224 274 296 388 333 534 556 582 1330 6054 6593
3/4" Afsluitnippel 007 Pomp 3/4" Kogelafsluiter 3/4" Isolatieflens set 3/4" Zwart 90° kniestuk 3/4" Terugslagklep 1-1/4" x 3/4" Verloop** 3/4" x 2" Nippel 3/4" x 7" Nippel Netsnoer, 85 cm Verdeeldoos 3 aanluitingen 3/4" x 1" MPT naar PEX® Thermometer Aardingspen set
** Bij de SCLE modellen moet een messing verloop, artikel nr. 3851, gebruikt worden.
534
Gebruik een 1/2" x 1/8" doorvoer met thermometer.
Retour
CENTRAL PEX
CENTRAL PEX
CENTRAL PEX
Fig. 7
Terugslagklep
1330
CENTRAL PEX
1-1/4" Nippel
1.5.3 Installatie van de circulatiepompen
CENTRAL PEX
224
* Onderdelen en accessoires worden afzonderlijk verkocht. Afmetingen van de pomp kunnen afwijken van de afgebeelde pomp.
Bij de installatie van de circulatiepompen moeten de volgende richtlijnen gevolgd worden. 1. De pomp moet horizontaal gemonteerd worden. 2. De aansluit-/verdeeldoos voor het aansluiten van de stekker(s) van de pomp(en) moet boven de pomp gemonteerd worden. 3. Schakel de circulatiepompen pas in nadat het systeem met water gevuld is en gecontroleerd is op lekkage. 1-5
Hoofdstuk 1 - Installatie van de outdoor boiler
OPMERKING: Om de outdoor boiler correct te laten werken moeten de circulatie pompen continu draaien.
Geadviseerd wordt om de circulatie pomp te installeren aan de kant van de outdoor boiler. Indien het te verwarmen gebouw hoger ligt dan de outdoor boiler of wanneer de cv-leidingen een groot hoogte verschil moeten overbruggen (zie fig. 9 en 10), dan moet de pomp in de aanvoerleiding aan de kant van de outdoor boiler geïnstalleerd worden. Warm water kookt bij een lagere temperatuur wanneer het vanuit een hoger punt aangezogen wordt (druk wordt lager). Daarom moet voor een goede circulatie het warme water altijd omhoog gepompt (gedrukt) worden.
Te verwarmen gebouw
Water niveau
De circulatie pomp moet geïnstalleerd worden in de aanvoerleiding met de pijl op elke pomp van de outdoor boiler afwijzend. Plaats de pomp niet in de retourleiding om circulatie problemen te voorkomen.
1.2 m min. De pomp kan in het gebouw geïnstalleerd worden in de aanvoerleiding
Fig. 12
Grond niveau
© 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
1.5.4 Afsluit kleppen Om er voor te zorgen dat het water aan beide zijden van de pomp afgesloten kan worden voor reparatie of vervanging van de pomp, is het noodzakelijk om aan beide zijden van de pomp afsluitkleppen te monteren. 1.5.5 Filters In de leiding kan een zeef of filter met bezinkkamer geïnstalleerd worden om verontreinigingen uit het water te filteren.
Te verwarmen gebouw
1.5.6 Handmatige ontluchters
Water niveau Grond niveau
Kleiner dan 1.2 m
Wanneer water naar boven gepompt moet worden, dan moet de pomp in de aanvoerleiding aan de kant van de outdoor boiler geïnstalleerd worden
Fig. 9
© 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
Als er te veel hoogte overbrugd moet worden door de cv-leidingen, dan moet(en) de pomp(en) geïnstalleerd worden in de aanvoerleiding aan de kant van de outdoor boiler.
Handmatige ontluchters kunnen geïnstalleerd worden op de hoogste punten van de installatie waar lucht zich kan verzamelen en vervolgens kan zorgen voor circulatie problemen. Water kan tot boven de outdoor boiler omhoog gepompt (gedrukt) worden mits het systeem luchtdicht is (zie fig. 13). Wanneer er zich in het systeem automatische ontluchters bevinden, dan moeten deze dusdanig afgesloten worden dat er geen lucht in het systeem kan komen.
Grond niveau Water niveau Te verwarmen gebouw
Fig. 10
Fig. 13
© 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
Wanneer de pomp niet in de outdoor boiler zelf gemonteerd wordt, dan moet de pomp gemonteerd worden op een hoogte die minimaal 1,2 tot 1,5 meter lager ligt dan het waterniveau in de outdoor boiler (zie fig. 11 en 12).
Water niveau
Ontluchter (Handmatig niet automatisch)
Warmte wisselaars en leidingen kunnen hoger geïnstalleerd worden dan de outdoor boiler, maar de pomp moet geïnstalleerd worden in de aanvoerleiding voor de hogere delen van het systeem. Een ontluchter in de retourleiding kan gebruikt worden voor de ontluchting van het systeem. Dit type installatie moet luchtdicht zijn. Zorg ervoor dat, nadat de installatie gereed is, alle pompen, leidingen en verbindingen goed geisoleerd zijn om warmteverliezen tot een minimum te beperken.
Te verwarmen gebouw
Wanneer de pomp in het gebouw gemonteerd wordt, monteer de pomp dan minimaal 1,2 m lager dan het waterniveau in de outdoor boiler.
1.2 m min. De pomp kan in het gebouw geïnstalleerd worden in de aanvoerleiding
Fig. 11
1-6
Grond niveau
© 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
De pomp kan in de outdoor boiler of in het te verwarmen gebouw geïnstallerd worden. © 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
Installeer een aftapventiel in het leidingsysteem. Het systeem kan dan doormiddel van b.v. een tuinslang op de waterleiding aangesloten worden om zo het systeem op druk te zetten voor de ontluchtingsprocedure.
Installatie van de outdoor boiler - Hoofdstuk 1
1.5.7 Het netsnoer van de circulatiepomp aansluiten
OPMERKING: Zorg er voor dat de ruimte rondom de cv-leidingen en pomp(en) geïsoleerd wordt.
Nadat de circulatiepomp aangesloten is op de cvleiding moet het netsnoer van de circulatiepomp aangesloten worden. Voer onderstaande procedure uit voor elke pomp die aangesloten moet worden. OPMERKING: Het netsnoer moet beschikken over een UL of een gelijkwaardig keurmerk en geschikt zijn voor temperaturen tot 105 °C.
Verbreek eerst de voedingsspanning van de outdoor boiler voordat u werkzaamheden uitvoert in de besturingskast. OPMERKING: Het uitvoeren van werkzaamheden aan de electrische installatie dient uitgevoerd te worden door een gecertificeerde electromonteur in overeenstemming met alle geldende voorschriften en richtlijnen.
Fig. 14
© 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
1. Draai de schroef los van het afdekplaatje van het ontstoringsfilter van de pomp, en verwijder het afdekplaatje. 2. Schuif de metalen trekontlasting over het einde van het te monteren snoer. Steek dan het snoer in de box van het ontstoringfilter. Zet de trekontlasting vast. 3. Schuif het groene snoer onder de groene schroef en draai deze schroef goed vast. Verbind de witte draden met elkaar door middel van een lasklem. Verbind de gele en zwarte draden door middel van een lasklem. 4. Rangschik de draden zorgvuldig in de box voordat u het afdekplaatje weer aanbrengt. Zet het afdekplaatje vast met de schroef. 5. Steek de stekker in de aansluitdoos. Zet het snoer zo vast dat het niet in contact kan komen met hete oppervlakken zoals bijvoorbeeld de toe en afvoerleiding van de outdoor boiler. OPMERKING: Wanneer er drie pompen geïnstalleerd moeten worden, sluit dan een UL goedgekeurde verdeeldoos aan op de aansluitdoos.
De aansluitdoos is geschikt voor een maximale belasting van 7,5 A bij 220/230 VAC en 50 Hz. 6. Isoleer de ruimte rond de cv-leidingen (zie fig. 14) monteer daarna de zij- en achterpanelen.
1-7
Hoofdstuk 1 - Installatie van de outdoor boiler
1.6 Warmwaterboiler installatie
Verwijder geen enkele vorm van beveiliging of beveiligingsinstelling van de warmwaterboiler. Schakel de voedingsspanning van de warmwaterboiler uit voordat u begint met de installatie. De installatie van een warmtewisselaar voor een warmwaterboiler is een goedkope methode om extra geld te besparen met de installatie van de outdoor boiler. De aanvoerleiding van de outdoor boiler wordt eerst aangesloten op de warmtewisselaar van de warmwaterboiler en na deze warmtewisselaar aangesloten op de toevoerleiding van het verwarmingssysteem.
OPMERKING: Wanneer het te verwarmen water een hoge concentratie aan mineralen bevat, kan het nodig zijn om de warmtewissellaar periodiek te reinigen met een niet verdunde anti-aanslag conditioner. Deze klep moet gesloten worden als de outdoor boiler in de zomer niet gebruikt wordt
Thermostatische mengklep (met temperatuur begrenzing)
Deze leiding mag maximaal 10 cm boven de warmwaterboiler gemonteerd worden
Warm
Warmtewisselaar
Indien de warmwaterboiler warm water moet leveren terwijl de rest van het verwarmingssysteem niet in gebruik is, zoals b.v. tijdens de zomermaanden, dan dient een 3-weg zoneklep of een handmatige 3-weg klep geïnstalleerd te worden. In de warmwaterleiding van de warmwaterboiler moet een thermostatische mengklep geïnstalleerd worden. Installeer een t-stuk aan de bovenkant van de warmwaterboiler voor het aansluiten van de warmtewissellaar (zie fig. 15). OPMERKING: Indien de warmwaterboiler al in gebruik was en beschikt over een anode aansluiting, spoel dan deze boiler goed schoon voordat u de warmtewissellaar installeert. Door het residu van de anode kan de warmtewissellaar verstopt raken. OPMERKING: Sommige door gas verhitte warmwaterboilers beschikken over een maximale temperatuur sensor die verbonden is met de gasklep. Wanneer de watertemperatuur de maximale waarde overschrijdt komt de gasklep in een niet terug te zetten blokkeerstand. In dit geval dient de gehele gasklep vervangen te worden. Tijdens de installatie van de warmtewisselaar dient door de installateur vast gesteld te worden of dit type klep aanwezig is.
Wanneer er tijdens de installatie geen stappen ondernomen worden om te voorkomen dat de watertemperatuur de maximale waarde overschrijdt, dan kan dit resulteren in hoge kosten voor onderhoud en reparatie.
1-8
Warmwater aanvoer vanaf de outdoor boiler
Warmwaterboiler voor huishoudelijk
Retour
Alleen ter illustratie, de in werkelijkheid gebruikte warmwaterboiler kan afwijken van de hier getoonde boiler.
OPMERKING: De installateur moet voldoen aan alle van toepassing zijnde voorschriften en richtlijnen.
Fig. 15
© 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
Installatie van de outdoor boiler - Hoofdstuk 1
1.7 Installatie bij een bestaande luchtverwarming Wordt de outdoor boiler geïnstalleerd in een bestaand luchtverwarmingssysteem, dan wordt in het plenum of het luchtkanaalsysteem van de bestaande kachel een water-naar-lucht warmtewissellaar geplaatst. Het warme water van de outdoor boiler wordt continu door de warmtewissellaar gepompt. Wanneer de thermostaat constateert dat er warmte nodig is, dan blaast de ventilator van de bestaande kachel lucht door de warmtewisselaar. Hierbij wordt de lucht verwarmt zodat er door het hele kanaalsysteem warme lucht geblazen wordt. Hieronder een aantal belangrijke punten voor dit type installatie. Wanneer er in het plenum een airconditioningselement gemonteerd is plaats dan de warmtewisselaar tussen de ventilator en het airconditioningselement. Dit voorkomt dat wanneer het airconditioningselement gebruikt wordt de warmtewisselaar bevriest. De warmtewisselaar mag niet in de het koude lucht retourkanaal van de bestaande kachel geplaatst worden, want hierdoor kunnen onderdelen van de bestaande kachel oververhit raken. De warmtewisselaar kan zowel horizontaal als vertikaal geplaatst worden met hierbij de aansluitingen aan de zijkant (zie fig. 16). In alle gevallen moet de warmtewisselaar van voor naar achteren waterpas gemonteerd worden met de aansluitingen aan de zijkant. Wanneer de warmtewisselaar niet waterpas of met de aansluitingen aan de bovenkant gemonteerd wordt, dan kan door lucht opeenhoping in de warmtewisselaar de warmte overdracht vermindert worden. Correcte installatie methode van een warmtewisselaar bij een luchtverwarmingssysteem
Op de onderste aansluiting wordt de warmwater aanvoerleiding aangesloten, op de bovenste aansluiting wordt de retour leiding aangesloten. Wanneer het plenum groter is dan de warmtewisselaar, monteer dan de warmtewisselaar in het midden van het plenum zonder open ruimtes aan de zijkanten van de warmtewisselaar. Alle lucht moet door de warmtewisselaar heen stromen en mag niet de mogelijkheid krijgen om er langs de zijkanten om heen te stromen. Controleer de luchtstroom in het luchtkanaalsysteem om te voorkomen dat bepaalde delen afgesloten zijn van warme lucht. Door het plaatsen van een warmtewissellaar in het plenum of het luchtkanaalsysteem van een bestaand luchtverwarmingssysteem kan de luchtstroming in het systeem verminderen. Voordat de warmtewissellaar geplaatst wordt moet eerst bij het bestaande systeem in bedrijf gemeten worden hoe het temperatuur verloop is. Het temperatuursverloop moet gemeten worden over voldoende tijd zodat bepaald kan worden in hoeveel tijd de temperatuur zich weer gestabiliseerd heeft. Dan kan de warmtewissellaar gemonteerd worden. Vervolgens moet opnieuw met het bestaande systeem in werking gemeten worden wat het temperatuur verloop is. Aan de hand van de gemeten waarden zal de luchtstroming aangepast moeten worden om een zelfde temperatuur verloop te krijgen als voor het inbouwen van de warmtewisselaar. Het is mogelijk dat de luchtstroming verhoogd moet worden om dit te bereiken. Bij een door een riemoverbrenging aangedreven systeem kan hiervoor het aandrijfwiel van de motor of ventilator vervangen worden. De stroom door de motor mag niet verandert worden en mag niet hoger zijn dan de specificaties aangegeven op de motor. Er kan ook een ventilatormotor met meer vermogen gebruikt worden. Bij een direct aangedreven systeem zal in de meeste gevallen de motor niet vervangen hoeven te worden maar het kan zijn dat de snelheid van de ventilatormotor verhoogd moet worden.
Verwijder geen beveiliging of beveiligingsinstelling op het bestaande systeem wanneer de warmtewissellaar geïnstalleerd wordt.
OPMERKING: Elke vorm van electrische installatie dient uitgevoerd te worden door een gecertificeerd electromonteur in overeenstemming met alle geldende voorschriften en richtlijnen.
Retour Aanvoer
Op het verdeelstuk van de warmtewissellaar dient een thermische schakelaar gemonteerd te worden die de airconditioner uit kan schakelen bij een watertemperatuur boven de 60 °C.
Retour Aanvoer
Fig. 16
© 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
1-9
Hoofdstuk 1 - Installatie van de outdoor boiler
2. Een andere methode is de installatie van een 220/230 V thermostaat voor het aansturen van de ventilator van het bestaande verwarmingssysteem. Eén draad wordt verbonden met de fase en de andere draad wordt verbonden met de bestaande draad die naar de ventilator gaat van het bestaande luchtverwarmingssysteem. Er kan een thermische schakelaar geïnstalleerd worden die de watertemperatuur meet, om de ventilator uit te schakelen bij een te lage watertemperatuur. Deze schakelaar wordt in serie, achter de 220/230 V thermostaat geïnstalleerd en wel zo dat hij geen invloed heeft op de bestaande thermostaat.
1.7.1 Thermostaat regeling Voor dit type installatie zijn diverse thermostaat regelingen mogelijk. 1. Wordt het bestaande systeem geregeld door een 4 draads 24 V thermostaat, dan is een tweede 24 V thermostaat plaatsen de eenvoudigste oplossing. Stel de tweede thermostaat in op de kamertemperatuur, zodat die bepaald wanneer de ventilator van de luchtverwarming start en er warmte wordt geleverd door de outdoor boiler. De bestaande thermostaat dient 1 à 2 °C lager ingesteld te worden dan de tweede thermostaat. Deze thermostaat schakelt de bestaande verwarming in als back-up voor de outdoor boiler. Sluit de thermostaten aan zoals dat aangegeven wordt op het bedradingsschema (zie fig. 19).
OPMERKING: Zonder deze lage watertemperatuur schakelaar draait de ventilator continu, ook als de kachel geen brandstof meer heeft. Het water van de outdoor boiler wordt op deze manier op de zelfde temperatuur gehouden als de temperatuur van de lucht in het te verwarmen gebouw. Dit is acceptabel als dit gedaan wordt om bevriezing van het water in de outdoor boiler te voorkomen.
Water-naar-lucht warmtewisselaarsysteem OPMERKING: De electrische installatie dient uitgevoerd te worden door een gecertificeerd electromonteur
Thermostatische mengklep (met temperatuur begrenzing) Warm
Deze leiding mag maximaal 10 cm boven de warmwaterboiler gemoteerd worden
Plenum
Bypass leiding
Luchtverwarming
Water-naar-water warmtewisselaar
1" Central PEX Warmwaterboiler
Retour
Alleen ter illustratie, de in werkelijkheid gebruikte warmwaterboiler kan afwijken van de hier getoonde boiler.
220/230 Volt thermostaat
Warm water aanvoer van outdoor boiler
C
B
Zekeringkast
Fase 230V B Nul
Schakeldraad ventilator W B
Aarde
Fig. 17
1 - 10
Ventilator © 2006 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
Installatie van de outdoor boiler - Hoofdstuk 1
Luchtverwarmingssysteem ide Ins
m ste Sy n Fa Auto
Thermostaat t.b.v. outdoor boiler
Bestaande thermostaat
Warmwater aanvoer
Optie: koperen soldeer fittings
Retour
(Niet bij set inbegrepen)
*Bij de roestvrijstalen outdoor boiler uitvoeringen (SCLE uitvoeringen) moeten messing nippels gebruikt worden.
Fig. 18
© 2006 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
Bedradingsschema voor het aansluiten van thermostaten bij een luchtverwarmingssysteem OPMERKING: De tweede thermostaat wordt op een hogere temperatuur ingesteld zodat de ventilator gestart kan worden zonder dat de bestaande kachel aanslaat.
Binnen
Ventilator Auto
HIER UITLIJNEN
Systeem
UP
OPMERKING: Er zijn bij de bestaande thermostaat minimaal 3 draden nodig om zowel de ventilator als ook de verwarming te kunnen aansturen. Hierbij moet de G aansluiting van de bestaande thermostaat aangesloten worden op het relais van de ventilator.
C is optioneel met batterijen
RC
22 °C
Tweede thermostaat (alleen voor verwarming)
R Y C
R
W
G
G
Bestaande thermostaat (verwarmen - koelen) Binnen
UP
OPMERKING: Dit is één van meerde mogelijkheden. Wanneer er een airconditioner aanwezig is moet er op het verdeelstuk van de warmte wisselaar een thermische schakelaar aangebracht worden. Deze thermische schakelaar schakelt de airconditioner uit als de water temperatuur hoger is dan 60 ˚C. De thermostaten in de afbeelding zijn alleen ter illustratie. De in werkelijkheid gebruikte thermostaten kunnen van een ander type zijn dan de hier in het voorbeeld getoonde thermostaten.
Fig. 19
RC
R Y C
Ventilator Auto
Systeem
W
G
20 °C Verbind de R aansluiting van beide thermostaten; Verbind de G aansluiting van de bestaande thermostaat met de W van de tweede thermostaat.
© 2006 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
1 - 11
Hoofdstuk 1 - Installatie van de outdoor boiler
1.8 Het verwarmen van meerder zones of gebouwen Een enkele pomp met verdeelstuk kan gebruikt worden om meerdere zones of gebouwen te verwarmen, mits de watertemperatuur in de retourleiding boven de 66 °C blijft. Indien de watertemperatuur niet boven 66°C gehouden kan worden, moet voor elk gebouw een afzonderlijke pomp geïnstalleerd worden Op de uitgang van deze pompen moet een terugslagklep gemonteerd worden.
OPMERKING: De warmtebelasting van het systeem moet zo geregeld worden dat de watertemperatuur in de outdoor boiler niet lager wordt dan 66 °C. Wanneer de watertemperatuur lager wordt dan 66 °C kunnen er extra besturingen aan het systeem toegevoegd worden voor de ventilatoren en de circulatie kringlopen bij de warmte belastingen.
De modellen met een zijpaneel beschikken over drie uitgangen waarop een pomp aangesloten kan worden. Hierdoor kunnen drie zones of gebouwen aangesloten worden zonder dat een verdeelstuk nodig is.
Wanneer de outdoor boiler niet in staat is om de watertemperatuur boven de 66 °C graden te houden, dan moet de thermostaat regeling van het bestaande verwarmingssysteem zo aangepast worden dat die in dit geval ook warmte levert aan het systeem.
Kantoor gedeelte
Retour
Magazijn Heater
1" PEX®
Luchtverwarming Warmtewisselaar met ventilator
Aanvoer
1" PEX®
1-1/4" Poly Hose
Verdeelstuk voor grote installaties
Fig. 20
1 - 12
© 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
Omschrijving
Omschrijving
140,000 Btu Warmtewisselaar 3/4" Afsluit nippel 3/4" Flens set 3/4" T-stuk 1/4-hp Ventilator met motor 009 Pomp 3/4" Kogelafsluiter 3/4" Aftap ventiel 3/4" Terugslagklep
Luchtbehandelingskamer 1-1/4" Male Adapter Verdeelstuk 1-1/4" Afsluit nippel 1-1/4" Kogelafsluiter 1-1/4" Kniestuk 1-1/4" x 1/2" Verloop 3/4" x 1" Adapter
Installatie van de outdoor boiler - Hoofdstuk 1
1.9.1 Installatie bij drukloze systemen
1.9 Verwarmingssystemen op basis van warmwater Wanneer een water-naar-water warmtewisselaar gebruikt wordt, dan moet het huidige verwarmingssysteem het huis kunnen verwarmen met een watertemperatuur van ongeveer 74 °C. Een aantal plintverwarmingensystemen zijn ontworpen voor het gebruik van watertemperaturen van 104 °C of hoger. Evalueer het bestaande verwarmingssysteem voordat een outdoor boiler geplaatst wordt. Wanneer het huidige verwarmingssysteem tijdens koude perdiodes niet in staat geweest is om het huis voldoende te verwarmen, dan zal dit systeem ook niet voldoen wanneer er een outdoor boiler geïnstalleerd wordt.
OPMERKING: Elke aanpassing op de bestaande cv-ketel moet uitgevoerd worden door een gecertificeerd installateur in overeenstemming met de richtlijnen die hier van toepassing zijn. De warmwater toevoerleiding van de outdoor boiler wordt aan de bovenkant van de bestaande cv-ketel aangesloten. De retourleiding van de outdoor boiler wordt aan de onderkant van de cv-ketel aangesloten. Gebruik één pomp om het water continu te laten circuleren.
Er zijn alternatieve installatie methoden om een outdoor boiler goed te laten werken bij bestaande marginale verwarmingsystemen, of bij verwarmingssystemen die ontworpen zijn voor watertemperaturen boven de 74 °C. Hieronder vallen: 1. Plaats meer plintverwarmingen. 2. Plaats een water-naar-lucht warmtewisselaar met ventilator in een lager gelegen gedeelte van het gebouw. Hierdoor kan er meer warmte in het gebouw gebracht worden wat het eenvoudiger maakt om een constante temperatuur te bewaren. Deze warmtewisselaar kan opgenomen worden in de retour leiding van het systeem na de water-naarwater warmtewisselaar. 3. Leg een extra verwarmingscircuit aan in ruimtes waar extra warmte nodig is.
Een outdoor boiler kan direct aangesloten worden op een warmwater-verwarmingssysteem indien dit systeem drukloos.
De outdoor boiler mag nooit onder druk gezet worden. De ontluchtingsklep moet altijd los staan. Verleng de ontluchtingsbuis niet. De outdoor boiler raakt beschadigd als hij onder druk komt te staan. Wanneer de outdoor boiler op het bestaande verwarmingssysteem aangesloten is zoals aangegeven in fig. 21, dan moet(en) de circulatie pomp(en) zich in de warmwater toevoerleiding(en) bevinden en niet in de retour leiding(en). Het is erg belangrijk dat het systeem waterdicht is (klep-/pomppakkingen, leidingnetwerk e.d.), er geen lucht in het systeem kan komen (ontluchters) en dat alle lucht uit het systeem verwijdert is.
Direct aangesloten op een bestaande cv-ketel 2-weg zoneklep Retour plintverwarming
Bestaande pomp
Bestaande drukloze cv-ketel Bestaande warmwaterboiler
Fig. 21
© 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
1 - 13
Hoofdstuk 1 - Installatie van de outdoor boiler
Voer de volgende procedures uit nadat het bestaande systeem en de outdoor boiler met water gevuld is om alle lucht uit het verwarmingssysteem binnenshuis te verwijderen. 1. Sluit de kleppen van de outdoor boiler en zet het verwarmingssysteem binnenshuis onder druk door binnenshuis de klep te openen waar de waterleiding op aangesloten is. 2. Ontlucht het systeem binnenshuis laat daarna de circulatiepomp(en) van dit systeem draaien. Voer deze procedure tweemaal uit. Als het systeem beschikt over automatische ontluchters sluit deze na het ontluchten goed af om te voorkomen dat hier, na het drukloos maken van het systeem, lucht het systeem binnen kan komen. 3. Sluit na het ontluchten de klep waar de waterleiding op aangesloten is. Wanneer het systeem niet goed ontlucht is zal het niet correct werken. 4. Open de kleppen van de outdoor boiler zet de circulatiepomp(en) aan en ontsteek de outdoor boiler.
1.9.2 Installatie bij systemen onder druk Wanneer er de voorkeur aangegeven wordt om het bestaande systeem onder druk te houden, dan kan een platen of buizenwarmtewisselaar geïnstalleerd worden (zie fig. 22 en 23). Deze warmtewisselaar wordt in de retourleiding van het bestaande systeem geïnstalleerd. Aan de kant van de bestaande cv-ketel wordt het water op het moment dat de thermostaat aangeeft dat er een vraag naar warmte is door de warmtewisselaar gepompt. Aan de kant van de outdoor boiler wordt het water continu door de warmtewisselaar gepompt. Om te voorkomen dat de brander van de bestaande cv-ketel aan gaat terwijl de outdoor boiler het huis verwarmt, moet de watertemperatuurinstelling van de bestaande cv-ketel omlaag gezet worden naar ongeveer 49 °C. Water-naar-water warmtewisselaars leveren door warmte overdracht temperaturen die ongeveer 11 °C lager liggen dan de watertemperatuur van de outdoor boiler. Is de watertemperatuur van de outdoor boiler ingesteld op 85 °C, dan zal de warmtewisselaar door warmte overdracht het water opwarmen tot ongeveer 74 °C. De warmteverliezen zijn voor elk systeem verschillend waardoor de temperatuur van de warmte overdracht kan varieren. De besturing van de outdoor boiler kan daarom worden aangepast, zodat het water in de outdoor boiler een temperatuur van 91 °C kan bereiken.
Water-naar-water warmtewisselaar met bestaande cv-ketel Optionele water-naar-lucht warmtewisselaar
Bestaande pomp
Een hier geplaatste terugslag- klep of zoneklep voorkomt thermische circulatie en oververhitting van het huis
Deze leiding mag maximaal 10 cm boven de warmwaterboiler gemonteerd worden Retour Bestaande cv-ketel
Deze klep moet gesloten worden wanneer de outdoor boiler zomers niet gebruit wordt Water-naar-water warmtewisselaar Warm water aanvoer door pomp van outdoor boiler
Fig. 22
1 - 14
Water-naar-water warmtewisselaar Warmwaterboiler
Alleen ter illustratie, de in werkelijkheid gebruikte warmwaterboiler kan afwijken van de hier getoonde boiler. © 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
Installatie van de outdoor boiler - Hoofdstuk 1
1.9.3 Water-naar-water warmtewisselaar met kringloop pomp Fig. 23 laat zien hoe door een andere installatie methode een verhoogde warmte overdracht verkregen wordt bij een water-naar-water warmtewisselaar. Bij deze kringloop installatie wordt het water continu door de warmtewisselaar gepompt waardoor de maximale overdrachtstemperatuur in de bestaande cv-ketel gehandhaafd blijft. Merk op dat het water in omgekeerde richting loopt.
Omdat bij dit type installatie de overdrachtstemperatuur boven de 74 °C kan liggen, kan het zijn dat hierdoor geen extra plintverwarmingen of warmtewisselaars nodig zijn. Spoel eerst alle roestdeeltjes of bezinksel uit de bestaande warmwaterboiler voordat een water-naarwater warmtewisselaar geïnstalleerd wordt. Gebruik tevens een anticorrosiemiddel (art. nr. 1650).
Bestaande cv-ketel (met kringloop pomp) Deze klep moet gesloten worden wanneer de outdoor boiler zomers niet gebruit wordt
Thermostatische mengklep (met temperatuur begrenzing)
Warm water aanvoer
Deze leiding mag maximaal 10 cm boven de warmwaterboiler gemonteerd worden
Bestaande pomp
Water-naar-water warmtewisselaar Bestaande cv-ketel Warmwaterboiler
Warm water aanvoer door pomp van outdoor boiler
Retour 1" Central PEX
OPMERKING Alleen ter illustratie, de in werkelijkheid gebruikte warmwaterboiler kan afwijken van de hier getoonde boiler.
Fig. 23
De installateur moet voldoen aan alle voorschriften en richtlijnen die van toepassing zijn
Kringloop pomp Pompt het water continu door de water-naar-water warmtewisselaar waardoor de watertemperatuur in de bestaande cv-ketel gehandhaafd blijft
© 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
1 - 15
Hoofdstuk 1 - Installatie van de outdoor boiler
1.9.3 Direct aangesloten plintverwarming Plintverwarmingen kunnen eenvoudig aangeloten worden op de outdoor boiler. Zowel stand-alone als in combinatie met luchtverwarming of een warmwaterboiler. Zie fig 24 en 25 voor de juiste methode van aansluiting. Fig. 24 Kniestuk met ontluchting
Tweevoudig systeem (plintverwarming / luchtverwarming) Thermostatische mengklep (met temperatuur begrenzing)
Plintverwarming Inside
System Fan Auto
Optionele bypass klep
Deze leiding mag maximaal 10 cm boven de warmwaterboiler gemonteerd worden
Zoneklep
Terugslagklep of zoneklep
Warm Bypass leiding Luchtverwarming
Water-naar-water warmtewisselaar 1" Central PEX®
Zonepomp
Warmwaterboiler
Omzetter OPMERKING Alleen ter illustratie: I De in werkelijkheid gebruikte warmwaterboiler kan een andere zijn dan de hier getoonde boiler. I De diameter van de aanvoer leiding kan anders zijn (afhankelijk van de toepassing). I De thermostaat kan op een andere locatie geplaatst zijn.
OPMERKING
4 x buis diameter max. (b.v. voor een buis van 1" mogen de aanslutingen maximaal 4" uit elkaar staan
Warm water aanvoer door pomp van outdoor boiler
De installateur moet voldoen aan alle voorschriften en richtlijnen die van toepassing zijn
Retour © 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
Plintverwarmingssysteem
Plintverwarming
3-Weg zone klep 24 Volt thermostaat
230 Volt voeding
Inside
Auto
Syste m
24 Volt omzetter
Retour naar outdoor boiler
Hoofdleiding
Bypass leiding Warm water aanvoer
Van verwarmingstoestel
Fan
Eenheid Van plintverwarming
Thermostatische mengklep (met temperatuur begrenzing)
Hoofdleiding
Deze leiding mag maximaal 10 cm boven de warmwaterboiler gemonteerd worden
Bypass leiding
Warm
3-Weg zone klep
Naar plintverwarming
Water-naar-water warmtewisselaar
Alleen ter illustratie: I De in werkelijkheid gebruikte warmwaterboiler kan een andere zijn dan de hier getoonde boiler. I De diameter van de aanvoer leiding kan anders zijn (afhankelijk van de toepassing).
OPMERKING Warm water aanvoer door pomp van outdoor boiler
Warmwaterboiler
De installateur moet voldoen aan alle voorschriften en richtlijnen die van toepassing zijn
Retour naar outdoor boiler
Fig. 25
1 - 16
© 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
Installatie van de outdoor boiler - Hoofdstuk 1
1.9.4 Vloerverwarming Het makkelijkst kan vloer(plafond)verwarming aangelegd worden bij nieuwbouw of bij verbouwing van een huis. Ook wanneer de vloerbalken nog bloot liggen, zoals bij een niet afgebouwde kelder etage, is installatie eenvoudig uit te voeren. Het buizensysteem van de vloerverwarming kan op verschillende plaatsen en op verschillende manieren worden geïnstalleerd. Enkele voorbeelden hiervan zijn
OPMERKING: Gebruik minimaal 2,5 cm isolatie. Geadviseerd wordt om 5 cm isolatie te gebruiken. Bij gebieden met een hoge grondwaterstand moeten maatregelen genomen worden om te voorkomen dat het grondwater in aanraking kan komen met de buizen van de vloerverwarming. Voor voorbeelden van vloerverwarmingen die gebruik maken van 1/2” buizen wordt verwezen naar fig. 26, 27, 28 en 29.
In een betonplaat In een gipsbeton ondervloer Tussen de vloerbalken In de muren of het plafond Wanneer de vloerverwarming tussen de vloerbalken geïnstalleerd wordt (41 cm hartafstand balken), leg dan twee 1/2” buizen tussen de balken. Breng isolatie aan onder de buizen om warmte verliezen naar onderen te voorkomen. Goede isolatie is de sleutel naar een effectieve vloerverwarming en het beheersen van de vraag naar grote hoeveelheden warmte. Bij dit type verwarming straalt de warmte in elke richting evenveel. Wordt de verwarming in een betonplaat geïnstalleerd, dan moet de ondergrond van de betonplaat droog en goed geïsoleerd zijn. Wanneer de ondergrond niet goed geïsoleerd is gaat bijna 50% van warmte verloren aan het opwarmen van de ondergrond. Geadviseerd wordt om een 5 cm dikke laag druk bestendige polystyreen hardschuim isolatieplaten (ook wel blauwplaat genoemd) te gebruiken. Bij het gebruik van twee 2,5 cm dikke lagen van deze platen, kunnen de randen van de ene laag platen afgedekt worden door de andere laag platen.
Fig. 26
OPMERKING: Gebruik geen dunne noppen isolatiefolie of schuimisolatie op een rol.
De ruimte tussen de leidingen van elk circuit moet 30,5 cm zijn. Het water circuleert in tegenstelde richtingen voor een optimale warmte verdeling. De mengklep regelt de watertemperatuur door het warme water (bij voorkeur 60 °C of lager) te mengen met het retour water. In ruimtes waar grotere warmte verliezen verwacht worden kan de ruimte tussen de lussen verkleind worden naar 25 cm of nog minder. Wanneer meer informatie gewenst is neem dan contact op met de dealer. OPMERKING: Bij vloerverwarming aangebracht tussen de vloerbalken kan een watertemperatuur van meer dan 60 °C nodig zijn.
Vloerverwarming
© 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
1 - 17
Hoofdstuk 1 - Installatie van de outdoor boiler
Vloerverwarming in vloer met meerder zones Bovenkant
LEVEL HERE
UP
OPMERKING
C is optional with batteries
RC
P N H
De AAN / UIT schakelaar moet in de AAN stand voor deze installatie.
R Y C W
W
RWX X R C
G
Inside
R
System
Fan Auto
WR
Retour 1" Koperleiding
1" Central PEX
Warm water aanvoer door pomp van outdoor boiler Mengklep
Bovenkant Minimale Bovenverdieping verwarming Vloerbedekking warmte straling 1/2" Central PEX® Leidingen naar beneden Underlayment Ondervloer 5 cm Minimum
Isolatie Isolatie Vloerbalk Gipsplaat Plaats PEX beugels om de 45 cm. ®
Voor de beste resultaten wordt geadviseerd om 5 cm ruimte te laten tussen de isolatie en de buizen
Plaat 1/2" Central PEX leidingen liggen 15 cm uit de buitenmuur met een ondelinge hart afstand van 30 cm.
Isolatie Vochtscherm (PE folie)
Fig. 27
© 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
Tweevoudig systeem
OPMERKING Indien de verwarmingscircuits zich boven de aftakkingen bevinden dan moeten er extra maatregelen genomen worden om terugstroming te voorkomen (b.v. door de installatie van zonekleppen of terugslagkleppen).
(vloerverwarming / luchtverwarming) Inside
System Fan Auto
Thermostatische mengklep (met temperatuur begrenzing)
Zonepomp
Optionele bypass klep
Deze leiding mag maximaal 10 cm boven de warmwaterboiler gemonteerd worden
Warm Bypass leiding Luchtverwarming
Water-naar-water warmtewisselaar 1" Central PEX®
OPMERKING 4 x buis diameter max. (b.v. voor een buis van 1" mogen de aanslutingen maximaal 4" uit elkaar staan
Alleen ter illustratie: I De in werkelijkheid gebruikte warmwaterboiler kan een andere zijn dan de hier getoonde boiler. I De diameter van de aanvoer leiding kan anders zijn (afhankelijk van de toepassing). I De thermostaat kan op een andere locatie geplaatst zijn.
Fig. 28
1 - 18
Warmwaterboiler
OPMERKING De installateur moet voldoen aan alle voorschriften en richtlijnen die van toepassing zijn
Retour
Warm water aanvoer door pomp van outdoor boiler © 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
Installatie van de outdoor boiler - Hoofdstuk 1
Enkelvoudige zone verwarming OPMERKING
Aantal Beschrijving 3 5 1 7 9 2 1 4 1 1
De installateur moet voldoen aan alle voorschriften en richtlijnen die van toepassing zijn
Deze horizontale leiding mag maximaal 10 cm boven de warmwaterboiler gemonteerd worden
OPMERKING De AAN / UIT schakelaar moet in de AAN stand staan voor deze installatie
Aantal Beschrijving
90 , 1" Kniestuk 3/4" Afsluitnippel 90 , Messing, 3/4" Kniestuk 1" Soldeer T-Stuk 3/4" FIP naar 1" Soldeer verloopstuk 1/8" x 3/4" Verloop 24 V Muur thermostaat 3/4" Aftap kogelklep 3/4" Pomp isolatie flens set 3/4" Mengklep
1 1 1 2 2 1 1 2 1 2
Naar en van de outdoor boiler wordt 1" PEX® gebruikt voor de toevoer- en rerourleiding
Voor deze installatie is ongeveer 3 meter 1" koperleiding nodig
C is optioneel met batterijen
007 Zone pomp 1 m pomp netsnoer Water-naar-water warmtewisselaar Verdeelstuk met 3 aftakkingen voorzien van klep 1" x 1", Soldeer naar PEX® verloopstuk Verdeelstuk met 2 aftakkingen voorzien van klep Verdeelstuk met 2 aftakkingen, 1/2" Uit Verdeelstuk met 3 aftakkingen, 1/2" Uit W-naar-W warmtewisselaar fitting set Thermometer
De benodigde hoeveelheid 1/2" PEX® hangt af van de installatie P N H
Warmwaterboiler
Indien de verwarmingscircuits zich boven de aftakkingen bevinden dan moeten er extra maatregelen genomen worden om terugstroming te voorkomen.
R W
WR
OPMERKING
Bovenkant
24 Volt thermostaat
RWX X R C
Zone pomp
NOTE
1" Koperleiding R W
Gemengd
Koud Warm
Bovenkant
Bovenkant
OPMERKING 4 x buis diameter max. (b.v. voor een buis van 1" mogen de aanslutingen maximaal 4" uit elkaar staan
OPMERKING Als deze installatie correct moet functioneren dan moet alles geïnstalleerd worden zoals dat hier is aangegeven
Warm water aanvoer door pomp van outdoor boiler Retour
Retour Aanvoer
1/2" Central PEX
1" Central PEX
Fig. 29
© 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
Het verwarmen van grote hoeveelheden water
Warm water uitgang
Aanvoer koud water
Hier kan een pomp geïnstalleerd worden om het herstel te versnellen
Grote warmwater opslag tank Optioneel voor het verwarmen van grote hoeveelheden water. De 3' of 4' water-naar-water warmtewisselaar kan horizontaal en vertikaal gemonteerd worden
Retour
60" Warmtewisselaar met continu doorstroming
Warm water aanvoer
)
uk
st
el
de
k)
u st
l
ee
rd
an
r oe
ve
r
et
r ve
ou
(R
v
(A
Fig. 30
© 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
1 - 19
Hoofdstuk 1 - Installatie van de outdoor boiler
1.9.5 Zwembad en/of hot-tub verwarming Er moeten kleppen geïnstalleerd worden zodat de warmtewisselaar afgesloten kan worden van de rest van het systeem tijdens een schok-chloorering of ander type chemische behandeling van het water (zie fig. 31). Hoge concentraties chemicaliën in het water kunnen het versneld corroderen van de warmtewisselaar tot gevolg hebben. Er wordt geadviseerd om de warmtewisselaar afgesloten te houden tot dat de pH waarde van het water tussen de 7.2 en 7.8 ligt.
Gebruik nooit een antivriesmiddel bestemd voor de automobiel industrie of een ethyleen glycol antivriesmiddel wanneer de outdoor boiler aangesloten is op een zwembad verwarmingssysteem. Een beschadigde warmtewisselaar kan dan namenlijk resulteren in zwaar lichamelijk- c.q. dodelijkletsel of aanzienlijke materiele schade tot gevolg hebben.
Installeer nooit een warmtewisselaar voor een zwembad in een woonhuis of gebouw beneden het water niveau van het zwembad. Door een beschadigde warmtewisselaar die beneden het waterniveau geïnstalleerd is, kan het zwembad leeglopen en kan er aanzienlijke waterschade ontstaan.
Zwembad en / of hot-tub verwarming Water vanaf zwembad of hot-tub pomp
WB
230 V voedingsspanning W
Stel bypass hoeveelheid zwembad pomp in
R
WR
Verwarmd water naar zwembad of hot-tub R
24 V omzetter
W
PVC of ABS leiding met accessoires
3-Weg zone klep 1 2 3
Zwembad aquastaat (met klep)
W W
Retour
RA
LP
EX
NT
CE
Hoofdleiding
RA
T EN
C
Fig. 31
1 - 20
LP
EX
Eenheid Bypass leiding
Warm water aanvoer door pomp van outdoor boiler
Wanneer het zwembad behandeld wordt met een schok-chloorering moeten deze kleppen gesloten worden
Bij zwembaden en hot-tubs komen meestal hoge doorstroomsnelheden voor. Voor thuis gebruik ligt dit tussen de 114 en 189 lpm, voor commerciële toepassingen ligt dit nog hoger. De MP serie warmtewisselaar is een warmtewisselaar met hoge efficiëntie die de volledige doorstroomhoeveelheid niet nodig heeft. Installeer daarom een bypass regel klep om een deel van het water om te leiden. Wanneer deze klep afgeregeld is moet hij in die stand blijven staan. In de aanvoer en retour leiding van het zwembad moeten afsluitkleppen geïnstalleerd worden. Sluit deze kleppen en open de bypass klep volledig wanneer het water het water van het zwembad chemisch behandeld moet worden, dan moeten . Hierdoor wordt de warmtewisselaar afgesloten van het water met de lage pH waarde. Pas nadat het water het door de fabrikant aangegeven veilige pH niveau weer heeft bereikt mogen de afsluitkleppen weer geopend worden. De bypass regel klep moet weer in de van te voren ingestelde stand terug gezet worden.
© 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
Installatie van de outdoor boiler - Hoofdstuk 1
6. Warm het water na het vullen zo snel mogelijk op tot de bedrijfstemperatuur.
1.10 De installatie voltooien Het is belangrijk dat u eerst de volgende handelingen uitvoert voordat u de outdoor boiler ontsteekt:
OPMERKING: Het is niet nodig om de outdoor boiler vaak bij te vullen. Als water vaker dan één keer in zes maanden bijgevuld moet worden, dan is het systeem lek of kookt het systeem door verkeerd gebruik of onderhoud (zie ook 4 Het verhelpen van storingen). Bepaal en verhelp het probleem onmiddellijk. Het regelmatig bijvullen met water lijdt tot de aantasting van het waterreservoir (Raadpleeg voor het bijvullen 3.2 Waterkwaliteit en onderhoud). Voeg anticorrosiemiddel toe wanneer de water testresultaten dit aangeven. De gevolgen van aantasting door verkeerd gebruik of verkeerd onderhoud vallen niet onder de garantie.
1. Controleer het systeem op lekkage. Sluit eerst de kleppen bij de outdoor boiler voordat u de rest van het leidingsysteem onder druk zet. Zet de outdoor boiler nooit onder druk. Zet gedurende 30 minuten een druk van 2,1 kg/cm op het leidingsysteem en controleer op druk verlies. Controleer alle fittingen en leidingeinden op tekenen van lekkage. Een lekkende leidingklem kan mogelijk verholpen door hem aan te draaien als het systeem warm is en kunstof makkelijker te vervormen is. Het kan ook noodzakelijk zijn een tweede leidingklem aan te brengen met de schroef in tegengestelde richting. 2. Maak de greppel waar de cv-leidingen in liggen dicht. Vul het gat op waar de cv-leidingen de outdoor boiler binnen komen. Zorg er voor dat de PEX® aanvoer- en retourleiding niet bloot gesteld wordt aan zonlicht. UV straling beschadigd deze leidingen.
1.11 In gebruikname procedures OPMERKING: Wanneer de warmwaterboiler eerder gebruikt is, spoel hem dan goed door om alle bezinksel te verwijderen voordat de outdoor boiler met water gevuld wordt.
3. Maak de ontluchtingsklep los. De ontluchtingsklep moet losjes over de ontluchtingsopening vallen.
OPMERKING: Laat het water van de outdoor boiler direct na het vullen circuleren als het erg koud is om bevriezing van de leidingen te voorkomen.
4. Voeg anticorrosiemiddel toe. Voeg eerst het anticorrosiemiddel toe voordat u de outdoor boiler met water vult, hierdoor wordt het metaal meteen beschermd (zie ook 3.2 Waterkwaliteit en onderhoud).
OPMERKING: Vul de outdoor boiler met water van goede kwaliteit (zacht water indien mogelijk). (zie 3.2 Waterkwaliteit en onderhoud).
5. Vul het systeem met water, ontlucht het systeem en controleer de stromingsrichting van het water. Alle lucht moet uit het systeem verwijderd worden tijdens het vullen. Het warme water loopt vanaf de outdoor boiler door de warmwater toevoerleiding naar het te verwarmen gebouw. De circulatiepomp is geïnstalleerd in de warmwater toevoerleiding (zie ook 1.11 In gebruikname procedures).
Vul de outdoor boiler met water volgens de volgende procedure en ontlucht het systeem. Zorg er voor dat elk pompcircuit van de outdoor boiler ontlucht wordt. Alle kleppen van het systeem moeten open staan voordat met deze procedure begonnen wordt.
De outdoor boiler met water vullen OPMERKING: Voordat begonnen wordt moeten alle kleppen van het outdoor boiler systeem open staan. Voer deze procedure uit voor elk pomp circuit van de outdoor boiler. 1.) Wasmachine waterslang (Tuinslang met twee snelkoppeling aansluitingen). 2.) Sluit de klep op de outdoor boiler voor deze leiding eerst. 3.) Open deze klep en de klep onderaan. Warm
4.) Vul het systeem gedurende 5 minuten. 5.) Sluit de klep op de outdoor boiler voor deze leiding terwijl het vullen doorgaat.
Bypass leiding
(3)
Luchtverwarming
6.) Open de klep op de outdoor boiler voor deze leiding. 7.) Vul gedurende 5 minuten; Herhaal dit proces voor elk pomp circuit. Als alle pompcircuits ontlucht zijn, ga dan verder met het vullen van de outdoor boiler tot de "FULL" (VOL) markering bereikt is. Retour leiding (6)
Plenum
1" Central PEX
(5) Warm aanvoer
(2)
Fig. 32
(1)
(3) © 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
1 - 21
Hoofdstuk 1 - Installatie van de outdoor boiler
1. Verbindt een tuinslang voorzien van twee snelkoppelingen (vrouwtjes) met de waterleiding. Laat het water in b.v. een emmer lopen totdat het water helder is. Sluit dan de tuinslang aan op het systeem. 2. Sluit op de outdoor boiler de klep van de warm water aanvoerleiding. 3. Open de twee kleppen die het mogelijk maken om het systeem met water te vullen (het systeem wordt nu gevuld via de retourleiding). Controleer of de leidingen correct zijn aangesloten aan de hand van de temperatuur van de buizen aangegeven met een pijl. Zij moeten direct koud aanvoelen. Wanneer zij niet direct koud aanvoelen maar de andere leidingen wel, stop dan met vullen want de leidingen zijn dan verkeerd om aangesloten. Verwissel de warm water aanvoerleiding en de retour leiding, vervang eventueel lekkende dichtingsringen en ga vervolgens verder met het vullen van de kachel. 4. Vul de outdoor boiler gedurende 5 minuten. 5. Sluit de klep op de retourleiding bij de outdoor boiler (beide kleppen zijn nu gesloten) terwijl het systeem nog steeds gevuld wordt. 6. Open de klep op de outdoor boiler van de warm water aanvoerleiding.
7. Vul de outdoor boiler gedurende 5 minuten. Sluit dan de kleppen en herhaal de procedure voor de eventuele andere pomp circuits. Als alle pomp circuits gevuld zijn met water ga dan verder met het vullen van de outdoor boiler tot de “FULL” (VOL) markering is bereikt op het vulglas aan de zijkant. 8. Sluit de twee vulkleppen. 9. Open alle kleppen op de outdoor boiler zodat het water kan circuleren als de circulatie pompen ingeschakeld worden.
Zorg er voor dat de outdoor boiler met water gevuld is voordat hij ontstoken wordt. Ontsteek de outdoor boiler nooit als het water onder de “FULL” (VOL) markering staat.
Tap nooit water af van de outdoor boiler als er zich in de vuurkist nog brandend of smeulend materiaal bevindt. Als de outdoor boiler duidelijk hoorbaar kookt controleer dan het water niveau en vul indien nodig het water bij tot de “FULL” (VOL) markering. Wanneer de outdoor boiler bijgevuld wordt, handhaaf dan het juiste niveau van het anticorrosiemiddel (art. nr. 1650).
Laat de deur nooit onbeheerd open of op een kier staan. De besturing van de luchttoevoer heeft zo geen controle over de verbranding. Alternatieve vul methode indien de pompen niet bij de outdoor boiler geïnstalleerd zijn. Geadviseerd wordt om de pomp(en) en klep(pen) te installeren aan de kant van de outdoor boiler en om deze open te zetten tijdens het vullen. Stap 1. Lucht verwijderen uit de retourleiding. Koud
Warm
Lucht wordt afgevoerd naar de outdoor boiler via de retourleiding
Waterleiding Pomp (waterleidingdruk) (uit)
10. Schakel de circulatiepomp(en) in en ontsteek vervolgens het vuur in de outdoor boiler. Wanneer de bedrijfstemperatuur bereikt is en de outdoor boiler gevuld is tot aan de “FULL” (VOL) markering, sluit dan de klep van het peilglas en koppel de tuinslang los.
Open Open
Dicht Open
Stap 2. Lucht verwijderen uit de
OPMERKING: De klep van het peilglas hoeft slechts een kwartslag gedraaid te worden om hem te openen of te sluiten. Vergeet niet om de klep van het peilglas te sluiten nadat de outdoor boiler gevuld is. Het water loopt automatisch weg uit het peilglas.
warm water aanvoer leiding
Waterleiding (waterleidingdruk) Pomp (uit) Koud
Dicht
Warm
Open Open Lucht wordt afgevoerd naar de outdoor boiler via de warm water aanvoerleiding
Fig. 33
1 - 22
Open
© 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
Gebruik geen geweld bij het openen of sluiten van de klep voor het peilglas. Hierdoor zou de klep beschadigd kunnen raken en gaan lekken.
Bedieningshandleiding - Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 2 - Bedieningshandleiding 2.1 Handelingen en voorzorgsmatregelen voor in gebruikname Lees de volgende informatie zorgvuldig voordat u de outdoor boiler in gebruik neemt.
6. Alle afdekplaten, luiken en afschermingen moeten te allen tijde vergrendeld zijn, behalve tijdens inspectie, service en onderhoud. 7. Gebruik een 40 watt gloeilamp wanneer deze vervangen dient te worden. Gebruik geen lamp van boven de 60 watt.
Ontsteek de outdoor boiler nooit wanneer het water niveau onder “FULL” (VOL) markering staat.
8. In het geval van een stroomstoring, kunnen zowel een kleine generator als een 12V accu met spanningsomvormer voldoende stroom leveren om het systeem te laten werken.
1. Gebruik uitsluitend onbehandeld hout. Verbrand geen afval, benzine, rubber, motorolie, nafta, kunststof, behandeld hout of brandbare materialen anders dan hout.
9. Als er nog vragen overblijven die niet beantwoord worden door deze handleiding, neem dan contact op met uw dealer of gecertificeerde installateur.
2. Gebruik geen chemische vloeistoffen om het vuur aan te steken. Gebruik uitsluitend papier en aanmaakhout om het vuur voor de eerste maal te ontsteken. Nagloeiend hout ontsteekt het vuur wanneer de outdoor boiler met hout bijgevuld wordt. 3. Houd de directe omgeving van de outdoor boiler vrij van brandbare materialen zoals dat aangegeven wordt in hoofdstuk 1.5 (lees dit voordat u de kachel in gebruik neemt). Zorg er voor dat er voldoende ruimte is om de as te verwijderen zonder dat er een vuurgevaarlijke situatie kan ontstaan. Zorg er in het kader van de brandprefentie voor dat een gebied van 2 meter rondom de outdoor boiler vrij is van brandbare materialen. Dit geldt met name voor het gebied rond de deur en het aanzuiggebied. Houtresten, snippers en andere brandbare materialen rondom de laaddeur, kunnen gemakkelijk vlamvatten wanneer er smeulend of brandend materiaal op valt en onopgemerkt achtergelaten wordt. 4. Deze kachel is niet gemaakt voor een automatisch brandstof toevoersysteem. 5. De kachel mag niet onder druk komen te staan. Inspecteer de ontluchtingsklep periodiek op belemmeringen of blokkeringen. De ontluchtingsklep past losjes op de opening (Fig. 34). Verleng de ontluchtingspijp niet. Verbind niks aan de ontluchtingspijp.
WAARSCHUWING VERWIJDER DE TRANSPORTBEVEILIGING VAN DE ONTLUCHTINGSKLEP VOORDAT HET SYSTEEM MET WATER GEVULD WORDT
Ontluchtingsklep moet losjes passen Fig. 34
2-1
Hoofdstuk 2 - Bedieningshandleiding
2.2 De outdoor boiler aansteken OPMERKING: Alvorens u de outdoor boiler voor de eerste maal aantsteekt, controleer of de juiste hoeveelheid anticorrosiemiddel is toegevoegd en het water niveau op “FULL” (VOL) staat.
Verbrand geen kunststof, afval, behandeld hout of niet vermelde brandstoffen in deze outdoor boiler. De outdoor boiler is uitgerust met een digitale besturing die bepaald bij welke watertemperatuur de regelklep gesloten wordt. Door middel van de besturing kan de watertemperatuur ingesteld worden op een bedrijfstemperatuur tussen de 65° C - 91 °C.
Als de outdoor boiler duidelijk hoorbaar kookt, controleer dan het waterpeil en vul het water van de outdoor boiler bij tot het juiste waterpeil indien dit nodig is. Voeg anticorrosiemiddel (art. nr. 1650) toe indien dit nodig is (zie 3.2 Waterkwaliteit en Onderhoud). 1. Wanneer u de outdoor boiler voor de eerste keer aansteekt, leg dan droog aanmaakhout voorin de vuurkist. Gebruik een kleine hoeveelheid papier om het vuur aan te steken. 2. Voeg grotere stukken hout toe, maar vul de vuurkist nog niet volledig. 3. Wanneer het water de ingestelde temperatuur bereikt heeft (85 °C) en de regelklep sluit, laat de outdoor boiler dan even draaien om er zeker van te zijn dat hij goed werkt. Voeg daarna pas meer hout toe. 4. Wanneer u de outdoor boiler een aantal dagen gebruikt heeft, leert u in te schatten hoeveel hout dagelijks nodig is. Wanneer u alleen het hout toevoegt wat nodig is, is het gemakkelijker om de as langs de zijkanten van de vuurkist weg te vegen en vervolgens naar voren te trekken. (zie 2.3 De vuurkist vullen). OPMERKING: Inspecteer en reinig de vuurkist zoals dat beschreven staat in hoofdstuk 3.
Het niet goed schoonmaken van de vuurkist kan leiden tot overmatige corrosie. Controleer tijdens normaal gebruik regelmatig de watertemperatuur op de digitale display. De watertemperatuur moet liggen binnen een bereik van 4 °C ten opzichte van de ingestelde watertemperatuur.
2-2
Een watertemperatuur van 100 °C of hoger kan duiden op een lage waterstand, een defect aan de besturing of een defect aan de thermostaatschakelaar (behalve wanneer de deur open is of niet goed sluit). Als het probleem zich blijft voordoen en het waterniveau goed is, neem dan contact op met uw dealer of installateur.
Bedieningshandleiding - Hoofdstuk 2
2.3 De vuurkist vullen Trek het smeulend hout altijd naar voren en naar het midden van de vuurkist voorafgaande aan het vullen van de vuurkist. De luchtstroom zal door het smeulende hout geblazen worden waardoor de nieuwe lading hout sneller zal gaan branden. Wanneer het smeulend hout naar achteren geduwd wordt zal dit een minder efficiënte verbranding tot gevolg hebben. De kachel kan volledig gevuld worden als het nodig is om de brandtijd te verlengen. 1. Ontgrendel de deur, open de deur en doe een aantal passen achterwaarts. Bekijk van een veilige afstand hoeveel brandstof er nog is. Blijf zo ver mogelijk bij de outdoor boiler vandaan, zeker wanneer er veel brandend en smeulend hout in de outdoor boiler aanwezig is.
Blijf zo ver mogelijk bij de deur vandaan wanneer deze wordt geopend. 2. Indien nodig, verwijder overtollig as en/of vuil. 3. Veeg het brandende c.q. smeulende hout naar het midden, voorin de vuurkist. Fig. 35
2.4 Schoonmaken en controleren
Blijf zo ver mogelijk bij de deur vandaan wanneer deze geopend wordt. 1. Open de deur van de vuurkist en verwijder, indien nodig, overtollig as en vuil. OPMERKING: Wees extreem voorzichtig wanneer u as uit de vuurkist gaat verwijderen. Er kan een erg hete lucht uit de vuurkist komen. 2. Sluit en vergrendel de deur. Gebruik de kachel niet met de deur open. Als de deur open wordt gelaten is een ongecontroleerd vuur het gevolg. Voor een gecontroleerde verbranding, sluit en vergrendel de deur. OPMERKING: Creosoot is een bijproduct dat vrijkomt bij de verbranding van hout. Dit creosoot zet zich o.a. af aan de wanden van de vuurkist. Inspecteer gedurende het stookseizoen twee keer per maand de wanden, het rookkanaal en de schoorsteen op creosoot afzetting. Als het aanwezig is moet de afzetting verwijderd worden voor een betere werking en brandveiligheid. Creosoot in de schoorsteen kan leiden tot een extreem hete schoorsteenbrand. In geval van een schoorsteenbrand, sluit de deur.
De vuurkist schoonmaken Trek as in dit gebied naar voren
4. Vul de vuurkist met hout, pas op om niet bekneld te raken tussen het hout en onderdelen van de outdoor boiler. OPMERKING: Wees extreem voorzichtig wanneer er een grote hoeveelheid brandend c.q. smeulend hout aanwezig is. Er kan een erg hete lucht uit de vuurkist komen.
Vuurkist
Maak deze gebieden schoon wanneer er zich grote hoeveelheden creosoot hebben afgezet.
Wanneer de as de luchtstroom onder de watergevulde warmte barrière blokkeert, zal de kachel niet goed werken.
As Deur Maak de hoeken schoon zoals is aangegeven met de pijlen in de afbeelding. Haal de as uit het gemarkeerde gedeelte naar voren. De as moet van de wanden geschraapt worden vanaf de aslijn en daaronder. Verwijder overtollige creosoot indien nodig.
Fig. 36
Let er op dat u niet bekneld raakt tussen het hout, het frame van de deur of andere onderdelen van de outdoor boiler wanneer u de vuurkist met hout vult. Wees extreem voorzichtig met grote stukken hout die moeilijk hanteerbaar zijn. 5. Sluit en vergrendel de deur. Gebruik de deur niet om hout de kachel in te duwen. Gebruik de kachel niet met de deur open. Als de deur open wordt gelaten is een ongecontroleerd vuur het gevolg. Voor een gecontroleerde verbranding, sluit en vergrendel de deur.
2-3
Hoofdstuk 2 - Bedieningshandleiding
2.5 De watertemperatuur instellen De bedrijfstemperatuur van het water kan ingesteld worden tussen de 65 °C - 91 °C. Wanneer de watertemperatuur 4 °C lager is dan de ingestelde temperatuur (de thermostaat heeft een onderscheidend vermogen van 4 °C), wordt door de besturing de regelklep geopend en de verwarmingscyclus gestart (en wordt de aanjager gestart indien aanwezig). Wanneer OUT aangegeven wordt op de uitlezing, dan wordt er door de besturing warmte gevraagd. De watertemperatuur is vanaf de fabriek ingesteld op 85 °C. Deze instelling kan tijdens een koude periode of wanneer er een grote warme vraag is als volgt gewijzigd worden. OPMERKING: De bedrijfstemperatuur van het water kan ingesteld worden tussen de 65 °C - 91 °C. Geadviseerd wordt om de watertemperatuur niet onder de 74 °C in te stellen. 1. Druk op de SET knop. Op de display verschijnt “SP”. 2. Druk opnieuw op SET om de ingestelde temperatuur te tonen. De temperatuur is vanaf de fabriek ingesteld op 85 °C. 3. Druk op de UP (Omhoog) of de DOWN (Omlaag) knop tot de gewenste temperatuur bereikt is. 4. Druk op de SET knop om de instelling op te slaan. Op de display verschijnt “SP”.
2-4
2.6 Bedieningspunten Fig. 37
3 Ampère zekering Spanning uitschakeling Zijlicht Foto electrische cel met tijdvertraging Temperatuur regeling Licht schakelaar
Onderhoudsinstructies - Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 3 - Onderhoudsinstructies 3.1 Routine onderhoud Onderhoudsschema Dagelijks
Verdeel Ashtrol in vuurkist. Doe dit de ene dag op het vuur en de andere dag tegen de wanden en de warmte barrière van de vuurkist. Schep de as om en schraap en trek het as in de vuurkist naar voren. Maak vooral de achterste hoeken vrij van as. Controleer het water niveau. Vergeet niet de klep van het peilglas na de controle van het water niveau te sluiten.
Maandelijks Controleer de afdichting van de deur, de schoorsteen en de ontluchtingsklep. Verwijder het as en maak de vuurkist schoon. Halfjaarlijks Verwijder alle as uit de vuurkist, schraap de vuurkist schoon en controleer de vuurkist. Gebruik een staalborstel en een klein schraapijzer om de zijwanden, achterwand en de asbak van de vuurkist schoon te maken. Gebruik een lamp bij de controle van de vuurkist op corrosie. Behandel de magneet plunjer met een corrosie beschermend smeermiddel zoals WD40 of een vergelijkbaar product. Bij nieuwe outdoor boilers moet dit halfjaarlijks onderhoud ook gedaan worden na respectievelijk één en drie maanden na in gebruikname. OPMERKING: Goed onderhoud van de vuurkist is bepalend voor de levensduur van de outdoor boiler.
3.1.1 Dagelijks 1. Verdeel dagelijks Ashtrol conditioner in de vuurkist. Gebruik een lepel om het poeder te verdelen. Doe dit de ene dag op het vuur of smeulend hout en de andere dag tegen de wanden en de warmte barrière van de vuurkist. Ashtrol is een pH aanpasser die gebruikt wordt om zuren te neutraliseren die zich in de vuurkist kunnen vormen. 2. Het is belangrijk om eens in de drie á vier dagen de as in de vuurkist om te scheppen, zodat insluiting van vocht op de bodem en aan de kanten wordt voorkomen. Het schoon schrapen van de wanden en de vierhoeken op de aslijn en daar onder is zelfs erg belangrijk. Wanneer dit onderhoud niet zoals aangegeven uitgevoerd wordt, kan het vocht dat ingesloten wordt door het staal en de as de vuurkist aantasten. 3.1.2 Indien nodig 1. Verwijder alle zware of hard geworden as. Wanneer de as tot aan de onderkant van deur opening komt of wanneer de as komt tot aan de bovenkant van schuine wanden van de asbak van de vuurkist, verwijder dan de as. De voor deze procedure benodigde schoffel, hark en schep kunnen besteld worden bij Outdoor Boilers of Europe. Laat genoeg as en gloeiend materiaal achter om het vuur te laten ontbranden.
Draag beschermende kleding bij het verwijderen van de as uit de vuurkist. 2. Het verwijderen van de as - Deponeer de as in een metalen container met een goed sluitende deksel. Het kan dagen duren voordat de as afgekoeld is. Gooi geen ander afval in deze container. 3. Controleer elke keer dat u as verwijdert de afdichting van de deur om er zeker van te zijn dat hij goed afdicht.
Verbrand geen kunststof, afval, behandeld hout of niet vermelde brandstoffen in deze outdoor boiler. OPMERKING: Bij verbranding van kunststof en rubber komen chloor- en zwavelhoudende gassen vrij die zich met het vocht in het hout vermengen tot zoutzuur en zwavelzuur. Deze stoffen veroorzaken in de vuurkist overmatige corrosie.
Mors geen gloeiend en /of heet materiaal naast de onbrandbare container wanneer u de outdoor boiler schoonmaakt..
3-1
Hoofdstuk 3 - Onderhoudsinstructies
3.1.3 Maandelijks
3.2 Waterkwaliteit en onderhoud
1. Schraap eens per maand de onderste 30 cm van de vuurkist schoon. Wacht tot het hout bijna opgebrand is. Verplaats dan alle smeulend/brandend hout naar één kant van de vuurkist. Gebruik een schoffel om de andere kant van de vuurkist schoon te maken. Verplaats het smeulend/brandend hout naar de andere kant. Maak de rest van de vuurkist schoon en laat wat as achter bij het smeulend/brandend hout. Trek het hout en de as naar de voorkant van de vuurkist. Dit hout laat het vuur opnieuw ontbranden als de outdoor boiler weer gevuld is.
Een belangrijk deel van het onderhoud vormt de controle van de waterkwaliteit van het water in de outdoor boiler. Outdoor Boilers of Europe levert bij elke nieuwe outdoor boiler een pH tape en een nitraat test set.
OPMERKING: Het regelmatig schoon maken van de vuurkist op en onder de aslijn vermindert de kans op corrosie. 2. Als er sprake is van grote, dikke, droge of korstachtige afzetting aan de bovenkant of op de wanden van de vuurkist, dan moeten deze schoon geschraapt worden. Een teerachtige dunne laag creosoot afzetting vormt geen probleem voor een goede werking van de outdoor boiler. OPMERKING: Creosoot is een bijproduct dat vrij komt bij het verbranden van hout. Dit creosoot zet zich tijdens de verbranding af aan o.a. de wanden van de vuurkist, het rookkanaal en de schoorsteen. Controleer twee keer per maand op overmatige creosoot afzetting aan de wanden van de vuurkist, rookkanaal en schoorsteen. In verband met de juiste werking van de outdoor boiler en de brandveiligheid is het belangrijk dat deze overmatige creosoot afzetting verwijderd wordt. Wanneer dit creosoot in de schoorsteen tot ontbranding komt, resulteert dit in een extreem hete schoorsteen brand. In geval van een schoorsteen brand, sluit de deur van de outdoor boiler. 3. Als het rookkanaal achter de warmte barrière verstopt raakt dan moet hij gereinigd worden. 4. Controleer de schoorsteen op overmatige creosoot afzetting en maak hem indien nodig schoon.
3.2.1 Testen van het toevoerwater Test het water waarmee de outdoor boiler gevuld gaat worden voordat u begint met het vullen (zacht water is, indien mogelijk, het best). 1. Gebruik een schoon bakje om een water monster te nemen van het water waarmee de outdoor boiler gevuld gaat worden. 2. Doop de pH indicatie strip van de test set in het water. Schud het overtollige water van de test strip. Bepaal aan de hand van de controle kaart van de test set en de kleur van de test tape de pH waarde. 3. Als de pH waarde tussen de 6,5 en de 8 licht dan zijn er geen bekende problemen met deze water kwaliteit en kan de outdoor boiler gevuld worden met dit water. 4. Als de pH waarde van het water onder de 6,5 of boven de 8 licht stuur dan een water monster op naar een water test laboratorium voor het verkrijgen van een water behandelingsadvies. Het water moet geconditioneerd worden of betrokken worden van een andere bron. 3.2.2 Anticorrosiemiddel en de eerste behandeling Het anticorrosiemiddel van Outdoor Boilers of Europe (Artikel nr. 1650) zorgt voor een optimale bescherming als het water aan het begin behandelt wordt met een nitriet niveau van 20 druppels permanganaat reagens. De geadviseerde hoeveelheid voor de eerste behandeling wordt aangegeven in eenheden. Eén eenheid anticorrosiemiddel is 1 gallon = 3,785 liter. De hoeveelheid voor de eerste behandeling verschilt per model: de CLE 4030, CLE 5036 en SCLE 5036 - 1 eenheid; de CLE 6048 en SCLE 6048 - 2 eenheden; de CLE 7260 - 4 eenheden.
3.1.4 Elke 3 maanden (halfjaarlijks na eerste jaar) 1. Controleer gedurende het eerste jaar de vuurkist elke 3 maanden op corrosie. Conroleer de vuurkist na het eerste jaar elke 6 maanden op corrosie. 2. Maak de voorste en achterste hoeken van de vuurkist schoon en controleer de vuurkist vervolgens op corrosie. Wanneer er overmatige corrosie zichtbaar is raadpleeg dan de onderhoudsprocedures en controleer vervolgens om de 3 maanden. (zie 3.1 Onderhoudsschema). 3. Behandel de deurhandel periodiek met een corrosie beschermend smeermiddel zoals WD-40 of een vergelijkbaar product.
3-2
OPMERKING: Wanneer het systeem een grotere dan normale water capaciteit heeft, dan moet er meer anticorrosiemiddel toegevoegd worden. Geadviseerd wordt om per 680 liter water één eenheid anticorrosiemiddel te gebruiken. 1. Giet in de ontluchtspijp aan de bovenkant van de outdoor boiler de geadviseerde hoeveelheid anticorrosiemiddel. 2. Vul de outdoor boiler direct daarna tot aan de “FULL” (VOL) markering op het peilglas. 3. Start de pomp(en) en circuleer het water gedurende 24 uur.
Onderhoudsinstructies - Hoofdstuk 3
4. Raadpleeg 3.2.3 Een water monster afnemen, voor het nemen van een test monster. 5. Gebruik de test set met artikel nr. 405 als er geen antivriesmiddel aan het water is toegevoegd. Gebruik de test set met artikel nr. 597 als er wel antivriesmiddel aan het water is toegevoegd. 6. Doop één strip pH papier in het test monster. Schud het overtollige water van de test strip. Bepaal aan de hand van de controle kaart van de test set en de kleur van de test strip de pH waarde. De pH waarden van het water moet nu liggen tussen de 8 en 9,5. 7. Spoel het test buisje schoon en vul het daarna met het behandelde water uit de outdoor boiler tot aan de 25 ml markering. 8. Voeg 20 druppels zwavelzuur (art. nr. 404) toe aan het test monster en schud het monster om het te mixen.
Zwavelzuur is een bijtend zuur. Wees voorzichtig als u het gebruikt. 9. Voeg met de druppelaar permangaat reagens (artikel nr. 403) toe, één druppel per keer, en schud het test monster. Doe dit tot het test monster van kleur verandert. Het test monster moet gedurende minimaal één minuut licht roze zijn. OPMERKING: Houd de druppelaar altijd vertikaal voor een juiste druppelgrootte. 10. Voeg een 1/2 eenheid anticorrosiemiddel (artikel nr. 1650) toe wanneer bij de nitriet test niet tenminste 20 druppels nodig zijn. Circuleer het water vervolgens gedurende 24 uur en herhaal daarna de procedure (indien nodig) tot voor de nitriet test 20 druppels nodig zijn. 11. Overschrijd de behandelingsgraad niet tot boven de 30 druppels. Wanneer voor de test meer dan 30 druppels nodig zijn verdun dan het water. Laat water weglopen tot aan een niveau gelijk aan de onderkant van het peilglas. Herhaal daarna de stappen 2 t/m 12.
3.2.3 Een watermonster nemen 1. Laat eerst een liter water weglopen bij het peilglas voordat hier een water monster afgenomen wordt. Vul het test bakje voorzichtig zodat het water monster niet verontreinigd wordt. Om een water monster te nemen moet het buisje van het peilglas uit de bevestigingsklem getrokken worden en van de outdoor boiler weggebogen worden. Zorg er voor dat het buisje van het peilglas op correcte wijze terug geplaatst wordt en dat de klep gesloten wordt. Het peilglas en de klep zullen leeglopen als de klep gesloten wordt. 3.2.4 Systeem onderhoud Nadat het water behandelt is zal het stabiel blijven zolang er geen water toegevoegd wordt. Het water moet getest worden als het systeem met water bijgevuld wordt. Indien nodig zal er dan, om de zelfde beschermingsgraad te behouden, anticorrosiemiddel toegevoegd moeten worden. OPMERKING: Het regelmatig bijvullen van de outdoor boiler moet vermeden worden aangezien dit kan leiden tot meer verontreinigingsdeeltjes in het water en problemen kan veroorzaken in het water reservoir. Spoor het probleem op en verhelp dit probleem zo snel mogelijk wanneer het systeem lekt of water verliest omdat het systeem regelmatig kookt. Onder normale omstandigheden hoeft slecht één keer per jaar een kleine hoeveelheid water bijgevuld te worden. De pH en de nitriet waarde van het water moeten na de eerste drie maanden van gebruik en daarna elke 6 maanden getest worden. Deze waarden moeten op het eerder genoemd niveau gehandhaafd blijven (zie 3.2.2 Anticorrosiemiddel en de eerste behandeling).
Controleer voordat u water weg laat lopen of de vuurkist niet heet is. 12. Controleer of de pH waarde nog ligt tussen de 8 en 9,5 nadat het juiste nitriet niveau bereikt is. Handhaaf na de eerste behandeling een nitriet niveau waarbij 15 tot 20 druppels nodig zijn voor de test. Eén druppel permangaat reagens is ongeveer gelijk aan 100 dpm (deeltjes per miljoen).
3-3
Hoofdstuk 3 - Onderhoudsinstructies
3.3 Onderhoud na het stookseizoen 3.3.1 Het systeem leeg laten lopen Laat het systeem één keer in de drie jaar leeglopen en spoel hierbij het waterreservoir goed schoon.
3/4
3/4
3/4
1. Om bij de aftapkraan te kunnen komen wordt het inspectieluik en het isolatiemateriaal rond de aftapkraan verwijdert. 2. Open de aftapkraan om het systeem leeg te laten lopen. Spoel daarna het waterreservoir goed schoon bij de bovenkant van de vuurkist en op de bodem onder de vuurkist door een spuitlans via de ontluchtingsopening in te brengen (zie fig. 38).
CENTRAL PEX
CENTRAL PEX
CENTRAL PEX
CENTRAL PEX
CENTRAL PEX
CENTRAL PEX
Het water blijft buiten het stookseizoen gewoon in de outdoor boiler. Controleer de pH waarde en het nitriet niveau zoals aangegeven in “Waterkwaliteit en onderhoud” (hoofdstuk 3.2). Indien nodig voeg anticorrosiemiddel (art. nr. 1650) toe. Laat de circulatie pompen twee dagen draaien als er anticorrosiemiddel wordt toegevoegd zodat het middel goed met het water gemengd wordt. Breng de outdoor boiler zo spoedig mogelijk op bedrijfstemperatuur indien er water bijgevuld is. Indien gedurende het stookseizoen vaker dan één keer water bijgevuld is, controleer dan de outdoor boiler en het gehele leidingsysteem. 1. Verwijder alle as aan het eind van het stookseizoen uit de outdoor boiler. Schraap de wanden en bodem van de vuurkist schoon. Besteed bij het schoonmaken extra aandacht aan de aslijn, het gebied onder de aslijn en de hoeken. 2. Controleer de ruimte achter de warmte barrière en het rookkanaal van de schoorsteen. Verwijder overmatige afzetting. Verwijder alle grote of droge korstige afzettingen van de wanden, de warmte barrière en de warmtewisselaar. Een dunne teerachtige afzetting van creosoot boven de aslijn hoeft niet verwijdert te worden omdat die werkt als een beschermende coating van het metaal. Zorg er voor dat tijdens reinigen van de outdoor boiler passende beschermende kleding gedragen wordt. 3. Controleer de vuurkist na het schoonmaken zorgvuldig op sporen van overmatige corrosie. Neem contact op met de dealer als er sprake is van corrosie of aantasting. Het is altijd beter om het onderhoud na het stookseizoen uit te voeren. 4. Breng na de controle een dunne laag motorolie aan op de vuurkist. Let er hierbij op dat ook in alle hoeken goed olie aangebracht wordt. 5. Dek de bovenkant van de schoorsteen af zodat er geen regenwater in de schoorsteen kan komen. Reinig het rookkanaal naar de vuurkist en breng hier vervolgens motorolie aan.
Aftap locatie
Spoel het waterreservoir goed schoon aan de bovenkant van de vuurkist en op de bodem onder de vuurkist door een spuitlans via de onluchtingsopening in te brengen
© Copyright 2001 Central Boiler
Fig. 38
© 2006 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
3. Sluit de aftap kraan zorgvuldig nadat de outdoor boiler leeg gelopen en schoon gespoeld is. 4. Vul de outdoor boiler zoals dat aangegeven wordt in 1.11 In gebruikname procedures en 3.2 Water kwaliteit en onderhoud. Zorg er voor dat de circulatie pompen ingeschakeld worden om het anti corrosiemiddel te mengen met het water. Controleer daarna of de aftapkraan niet lekt. 5. Isoleer de ruimte rond de aftapkraan met purschuim of een mat van fiberglas isolatie. 6. Plaats het inspectieluik terug en zet het luik vast met de zelftap schroeven.
3-4
Het verhelpen van storingen - Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 4 - Het verhelpen van storingen A. De outdoor boiler verwarmt niet (het te verwarmen gebouw koelt af) 1. De circulatie kleppen zijn gesloten - Controleer of alle kleppen van het systeem open staan. 2. Het hout is op - Controleer of er nog voldoende hout in de vuurkist is en of dit nog brandt. Vul de outdoor boiler met hout indien dit nodig is. Gebruik hout van een goede kwaliteit omdat hout van slecht kwaliteit veel korter brandt. 3. Electromagneet werkt niet goed - Verbreek de spanning van de outdoor boiler en controleer vervolgens de zekering in de besturingskast. Indien de zekering doorgebrand is controleer dan of de regelklep vrij kan bewegen en nergens door geblokkeerd wordt. Vervang de zekering als de regelklep vrij kan bewegen. Controleer de lengte van de plunjer van de electromagneet. De lengte moet liggen tussen 24 en 25 mm bij een volledig gesloten regelklep (zie fig. 40). Stel dit opnieuw af indien dat nodig is maar overschrijd hierbij de 25 mm niet. Als de regelklep door de electromagneet bewogen wordt mag hij de afdekplaat met jaloezie openingen niet raken. Stel dit opnieuw af of smeer de onderdelen als dit nodig is. 4. De aan/uit schakelaar staat uit - Controleer de schakelaar die de outdoor boiler van spanning voorziet. 5. De uitlaat opening van de outdoor boiler zit verstopt - Controleer met de deur van de vuurkist op een kier hoeveel rook er uit de schoorsteen komt. Als er slechts een beperkte hoeveelheid rook uitkomt verwijder dan eerst alle hout en gloeiend materiaal uit de outdoor boiler. Controleer daarna de schoorsteen (boven en onder) en de ruimte achter de warmte barrière op verstoppingen. 6. De circulatie pomp(en) werken niet - Controleer of de circulatie pomp(en) werken. Indien een pomp niet draait verbreek dan de spanningsvoorziening naar de pomp, sluit de kleppen bij de pomp en demonteer de pomp. Probeer nu de as van de pomp te draaien. Als de as vastzit vervang dan de pomp cartridge. Indien mogelijk vervang dan alleen de pomp cartridge. Als dit het probleem niet oplost vervang dan de pomp. Gebruik bij het vervangen van de pomp de instructies die bij de pomp meegeleverd worden. 7. Circulatie pomp(en) zijn omgekeerd geïnstalleerd - Controlleer of de pomp in de juiste richting pompt. Indien dit niet goed is verbreek dan de spanning naar de pomp en sluit de kleppen bij de pomp, koppel de pomp los en monteer de pomp omgekeerd zodat de stromingsrichting omgedraaid wordt. Controleer of de pomp op de juiste plaats gemonteerd is wanneer de pomp niet in de outdoor boiler gemonteerd is (zie fig. 9 t/m 12).
8. Er is lucht in het systeem - Controleer of er lucht in de leidingen of de warmtewisselaar(s) is. Wanneer in de warmtewisselaar een borrelend geluid hoorbaar is dan bevindt zich lucht in het systeem. Zet de pomp uit, wacht 15 seconden en zet dan de pomp weer aan. Raadpleeg 1.11 In gebruikname procedures wanneer er lucht uit de leidingen verwijdert moet worden 9. CV-leidingen zijn verkeerd aangesloten - Controleer of de warm water aanvoer leiding op de juiste plaats is aangesloten in de outdoor boiler en op de warmtewisselaar. 10. De in de grond aangelegde cv-leidingen zijn slecht geïsoleerd - Warmte verliezen door slecht geïsoleerde cv-leidingen zijn te herkennen aan het smelten van veel sneeuw boven de in de grond aangelegde leidingen bij een temperatuur van -12 ºC of kouder. 11. Niet geïsoleerde cv-leidingen - Niet geïsoleerde cv-leidingen in ruimtes die niet verwarmt hoeven te worden (niet verwarmde kruipruimtes, onder caravans, enz.) kunnen voor aanzienlijke warmteverliezen zorgen. Isoleer deze leidingen. 12. Gebouw is slecht of niet geïsoleerd - Slecht of niet geïsoleerde huizen en/of slecht of niet geïsoleerde plafonds kunnen leiden tot overmatig brandstof verbruik en problemen geven bij het verwarmen. B. De outdoor boiler raakt oververhit OPMERKING: Schrik niet als de boiler kookt, maar verhelp de oorzaak onmiddellijk. Door het koken zal de boiler niet beschadigd raken behalve als door het koken het water onder het veilige niveau komt. Vul het water bij tot de “FULL” (VOL) markering wanneer het water kookt, en voeg indien nodig anticorrosiemiddel toe. Wanneer het water regelmatig bijgevuld moet worden dan zal dit leiden tot aantasting van het waterreservoir en het verkorten van de levensduur van de outdoor boiler. 1. Er komt via de deur lucht binnen - Controleer of de deur goed gesloten is en controleer de afdichting van de deur. Wanneer de afdichting niet meer volledig afdicht (de afdichting is over de volledige lengte ingedeukt) vervang de afdichting. Stel de deur af volgens de juiste procedure indien deze niet goed sluit. OPMERKING: Draai de afstel moer los (twee moeren bij de dubbele nok vergrendeling) en schuif de vergrendeling iets richting outdoor boiler. Draai de moer(en) weer goed vast (zie fig. 39). Zorg er bij de dubbele nokvergrendeling voor dat de boven en onderkant gelijk afgesteld worden zo dat wanneer de deur gesloten wordt boven en onder evenveel druk wordt uitgeoefend. 4-1
Hoofdstuk 4 - Het verhelpen van storingen
Dubbele nok vergrendeling Enkelvoudige nok vergrendeling
Aanzicht bovenkant deur
Afstelling nok vergrendeling
Aanzicht zijkant deur
Fig. 39
© 2004 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
2. Er komt via de regelklep lucht binnen - Controleer of de regelklep goed werkt (zie sectie A3). Controleer of de regelklep helemaal sluit en dat hij nergens door belemmerd wordt. Indien de plunjer van de electromagneet blijft steken, spuit dan de plunjer van de electromagneet in met een siliconen spray of een corrosie beschermend smeermideel (WD40 of een gelijkwaardig product). Controleer of de verbinding vastzit. 3. De temperatuur regeling is verkeerd ingesteld - De temperatuur regeling mag niet boven de 91 °C ingesteld worden. 4. De circulatie pomp draait niet - De circulatie pompen moeten continu draaien voor het verkrijgen van een gelijkmatige temperatuur verdeling in het water van de outdoor boiler als hij in gebruik is. C. De electromagneet werkt niet 1. De zekering is doorgebrand - Controleer de zekering. Controleer de regelklep en het gebied rond de electromagneet op belemmeringen of beschadigingen. Vervang de zekering nadat gecontroleerd is dat regelklep goed werkt. 2. De regelklep werkt niet goed - De electromagneet kan defect zijn. Indien de electromagneet beschadigd is, controleer dan of de verbinding vrij kan bewegen en of er sprake is van creosoot afzetting tussen regelklep en de inlaat opening. Vervang de electromagneet als hij doorgebrand is of vastzit in de open positie. De electromagneet is een onderdeel dat door de gebruiker zelf vervangen kan worden (zie 5 Onderdelen die door de gebruiker vervangen kunnen worden). D. Er zijn regelmatig problemen met de pomp of het water circuleert slecht 1. De pomp is verkeerd gemonteerd - Wanneer de pomp niet in de outdoor boiler gemonteerd is dan moet hij minimaal 1,2 m lager gemonteerd worden dan het waterniveau in de outdoor boiler of minimaal 1.2 m lager dan het hoogste punt van de aanvoerleiding (zie fig. 9 en 10).
4-2
2. Het water circuleert niet - Indien het water uit de outdoor boiler verwijdert is en de outdoor boiler daarna opnieuw gevuld is, dan kan er lucht in de leidingen zitten. Sluit de outdoor boiler aan op de waterleiding en maak gebruik van de druk van de waterleiding en door het sluiten van steeds één klep om door elke leiding water heen te persen (zie ook 1.11 In gebruikname procedures). Water dat veel vaste deeltjes, zand of vuil bevat kan schade veroorzaken aan de pomp en moet vervangen worden. E. De thermometer geeft een afwijkende temperatuur aan 1. Het retour water is te koud - De circulatie van het water is te langzaam. Het retour water mag niet minder dan 11 ºC tot 14 ºC kouder zijn dan het aanvoer water. Indien het retour water een te lage temperatuur heeft kan dit afwijkende temperaturen tot gevolg hebben. Controleer of er sprake is van gedeeltelijke blokkering door lucht in het systeem of installeer een zwaardere pomp. F. Er is een buitensporige grote hoeveelheid hout nodig voor de verwarming 1. Er is sprake van overmatige warmteverliezen - Zie de punten 9 tot 11 van sectie A De outdoor boiler verwarmt niet. 2. Er komt via de deur lucht in het systeem - Zie punt 1 van sectie B De outdoor boiler raakt oververhit. 3. Overmatige trek - Door een grote schoorsteen verlenging kan meer trek onstaan wat resulteert in een overmatig brandstof verbruik. Door de trek opening te verkleinen kan de efficiency verbeterd worden en het brandstof verbruik omlaag gebracht worden. 4. Warmteverliezen in de aan- en afvoerleiding - Waneer de aan- en afvoerleidingen zijn aangelegd in een laag gelegen nat gebied dan kan dit leiden tot grote warmteverliezen en overmatig brandstof verbruik. 5. Er worden grote hoeveelheden water verwarmt - Het verwarmen van grote hoeveelheden water (b.v. bij autowasserettes, zwembaden e.d.) kost veel brandstof. 6. Grote warmte vraag - Indien er bij vloerverwarming sprake is van slechte isolatie bij de beton fundering (minder dan 25 mm blauwplaat), de betonfundering aan water blootstaat of waneer de beton fundering blootstaat aan koude buitentemperaturen dan is het brandstof verbruik groter. Om de betonfundering de eerste keer op temperatuur te brengen is een aanzienlijke hoeveelheid tijd nodig. Als de betonfundering één keer warm is zal het brandstofverbruik lager zijn mits de fundering en het gebouw goed geïsoleerd zijn.
Onderdelen die door de gebruiker vervangen kunnen worden - Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 5 - Onderdelen die door de gebruiker vervangen kunnen worden OPMERKING: Indien één van deze onderdelen onder de garantie valt houdt er dan rekening mee dat alleen het vervangende onderdeel onder de garantie valt en niet het werkloon.
5.1 De circulatie pomp De circulatie pompen van Taco® kunnen eenvoudig vervangen of gerepareerd worden. De pompen beschikken over een eenvoudig te vervangen pomp cartridge. 1. Verbreek de spanning naar de pomp. 2. Sluit de kleppen aan beide zijden van de pomp. 3. Verwijder de vier schroeven waarmee de motor en de vleugelrad assemblage vast zitten aan de pompbehuizing. Verwijder dan de motor van de pompbehuizing. 4. Trek de pomp cartridge uit de pomp en installeer een nieuwe cartridge. 5. Monteer de motor weer op de pomp. Let er hierbij op dat de pakking op de juiste plaats zit. Zet de motor vast met de vier schroeven en draai deze schroeven goed aan. 6. Open beide kleppen en controleer of het nergens lekt. Sluit dan de pomp weer aan op de spanning. OPMERKING: Bij elke pomp cartridge worden installatie instructie meegeleverd. Volg de instructies van de leverancier wanneer deze afwijken van bovenstaande instructies.
5.2 De electromagneet Controleer de volgende zaken voor dat u de electromagneet vervangt. 1. Controleer of de outdoor boiler van spanning voorzien wordt. 2. Controleer bij het besturingspaneel of de zekering niet door gebrand is. Als de zekering doorgebrand is controleer dan of de regelklep niet belemmerd wordt en of de verbinding vrij kan bewegen. Vervang daarna de zekering. 3. Zet de AAN/UIT schakelaar in de UIT stand indien de electromagneet niet werkt.
Voer geen service handelingen uit aan de electromagneet voordat de spanning naar de electromagneet verbroken is.
5. Trek de beide draden aan de linkerkant van de electromagneet los door ze heen en weer te bewegen en er voorzichtig aan te trekken. 6. Verwijder de bovenste borgspie van de hefarm. 7. Ondersteun de electromagneet met de hand terwijl de bovenste schroeven verwijdert worden en de onderste twee schroeven losgedraaid worden. 8. Til de electromagneet omhoog zodat hij vrij komt van de onderste twee schroeven en verwijder de electromagneet. 9. Plaats de nieuwe electromagneet en draai de schroeven licht vast. Schuif de electromagneet naar boven of naar beneden tot de vrije lengte van de plunjer 24 mm tot 25 mm is. Zet daarna de schroeven goed vast. Verbind de electromagneet met de hefarm van de regelklep met de borgspie. Buig de uiteinden van de borgspie voorzichtig uit elkaar. 10. Sluit de de draden van de electromagneet weer aan (de witte draad wordt aangesloten op de bovenste aansluiting). 11. Plaats de afdekking en draai de schroeven vast. 12. Zet de AAN/UIT schakelaar in de AAN stand. OPMERKING: Als de electromagneet ratelt tijdens het gebruik dan is de electomagneet niet goed uitgelijnd met de hefarm. Draai de vier schroeven waar de electromagneet mee vast zit los om de plunjer van de electromagneet uit te lijnen met de hefarm. Verschuif de electromagneet tot de plunjer goed uitlijnt met de hefarm en zet dan de elcotromagneet weer vast door de vier schroeven goed aan te draaien. Controleer of het systeem probleemloos werkt.
OPMERKING: Gebruik de onderste gaten
Bevestigingsschroeven van de electromagneet 25 mm max. 25 mm max.
Verbinding met de electromagneet
Fig. 40
4. Verwijder de vier schroeven van de afdekking van de regelklep assemblage. Verwijder daarna de afdekking.
De electromagneet kan heet zijn.
5-1
Hoofdstuk 5 - Onderdelen die door de gebruiker vervangen kunnen worden
5.3 De temperatuur regeling
5.4 De watertemperatuursensor
1. Verwijder alle hout en gloeiend materiaal uit de vuurkist.
1. Verwijder alle hout en gloeiend materiaal uit de vuurkist.
Verwijder alle hout en gloeiend materiaal uit de vuurkist. Voer deze procedure nooit uit met nog gloeiend materiaal in de outdoor boiler.
Verwijder alle hout en gloeiend materiaal uit de vuurkist. Voer deze procedure nooit uit met nog gloeiend materiaal in de outdoor boiler.
2. Verbreek de voedingsspanning naar de outdoor boiler. Open dan de deur van het besturingspaneel. Verwijder de schroeven van het paneel aan de binnenkant van de deur en verwijder vervolgens dit paneel.
2. Verbreek de voedingsspanning naar de outdoor boiler. Open dan de deur van het besturingspaneel. Verwijder de schroeven waarmee de besturingskast vastzit. Verwijder vervolgens de besturingskast.
Voer geen service handelingen uit binnen in de besturingskast voordat de voedingsspanning naar de outdoor boiler verbroken is.
Voer geen service handelingen uit binnen in de besturingskast voordat de voedingsspanning naar de outdoor boiler verbroken is.
3. Voorzie alle draden die naar de temeperatuur regeling lopen van een label waar het nummer van de aansluiting op staat. Deze nummers worden aangegeven aan de bovenkant van de regeling. 4. Gebruik een kleine schroevendraaier om de schroeven los te draaien waarmee de draden vastzitten. Trek daarna de draden uit de temperatuur regeling. 5. Druk de zijkanten van de klembeugel van de tempratuur regeling in en trek de klembeugel van de temperatuur regeling. Verwijder de temperatuur regeling van het besturingspaneel. 6. Plaats de nieuwe pakking op de temperatuur regeling. Schuif de nieuw temperatuurregeling op zijn plaats (met de bovenkant boven) op het besturingspaneel. Zet hem vast met de klembeugel. 7. Sluit de draden weer aan op de juiste aansluiting van de temperatuur regeling. Draai alle schroeven zorgvuldig vast. 8. Plaats het paneel aan de binnenkant van de deur terug en zet dit paneel vast met de schroeven. 9. Sluit en vergrendel de deur. Sluit de voedingsspanning weer aan op de outdoor boiler.
Watertemperatuursensor houder
Sensor draad Temperatuur regeling
Fig. 42
3. Maak de draad van de sensor los en verwijder de sensor door hem uit de houder te trekken. 4. Druk de nieuwe sensor stevig in de houder en sluit de draad weer aan. 5. Plaats de besturingskast terug en schroef hem vast met de schroeven. 6. Sluit en vergrendel de deur. Sluit de voedingsspanning weer aan op de outdoor boiler.
Besturingspaneel
Foto electrische cel met tijdvertraging
Zwart 1 2
60 w att max. (werklamp)
Zij lamp
Rood
Connector
Wit
Connector
Rood Zwart
Connector
Zwart
Blauw (extra draad) Groen
Fig. 41
5-2
Zwart Lichtschakelaar Auto
Wit
Vanaf besturingskast aan de zijkant
Zwart
7 8 9 10 11
Zwart Zwart
Temperatuurregeling
Sensordraad
Wit
Oranje Kabelschoen aardaansluiting
Uit Aan
© 2007 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
Algemene informatie - Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 6 - Algemene informatie Lees de volgende voorzorgsmaatregelen zorgvuldig door. Deze voorzorgsmaatregelen zijn ook op de outdoor boiler aangebracht.
CAUTION
LET OP Steek de outdoor boiler pas aan als hij tot aan de vol markering met water gevuld is. Houd het gezicht uit de buurt van de deuropening.
VERBRAND GEEN AFVAL Het verbranden van afval beschadigd onderdelen van de outdoor boiler. Raadpleeg de gebruikershandleiding
STOOK VERANTWOORD Behoudt het recht om hout te verbranden ●
Ga ALTIJD voor installatie na wat de heersende windrichting is en waar de schoorsteenrook heen waait.
●
Installeer een schoorsteen die minimaal 61 cm hoger is dan de dakhoogte van niet door een outdoor boiler verwarmde omliggende bebouwing in een straal van 300 m VOOR dat u de outdoor boiler in gebruik neemt.
●
Gebruik UITSLUITEND een brandstof die aangegeven wordt in de handleiding van de outdoor boiler.
●
Veroorzaak GEEN overlast. Zorg er voor dat de schoorsteenrook geen nadelig effect heeft bij de buren. Door het veroorzaken van overlast kan het recht om hout te verbranden ingetrokken worden. Wanneer er problemen ontstaan door de schoorsteen rook, onderneem dan meteen actie om deze problemen op te lossen.
●
Gooi het as in een metalen container met deksel wanneer de outdoor boiler schoon gemaakt wordt.
●
Het verbranden van hout is meer een kunst dan een wetenschap. Aangezien per situatie de installaties, de warmtebelastingen en de brandstof kunnen verschillen zal de gebruiker de manier van vullen moeten aanpassen voor een tevreden stellende resultaat. In de loop der tijd raakt u vertrouwd met uw eigen installatie en leert u onder verschillende omstandigheden oorzaak en gevolg in te schatten. Ga voorzichtig om met het recht om hout te mogen verbranden. Onzorgvuldig gebruik kan leiden tot het verliezen van dit recht.
6-1
Hoofdstuk 6 - Algemene informatie
GEVAAR
●
Brand en explosie gevaar. Verbrand NOOIT afval, benzine, afgewerkte olie, aansteker vloeistoffen of andere brandbare vloeistoffen.
WAARSCHUWING Gebruik de outdoor boiler NOOIT voordat de gebruikershandleiding volledig doorgelezen en begrepen is. ● Laat NOOIT anderen de outdoor boiler bedienen voordat ze de gebruikershandleiding doorgelezen en begrepen hebben. ● Laat de outdoor NOOIT onbeheerd als deze deur of de deur van de vuurkist niet vergrendeld is. ●
●
Houdt kinderen ALTIJD uit de buurt van de outdoor boiler.
LET OP ●
Houd het gezicht uit de buurt van de deuropening.
●
Verbrand NOOIT behandeld hout, kunststof of rubber in deze outdoor boiler.
Voldoe ALTIJD aan alle van toepassing zijnde voorschriften en richtlijnen. ● Wees ALTIJD voorzichtig tijdens het met hout vullen van de outdoor boiler, zodat er geen smeulend hout naar buiten komt. ● Bewaar de as ALTIJD in een niet brandbare container met een deksel. ●
WAARSCHUWING Verwijder de transportbeveiliging van de ontluchtingsklep voordat de outdoor boiler gevuld of gebruikt wordt.
WAARSCHUWING Verbreek de voedingsspanning voordat dit paneel verwijdert wordt.
WAARSCHUWING Ontluchtingsklep moet losjes over ontluchtingspijp sluiten.
OPMERKING De schoorsteen pijp en alle verlengingen hiervan moeten geïsoleerd worden
LET OP HETE oppervlakken NIET aanraken tijdens gebruik
6-2
Algemene informatie - Hoofdstuk 6
6.1 Onderdelenlijst CLE 4030
Peilglas 6146 5032
6137
818
812 (23 cm)
6733 (2) 6731 338 (2.5)
846
6138 (3)
6733 (2)
880 891
6650
6981
6983
6509 (2) 6649
6510 (2)
Samenstelling deur 5356
5107
5217 5924 852 Deur afdichting 5020 5860
5923
6-3
Hoofdstuk 6 - Algemene informatie
6.2 Onderdelenlijst CLE 5036 & SCLE 5036
Peilglas 6146 5032
6137
818
812 (23 cm)
6733 (2) 6731 338 (2.5)
846
6138 (3)
6733 (2)
880 891
6981
6950
6509 (2) 6649
6510 (2)
Samenstelling deur
6059 (2) 5924
Deur afdichting
6-4
5020 5860 5923
Algemene informatie - Hoofdstuk 6
6.3 Onderdelenlijst CLE 6048 & SCLE 6048
Peilglas 6146 5032
6137
818
812 (23 cm)
6733 (2) 6731 338 (2.5) 846 880
6138 (3)
6733 (2)
891
6650
6981
6951
6509 (2) 5923 5860 Boven 1002 Onder
6649
6510 (2)
Samenstelling nokvergrendeling
5924 (2)
Samenstelling deur 5358
6058 (2)
Deur afdichting
6-5
Hoofdstuk 6 - Algemene informatie
6.4 Onderdelenlijst CLE 7260
Peilglas 6146
6170
6724 (3)
5032
6137 818
6165
6159
812 (23 cm)
6733 (2) 6158 6138 (3) 338 (3)
846
6733 (2)
880
Dual Fuel tijdelijke deksel
6808
6841 Samenstelling brander buis 5742
5741 6824
6813
6819
Deksel laadsysteem
Tube
6826
6563
6509 (2) 5923 5860 Boven 1002 Onder 5987 (2) 852 (2)
6649
6510 (2)
5924 (2)
Samenstelling deur
Samenstelling nokvergrendeling
891
5712 5712
5973
6981 1106 6942
Deur schakelaar
6-6
Deur afdichting 5996
Algemene informatie - Hoofdstuk 6
6.5 Afmetingen van de outdoor boiler
G H F
D
E
B
C A
Afmetingen outdoor boiler (cm) A B CLE 4030 CLE 5036 & SCLE 5036 CLE 6048 & SCLE 6048 CLE 7260
109 119 150 178
C
178 135 201 160 236 185 251 224
D
E
F
G
H
124 130 165 208
135 163 188 231
168 193 218 264
*366 *384 *414 *538
13 13 13 13
* Afmeting (G) is inclusief een standaard schoorsteen. .
6-7
Hoofdstuk 6 - Algemene informatie
6.6 Bedradingsschema Bedradingsschema voor het aansluiten van thermostaten bij een luchtverwarmingssysteem OPMERKING: De tweede thermostaat wordt op een hogere temperatuur ingesteld zodat de ventilator gestart kan worden zonder dat de bestaande kachel aanslaat.
Binnen
Ventilator Auto
OPMERKING: Er zijn bij de bestaande thermostaat minimaal 3 draden nodig om zowel de ventilator als ook de verwarming te kunnen aansturen. Hierbij moet de G aansluiting van de bestaande thermostaat aangesloten worden op het relais van de ventilator.
HIER UITLIJNEN
Systeem
UP
C is optioneel met batterijen
RC
22 °C
Tweede thermostaat (alleen voor verwarming)
R Y C
R
W
G
G
Bestaande thermostaat (verwarmen - koelen) Binnen
UP RC
OPMERKING: Dit is één van meerde mogelijkheden. Wanneer er een airconditioner aanwezig is moet er op het verdeelstuk van de warmte wisselaar een thermische schakelaar aangebracht worden. Deze thermische schakelaar schakelt de airconditioner uit als de water temperatuur hoger is dan 60 ˚C.
Ventilator Auto
R Y C
Systeem
W
G
20 °C Verbind de R aansluiting van beide thermostaten; Verbind de G aansluiting van de bestaande thermostaat met de W van de tweede thermostaat.
De thermostaten in de afbeelding zijn alleen ter illustratie. De in werkelijkheid gebruikte thermostaten kunnen van een ander type zijn dan de hier in het voorbeeld getoonde thermostaten.
Besturingskast
Electromagneet van regelklep luchttoevoer
Wit
Netschakelaar
Naar regelklep luchttoevoer Groen Zwart
Rood
Wit
Aan
Wit (nuldraad) Zwart (netspanning)
Connector
60 Watt max. (werklamp)
Wit Groen Geel of oranje
Oranje Connector Reserve afsluiter
Wit
Uit 3 Amp.
Groen
(Vanaf 15 Amp. schakelaar)
Zwart
Watertemperatuursensor
Groen (aarde)
Groen (aarddraad)
Blauw (extra draad)
Zwart Lamp voorkant
Verdeeldoos
Naar besturingspaneel aan de zijkant
Maximale belasting 10 Amp.
© 2006 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
Besturingspaneel
Foto electrische cel met tijdvertraging
Zwart 1 2
60 w att max. (werklamp)
Zij lamp
Rood
Connector
Wit
Connector
Rood Zwart
Connector
Zwart
Blauw (extra draad) Groen
6-8
Zwart Lichtschakelaar Auto
Wit
Vanaf besturingskast aan de zijkant
Zwart
7 8 9 10 11
Zwart Zwart
Temperatuurregeling
Sensordraad
Wit
Oranje Kabelschoen aardaansluiting
Uit Aan
© 2006 Central Boiler / © 2008 Outdoor Boilers of Europe
Algemene informatie - Hoofdstuk 6
6.7 Inspectie logboek Datum
Uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden
6-9
Hoofdstuk 6 - Algemene informatie
6.8 Conformiteitsverklaring
6 - 10
Algemene informatie - Hoofdstuk 6
6.9 Notities
6 - 11
Hoofdstuk 6 - Algemene informatie
Notities
6 - 12