Optimalisering registratie restschuld hypotheek Consultatie
9 maart 2015 1
Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1.
Aanleiding De huidige situatie
Hoofdstuk 2.
Voorgenomen wijziging Ons voorstel voor een aparte restschuldregistratie
Hoofdstuk 3.
Uitvoering Het nieuwe registratiebeleid in de praktijk
Hoofdstuk 4.
Consultatie Uw zienswijze
2
Inleiding Beste lezer, Het ontstaan van een restschuld na verkoop van de eigen woning komt de laatste jaren steeds vaker voor als gevolg van de daling van de woningwaarde de afgelopen periode. Voor registratie van restschulden is nog geen vaste, aparte contractsoort binnen CKI afgesproken. Het komt ook voor dat kredietvertrekkers hierdoor restschulden ten onrechte in het geheel niet registreren. Daarnaast is de wijze waarop verliesdeclaraties bij NHG in CKI worden geregistreerd complex. Dit leidt steeds vaker tot inconsistent gebruik van registratiecoderingen met als gevolg een toenemend risico op interpretatiefouten. Daar wil BKR verbetering in brengen. Nieuwe restschuldregistratie Wij zijn voornemens om de restschuldregistratie per 1 januari 2016 anders in te richten. Kort samengevat stellen we twee aparte kredietsoorten binnen CKI voor restschulden na verkoop van de woning voor. Daarbij maken we gebruik van de bestaande record lay-out voor de registratie van aflopende kredieten. De kredietsoorten zijn: Restschuld Hypotheek (RH) en Restschuld NHGHypotheek (RN). Voordelen Deze wijziging brengt veel voordelen met zich mee. Met als belangrijkste voordeel dat we onze aangesloten klanten en consumenten, op een transparante manier, van hoogwaardige en relevante informatie kunnen blijven voorzien. Het geeft kredietaanbieders toegang tot relevante informatie om risico’s nog beter te kunnen inschatten, zowel preventief (bij acceptatie) als in het beheertraject. Aparte registratie levert tegelijkertijd een bijdrage aan de invulling van de zorgplicht van de kredietaanbieder. Een goed werkend stelsel van kredietregistratie stelt consumenten in staat om krediet te krijgen in overeenstemming met hun financiële draagkracht, waardoor overkreditering kan worden voorkomen. Het helpt ook bij het openstellen van de kredietmarkt door het bevorderen van een gelijk speelveld voor kredietaanbieders, waardoor consumenten meer kredietkeuze krijgen en de mobiliteit van klanten wordt bevorderd. Uw zienswijze Met dit consultatiedocument informeren wij u als belanghebbende partij over de voorgenomen beleidswijziging van BKR en geven wij u de mogelijkheid uw zienswijze met ons te delen. Op die manier zorgen we ervoor dat ons beleid zorgvuldig tot stand komt. Leeswijzer In dit consultatiedocument omschrijven we eerst de huidige situatie en de aanleiding. In hoofdstuk 2 ziet u waarom een aanpassing van de restschuldregistratie zo belangrijk is. In hoofdstuk 3 gaan we in op de praktische uitvoering. Tot slot vragen wij u in hoofdstuk 4 om uw zienswijze. Alvast vriendelijk bedankt voor uw betrokkenheid en reactie. Met vriendelijke groet, Peter van den Bosch Algemeen directeur BKR
Dit consultatiedocument wordt voorgelegd aan belangrijke stakeholders, waaronder onze zakelijke klanten en hun vijf koepelorganisaties. Dit zijn de NVB, de NVVK, de VFN, de NTO en het Verbond van Verzekeraars. Ook andere stakeholders, zoals de Vereniging Eigen Huis en de AFM, ontvangen deze consultatie. 3
Hoofdstuk 1. Aanleiding De huidige situatie
In dit hoofdstuk omschrijven we op welke manieren consumenten omgaan met een restschuld, hoe restschulden in CKI geregistreerd worden en wat de verschillen zijn tussen een hypotheek zonder en met NHG. Nadat u dit hoofdstuk heeft gelezen, heeft u een duidelijk beeld van de huidige werkwijze rondom de registratie van restschulden.
1.1 Welke mogelijkheden heeft een klant met een restschuld? Voor de restschuld die ontstaat bij verkoop van de eigen woning bestaat een aantal oplossingen. 1. zelf aflossen 2. meefinancieren in een nieuwe hypotheek 1 3. een consumptief krediet of betalingsregeling afsluiten 4. een beroep doen op de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) 1.2 Hoe worden restschulden op dit moment geregistreerd in CKI? Een restschuld moet in CKI geregistreerd worden, tenzij deze wordt meegefinancierd in een nieuwe hypotheek. Op dit moment is er geen aparte contractsoort afgesproken voor een restschuld. Hieronder lichten we de huidige werkwijze van registratie verder toe. Eerst op een gewone hypotheek, daarna op een NHG-hypotheek. Restschuld op een gewone hypotheek Heeft de klant geen achterstand en zijn er geen bijzonderheden? Dan wordt de restschuld geregistreerd onder de contractsoort code AK (aflopend krediet) of eventueel RK (doorlopend krediet). Heeft de klant een achterstand en / of zijn er bijzonderheden? Dan blijft de restschuld geregistreerd onder de contractsoort code HY (hypotheek) met de achterstand (A) en/of bijzonderheidscodering en 2 zonder PLA (praktisch laatste aflosdatum) .
1 2
De rente op de lening is per 1 januari 2015 maximaal 15 jaar aftrekbaar. In het CKI worden 4 datumvelden van een contract geregistreerd: De eerste aflossingsdatum: de datum waarop de overeenkomst begint. Deze datum is bij hypotheken gelijk aan de datum van de eerste achterstand- of bijzonderheidsmelding. Want hypotheken worden negatief geregistreerd. De theoretisch laatste aflossingsdatum: de afgesproken einddatum van de overeenkomst. Deze datum wordt bij registratie van de overeenkomst vastgelegd in CKI. De praktisch laatste aflossingsdatum (PLA): de datum waarop de overeenkomst daadwerkelijk is beëindigd. Deze datum wordt in CKI gemeld wanneer de overeenkomst afloopt. De ontstaansdatum van de bijzonderheid is de datum dat de achterstand (A), het herstel (H) en/of bijzonderheidscodering (1 t/m 5) reglementair is ontstaan. Dit is de datum waarop volgens de regels van het Algemeen Reglement van BKR deze bijzonderheid van kracht werd.
4
Restschuld op een NHG- hypotheek Als de hypotheekverstrekker (verder: geldgever / GG) een verliesdeclaratie heeft ingediend bij het Waarborgfonds (verder: NHG), registreert de geldgever in CKI een hypotheek met bijzonderheidscode 3 2 , een HY2. Binnen twee maanden beslist NHG of de declaratie wordt toegekend of (gedeeltelijk) 4 wordt afgewezen . Na uitbetaling van (een deel van) het verlies neemt NHG de vordering op de consument voor dat 5 bedrag over. NHG beoordeelt of kwijtschelding (dekking) richting de consument plaatsvindt. NHG informeert de geldgever in een slotbrief (beschikking) over de al dan niet toegekende finale kwijting. Als er sprake is van finale kwijting, mag de geldgever de restantschuld niet invorderen bij de consument. Als de consument geen finale kwijting krijgt, mag het wel. Dit is een gedragslijn die is opgesteld in overleg met het Contactorgaan Hypothecair Financiers. 3
Bijzonderheidscode 2 = de (restant)vordering is opeisbaar gesteld Afwijzing kan worden veroorzaakt doordat de hypotheekverstrekker niet heeft voldaan aan de voorwaarden (bijvoorbeeld de eisen in het kader van dossiervorming of meldingstermijnen) of omdat de NHG-dekking altijd uitgaat van annuïtaire aflossing, ook bij aflossingsvrije hypotheken. 5 Om voor kwijtschelding in aanmerking te komen moet er sprake zijn van een verandering in de persoonlijke situatie van de consument (relatie beëindiging, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid of overlijden van de partner) waardoor de hypotheek niet meer kan worden betaald en verkoop van de woning onvermijdelijk is gebleken. Ook moet de consument te goeder trouw zijn geweest en volledig hebben meegewerkt. 4
5
Zodra de consument de restschuld heeft voldaan – aan NHG en / of geldgever – dan wordt in CKI een PLA (praktisch laatste aflossingsdatum) geplaatst bij het contract. Een contract met een PLA is nog vijf jaar na afloop van het contract zichtbaar in CKI. Hieronder ziet u hoe het proces bij een NHG-hypotheek op dit moment verloopt:
1.3 Nadelige gevolgen van huidige registratiewijze Zoals u ziet, is er geen aparte registratiemogelijkheid voor restschulden. Hierdoor zijn restschulden niet als zodanig herkenbaar. Ook is de registratie in het geval van een NHG-hypotheek erg complex, waardoor geldgevers een restschuld soms ten onrechte niet registreren. Tot slot is te zien dat een consument met een restschuld op een NHG-hypotheek vaak ten onrechte een bijzonderheidscodering 2 krijgt. BKR vindt het belangrijk dat bij BKR aangesloten organisaties gebruik kunnen maken van een goed functionerend CKI met maximale informatiewaarde. We zijn ten aanzien van de huidige wijze van restschuldregistratie de afgelopen periode in gesprek geweest met NHG, een aantal hypotheek aanbieders en VEH. Alle partijen hebben de wens uitgesproken het registratiebeleid ten aanzien van restschulden bij hypotheken te willen verbeteren en optimaliseren. In het volgende hoofdstuk ziet u hoe BKR het beleid wil aanpassen.
6
Hoofdstuk 2. Voorgenomen wijziging Ons voorstel voor een aparte restschuldregistratie
BKR is van plan om vanaf 1 januari 2016 alle gerealiseerde restschulden op hypotheken apart te registreren in het CKI en hiervoor de codes RH (niet-NHG hypotheken) en RN (NHG-hypotheken) te gebruiken. Dit voorstel baseren wij op een analyse van de huidige problematiek rondom restschuldregistratie. In dit hoofdstuk onderbouwen wij onze keuze voor de nieuwe registratiewijze.
2.1 De huidige werkwijze zorgt voor onduidelijke situaties De procedure die we momenteel hanteren, leidt tot onduidelijkheid en ongelijke situaties voor registratie. In onderstaande tabel is dit goed zichtbaar. Zo is een restschuld niet apart zichtbaar én worden consumenten met een restschuld op een NHG-hypotheek anders behandeld dan mensen zonder NHG. Op de volgende pagina’s gaan wij dieper in op de verschillende problemen die we signaleren en op de voordelen die de nieuwe werkwijze met zich meebrengt. Tabel 1 Mogelijke situaties restschulden Registratie in CKI
Restschuld situaties
AK (of RK)
HY met code 2 zonder PLA
HY met code 2 met PLA
HY met A
Verkoop zonder achterstand of bijzonderheidscodering zonder NHG en zonder herfinanciering van de restschuld (AK). Verkoop zonder of met achterstand of bijzonderheidscodering zonder NHG en met consumptieve herfinanciering van de restschuld (AK of RK). Verkoop met achterstand of bijzonderheidscodering zonder NHG en zonder herfinanciering van de restschuld. Verliesdeclaratie ingediend bij NHG en nog in behandeling Verliesdeclaratie beoordeeld door NHG en geen finale kwijting verleend. Verliesdeclaratie beoordeeld door NHG en finale kwijting verleend. Verliesdeclaratie beoordeeld door NHG en geen finale kwijting verleend, restschuld door consument terugbetaald. Verkoop met achterstand of bijzonderheidscodering zonder NHG en met hypothecaire herfinanciering van de restschuld.
2.2 Het voorkomt dat een consument ten onrechte code 2 krijgt Bij restschuld verliesdeclaraties bij NHG krijgen consumenten met een NHG-hypotheek te maken met een ‘negatieve’ BKR-registratie (bijzonderheidscode 2 = de (restant)vordering is opeisbaar gesteld).
7
Terwijl dit strikt genomen niet altijd terecht is (zie de cursieve situaties in tabel 1). Wij zien daarin de volgende problematiek: -
Bij finale kwijting geeft het de feitelijke situatie niet juist weer. Daarom ontvangt de consument van NHG een brief waarin staat dat finale kwijting is verleend voor de restantschuld. Met deze brief kan de consument aantonen dat de HY code 2 niet verwijtbaar is. In de praktijk blijkt regelmatig dat geldgevers als gevolg van de HY code 2 geen kredieten verstrekken ondanks deze brief.
-
Voor consumenten die nooit achterstanden op hun hypotheek hebben gehad is een code 2 disproportioneel. De dreiging van een code 2 kan er zelfs voor zorgen dat een consument geen aanspraak doet op de NHG, maar zelf de restschuld voldoet om te voorkomen dat ze met een negatieve registratie in het CKI komen te staan.
Er is een zaak geweest bij de Geschillencommissie BKR die hierover het volgende heeft beslist:
Reden voor ons om ook dit probleem aan te pakken in onze nieuwe restschuldregistratie. Overigens vindt de plaatsing van een code 2 bij een restschuld op een NHG-hypotheek, zijn oorsprong in het verleden. In nagenoeg alle situaties dat er jaren geleden een beroep werd gedaan op NHG was er sprake van lopende achterstanden op de lening en had de consument al een ‘negatieve’ registratie (A codering). Er is destijds afgesproken dat er een HY met code 2 geregistreerd moest worden. Dit was het signaal, dat er bij een HY onder NHG-garantie ook sprake was van een lopende NHG-claim/vordering. Tegenwoordig is er niet altijd meer sprake van een achterstandsituatie wanneer de woning wordt verkocht. Hypotheekverstrekkers eisen de lening in de huidige praktijk daarom niet altijd op als een woning is verkocht met een restschuld. Wij krijgen signalen dat de lening soms enkel wordt opgeëist omdat volgens de registratieregels van BKR een code 2 moet worden geplaatst. Wij vinden dat code 2 niet gebruikt zou mogen worden enkel en alleen omdat er een beroep is gedaan op de NHG. 2.3 Zo voorkomen we ongelijke behandeling tussen consumenten met en zonder NHG Consumenten met een hypotheek zonder betalingsachterstanden of bijzonderheidscoderingen worden op dit moment ongelijk behandeld. Bij een restschuld met NHG krijgt deze consument te maken met een ‘negatieve’ BKR registratie (HY code 2). Zonder NHG is er sprake van een AK registratie (positief). De nieuwe registratiewijze voorkomt ongelijke behandeling van bepaalde kredietvormen en van consumenten.
8
2.4 Restschulden zijn een specifieke kredietsoort en moeten ook zo behandeld worden Restschulden op hypotheken kunnen beschouwd worden als een specifiek soort krediet. Ze worden fiscaal ook anders behandeld dan andere consumptief kredietsoorten. Daarom is een aparte registratie zo belangrijk. 2.5 Aparte registratie verhoogt de informatiewaarde van CKI Om de kredietinformatie in het CKI efficiënt en correct te gebruiken moet volkomen duidelijk hoe restschulden zijn opgenomen in het CKI. Daarbij is het van belang dat de definities voor registratie in het CKI transparant zijn. Transparantie en herkenbaarheid in CKI zijn zowel in het belang van de financier van de restschuld, andere kredietaanbieders en de consument zelf. Met de introductie van de twee nieuwe kredietsoorten in CKI is in de tijd goed te volgen wat er met een hypotheek is gebeurd. 2.6 Een meerderheid van de belanghebbenden vindt dat er iets moet veranderen In november 2013 voerde Integron een onderzoek uit onder zakelijke klanten en stakeholders (op directieniveau) over een aantal thema’s, waaronder restschulden. 76% van de respondenten vindt het van toegevoegde waarde als de restschuld apart zichtbaar wordt in CKI. In de afgelopen periode zijn we intensief in gesprek geweest over dit thema met NHG en een aantal geldgevers. Alle partijen hebben aangegeven de beleidsrichting die BKR in deze consultatie uiteenzet te steunen. 2.7 Het levert efficiency voordeel op Door de wijziging zullen er minder vragen en klachten van consumenten zijn over onjuiste of onterechte registraties. Bovendien worden handmatige processtappen, zoals bijvoorbeeld de brief die consumenten moeten overleggen over finale kwijting, overbodig. Dit levert efficiency voordeel op. 2.8 Het neemt een belemmering voor de doorstroming op de woningmarkt weg Op dit moment blijven veel woningbezitters in hun huis zitten omdat de hypotheek hoger is dan de waarde van het huis. Bij verkoop zou dat betekenen dat er een restschuld overblijft. Dit is één van de redenen waarom de doorstroming op de woningmarkt stagneert. Ons uitgangspunt is: dat de manier waarop BKR restschulden en NHG-claims registreert, geen belemmering mag zijn voor de doorstroming. Met de nieuwe registratiewijze worden restschulden beter inzichtelijk en dit bevordert de mobiliteit. 2.9 Zo voorkomen we dat er ten onrechte een NHG-hypotheek wordt verstrekt Op grond van de Normen en Voorwaarden van NHG is het niet toegestaan om aan consumenten een nieuwe lening met NHG te verstrekken als er een lopende NHG-claim of vordering is. Hiervoor staat een termijn van vijf jaar na het inlossen van de restantschuld (indien er geen sprake is van finale kwijting). De nieuwe registratiewijze geeft duidelijk inzicht of er bij een consument sprake is van de lopende vijfjaarstermijn waarbinnen geen krediet mag worden verstrekt. Hiermee kunnen onterechte verstrekkingen voorkomen worden. 2.10 BKR hoeft dan niet meer zelf contracten te verwijderen in CKI De algemene beleidslijn is dat BKR zelf geen contracten van aangesloten organisaties registreert, muteert of verwijdert. Toch gebeurt dat op dit moment wel. Na uitbetaling van (een deel van) het verlies, neemt NHG de vordering op de consument voor dat bedrag over van de geldgever (tenzij er finale kwijting is verleend). Zodra dit gebeurd is, stuurt NHG aan BKR per post een print van de registratie van de vordering (HY + code 2). BKR controleert vervolgens of de hypotheekverstrekker een PLA bij het door hen zelf geregistreerde contract (HY + code 2) heeft geplaatst. Is dat het geval, dan verwijdert BKR het door de hypotheekverstrekker geregistreerde contract in CKI. Dit is een afspraak tussen de hypotheekverstrekkers, BKR en NHG. Met de nieuwe registratie is dit niet meer nodig.
9
Hoofdstuk 3. Uitvoering Het nieuwe registratiebeleid in de praktijk
Hieronder leest u hoe het voorgenomen beleid er in de praktijk uit gaat zien. We lichten dat per stap toe, inclusief de drempels. Ook nemen we een stroomdiagram op waarin de gevolgen voor een NHG-hypotheek duidelijk zichtbaar zijn. Omdat met name de NHG-hypotheken op dit moment een probleem opleveren. We sluiten af met de voorgenomen datum van invoering.
3.1 Werkwijze na verkoop woning Als een eigen woning wordt verkocht, plaatst de geldgever een PLA bij het HY contract (als dit van 6 toepassing is ). Het maakt hierbij niet uit of de verkoop vrijwillig of gedwongen is en of er sprake is van een restschuld of niet. De PLA is de datum van het passeren van de notariële akte van verkoop. Als er een restschuld is, dan vindt de registratie zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 4 7 weken , in CKI plaats. Er zijn twee mogelijkheden: de consument herfinanciert de restschuld of hij doet dit niet. Hieronder ziet u welke registratie in welke situatie geldt. Restschuld met herfinanciering De restschuld wordt geregistreerd in de betreffende kredietsoort van de herfinanciering. Dat is een AK (Aflopend Krediet) of een HY (hypotheek) als de restschuld wordt meegefinancierd in de nieuwe 6 hypotheek (als dit van toepassing is ). Restschuld zonder herfinanciering 8 De restschuld wordt geregistreerd als RH (niet-NHG) of RN (NHG). Ook geregistreerd worden: de persoonsgegevens, het deelnemer nummer, het overeenkomstnummer, het bedrag, de ingangsdatum en de theoretisch laatste aflossingsdatum. Daarbij hanteren we de volgende uitgangspunten: Het bedrag van de restschuld Dit is de restant schuld die de consument heeft aan de geldgever op het moment van passeren van de akte van verkoop van het onderpand bij de notaris. Daarbij wordt rekening gehouden met de (te verwachten) uitkering uit de aan de hypotheek verpande polis. Als dit bedrag later blijkt af te wijken, kan de geldgever het bedrag op dat latere moment aanpassen (muteren) in CKI. Het is dus een netto bedrag, exclusief toekomstige rente. De ingangsdatum De eerste aflossingsdatum is de datum van de akte van verkoop van het onderpand (datum van passeren notariële akte) en is gelijk aan de PLA op het HY contract (als dit van 6 toepassing is ).
6
Hypotheken worden in CKI ‘negatief’ geregistreerd. Dit betekent dat registratie plaatsvindt als er een achterstand is van 120 dagen of zich een bijzonderheid voordoet. BKR wil dit omzetten naar een ‘positieve’ registratie en is momenteel met haar stakeholders in gesprek over een nadere uitwerking hiervan. 7 Zie artikel 10 van het Algemeen Reglement CKI. 8 De voorgestelde contractsoort afkorting RH lijkt beter dan (de eerder geopperde) RS om verwarring met de al in CKI bestaande contractsoort SR te voorkomen.
10
De theoretisch laatste aflossingsdatum Dit is de met de consument afgesproken datum dat de restschuld volledig is ingelost. Als dit op het moment van registreren in CKI nog niet bekend is, wordt dit veld niet ingevuld, maar pas op het moment dat er met de consument afspraken hierover zijn gemaakt. Voor de registratie van RH en RN contracten geldt verder de, ook voor de andere kredietsoorten in CKI geldende, meldingen van bijzonderheden (A/H en bijzonderheidscoderingen) en mutaties. 3.3 Drempels In het kader van proportionaliteit wordt een drempelbedrag (ondergrens) voorgesteld voor initiële registratie van € 250. Zo beperken we de administratieve lasten voor hypotheekverstrekkers. Een achterstand wordt gemeld als een consument drie maanden niet aan zijn betalingsverplichtingen voldoet. Bij de vaststelling van de drempels streven wij naar consistentie met de andere kredietsoorten binnen CKI, zodat we het eenvoudig, makkelijk te communiceren en transparant houden. 3.4 Uitvoering in de praktijk voor NHG-hypotheken Zoals uit voorgaande hoofdstukken blijkt, is met name de registratie rondom NHG-hypotheken complex en levert deze vaak problemen op. Daarom lichten wij hieronder aan de hand van een stroomdiagram toe wat de nieuwe afspraken zijn specifiek voor restschulden op NHG-hypotheken. Goed om te weten! We maken een onderscheid tussen contracten met en zonder finale kwijting door de NHG. Beide contractsoorten krijgen code RN en een PLA. Maar bij finale kwijting wordt de PLA gelijkgesteld aan de eerste aflosdatum. Is er geen finale kwijting, dan wordt de PLA geplaatst zodra de restantschuld is voldaan (net zoals dit gebeurt bij een RH contract). Een voorbeeld ter verduidelijking: als er wel betalingsachterstanden zijn geweest, maar de consument toch finale kwijting krijgt voor zijn restschuld, dan blijft het HY contract met A/2-codering nog 5 jaar na de PLA zichtbaar in CKI. Hetzelfde geldt voor het RN-contract.
11
Verkoop woning met NHG hypotheek
Is er een restschuld?
nee
GG plaatst PLA op HY* *: indien HY registratie van toepassing is volgens het dan geldende BKR reglement
ja
GG registreert RN en plaatst PLA op HY*
3.5
Kwijting consument?
ja
GG en NHG hebben geen vordering
nee
GG en/of NHG hebben een vordering
GG plaatst PLA op RN, waarbij PLA = ingangsdatum RN
Wie heeft vordering?
GG: nee NHG: ja
GG plaatst PLA op RN, NHG registreert RN
GG: ja NHG: nee
GG laat RN staan totdat deze is ingelost
GG: ja NHG: ja
GG laat RN staan totdat deze is ingelost maar past bedrag aan, NHG registreert RN voor overgenomen deel
Manier van invoering
Invoering per 1 januari 2016 voor nieuwe restschulden Wij streven ernaar om uiterlijk 1 januari 2016 de wijzigingen door te voeren. Wij zijn ons ervan bewust dat deze aanpassing (ICT-)kosten en inspanningen met zich meebrengt. Zowel voor de bij CKI aangesloten organisaties als voor BKR. De aanpassing sluit echter naadloos aan bij het centraal stellen van de klant en het verder invulling geven aan de maatschappelijke rol en verantwoordelijkheid van de financiële sector. Niet met terugwerkende kracht De nieuwe wijze van registreren wordt niet met terugwerkende kracht uitgevoerd. Want dat lijkt praktisch niet reëel vanwege het handmatige uitzoekwerk. Dit betekent dat de restschulden die al geregistreerd zijn in CKI volgens de ‘oude’ manier onderhouden worden. Als individuele CKI deelnemers zelf wel correcties willen uitvoeren op registraties uit het verleden, kunnen zij dit melden bij BKR. Vervolgens wordt in overleg met de deelnemer en NHG onderzocht hoe de correctie het beste kan worden doorgevoerd. Gedragslijn voor lopende issues in 2015 Om issues bij deelnemers al vóór 1 januari 2016 op te lossen, stellen wij deze gedragslijn voor: Een HY code 2 registratie zonder feitelijke betalingsachterstand of bijzonderheid mag de hypotheekverstrekker verwijderen uit CKI zodra de consument finale kwijting heeft gekregen van NHG. Een restschuld op een niet-NHG-hypotheek mag in plaats van verdere melding op kredietsoort HY (indien sprake was van betalingsachterstand en/of een bijzonderheid) ook verder gemeld worden op kredietsoort AK (met een PLA bij de HY).
12
Hoofdstuk 4. Consultatie Uw zienswijze Graag geven wij u de mogelijkheid om te reageren. Op die manier toetsen wij de juistheid en volledigheid van de analyse waarop het beleid van BKR is gebaseerd. Hieronder ziet u op welke vragen wij graag antwoord krijgen. Ook leest u wat onze vervolgstappen zijn.
BKR vraagt uw zienswijze op de onderstaande vragen: 1. Vindt u dat BKR en geldgevers vanuit hun zorgplicht de gerealiseerde restschulden na verkoop van de woning uniform moeten registreren in CKI? Ja / nee 2. Kunt u zich vinden in het voorstel tot aanpassing van het registratiebeleid? Ja / nee 3. Welke eventuele opmerkingen heeft u bij de voorgestelde aanpassing? 4. Bent u van mening dat het in het belang van consumenten is dat restschulden na verkoop van de woning uniform geregistreerd worden in CKI? Ja /nee 5. Welke voor- en nadelen ziet u voor consumenten? 6. Bent u van mening dat het in het belang van geldgevers is dat restschulden na verkoop van de woning uniform geregistreerd worden in CKI? Ja /nee 7. Welke voor- en nadelen ziet u voor geldgevers? 8. In hoeverre deelt u de analyse van de problemen en de leemtes van het huidige registratiebeleid ten aanzien van restschulden? 9. Ziet u alternatieve oplossingen voor de in de analyse beschreven problemen? 10. Vindt u dat BKR en de geldgevers uiterlijk 1 januari 2016 de registratie van restschulden na verkoop van de woning moeten aanpassen? Ja/nee 11. Kunt u zich vinden in de voorgestelde invoeringsdatum van aanpassing? Ja / nee 12. Zo nee, kunt u dan aangeven waarom niet? 13. Kunt u zich vinden in het voorstel om de registratiewijze niet met terugwerkende kracht door te voeren? Ja / nee 14. Zo nee, kunt u dan aangeven waarom niet? 15. Heeft u overige opmerkingen over de inhoud van deze consultatie of over het proces? Uw reactie kunt u tot en met 20 april 2015 mailen naar
[email protected]. Hartelijk dank alvast voor uw reactie. Het vervolg Na ontvangst van de reacties op de consultatie stellen wij een ‘feedback statement’ op. In dit document staat een samenvatting van de ontvangen reacties met onze reactie daarop. Het feedback statement en de beleidsaanpassing bespreken we in de Strategische Beleidsadvies Commissie CKI. Daarna wordt het definitieve beleid vastgesteld. Vervolgens bespreken we in de Technische Commissie CKI de wijze van implementatie en migratie van het nieuwe beleid.
13