Oudheidkundige Vereniging Landsmeer Jaargang 18 - nummer 36
1
De Croosduyker
ISSN 1389-6741
Bulletin van de Oudheidkundige vereniging Landsmeer Jaargang 18, nummer 36
najaar 2012
Voorzitter
: A. Porsius
020-4824852
e-mail -
[email protected]
Secretaris
: H. van Breemen 020-4825049 Bobelkamp 11 1121 JV Landsmeer
e-mail -
[email protected]
Penningmeester
: G. de Boer
020-4821921
e-mail -
[email protected]
Leden
: L.W. Borman : K. Schaap : A.F. Wildeman
020-4826251 020-4824433 020-4821919
e-mail -
[email protected] e-mail -
[email protected] e-mail -
[email protected]
Postbanknummer: 4339877 t.n.v. Oudheidkundige Vereniging Landsmeer Contributie: € 8,-- per jaar (minimaal) Verzendkosten: € 3,50 De vereniging is opgericht op 8 september 1994. Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 40538653 Website: www.oudheidkundigevereniginglandsmeer.nl ▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫▫
Inhoud:
Voorwoord Weet je nog wel Herinnering aan mijn Landsmeerse jaren: Het dorp Klubklanken Kerkkoor van de Nederlands Hervormde kerk in Landsmeer Kerkkoor Credo 40 jaar De gereformeerde vrouwenvereniging van Landsmeer Het ontstaan van de Pinkstergemeente Landsmeer Villa Rinso De Twiskepolder werd gerealiseerd in 1942 Zijn laatste dag als brugwachter Vraag per e-mail Tachtig jaar, de herfst van het leven Het dorp Landsmeer Jeugdvereniging Vrij en Blij bestaat inmiddels meer dan 50 jaar Burgemeester Postschool voor openbaar ULO/Mavo Gymnastiekvereniging De Boksprong Hoe het was en hoe het is geworden Contributie 2012 – 2013 Aan het Meertje van Kadoelen
3 4 5 7 8 9 11 13 17 19 20 22 23 23 27 30 32 33 34 36
Behoudens hier aangehaalde oude krantenberichten, mag niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd, gepubliceerd, verspreid of anderszins overgenomen zonder vooraf schriftelijke toestemming van de O.V.L.
2
Voorwoord
Beste leden van de OVL. De nieuwe Croosduyker ligt weer voor u, nummer 36 al weer en u krijgt hem gelijk met de uitnodiging voor een gezellige avond in het Dorpshuis aan de Calkoenstraat 27. Dinsdagavond 13 november a.s., aanvang 19.30 uur. Deze avond zou oorspronkelijk worden gevuld met een dialezing over Waterland door Dick Keijzer, maar zoals de meesten onder ons wel zullen weten belandde Dick plotseling in het ziekenhuis en is nog herstellende. We wensen hem vanaf deze plaats in ieder geval van harte beterschap namens ons allen. Henk van Breemen en ik zullen nu proberen er evengoed een mooie avond van te maken met de volgende onderwerpen:- het ei en wij, - van broodvechters en ploeteraars. Een puur Landsmeerse voorstelling. Ons mooie boek Landsmeer, een zwaan in Waterland is zo goed als uitverkocht. Er zijn er nog een twintigtal, dus voor de liefhebber; snel bestellen bij Gerard de Boer of ondergetekende. Het is bijna niet te geloven, maar het ging toch echt om 1700 stuks. De fotoherkenningsmiddag van 14 juni jl. in het Dienstencentrum werd weer druk bezocht. Er werden vele namen e.d. ingevuld en het was weer bar gezellig. De volgende middag is op 1 november en daar kunnen we nog niets over vertellen. De vitrine in het gemeentehuis was gevuld met rookartikelen en pruimtabak van ruime tijd geleden. De tijd dat roken nog stoer en gezond was. Nu treft u er allerhande tinnen voorwerpen uit de collectie van het Grietje Tumpmuseum in aan. De tentoonstelling over de geschiedenis van alle kerken in Landsmeer, Watergang, Den Ilp en Purmerland is een weekend tentoongesteld in het Kruispunt en trok daar zo’n 160 bezoekers. We danken Cor Knibbe nog voor zijn geweldige inzet. De tentoonstelling is nu te bezichtigen in het Dorpshuis en bibliotheek en blijft daar tot april 2013. We zijn nu druk bezig met het verzamelen van materiaal en foto’s voor een tentoonstelling over Den Ilp. Deze is gepland in De Wije Ilp, het weekend van 9 en 10 maart 2013. Hebt u nog materiaal of mooie foto’s over Den Ilp, die u nog niet eerder aan ons ter beschikking hebt gesteld? Neem contact met ons op. We scannen ze en u krijgt ze onbeschadigd en zo snel mogelijk weer terug. We hebben weer diverse foto’s, boeken en andere leuke hebbedingetjes mogen ontvangen. Onze hartelijke dank hiervoor. Voor de Stichting Wijzer hebben Henk en ik een presentatie gegeven in De Keern met als onderwerp een ‘Wandeling door ons Dorp, zoals het was en hoe het nu is’ De zaal was uitverkocht en we kregen vele leuke reacties en complimenten. De leden van onze werkgroep en de scanners natuurlijk, van harte bedankt voor jullie inzet. We kunnen niet zonder deze vrijwilligers. Met vriendelijke groet, Arie Porsius..
3
Weet je nog wel? Jan van Noord
Toen ik van de week een blad van de kalender af scheurde, dacht ik: het wordt al weer vakantie tijd. Hoe was dat vroeger? Nu heeft een ieder vakantie, a.t.v. en snipperdagen, maar vroeger kwam je haast niet van het dorp af. Het schoolreisje was al een hele belevenis. Lopende het Padje af naar het Schouw, waar een stoomboot klaar lag om de hele dag mee uit te gaan. ‘s Avonds, moe van het spelen en met de muziek voorop, weer terug lopen naar het dorp. Dat was de dag waar je maanden lang naar uit had gekeken. De dag van je leven. Als je wat ouder werd en je ging werken, waren de dagen lang en zwaar. De week had toen nog zes werkdagen, zodat er niet veel tijd voor iets anders over bleef. Het was meestal even ‘beursen’. Op een vaste plaats met een groepje jongens of mannen bij elkaar de dingen van de dag bepraten. Alle dorpsnieuwtjes werden daar besproken. Het was eigenlijk een levende krant. Als je wat ouder werd en op vrijers voeten ging, zocht je het dan ook haast altijd op het dorp en dat was je geraden ook, want net zo goed als je de kans niet kreeg om uit een ander dorp een meisje weg te halen, kregen vreemde jongens hier ook niet veel kans. Wie het toch probeerde, maakte grote kans om na het afscheid van zijn geliefde, op weg naar huis, door een groep jongens door de een of andere prutsloot of mestkuil gejaagd te worden, zodat je jezelf wel twee keer bedacht om daar weer ‘te vrijen te gaan’. Dit hield ook weer in, dat je op je eigen dorp een meisje zocht, daarmee trouwde en op het dorp bleef wonen. Dit was de gewone gang van zaken op de meeste dorpen, waaruit voortkwam dat bepaalde achternamen veelvuldig voor kwamen. Als je bijv. de naam Koelewijn hoort, is het haast wel zeker dat deze persoon uit Spakenburg komt. Bij ons is dat zo met de Walsen, de Goede's en de Tumpen. In de tijd van Napoleon was een ieder verplicht om een achternaam aan te nemen. In die tijd had iedereen wel een voornaam, maar die werd dan gevolgd door de naam van de vader of het beroep, zoals Klaaszoon, Janszoon, of Bakker, Schipper.en Molenaar. In die tijd zijn er dan ook heel veel namen ontstaan als Jansen, Klaasen of Leerlooier en Bakker. Nu is het zo, dat als
veel mensen dezelfde achternaam hebben en daar ook nog eens dezelfde voornaam bij komt, je niet meer weet wie wie is. Dan gaan we weer terug naar de tijd van Napoleon en komt er een tweede naam bij, Dat wordt dan de naam van de vader of moeder, of soms van allebei en heb je twee namen voor een persoon. Ook zijn er mensen die een tweede naam of bijnaam krijgen. Door een bepaalde gebeurtenis, of door hun lengte, grote of kleine of dikke voor hun naam krijgen en daardoor weet iedereen wie er mee bedoeld wordt. Het leuke vind ik, dat je wel eens familie van buiten ons dorp hebt, die als ze van vakantie terug komen tegen je zeggen; "We hebben ook nog mensen uit Landsmeer ontmoet, de familie Wals, ken je die?" Als ik dan zeg "Ja, maar ik weet niet wie het zijn", kijken ze je gek aan, maar als je geen tweede of bijnaam weet, weet je niet wie bedoeld worden. Als we b.v. de naam Dirk voor Wals zetten, zijn er misschien wel tien mensen die zo heten. Om ze dan toch uit elkaar te houden krijg je dan Dirk van Boekie, Dirk van Broekie, Dirk van Sijmen van Dirk en ga zo nog maar even door. Zo krijg je ook dikke Jan, rooie Jan, kleine Jan, rood Jantje. Maar ook Arian en klein Ariejantje, die dan ook nog het achtervoegsel ‘de kikkerkoopman’ had. Deze naam had hij te danken aan het feit dat hij kikkers opkocht. Ver voor de Tweede Wereldoorlog werden er in Frankrijk en België al kikkerbilletjes gegeten, die misschien in Landsmeer gevangen waren. Een rare handel, maar er zat toch verdienste in, al was het misschien wel een bijverdienste. Nu ik het toch over bijverdienste heb, veel vrouwen en kinderen gingen in het voorjaar het ‘veld’ in om iets bij te verdienen. In die tijd plukte men Zonnedauw, een vleesetend plantje, dat in grote hoeveelheden voorkwam op de landerijen. Op de drassige gedeelten groeide mos, dat ook verzameld werd. Op een bepaalde tijd kwam er dan een opkoper langs, die voor deze spullen geld gaf. Ook rietsigaren of fakkels en zelfs sneeuwklokjes werden opgekocht. Omdat dit soms in grote hoeveelheden ging, kwamen er steeds minder van deze planten te groeien en is er toen een wet uitgevaardigd waarin dit verboden werd. Ook toen was men al met het milieu bezig.
4
Je kon er niet rijk van worden, want ik weet nog dat je in die tijd 100 fakkels kocht voor 1 cent, als je ze dan ‘rookte’ stonk het ontzettend. Nu gebruiken de bloemisten ze in droogboeketten. Terwijl ik nu aan namen en aan roken denk, borrelt de naam ‘rot van 't geld’ naar boven. De man had zoveel geld, dat hij zijn sigaar wel eens met een briefje van tien aanstak, dat was in een tijd dat een werkman voor dit bedrag een hele lange week moest werken en dan soms nog minder in handen kreeg. Dit was een minder mooie manier om aan een bijnaam te komen, het is te begrijpen dat er mensen zijn die kwaad worden als hun tweede naam gebruikt wordt. Het ligt er helemaal aan hoe ze er aan zijn gekomen, op een leuke of minder leuke manier. Er zijn, of waren ook mensen die er altijd mee geconfronteerd werden. Ik heb iemand gekend die Klaas heette, maar door iedereen Jim werd genoemd. Ik denk zelfs dat er mensen waren die niet eens wisten wat de ware naam was. Dit was heel gewoon. Het
was, of is misschien nog wel zo, dat de getrouwde vrouwen altijd nog met hun eigen achternaam genoemd worden, b.v. Jannetje Jansen, terwijl ze mevr. Pieterse heet omdat ze met ene Pieterse getrouwd is, die waarschijnlijk ook een bijnaam had. Door de uitbreiding van ons dorp raakte dit allemaal over, ook al omdat de voornamen anders worden. Was het vroeger Bet of Neel, Jan of Piet, tegenwoordig hoor je namen als Yvonne of Mariska. Of Rogier en Gilbert. Door de grote variatie van voornamen kan er ook niet veel verwarring meer ontstaan en kunnen bijnamen vervallen. Al valt er dan ook iets van het dorpse, van het intieme weg. WJNW16
---
Herinneringen uit mijn Landsmeerse jaren
Het Dorp Er werd hard gewerkt, vaak met ‘overwerk’ in de jaren 50. De scheepsbouw van NDSM en ADM en de nevenbedrijven trokken duizenden werknemers aan, velen van hen vonden een nieuwbouwwoning in Landsmeer. Onder deze nieuwkomers bevonden zich ook hervormden. Zo ontstond een geloofsgemeenschap van overal en elders, vogels van diverse pluimage, rond een tamelijk kleine groep van oud-Landsmeerders. In het dorp had al generaties geleden de ontkerkelijking toegeslagen. Dit proces van vervreemding was wel bijzonder vergevorderd in het Noordeinde en in Den Ilp. Er waren daar nog schaarse adressen van mensen, die iets met de kerk te maken hadden. Mijn collega ds. Jaap Dedden stond bij hen goed aangeschreven. Door trouw huisbezoek bewaarde hij de band met hen. De kinderen van de openbare lagere school hingen aan zijn lippen. Met zijn levendige verteltrant
wist hij hen geboeid te doen luisteren naar zijn Bijbelverhalen. Ondanks de aanwas ‘van buiten af’ bleven wij een kleine minderheid in een overwegend seculiere bevolking. Contacten met andere kerkgroepen waren in mijn beginperiode minimaal. Later zou er zoiets als een interkerkelijk beraad ontstaan, maar het bleef erg afstandelijk. Met een beetje overdrijving kun je zeggen, dat de Hervormde gemeente gekenmerkt werd door een bepaald ‘cultuurpatroon’. Er heerste een gematigd rechtzinnige mentaliteit, alles behalve star behoudend, maar ruimhartig, ontvankelijk voor redelijke steekhoudende argumenten. Onze gemeente was een typisch voorbeeld van het Nederlandse poldermodel. Waren er spanningen of verschil van mening, dan vlogen wij nooit elkaar in de haren, maar wisten langs de weg van overleg tot resultaten te komen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de verfraaiing van het kerkinterieur en in nog sterkere mate voor de manier waarop wij tot een intensivering van onze eredienst zijn gekomen. Het leek mij daarom het beste om mijn pastorale energie te concentreren op wat de innerlijke kracht van
5
een Christelijke gemeente uitmaakt is een heldere uitleg van de grote bijbelse heilgeheimen, die aansluit bij het leven van de mensen, bij de wereld waarin zij leven, bij het tijdgebeuren. ‘Wees je bewust van wat je gelooft en wat je ermee doet’. Kansel, Avondmaal, tafel en doopvont waren als het ware de brandpunten, van waaruit een goed verzorgde eredienst tot dat bewustzijn kon inspireren. Daarbij was van het grootste belang, dat gemeenteleden actief bij het liturgische vieren betrokken zouden zijn. Het waren gemeenteleden, die jarenlang de gehele liturgie van de vespers voor hun rekening hebben genomen. Een sublieme vorm van deze ‘zelfwerkzaamheid’ is een cantorij. Bekwame dirigenten als Ed Sergeant, Paul Blommaart en Willem Poot wisten onze cantorij omhoog te stuwen tot klassieke kerkmuziek (Buxtehude, Bach, Mozart, Hayden). Naast de zondagse kerkdienst waren er goed bezochte gespreks- en bijbelstudiekringen. En dan was er doorlopend het huisbezoek door ouderlingen en door de predikant. Want je moet je gemeenteleden persoonlijk kennen, vooral in hun eigen omgeving.
kerk, naar ik hoop met een goede herinnering. De gemeente ging haar vergrijzing tegemoet. Jarenlang is een van de samenbindende factoren een volwassenen-catechese geweest, die uitliep op excursies, ja zelfs echte ‘cultuurreizen’. Iemand (ik weet niet meer wie) zei eens tegen mij: “ik zou zo graag eens een uitvoering van de Matthëus Passion in de grote kerk van Naarden willen meemaken”. Die opmerking heeft er toe geleid, dat wij met twee volle bussen uit Landsmeer naar Naarden zijn getogen om een uitvoering van Bachs schepping bij te wonen. Dat was het begin van een lange reeks evenementen. Op een mooie zaterdagmiddag zijn we met een grote groep belangstellenden op stap gegaan dwars door de Amsterdamse Jordaan. Daar hebben we een gevelstenentocht ondernomen. Allemaal bijbelse voorstellingen. En dan maar raden: “wie weet welk Bijbelverhaal hier wordt uitgebeeld?”. Na afloop gingen we met elkaar gezellig borrelen en nakletsen in de (toen nog bestaande) Bols Taveerne aan de Rozengracht. Een bezoek van een groep uit de gemeente naar een Rembrandt–tentoonstelling werd de aanleiding om met elkaar naar een Rubens tentoonstelling te Antwerpen te gaan. ‘Onderweg’ maakten wij in de Scheldestad kennis met boeiende vormen van barok christendom in de zuidelijke Nederlanden. Dat was in september 1977. Zo’n uitstapje smaakte naar meer! Maar wat zeg ik? Al in oktober 1975 brachten we een week door in Parijs (Versailles, Fontainebleau) en voorjaar 1977 was Londen met Cambridge aan de beurt geweest. Neen, dit waren geen ‘citytrips’, zoals ze nu bij de vleet worden aangeboden. In winteravonden zaten we in onze consistorie, een fikse groep gegadigden werd geïnformeerd over allerlei vormen van Christelijk geloof uit verleden en heden. Zo werd de volwassen catechese de voorbereiding van een breed opgezette oecumenische ontdekkingstocht. Met inleidingen en wandelingen op plattegronden bereidden wij ons voor op een kennismaking met het indrukwekkende Gallicaanse Christendom. Eenzelfde voorbereiding ging vooraf aan de week in Londen (en Cambridge) om daar iets op te snuiven van het Angelsaksische
Toen onze gemeente heel wat jonge gezinnen telde en dus ook veel jonge kinderen, betekende dit: veel catechese en intensief jeugdwerk. Aanvankelijk gelukte het mij niet voor jongeren de juiste toon te vinden. Maar later heb ik mij vaak verbaasd over de trouw waarmee zij mijn lessen volgden. Onvergetelijk waren de weekends, die we met groepen doorbrachten in de prachtig gelegen Hoorneborg (Hilversum), waar onder de inspirerende leiding van de inventieve Diny van Lier de jongeren een volledige liturgie ‘letterlijk’ componeerden, met alles erop en eraan. Terwijl ik dit schrijf, belt bij toeval een oudcatechisant (Marijke Staphorst, uit Spanje) mij op. “Wat een fantastische tijd hebben wij toen beleefd! Ik ben erdoor geestelijk gevormd. En met mij ook andere catechisanten, die ik nog geregeld ontmoet”. Niettemin begreep ik: het zit er niet meer in, dat zij ‘belijdenis’ zullen doen. In mijn beginperiode waren de aantallen ‘nieuwe lidmaten’ (waaronder volwassenen) betrekkelijk aanzienlijk. Maar die aantallen slonken gaandeweg. De jongeren verlieten de
6
Christendom, uitgangspunt van onze eigen kerstening (Willibrord, Bonifacius). Na een degelijke introductie togen we naar Rome (april 1980), nadat we eerst in oktober 1979 een excursie hadden ondernomen naar Brugge, om in het najaar 1980 Gent te bezoeken; een kennismaking met de laat middeleeuwse bloei van de Vlaamse cultuur. Het jaar daarop, voorjaar 1981, een rondreis door Israel, waar wij herinnerd werden aan de Joodse wortels van het Christelijk geloof. Mei 1984, Griekenland. Daar stonden we oog in oog met de klassieke elementen van onze beschaving.
Tenslotte nogmaals Israël, in mei 1985. Zo waren deze reizen en excursies zo iets als ‘aanschouwelijk onderwijs’ na theoretische ‘vooroefeningen’ in de vorm van volwassen catechese. Hieraan heeft telkens weer een andere groep uit de gemeente deel genomen. Mijn vrouw Rita heeft mij bij deze omvangrijke ‘klus’, zoals bij zovele andere dingen, enorm gesteund. (prof. Dr. ) Rudolf Boon
---
Klubklanken Klubklanken was het jeugdblad van de Hervormde Jeugdclub Landsmeer. De naam van het clubblad, “Klubklanken”, was aangedragen door Piet Jan Zijlstra en hiervoor kreeg hij nog een prijsje. Het eerste exemplaar werd eind 1961 uitgebracht. In deze uitgave zouden een paar opstellen geplaatst worden, als die tenminste werden ingeleverd, er werden er 2 ontvangen, de één van Gea Plemp en de ander van Nannie Schoonheim. Het clubblad werd opgeleukt met een vervolgverhaal, puzzeltjes, de verjaardagen maar ook de ziekenboeg stond erin vermeld. De oprichters van de club na de oorlog waren in 1949 de heren Klaas Blees en Cor Kwak. Blees leidde de club gedurende 6 jaar met nog diverse andere assistenten zoals Klaas Vet, Piet van Brummelen, Cor Belder en Jan Zijlstra. In de beginjaren was er ook een aparte meisjesclub, die werd geleid door mevr. Bakker vanaf oktober 1957 tot 1962. Zij deden veel handenarbeid met pitriet, touw en raffia. De contributie bedroeg per week 25 cent, alleen als je ziek was hoefde je niet te betalen. Er waren clubjes voor jongens en meisjes en verschillende leeftijdsgroepen, t.w. 8 t/m 10 jaar, 11 en 12 jaar en 13+. In de periode 1964 waren er zo’n 40 leden. Er werden o.a. fietstochtjes georganiseerd naar zee, hiervoor werd een klein bedrag van ± 50 cent gevraagd. Er was ook nog
een onderscheid in het bestuur, er was nl een afgevaardigde voor de Zuid, dit was de heer Feenstra en voor het centrum was er een volledig bestuur. De clubavonden werden ook gehouden in de Zuid, n.l. in het wijkgebouw Zuideinde 163 en voor het centrum was dit het gebouw achter de Hervormde kerk. Net zoals alle andere jeugdverenigingen vroeg de Hervormde Jeugdclub aan de N.D.S.M. om afvalhout voor het figuurzagen, dit werd toegezegd en dat konden zij ophalen. Het figuurzagen werd geleid door de heren Kwak en Zijlstra. Ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan waren er op 5 september 1964 de jaarlijkse zeilwedstrijden, hieraan deden mee BM’s en Sharpies. Bij de BM’s won Piet Herour en bij de Sharpies won Hayo van der Werff. Het feest werd samen gevierd met de kinderen van de Zondagsschool. Op het fluitsignaal van de heer Van der Biezen werden er ook nog eens 150 ballonnen opgelaten. Andere feestelijkheden waren: zaklopen, voetbal slalom, koekhappen en voor de allerkleinsten vlaggetjessteken, dit werd gewonnen door Rene Staphorst. Later werd er ook nog een toneelclubje opgericht. In 1966 waren er zo’n 110 leden, maar er kwamen maar maximaal 40 leden. Na 5 jaar Klubklanken, verscheen in 1967 het eerste clubblad met de naam “Jeugdnieuws”. Uit het archief van mevrouw van Driel
7
Kerkkoor van de Nederlands Hervormde Kerk in Landsmeer Beknopte geschiedenis (na 1994 Samen op Weg Cantorij).
Het koor werd opgericht op 4 januari 1940 na een initiatief daartoe van de toenmalige predikant ds. H.L.D. Bremer. Als dirigent werd aangetrokken de heer P. Breedvelt. Het ledental waarmee begonnen werd was 16 mannen/vrouwen. In de loop van enkele jaren is dat gegroeid naar een maximum van 41 leden, om later weer af te zakken naar een vrij constante groep van 25 gedurende een flink aantal jaren. Een groot aantal jaren gaf het koor enkele concerten per jaar en werkte mee aan kerkdiensten op de kerke-lijke feestdagen en later ook aan jeugd-diensten.
hoogte van het werk van grote componisten van kerkmuziek voor bijzondere gelegenheden en hoogtijdagen. Toen werd het koor in feite al een cantorij, een groep zangers, die de gemeentezang ondersteunt of in afwisseling met de gemeente zingt. Ook ondersteunt een cantorij af en toe met groter werk de feestelijkheid van hoogtijdagen of bepaalde onderdelen van de eredienst. Met een concert werd het 25-jarig jubileum in 1965 gevierd. In 1970 is de heer Sergeant geëmigreerd naar Canada. Kort daarvoor, n.l. op 24 april, werd onder zijn leiding een Matthëus Passion uitgevoerd van Joh. Theile, een voorloper van J.S. Bach. Enkele leden van Zang en Vriendschap werkten mee ter ondersteuning. Ook een instrumentale groep en solisten behoorden tot de medewerkers. De opbrengst van de entreegelden kwam ten goede aan de kosten van het vernieuwen van de dakpannen van de kerk. De volgende dirigent was Corn. de Smit, die bij de uitvoering van de Matthëus Passion aanwezig was en al door de heer Sergeant benaderd was om hem op te volgen. Dit dirigentschap heeft maar geduurd tot september 1971, daar de heer de Smit andere bezigheden kreeg op de vaste repetitieavond en de meeste leden op de door hem voorgestelde andere avond verhinderd waren. In deze periode werkte het koor mee in de televisiedienst van 21 maart 1971.
Het koor in 1942
In 1943 werd de heer Breedvelt werkzaam in Weesp en kon niet meer op tijd hier ter plaatse zijn om het koor te leiden. De heer Joh. Franzen, hoofd van de openbare school, werd bereid gevonden deze taak over te nemen. Geleidelijk aan werd ook op verzoek van de predikanten meer aan de gewone kerkdiensten, op zondagmorgen, meegewerkt. Dit was nodig, omdat in de Ned. Herv. Kerk in 1938 een nieuwe psalmen gezangbundel was ingevoerd, die vele onbekende gezangen bevatte en waarin de psalmmelodieën op halve- en kwartnoten waren opgenomen. Tot zijn overlijden in 1961 bleef de heer Franzen de dirigent. Tijdens zijn langdurige ziekteperiode in 1960 werd het dirigentschap waargenomen door mevr. J.Slaghuis, leidster van het koor van de Bethelkerkgemeente in Tuindorp Oostzaan. In deze periode werd af en toe samengewerkt met dit koor. In de loop van 1961 werd de heer Ed Sergeant aangetrokken als nieuwe dirigent. Deze beschikte over een grote kennis van de wisselende psalmen en gezangen voor het kerkelijk jaar. Ook was hij goed op de
Opvoering Matthëus Passion in 1970
Via een tip van een gemeentelid, dat aan het conservatorium schoolmuziek studeerde, kon een medestudent, de heer Paul Blommaert als dirigent aangetrokken worden. In het najaar van 1978 kreeg hij, inmiddels al enige tijd afgestudeerd aan het
8
conservatorium, een betrekking aan de academie voor de kleinkunst, waardoor hij vaak ’s avonds niet beschikbaar was. Node moesten wij afscheid van hem nemen. Gelukkig kenden wij Willem Poot, die met het uit conservatoriumleerlingen bestaande ensemble “Sine Nomine” verscheidene concerten in de Herv. Kerk gegeven had. Deze organist en muziektheoreticus was bereid de functie van dirigent op zich te nemen. Geleidelijk aan was de ondersteunende functie van het koor in de kerkdiensten gegroeid tot ongeveer 11 à 12 x per jaar. Het 40-jarig jubileum werd gevierd op zaterdag 16 februari 1980 met een grootscheeps concert in de kerk. Instrumentalisten en solisten werkten eraan mee. Het aantal leden dreigde tot ongeveer 20 te gaan zakken. Dit was de aanleiding, dat N. Poot bij het afscheid van dr. R. Boon als predikant, de laatste keer het koor dirigeerde in de dienst van 4 november 1984. Eén van de waarnemende predikanten noemde ons de naam van een mogelijke opvolger: de heer P.J. Aartsen. Deze heeft het koor geleid van begin december 1984 t/m de kerstdienst van 1992. Hij woonde inmiddels in Andijk, waar zijn echtgenote, mevr. Allewijn, predikante was geworden en werkte in Amsterdam. Dit alles werd te belastend voor hem, waardoor hij helaas afscheid ging nemen. Noemenswaard is nog, dat tijdens zijn dirigentschap het 50jarig jubileum van het koor werd gevierd in een korenmiddag op zaterdag 19 mei 1990, waaraan ook een aantal koren en cantorijen uit de omtrek deelnam. Het werd een feestelijke middag! Als mogelijke opvolger werd genoemd mevr. Rieta de Bruijn-Mulder uit Monnickendam, die door ons voor deze functie was aangezocht, onze volgende dirigent werd en begin 1993 als zodanig aantrad. Ook dit werd een plezierige samenwerking die duurde tot 27 september
1998, toen zij wegens werkzaamheden aan de muziek-school in Purmerend en toenemende zorg voor haar opgroeiende kinderen ging ver-trekken. Inmiddels was er een federatie tot stand gekomen tussen de Hervormde- en Gereformeerde kerk alhier en werd de naam van het tot dan Hervormde kerkkoor gewijzigd in ‘Samen op Weg Cantorij’. Daartoe aangezocht werd onze plaatsgenote en cantorijlid mevr. Anje RietbergNoot, onze volgende dirigente. Zij volgde de cursus koordirectie en kerkmuziek en kon zodoende deze taak op zich nemen. Ondanks herhaalde oproepen om het ledental te versterken, was hier uit de gemeente helaas geen animo voor. Ook de huidige kerkenraad steunde ons niet hierin. De hoge leeftijd van de meeste leden was tenslotte de oorzaak van de opheffing van de cantorij op 8 oktober 2000.
foto van het laatste optreden van het koor op 8-10-2000
Zo kwam na een ruim 60-jarig bestaan een droevig einde aan wat destijds vol goede moed was begonnen. De heer C. Belder
Kerkkoor CREDO 40 jaar Eind 1970 gingen er in de toenmalige Gereformeerde kerk in Landsmeer stemmen op, om een koor op te richten. Het toeval wilde dat Aart Goede de heer Jaap van der Zanden uit de Van Beekstraat tegenkwam en terloops vertelde dat hij op zoek was naar een dirigent. De week erop werd Aart gebeld door Dick Vermeulen, die van zijn schoonvader (Jaap v.d. Zanden)
had gehoord over de plannen om een koor op te richten. 19 Januari 1971 werd in de Voorhof het koor opgericht, het begon met 18 mensen. Het eerste nummer wat ze zongen was: ‘Eens zal op de grote morgen’. In het begin verleende het koor haar medewerking aan de kerkdiensten. In april werd met meerderheid gekozen voor de
9
naam ‘kerkkoor Credo’. Het aantal leden groeide gestadig, eind 1971 waren dit er 50 en 2 jaar later waren het al 76 leden. De uitnodigingen stroomden binnen, maar er werd besloten niet meer dan 2 keer per maand op te treden. In 1979 werden wij uitgenodigd door Helen Shepherd om samen met haar een LP op te nemen, in november verscheen ‘Geef de Heiland het roer in handen’. In 1981 tijdens ons 10-jarig bestaan, hadden wij 112 leden! Er komt een koorkrant uit, met de toepasselijke naam ‘maandagavond’. In 1981 begon ook de samenwerking met het Nieuwe-Dieper Visserskoor uit Den Helder. Op 11 december 1982 deden wij mee aan het 1e Lionsconcert in het ICL. Een hoogtepunt in 1983 was de Kerstavond in het concertgebouw.
moest ook geld in het laatje komen, op een rommelmarkt in 1995 haalden wij fl 5.500 op. 19 Januari 1996 bestond Credo 25 jaar! Ds. Boeyinga zei tijdens zijn toespraak tegen Dick, “Waar jij met je koor komt, lopen de kerken vol”. Dick werd getypeerd als een man met zuig-, draag-, trek- en daadkracht. Het jubileum werd gevierd op 5 oktober in de Purmaryn, een evenement om nooit te vergeten. In het jubileumjaar werd ook nog meegewerkt aan een tv opname van ‘Nederland zingt’ in Monnickendam.
In 1984 hebben wij een ledenstop moeten inlassen, de stand was 150 leden en er stonden 27 leden op de wachtlijst. Vanaf 1984 werden er 14 jaar lang de meest bijzondere reisjes georganiseerd, o.a. naar Duitsland. Verder werkten wij mee aan de E.O.-landdag, een Kerstconcert met Marco Bakker, tv-opnames van de Zomeravond Vierdaagse enz. Intussen werden er ook weer LP’s opgenomen. Na de LP’s kwamen de CD’s, onze eerste kwam uit in 1990, opgenomen in de Raphaëlpleinkerk in Amsterdam, hieraan werkte ook mee de zingende brandweerman Sjuul van Vugt. Op 1 februari 1990 werd de 50ste verjaardag van Dick Vermeulen uitbundig gevierd in de Noorderkerk van Zaandam. Het was een soort ‘Dit is uw leven’. De beide koren van Dick verleenden hun medewerking, naast Credo, het Zaans Interkerkelijk Mannenkoor. In 1991 deden wij voor de 10e keer mee aan het Kerstconcert in het ICL samen met Caroline Kaart. Er
Dick Vermeulen
Dub de Vries op orgel en Rob van Dijk aan de vleugel, zijn 2 mensen die het koor vaak begeleidden. 24 Oktober 1998 was Dick 40 jaar dirigent! In de Bovenkerk van Kampen werd een jubileumconcert gegeven m.m.v. Credo, Z.I.M. en het Echokoor. 29 April 1999 werd Dick ook nog eens benoemd tot lid in de Orde van Oranje Nassau. Vanaf 2000 werden er o.a. concerten gegeven in Amersfoort, een radio opname gemaakt in Schagen, de 100ste koorkrant kwam uit, in 2003 werd de Credowisselbeker uitgereikt aan voorzitter Jaap Krook, optreden in de Noorderkerk in Den Haag vanwege het 100 jarig bestaan en natuurlijk ieder jaar het Kerstconcert, m.u.v. 2004, want toen was er de verbouwing in de kerk. Topper was in 2010, om met Credo te mogen zingen in de Americahal in
10
Apeldoorn voor 2000 mensen. We schrijven nu 2011, Credo heeft nog 80 leden, bestaat nu 40 jaar en wij wensen ze nog veel geluk en plezier toe in de toekomst.
nummers ingestudeerd, in ruim 140 verschillende kerken gezongen, met zeker 80 solisten/koren/orkesten enz samengewerkt, 1 EP, 4 LP’s en 5 CD’s. Janny Knibbe-Bakker heeft de geschiedenis op papier gezet, maar dit werden 30 bladen, wat zou betekenen dat de Croosduyker vol zou zijn, maar Klaas Schaap heeft de belangrijkste punten eruit gehaald.
De statistiek van Credo ziet er als volgt uit: CREDO heeft in 40 jaar zeker 650 medewerkingen verleend, zo’n 300 zang-
De Gereformeerde Vrouwenvereniging van Landsmeer: “Spreuken 16 : 3’ Een zekere Jansje Goezinne, die dienstbode was bij Ds. Westerhuis, had een plan opgevat om met een paar andere meisjes een naaivereniging op te richten, dat ten doel zou hebben de nood te lenigen van arme kerkmensen. Na wat beraadslagingen is toen deze vereniging opgericht op 17 oktober 1877 des avonds in de consistoriekamer aan het Noordeinde van de toen nog geheten Chr. Gereformeerde Gemeentekerk onder leiding van Ds. Westerhuis.
Het eerste bestuur bestond uit: Presidente : Neeltje Goede Secretaresse : Dieuwertje Zijp Penningmeesteres : Antje de Boer De eerste notulen werden geschreven 11 januari 1878 en werden ook de artikelen voorgelezen. De contributie bedroeg 5 cent per avond. In de loop der jaren zijn de volgende dames presidente geweest na Neeltje Goede: A. de Boer, A. v d Berg, D. Kalf, M. v d Linden, J. de Vries, Mej. Puttelaar, G. Lelie, G. Jonkhart, G. Fraaij, N. Bakker, J. Plomp, Jo Binnema, G. Katsburg, mevr. v.d. Meulen, H. Kemink, v.d. Hoek, T. Zuiver, J. de Vries-Verweij en J. Beenhakker. Veel dames zijn soms 2 of 3 keer presidente geweest of hebben nog een andere functie bekleed. In 1928 werd er ook een Alg. Adjunct benoemd en in 1947 iemand die voor het naaigoed de zorg had. Vanaf het begin werd er dus genaaid voor arme mensen, dichtbij of verder weg.
Er werden reglementen opgesteld met de volgende artikelen: Art 1. De meisjesvereniging te Landsmeer is een Christelijke vereniging. Zij beoogt dus bij alles het heil der leden hoog te houden en wenst werkzaam en tot zegen voor een ander te zijn. Art 2. Om het in art. 1 genoemde doel te bereiken, wordt elke vergadering met zingen en gebed geopend. Daarna wordt er een gedeelte uit de Bijbel gelezen en besproken, vervolgens een nuttig boek of gedicht gelezen. Art 3. Niemand kan lid worden, die niet met bovengenoemde instemt. Ook moet je de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt. Voor het toelaten van elk nieuw lid, wordt gestemd. Mocht het later blijken dat enig lid zich onbehoorlijk gedraagt, dan kan de vereniging haar het lidmaatschap ontnemen. Art 4. Het bestuur bestaat uit een presidente, een secretaresse en een penningmeesteres, die allen slechts voor een jaar worden gekozen. Nadat het reglement is vastgesteld, worden de leden ingeschreven en daaruit wordt het eerste bestuur gekozen.
In 1911 is er in Amsterdam een portret gemaakt vanwege het 35 jarig bestaan.
11
Verschillende reisjes zijn er ook gemaakt o.a. in juli 1914 naar Haarlem. Er was via het Rode Kruis daar een dringende oproep binnengekomen voor hulp. Vooral kleding en gebreide sokken en mutsen voor de soldaten, het was oorlog. Ook werd hulp geboden aan de zuidoosthoek van Drente en aan Tynje in Friesland. Het benodigde geld hiervoor werd uit de contributiepot gehaald, maar er waren ook begunstigers. De contributie steeg daardoor wel in de loop der jaren. Vanaf 19 maart 1925 werd er om de 14 dagen vergaderd. In 1927 werd het 50-jarig bestaan herdacht. Er was inmiddels een nieuwe kerk gebouwd in de Dorpsstraat en de kerkenraad kwam met een verzoek of de dames nieuwe collectezakjes wilden naaien en dat is natuurlijk gebeurd, onder leiding van G. Bakker. (ik denk mevr. Katsburg). In februari 1931 werd de vergadering plotseling verstoord door veel lawaai van buiten. Vlakbij was een felle brand en van vergaderen was geen sprake meer. In november van datzelfde jaar werd de verenigingskas gestolen, een grote strop. Het ledenaantal schommelde nogal eens, (als een meisje ging trouwen dan ging ze van de vereniging af). Vooral in 1938, de crisistijd net voor de oorlog was de opkomst slecht. Mede daardoor werd besloten het geen meisjesvereniging meer te noemen, maar als Geref. Vrouwenvereniging ‘Spreuken 16:3’ door te gaan. In deze tekst staat: “Beveel de Here uwe werken, dan zullen uw voornemens gelukken”. Alles bleef verder bij het oude op de vergaderavonden. Een lied of psalm zingen, gebed, een bijbelbespreking en na de pauze handwerken of iets dergelijks. Voor de zending (Indië), het Dr. Schreuders hospitaal, zette Jo Binnema zich erg in. Hiervoor werden monddoekjes, kabaja’s en o.a. slopen genaaid. Ook werd veel herstelwerk gedaan voor arme gezinnen. De ouderen onder u zullen dit nog wel herkennen, maar de jeugd niet meer. Jassen keren, kragen omzetten e.d. Het was inmiddels oorlogstijd. Vanaf 22 juni 1944 was er een verenigingsstop en op 12 september 1946 werd er weer vergaderd. In 1955 hebben we ons aangesloten bij de landelijke Prot. Vrouwen Organisatie. We kregen elke maand een blad toegestuurd,
waar mooie en leerzame onderwerpen in stonden, die we gezamenlijk bespraken. Het handwerken was intussen afgelopen en in plaats daarvan zongen we dan nog wat liederen begeleid door Jo Binnema op het orgel. Ook werd er regelmatig een bazaar georganiseerd door de vrouwenvereniging waar alles voor werd gemaakt. 13 en 14 april 1975, voor de aanbouw van de Voorhof was de laatste bazaar, de opbrengst f 4.000,00 gulden t.b.v. de kerkrestauratie. Ik weet niet of u het weet, maar naast de ingang van de Voorhof, heeft mevr. Kemink, moeder van Joke Grevenstuk, als presidente de 1e steen gelegd voor de aanbouw van de Voorhof namens onze vereniging met de tekst Spreuken 16:3. Achter de steen is een koker ingemetseld met een herinneringsdocument. In 1977 hebben we ons 100 jarig bestaan nog gevierd. Na de nieuwbouw van de Voorhof vergaderden we woensdagmiddag om de 14 dagen op het podium van de grote zaal. Omdat veel dames de toenmalige trap niet meer op konden vanwege ouderdom, hebben we een poosje in de grote zaal vergaderd. Vanwege het aantal leden, waarvan inmiddels een aantal waren overleden en de hoge kosten van de verwarming voor misschien 10 mensen, hebben we daarna telkens per tourbeurt bij de mensen thuis vergaderd. Het hield wel in dat we de dames moesten ophalen met auto’s. Gelukkig hadden we toen 3 dames die konden autorijden. Mevr. Kraaij, mevr. Plemp en ondergetekende. Na weer een paar jaar waren mevr. Kraaij en mevr. Plemp overleden. Gelukkig kwam Paula Kempff toen nog op de vereniging en hadden we een warme ontvangst bij mevr. de Groot thuis. Op een gegeven moment waren we nog maar met 4 leden en dat is te weinig. We hebben toen besloten, met pijn in ons hart, dat we moesten stoppen per 15 september 2008. Jammer dat we zo moesten ophouden, temeer omdat we zulke fijne gesprekken met elkaar konden hebben over geloofs- en privézaken. De vereniging heeft 131 jaar bestaan. Met vriendelijke groeten, Cobie Beenhakker-de Bruine.
12
Het ontstaan van de Pinkstergemeente te Landsmeer De Pinkstergemeente is geen kerkgebouw met een religie, maar een ‘beweging’. Een lichaam in beweging, waarvan mensen de leden zijn, werkzaam zoals handen en voeten en mond enz. Jezus Christus is het Hoofd van dat Lichaam, de Gemeente. Je hebt de plaatselijke gemeente maar ook de universele Gemeente wereldwijd.
ook vaak een evangelisatieblaadje. Hij organiseerde vanuit de Gereformeerde kerk evangelisatiediensten in ‘het Meertje’ aan de Stoombootweg. In 1954 waren de ouders van Ger Bakkerv.d. Laak in aanraking gekomen met Karel Hoekendijk. Hij was door handoplegging genezen van zijn hartklachten en had een heel nieuw hart gekregen. Dat was het begin van de opwekkingsbeweging ‘Stromen van Kracht’. De Pinksteropwekking die wereldwijd aan de gang was kwam hier ook. De fam. Jan Groot en de fam. Cor Goede e.a. kwamen daar mee in aanraking, via de bidstonden bij fam. J. Zuiver.
*Een verschil tussen de traditionele kerken en Pinkster-Evangeliegemeenten is dat zij geen kinderdoop hebben, maar de Bijbelse volwassen doop door onderdompeling. Markus 16 vers 16: Wie gelooft en zich laat dopen zal behouden worden. De kinderen worden als baby wel opgedragen, gezegend. * Men hoeft geen lid te zijn om deel te nemen aan het Heilig Avondmaal. Ieder die belijdt dat Jezus Christus de zoon van God is, die gelooft dat Hij voor je zonden is gestorven aan het kruis en rein staat tegenover God, mag deelnemen. 1 Korintiërs 11vers 29: Want wie eet en drinkt, eet en drinkt tot zijn eigen oordeel als hij het lichaam niet onderscheidt. 1 Johannes 1vers 7: maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.
Er werd in die tijd veel gesproken over de uitstorting van de Heilige Geest (1 Korintiërs 12-14) en gebedsgenezingen. Het gebeurde vroeger, maar ook nu. Ook werd er veel over de opname van de gemeente, de terugkomst van Jezus Christus, de eindtijd en het duizend jarig vrederijk gesproken. In 1958 kwam evangelist T.L. Osborn naar den Haag en sprak op het Malieveld, dat door duizenden mensen werd bezocht; velen kwamen tot bekering en tot levend geloof in Jezus Christus. Zieken werden in Jezus’ naam de handen opgelegd en werden gezond, velen ontvingen de doop met de Heilige Geest en spraken in nieuwe tongen (talen). Er werden mensen volwassen gedoopt in water door onderdompeling. Dit veroorzaakte een hele opschudding in de kerk. Dominee van der Meulen heeft er heel wat slapeloze nachten door gehad. Dit kon en mocht niet, het strookte niet met de Gereformeerde leer en daardoor werden deze families uitgesloten van het Avondmaal. Deze mensen bleven elkaar opzoeken en waren vol enthousiasme. Er werden samenkomsten georganiseerd in ‘Jachthaven Robinson’. In de kamer van de fam. Groot werden jarenlang om de week bidstonden en Bijbelstudies gehouden door verschillende evangelisten o.a. Sidney Wilson, ds. A. Agtereek, zr. J.v.Wieringen en vele anderen. Zo begon de Pinkstergemeente Landsmeer, de oprichters zijn J.W. Groot, C.J. Goede, en B. v.d. Veen.
* Geloven dat de Bijbel Gods geïnspireerde en gezaghebbende Woord is van kaft tot kaft. * Onze ziekten en zonden heeft Jezus gedragen aan het kruis. Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid. Hebreeën 13 vers 8. * God heeft een plan met Gods kinderen, en met Israël. * Zij geloven dat Jezus spoedig terug komt. * Velen houden van het Joodse volk en steunen Israël omdat zij Gods verbondvolk zijn, het is Gods oogappel. Genesis 12 vers 3: Ik zal zegenen wie u zegent. Jan.W. Groot de Sparkruidenier van Kadoelen was niet alleen een kleine zelfstandige maar ook een dienstknecht van de Heer, zo beschrijft Joop Juist hem in zijn boekje ‘Praatjes voor de LOL’ Als hij de boodschappen rondbracht gaf hij de mensen niet alleen een reclameblaadje maar
13
Door enthousiasme en vaak onbegrip zijn er ook fouten gemaakt, waar men teleurgesteld werd in mensen en hun geloof, maar de opwekking ging door.
Kracht’ later in Vierhouten door ‘Opwekking’, waar velen van de gemeente en de jeugd van Landsmeer heen gingen en aan meehielpen.
Daarna werd in de Van Beekstraat naast Schwalbach het kleine gebouwtje gehuurd waar elke week diensten en ook kinderdiensten werden gehouden. Het zaaltje was spoedig te klein. Gelukkig werd in 1966 ‘Het Dorpshuis’ gebouwd en konden zalen gehuurd worden en hield men daar diensten tot 1986. De Pinkstergemeente was een Regiogemeente wat inhield dat er veel mensen van buiten Landsmeer de samenkomsten bezochten.
Omdat de opdracht die Jezus gaf, voordat Hij naar de hemel ging, dat het evangelie van verlossing aan alle volken gebracht moest worden, werden jongeren opgewekt om het evangelie door te geven. Velen van de jeugd gingen naar een Bijbelschool en vertrokken na hun huwelijk naar verre landen, zonder inkomsten, afhankelijk van het thuisfront en vrienden die hen sponsorden voor hun levensonderhoud er op vertrouwend dat God voor hen zou zorgen en dat deed Hij.
In 1969 werd br. P. van Beem uit IJmuiden voorganger tot 1976, hij was een voormalig officier uit het Leger des Heils. De samenkomsten werden door veel ouders met kinderen en jeugd bezocht, omdat de diensten met blijdschap, zang, muziekinstrumenten en handgeklap gepaard gingen J. Bakker sr. begeleidde hen met de piano.
Zo gingen Jan Sjoerd Pasterkamp met zijn vrouw Cobi Goede meteen na hun trouwen, als zendelingen naar Australië en reisden door naar Papoea Nieuw Guinea waar zij vele gemeenten en Bijbelscholen gesticht hebben, later ook in Japan. Na vele jaren kwamen zij met 3 zoons terug en werden zij voorgangers in een gemeente in Rotterdam.
Er ontstond een flinke zang- jeugdgroep en een muziekcombo door Guus Robbertsen. Hij speelde gitaar en zijn vrouw Hannie Robbertsen-Bakker zong solo. Jaap Bakker jr. speelde op het elektronische orgel. Nel Guth-Bakker begeleidde hen op een grote bas, verschillende anderen speelden gitaar en Tonny Güth bespeelde de drum. De zanggroep werd vaak uitgenodigd bij ds.Toornvliet van radio Bloemendaal. Ze begeleidden de diensten met hun instrumenten. Later namen de kleinkinderen het over en speelde Rob Bakker de drum en de bas, later weer Frank Ebbe de drum en Inge Robbertsen piano. Elke zondag werd het orgel, de drum en de instrumenten van huis opgehaald. Er werden twee diensten gehouden en al die jaren was J. Bakker sr. zondags de koster en nam hij de preken op. Hij zorgde dat zowel ’s morgens als ‘s avonds de zaal, (nu de barzaal) van het Dorpshuis netjes achter gelaten werd. Ook waren er twee zondagsschoolklasjes, een crèche en jeugddiensten. En om de 2 weken waren er Bijbelstudies.
Ruud en Lies Bakker hadden jaren op de kust- Rijn en binnenvaart gevaren en gingen met hun 2 jongens naar Ghana om daar als ondersteuningspersoneel bij de Wycliffe Bijbelvertalers te gaan werken. Zij beheerden een guesthouse waar Bijbelvertalers naar toe kwamen, voor o.a. workshops en overleg op het kantoor en waar ze tevens konden uitrusten. Ruud zorgde naast diverse andere taken, voor levensmiddelen en andere benodigdheden, hij moest dat honderden kilometers ver met de vrachtwagen in Opper Volta en Togo gaan halen, omdat er voedsel en materiaalschaarste was. Ondertussen hadden zij er twee dochtertjes bij gekregen, de jongens waren al voor verdere studie in Nederland. Na 12 jaar in Ghana te hebben gewerkt zijn zij weer naar Nederland teruggekomen. Ook werd er een oude omgebouwde SRV wagen gekocht voor een rijdende kinderclub die zaterdags gebruikt werd in Amsterdam-Noord en Ransdorp en bemand werd door de Pinksterjeugd o.a. Paul v.d. Weide, Jennie Goede, Ben Groot, kinderen van Duizendstra en Timman, de dochters van Goede en anderen, die daar veel ervaring mee op deden. Met Koninginnedag werden door de jeugd evangelisatie acties
Met Kerst en Pasen werden er liefdemaaltijden gehouden in de gymzaal omdat de zaal te klein werd. Jaarlijks werden er met de Pinksterdagen conferenties gehouden door ‘Stromen van
14
gehouden o.a. met een reuze raket.
heet, ontstaan, waar zij actief aan meewerkten.
Jaap en Nettie van Dijk-Groot gingen na de Pinkster Bijbelschool naar België, huurden een oud café en begonnen met een ander jong stel een jonge gemeente in Brugge.
Corrie Goede trouwde met Henk Eilers en nadat hun kinderen volwassen waren, vertrokken ook zij naar Zuid-Afrika. Zij werden ouders voor jongelui die de zending in willen van ‘Jeugd met een Opdracht’, waar zij nu nog steeds werkzaam voor zijn. Vakantie Bijbelschool. Vroeger werd er door de Gereformeerden in het gebouwtje van ‘het Meertje’ rond 1949 om de 14 dagen lichtbeeldenavonden voor kinderen en evangelisatie gehouden. Later werd bij Trudie Bakker-Groot het verlangen geboren om niet alleen in de gemeente zondagsschool te houden maar ook in de vakanties iets voor de kinderen te gaan doen, om hen het evangelie op kinderlijke manier te vertellen. Er werd contact gezocht met mensen uit verschillende kerken om dit gezamenlijk te doen. O.a. Klazien Goede, Annie v.d. Stelt-Duim Christelijk Gereformeerd, Marianne Ebbe-Groot , Gretha Hoekstra-Duim, Tineke de Waal-Groot en Lies Bakker-de Vink van de Pinkstergemeente, Ina Bakker Baptist, Ingeborg Klaassen-Kalf e.a. Gereformeerd en zelfs mensen uit de Katholieke kerk hielpen in die beginjaren mee, zoals Jan v. Kan en nog vele anderen. Zo ontstond er elk jaar in de herfst vakantie de ‘Vakantie Bijbelschool’ voor kinderen. Eerst in de Hervormde kerk en later in de Gereformeerde kerk. Wat door iedereen als een ’verbroedering’ werd ervaren. Soms kwamen er in die beginjaren elke ochtend wel 150-200 kinderen en dat 5 ochtenden. Dit werk hebben zij samen met mensen uit verschillende kerken jarenlang mogen doen en later ook in Purmerend in de Chr. Gereformeerde kerk en in Amsterdam-Noord bij de Baptisten.
Jennie Goede was omstreeks 1974 kleuterjuf op ’de Rietpluim’ en ging naar Haïti om te helpen in een kinderdorp. Voer 2 jaar met een zendingsschip ‘de Doulos’ over de wereld om het evangelie te brengen naar verre landen. Zij trouwde met Jan Pieksma die ook al zendingswerk gedaan had in Jemen. Zij zijn een paar jaar naar Haïti geweest om te helpen in een kinderdorp. Nu hun kinderen groot zijn, hebben zij hun huis verkocht en zijn zij naar Durban in Zuid Afrika vertrokken om daar kinderen les te geven, waarvan velen wees zijn en aids hebben. Ze delen wekelijks brood en soep uit, helpen groentetunnels op zetten, zodat mensen in hun eigen levensbehoefte kunnen voorzien. Tom de Waal was al vroeg in aanraking gekomen met evangeliseren, door het vliegtuig dat zijn vader Dirk (Deine) de Waal had gekocht en waar zij folders met een boodschap uit vandaan strooiden. Tom studeerde na zijn werk voor zendingspiloot en vertrok in 1982 met zijn vrouw Tineke Groot en twee kleine kinderen naar Tanzania, voor Mission Aviation Fellowship. Na 11 jaar werd hij aangesteld als directeur van de MAF in Zuid-Afrika. Tom is nu 65 jaar en zij werken nu nog steeds in ZuidAfrika, Tineke geeft les op een Townshipschool en Tom is adviseur en coördinator voor verscheidende zendings vliegorganisaties. Dit jaar in juli zijn zij 30 jaar in de zending. Ze zijn al die jaren door vrienden en familie gesponsord en zij willen zolang zijn gezondheid dit toelaat daar mee doorgaan.
Ondertussen was er in Zaandam een Volle Evangeliegemeente ‘de Weg’ ontstaan waar ook mensen heen gingen. In 1977 werd br. J.Tindal uit Voorburg voorganger. Hij logeerde met zijn gezin in het weekeinde bij de familie Groot, tot er een huis gekocht werd en zij in Landsmeer kwamen wonen. Moest de gemeente voor hun doopdiensten eerst uitwijken naar het Baptistenkerkje in Noord, toen er een grote zaal bij het Dorpshuis werd gebouwd kwam er ook een echt doopbad in het podium.
Ook Paul v.d.Weide en Adriana Duizendstra hielpen mee met de rijende kinderclub, zij trouwden en vertrokken naar Venezuela waar zij een kinderwerk en een school opzetten en daar nog steeds werkzaam zijn. Ook Ben Groot volgde de Pinkster Bijbelschool, trouwde en ging in Terneuzen wonen om daar te helpen bij de Pinkstergemeente. De nieuwe stad Lelystad trok veel mensen aan. Verschillende jonge gezinnen vertrokken daarheen, ook daar was een gemeente ‘de Ark’ dat nu ‘de Pijler’
Niet alleen de jeugd was actief, ook zijn er
15
verschillende gemeenten in de omgeving ontstaan. Door bidstonden in die plaats te houden ontstond de ’Christengemeente Purmerend’ waar Jaap & Trudie Bakker mede oprichters van zijn geweest en de hele familie Bakker en fam. Güth en fam. Ebbe jarenlang aan mee hebben geholpen.
onder heel veel jeugd, tieners en kinderen. De diensten konden wereldwijd gevolgd worden via de radio Grootnieuws en via de computer. Ook de kinderen van Harry & Marian Ebbe zijn allen actief in het werk van de Heer en leiden verschillende groepen en ondersteunen gemeentes met hun muziek. De kinderen van Hans & Elly Timman, o.a. Ruben vertrok met z’n vrouw Vera naar Thailand met ’Jeugd met een Opdracht’ en hielp de vluchtelingen uit Cambodja, waar toen een vreselijke oorlog woedde (Pol Pot). Ze hebben daar de slachtoffers bijgestaan en verzorgd. Zij werken nu mee in de gemeente in Koog a/d Zaan. Deborah is getrouwd met Joël Voordewind, Hij is sinds 2006 Kamerlid in de 2e kamer voor de ChristenUnie en zij zijn medeoprichters van een gemeente in Amsterdam. Ben Groot z’n schoonzoon is nu mede voorganger in de gemeente van Jan Sjoerd Pasterkamp. Jennie PieksmaGoede haar dochter Nienke (de 4e generatie van Jan Groot) is voor ‘Operatie Mobilisatie’ naar Chili gegaan om daar te helpen bij de straatkinderen. En vele anderen arbeiden in Nederland in Gods Koninkrijk. Vlak voor dat Jezus naar de hemel ging gaf Hij zijn discipelen deze opdracht. Marcus 16 vers 16-18: Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen; in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken, slangen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen, op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden. Dit blijde Evangelie moet aan iedereen verteld worden. Als de Christenen niet de wereld in trekken om de mensen het Evangelie te vertellen, komen de vreemdelingen hierheen om het evangelie te horen. Nederland is nu een zendingsland geworden. Aan de tekenen der tijden is te zien dat Jezus spoedig terug komt. Er is nog veel werk te doen. De dicht bijzijnde Pinkstergemeente Agapè is in de ‘Regenboogkerk’ aan de Kometensingel 58 Tuindorp Oostzaan
Tindal bleef voorganger tot hij in 1985 plotseling overleed. Door de jaren heen waren er vele gemeenteleden uitgevlogen om ergens anders de blijde boodschap te brengen of te gaan helpen, waardoor het niet verstandig was om de gemeente door te laten gaan en de Pinkstergemeente in Landsmeer werd met bloedend hart ontbonden. Er zijn door de jaren goede en minder goede tijden geweest. De voorganger was overleden, maar de gemeente zelf was niet dood. Zo kregen Hans & Elly Timman het verlangen in hun omgeving in Amsterdam N. een Rafaël gemeente te beginnen. Harry & Marianne Ebbe hebben verschillende gemeentes gesticht en ondersteund. Harry is o.a. voorganger geweest in Bussum en Nieuwendam. Jesaja 59 vers 21: En wat Mij aangaat, dit is mijn verbond met hen, zegt de HERE. Mijn Geest, die op u is, en mijn woorden, die Ik in uw mond gelegd heb, zullen niet wijken uit uw mond noch uit de mond van uw kroost, noch uit de mond van het kroost van uw kroost, zegt de HERE, van nu aan tot in eeuwigheid. Dit is een waarheid geworden voor de families Groot en Bakker en andere families, hun kinderen en kleinkinderen zijn hiermee doorgegaan. Rob Bakker de zoon van Jaap & Trudie Bakker werd jeugdleider in de Christengemeente Purmerend, gaf daarna zijn baan op en is naar de vormingschool van ‘Vorming & Aktie gegaan’. Hij trouwde met Sella en zij vertrokken naar Noord-Ierland waar zij 7 jaar een vormingschool geleid hebben om jongeren op te leiden. Rob werkt nu bij Stichting Opwekking die elk jaar nog steeds grote Pinksterconferenties en conferenties organiseren, nu naast het Walibi terrein. Dit jaar in 2012 kampeerden daar 21.000 mensen en de conferentie werd door meer dan 50.000 mensen uit allerlei kerken bezocht, waar-
door Trudie Bakker-Groot,
16
juni 2012
Villa Rinso In de Dienstbode, het informatieblad voor senioren van het Dienstencentrum, las ik een tijd geleden over het ontstaan en vergaan van de winkels in ons dorp, ik heb ervan genoten. Van Klaas Schaap had ik een verzoek gehad iets over de geschiedenis van Marie Jonkhart te vertellen en doordat Frans Poulain nu in zijn artikel over haar heeft geschreven, blijft er voor mij nog weinig te vertellen over. Toen ik dit aan Klaas meldde, zei hij: “jij weet vast meer van hun jeugd af en vertel daar dan maar iets van”. Nu ja alle beetjes helpen, denkend aan die schippersvrouw, die haar man dacht te helpen, zij roeide met een breipen. De schipper zei: “alle vrachtjes lichten” en gooide zijn vrouw over boord.
en zei: “laat je fiets staan, voortaan ga jij zolang ik leef, gratis met mijn bussen naar je werk.” Zij heeft daar dankbaar gebruik van gemaakt. Doordat zij gratis vervoer had, werd haar werkterrein ook groter, zij naaide daardoor zelfs in Oostzaan. Zij had ook een zeer bescheiden wol- en sajethandeltje. In de winter ventte zij met scheurkalenders. Dit alles werd in het zelfde kleine kamertje gedaan waar zij woonden. Boze tongen zeiden wel eens, alle stoelen zijn kasten en alle kasten zijn leeg. Dit kwam door de kleine behuizing. Ook Nelie had een ernstige handicap, zij was van haar jeugd af slechtziende. Zij nam, zover zij kon, het huishouden waar. En toen de zaak zo voort ging dat er een winkeltje kwam, nam zij dit op wonderlijke wijze waar, je hoefde niet bang te zijn, dat je een verkeerde reep kreeg en het betalen was een vertrouwenszaak. De zusters stonden bekend om hun vrijgevigheid en werden ook zo behandeld. Op het pand kwam een groot bord te staan, met de woorden RINSO, een of ander soort zeep of schuurmiddel.
Ik zal het gewoon proberen. Weinig mensen zullen nog weten dat er in het Noordeinde op nr. 49 een boerderij stond, bewoond door Sijmen Jonkhart (Sijmen Soepkip). Hij was veehouder. Zijn gezin heeft bestaan uit tien kinderen en hij heeft 2 vrouwen gehad.
Laten we eerst Dora en haar werk eens bezien. Dora was een stil figuur, die verschillende werkhuizen had, niet de bekendheid zoals later Marie, maar ik moest altijd aan haar denken, als ik op school de verhalen hoorde van ridders, die tijdens een gevecht in het harnas stierven, dus tijdens hun werk. Zo ook Dora, tijdens haar werk brak haar schoonmaaktrapje, ze viel en brak daarbij haar nek. Noordeinde 49
Ook Marie had in het begin verschillende werkhuizen, daarbij had ze een zakelijke aanleg, zij nam de boodschappen mee voor de mensen voor wie zij die dag werkte, eerst als een liefdedienst, maar zij zette dit om in een zakelijke. Eenmaal in de week kwam van Zaandam, Siem de Waal, als grossier in huishoudelijke- en koloniale waren, de winkels bevoorraden. Zij vroeg aan hem of zij ook bij zijn klantenkring mocht behoren en dat gebeurde. Dit was het prille begin van de later bekende zaak. Het winkeltje was niet alleen voor hen een oplossing, ook voor de bewoners. Ze zaten vrij ver van de bestaande winkels, vooral voor de kinderen,
Vier van de kinderen kan ik mij herinneren: de oudste, Grietje, geboren 1887, uit het 1e huwelijk, de zusters van haar waren, Marie, Dora en Nelie. In 1924 moesten zij de boerderij verlaten en werd er een woning betrokken in de Van Beekstraat op nr. 121 en werd er werk gezocht en gevonden, huishoudelijke werkzaamheden. Voor Grietje viel dat niet mee, wegens haar handicap, zij was klein en mank, de jongens noemden haar later Wammes Waggel. Zij had moeite met lopen. Zij ging uit naaien, probeerde te fietsen, maar dat ging ook moeilijk, totdat Evert Does Sr., de oprichter van de ENHABO, er achter kwam
17
die wel eens een boodschap moesten doen, weinigen hadden toen een fiets.
schuur niet op slot en zorgden ze ervoor dat de benodigde wasmiddelen in de schuur stonden, zeer tevreden waren de buurtbewoners en het probleem was opgelost, de verrekening kwam in de week wel. Over Nelie iets uit haar leven te vertellen is moeilijk, zij was een stil figuur. Als zij gezamenlijk naar de kerk waren geweest, dan aten ze vaak met z’n vieren en aten dan AAL. Door haar handicap deed zíj het huishouden en had een dag per week een klein wijkje in de Van Beekstraat. Zij wilde toch iets bijdragen. Als ik daar mijn postwijk bezorgde en Nelie liep die dag daar ook, vond ik nog al eens iets wat uit haar mandje was gevallen. Maar ik weet wel zeker dat zij aan hun geloof veel steun hadden. Het volgende vers kenden zij allen en vertrouwden daarop.
winkel van de gezusters Jonkhart
Maar na verloop van tijd kwamen er klachten, omdat ze ’s zondags gesloten waren en niet alleen wettelijk, ook principieel, wat van veel andere winkeltjes in het dorp niet gezegd kon worden. Ze gingen vaak als gezusters naar de kerk, er waren mensen die ze zo zagen gaan, Geloof, Hoop en Liefde. Maar er waren ook mensen die de zondag anders besteedden, n.l. de was van maandag alvast in de week zetten of in de soda en ja als dat op was gaf het een probleem, maar ook voor Marie. Nu weet ik niet of Marie goed heeft opgelet op de catechisatie toen er over het verschil van kerkleer werd gehandeld, toen het ging over verschil van Doopsgezinden en hun leer.
De tijd draagt alle mensen voort Op zijn gestage stroom Ze zijn als gras door zon verdord Vervluchtigd als een droom. En duizend jaar gaan als de dag Van gisteren voor U heen Een schaduw, een gedachte vaag Een nachtwaak die verdween. O God die droeg ons voorgeslacht In tegenspoed en kruis Wees ons een gids in storm en nacht En eeuwig ons thuis. De laatste jaren waren moeilijke tijden voor Nelie en Marie. Zij die altijd voor zichzelf konden zorgen, werden nu tegen hun zin door anderen verzorgd. Maar het kon niet anders. Omdat zij geen nakomelingen hadden, zou hun naam en geschiedenis spoedig vergeten zijn. Dat wilde Nelie niet en ze maakte met de eigenaar van het plaatselijk museum, overigens zonder Marie daar in te kennen, de afspraak dat de inventaris van de winkel naar het Grietje Tump museum ging. En zo geschiedde.
Ter verduidelijking een verhaal. Menno Simons, de oprichter van de Doopsgezinden, zat eens om het geloof in Friesland vast, ik weet niet meer in welke plaats. De poort was vast en werd bewaakt. Menno wist dit. Hij nam een diligence en ging, vermomd als koetsier op de bok zitten. Bij de poort vroeg de wacht of Menno Simons er bij was. Men moet weten, een doopsgezinde mag niet in militaire dienst, mag geen eed zweren en ook niet liegen (wij trouwens ook niet!-. Menno opende hierop zelf het raampje van de passagiersruimte en de wacht herhaalde de vraag. Menno zei: “men zegt nee!”.
Mijn wens is een grote belangstelling. Simon Kalf.
In het vervolg lieten de zusters zondags de
18
De Twiskepolder werd gerealiseerd in 1942 al weer 70 jaar geleden De Twiskepolder ontleent de naam aan het riviertje/stroompje de Twiske dat liep van de Waterlandse IJ- en Zeedijk tot aan de Wormer (Achterdichting). De polder ligt tussen Oostzaan, Landsmeer en Den Ilp en werd in de Tweede Wereldoorlog omdijkt om te gaan dienen als landbouwgrond. Dit is echter nooit een succes geworden, want de grond was er beslist niet geschikt voor.
waarbij de onteigenings- en ruilverkavelingswet ter zijde werden gesteld. Op ongeveer 100 meter vanaf de as van de weg gerekend, werd de grens gelegd en velen verloren daardoor ook een behoorlijk stuk van hun erf. Spectaculair was indertijd wel de wijze waarop de baggermolens het Twiskegebied binnenkwamen. Omdat er geen goede toegangsweg was en het gebied ook veel te drassig werd gewoon ter hoogte van Den Ilp 99 en 101, bij de zogeheten Witte brug, de weg doorgegraven. In het ontstane gat werd een pont gelegd voor het, in die tijd, overigens geringe verkeer. Hieronder wat foto’s.
In 1941 werd ‘ter beschikbaarstelling in eigendom van de Staat’ gevorderd van de gronden, overeenkomstig de daartoe door de Provinciale Waterstaat van NoordHolland opgemaakte plannen. Hierbij kan opgemerkt worden, dat het hier een ‘vordering’ betrof, een Duitse maatregel,
19
Zijn laatste dag als brugwachter Uit het archief van Govert Wals Hij had er bewust naar toegeleefd, naar die komt er van de kant van de Breek ook een dag dat hij voor het laatst de brug zou signaal, maar ook daar is geen boot te zien. bedienen. Eindelijk was het dan zover. Hij De brugwachter begint zich een beetje voelde zich opgelucht toen hij die avond om onzeker te voelen. Zo heb je niks te doen zes uur post vatte bij de Van Zonbrug. Nog en zo komt er van twee kanten bijna gelijkeen uurtje en hij was er af. tijdig een boot. Er wordt weer geblazen en De man in spé liet zijn gedachten gaan: nog ziet hij niets, maar hij begint toch maar hoe was het ook alweer begonnen? Hoe met de voorbereidende werkzaamheden om was hij brugwachter geworden? Al mijmede brug op te halen. En ja daar doemt rend draaide hij zijn gedachten terug in de vanuit het Ilperveld een koeboot op met tijd. Ja nu wist hij het weer. Bij het overaan het roer een hobby-/deeltijdboer, een dragen van een gedeelte van de dorpsweg, oud collega van de brugwachter. van het Hoogheemraadschap naar de geGewoonlijk was het voor dit soort vaarmeente Landsmeer, waren er ook bruggen tuigen niet nodig de brug te openen, maar bij inbegrepen die zich in dit gedeelte van deze keer was dat door de belading wel het het lint bevonden. Bij de Van Zonbrug deed geval. Met enig wantrouwen bekijkt de zich het probleem voor dat deze op gezette brugwachter het tafereel, temeer daar hij tijden bediend moest worden. Een soortvoor in de boot nog iemand ziet, die daar gelijk probleem had zich in het verleden al normaliter niets te zoeken heeft. Dan eens eerder voorgedaan bij een andere begint die persoon ook nog vragen op hem brug en was niet binnen het ambtenarenaf te vuren in de trant van: hoe laat ze nog circuit op te lossen. Om uit deze impasse te terug kunnen met de koeboot en als ze wat komen besloot het gemeentebestuur om de later zijn of hij dan even op ze zou kunnen hand in eigen boezem te steken en zo kon wachten. Doch de brugwachter, een goed het gebeuren dat een wethouder/raadslid ambtenaar zijnde, pareerde de vragen met zich beschikbaar stelde voor de niet echt het volgende antwoord: “als mijn tijd erop aantrekkelijke functie van brugwachter. Met zit en dat is om zeven uur, dan gaat de het in eigendom krijgen van de genoemde brug op slot, dus tot die tijd kun je er brug werd het probleem zelfs nog wat door”. Hij blijft bij zijn principes, tijd is tijd. groter. Naast de dagtaak overdag binnen Het gevolg is echter dat de brugwachter het gemeentelijk apparaat moest juist in de een stortvloed van argumenten over zich tijd van 18 tot 19 uur de brug geopend heen krijgt, een hele reeks economische worden. Om nog maar niet te spreken over nadelen waaruit moet blijken dat het behet feit dat het culturele leven van de drijf van de voormalige collega ernstig ambtenaar ook in het geding kwam. Het benadeeld wordt, worden aangevoerd. Het gevolg was dat er weinig animo was voor gevolg is dat de brugwachter begint te de job van brugwachter. twijfelen en hij zich zelfs laat overhalen om Uiteindelijk had hij zich toen maar beschikop de fiets te stappen om op een bepaald baar gesteld. Of dat nu was door zijn soadres even verderop de onverkwikkelijke ciale inslag ten aanzien van zijn medemens, zaak te bespreken. Zo gezegd zo gedaan. of dat het water hem trok, wist hij eigenlijk Maar op genoemd adres is niemand te beniet meer. Maar een hengeltje kunnen uitkennen, dus keert de brugwachter na enige gooien onder diensttijd trok hem over de tijd terug naar de brug en zijn vishengel. streep. Zijn gepeins werd plotseling wreed Enige tijd later, wéér geluidsignalen en… verstoord door het duidelijke signaal van weer van beide kanten nog wel! een scheepstoeter, maar in geen velden of Grimmig loopt hij naar de brug en kijkt wegen is er een vaartuig te bekennen. Dan links en rechts waar weer niets te zien is.
20
Houden ze hem nou voor de gek? ‘Oud kunnen ze worden’ voordat ik de brug opendraai, denkt hij. Laat ze eerst maar in het zicht komen, dan kan ik zien wie het zijn. En ja hoor, even later komt de koeboot van zijn oud-collega deeltijdboer vanaf de Breek aan varen. Echter, met beide laadkleppen in horizontale stand en geen hoge lading aan boord. Wel twee lachende bekenden die hem heel vriendelijk groeten als ze onder de gesloten brug
Landsmeer 26-2-1927 De firma De Boer en Prett, die voor het gemeentehuis een nieuwe straat in aanleg heeft, is begonnen aan de verbinding van die straat met de Dorpsstraat. Daarvoor zal tegenover het Raadhuis een groote, breede brug gemaakt worden. Tevens zal de bestaande straatweg verbreed worden zoodat er een pleintje komt, met aan het begin van de nieuwe straat boomen en heesters. Men weet dat genoemde aannemers van de gemeente een bijdrage in de kosten van dit werk vroegen, hetgeen de gemeenteraad heeft geweigerd. En daar de Raad ook geen bijdrage in de kosten van het ‘verleggen’ der sloot bleek te willen geven, zal het werk nu geheel voor rekening van De Boer en Prett geschieden.
doorvaren. De brugwachter uit nu enige verwensingen, die niet voor publicatie geschikt zijn. Kijkt op zijn horloge en denkt: gelukkig mijn tijd zit erop en ik ben brugwachter af. Govert Wals, februari 1996
Stenen brug naar de Raadhuisstraat
de eerste huizen in de Raadhuisstraat bereikbaar met noodbrug
21
Vraag per e-mail Geruime tijd geleden ontvingen wij het volgende e-mail van de heer Jos Koene. Hallo Klaas Schaap, Ik was gisteren nog bij mijn vader en toen kwam het verhaal op Sam Olij: Simon Paulus (Sam) Olij, Amsterdam, geb. 5 oktober 1900 en overleden Amsterdam, 4 augustus 1975) is een voormalig amateurbokser uit Landsmeer, Nederland, die namens zijn vaderland eenmaal deelnam aan de Olympische spelen. In 1928, toen Amsterdam gastheer was van de Olympische spelen, verloor hij in de kwartfinales van het zwaargewicht (tot 91 kg) van een tegenstander uit Argentinië. Olij maakte deel uit van een zeskoppige selectie, onder wie Ben Bril, Bep van Klaveren en Karel Miljon, die onder leiding stond van trainer Theo Huizenaar. Sam Olij was in de oorlog een beruchte politieman en Jodenjager. Citaat uit het boek ‘Landverraad’ van Koos Groen: … het arresteren van dertig blinde joden voor de arbeidsinzet in Polen was er vooral debet aan dat hij ter dood veroordeeld werd. In tweede instantie werd de straf verlaagd tot 15 jaar. Hij ontsnapte. Net als zijn zoon Jan Olij, die als SS-vrijwilliger aan het oostfront actief was, gewond terugkeerde en zich vervolgens ‘nuttig’ maakte bij de Grüne Polizei. Na de oorlog nam hij de benen naar Argentinië. Hij overleed op 74-jarige leeftijd.
vlnr: gem. opzichter Veen, schrijver Schraverus, veldwachter Van der Veen en secr. Adriaan de Boer
Pa weet gelukkig nog bijna alles in detail. Zo is die Sam Olij op een gegeven nacht bij zijn maîtresse, de vrouwe van een melkboer aan de Stoombootweg en loopt daar een overvalsploeg van de BS tegen het lijf, die bezig was de er naastgelegen groentewinkel te beroven. Daar ontstond een patstelling. Mijn vader is daar toen met de foute burgemeester Schmitz naar toe gegaan om deze hachelijke situatie op te lossen. Dat was dus een lange nacht van overleggen, waarbij Sam Olij beloofde zijn mond verder te houden. Hierbij extra aangemoedigd door doodsbedreigingen van de andere partij. Net na de bevrijding heeft mijn vader Sam Olij gearresteerd. Daar is een foto van gemaakt. Is die soms in jullie bezit of door jullie te achterhalen? Verder heb ik me kleurenblind gezocht naar de foto waarover ik je al eerder mailde; een statiefoto van drie heren: burgemeester Van Beek, gem. secretaris De Boer en mijn grootvader Swier van der Veen. Wij hebben hem zelf, na de verhuizing van mijn vader van Haarlem naar Amsterdam, niet meer teruggevonden. Hebben jullie die misschien in jullie archief? Ik wacht met spanning op je reactie. Met vriendelijke groet, Jos Koenen.
links veldwachter Van der Veen, rechts Adriaan de Boer
22
Tachtig jaar, de herfst van het leven Onderstaan verhaaltje, in een voor ons vreemd dialect, is door Ab Spits opgedoken en door ondergetekende geprobeerd het in Landsmeer dialect te vertalen. Tachtig jaar, de herfst van het leven We laike wat klainer te worre Je klooie, dr zit wainig medel meer in Je voorhoufd wordt alle jare langer Je moet de skaaing in je heer braaie De naade in je bakkes worre almaar dieper Je heer laikt wel beskimmeld je tande en kieze Benne vort De lampe geve te kort licht De mense praate veul te zacht De dekes geve te wainig wicht De taid van vroeger laikt wel guster De dinge voor morrege moet je vanevend opskraive Gelukkig dat er gebitte, brille, hoor apperate, petoffels, elektrieke dekes en opskraifboekies benne
Maar an de aare kant Je kenne slepe zolang je wulle Je hoeve niet zo lang meer te vroete Je kraige je AOW zo maar theus estuurd Je kenne uitgaan wanneer en zolang je wulle Je kenne goekoop met ’t spoor mee Je benne niet meer loof van ’t kleine jonges verbiede Je kenne de deur vastdraaie as je theus komme Je hewwe meer taid voor mekaar Je hewwe alle taid om met je klainkindere te speule of te beurse met je kamerade De herfst is zo beroerd nag niet Nog een mooie dag voor alle en beter weer. Arie van Neel van Arijan
Het dorp Landsmeer Korte beschrijving van de ontwikkeling van het dorp Landsmeer. Landsmeer ontstond als ontginningsnederzetting langs de eerste gouw = wegsloot, die bij oostwaartse ontginning vanaf het Twiske werd gegraven. Op 23 juni 1326 gaf graaf Willem III uit het Henegouwse Huis als graaf van Holland enkele stukken grond en de helft van een huis met erf, erfelijk in leen aan Sijmen Klaas Trudenszn te Landsmeer. In deze leenbrief staat het dorp omschreven als een parochie in Waterland onder de naam ‘Lantsmaer’. In het algemeen laat men de geschiedenis van het dorp in dat jaar beginnen, alhoewel de naam van het dorp en ook Watergang, voorheen ook een stukje Landsmeer, reeds voorkomen op een kaart uit het jaar 1288. In het tijdsbestek tot 1850 had het dorp zich ontwikkeld tot een langgerekte, tweezijdig bebouwde nederzetting langs de wegsloot. Aan de westzijde daarvan lag de eerder genoemde landverbinding tussen Kadoelen en Purmerend. Het Landsmeerse
deel van deze verbinding kreeg de namen Zuideinde, Dorpsstraat en Noordeinde. Langs de Dorpsstraat, waar in de 17e eeuw een protestantse kerk en een rechthuis waren gebouwd, was de tweezijdige bebouwing relatief dicht. Langs Zuid- en Noordeinde was de bebouwing gespreid. De bebouwing aan de westzijde van de weg was over het algemeen dichter dan die aan de oostzijde, waar de huizen en boerderijen via kleine bruggen (zijltjes genoemd) over de wegsloot moesten worden bereikt. De ruimtelijke ontwikkelingen die zich kort na 1850 als gevolg van de succesvolle pluimveehouderij zouden gaan voordoen, beperkten zich voor 1900 alleen tot de Dorpsstraat. Tussen 1850 en 1870 veranderde hier het aanzien door vervanging van de dorpskerk, de bouw van enige voorname woonhuizen en de ontwikkeling van een nieuw raadhuis ter plekke van het oude rechthuis. Vanaf 1875 begon ge-
23
leidelijk een verdere verdichting van de bebouwing langs de Dorpsstraat en langs het Noord- en Zuideinde. Dit proces kwam na 1900 in een stroomversnelling, die behoudens een inzinking tijdens de Eerste Wereldoorlog tot in de jaren dertig voort- ging. De bebouwing beperkte zich niet meer tot alleen de noord-zuidas, maar verrees nu ook aan weerszijden van de Van Beekstraat, waar vooral tussen 1900 en 1915 diverse eierhandelaren woonhuizen met achtergelegen eierpakhuizen bouwden. In deze periode verrees aan de Dorpsstraat een nieuw postkantoor en werden diverse woonhuizen verbouwd tot winkelpanden of door nieuwe winkelwoonhuizen vervangen. Op enige afstand van de rijweg werden ook hier eierpakhuizen gebouwd. Naast een verandering in het bebouwingsbeeld wijzigde zich ook het beeld van de openbare ruimte. Dit werd vooral veroorzaakt door verbreding van de Dorpsstraat en de hiermee gepaard gaande demping van de wegsloot en versmalling van de hieraan grenzende voortuinen. Naast uitgroei en verdichting langs bestaande wegen werd tussen 1920 en 1930 ten oosten van de Dorpsstraat een bescheiden dorpsuitbreiding gerealiseerd langs de nieuw aangelegde Raadhuisstraat en Calkoenstraat. Verdere uitbreidingsplannen waren er binnen de raad wel aanwezig, maar de economische tijd en de Tweede Wereldoorlog staken een spaak in het wiel. Er heerste grote werkloosheid. Na de oorlog trok de economie weer aan. De industrie in AmsterdamNoord kwam geweldig opzetten en van heinde een ver kwamen arbeiders naar Landsmeer. Er was een groot tekort aan woningen. Net in die tijd, we spreken van 1949, werd in Landsmeer de heer G.G. Post tot burgemeester benoemd. Deze heeft zich, samen met de toenmalige raad, geweldig ingespannen om de woningbouw van de grond te krijgen. Vanaf de jaren vijftig t/m tachtig van de vorige eeuw kwamen achtereenvolgens de volgende objecten en wijken tot stand:
24
het begon met de bouw van een verzorgingshuis, ‘De Keern’; in 1951 kwamen er 30 woningen aan de Sportlaan, Herculesweg e.o., dit ook in verband met de aanleg van het sportpark, meteen hierna volgde het gebied begrensd door Dorpsstraat, Raadhuisstraat, Aalscholverstraat en Van Beekstraat; het gebied begrensd door Dorpsstraat, Gortersloot, Zultestraat en Raadhuisstraat; het gebied ten Noorden van de Gortersloot; het gebied ten noorden van de Stoombootweg en ten westen van het Zuideinde, is plan Nieuw Zuid. De Twiskeschool werd hier in 1961 gerealiseerd en ook de 1000e woning die na de bevrijding werd gebouwd. In datzelfde jaar werd tevens de 8000e inwoner geboren. Niet veel later, we spreken over 1966, om precies te zijn 1 augustus, verloor Landsmeer vele hectares aan Amsterdam door annexatie van Kadoelen. Landsmeer ging terug van 1823 ha naar 1353 ha en van een inwonertal van 8568 naar 5852. Maar Landsmeer kwam terug en hoe, de volgende plannen werden gerealiseerd: - het gebied ten oosten van de Zultestraat en Aalscholverstraat, is plan Oost; - het gebied ten zuiden van de Van Beekstraat, is plan Nieuwe Gouw (bij ons beter bekend als de Havenzathe, dit was echter de naam van de projectontwikkelaar. De bouw en verkoop begon in 1969. De 1e woning werd opgeleverd in april 1970, waarvan de sleutels werden overhandigd aan Ernst van Altena op Drakenstein. De bouwer en uitvoerder van plan Nieuwe Gouw was Staalproject. De bungalows en het winkelcentrum zijn echter gebouwd door Veenman en Vinke. - het gebied ten westen van de Dorpsstraat en Zuideinde, is plan Luijendijk. - Jaren geleden sprak men veel en nadrukkelijk over het behouden van een dorpsgezicht, men noemde het zelfs ‘beschermd’ dorpsgezicht, daar is in
Landsmeer niet veel meer van te merken en nog weinig van over. Als we alleen al de Dorpsstraat nemen, dan is er zelfs maar weinig wat nog aan vroeger doet denken. Al zullen weinigen zich de wegsloot nog kunnen herinneren.
toor stond, werd ‘De Nieuwe Post’ gerealiseerd. Jachthaven Robinson van tante Trijn is ook gevallen voor nieuwbouw evenals het ernaast gelegen bedrijf van Goede. Hier staan nu appartementen op ‘Robinsonhaven’. Intussen is ook het huis en bedrijfspand van de graanboeren Roele in handen van een projectontwikkelaar gekomen en wordt dit aangeprezen met onderstaand bord.
Reed men vroeger van Landsmeer naar Purmerend dan zag men naast een aantal boerderijen vooral veel kleine huisjes, waar vaak flink wat mensen woonden. Als je nu dezelfde route rijdt, dan zie je het ene kapitale pand na het andere, waar tegenwoordig nog maar een paar mensen in wonen. Ja Landsmeer veranderde en verandert nog steeds, gaat ook mee in ‘de vaart der volkeren’. Over de laatste ontwikkelingen in het dorp kunnen we kort zijn en vindt vooral plaats in het centrum van het dorp. Waar eens de bibliotheek stond verrees het ‘Schrijvershuis’ en pal ernaast waar eens het postkan-
Met behulp van de volgende foto’s laten we u zien hoeveel er in de Dorpsstraat is veranderd. Hoeveel herinnert u zich hier nog van?
Op de volgende bladzijde ziet u hoe het er nu uit ziet en nog wat voorbeelden.
25
26
Jeugdvereniging ‘Vrij & Blij ‘ bestaat inmiddels meer dan 50 jaar (1960 - 2012) Hoe het begon en verder ging Toen in de jaren 50 in het uitbreidingsplan ten oosten van de Dorpsstraat in Landsmeer de eerste nieuwe woningen werden opgeleverd vestigden zich daar jonge gezinnen met veel kinderen. De meeste bewoners waren werkzaam in de scheepsbouwindustrie in Amsterdam-Noord. Vakantie was in die tijd niet zo vanzelf sprekend als tegenwoordig en daarom was het voor de jeugd fijn dat zij tijdens de zomervakanties van een fijne en onbezorgde vakantie konden genieten. In Landsmeer bestond al sinds 1955 een zomerkamp voor de jeugd, maar een aantal ouders waren niet tevreden en besloten zelf te onderzoeken wat de mogelijkheden voor het organiseren van een jeugdzomerkamp waren. Hiervoor werd op 13 september 1960 in Jachthaven Robinson een avond belegd, en werd tevens besloten om een vereniging op te richten met als doel het organiseren van zomerkampen voor de jeugd. De kersverse vereniging moest ook een naam hebben. Na vele voorstellen werd het voorstel van de heer B. Kolder, om de vereniging Vrij en Blij te noemen met instemming aangenomen. Het eerste zomerkamp ging in juli 1961 met 36 kinderen en begeleiding naar de boerderij van boer Willem in Voorthuizen. Een aantal dames was intussen begonnen met een handwerkclub en er werd ook een klaverjasclub opgericht. De clubavonden werden bij de leden thuis gehouden. Al snel kwam er ook een knutselclub bij, en later een toneelclub waarvoor naar Jachthaven Robinson werd uitgeweken. Het houden van clubavonden bij de leden thuis kon niet langer standhouden en toen de heer Hoeve zijn schuur achter Dorpsstraat 2 aanbood als clubruimte werd dit aanbod met dank aangenomen. Helaas was het gebruik van deze ruimte van korte duur doordat de schuur door brand werd verwoest, Opnieuw moest er naar de leden thuis worden uitgeweken tot dat de vereniging de beschikking kon krijgen over het als PvdA-gebouwtje bekend staande, maar eigenlijk niet meer zijnde dan een grote schuur aan de Van Beekstraat 33. Door de
toename van het aantal jeugdige leden tot ongeveer 150 was de situatie van huisvesting in dit gebouwtje verre van ideaal en werd er naarstig naar een eigen onderkomen gezocht. Daar veel bestuursleden en leden werkzaam waren bij de scheepswerf NDSM in Amsterdam-Noord, werd er in samenwerking met de directie van deze, toen nog bloeiende scheepswerf, een niet meer in gebruik zijnde directiekeet aan de vereniging geschonken. Alleen, waar in Landsmeer kon dit gebouw worden geplaatst? De Gemeente Landsmeer was niet erg snel met het beschikbaar stellen van een stuk grond.
Veel strijd met het gemeentebestuur, zelfs met een bezetting van het Gemeentehuis en dit leverde toch een stuk grond op, gelegen aan het eind van de Violierweg op nr. 30 in het plan Gortersloot Het bestuur en de leden konden aan de slag. Het gebouw moest op de scheepswerf gedemonteerd worden en naar Landsmeer worden vervoerd om aan de Violierweg opnieuw te worden opgebouwd. Veel hulp mocht Vrij en Blij hierbij ondervinden van de directeur van de NDSM die veel voor Vrij en Blij heeft gedaan. Door heel veel vrijwilligers, met als grote animator Koos v.d. Berg, werden de mouwen opgestroopt en na heel veel werk te hebben verzet, werd het eerste eigen clubgebouw van Jeugdvereniging Vrij en Blij op zaterdag 26 september 1970 geopend. De clubactiviteiten konden nu worden uitgebreid. Er kon meer in clubverband worden georganiseerd.
27
In het voorjaar van 1994 kon er weer voor het zomerkamp worden ingeschreven, helaas was de belangstelling zo gering dat het bestuur met tegenzin moest besluiten om met het zomerkamp te stoppen. Een aanleiding voor deze verminderde belangstelling is niet meer te achterhalen. De vereniging groeide gestadig tot 700 gezinnen die lid waren, met het gevolg dat dit eerste eigen clubgebouw te klein werd. Er werd over gedacht om het gebouw met 10 meter uit te breiden maar de slag met het gemeentebestuur en de omwonenden werd verloren. Het bestemmingsplan moest worden gewijzigd en uiteindelijk besliste Gedeputeerde Staten in maart 1975 negatief en adviseerde dat er binnen de Gemeente Landsmeer een andere plaats voor het gebouw moest worden gevonden. Nu de geplande uitbreiding, die ook veel geld moest kosten, niet kon doorgaan werd er overwogen om het advies van Gedeputeerde Staten te volgen en elders in de gemeente een geheel nieuw clubhuis te gaan bouwen. De plannen lagen snel op tafel, maar de gemeente had geen grond beschikbaar. Na 2 jaar touwtrekken met de gemeente, en de heer Arnold Martini inmiddels als burgemeester, werden er in 1976 door de Gemeente Landsmeer twee kavels grond voorgedragen, één in de Tormentilstraat en één aan de rand van de nieuwbouwwijk Nieuwe Gouw, in Landsmeer beter bekend als de Havenzathe. Het bestuur koos voor de laatste, de huidige Dr. M.L. Kingstraat tussen de openbare school De Stap en het Dienstencentrum. Na veel contact tussen het bestuur, de architect Gerard Wals uit Landsmeer en het gemeentebestuur kreeg Vrij en Blij toestemming om te gaan bouwen. Op 18 juli 1978 sloeg burgemeester Arnold Martini de eerste paal de grond in. Ruim een jaar later, op zaterdag 1 september 1979, werd het nieuwe, en nu nog huidige clubgebouw, officieel door burgemeester Arnold Martini geopend.
links voor met overall Koos v.d. Berg
Er was elke avond tot ongeveer 21.00 uur altijd iets te doen voor de jeugd: figuurzagen, handenarbeid, handwerken, toneelen discoavonden.
Op 13 maart 1973 werd in dit gebouw het 12 ½ jarig bestaan van de vereniging gevierd. Het organiseren van het zomerkamp ‘Vrij Buiten’, voor de jeugd van 4 tot 18 jaar, dat de aanleiding was om de vereniging op te richten, was intussen een jaarlijks terugkerend succesvol evenement. In 1961 begonnen met 36 kinderen waren dat er 25 jaar later in 1986 al 133 kinderen en 16 begeleiders(sters). Het eerste zomerkamp ging naar Voorthuizen, daarna waren er zomerkampen in Putten, verschillende keren in Ommen, Wapenveld en ook in Friesland. Van af 1973 tot het laatste zomerkamp in 1993 werd gebruik gemaakt van kampeerboerderij ‘De Berghoeve‘ in Epe. Het 14 daagse zomerkamp kostte in 1985 175 gulden per kind. De kinderen en begeleiding werden gehaald en gebracht met een bus en sommige particulieren vervoerden geheel belangloos kinderen. De bagage, fietsen en materialen werden apart met een vrachtwagen vervoerd. De vereniging kon elk jaar rekenen op een groot aantal vrijwilligers.
Bij de verhuizing van de Violierweg naar de M.L. Kingstraat telde de vereniging 700 leden (gezinnen). Een aantal maanden na de oplevering van het nieuwe clubgebouw was het ledental de 1000 (gezinnen) gepasseerd. Voor haar verdiensten als 25 jaar leidster van het Vrij Buiten zomerkamp en het vele
28
werk dat zij voor de Landsmeerse jeugd had gedaan, werd in 1980 aan mevr. G. Kolder–de Graaf, in het nieuwe Geertruidahuis, door wethouder Ben v.d. Bosch de erepenning van de Gemeente Landsmeer uitgereikt. Hierdoor mocht zij zich ereburger van Landsmeer noemen. De vereniging beschikte nu over een zee van ruimte, een grote zaal met bar, een echt toneel, een houten dansvloer en zelfs een verdieping met 3 wedstrijdbiljarts. De vreugde kon niet op. Na 2 ½ jaar besloot het bestuur om het nieuwe clubgebouw te gaan uitbreiden. Het ledental steeg intussen tot meer dan 1200 (gezinnen) en was Vrij en Blij de grootste vereniging van Landsmeer. Architect Gerard Wals maakte een ontwerp, aan het bestaande gebouw werd een vleugel aangebouwd. Na goedkeuring van de Gemeente Landsmeer werd in november 1989 de eerste paal voor de uitbreiding door wethouder Ben v.d. Bosch de grond ingeslagen. Na 10 maanden was de uitbreiding gereed. Vrij en Blij kon trots zijn met het bezit van een prachtig mooi gebouw, met op de begane grond, een entree, een grote zaal met een toneel en houten dansvloer, alsmede een kleine zaal (beide zalen met een bar), opslagruimte en een werkplaats voor het onderhoud van het gebouw. Op de verdieping een kleine vergaderzaal en een zaal met 5 wedstrijd biljarttafels en een bar.
uit de gehele omgeving waren aanwezig. In september 1985 werd het 25 jarig jubileum gevierd. Dit was ook het moment dat het bestuurslid van het eerste uur, voorzitter Mevr. G. Kolder–de Graaf haar voorzitterschap beëindigde. Voor de scheidende voorzitter had de aanwezige burgemeester Waltmans een complete ‘verrassing’. Bij Koninklijk Besluit werd de eremedaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau in zilver toegekend aan Mevr. G. Kolder–de Graaf te Landsmeer, voor haar verdienste ten behoeve van het buurt- en jeugdwerk in de gemeente Landsmeer. DE LAATSTE 25 JAAR In de loop der jaren werd de belangstelling voor de geboden activiteiten steeds minder. Niet dat het aantal leden daalde, integendeel Vrij en Blij heeft nu in 2010 nog 850 gezinnen die lid zijn, maar de belangstelling voor de activiteiten is bij zowel jeugd als de ouderen sterk afgenomen. Zeker sinds internet een gemeengoed is geworden en er een groter aanbod is van andere activiteiten. Een goed voorbeeld hiervan is het zomerkamp, op een gegeven moment was er geen belangstelling meer. Zo is het ook gegaan met de toneelclub, de revueclub, carnavalsviering, operetteclub, fietspuzzeltochten, palmpaasoptocht, de avondvierdaagse, het zomeravondvoetbal, biljarttoernooien, viswedstrijden voor de jeugd. Het is de voortschrijdende tijd. Maar de figuurzaagclub, de oudste club van Vrij en Blij, bestaat nog steeds en verder kan men bij Vrij en Blij dagelijks of wekelijks terecht voor biljarten, bridgen, klaverjassen, aerobics, damesgymnastiek, dansen voor jong en oud, jeugdsoos, linedance, creativiteitsclub en een spellenmiddag. Eén keer per maand is er een klaverjastoernooi, een bridgetoernooi, en een linedancemiddag, die alle drie goed worden bezocht. In september 2000 werd het 40 jarig jubileum gevierd. In 2007 ontving erelid André van Beek voor zijn vele verdiensten op het gebied van jeugdwerk voor de gemeenschap, uit handen van burgemeester Bert Mewe een koninklijke onderscheiding, de eremedaille in zilver verbonden aan de
Met dit gebouw was het ook mogelijk geworden om activiteiten te organiseren waar meer publiek kon worden toegelaten. Het jaarlijkse Kerstbal, met een prachtige in Kerstsfeer versierde zaal, veelal met bekende artiesten, werd massaal bezocht. Niet alleen bezoekers uit Landsmeer maar
29
Orde van Oranje Nassau.
heel veel vrijwilligers een gezonde vereniging.
In 2010 is het 50 jaar bestaan een feit. Een leeftijd die de oprichters in 1960 nooit hadden kunnen bedenken. Vrij en Blij telt 87 vrijwilligers en is door goed financieel beleid in deze 50 jaar en met behulp van
Piet Jongeruiter
Burgemeester G.G. Postschool voor openbaar ULO/MAVO 1958 – 1995. Velen onder u zullen wel vergeten zijn dat er in Landsmeer drie scholen waren voor voortgezet onderwijs, n.l. de VGLO-school van hoofd de heer Prikke, de LHNO-school De Springplank en de Burg. G. G. Postschool voor ULO Ze zijn allemaal verdwenen en een prooi geworden van de vergetelheid. Zelf heb ik als leraar aan de Ulo/Mavo de hele geschiedenis van de school meegemaakt. Toen ik in 1959 op sollicitatiebezoek moest naar Landsmeer, zei mijn hoofd uit Schagen, de heer Westenberg:”dat moet je niet doen, joh. Het is daar een armoedige boel. Allemaal kippenen eendenboertjes. Ze voeren die beesten met puf, visafval. Het stinkt er verschrikkelijk”. Ik herinner me nog goed de busrit van Amsterdam naar Landsmeer. Over de Buiksloterdijk en bij Kadoelen met de ‘rammelbus’ van Does naar beneden, het dorp in. Een smal weggetje met een brede sloot ernaast. Best eng hoor! Bij het oude gemeentehuis aangekomen, de trap op naar de kamer van burgemeester Post. Behalve de burgemeester waren ook aanwezig de wethouders Bakker en Vermeij. Het gesprek verliep prettig. Toen ik op 1 september 1959 begon, telde de ULO 2 eerste en 1 tweede klas. We zaten ingekwartierd in de Wagemakerschool (hoofd was de heer Van der Horst). Behalve met de juffen en meesters van de Wagemakerschool voerden we leuke gesprekken met de schoolschoonmaakster, de planken vloeren werden nog geschrobd!, en met de dorpsomroeper Jan Vet, ook wel Jan Loep. Jan stond elke ochtend op het kruispunt de straat te vegen. Hij begon op de driesprong te vegen bij de tabakswinkel van Derlagen. Als beloning kreeg hij een sigaar. Staande op de driesprong kon hij met alle voorbijgangers een praatje maken. Om 10 uur kwam Jan met een kruiwagen
cokes over het schoolplein gewandeld, bestemd voor de centrale verwarmingsketel van het gemeentehuis. Midden op het plein werd de kruiwagen neergezet om de meisjes van de 2e klas Ulo eens goed te bekijken. “Meester, wat zijn dat toch pittige meisjes”. Dan wees hij naar Beppie Leguit, zeggende:“die Beppie vind ik zo’n lief meisje”. Lachend maakte zij dan een paar sprongetjes in de lucht. Echt waar!! In het eerste jaar waren we met drie leraren: het hoofd de heer Blaauw, Aad Watertor en ik. Elk jaar kwam er een leraar bij: Ton Benjamin, Jaap Bruin, enz. We woonden allemaal dicht bij de school en vormden een echte vriendenclub. Aad en ik kenden elkaar uit de tijd, dat we meester waren op de openbare lagere school, nu Julianaschool geheten, te Schagen. Ton kende ik, daar wij samen op de Rijkskweekschool voor Onderwijzers in Alkmaar onze opleiding hadden gevolgd. De school, in 1961 gebouwd aan de Varenstraat, werd steeds groter. Enkele uitbreidingen met lokalen waren nodig om alle leerlingen te kunnen onderbrengen. Het sluitstuk vormde de bouw van het gymnastieklokaal. In de gloriejaren telde de school 340 leerlingen. De grote verandering in het onderwijs vond plaats in het jaar 1968 met de invoering van de Mammoetwet: Ulo werd Mavo. Moest je voor het Ulo-diploma examen doen in 13 vakken, waaronder verplicht Nederlands, Duits, Frans en Engels, en voor het Mavodiploma deed je examen in 6 vakken, waaronder verplicht Nederlands en 1 vreemde taal. De waarde van het Mavodiploma werd bepaald door de keuze van het vakkenpallet. Zodoende kon je examen doen met een ‘Pretpakket’. Mavo betekende een verschraling van het aantal vakken en niveauverlaging.
30
Met de entree van de Mammoet kregen we te maken met leraren, die bevoegd waren voor slechts 2 vakken. Gevolg: deeltijdleraren of urenleraren, die op meerdere scholen les gaven om een volledige baan te kunnen opbouwen. De tijd, dat alle leraren ’s morgens gelijk begonnen en ’s middags gelijk naar huis gingen, was voorbij. In het jaar 1980 ging de heer Blaauw met pensioen. Het was in die tijd mode, dat kleine scholen met elkaar gingen fuseren. Wethouder Nico Dorresteijn was een groot voorstander van een fusie tussen de Springplank en de Post–mavo. De heer Blaauw wilde hier niets van weten. Omdat na de Mavo veel leerlingen naar de Havo gingen, wilde hij een Havo-top stichten. Er zouden op de uitbreiding enkele lokalen gebouwd kunnen worden. Door zijn pensionering kon hij zijn plannen niet realiseren. De leraren hebben later deze zaak voor kennisgeving aangenomen. Van de nieuwe directeur, de heer E. van der Stoel waren de verwachtingen hoog gespannen. En inderdaad, de vernieuwing werd voortvarend in praktijk gebracht. Wethouder Dorresteijn kwam gauw met zijn stokpaardje, de fusie tussen de Springplank en de Postmavo, op de proppen. Van der Stoel mocht deze eervolle opdracht uitvoeren. Na veel vergaderen kon niet tot fuseren worden besloten. Bij de afwijzing heeft zeker een rol gespeeld, de vrees voor niveauverlaging van de Post-mavo, tot Lbo niveau. Het hele gedoe rond de fusie, ook in de
regionale kranten, heeft de school geen goed gedaan. De aantrekkingskracht voor nieuwe leerlingen ging verloren. Leerlingen uit Oostzaan en Amsterdam Noord gingen liever naar een scholengemeenschap. Zelfs leerlingen uit Landsmeer lieten de Postmavo links liggen. Door de achteruitgang van het aantal leerlingen moesten aan het eind van elk schooljaar enkele leraren de school verlaten. Dat betrof vaak goede leraren, die jaren op de school hadden gewerkt. Zo’n afscheid was dan een emotionele gebeurtenis. Het ging niet goed met de Postmavo. In het jaar 1990 werd besloten de school af te bouwen door toepassing van de ‘sterfhuisprocedure’.er werden geen nieuwe leerlingen meer aangenomen. In het jaar 1995 werd de school gesloten en kwam er een eind aan 37 jaar voortgezet onderwijs. Op de plaats waar de school stond zijn nu 4 blokken woningen verrezen. NB: In die tijd gingen vele kleine scholen van voortgezet onderwijs dicht. In Middenbeemster was een jaar daarvoor de mavo-school gesloten. Enige tijd geleden las ik in de krant, dat Beemster een nieuwe school wil opstarten voor mavo-havo onderwijs. Dertig jaar geleden pleitte Blaauw bij zijn afscheid reeds voor dit onderwijs. Had hij toen misschien al een vooruitziende blik? Landsmeer, 16 februari 2011 D. P. Roozendaal
De nieuwe Post Mavo in 1961
31
Gymnastiekvereniging ‘De Boksprong’ 1973 – 1996. In januari 1972 organiseerde de Ned. Bond van Plattelandsvrouwen een cursus ‘beter bewegen’, van 12 cursusmiddagen, die in het Dorpshuis van Den Ilp werden gehouden. Mevr. Els Witte, oud onderwijzeres te Amsterdam, bezocht deze middagen en ook toen al speelde ze met de gedachten aan gymnastiekonderwijs. Maar na haar verhuizing naar Purmerland was er niets meer van gekomen. Maar de dames die de cursus hadden gevolgd, wilden dit eigenlijk wel voortzetten. Zo meldde zich al heel snel een 12-tal dames, die iedere dondermiddag naar het oude knusse clubhuis van de voetbalvereniging kwamen. Ze namen kleuters en baby’s mee, de kinderwagens stonden geparkeerd in de zaal. Tot november 1973 waren ze onder de pannen en juf Els Witte schoolde zich bij en kreeg wat lessen van de Kon. Ned. Gym. Vereniging.
geld in te zamelen. Toen het Dorpshuis er eenmaal stond, hebben de dames er nog een poosje in gegymd, maar ook dat was behelpen. In 1975 is De Boksprong officieel opgericht, waarna wij ons in 1976 aansloten bij het K.N.G.V. Daardoor konden wij ook mee doen aan de springwedstrijden en wedstrijden met verenigingen in de regio. Dan moesten we ook juryleden leveren, dus gaven een aantal dames zich op om een jurycursus te volgen. Ook deden wij onderlinge wedstrijden in de Romneyloods, het was behelpen, maar het werd een leuke middag met 2 dames uit Ilpendam als jury. Nu we meededen aan wedstrijden moesten we deze zelf ook organiseren, maar omdat wij geen goeie accommodatie hadden, mochten wij de gymzaal van Ilpendam of Purmerend huren. We namen materialen van andere verenigingen over, zodat we een beetje beter in onze spullen kwamen. Om te oefenen voor de wedstrijden konden we altijd gebruik maken van de gymnastiekzaal van Ilpendam, maar het was nog steeds behelpen. Tot in 1992 SC Purmerland een grote sporthal kreeg, de Klaas Hoshal en wij daarin mochten gymmen. Toen hadden we het voor elkaar. We konden nu de wedstrijden zelf organiseren en ook de dames konden gymmen in een mooie ruimte. We hadden een kleedkamer en gingen nu 1 uur gymmen, hielden dan een kwartiertje pauze (de dames namen om de beurt koffie of thee mee) en daarna nog 3 kwartier volleyballen.
Maar men wilde niet alleen damesgym, voor de schoolkinderen was het goed als ze van een deskundige les kregen in gymnastiek, echter de accommodatie was het hete hangijzer. Op het sportterrein van de voetbalvereniging werd een Romneyloods gebouwd, daar mochten we gebruik van maken; het was er koud en op de grond lag zand. Als het erg geregend had, moest je over de kuilen en plassen heen springen, ondanks dat waren we er blij mee. Van de gymvereniging van Ilpendam kregen we wat oude materialen. En op woensdagmiddag werd er gestart voor de jeugd. De materialen moesten wel weer opgeruimd worden, zo werden deze opgeslagen in de brandweerkazerne; het was een heel heen en weer gesleep. De dondermiddag was voor de dames. Zij deden, als de grond het toeliet, grondoefeningen en rugoefeningen. Als het erg koud was in de winter werd er een partijtje volleybal gespeeld, daar werd je dan wel weer warm van. De club floreerde, we hadden een goed bestuur en er werd een krantje opgezet waar het wel en wee van de vereniging in werd verteld. Toen werd er ook voor de schooljeugd een sportdag georganiseerd. Dat viel goed in de smaak en werd daarna ieder jaar herhaald. Ook voor het realiseren van het Dorpshuis heeft de vereniging zich ingezet. We zijn met spandoeken door het dorp gegaan om
Na de jaren van oprichting en ook de lastige omstandigheden om te werken hield Els Witte het voor gezien. Zij heeft de vereniging heel ver gebracht. We vonden het erg jammer dat ze er mee stopte. Naar een andere gymjuf werd uitgezien en dat werd Etty Frieswijk, bij de jeugd werd het overgenomen door 2 dames van de vereniging. Bij de jeugd werd het echter steeds minder, ze gingen naar het hoger onderwijs en de jongens gingen voetballen. Dus werd deze afdeling opgeheven. De dames hebben het nog volgehouden tot 1996 toen Etty ook afscheid nam. Nog even hebben we les gehad van mevr. Korf, maar zij gaf les op een heel andere manier en dat leek ons wel niet zo te liggen. Zo hebben
32
ook de dames afscheid genomen van ‘de Boksprong’, met een etentje voor de leden. Het resterende bedrag wat nog in kas was, is toen overgemaakt naar stichting K.I.K.A.
dagen en roeimiddagen. Ook waren er Sinterklaas- en spelletjesavonden. Voor de jeugd was er een week naar Beekbergen, zwemmiddagen in het Wormerbad, strandwandelingen, schaatswedstrijden en speurtochten in het Twiske. Vooral voor de dames was het jammer dat het voorbij was.
Wij hebben leuke herinneringen aan de Boksprong Voor de dames werden er volleybalwedstrijden georganiseerd met o.a. de gymleden van Jisp en Ilpendam, fiets-
Leny de Boer
Helaas hebben wij geen foto’s van gymvereniging De Boksprong in ons archief. Mocht u in het bezit zijn van een paar foto’s, dan zouden wij die graag ter beschikking krijgen, zodat we ze kunnen scannen. (red).
Hoe het was en hoe hoe het is geworden Begin 1900 stond er een monumentaal postkantoor in de Dorpsstraat, dat begin vijftigerjaren werd vervangen door een nieuw postkantoor in de Fuutstraat. Veel bescheidener van omvang, maar nog steeds een echt postkantoor. Na nog een echt postkantoor aan de Burg. Postweg gehad hebbend is ook hieraan een eind gekomen. Voor postzaken kunt u nu terecht in een winkel waar ze enige postzaken erbij doen.
Hetzelfde geldt ongeveer voor het politiebureau. Dat begon met een klein (nood) gebouwtje achter het Raadhuis, werd tijdelijk ondergebracht in een woonhuis, vervolgens werd een prachtig bureau gebouwd aan de Burg. Postweg en nog niet zo lang geleden gehuisvest in een nieuw politiebureau op de hoek Dorpsstraat- Van Beekstraat en nu? een kamertje in het gemeentehuis
33
Contributie 2012 Zoals u ongetwijfeld wel weet, int de Oudheidkundige Vereniging in het voorjaar de contributie. Deze bedraagt nog steeds €8,-- en voor verzending per post €11,50. Deze contributie is nog steeds ongewijzigd ondanks de recessie. In deze Croosduyker zult u een acceptgiro aantreffen voor de leden die hun contributie voor 2012 nog niet hebben voldaan. Het vriendelijke verzoek is dan ook de contributie zo snel mogelijk over te maken. Voor de duidelijkheid vermelden we hier nog even het bankrekeningnummer: 43 398 77 t.n.v. de Oudheidkundige Vereniging Landsmeer. Op de acceptgiro staat links boven uw naam een nummer, dit is uw lidmaatschapsnummer. U zou ons erg helpen als u dit nummer bij betaling vermeldt, met tevens het contributiejaar. Voor de leden die geen acceptgiro in de Croosduyker aantreffen betekent dit, óf u heeft reeds betaald voor 2012, óf u heeft ons gemachtigd. Voor de leden die ons reeds hebben gemachtigd wordt de contributie omstreeks april 2013 afgeschreven van hun bank- of girorekening. Nogmaals willen wij de leden er op wijzen dat een machtiging voor het innen van de contributie een aanzienlijke lastenverlichting is voor de Oudheidkundige Vereniging. Hieronder treft u een machtigingformulier aan, maak hier alstublieft gebruik van. Namens het bestuur Oudheidkundige Vereniging Henk van Breemen
AANMELDING TOT LIDMAATSCHAP/MACHTIGING NAAM................................................................................................................M/V VOORLETTERS...........................EMAILADRES............................................................ ADRES.................................................................................................................... POSTCODE...............................WOONPLAATS.......................................................... GEBOORTEDATUM......................BANK/GIRONUMMER................................................. TELEFOONNUMMER(S).............................................................................................. HANDTEKENING
DATUM
................................
............................
Ondergetekende verleent hierbij tot wederopzegging machtiging aan de ‘Oudheidkundige Vereniging Landsmeer’ om van zijn/haar hierboven genoemde bank- of girorekening bedragen af te schrijven wegens contributie en donaties. Formulier inleveren bij: Henk van Breemen -Bobelkamp 11 -1121 JV Landsmeer . Telefoon 0204825049 - of bij één van de bestuursleden van de O.V.L. (opsturen mag ook).
34
Aan ’t meertje van Kadoelen Toen in zestien-zesendertig ’t Meertje eind’lijk droog ging staan kon het ‘breeckvolk’niet vermoeden hoe het ’t er nu is toegegaan. Hadden zij nét droge voeten nu golft er het malse gras en de schapen en de koeien korten grazend het gewas.
klein en groot er bovenop, waggelend – tractorgetrokken naar het erf voor zoldertop Als de avond was gevallen en de nacht al nader kwam klonk nog op de dars het buurtvolk lachend bij een boterham. De bewoners van het Meertje zaten laat nog buitenshuis; babbelden met buur en kennis en genoten ’t koel gedruis.
Oh – wat machtig schoven wolken wollig wit langs blauwe lucht; maar wat kon die storm ook beuken, regens, hagel vaak geducht. Brandend steeg ook zonnewarmte tegen de waranda aan van de lange rijen huizen die er rond het Meertje staan.
Alzo wisselden seizoenen, sneeuwgebal en schaatsgerij voorjaarskilte – rijke bloesem, grasgerol tot herfstgetij. Dan weerklonk het St. Maarten! dwars door wind en regenvlaag en voor moeders met hun kleintjes was het verkeer een ware plaag.
Zomer, in de vroege morgennevels dreef de boer zijn vee vooruit; uit de melkstal klonk ’t gerammel van de emmers – ijl en luid. Met het stijgen van het zonlicht kwam er leven in het veld, rinkelde de pakmachine als géén regen was voorspeld.
Zo kan ik wel blijven dichten, véél is er teloorgegaan. Er blijft heimwee in ons harte hoe dit destijds heeft bestaan.
In de avondkoelte zweette heel veel buurtjeugd op het land; zongedroogde hooipakketten gingen rap van hand tot hand. Hoog gestapeld ging de wagen;
Dirk de Vries (1919-2009) Landsmeer, 9 april 1982
35