NL
EUROPESE RAAD DE VOORZITTER Straatsburg, 27 oktober 2011 EUCO 117/11 PRESSE 401 PR PCE 82
Opmerkingen van de voorzitter van de Europese Raad voor het Europees Parlement Goede morgen, zoals ik nog maar een paar uur geleden tegen de journalisten zei. Alle instellingen en regeringen van de Unie hebben aanzienlijk veel politiek kapitaal geïnvesteerd in het oplossen van de schuldencrisis. Een reeks nationale schuldcrises is uitgegroeid tot een systemische kwaal die de stabiliteit van de hele eurozone dreigt aan te tasten. Die bedreiging moest worden ingedamd. En dat is wat we hebben gedaan. De afgelopen nacht is een cruciale politieke stap gezet die, zoals te doen gebruikelijk na zo'n bijeenkomst, een technische en wetgevende opvolging moet krijgen. Ik hoor soms klagen dat de markten de democratieën niet de tijd gunnen die we nodig hebben om zaken goedgekeurd te krijgen. Daar schuilt enige waarheid in. Maar ik ben er rotsvast van overtuigd dat de markten ons die tijd wel zullen geven als zij een duidelijke richting en een duidelijke wil ontwaren. Daarom hebben wij gisteren en afgelopen zondag belangrijke knopen doorgehakt over de vijf gebieden waar actie geboden is. 1. Een duurzame oplossing voor Griekenland. Wij willen Griekenland op weg helpen om zijn staatsschuld tegen 2020 tot 120 % van zijn bbp terug te dringen. Sinds juli zijn de marktvoorwaarden verslechterd. Het nieuwe programma voorziet onder meer in extra inspanningen van de openbare sector. Tegen eind dit jaar zal een nieuw EU-IMFprogramma van maximaal 100 miljard euro worden opgezet. Het omvat ook een vrijwillige bijdrage door particuliere schuldeisers bij wie Griekenland leningen was aangegaan. Zij zijn afgelopen nacht akkoord gegaan met een nominale korting van 50 % op Griekenlands notionele schuld.
PERS Dirk De Backer - woordvoerder van de voorzitter - +32 (0)2 281 9768 - +32 (0)497 59 99 19 Jesús Carmona - plaatsvervangend woordvoerder van de voorzitter - +32 (0)2 281 9548 / 5150 - +32 (0)475 65 32 15
[email protected] http://www.consilium.europa.eu/
EUCO 117/11
1
NL
2. Een adequate "firewall" tegen verdere besmetting, dankzij een akkoord om de vuurkracht van het noodfonds, de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF), tot vijfmaal zo groot te maken. Door het hefboomeffect kan het resultaat ongeveer 1 biljoen euro bedragen, afhankelijk van de marktvoorwaarden, de uitvoering en de respons van de investeerders op het economische beleid. Wij hebben twee EFSF-benaderingen uitgestippeld. De eerste betreft kredietverbetering voor staatsobligaties van de lidstaten. Met de tweede kan het noodfonds een of meer "special purpose vehicles" inzetten om zijn operaties te financieren. Elk van beide methoden kan een vier- of vijfvoudig hefboomeffect opleveren. Zij kunnen simultaan worden gebruikt om de financieringsstrategie meer kracht te geven. 3. Wij bevorderen het vertrouwen in de Europese bankensector. Wij hebben een gecoördineerde regeling voor de herkapitalisering van banken in heel Europa goedgekeurd. De ratio van kapitaal van de hoogste kwaliteit wordt opgetrokken tot 9 %. Dat zal de banken schokbestendig maken, hetgeen in de huidige uitzonderlijke omstandigheden belangrijk is. Staatswaarborgen om de financiering op de lange termijn te verbeteren zullen ervoor zorgen dat de kredietenstroom naar de reële economie intact blijft. Dat is essentieel voor de groeiperspectieven. 4. Verdere begrotingsconsolidatie door lidstaten die duurzame overheidsfinanciën en meer structurele hervormingen nodig hebben. De Eurotop is in dit verband verheugd dat Italië duidelijk heeft toegezegd dat het die doelstellingen zal halen en de kalender die het voor zichzelf heeft vastgesteld zal respecteren. Het pakket is ambitieus, vooral wat betreft de maatregelen om het concurrentievermogen te vergroten en de economie te liberaliseren, en moet nu worden uitgevoerd. Wij loven ook de toezegging van Italië dat het uiterlijk in 2013 de begroting in evenwicht zal hebben. Wij nemen nota van het plan om uiterlijk in 2026 de pensioenleeftijd op te trekken tot 67 jaar; de manier waarop dat moet worden bereikt, moet tegen het einde van dit jaar zijn vastgesteld. 5. En tot slot, een hele serie maatregelen op Unieniveau om de groei te stimuleren, waarover ik straks meer zal zeggen. Ik heb hard gewerkt met alle leden van de Europese Raad, en vooral dan de voorzitter van de Europese Commissie, om dit resultaat te bereiken. De vijf elementen tezamen vormen een alomvattend pakket. Ze hangen allemaal met elkaar samen; zo hebben de problemen met de banken en de spanningen in verband met de staatsschuld elkaar gevoed; of nog het feit dat groei de beste manier is om overheidsschuld te verminderen. "Everything is in everything" en omgekeerd. Geachte leden, ik ga even terug in de tijd. Ik wil onderstrepen dat de beslissingen van de 4 topontmoetingen sinds afgelopen zondag onderdeel uitmaken van een proces dat nu al langer dan een jaar bezig is. Al die tijd hadden wij een tweeledige opdracht: de huidige crisis aanpakken en een nieuwe voorkomen. Spoedmaatregelen (zoals het opzetten van noodfondsen) nemen en tevens stapsgewijs een nieuwe economische governance uittekenen om problemen in de toekomst te vermijden. Ook u hebt deelgenomen aan dat proces, bij voorbeeld met de wetgeving inzake het toezicht op de financiële sector en meer recent met de "six-pack" betreffende de economische governance. Uw debatten en het werk van uw commissies hebben ook veel van de ideeën geleverd die dit proces vorm hebben gegeven en in sommige gevallen het resultaat doorslaggevend hebben verbeterd. EUCO 117/11
2
NL
Waarom die hogere versnelling de afgelopen maanden? Vóór de zomer stond de monetaire unie ook voor een moeilijke situatie. Daarom heb ik op 21 juli een Eurotop bijeengeroepen, die een belangwekkend pakket heeft afgesproken om de Griekse schuldenlast te verlichten en het risico van besmetting in te dammen dankzij een soepeler gebruik van het noodfonds, de EFSF. De allereerste politieke reacties op het pakket van juli waren positief. Tijdens de zomer ontstond er echter enige twijfel over de uitvoering van het pakket. De twijfel bleek uiteindelijk ongegrond (omdat alle 17 parlementen het pakket tijdig binnen 3 maanden goedkeurden), maar inmiddels was het kwaad geschied. De markten werden steeds volatieler, uitgerekend op het moment waarop de crisisdiplomatie in het Amerikaanse Congres in verband met het potentieel failliet van het land olie op het vuur gooide. Soms wordt marktspeculatie een "self-fulfilling prophecy". Daar kwam nog bij dat wij sinds juli in een ander economisch klimaat moesten werken. De groei van de wereldeconomie vertraagt spectaculair, niet alleen in Europa maar ook in de Verenigde Staten en in sommige opkomende economieën. Er moesten nieuwe maatregelen genomen worden, zowel voor Griekenland en om de besmetting een halt toe te roepen als om de zwakke plekken in het bankenstelsel aan te pakken. Mag ik er tevens op wijzen dat het stimuleren van de groei een wezenlijk onderdeel van het pakket is. Dit is uitgebreid besproken tijdens de Europese Raad van afgelopen zondag, die maatregelen heeft aangenomen om de groei te stimuleren en banen te scheppen. Wij hebben verder gekeken dan de onmiddellijke crisis en de hele tijd het bredere plaatje in het oog gehouden. Uiteindelijk kan enkel duurzame economische groei het vertrouwen herstellen, banen scheppen en schulden doen verdampen. Geachte leden, mijnheer de voorzitter, sta mij toe een aantal algemene en institutionele opmerkingen te maken over het geheel aan economische maatregelen. Ten eerste: de Europese Unie is bezig met een veelzijdige hervorming van de economische governance Wie zich blind staart op deze of gene aspecten en ze onmiddellijk afdoet als onvoldoende, mist het brede verhaal en de interactie tussen de verschillende elementen. Dankzij de combinatie van institutionele druk, groepsdruk én marktdruk zullen wij kunnen vermijden dat wij opnieuw in dergelijke problemen geraken. Alle drie vormen van druk zijn opgevoerd. Vooral de institutionele druk, via het toezicht op de financiële sector en de "six-pack"wetgeving die het begrotings- en macro-economisch toezicht aanscherpt. Ik ben zeer gelukkig met deze realisatie en met de verbeteringen die u hierin hebt aangebracht. Vannacht hebben wij een nieuwe stap gezet toen wij voor de lidstaten van de eurozone tegen welke een buitensporigtekortprocedure loopt zijn overeengekomen dat de Commissie en de Raad de nationale begrotingen kunnen bestuderen en daarover advies kunnen uitbrengen voordat de bevoegde nationale parlementen die vaststellen. Ook de druk vanuit de groep is doeltreffender geworden, niet alleen vanwege de nieuwe instrumenten, zoals het Europees semester, maar ook ten gevolge van de gebeurtenissen. Vandaag kan geen enkele regering het zich veroorloven om de mogelijke gevolgen voor de eigen economie van bijvoorbeeld overheidsschulden of zeepbellen in een ander land van de eurozone te onderschatten; de kiezers zouden hen afstraffen. Vergeleken met tien jaar geleden is de druk die de leiders op elkaar leggen veel groter, zoals we in de afgelopen dagen hebben gezien.
EUCO 117/11
3
NL
Ten derde is ook de druk toegenomen die van de markt uitgaat. Nooit meer zullen de markten alle staatsschuld in de eurozone gelijk behandelen. In de eerste tien jaar van de euro sliepen de markten, en ook al reageren ze momenteel te heftig, ze zullen niet meer gaan slapen. Ik wil benadrukken dat deze drie soorten druk om verantwoord gedrag af te dwingen elkaar versterken in hun werking. Ook nu al bestaat er een krachtige interactie. Uw vrees min of meer kennende, zal ik zelfs explicieter zijn: de institutionele en de marktdruk worden niet ongedaan gemaakt door de politieke druk in de Europese Raad of de Raad; in tegendeel: deze versterkt hun impact. De voorzitter van de Commissie en ikzelf hebben het zelfde ervaren. We werken allemaal in dezelfde richting: gezonde begrotingen, lagere schuld, duurzame groei. Dat verwachten de burgers van ons. Een tweede institutionele opmerking, over de top-bijeenkomsten van de eurozone. Sommigen hebben de vrees geuit dat deze de lidstaten zouden verdelen. Mijn redenering is simpel. Het is niet meer dan normaal dat wie een munt deelt samen bepaalde beslissingen neemt. In feite is een van de oorzaken van de huidige crisis dat bijna iedereen heeft onderschat hoezeer de economieën van de eurozone met elkaar verweven zijn; en nu doen we daar iets aan. Bovendien staat het monetair beleid centraal in het economisch beleid en hebben de 17 een gemeenschappelijk monetair beleid. Wel hebben we een beleidsmix nodig. Monetair beleid alleen is niet genoeg om de situatie te lijf te gaan. We kunnen niet een gemeenschappelijke munt en een gemeenschappelijk monetair beleid hebben en al de rest aan de betrokken lidstaten overlaten. Daarom moeten de 17 verder gaan. Ik zal er geen doekjes om winden: de eurozone is geen afwijking van de Europese Unie, ze is er een onderdeel van. Het Verdrag is hierin vrij duidelijk: het zijn de lidstaten die de euro niet hebben ingevoerd, die "lidstaten die vallen onder een derogatie" worden genoemd. En de meeste hiervan zullen natuurlijk te zijner tijd de euro als munt nemen. Het is echter van vitaal belang dat de integriteit van de eengemaakte markt tussen de 27 gewaarborgd is. Die integriteit geeft de Unie haar samenhang en is het fundament van onze welvaart. Daarom moeten wij de twee configuraties zo dicht mogelijk tegen elkaar laten aanleunen, in een geest van vertrouwen. Ik zal er persoonlijk alles aan doen om te vermijden dat de 17 en de 27 verdeeld raken. Het ligt niet alleen in mijn bedoeling zo mogelijk Eurotop-bijeenkomsten onmiddellijk na een Europese Raad te beleggen, maar het is ook zo dat de Commissie en het Parlement hun respectieve rol zullen blijven spelen. Een derde en laatste institutionele opmerking. De Eurotop heeft besloten om zich te beraden op een verdere versterking van de economische convergentie in de eurozone, op het verbeteren van de begrotingsdiscipline en het verdiepen van de economische unie, waarbij wordt nagegaan of het mogelijk is beperkte verdragswijzigingen door te voeren, indien nodig. De volledige Europese Raad zal dat punt in december opnieuw bespreken aan de hand van een verslag dat ikzelf in nauwe samenwerking met voorzitter Barroso en voorzitter Juncker zal opstellen. Uiteraard zal elk voorstel voor verdragswijziging ook in uw Parlement moeten worden besproken, evenals andere mogelijke maatregelen.
EUCO 117/11
4
NL
Mijn bedoeling is dat we eerst over het "wat" spreken en dan pas over het "hoe". Niet dan nadat we de doelen hebben bekeken, moeten we zien met welke wetgevingsinstrumenten we die kunnen bereiken. Verdragswijzigingen zijn moeilijk. Verbeteringen zijn mogelijk, en het kan nuttig zijn om het publiek en de markten een indicatie te geven van de richting die wij op middellange termijn uit willen. Een verdragswijziging is echter niet de juiste methode om een onmiddellijke financiële crisis het hoofd te bieden. Wij moeten de verschillende tijdsperspectieven dus helder krijgen. Dit brengt mij tot mijn slotopmerking: hoe gebruiken we onze tijd? De Europese Unie krijgt vaak het verwijt te laat met te weinig te komen. De markten beschikken over de luxe dat zij met de snelheid van een muisklik bewegen. Politieke processen, zelfs als zij op hun snelst functioneren, werpen niet zo snel vruchten af. Naar politieke normen gemeten is de goedkeuring van het juli-pakket door 17 nationale parlementen in tweeënhalve maand tijd indrukwekkend, ook al is dat in marktnormen traag! U als Parlement hebt meerdere maanden de tijd gehad om de onderhandelingen over de "six-pack" tot een goed einde te brengen, en u zult dus het belang weten te waarderen van een degelijke parlementaire behandeling en degelijke onderhandelingen! Bovendien is de vraag om altijd maar sneller te gaan op een gegeven moment gewoonweg niet geloofwaardig. In de politiek heeft men tijd nodig om iedereen mee te krijgen, om uiteenlopende belangen aan elkaar te knopen tot een solide pakket. Tijd is het cement van de politicus. Het is wel van cruciaal belang dat wij regels en procedures formuleren waarmee kan worden vooruitgelopen op toekomstige problemen en kan worden voorkomen dat ze zich voordoen. En het is ook van cruciaal belang dat wij noodprocedures ontwikkelen waarmee sneller en soepeler kan worden gereageerd. Het beste teken van wederzijds vertrouwen dat wij aan het publiek, aan de markten en aan onszelf kunnen geven, is Europa meer vermogen geven om te handelen.
EUCO 117/11
5
NL