OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Science
Park Eindhoven
5634
5692 EN SON Postbus 26 5690 AA SON
T +31 (0)40-3031100 F +31 (0)40-3031101 E
[email protected] www.chri.nl
K.v.K 58792562 IBAN NL71 RABO 0112 075584
De Rondom
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
10
5612 AP Eindhoven
T: +31 (0)402472700 E:
[email protected] www.levelacoustics.nl
Datum Referentie
31 maart 2015 20140720-06
Kvk nr: 17196196
OPA
CAUBERG-HUYGEN
Referentie
20140720-06
Rapporttitel
Vervolgonderzoek
RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Geluid Binnenvaartschepen
Eindrapport - definitief Datum
Opdrachtgever
31 maart 2015
Ministerie van Infrastructuur en Milieu PIesmanweg 1-6 2597 JG DEN HAAG
Contactpersoon
Behandeld door
Telefoon
0704561028
Telefax
0704561694
De heer R. Vermeulen
C.J.Ostendorf dr. ir. N. Geebelen DPA Cauberg-Huygen
BV
Science Park Eindhoven 5634 5692 EN SON Postbus 26 5690 AA SON Telefoon
040-3031100
Fax
040-3031101
Drs. A. Koopman Ir. C.E. Laudij Level Acoustics BV De Rondom 10 5612 AP Eindhoven Telefoon
040-2472700
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 1
OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Inhoudsopgave 1
Samenvatting
4
2
Inleiding
6
2.1 2.2 2.3
Scope
6 7 7
3
Geluidmetingen
3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.4
Inleiding
Onderzoeksvragen Leeswijzer
8
schepen
8 8 8 10 10
Geluid op het schip Selectie schepen Uitvoering metingen Meetresultaten
11 12 13 13 13 14
Vergelijking met vooronderzoek Samenvattende
conclusies
Geluid naar de omgeving Algemeen Meet- en rekenresultaten Meetresultaten
uitlaat
langsvarende schepen
16
Samenvatting
4
Geluidreducerende
4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.4 4.5
Inleiding
17
maatregelen
17 17 17 17 18
Trillingsmetingen Uitvoering Wijze van analyse Meetresultaten Theoretisch effect maatregelen Algemeen Mogelijke reductie door trillingsgeïsoleerd Mogelijke reductie door ontdreuningsmatten Mogelijke reductie door antigeluid
opstellen motor en/of keerkoppeling
21 21 24 24 25
4.6
Keuze van maatregelen
26 28 28
4.7
Effect volgorde maatregelen
31
4.8
Maatregelen catalogus scheepvaart
4.9
Samenvatting
37 38
5
Flexibilisering
5.1 5.2 5.2.1 5.2.2
Inleiding
Reductie in de praktijk Kosten maatregelen
normstelling
Enquête Opzet Resultaten
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
40 40 40 40 40 20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 2
CAUBERG-HUYGEN
OPA 5.3 5.3.1 5.3.2 5.4 5.4.1 5.4.2 5.5 6
RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Voorstelontheffingssystematiek Voorkeursgrenswaarde Doelmatigheid Representatieve
en maximale ontheffingswaarde
41 41 43
maatregelen
44
blootstelling
MCR-mix
44
Saldering Advies
44 46
Meetprotocol
48
Inleiding
48 48 48 49
6.1 6.2 6.2.1 6.2.2 6.2.3 6.2.4 6.2.5 6.3 6.4
Meetprotocol adviseur
50 51 51 52
Advies
54
7
Conclusies en aanbevelingen
56
Meetprotocol inspecteur Opzet Meetprotocol Meetprotocol ter controle geluidniveau Stroomschema
per ruimte
Digitaal meetformulier Verdere aanbevelingen
Bijlagen Bijlage I
Plattegronden
Bijlage 11
Ingevulde vragenlijsten
Bijlage 111
Resultaten geluidmetingen
Bijlage IV
Resultaten geluidmetingen
Bijlage V
Resultaten trillingsmetingen
Bijlage VI
Resultaten enquête
Bijlage VII
Verklarende
en doorsneden schepen schepen op 25
m
begrippenlijst
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 3
CAUBERG-HUYGEN
OPA 1
RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Samenvatting
Binnenvaartschepen
op de internationale
Rijn moeten voldoen aan technische
eisen, afgesproken
in de
Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) en vastgelegd in het Reglement voor onderzoek van schepen op de Rijn (ROSR). In 2003 is besloten dat schepen gebouwd voor het jaar 1976 ook moeten gaan voldoen aan deze eisen. Hieronder vallen enkele eisen die worden gesteld aan de productie van geluid van binnenvaartschepen.
Door de brancheorganisaties
voor de binnenvaart is bij het Ministerie van Infrastructuur en Mi-
lieu (I&M) gesignaleerd dat het voldoen aan de geluideisen zal leiden tot technische en/of financiële ten. Onderzoek door TNO en Level Acoustics
1
bevestigt bovenstaand
knelpun-
beeld (dit onderzoek heet verder het
'vooronderzoek'). Het voorliggende onderzoek geeft antwoord op vier hoofdvragen: 1. 2.
Bevestigen aanvullende metingen bij meer schepen de conclusies uit het vooronderzoek? Met welke geluid reducerende maatregelen
kan het geluidniveau worden verlaagd, wat is het effect van
deze maatregelen en wat zijn hiervan de kosten? 3.
Kan, onder bepaalde voorwaarden,
4.
Is het bestaande meetprotocol werkbaar of zijn aanpassingen
een meer flexibele toetsingsnorm worden aangehouden? gewenst rekening houdend met de moge-
lijk flexibele toetsingsnorm? Geluidniveaus Voor de 9 schepen die gemeten zijn (4 in het vooronderzoek
en 5 in het huidige onderzoek) wordt in de ma-
chinekamer en de stuurhut op alle schepen en onder alle condities voldaan aan de normen. In de woon- en slaapkamer vinden overschrijdingen
plaats bij 95% MCR (maximaal motorvermogen).
wordt toegepast, voldoet het geluidniveau overschrijding
in de woonkamer
Wanneer de MCR-mix
bij veel schepen. In de slaapkamers wordt de
bij gebruik van de MCR-mix beperkter (6-16 dB), maar is nog wel aanwezig. De geluidmetin-
gen op 25 meter afstand tonen aan dat de schepen nu al voldoen aan de geluideis. Maatregelen De motor is op alle schepen de meest dominante bron. De schroef en keerkoppeling vante geluidniveaus,
maar zijn minder dominant. Als maatregelen worden aangeraden:
van de motor en het verstevigen van de fundatie van de motor in combinatie dreuningsmatten
in ontvangruimtes.
Het treffen van maatregelen
zorgen ook voor relehet op veren zetten
met het toepassen van ont-
aan de motor heeft vanuit technisch oog-
punt de voorkeur (effect op alle ruimten), maar brengt hogere kosten met zich. Alleen ontdreunen is relatief goedkoop, maar het effect is beperkt tot de ruimte waar de ontdreuning wordt toegepast en de te behalen reductie is veel minder dan in combinatie met maatregelen aan de motor. Om de maximale niveauverlagingen
daadwerkelijk
te behalen, dienen analyse en uitvoering van maatrege-
len deskundig te gebeuren. Normstelling Geluidniveaus
op schepen worden nu beoordeeld
op een momentaan
geluidniveau
bij 95% MCR. Veel
schepen varen niet of nauwelijks met dit vermogen.
1
Rapport 2013 R11830, juli 2014, Overgangstermijnen
consequenties
van het toepassen
geluidsnormen
binnenvaart
- Geluidstechnische
en financiële
van de normen - Definitief rapport
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 4
OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Het ligt voor de hand om de beoordeling van het geluid niveau uit te voeren bij representatieve den. In het vooronderzoek
omstandighe-
is daartoe al het voorstel gedaan voor de MCR-mix.
Bezien vanuit het licht van bescherming van schippers is het daarnaast goed mogelijk te salderen over tijd en ruimte. Vervolgens wordt een ontheffingssystematiek
voorgesteld die gebaseerd is op de systematiek uit
de Wet geluidhinder die al lang wordt gebruikt bij andere vormen van geluid. De ontheffingssystematiek staat uit een voorkeursgrenswaarde fingswaarde.
(de huidige eisen uit de ROSR) en een hoger gelegen maximale onthef-
Boven de maximale ontheffingswaarde
maximale ontheffingswaarde worden aanpassingen exploitatiewijze
be-
worden maatregelen
bij de ontvanger voorgesteld.
moeten altijd maatregelen worden getroffen. Onder de beoordeeld op hun doelmatigheid.
Als ultieme maatregel
Ook bestaat de mogelijkheid om gebruik te maken van
A 1, waardoor eisen aan de slaapkamers vervallen (voor uitleg van begrippen zie begrippen-
lijst). Meetprotocol Voor de controlemetingen
door ILT wordt in dit rapport een digitaal meetformulier
voorgesteld voor het me-
ten volgens de MCR-mix. Daarbij hoeft niet de hele mix gemeten te worden; de meting vindt plaats tot wordt voldaan. Verder is bekeken welk meetprotocol minimaal aangehouden gelen aan te kunnen wijzen. Het voorgestelde
meetprotocol
moet worden om bronnen en maatre-
bevat naast geluidmetingen
ook trillingsmetin-
gen aan wanden, plafond en vloer om te bepalen aan welke vlakken maatregelen moeten worden getroffen.
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 5
OPA 2
Inleiding
2.1
Scope
Binnenvaartschepen
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
op de internationale
r. . ---r--1
Rijn moeten voldoen aan technische
eisen, afgesproken
in de
Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) en vastgelegd in het Reglement voor onderzoek van schepen op de Rijn (ROSR). Wanneer het reglement wordt aangevuld met nieuwe technische eisen, gelden deze nieuwe eisen in principe voor schepen die vanaf dat moment nieuw worden gebouwd. Voor schepen die dateren van voor de totstandkoming van dergelijke nieuwe voorschriften, wordt in de regel een overgangstermijn
vastgesteld die op
een bepaalde datum afloopt. Bij verlenging van het Certificaat van Onderzoek na de einddatum van de overgangstermijn moeten ook deze oudere schepen aan de voorschriften voldoen. Bovenstaande
systematiek
is ingevoerd in 2003. Voor die tijd golden nieuwe eisen per definitie alleen voor
nieuw te bouwen schepen. Met de invoering van deze systematiek binnenvaartschepen
is tevens besloten dat alle bestaande
op enig moment aan het reglement van 2003 moesten voldoen.
Het onderhavig onderzoek heeft betrekking op de eisen die worden gesteld aan de productie van geluid van binnenvaartschepen.
Meer in het bijzonder gaat het om de volgende bepalingen uit het ROSR:
Artikel 3.04, zevende lid, geluidsdruk machinekamer; Artikel 7.01, tweede lid, geluidsdruk in stuurhut; 8.10, tweede en derde lid, geluidsdruk 25 meter afstand schip; 12.02, vijfde lid, geluidsdruk woon- en slaapruimten. Deze eisen zijn ingevoerd in 1975. In 2003 is de overgangstermijn
gesteld op 1 januari 2015. Inmiddels is
deze verlengd tot 1 januari 2020. Door de brancheorganisaties
voor de binnenvaart is bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) ge-
signaleerd dat het voldoen aan de geluideisen zal leiden tot technische en/of financiële verse categorieën
van oudere binnenschepen.
staand beeld (verder 'vooronderzoek'). woon- en slaapruimten
Onderzoek door TNO en Level Acoustics/
bevestigt boven-
Metingen op een viertal schepen wijzen uit dat het met name in
niet mogelijk is om aan de geluidnormen
de optredende geluidniveaus
knelpunten voor di-
uit het ROSR te voldoen. Maatregelen om
te reduceren zijn kostbaar en het is nog maar zeer de vraag of na toepassing
van deze maatregelen de normen wel worden gehaald.
2
Rapport 2013 R11830 v5 d.d. 21 mei 2014, Overgangstermijnen
consequenties
geluidsnormen
binnenvaart - Geluidstechnische
en financiële
van het toepassen van de normen
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 6
OPA 2.2
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Onderzoeksvragen
Het resultaat van het TNO/Level onderzoek was voor I&M aanleiding om een vervolgonderzoek
uit te laten
voeren dat antwoord geeft op vier hoofdvragen: 1. Bevestigen aanvullende metingen bij meer schepen de conclusies uit het vooronderzoek? 2. Met welke geluid reducerende
maatregelen
kan het geluid niveau worden verlaagd, wat is het effect van
deze maatregelen en wat zijn hiervan de kosten? 3. Kan, onder bepaalde voorwaarden,
een meer flexibele toetsingsnorm worden aangehouden?
4. Is het bestaande meetprotocol werkbaar of zijn aanpassingen
gewenst rekening houdend met de moge-
lijk flexibele toetsingsnorm? Het vervolgonderzoek samenwerking
is uitgevoerd door de combinanten
met de onderaannemer
DPA Cauberg-Huygen
Rubber Design. In voorliggende
B.v. en Level Acoustics in
rapportage worden de bevindingen
van het onderzoek uiteengezet en wordt antwoord gegeven op bovenstaande vragen. 2.3
Leeswijzer
In de hoofdstukken
3 t/m 6 wordt ingegaan op de invulling van de vier onderzoeksvragen.
De rapportage
sluit af met hoofdstuk 7: conclusies en aanbevelingen.
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 7
OPA
RAADGEVENDE
3
Geluidmetingen
3.1
Inleiding
---r--1
INGENIEURS
schepen
De eerste onderzoeksvraag vooronderzoek?
r. .
CAUBERG-HUYGEN
luidt: bevestigen aanvullende
In de voorbereiding
vraag anders geformuleerd:
metingen bij meer schepen de conclusies uit het
van de uitvoering van het voorliggende onderzoek is deze onderzoeks-
'Zijn de conclusies
uit het vooronderzoek
ook geldig voor andere (soorten)
schepen?' Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zijn in eerste instantie aanvullende metingen uitgevoerd op vijf schepen. In paragraaf 3.2.1 is omschreven op welke wijze de betreffende schepen zijn geselecteerd. Het streefdoel was meetdata te verzamelen voor een zo breed mogelijk spectrum van type schepen. Zoals omschreven
in paragraaf 2.1 zijn in het vooronderzoek
beeld bekend van de geluidsituatie ling van de geluidmetingen
zijn gerapporteerd
Daarnaast zijn ook aanvullende
trillingsmetingen,
uitgevoerd met betrekking tot het geluid van binnenvaarten resultaten zijn gegeven in paragraaf 3.3.
zijn ook trillingsmetingen
met als doel het vaststellen
uitgevoerd op alle schepen. De resultaten van de
van de maatgevende
verder uitgewerkt in relatie tot de analyse van de geluidreducerende
3.2
Geluid op het schip
3.2.1
Selectie schepen
Het gaat om schepen met een bouwjaar vóór
In totaal is nu het
type schepen. De resultaten en beoorde-
in paragraaf 3.2.3 en 3.2.4.
geluidmetingen
schepen naar de omgeving. De uitgangspunten Gelijktijdig met de geluidmetingen
4 type schepen doorgemeten.
aan boord van 9 verschillende
overdrachtspaden,
zijn in hoofdstuk 5
maatregelen.
1976. Het vooronderzoek
heeft betrekking gehad op een vier-
tal schepen: Marina, verlengd Dortmund-Eems
kanaalschip, motortankschip;
Twillis, verlengd Rijn-Herne schip, motorschip.; Estero, Kempenaar, motorschip; Valé,
Rijn-Herne schip, motorschip.
In voorliggend onderzoek is de steekproef verder uitgebreid met vijf schepen. Oorspronkelijk
was uitgegaan
van zes schepen maar de spits 'Westropa' (zie tabel 3.1) is uiteindelijk niet gemeten. Het bleek niet mogelijk om binnen de bedrijfsvoering
van het schip en de loop van het project tot een consensus te komen omtrent
een meetdatum. Omdat het gaat om een validatie, is het belangrijk in de breedte, dus over het aantal type schepen, een dekkende steekproef te doen, onafhankelijk De schepen zijn dan ook met dat doel geselecteerd rie. Het overleg met de klankbordgroep
van het aantal van een type schip dat rondvaart.
in samenspraak
heeft plaatsgevonden
met de klankbordgroep
en het ministe-
op 2 september 2014 in Rotterdam. De selec-
tie van het type schepen is op dat moment bepaald. Vervolgens
hebben de leden van de klankbordgroep
onder hun eigen leden en relaties gezocht naar schippers die bereid waren hun schepen te laten meten. Met deze schippers
is contact opgenomen
en een afspraak gemaakt voor een meetdag. Niet alle opgegeven
schepen bleken beschikbaar binnen de meetperiode (oktober - november 2014, januari 2015). Dit heeft uiteindelijk geleid tot het overzicht van geselecteerde
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
schepen zoals weergegeven
in tabel 3.1.
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 8
OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Tabel 3.1: Selectie Naam schip
I
Melvin
I Dortmunder,
Type schip
I Foto motorvracht-
Inventarisatie
Meetdatum
06/10/2014
20/10/2014
schip
Bobo
Duwboot
22/09/2014
24/10/2014
Kreeft
Kraanschip
06/10/2014
27/10/2014
Virginia
Passagiersschip
04/11/2014
26/11/2014
Viator
Rijn-Herne schip,
22/09/2014
10/12/2014
10/11/2014
Niet gemeten,
motorvrachtschip
Westropa
Spits
binnen looptijd project geen afspraak kunnen maken Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 9
r. .
CAUBERG-HUYGEN
OPA
RAADGEVENDE
---r--1
INGENIEURS
Om inzicht te krijgen in de opbouw van het schip zijn de schepen geïnventariseerd vorens de metingen uit te voeren. Dit heeft geresulteerd
in de plattegronden
en volledig ingemeten al-
en doorsneden
die per schip
zijn terug te vinden in bijlage I. Aan de schippers is gevraagd een vragenlijst in te vullen met betrekking tot diverse karakteristieken
van het schip en het feit of al dan niet geluid reducerende maatregelen zijn getroffen
in het verleden. De ingevulde vragenlijsten zijn terug te vinden in bijlage 11. 3.2.2
Uitvoering metingen
Voor de uitvoering van de geluidmetingen
is gebruik gemaakt van klasse I meetapparatuur'
(B&K 2250) die
op regelmatige basis door een externe instantie wordt gekalibreerd. Geluidmetingen
zijn per ruimte uitgevoerd in én
meetpunt, centraal in de ruimte. De microfoon is hierbij rus-
tig heen en weer bewogen om de invloed van eventuele staande golven (lokale versterkingen
of verzwak-
kingen van het geluid in een ruimte) te voorkomen. In de slaapkamers is aanvullend een geluidmeting
uitge-
voerd ter hoogte van het hoofdkussen. De metingen op het schip hebben een aantal doelen: a. b.
vaststelling of aan de normen wordt voldaan; identificeren van de dominante bronnen en paden om daaruit de meest efficiënte
maatregelen voor dat
schip af te leiden (zie ook hoofdstuk 5); c.
bepalen hoe de meetprotocollen
(waarin bedrijfscondities,
geld) kunnen worden vereenvoudigd 3.2.3
meetpunten
en andere zaken worden gere-
(zie ook hoofdstuk 6).
Meetresultaten
In onderstaande tabel 3.2 zijn per schip de meetresultaten weergegeven. De meetresultaten
in tabel 3.2 zijn weergegeven
bij zowel 95% van het maximaal continue beschikbare mo-
torvermogen (verder 'MCR'), conform de ROSR voorschriften, De MCR-mix is een voorstel uit het vooronderzoek reële
vermogens/toerentallen
maximale motorvermogen.
als bij de voorgestelde MCR-mix.
waarbij het geluidniveau wordt bepaald bij een mix van
van de motor. Geen enkel schip vaart namelijk langdurig met 95% van het De MCR-mix bestaat uit een samenstelling
van verschillende
85%, 55%, 25% en 5%. Elk van deze percentages heeft een eigen weegfactor. het effect van de MCR-mix geëvalueerd.
MCR's te weten
In voorliggend onderzoek is
Daarom zijn de geluid metingen uitgevoerd bij verschillende
percen-
tages van het motorvermogen. De tabel geeft de resultaten voor de machinekamer, schip meerdere woonkamers
de stuurhut, de maatgevende woonkamer
heeft) en de maatgevende
slaapkamer.
niet aan de normen voldoen. In bijlage III worden de uitgebreide meetresultaten
3 Klasse
1 geluid meters voldoen aan de specificaties
over een breed temperatuurbereik,
uit de norm lEG 61672-1:2002.
luchtvochtigheidbereik
slechts 0,5 tot 1,0 dB(A) in het middenfrequentiegebied. Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
en luchtdrukbereik.
(in geval het
Grijs gearceerd zijn de waarden die per schip gegeven.
Ze hebben een gegarandeerde
De afwijking
nauwkeurigheid
voor een klasse 1 geluidmeter
bedraagt
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 10
OPA Tabel 3.2: M
r. .
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
-_ .. --_._--_
..
_._._ luid ... __ ...
_ .. -
---r--1
INGENIEURS
.. _h
-_ hi... Geluidniveaus
Ruimte
Machinekamer
Schip
Eis ROSR
MELVIN
Meetconditie
BOBO
KREEFT
VIRGINIA
Meetconditie
Meetconditie
Meetconditie
Meetconditie
Woonkamer
Slaapkamer
110
70
70
60
85% MeR*
109
68
79
80
MeR-mix
104
62
72
74
95% MeR
109
69
74
81
MeR-mix
105
64
70
76
95% MeR
104
64
73
73
MeR-mix**
--
--
--
--
95% MeR
103
51
75
72
99***
48***
70
70
95% MeR
108
60
75
72
MeR-mix
103
56
67
66
MeR-mix VIATOR
Stuurhut
in dB(A)
* 85 % MeR maximaal haalbaar ** andere percentages
van het MeR niet relevant en ook niet gemeten
*** niet bij alle percentages
van het MeR kunnen meten, MeR-mix
bepaald o.b.v. interpolatie
Tabel 3.2 laat zien dat in de slaapkamer en woonkamer vindt. In de machinekamer
3.2.4
Vergelijking
In onderstaande
bijna altijd een overschrijding
van de norm plaats-
en de stuurhut wordt altijd voldaan aan de norm.
met vooronderzoek
tabel 3.3 zijn op een gelijkaardige
manier de meetresultaten
van de 4 schepen uit het voor-
onderzoek gepresenteerd.
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 11
OPA
r. .
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
. -- -- 3.3: - -_ .... - _ .. -- _. __ . __ Tabel Meetresultaten
---r--1
INGENIEURS
- _. _ .. __ ._- _ .. vooronderzoek
...
Geluidniveaus Ruimte
Machinekamer
Schip
Eis ROSR
MARINA
Meetconditie
TWILLIS
Meetconditie
ESTERO
Meetconditie
VALÉ
Meetconditie
* noodzakelijke
percentages
Stuurhut
in dB(A) Woonkamer
Slaapkamer
110
70
70
60
95% MeR
107
64
78
74
MeR-mix
--*
--*
--*
--*
100% MeR**
109
69
78
81
MeR-mix
--*
--*
--*
--*
100% MeR**
106
66
75
80
MeR-mix
101
61
70
74
92% MeR
109
66
67
70
MeR-mix
105
62
65
68
van het MeR niet gemeten
** 100% MeR gemeten i.p.v. 95 % MeR
3.2.5
Samenvattende
conclusies
Voor de 9 schepen die gemeten zijn, kunnen onderstaande In de machinekamer
en de stuurhut
conclusies worden getrokken:
wordt op alle schepen
en onder alle condities
voldaan
aan de
normen; In 89% van de gevallen wordt in de woonkamer overschrijdingen
niet voldaan bij conditie 95% MCR. De geconstateerde
bedragen 2 tot 9 dB;
Wanneer voor de woonkamers
de MCR-mix wordt toegepast, zijn er minstens 4 schepen extra die kun-
nen voldoen. De 'winst' die op deze manier kan worden behaald, bedraagt in de woonkamers 2 tot 8 dB. In 100% van de gevallen teerde overschrijdingen
wordt in de slaapkamer
niet voldaan
bij conditie
95% MCR. De geconsta-
bedragen 10 tot 21 dB;
Wanneer voor de slaapkamers de MCR-mix wordt toegepast, kunnen ze nog steeds niet aan de normen voldoen. De overschrijdingen Opmerking:
zijn wel beperkter: 6 tot 16 dB.
Tijdens het tweede overleg met de klankbordgroep
op 16 maart 2015, is naar voren gekomen
dat geen schip is geselecteerd waarbij de stuurhut zich direct boven de machinekamer wordt geconcludeerd
bevindt. Bovenstaand
dat op alle schepen en onder alle condities in de stuurhut aan de eisen wordt voldaan.
De verwachting is dat dit niet altijd het geval zal zijn bij schepen die de stuurhut gepositioneerd rect boven de machinekamer.
Aannemelijk
baar zullen zijn met de woonkamers
hebben di-
is dat de resultaten voor deze schepen in de stuurhut vergelijk-
van de gemeten schepen. Alleen door middel van aanvullende
metin-
gen kan hierover echter een definitieve uitspraak worden gedaan.
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 12
OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
3.3
Geluid naar de omgeving
3.3.1
Algemeen
In het vooronderzoek
r. . ---r--1
is geen aandacht geschonken
meldt: "Aangezien de overschrijding het schip direct gerelateerd
aan het geluid naar de omgeving. De rapportage ver-
van het toelaatbare geluidsniveau
blijkt te zijn met de overschrijding
in de buitenlucht in de nabijheid van
van de toelaatbare geluidsniveaus
schillende ruimten van het schip, behoeft geen apart onderzoek naar de geluidsniveaus
in de ver-
in de buitenlucht te
worden uitgevoerd." Op basis van onze ervaringen met het geluid van schepen blijken de uitlaat en in een aantal gevallen de uitstraling van de motorruimte, van belang voor de geluiduitstraling een directe relatie tussen geluidniveau
naar de omgeving. Voor de motorruimte ligt
in de ruimte en de geluiduitstraling
voor de hand. Voor de motoruit-
laat is die relatie minder duidelijk. Tijdens de metingen op het schip is daarom tevens het bronvermogen van de uitlaat bepaald om vervolgens op basis van berekeningen
een inschatting te kunnen maken van het ont-
vangen geluidniveau op 25 meter. Om de bewering uit het vooronderzoek voerd aan langsvarende
binnenschepen
en maximale geluidniveau
te staven, zijn aanvullend gedurende én
dag geluidmetingen
uitge-
waarbij per schip tijdens de passage elke seconde het gemiddelde
spectraal is vastgelegd.
vastgelegd. Op basis van de meetgegevens
Verder zijn de afstand, vaarsnelheid
is conform de algemene eis het geluidniveau
en het type schip op 25 meter af-
stand berekend en beoordeeld. 3.3.2
Meet- en rekenresultaten uitlaat
Tijdens de metingen is op een afstand 1,5*d hiervan is het bronvermogen
4
(met d
= diameter
uitlaat) het geluidniveau gemeten. Op basis
van de uitlaat berekend. Dit bronvermogen
is dan weer input geweest voor de
berekening om te bepalen welk geluidniveau op 25 meter verwacht kan worden. Tabel 3.4 vat de resultaten van deze berekeningen
samen. Tevens worden de eisen het de ROSR gegeven. Per schip is aangegeven
wat het akoestisch bronvermogen
is van de uitlaat (eventueel in combinatie met een rooster van de machi-
nekamer) en tot welk geluidniveau dit leidt op 25 meter afstand van de zijkant van het schip. Indien mogelijk is het geluidniveau
weergegeven
bij 95 of 85% MCR (varend schip) en bij 25% MCR (bijna stil liggend
schip ). Voor varende schepen geldt een eis van 75 dB(A) uit het ROSR en voor schepen die stil liggen een eis van 65 dB(A).
4 volgens
methode 11.2uit de Handleiding meten en rekenen industrielawaai, Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
geconcentreerde
bronnen 20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 13
r. .
CAUBERG-HUYGEN
OPA
RAADGEVENDE
---r--1
INGENIEURS
Tabel 3.4: Rekenresultaten bronvermogen
Rooster
Schip
Lw [dB(AI]
Schoorsteen
Totaal
Lp25m [dB(A)]
Kreeft
95% MeR
102,1
103,0
62,4
Bobo
85% MeR
102,5
102,5
62,8
Bobo
25% MeR
93,6
93,6
53,9
Melvin
85% MeR
91,4
91,4
51,5
Melvin
25% MeR
78,8
78,8
38,9
Virginia
85% MeR
94,6
94,6
54,6
Virginia
25% MeR
75,6
75,6
35,6
Viator
85% MeR
92,2
92,2
52,0
Viator
25% MeR
79,7
79,7
39,5
95,6
Tabel 3.4 maakt duidelijk dat voor alle gemeten schepen geldt dat hun geluiduitstraling
naar de omgeving
voldoet aan de eisen uit het ROSR. 3.3.3
Meetresultaten langsvarende schepen
De geluidmetingen
zijn uitgevoerd op 25 november 2014 lang het Julianakanaal
bij Berg aan de Maas. Op
de meetplaats was ruim zicht op de schepen, heerste een constant achtergrondniveau
en was een voldoen-
de groot aanbod van schepen mogelijk. Figuur 3.1 toont een impressie van de meetlocatie.
Figuur 3.1: meetlocatie
passagemetingen
Berg aan de Maas
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 14
OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
In het totaal zijn ruim 40 passerende schepen gemeten waarbij per seconde het gemiddelde geluidniveau vastgelegd gebruikmakend
is
van de B&K 2250 geluidanalyzer.
Tijdens de passage werden de schippers gebeld om gegevens omtrent hun schip tijdens de passage op te vragen. Helaas wilden niet alle schippers meewerken en van een aantal schepen kon geen telefoonnummer of andere informatie worden gevonden. Tabel 3.5 geeft de meetresultaten
voor de schepen van voor 1976. Dit zijn 29 schepen. De resultaten in de
tabel zijn gerangschikt van hoog naar laag geluidniveau.
Een volledig overzicht van alle meetgegevens,
ook
van schepen van na 1976, is opgenomen in bijlage IV. Voor ieder schip is naast de naam en het type schip (soms aanname), het geluidniveau op 25 meter weergegeven
evenals het percentage van het maximale toe-
rental, de snelheid van het schip en het bouwjaar. Het geluidniveau op 25 meter is bepaald op basis van het hoogste geluidniveau
per seconde tijdens de passage en gecorrigeerd
voor het achtergrondniveau
en de
grotere meetafstand tot het schip. I abel s.o: resultaat passaqemennqen Naam schip
Nederlandse
Type schip
senepen LAeq
[dB(A)]
geme-
ten op 25 meter Stern
Dortmunder
75
St. Agatha/Ram
Duwboot
Laco9/Farley
% van max
Snelheid
toerental
[mIs]
Bouwjaar
2,3
1922
72
2,7
1943
Duwboot
72
2,3
1923
Wanssum/Ram
Duwboot
72
2,9
1943
Willie
Motorbeunschip
71
3,5
1967
Zwerver
Kempenaar
69
87
4,3
1954
Jan eornelis
Brusselaar
68
100
4,1
1914
Poseidon
Europaschip
66
2,9
1955
Mover 4
Duwboot
66
3,3
1957
Ruan
Kempenaar
65
70
2,9
1966
Gelderland
Dortmunder
65
84
3,1
1966
Arta
Kempenaar
64
82
2,9
1966
Okinawa
Europaschip
64
3,5
1959
Brisant
Kempenaar
64
4,0
1962
Keiko
Spits
64
2,8
1951
Ecce-homo
Kempenaar
64
3,0
1959
Dorine
Europaschip
64
2,6
1958
Corja
Koeningfelbre
64
3,4
1935
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
72
schip
67
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 15
CAUBERG-HUYGEN
OPA Naam schip
RAADGEVENDE
INGENIEURS
Type schip
LAeq
[dB(A)]
r. . ---r--1
geme-
ten op 25 meter
% van max
Snelheid
toerental
[mIs]
schip
Bouwjaar
Seolto
Kempenaar
63
2,9
1957
Loana-calista
Europaschip
62
3,1
1947
Alida
Kempenaar/Dortmunder
62
2,8
1961
Martyna
Dortmunder
61
4,1
1951
Vertrouwen
Kempenaar
61
2,8
1975
Peroli
Europaschip
61
1,9
1926
Miarca
Kempenaar/Dortmunder
61
3,1
1965
ealcit 3
Tankschip
61
56
2,6
1953
Diamond
Europaschip
61
63
Farmsum
Dortmunder/Europaschip
57
61
61
1973 3,2
Tabel 3.5 toont dat van lang niet alle schepen het toerentalpercentage centage bedroeg 70%. De gecontacteerde Julianakanaal
1972
is achterhaald.
Het gemiddelde
per-
schippers gaven aan zelden met meer vermogen te varen op het
dan nu opgegeven. Wat dat betreft biedt de meting een representatief
beeld van de werkelijke
situatie. De meeste schepen (circa 83%) blijven onder de 70 dB(A) tijdens hun passage. Op basis van de meetgegevens is bovendien afgeleid dat een stijging in toerental van 70 naar 95% niet meer dan 3 dB(A) toename zal betekenen van het geluidniveau.
In zijn algemeenheid
volgt daaruit de conclusie op basis van tabel 3.5 dat
bijna alle schepen voldoen aan de eis van 75 dB(A) uit het ROSR. Uitzondering
hierop vormt de Stern.
Haar motorgeluid klonk echter dusdanig afwijkend van de andere schepen dat de verwachting
is dat er een
probleem met de uitlaatdemper speelde. De schipper wilde hierover geen mededelingen doen.
3.4
Samenvatting
De geluidmetingen
op en aan de schepen tonen aan dat de trend die in het vooronderzoek
is geconstateerd,
zich doorzet op de vijf onderzochte schepen: in de stuurhut en machine kamer wordt voldaan aan de geluideisen; in de woonkamer
meestal niet;
in de slaapkamer nooit. De overschrijdingen woonkamers
kunnen oplopen tot
20 dB(A). Met toepassing
wel aan de eis maar de daling in geluidniveau
van de MCR-mix voldoet een aantal
is niet zo groot dat daardoor alle overschrijdin-
gen worden opgeheven. Het algemene beeld blijft bestaan en toont aan dat de geluideisen in het schip zonder geluidreducerende
maatregelen niet haalbaar zijn.
De MCR-mix geeft wel een reëler
beeld van de werkelijke geluidsituatie
aan boord en vormt derhalve een
goed vertrekpunt voor de maatregelen. De veronderstelling
uit het vooronderzoek
dat de geluiduitstraling
voldoet aan de eisen, wordt door de uitgevoerde geluidmetingen Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
van de schepen naar de omgeving onderschreven. 20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 16
OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
4
Geluidreducerende
4.1
Inleiding
De geluidmetingen
INGENIEURS
r. . ---r--1
maatregelen
hebben tot doel gehad om eventuele overschrijdingen
streren onder verschillende
gebruikscondities.
wordt naar de oorzaak, zodat doelgerichte
geluidreducerende
Daartoe zijn op alle gemeten schepen trillingsmetingen 4.2
Trillingsmetingen
4.2.1
Uitvoering
De trillingsmetingen lingsmetingen
zijn uitgevoerd
van de eisen uit de ROSR te regi-
De volgende stap is dat voor deze overschrijdingen maatregelen
gezocht
kunnen worden voorgesteld.
uitgevoerd.
in alle ruimten waarvoor geluideisen
zijn gesteld in de ROSR. De tril-
hebben tot doel de dominante bronnen te bepalen vanuit de bronkant (de machinekamer)
de dominante afstralende vlakken aan de ontvangkant
(stuurhut, woonkamer
en slaapkamers).
en
Hiertoe zijn
de metingen verricht op alle zes vlakken van de ruimtes (vloer, plafond en vier wanden). In de stuurhut is enkel op de vloer gemeten. In de machinekamer
is ook rondom de motor en de schroef gemeten. Er is ge-
bruik gemaakt van de volgende meetapparatuur: Rion DA-21 4 kanaais data recorder; Bruel & Kjaer Triaxial deltatron accelerometer type 4506; Rion NL-52 sound level meter. Uit de geluidmetingen
is gebleken welke vermogensniveau
schrijding. De trillingsmetingen aanvullend op én
(%MCR) maatgevend is voor de mate van over-
zijn in elk geval voor dit meest maatgevende vermogensniveau
ander vermogensniveau.
uitgevoerd en
Ook is op de meeste schepen een achtergrondmeting
en een meting tijdens het stationair draaien van de motor. Synchroon met de trillingsmetingen
verricht
zijn geluidme-
tingen uitgevoerd om de trillingen aan te relateren.
4.2.2
Wijze van analyse
De geluid- en trillingsmetingen
zijn zo uitgevoerd en geanalyseerd
dat ze antwoord geven op de volgende
vragen: welke bronnen zijn verantwoordelijk
voor de overschrijdingen?
wat zijn de afstralende vlakken in de ruimte die verantwoordelijk Aan bronnen en afstralende drachtspaden,
zijn voor de overschrijding?
vlakken zijn in meer of mindere mate maatregelen
die bronnen en vlakken verbinden,
te nemen. Aan de over-
is dat veel minder het geval. Ook zijn deze paden vaak
complex en daardoor lastig te ontwarren. Paden zijn daarom niet de focus van dit onderzoek. De formulering van de vraag impliceert dat er kwantitatief beantwoord moet worden hoeveel een bron of vlak bijdraagt aan de overschrijding,
omdat alleen dan duidelijk is of meer dan 1 bron of vlak moet worden aan-
gepakt, terwijl bovendien voorspeld kan worden wat het effect van een maatregel gaat zijn. De procedure van de analyse is onderstaand samengevat. Een uitgebreide beschrijving van de analyse is te vinden op de eerste pagina van bijlage V. De belangrijkste technische begrippen zijn terug te vinden in de begrippenlijst in bijlage VII.
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 17
OPA 1.
Benoemen
r. .
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
---r--1
INGENIEURS
van mogelijke bronnen (motor, keerkoppeling,
schroef en cavitatie) zodat duidelijk is aan
welke bronnen metingen moeten worden verricht. Ook wordt gemeten wat het achtergrondgeluid
is met
alle bronnen uit, zodat zeker is dat tijdens het varen puur naar de bijdrage van de op het schip aanwezige bronnen wordt gekeken. 2.
Er wordt genoteerd welke bronnen duidelijk hoorbaar zijn in alle ruimtes, bijvoorbeeld doordat er een 'rattle' aanwezig is (een duidelijk ratelend geluid).
3.
en 4. Vervolgens dient bepaald te worden wat het trillingsniveau vangruimtes. Er is onder twee bedrijfscondities
5.
is van de bronnen en de wanden in ont-
gemeten. Van de gemeten trillingen worden twee soorten
spectra gemaakt, smalbandspectra
en breedbandspectra.
Eerst wordt met smalbandspectra
gekeken wat de tonale bronnen zijn. Tonale geluiden zijn voor het
menselijk oor het meest herkenbaar en zorgen om die reden vaak voor de meeste overlast. Ze zijn vaak maar én 6.
of enkele frequenties breed.
Motor, schroef en keerkoppeling
hebben allemaal tonale componenten.
Soms zijn deze afzonderlijk als
frequentie te herkennen. Indien dit niet mogelijk is, dan vormen deze bronnen voor de rest van de analyse een gezamenlijke 7.
bron, met een holistische aanpak tot gevolg.
Vervolgens wordt de breedbandige
bijdrage geanalyseerd.
in het spectrum over meer frequenties Vaak zijn tonale componenten
Daarbij wordt gekeken naar trillingen die zich
Dit gebeurt over het algemeen
sterker dan breedbandige
hoeveel de breedbandige componenten 8.
verspreiden.
componenten.
in octaaflbanden.
Daarom wordt vooral gekeken
nog bijdragen in vergelijking met de tonale componenten.
en 9. Er wordt per wand in de ontvangruimte
bekeken wat de bijdrage is in afstraling van geluid. Daarbij
wordt dus bepaald hoe effectief een bepaalde wand meedoet in het creëren
van geluidniveaus
in de
ruimte. 10. Tot slot wordt gekeken wat de geluidniveaus zullen zijn bij het wegnemen van bronnen. 4.2.3
Meetresultaten
In onderstaande
Tabel 4.1 staat voor alle schepen de meest dominante bronnen weergegeven.
de meest dominante
bron aangegeven,
met "X" de overige dominante
Met "XX" is
bronnen. Onder de tabel wordt per
schip een toelichting gegeven op de analyse. Voor de volledige analyse van de meetresultaten
conform pa-
ragraaf 4.2.2 wordt verwezen naar bijlage V. In tabel 4.1 is te zien dat de motor op alle schepen de meest dominante bron is. De schroef zorgt ook voor geluidniveaus,
maar is minder dominant. De keerkoppeling
hogere toerentallen. van de keerkoppeling doorgegeven
is met name verantwoordelijk
voor niveaus bij
In de analyses is deze verhoging vooral breedbandig te zien. Een breedbandig duidt onder andere op cavitatiegeluid.
aan de scheepswand
gemeten schepen de slaapkamers
Cavitatiegeluid
richting de ontvangruimtes.
wordt breedbandig
buitenlangs
Ruimtes dichtbij de schroef (dit zijn in de
aan de achterkant van het schip) kunnen hierdoor extra hoge niveaus
ontvangen. Cavitatie en schroef(huid) zijn daarom benoemd als belangrijke bron voor slaapkamers voor de woonkamer).
niveau
Voor de woonkamers
is alleen de verhoogde trilling van de keerkoppeling
(en niet
zelf de re-
den voor hoge niveaus.
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 18
CAUBERG-HUYGEN
OPA TabeI4.1:D
RAADGEVENDE
_ ...... _ .. _-
_. _ .... _ .. b
_ ... _-_
Ontvangende
..
INGENIEURS
-_ h.. -
---r--1
_ ..
ruimte
Dominante Motor
Schip
bronnen
Keer-
Schroef
Schroef
koppe-
(as)
(huid)
eavitatie
Overige
ling
MELVIN
BOBO
KREEFT
VIRGINIA
VIATOR
Meetresultaten
r. .
Woonkamer
XX
X
X
Slaapkamers
XX
X
X
Woonkamer
XX
X
X
Slaapkamers
XX
X
X
Woonkamer
XX
X
X
Slaapkamers
XX
X
X
Woonkamer
XX
X
X
Slaapkamers
XX
X
X
Woonkamer
XX
X
X
Slaapkamers
XX
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Melvin
In de woonkamer is duidelijk te zien dat via de zijwanden geluid uit de motorkamer wordt overgebracht de ontvangruimte.
naar
Breedbandig lijkt ook de vloer een rol te spelen. De belangrijkste bron is de motor. Op ho-
gere toerentallen is ook de keerkoppeling een belangrijke bron. In de bakboord slaapkamer zijn de belangrijkste worden via de scheepswand
vlakken de achterwand
en bakboordwand.
Deze wanden
in trilling gebracht. Pieken zijn duidelijk afkomstig van de motor.
In de stuurboord slaapkamer was een 'rattle' (ratelend geluid) te horen in de achterwand. geeft de grootste trillingen (door de 'rattle'), daarna de vloer en de stuurboordwand.
De achterwand
De grootste pieken be-
vinden zich op de motorfrequenties. Opmerkelijk is dat harmonischen
van een enkele cilinderontsteking
relatief hoge amplitudes geven, wat een
indicatie kan zijn van een slechter lopende cilinder. Meetresultaten
Bobo
Voor de achterste slaapkamer in de Bobo lopen de overdrachtspaden zend aan de machinekamer. voorste slaapkamers. het meest is geëxciteerd
De buitenwanden
Dit is geconcludeerd
voornamelijk via de wanden aangren-
van het schip zijn het dominante
pad voor trillingen in de
uit het feit dat voor de bakboord slaapkamer de bakboordwand
en voor de stuurboord slaapkamer de stuurboordwand.
ook een belangrijk vlak. De excitaties worden voornamelijk
veroorzaakt
De vloer is in alle gevallen
door de motor maar de schroef is
met minder sterke trillingen ook te herkennen in het signaal. Er treedt een sterke resonantie (hevige trilling) op rond 50-60 Hz bij de lage toerentallen. De schipper bevestigde dit op basis van zijn eigen waarnemingen. De motor is als bron over het algemeen dominant maar de schroef is ook zichtbaar. AI met al zijn de overdrachtspaden
duidelijk te identificeren.
gen worden via de motorbasis en koppeling doorgegeven
De motor is de voornaamste
aan de scheepswand.
bron en de trillin-
Het pad loopt via de buiten-
en tussenwand naar de buiten- en achterwanden van de voorste slaapkamers en woonkamer. Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 19
OPA
r. .
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
---r--1
INGENIEURS
De achterste slaapkamer bevindt zich dicht bij de motor, waardoor vele wanden worden aangeslagen, voornamelijk
de voorwand, waar de machinekamer
maar
zich ook aan bevindt. Toename van trillingen bij hogere
toerentallen zijn toe te schrijven aan de koppeling en motor. Meetresultaten
Kreeft
Voor de Kreeft geldt dat er in veel gevallen meerdere dominante vlakken zijn per kamer, wat te verklaren kan zijn door de plaatsing van de machinekamer ten opzichte van de ontvangruimtes. duidelijk zichtbaar in de frequentieanalyse
8
De 4 orde van de motor is
op 1650 toeren (maximale gemeten toerental). Motorfrequenties
zijn duidelijk zichtbaar. Paden zijn weer via de dragende wanden naar de slaapkamers
(buitenwanden).
de woonkamer telt de vloer het meeste mee. Toename van trillingen bij hogere toerentallen
In
is voornamelijk
in laagfrequent en hoogfrequent gebied, minder in de relevante 1 kHz band. Toename van trillingen bij hogere toerentallen zijn toe te schrijven aan de koppeling. Meetresultaten Virginia De Virginia heeft twee motoren met verschillende verhoudingen motortoerental. weergegeven
van de karakteristieken
de andere. De stuurboordmotor verschil in geluidsniveau identificeren
in de tandwielkasten.
Zodoende varieert het
Dit is te merken aan de pieken in het spectrum. In bijlage V is een vergelijkend van de motoren. Eén
lijkt iets dominanter,
van de motoren droeg meer bij qua trillingen dan
vanwege hogere pieken in dwarsrichting.
als gevolg van toerentalverschil
met een sterkere trilling, bijvoorbeeld
overzicht
Het weinige
is echter opvallend. Er zijn duidelijke gebieden te
rond 60 Hz bij 1560 toeren. Bij hogere toerentallen
ver-
schuift dit gebied naar hogere frequenties. Er zijn resonanties gemeten op motor en koppeling van rond de 30 en 60 (bij lage toerental) Hz, die consistent verschuiven
bij verhoging van het toerental. De toename in de 125 Hz band is bij hogere toerentallen
hieraan te danken. Dit is waarschijnlijk 8
en 4 orde motorfrequenties
8
8
een 1 en 2 orde motorfrequentie.
duidelijk zichtbaar. Niet-motorfrequenties
In de frequentieanalyse
8
zijn de 1
zijn ook duidelijk zichtbaar (afkomstig
van de schroef). Meetresultaten Viator De motor is goed als bron terug te vinden in de panelen. De motor is dominant, maar de schroef is ook te herkennen. Voor de stuurboord slaapkamer zijn de voornaamste frequenties), bakboordzijde.
de achterzijde
en de stuurboord zijde. Voor de bakboord slaapkamer zijn dit de vloer en de
Voor de woonkamers
van twee verschillende
afstralende panelen het plafond (voor lage
zijn dit de vloer en de stuurboord en bakboord zijden. Bij vergelijking
motortoerentallen
is de keerkoppeling
de oorzaak van de toename van het geluid in
de kamers.
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 20
CAUBERG-HUYGEN
OPA
RAADGEVENDE
INGENIEURS
4.3
Theoretisch effect maatregelen
4.3.1
Algemeen
Er zijn verschillende
r. . ---r--1
maatregelen aan te wijzen om de overschrijdingen
trillingsgeïsoleerd
op te lossen:
opstellen motor;
begrenzen toerental van de motor; trillingsgeïsoleerd
opstellen keerkoppeling;
extra verstijven van fundatie motor en/of keerkoppeling; aanpassingen
aan de schroef zelf en aan de doorvoer van de schroef;
ontdreunen wanden/vloeren/plafonds
van slaap- en woonkamers;
doos-in-doos constructies; omwisselen woon- en slaapvertrekken; antigeluid. In onderstaande
Figuur 4.1 is de locatie van de maatregelen aangegeven:
-s .J
V
doos-in-doos constructie
anti-geluid
locatie vertrekken ontvang kant ------bronkant
toerentalbegrenzer
Figuur 4.4.1: Maatregelen
extra verstijven
op veren plaatsen van
fundatie
motor en keerkoppeling
aanpassingen
schroef
in beeld
Om kasten van motor en/of fundatie, a priori een wellicht voor de hand liggende maatregel, is in de lijst van maatregelen niet opgenomen omdat dit alleen een geluidreductie voor de leefvertrekken.
oplevert voor de machinekamer
maar niet
Omkasten zorgt namelijk alleen voor een reductie van het luchtgeluid maar niet voor
een reductie van het constructiegeluid
dat maatgevend is voor het geluidniveau in de leefvertrekken.
Enkele maatregelen in de lijst zijn vanwege hun kosten of andere praktische bezwaren waarschijnlijk voerbaar. Voor deze maatregelen
is onderstaand
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
niet uit-
kort uitgelegd wat ze inhouden en wat de bezwaren zijn. 20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 21
OPA
r. .
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
---r--1
INGENIEURS
Voor de andere maatregelen is in de navolgende paragrafen iets uitgebreider ingegaan op de fysische werking van een maatregel, het (theoretisch) effect van die maatregel en de kosten. Mogelijke reductie door begrenzing van toerental Het komt voor dat bij het (her)motoriseren
van schepen een motor wordt geplaatst die (veel) meer vermogen
heeft dan er gebruikt wordt tijdens het varen. De regelgeving omtrent het meten van geluidniveaus zich echter op percentages van het totale motorvermogen. derzoek is naar voren gekomen dat de overschrijdingen den bij hogere toerentallen. die niet méér
In zowel het vooronderzoek
baseert
als het huidige on-
van de eisen in het ROSR met name plaatsvin-
Het loont dus om bij hermotorisering
van een schip voor een motor te kiezen
vermogen heeft dan nodig is.
Een andere mogelijkheid om de geluidniveaus
op het schip laag te houden, is het toepassen van een be-
grenzer. Hiermee zullen toerentallen/motorvermogens
onder een bepaald niveau blijven en daarmee de ge-
luidniveaus worden beperkt. Een lager vermogen zal al naar gelang de al gepleegde
maatregelen
op het
schip enkele dB's opleveren. Er zal per schip bekeken moeten worden op welk vermogen zo'n begrenzer afgesteld dient te worden. Een bijkomend voordeel is dat regelgeving soms gebaseerd mogens. Lagere maximale vermogens
is op maximale ver-
betekent dan minder strenge regels. Wel moet gelet worden op be-
staande regelgeving, zoals bijvoorbeeld de minimumsnelheid
van 13 km/uur, waaraan moet worden blijven
voldaan. Aanpassingen
aan de schroef
Als in de analyses duidelijke schroeffrequenties de schroefbladen
kunnen via het water
herkenbaar zijn, dan is de schroef een bron. Trillingen van
de scheepsconstructie
bereiken, of via de schroefas en de lagering
ervan. Een slechte uitlijning van de schroefas kan de trillingskrachten schip) verergeren. Schroefbladen
op de lagering (en dus het geluid in het
kunnen trillen omdat ze relatief licht zijn (in verhouding tot het vermogen
dat ze moeten doorgeven) of omdat ze beschadigd zijn. Behalve de schroeffrequenties
is de schroef ook de bron van cavitatiegeluid.
vaak pas vanaf een bepaald toerental optreedt. Dit geluid wordt veroorzaakt
Dat is breedbandig geluid dat door het imploderen van de
luchtbelletjes die de schroef in het water opwekt en het plant zich voort door het water naar de scheepshuid. Cavitatiegeluid
is vooral gerelateerd aan de vorm van de schroef en de omwentelfrequentie.
Aanpassen van de schroef betekent, afhankelijk van de situatie: Vervangen van een beschadigde schroef; Vervangen van de schroef door een schroef die minder trilt (die bijvoorbeeld zwaarder of stijver is) waardoor de trillingsniveaus
bij de schroeffrequenties
lager worden;
Vervangen van de schroef door een schroef die door zijn vorm minder cavitatie veroorzaakt; Vervangen van de schroef door een schroef die bij een lager toerental dezelfde stuwkracht kan leveren (bijvoorbeeld
meer of grotere bladen) waardoor
schroeffrequenties
lager van toon en lager in niveau
worden en cavitatie niet meer optreedt; Opnieuw uitlijnen van een (slecht uitgelijnde) aandrijfas, waardoor schroeffrequenties
minder goed wor-
den doorgegeven aan de scheepsconstructie;
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 22
OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Toepassen van een straalbuis. Door het profiel van de straalbuis (vorm van een draagvleugel) er liftwerking. De aanstroomsnelheid
wordt verhoogd en daarmee de druk verlaagd. De straalbuis levert
een positieve stuwdruk die groter is dan de verminderde voorstuwingsrendement
ontstaat
stuwkracht van de schroef. Daardoor wordt het
van de schroef verhoogd (circa 20%). Tegelijkertijd
schroef en is er betere koersstabiliteit.
beschermt de straalbuis de
De kans op cavitatie is echter wel groter, afhankelijk van de lift-
weerstandsverhouding. Een andere schroef zal in veel gevallen ook betekenen dat motor en/of keerkoppeling gen, omdat de aandrijflijn (motor+keerkoppeling+schroef)
een geïntegreerd
moet worden vervan-
geheel is dat geoptimaliseerd
is
voor een bepaald werkpunt (toerental). Vervanging van de schroef is daardoor al snel erg duur, zoals het vooronderzoek
al aantoonde.
Uitlijnen is veel goedkoper maar alleen zinnig als er sprake is van dominantie van schroeffrequentie een slechte uitlijning. Of van dit laatste sprake is, is op basis van geluidonderzoek
èn
van
niet vast te stellen en
daardoor als vaste te adviseren maatregel niet te hanteren. Bij dominantie van schroeffrequenties aandrijfas te controleren
is het in ieder geval te adviseren de schroef en de uitlijning van de
en zo nodig te vervangen.
grootte van de rol van de schroeffrequenties,
De te behalen geluidreductie
ligt, afhankelijk
van de
in de orde van enkele dB's.
Extra verstijven fundatie Door het verstijven van de fundatie van motor en/of keerkoppeling worden trillingen in de regel minder effectief doorgegeven.
Dit pakt echter niet altijd positief uit. Deze maatregel is vooral geschikt daar waar (al)
een afvering van de motor en/of keerkoppeling
is toegepast.
De werkzaamheid
van de afvering wordt
ermee verbeterd, aangezien bij onvoldoende stijfheid van de fundatie een afvering onvoldoende werkt. Zeker bij schepen waarin pas later een afvering is toegevoegd,
is de kans groot dat dit is gebeurd zonder de nood-
zakelijke bijbehorende aanpassing van de fundatie. Het is als maatregel een enorme ingreep. AI het bovenwerk dient ervoor weggehaald motor en keerkoppeling
te worden, inclusief
zelf. Het is vanwege tijd en impact een flinke investering maar wordt in combinatie
met het toch al op veren plaatsen van motor of keerkoppeling ten zeerste aangeraden. Doos-in-doos constructies Bij doos-in-doos-constructies
krijgen kamers een extra binnenconstructie
peld wordt geplaatst ten opzichte van de buitenconstructie, tor die aan de scheepswand
worden doorgegeven,
rijkste probleem bij doos-in-doos-constructies
die volledig akoestisch ontkop-
bijvoorbeeld door veren. De trillingen van de mo-
zullen zo worden gedempt door de vering. Het belang-
is de beperkte hoogte van ruimtes. Er is een bepaalde minima-
le stahoogte op schepen en deze wordt in ruimtes vaak al maar net gehaald. Bij doos-in-doos moet al snel gedacht worden aan een extra constructiedikte Een variant van de doos-in-doos
constructies
van 10-20 cm. Hier is vaak geen ruimte voor.
constructie is het alleen in een doos plaatsen van de het bed: de bedstee.
Aangezien de slaapplaats het meest kritisch is wat betreft het behalen van de geluideisen en stahoogte (in bed) mogelijk geen formele belemmering vormt, ligt het voor de hand juist deze van een akoestische schil te voorzien.
Echter, in de praktijk blijkt dat zelfs voor een bedstee in de regel geen ruimte is: de decimeters die
een akoestische schil nodig heeft, gaan direct ten koste van de lengte en breedte van het bed. De maatregel is verder ook nog eens heel kostbaar.
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 23
r. .
CAUBERG-HUYGEN
OPA
RAADGEVENDE
---r--1
INGENIEURS
Omwisselen vertrekken Het zou in een individueel geval gunstig kunnen zijn woonvertrek draaien. Slaapvertrekken
daardoor sterker belast met geluid dan de woonvertrekken. die varen volgens exploitatiewijze gezien in de woonkamer
en slaapvertrekken
op het schip om te
liggen vaak achterin het schip, boven de motor en dichtbij de schroef, en worden Omwisselen
A 1, waarbij de slaapkamers
is wellicht denkbaar voor schepen
niet hoeven te voldoen aan de ROSR. Aan-
hogere niveaus toelaatbaar zijn, zou het kunnen dat door het omdraaien van ver-
trekken, makkelijker aan de ROSR wordt voldaan. Het omwisselen van vetrekken betekent echter ook dat allerlei voorzieningen
moeten worden verplaatst. De hoge kosten die dit met zich meebrengt, samen met veel
praktische overwegingen, 4.3.2
Mogelijke
In het voorliggende
maken het in de praktijk waarschijnlijk
reductie
door trillingsgeïsoleerd
opstellen
rapport is beschreven dat op alle schepen
Deze bron is te herkennen aan haar tonale componenten trillingsgeïsoleerd
motor enlof keerkoppeling de motor de dominante
(specifieke frequenties).
opstellen van de motor is afhankelijk van de trillingsenergie
te van het totale trillingsniveau.
bron blijkt te zijn.
De winst (reductie) bij het
in deze frequenties ten opzich-
Voor alle schepen gemeten in het kader van dit onderzoek, bedraagt de mo-
gelijke reductie van het motorgeluid afveerfrequentie
moeilijk deze maatregel toe te passen.
in de ordegrootte van 10 dB, uitgaande van veren die zorgen voor een
van maximaal 16 Hz. De reductie op het totale geluidniveau
is meestal minder door de in-
vloed van de andere, minder dominante, bronnen die na aanpak van de motor boven komen drijven. Daarom verdient het de voorkeur zowel motor als keerkoppeling keerkoppeling
op veren te zetten. Bij het op veren zetten van de
is het belangrijk te beseffen dat de mogelijkheden
hierin bepaald worden door de grootte van
de stuwdruk. Hoe hoger de stuwdruk is, hoe minder flexibel de opstelling kan worden. Dit bekent ook minder trillingsisolatie.
Om de stuwdruk op te vangen wordt vaak een semi-starre opstelling gebruikt voor de keer-
koppeling. Dit levert vooral winst op in de hoge frequenties. In de praktijk wordt daarom 6 à 7 dB reductie verwacht ten gevolge van het afveren van de motor en/of keerkoppeling, en zijn de extra dB's pas te incasseren als ook de andere bronnen (zoals schroefgeluid)
worden
aangepakt. 4.3.3
Mogelijke
Ontdreuningsmatten
reductie
door ontdreuningsmatten
reduceren trillingen van vlakken (wanden, plafond en vloer) door massaverhoging
verschuiven bovendien de grensfrequentie
naar boven. Hierdoor
straalt een vlak minder makkelijk
en
geluid
af. Ze bestaan uit dunne, zware matten die op een vlak worden bevestigd of pasta's die op een vlak worden gesmeerd. Het zijn goedkope oplossingen die weinig ruimte innemen en makkelijk toe te passen zijn. De mogelijke geluidreductie
door verdubbeling van de massa is theoretisch 6 dB. In de praktijk wordt dit ech-
ter bijna nooit gehaald in verband met onbedoelde koppelingen van het vlak, het niet volledig kunnen bedekken van vlakken, afwerkfouten, enzovoorts. Een reële Daarnaast is er, bij lagere frequenties,
schatting voor de geluidreductie
nog extra geluidreductie
mogelijk door het verschuiven van de grens-
frequentie, maar dat is afhankelijk van de bestaande grensfrequentie. dat deze extra geluidreductie
ligt dichterbij de 3 dB.
Uit de metingen in dit onderzoek blijkt
voor de onderzochte schepen niet te verwachten is. Er kan dus slechts worden
gerekend op 3 tot 6 dB reductie. In sommige gevallen zal het ontdreunen van én
vlak in een ruimte al voldoende zijn om een hoorbare ver-
laging van het geluid te bewerkstelligen.
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 24
OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Het is dan wel belangrijk dat het juiste (meest overlast gevende) vlak wordt ontdreund. Als in een binnenvaartschip én
vlak in een ruimte volledig wordt bedekt met ontdreuningsmatten,
is de benodigde hoeveel-
heid slechts 6 m2 per ruimte. De matten kunnen zowel aan de voorzijde als achterzijde van wanden bevestigd worden. Bij bevestiging aan de voorkant zal de ontdreuningsmat
echter nog afgewerkt moeten worden. Dit zal in veel gevallen niet de
gewenste oplossing zijn, vanwege tijd, geld en de toch al beperkte ruimte op schepen. Aangeraden
wordt
dan ook om de matten indien mogelijk aan de achterkant van de bestaande binnenwanden te bevestigen. Er zijn veel producenten
in Nederland die ontdreuningsmateriaal
aanbieden, zoals Merford, de Akoestiek-
winkel en Redux. Als voorbeeld wordt in paragraaf 4.5 van Merford hun product met richtprijs genoemd.
Figuur 4.4.2:
4.3.4
Merford Vibraflex SX ontdreuningsmat
(bron: shop.merford.com/vibraflex-sx-geluidsisolatie-ontdreuningsplaten)
Mogelijke reductie door antigeluid
Het Israëlisch
bedrijf Silentium heeft een antigeluid systeem ontwikkeld dat onder andere wordt toegepast in
luxe jachten.
Het systeem zorgt voor een lokaal lager geluidniveau,
bijvoorbeeld
ter plaatse van het
kussen op het bed, met behulp van antigeluid. Figuur 4.3 toont een voorbeeld van het systeem zoals in gebruik in een jacht.
Figuur 4.4.3: voorbeeld antigeluid systeem
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 25
OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
Silentium heeft op basis van de meetresultaten te behalen geluidreductie.
r. . ---r--1
op de Melvin een eerste inschatting gemaakt van de mogelijk
Figuur 4.4 geeft het resultaat. De blauwe lijn geeft het geluidniveau
zoals het is gemeten. De oranje lijn geeft het geluidniveau
per tertsband
inclusief antigeluid systeem. De reductie bedraagt
circa 6 dB(A).
1/3 Ortavs hand Ipvpl~msasurerl on hed 70
tn -0
so 2 10 '<">
N
'>=> 0 ..- N
'n
N
,<">
0
.-
'
<=>
LO
CO> (D
-=>
0
(D
0
('J
-
'n <=>
0
(D
N
~
..--
<=> 'n
0 l,[) N N
.('J
0
0
0 '
0 l[)
0 (')
0
0
0
'.0
[J)
0 0
0<:> \[JO ['Ij f.o
0
0 0
N
<=> 0
IQ
N
<:> <=> l[) 0
.('")
0 ...q
0
<:> 0
0 0
00
\[J
('J 0 (D!Il
n 0 0 0
,..., 0 I.{)
C"'l
'"' 0 0
so
n 0 0 0
".
ÄXÎsTïtlE
Figuur 4.4.4: mogelijk effect antigeluid systeem "quiet bubble".
In figuur 4.4. is te zien dat het systeem effectief is voor de frequenties tussen 80 en 1250 Hz. De motorfrequentie en haar harmonischen dB. Het geluidreducerend
bevinden zich in dit gebied. Binnen deze frequenties is de verbetering zo'n 10
effect is beperkt bij de lagere frequenties
als gevolg van de afmetingen van de
speakers. Door grotere speakers te gebruiken, kunnen lagere frequenties
beter worden gereduceerd
het effect op het totale geluidniveau zal relatief beperkt zijn omdat de lage frequenties
maar
niet maatgevend zijn
ten opzichte van de hogere frequenties. In het frequentiebereik
van 1600 Hz en hoger heeft het systeem geen effect meer. Deze hogere frequenties
zijn echter nog wel bepalend voor het totale geluidniveau. teem te verbeteren, zou bijvoorbeeld de geluidabsorptie
Om het reducerende effect van het antigeluid sysin de ruimte voor de hogere frequenties verbeterd
kunnen worden waardoor de invloed van het geluidniveau in deze frequenties afneemt. In sommige gevallen zal de combinatie
met ontdreuningsmatten
ook voor een verlaging van het geluid niveau in de hogere fre-
quenties kunnen zorgen. 4.4
Reductie in de praktijk
In de onderzoeksperiode
zijn geluidreducerende
van het schip is op vier trillingsisolatoren shore. Figuur 4.5 laat zo'n trillingsisolator
maatregelen
aan het schip de Melvin getroffen. De motor
geplaatst van het type RD314 met een rubberhardheid
van 45
zien. Met deze maatregel is de overdracht van trillingen beperkt en
daarmee van het afgestraalde geluid via de constructie van het schip. De resultaten van de trillingsmetingen
op het schip na toepassing van de maatregel is als volgt. Er is een
duidelijke reductie van pieken geconstateerd
van de hoofdmotor.
Het op trillingsisolatoren
motor geeft zichtbare reducties. De 18 en 28 orde van de motorfrequenties blijvende sterke pieken en schroeffrequenties Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
plaatsen van de
blijven echter zichtbaar als over-
worden nu prominenter door het wegvallen van andere pieken. 20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 26
OPA
r. .
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
---r--1
INGENIEURS
Een aantal harmonischen wordt nog steeds via de motorbasis doorgegeven,
de overige via de keerkoppeling
die nog star staat opgesteld.
Figuur 4.4.5: motor Melvin opgesteld op trillingsisolatoren
Het effect van de maatregel op de geluidniveaus Tabel 4.2: V _.
_ liiki .......
_._._ ... _ ...... -_. luid' .... ---- Mei'
is weergegeven
_ .... - - --_ .. _ ..... _-_. -
in tabel 4.2.
_ ..
"llinasisol
--_. _ ..
Geluidniveaus Ruimte
Machinekamer
MELVIN
zon-
Meetconditie
der
MELVIN
met
Meetconditie
maatregel
Woonkamer
Slaapkamer**
110
70
70
60
85% MeR*
109
68
79
80
MeR-mix
104
62
72
74
85% MeR*
108
64
74
77
MeR-mix
104
58
67
71
Eis ROSR
Schip
Stuurhut
in dB(A)
"hooqst haalbare vermogen ** slaapkamer
1 bij hoofdkussen
Tabel 4.2 maakt duidelijk dat afhankelijk van de ruimte 1 tot 5 dB(A) geluidreductie chinekamer was geen reductie te verwachten omdat daar het geluidniveau de motor wordt bepaald. Voor de slaapkamer
is behaald. Voor de ma-
vooral door het luchtgeluid van
bedraagt de reductie 3 dB(A), voor de stuurhut 4 dB(A) en
voor de woonkamer 5 dB(A). Voor de woonkamer voldoet het geluidniveau volgens de MCR-mix nu aan de toetsingswaarde
van 70 dB(A).
Het effect van de maatregel peling
is minder
aan de scheepsconstructie.
dan verwacht
door de nog starre bevestiging
van de keerkop-
Als ook die bevestiging flexibel zou worden gemaakt, dan is de in-
schatting dat nog een reductie van 2 tot 3 dB(A) kan worden behaald. Daarmee wordt de overschrijding
van
het geluidniveau in de slaapkamer echter niet opgeheven. Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 27
CAUBERG-HUYGEN
OPA 4.5
RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Kosten maatregelen
Met betrekking tot de kosten van verschillende ven. Vervolgens
maatregelen is contact gezocht met een aantal scheepswer-
hebben de werven een vragenlijst ontvangen.
Van twee werven is informatie ontvangen
maar specifieke kosten voor maatregelen zijn niet genoemd. 2
Voor ontdreuningsmatten
bedraagt de richtprijs ¤ 10,-- - 25,-- per m
,
exclusief
BTW, afwerkkosten
en
vrachtkosten, afhankelijk van de dikte en het type materiaal. De kosten voor het antigeluid systeem worden geschat op circa ¤ 7.000,-- excl. BTW. Het systeem wordt nu ingezet in voertuigen,
vliegtuigen
en jachten, maar dient voor binnenvaartschepen
aangepast. De fabrikant verwacht dat genoemde prijs reëel
wellicht nog te worden
en haalbaar is.
Rederij Wijgula heeft voor een aantal maatregelen aan haar eigen schip de Karin, de kosten op een rij gezet: Vervangen schroef:
¤ 15.000,--
Omkasting hoofdmotor:
¤ 15.000,--
Trillingsdempers
¤
uitlaat:
780,--
De kosten voor de maatregelen aan de Melvin bedroegen circa ¤ 13.000,-- (afveren motor, aanpassen fundering motor). 4.6
Keuze van maatregelen
Zoals in tabel 4.1 te zien is, laten alle gemeten schepen een overeenkomstig
beeld zien. Op alle schepen
geldt dat de motor dominant is, met in mindere mate de schroef. Maatregelen aan de bronzijde vergen vaak veel investeringskosten
en -tijd. Het heeft desalniettemin
altijd de voorkeur maatregelen
de bronzijde. Dit levert namelijk voor alle ontvangruimtes
te treffen aan
tegelijk winst op.
Als voorbeeld van de dominante motor als bron is in figuur 4.6 te zien dat de pieken in de ontvangruimte
(t"
e
grafiek van boven is microfoon, 2 grafiek van boven is de trilling van de wanden) rechtstreeks afkomstig zijn van de pieken van de motor (3e grafiek). Dit is o.a. te zien in de zwart omcirkelde gebieden, waar de motor de sterkste piek heeft, maar ook hoger en lager in het spectrum (zwart gestippelde
lijnen). Dit was een ver-
gelijkbaar beeld op alle schepen. Twee gemeten schepen hebben al op veren geplaatste motoren (Virginia, Viator). In de meetresultaten
is te
zien dat op deze schepen minder hoge overschrijdingen
Ook
komt uit de trillingsmetingen
voorkomen, maar nog steeds overschrijdingen.
naar voren dat de motor nog steeds aan te wijzen is als belangrijkste
Hieruit blijkt dat de afveerfrequentie
mogelijk niet efficiënt
gekozen is. De afveerfrequentie
raden is 16 Hz, vanwege de over het algemene dominante
125 Hz octaafband
bron.
die wordt aange-
in het geluidspectrum.
Ook
het verstijven van de fundatie, waarvan op beide schepen niet bekend is of dit gebeurd is, kan bijdragen aan een verlaging van niveaus.
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 28
OPA
r. .
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
-41):
bi """V
---r--1
INGENIEURS
T
I
:
,"
l-m
I
:
I
I
I
p~o "'" i\-w
,---PSOIWI!
I
I
II
--1100'
","" --rort
IJQ
bow --sl3rboard ,'(tof
120 N
.»:r11O ..
"!..,
1
1110
EO
Jul
I I I
I
Frëquency, Hz:
Figuur 4.6: Voorbeeld zichtbaarheid
Als de belangrijkste veroorzaker van geluidniveaus,
motorpieken
in smalbandspectra
namelijk de motor, wordt weggenomen,
te weten welke bronnen zich hierna zullen manifesteren.
Omdat motor, keerkoppeling
is het belangrijk
en schroef én
sys-
teem zijn, is dat niet makkelijk door metingen aan te wijzen. Er zijn in de analyses wel enkele aanwijzingen. Ten eerste in de frequentieanalyse.
Hier is goed te zien wanneer een schroeffrequentie
verantwoordelijk
is
voor pieken in de ontvang ruimtes. Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 29
r. .
CAUBERG-HUYGEN
OPA
RAADGEVENDE
De schroeffrequenties
---r--1
INGENIEURS
bevinden zich namelijk tussen de hele en halve orde motorfrequenties
grondtoon en haar harmonischen,
zie de begrippenlijst).
De hele orde motorfrequenties
(dit zijn de
bevinden zich in fi-
guur 4.7 op de stippellijnen, de halve orden zitten er precies er tussenin. Als in de frequentieanalyse
pieken
te zien zijn tussen de hele en halve orde motorfrequenties,
dat de
schroef een bron is. Dergelijke schroeffrequenties
dan is dat een duidelijke
aanwijzing
zijn te zien in de omcirkelde gebieden in figuur 4.7.
Frequent)' comparison bedroom stem 16i50rpm I
I
,,
.
,,
,
'N, : IC ~' X •. '~: ~ ~ :<:!(• ~~x x . x· ,.
I
)(' •• ,
1
~
, :
1 "
l:
, '0 f
'I;. .'. 'J.' " ~ Si .~. "_
, .><..
I I
I I
I
I
I
on ooup,Ting,!aJl 1
i
,
I
•
,
•
L'L
I
,
•
I
~ I
.. •
••
,, I
~
~
1
~ 1
,
,
•
.'
...
-
r
,,
..
I
~ ..
.
rx
! ,-.~ • , x0 @X;: X x
l[- : i
i _.
.
i
i
'
- - 'I
~
;"
I'
I
I
".
.."
f
~
I'
~orm~1 ....el iin roém ~
I:
:
,
I'
.
I
.
•
:I<
x
'
I.
I
.:
I'
..
!
0
ol
.:
I~
I ,
"
t . .~ :.:
I
I
mie in room a\lg: of alL 6 maas, blaek
'I
t~
Figuur 4.7: Voorbeeld zichtbaarheid
~ -, I 1
1
><
X
.:
...,..
X'f X f x r f x r x ~ x ~ ",,:
~ I
! ..,j.. f··:~ ..
! x "
-ri r · ~ ,,,.L ool,~edto e",me;!~~n'
De schroeffrequenties
oompo~ents! I I ,
~
lII:,' ,
' .. ... !,
0,---',-1
I I
I
1
: "
1 1
•
• •
~......
.,
• I
I
~el
..
..
••
I
schroeffrequenties
f
x
A-weighl9c
ix ~ ,
:
~6
in frequentieanalyse
waren in de analyses van alle schepen in meer of mindere mate zichtbaar.
Breedbandig is op alle schepen te zien dat de keerkoppeling een sterke verhoging van niveaus heeft bij hogere toerentallen. Dit is te zien als de niveaus van het lage toerental worden afgetrokken van het hoge toerentallen, een zogenaamde verschilanalyse.
Figuur 4.8 geeft hiervan een voorbeeld voor én
ten schepen. Het spectrum van de keerkoppeling
van de geme-
heeft ten opzichte van de motor een hoger niveau, en is
dus gerelateerd aan de hogere niveaus in de ontvangruimtes.
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 30
CAUBERG-HUYGEN
OPA
RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
:;0
no,""",' -----
:W
I
tIllJlrcnlial tOQg.:olial
l
PSD ~ vel all cJireclionsOn COvplillQbase
10
.15 ""0
(I
~v~--~--~~_.--_.~--------------------~--~----~~~ Figuur 4.8: Voorbeeld verschilanalyse
(vergelijking
laag en hoog toerental) voor de motor (boven) en de keerkoppeling
Een breedbandige toename van de trillingsniveaus terin het schip (vaak de slaapkamers) de keerkoppeling.
(onder)
van keerkoppeling duidt op cavitatie, die de ruimtes ach-
breedbandig aanstoten. De cavitatie is ook terug te zien als kracht op
Deze trilt harder door de kracht van de cavitatie. Het aanpakken van de keerkoppeling
door deze ook op veren te plaatsen kan verbetering opleveren voor ruimtes in het midden van het schip, zoals de woonkamer.
Wat deze verbetering exact zal zijn is moeilijk vast te stellen, door de verwevenheid
van
het systeem. Wel zijn er nog mogelijkheden
aan de ontvangzijde,
zoals eerder in dit hoofdstuk is toegelicht. Als er in de
schepen een bepaalde wand sterk dominant blijkt te zijn (zoals de achterwand in de stuurboord slaapkamer in de Melvin, waar een 'rattle' te horen was), dan zijn ontdreuningsmatten
een snelle en goedkope oplossing
voor het verlagen van niveaus. Er moet dan wel bedacht worden dat de verlaging van niveaus alleen geldt voor het ontdreunde vlak. De motor en keerkoppeling
geven met dezelfde sterkte trillingen door aan de an-
dere wanden. Het kan daarom nodig zijn om verschillende in geluidniveau in de ruimte verwezenlijken.
vlakken te ontdreunen, om een wezenlijk verschil
In paragraaf 4.7 zijn tabellen gegeven die aangeven welke wan-
den op de schepen effectief ontdreund kunnen worden, zodat een winst van circa 3 dB in de kamers wordt behaald. Door de hoge afstraalfrequentie
(boven de 1 kHz, onder deze frequentie wordt dus al maar een
deel van de trilling omgezet in geluid) levert het opschuiven van de grensfrequentie
door de ontdreunings-
matten geen extra winst op en kan alleen effectief gebruik worden gemaakt van de massaverhoging verlaging van trillingsniveaus 4.7
(dat een
oplevert).
Effect volgorde maatregelen
De motor is dus de meest dominante bron en het treffen van maatregelen
aan de motor heeft vanuit tech-
nisch oogpunt de voorkeur (effect op alle ruimten), maar brengt wel hoge kosten met zich. Aan de andere kant is het ontdreunen
relatief goedkoop, maar het effect beperkt tot de ruimte waar de ontdreuning wordt
toegepast. Daarom is onderzocht wat het effect is van de keuze in volgorde van beide maatregelen. Als eerste is gekeken wat het niveauverschil
is als de pieken veroorzaakt door de motor worden weggeno-
men, aangezien de motor de meest dominante bron is. Ook is gekeken wat het effect kan zijn van het ontdreunen, een voor de hand liggende aanvullende oplossing. Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 31
OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
Er is gekeken hoeveel vlakken ontdreund waarbij wanden maximaal én
r. . ---r--1
moeten worden om een verbetering van circa 3 dB te behalen,
keer ontdreund worden (één
Ten tweede is gekeken naar de verbetering
keer massaverdubbeling
als eerst wordt ontdreund,
toegepast).
en daarna pas de motor op veren
wordt gezet. De dominante wanden kunnen verschillend zijn; als eerst wordt ontdreund moet naar de bijdrage van de pieken worden gekeken. Als de motor eerst op veren wordt gezet, moet gekeken worden naar de breedbandige component van de wanden. Deze kunnen van elkaar verschillen. De resultaten van beide situaties zijn per schip in tabellen weergegeven: Tabel 4.3: Bobo; Tabel 4.4: Kreeft; Tabel 4.5: Virginia; Tabel 4.6: Viator; Tabel 4.7: Melvin met alleen motor op trillingsisolatoren
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
en ontdreuning toegevoegd.
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 32
OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
Tabel 4.3 a en b: Invloed van maatregelen
op geluidniveau
r. . ---r--1
in de Bobo met a) eerst motor op veren en b) eerst ontdreuningsmatten
toe-
- - -- -
Ontvangende
Invloed
van maatregelen
op niveau (dB(A))
ruimte Niveau
Motor op
Vlak 1
Vlak 2
Vlak 3
Vlak4
Totale
huidig
veren
ontdr.
ontdr.
ontdr.
ontdr.
verschil
70,0
63,7
62,9
62,5
62,1
Vloer
Achterw.
Bakb.
64,7
64,1
63,5
Achterw.
Vloer
Voorw.
65,9
65,3
64,8
Stuurb.
Vloer
Achterw.
67,5
66,9
66,3
Voorw.
Vloer
Achterw.
Schip BOBO
Woonkamer
Slaapkamer
72,9
65,5
bakboord
Slaapkamer
74,5
67,2
stuurboord
Slaapkamer
76,1
68,5
achter
Ontvangende
Invloed
van maatregelen
-7,9
-9,4
-9,7
-9,8
op niveau (dB(A))
ruimte Niveau
Vlak 1
Vlak 2
Vlak 3
Vlak 4
Motor op
Totale
huidig
ontdr.
ontdr.
ontdr.
ontdr.
veren
verschil
70,0
69,0
68,6
68,2
64,4
-8,1
Plafond
Bakb.
Stuurb.
72,1
71,3
70,7
63,3
-9,6
Vloer
Achterw.
Voorw.
73,5
72,8
72,1
64,8
-9,7
Stuurb.
Vloer
Achterw.
75,1
74,5
73,9
66,3
-9,8
Achterw.
Voorw.
Vloer
Schip BOBO
Woonkamer
Slaapkamer
72,9
bakboord
Slaapkamer
74,5
stuurboord
Slaapkamer
76,1
achter
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 33
OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
Tabel 4.4 a en b: Invloed van maatregelen ---
----
op geluidniveau
r. . ---r--1
in de Kreeft met a) eerst motor op veren en b) eerst ontdreuningsmatten
-
Ontvangende
Invloed van maatregelen
op niveau (dB(A))
ruimte Niveau
Motor op
Vlak 1
Vlak 2
Vlak 3
Vlak4
Totale
huidig
veren
ontdr.
ontdr.
ontdr.
ontdr.
verschil
72,9
72,3
71,4
70,5
Plafond
Vloer
65,8
65,2
64,7
Bakb.
Plafond
Stuurb.
65,2
64,7
64,1
63,5
Bakb.
Plafond
Voorw.
Vloer
70,1
69,5
68,9
68,3
Plafond
Vloer
Achterw.
Stuurb.
Schip KREEFT
Woonkamer
Slaapkamer
69,1
66,6
bakboord
Slaapkamer
68,2
65,6
stuurboord
Slaapkamer
73,0
70,8
achter
Ontvangende
Invloed van maatregelen
-2,4
-4,4
-4,7
-4,7
op niveau (dB(A))
ruimte Niveau
Vlak 1
Vlak 2
Vlak 3
Vlak 4
Motor op
Totale
huidig
ontdr.
ontdr.
ontdr.
ontdr.
veren
verschil
72,9
72,0
71,2
70,6
70,0
-2,9
Vloer
Plafond
Stuurb.
68,4
67,7
67,2
64,7
-4,4
Bakb.
Vloer
67,7
67,1
66,4
65,9
63,3
-4,9
Plafond
Bakb.
Voorw.
Vloer
71,9
71,4
70,8
68,6
-4,4
Plafond
Achterw.
Vloer
Schip KREEFT
Woonkamer
Slaapkamer
69,1
bakboord
Slaapkamer
Plafond 68,2
stuurboord
Slaapkamer
73,0
achter
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 34
OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
Tabel 4.5 a en b: Invloed van maatregelen
op geluidniveau
r. . ---r--1
in de Virginia met a) eerst motor op veren en b) eerst ontdreuningsmatten
-- - - - - - -
Ontvangende
Invloed
van maatregelen
op niveau (dB(A))
ruimte Niveau
Motor op
Vlak 1
Vlak 2
Vlak 3
Vlak4
Totale
huidig
veren
ontdr.
ontdr.
ontdr.
ontdr.
verschil
70,1
66,3
65,2
64,3
63,7
Bakb.
Plafond
Vloer
59,7
59,1
Plafond*
Vloer
Schip VIRGINIA
Woonkamer
Slaapkamer
65,6
61,2
bakboord onder
-6,4
-6,5
achter Slaapkamer stuurboord
69,5
65,1
62,7
-6,8
onder Vloer" (zie tabel hieronder)
achter Slaapkamer stuurboord
70,3
67,5
boven
65,9
65,4
Vloer*
Stuurb.
-4,9
achter
Ontvangende
Invloed
van maatregelen
op niveau (dB(A))
ruimte Niveau
Vlak 1
Vlak 2
Vlak 3
Vlak 4
Motor op
Totale
huidig
ontdr.
ontdr.
ontdr.
ontdr.
veren
verschil
70,1
69,3
68,4
67,4
62,9
-7,2
Plafond
Vloer
Bakb.
64,0
63,5
59,0
-6,6
Plafond*
Vloer
52,7
-6,8
65,7
-4,6
Schip VIRGINIA
Woonkamer
Slaapkamer
65,6
bakboord onder achter Slaapkamer stuurboord
69,5
67,1
onder Vloer": op hoge toerental was de vloer veel domi-
achter
nanter dan het eerstvolgende vlak, veroorzaakt door cavitatie. Op lagere toerentallen is deze dominantie juist te vinden voor het plafond. Geadviseerd wordt om de schroef te controleren, of om de vloer af te veren, in plaats van te ontdreunen
Slaapkamer stuurboord
70,3
boven
69,1
68,4
Vloer*
Stuurb.
achter • Voor deze berekening zijn de trillingsniveaus genomen tijdens het hoogste toerental. Op dit hoge toerental was plafond/vloer veel dominanter dan het eerstvolgende vlak. Hier kan vanwege de dominantie gedacht worden aan verzwaren en verstijven van plafond/vloer. Ook kan de dominantie van vlakken op lagere toerentallen anders zijn, waardoor ontdreunen van andere vlakken toch zinvol kan zijn. Gedetailleerdere studie van de analyses is hiervoor nodig. Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 35
OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
Tabel 4.6 a en b: Invloed van maatregelen ---
----
op geluidniveau
r. . ---r--1
in de Viator met a) eerst motor op veren en b) eerst ontdreuningsmatten
-
Ontvangende
Invloed
van maatregelen
op niveau (dB(A))
ruimte Niveau
Motor op
Vlak 1
Vlak 2
Vlak 3
Vlak4
Totale
huidig
veren
ontdr.
ontdr.
ontdr.
ontdr.
verschil
65,9
60,5
59,1
58,4
Plafond"
Achterw.
Schip VIATOR
Woonkamer stuurboord
Woonkamer
67,1
63,4
-7,5
61,2
-5,9
bakboord Plafond" (zie volgende tabel) Slaapkamer
64,3
60,8
stuurboord
Slaapkamer
65,8
59,9
59,1
58,3
Plafond
Voorw.
Stuurb.
60,2
59,7
59,1
Vloer
Plafond
Achterw.
61,0
bakboord
Ontvangende
Invloed
van maatregelen
-6,0
-6,7
op niveau (dB(A))
ruimte Niveau
Vlak 1
Vlak 2
Vlak 3
Vlak 4
Motor op
Totale
huidig
ontdr.
ontdr.
ontdr.
ontdr.
veren
verschil
65,9
64,3
63,9
58,5
-7,4
Plafond"
Vloer 61,3
-5,8
58,3
-6,0
59,7
-6,1
Schip VIATOR
Woonkamer stuurboord
Woonkamer
67,1
65,0
bakboord Plafond": op hoge toerental was het plafond veel dominanter dan het eerstvolgende vlak. Geadviseerd wordt om te verstijven. Op lagere toerentallen is deze dominantie echter veel minder. Slaapkamer
64,3
stuurboord
Slaapkamer
65,8
bakboord
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
63,2
62,4
61,8
Plafond
Stuurb.
Voorw.
65,2
64,6
Vloer
Achterw.
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 36
OPA TabeI4.7a:
r. .
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
Invloed -_ .....
---r--1
INGENIEURS
. de __ .. - _._ .. - _._._ luid' .... --- ... -- Mei' ... _ ........ _- ... _-_.
Ontvangende
Invloed
-
van maatregelen
-_._
..
_ .. _ .. __d . __ ..... _ ... _--_ .. ---
---- gd
op niveau (dB(A))
ruimte Niveau
Motor op
Vlak 1
Vlak 2
Vlak 3
Vlak 4
Totale
huidig
veren
ontdr.
ontdr.
ontdr.
ontdr.
verschil
72,5
64,5
63,4
62,8
62,3
Vloer
Voorw.
Bakb.
65,1
64,3
63,8
Bakb.
Vloer
Plafond
64,1
63,7
63,3
Vloer
Stuurb.
Achterw.
Schip MELVIN
Woonkamer
Slaapkamer
74,5
66,2
bakboord
Slaapkamer
72,9
65,2
stuurboord
-10,2
-10,7
-9,6
Uit de tabellen blijkt dat de uiteindelijke totale reductie ongeacht de volgorde van het treffen van de maatregelen elkaar niet veel ontloopt. Een enkele dB is geen hoorbaar verschil. Wat dat betreft hoeft niet per se begonnen te worden met maatregelen aan de motor. Er kan voor gekozen worden om te beginnen met ontdreunen, eventueel zelfs gefaseerd per ruimte. Wel is het zo dat er verschil is in de locatie van het ontdreunen afhankelijk van de situatie; of de motor wel of niet is afgeveerd. Dit kan betekenen dat op het moment dat eerst gekozen wordt voor ontdreunen
en dan
pas voor de motor, ontdreuning op een bepaalde plaats na het treffen van de maatregel aan de motor niet meer nodig zou zijn geweest omdat dat vlak dan niet meer maatgevend
is in de geluidafstraling.
Het risico
bestaat dus dat geld is uitgegeven voor een maatregel die achteraf niet zinvol is. Daar tegenover staat de kosten voor het ontdreunen relatief laag zijn. Het reducerend effect van het starten met ontdreunen is relatief beperkt en bedraagt in ordegrootte circa 2 tot 3 dB(A). Zoals eerder in dit hoofdstuk aangegeven, wordt de werkelijke winst in niveaus in sterke mate bepaald door uitvoering van de maatregelen.
Dit geldt voor zowel maatregelen aan de ontvang kant als aan de bronkant.
Dit is bijvoorbeeld te zien op de schepen Viator en Virginia, waar het op veren plaatsen van de motor niet de gewenste resultaten opleverde. Het verdient ten zeerste de aanbeveling dat analyse én den zorgvuldig
en met deskundigheid
uitvoering
bei-
gebeuren.
Behoudens de kosten voor de ondreuningsmatten,
zijn de kosten voor de maatregelen over het algemeen
hoog zeker als de derving in inkomsten als gevolg van het gedurende langere tijd stilliggen wordt meegenomen in de kostprijs. Het ligt daarom voor de hand om het treffen van maatregelen te combineren met groot onderhoud aan een schip.
4.8
Maatregelen catalogus scheepvaart
Voor een helder overzicht van maatregelen zicht zijn eigenschappen,
kunnen deze worden samengevat
kosten en randvoorwaarden
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
in een catalogus. In dit over-
van maatregelen samengevat. 20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 37
OPA
r. .
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
---r--1
INGENIEURS
Voor elke maatregel dient een apart blad te worden ingevuld. Op basis van de meetresultaten,
het advies
omtrent de te nemen maatregelen en de inhoud van de catalogus, kan door de schipper een goede afweging gemaakt worden van de te nemen maatregelen. Figuur 4.9 laat zien hoe zo'n maatregelblad er uit zou kunnen zien.
Foto
Maatregel: o« tooucineem» Leverancier: <'n8am Ieversncet> Kort .. beschrij ving:
overdrachtmaatregel 0 reflectie 0
0
onIVangmaatregel 0
Effectief voor bronnen: motor 0 keerkoppelinu 0 enerator 0 schroef 0 cavitatie 0 Effectief voor afstand: ruimte dichtbij maatregel 0 ruimte ver van maatregel 0 woonkamer 0 slaapkamer 0 Effectief voor ruimten: motorruimte 0 Effectief voor voortplanting: luchtçeluo 0 contactgeluid 0 Effectief in spectrum: laagfrequent 0 middenfrequent 0 hoogfrequent 0 Effectief te combineren met: brv . wordt vaak aanqeboden in combinatie meI.
Invoegverlies
vermogen rpm situatie 1 situatie 2 situatie 31 I etc.
63Hz
125 Hz
250 Hz
Figuur 4.9: Voorstel maatregelblad
4.9
2 kHz
type schip
genomen maatregel bi"v
veren ve.(Vanoen
bi"v. Veren .aepiaatsi
fundatie
verstild
I
Randvoorwaarden Akcestisch biiV." ontkoppelde leldinaen Architectonisch: bijv.' beschîkbare hoogte. afWerking Bouwfysisch: bijV. thermisch v,enWatie Brandveiligheid: bijV." niet In motorruimte Constructi ef: bijv.' minimale dik Ie scheepshuid J nstallatietechniek: bi;V Kosten Engineering: Materiaal: Inbouw: <Mntel> Onderhoud Iper 'aar : Inbouwtijd "aantal>
1 kHz
500 Hz
I
Systeemi nteqratl e Verbonden systemen: bi"v. mof or scheepShUid Type verbinding: bijv' ontkoppeld Negatieve invloed: <öeschnjving> bHv. extra slijtage motor verlopende uitlijning,
etc.
Positieve invloed:
euro
Levensduur:
euro euro
Klein onderhoudcyclus:
euro
Groot onderhoudscyclus:
weken
bij·v.: langere levensduur
scbtoet
Onderhoudsaspeet aren ~aantal> jaren <esnie> km aren <eeniet» km
uit maatregelencatalogus
Samenvatting
De resultaten van de trillingsmetingen
op de schepen vertonen een zeer vergelijkbaar beeld:
de motor is op alle gemeten schepen
de dominante
bron;
de schroef is als bron ook te herkennen, maar minder dominant; bij hoge toerentallen treedt cavitatie op wat terug te zien is in breedbandige verhogingen van niveaus in ruimtes achterin de schepen (vaak de slaapkamers); in de woonkamer zorgt de kracht van de schroef op de keerkoppeling voor overschrijdingen
bij hoge toe-
rentallen; afstralende vlakken zijn veelal de vloer en buitenste scheepswanden, de machineruimte.
of wanden gepositioneerd
Dominante afstralende vlakken zijn goed met trillingsmetingen
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
rondom
te detecteren.
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 38
OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
In dit hoofdstuk is een opsomming gemaakt van mogelijke maatregelen op de schepen. Het heeft altijd de voorkeur maatregelen te treffen aan de bronzijde. Dit levert namelijk voor alle ontvangruimtes
tegelijk
winst op. In dit hoofdstuk is naar voren gekomen dat sommige maatregelen in verband met tijd en geld mogelijk niet toepasbaar zijn op binnenvaartschepen.
De maatregelen die daarom worden voorgesteld zijn het
op veren plaatsen van de motor in combinatie met het verstevigen van de fundering (idealiter ook in combinatie met het checken van de schroef), en het toepassen van ontdreuningsmatten.
Ontdreuningsmatten
leen leveren 2-3 dB winst op; de motor op veren zetten al naar gelang de energie in de motorpieken moet per individueel schip bekeken worden) in de ordegrootte van 5-10 dB (bij een afgestemde
al(dat
afveerfre-
quentie, voor deze schepen maximaal 16 Hz). Het is daarbij wel belangrijk van tevoren te bepalen in welke volgorde de maatregelen genomen gaan worden, omdat dominante afstralende vlakken mogelijk wijzigen na het op veren zetten van de motor. Het inschakelen van een kundig adviseur en uitvoerder/installateur
van de
maatregelen wordt ten alle tijden aanbevolen.
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 39
CAUBERG-HUYGEN
OPA
RAADGEVENDE
5
Flexibilisering
5.1
Inleiding
In het vooronderzoek een geluidprobleem
---r--1
normstelling
wordt geconcludeerd
dat een rigide toepassing van de huidige normstelling
voor een grote groep schepen. Dit wordt in het vervolgonderzoek
voor de meetresultaten flexibilisering
INGENIEURS
r. .
leidt tot
bevestigd. Zie hier-
in hoofdstuk 3. In voorliggend hoofdstuk wordt daarom een voorstel gedaan voor een
van de normstelling.
Hierbij is de methodiek uit de Wet qeluidhinder''
voor wegverkeerslawaai
als kapstok gebruikt. In deze systematiek komen namelijk belangrijke begrippen terug die ook bruikbaar zijn voor de scheepvaart.
Te denken valt aan begrippen als voorkeursgrenswaarde
en maximale ontheffings-
waarde, een beoordeling op basis van een gemiddeld geluidniveau
in plaats van de beoordeling op basis
van een momentaan
van maatregelen
geluidniveau
en een doelmatigheidsafweging
(zie bijlage VII voor
meer uitleg van begrippen). De verwachting
is bovendien dat niet voor alle schepen de normstelling onverkort van toepassing
zijn. Voor schepen passen
die maximaal
(exploitatiewijze
toepassing.
14 uur varen en die bereid zijn hun exploitatiewijze
A1), zijn de geluidvoorschriften
Door middel van een enquête
voor de slaapvertrekken
is daarom onderzocht voor welke ordegrootte
hoeft te
hierop immers
aan te niet van
(percentage) van
het aantal schepen dit het geval zou kunnen zijn. 5.2
Enquête
5.2.1
Opzet
Om inzicht te krijgen in de vaar- en leefgewoonten
van de schippers en overige aanwezigen
treffende doelgroep van schepen, is een enquête
opgesteld die vervolgens
klankbordgroep
is verspreid. Onderstaande vragen zijn in de enquête
binnen de be-
via diverse kanalen vanuit de
geformuleerd:
In welk jaar is de kiel van uw schip gelegd? Wat is uw functie op het schip? Hoeveel uur wordt er gemiddeld met uw schip gevaren per 24 uur? Wordt er gelijktijdig door iemand gevaren en door anderen geslapen op uw schip? Hoeveel uur verblijft u gemiddeld per 24 uur in de woonkamer van uw schip terwijl het schip vaart? Hoeveel uur verblijft u gemiddeld per 24 uur in uw slaapkamer terwijl het schip vaart? Hoeveel uur verblijft u gemiddeld per 24 uur in de stuurhut van uw schip terwijl het schip vaart? Hoeveel uur verblijft u gemiddeld per 24 uur in de machinekamer van uw schip terwijl het schip vaart? 5.2.2
Resultaten
De enquête
is door 162 personen (N=162) ingevuld van schippers tot matrozen. 112 Ingevulde enquêtes
treffen schepen van vóór
5
1976. Een overzicht van de resultaten is weergegeven
be-
in bijlage VI.
De Wet geluidhinder dateert uit 1979 en biedt geluidsgevoelige bestemmingen (zoals woningen) in Nederland bescherming
tegen geluidhinder van wegverkeerlawaai, spoorweglawaai en industrielawaai door middel van zonering. In de Wet geluidhinder is de systematiek opgenomen dat een hogere waarde kan worden aangevraagd indien aan bepaalde grenswaarden niet wordt voldaan. Bevoegd gezag controleert of aan aanvullende voorwaarden wordt voldaan. In dat geval kan een hogere waarde worden verleend. Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 40
OPA Uit de enquête méér
r. .
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
---r--1
INGENIEURS
(N=162) blijkt dat iets meer dan de helft (53%) van de schippers gemiddeld genomen niet
dan 14 uur vaart (overeenkomstig
exploitatiewijze
A 1). Wat betreft de schepen van vóór
percentage, van schippers die gemiddeld genomen niet méér Uit de enquête
1976 loopt dit
dan 14 uur varen, op tot 65%.
(N=162) blijkt bovendien dat op iets meer dan de helft (54%) van de schepen niet wordt ge-
slapen, terwijl er wordt gevaren. Wat betreft de schepen van vóór
1976 loopt dit percentage zelfs op tot 66%.
Een struikelblok voor de schippers om zich te verbinden aan exploitatiewijze teit kunnen zijn met betrekking tot hun inzetbaarheid.
A 1, zou het gebrek aan flexibili-
In dit kader merken we op dat bij exploitatiewijze
A 1 de
vaart eenmaal per week tot ten hoogste 16 uren verlengd mag worden. Indien de schippers die nu niet méér
dan 14 uur varen, effectief volgens exploitatiewijze
A 1 gaan varen, dan
daalt het aantal schepen dat in 2020 met de meest strenge eisen uit de normstelling te maken krijgt, op basis van de enquête
resultaten tot ongeveer 35% van het totaal aantal schepen waarvan de kiel vóór
1975 is gelegd. De financiële
1 maart
omvang van het probleem is daarmee kleiner dan op basis van het TNO on-
derzoek is aangegeven, maar het probleem is nog steeds aanwezig. Uit de enquête
(N=162) blijkt verder dat van de resterende 47%, het grootste deel (37% van het totaal aantal
schepen) maximaal 18 uur vaart. Slechts 10% van het totaal aantal schippers vaart 19 uur of meer. Wat betreft de schepen van vóór
1976, blijkt dat slechts 4% gemiddeld 19 uur of meer vaart. Een percentage
van 31% van deze schepen vaart tussen 15 en 18 uur per dag. Voor deze groep is een "ultieme" maatregel denkbaar om effectief terug te gaan naar exploitatiewijze normstelling
A 1, om tenminste
in de slaapkamers
onder de
uit te komen (daar waar de problemen het grootst zijn). Dit betekent dat ze gemiddeld
1 tot 4
uur per dag minder kunnen varen. 5.3
Voorstelontheffingssystematiek
5.3.1
Voorkeursgrenswaarde
en maximale
ontheffingswaarde
Zoals aangegeven wordt voorgesteld de systematiek grip in deze systematiek is de voorkeursgrenswaarde.
uit de Wet geluidhinder
gevolg zijn voor de scheepvaart de voorkeursgrenswaarden wordt voldaan, dienen geluidreducerende danks het treffen van doelmatige
maatregelen
maatregelen
over te nemen. Een basis be-
In beginsel moet daar altijd aan voldaan worden, bijgelijk aan de eisen uit de ROSR. Als er niet aan
te worden getroffen. Het kan echter zo zijn dat on-
nog steeds niet aan de voorkeursgrenswaarde
kan worden
voldaan. In dat geval kan ontheffing worden verleend. De hoogste waarde die voor ontheffing in aanmerking komt, is de maximale ontheffingswaarde.
Een hoger niveau dan de maximale ontheffingswaarde
kan nooit
worden toegestaan. Figuur 5.1 geeft de voorgestelde
procedure weer: beginnend met een gemeten geluidniveau
(links boven)
vindt een beoordeling plaats van het geluidniveau. Afhankelijk van deze beoordeling, zijn verschillende nario's mogelijk die in de grote blokken in het midden zijn aangegeven. gangspunten en is input nodig, enerzijds om het doelmatigheidscriterium om de salderingsmogelijkheden
sce-
Voor deze scenario's gelden uitte kunnen vaststellen en anderzijds
inzichtelijk te maken (zie verder). Beide zijn opgenomen
in blokken aan de
rechterkant van de figuur.
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 41
OPA
r. .
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
---r--1
INGENIEURS
Scenario 1 Dit scenario is beschreven in de groene zone in figuur 5.1. De door de inspecteur gemeten geluidniveaus voldoen aan de eisen uit de ROSR en dus aan de voorkeursgrenswaarden.
Het schip wordt goedgekeurd en
kan verder varen. Scenario 2 De door de inspecteur gemeten geluidniveaus
zijn hoger dan de voorkeursgrenswaarden,
den de eisen uit de ROSR worden overschreden.
met andere woor-
Wel wordt de maximale ontheffingswaarde
Voorgesteld wordt om de maximale ontheffingswaarde
gerespecteerd.
gelijk te stellen aan de grenswaarden
uit de ROSR +
10 dB. Een toename van 10 dB wordt gemiddeld namelijk toegestaan in de ontheffingssystematiek
in de Wet
geluidhinder. Dit scenario is aangegeven in de 'gele zone' in figuur 5.1. In dit geval dient door de adviseur te worden onderzocht of de geluidniveaus tot de voorkeursgrenswaarden
of lager door het treffen van doelmatige
kunnen worden teruggebracht
maatregelen.
Maatregelen worden
onderzocht volgens het schema bron -> overdracht -> ontvanger. Ook wordt in het onderzoek nagegaan of er salderingsmogelijkheden
zijn tussen ruimten of in de tijd.
Indien na toepassing van alle doelmatige
maatregelen
aan de bron, overdracht en ontvanger, de geluidni-
veaus niet voldoende zijn verlaagd om aan de voorkeursgrenswaarden worden aangevraagd
om de nieuwe, gereduceerde
wel een extra voorwaarde voor de slaapkamers.
geluidniveaus
te voldoen, dan kan een ontheffing
alsnog toe te staan. Er geldt in dat geval
De gebruiker moet de mogelijkheid hebben om zichzelf ex-
tra te beschermen tijdens het slapen. Dat kan door bijvoorbeeld speciale (slaap)oordoppen lokaal, ter hoogte van de kussen, lagere geluidniveaus
te gebruiken
of
te realiseren door bijvoorbeeld toepassing van het
'quiet bubble' systeem met antigeluid (zie hoofdstuk 4). Hiermee voldoet het geluidniveau
in de ruimte niet
aan de eis maar wordt de gebruiker van de ruimte wel beschermd. Scenario 3 De door de inspecteur gemeten geluidniveaus
zijn hoger dan de maximale ontheffingswaarden.
Dit scenario
is aangegeven in de 'rode zone' in figuur 5.1. In dit geval betekent dat het doelmatigheidscriterium
in eerste instantie niet van toepassing is omdat het niet
mogelijk is ontheffing te krijgen voor geluidniveaus
boven de maximale ontheffingswaarde.
van een maatregel (doelmatig of niet) is het geluidniveau
Na het treffen
lager dan de maximale ontheffingswaarde.
Vanaf
dan komt men terecht in de 'gele zone' in figuur 5.1 en zijn bijgevolg de stappen uit scenario 2 te nemen. Er dient te worden onderzocht of er nog doelmatige
maatregelen
mogelijk zijn om het geluidniveau
verder te
verlagen. Tenslotte kan, indien verder geen doelmatige maatregelen meer mogelijk zijn, een ontheffingsaanvraag worden voorbereid.
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 42
OPA Input
r. .
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
=
---r--1
INGENIEURS
Uitgangspunt
= gemiddelde
gemeten
geluid niveau LAeq (niet momentaan
geluidniveaus
geluidniveau)
I Overschrijding
Voldoen aan normstelling mogelijk door: Over te gaan op exploitatiewijze Al of; maatregelen te treffen om de geluidniveaus terug te brengen tot beneden de maximale ontheffingswaarde en vervolgens ontheffing aan te vragen en te verkrijgen voor overschrijding voorkeursgrenswaarde.
maximale ontheffingswaarde
-
-=-=---=- -~.
Overschrijding voorkeursgrenswaarde, maximale ontheffingswaarde gerespecteerd
Maximale ontheffingswaarde
(eisen ROSR + 10 dB)
Voldoen aan de normstelling mogelijk door: Over te gaan op exploitatiewijze Al of ontheffing aan te vragen bij bevoegd gezag; voorwaarden voor ontheffing: o Alle doelmatige maatregelen worden getroffen (in volgorde bron -> overdracht -> ontvanger]: o Extra bescherming ontvanger d.m.v. speciale (slaapjoordoppen of "quiet bubble" Voorkeursgrenswaarde
(eisen ROSRI
Voldoet reeds aan de normstelling, geen actie nodig
\=J
Uitgangspunt = ontheffir wordt verleend op basis LAeq [dB(A)] Input = salderingsmogelijkheden ruimte en tijd Input = hoeveel uur wordt
\=J
gevaren? = hoeveel bedraagt de omzetderving indien teruggegaanwordt tot maximaal 14 uur varen (exploitatiewijze Al)?
Figuur 5.1: systematiek ontheffing
5.3.2
Doelmatigheid
De doelmatigheid
maatregelen
van maatregelen kan worden bepaald op basis van kosten. Zoals eerder omschreven zal
een groot deel van de geluidproblemen
(overschrijdingen
in de slaapkamers)
opgelost zijn, wanneer de
schipper besluit terug te gaan naar maximaal 14 uur varen per dag en effectief exploitatiewijze De kosten voor teruggaan naar 14 uur varen zijn de omzetderving vermindering omgeslagen
van investeringskosten.
A 1 wil volgen.
door teruggang in aantal uren minus de
Als het gaat om doelmatigheidsafweging
is de uuromzet, of uurwinst,
over een aantal jaren, dus een leidraad. Maar ook de terugverdientijd
dient natuurlijk in acht
genomen te worden. Uiteindelijk is alles wat duurder is dan de kosten voor teruggaan naar 14 uur/dag, doelmatig. Per individueel schip kan zo de doelmatigheidsgrens
niet
worden bepaald en maatwerk worden gele-
verd. Een mogelijkheid
is ook om per categorie van schepen de kosten van een uur minder varen te bepalen.
Voor een steekproef van schepen dient daarvoor een financiële wordt vertaald voor een categorie-indeling Een ander doelmatigheidscriterium hinder te voorkomen
is een bedrag komend uit een survey naar WTP (willingness to pay) om
en een survey naar WTA (willingness
maatregelen aan woningen).
analyse te worden uitgevoerd die vervolgens
met bijbehorende uuropbrengst.
to accept). (Referentie:
Ecorys rapport voor
Een dergelijk criterium zou kunnen gelden voor de hele branche waarbij even-
tueel onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende type schepen. Naar de hoogte van het bedrag zal nog aanvullend onderzoek moeten worden gedaan. Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 43
OPA In de doelmatigheid pierindustrie
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
kunnen naast de absolute kosten ook de kosten per dB worden meegenomen.
bijvoorbeeld
In de pa-
is op basis hiervan een formule ontwikkeld waarin kosten en mate van geluidre-
ductie bepalen of een maatregel doelmatig is. Vooraleer een keuze kan worden gemaakt over het type doelmatigheidscriterium van de randvoorwaarden, met financiële
is verder onderzoek
absoluut noodzakelijk.
Geadviseerd wordt dit in combinatie
deskundigen verder te (laten) onderzoeken.
5.4
Representatieve
5.4.1
MCR-mix
blootstelling
De MCR-mix is een voorstel uit het vooronderzoek reële
en de uiteindelijke bepaling
vermogens/toerentallen
maximale motorvermogen.
waarbij het geluidniveau wordt bepaald bij een mix van
van de motor. Geen enkel schip vaart namelijk langdurig met 95% van het De MCR-mix bestaat uit een samenstelling
85%, 55%, 25% en 5% van het motorvermogen.
van verschillende
Elk van deze percentages
voorliggend onderzoek is het effect van de MCR-mix geëvalueerd.
MCR's te weten
heeft een eigen weegfactor.
In
Dit onderdeel wordt verder behandeld in
hoofdstuk 6 (meetprotocol).
5.4.2
Saldering
De normstelling aan de geluidniveaus
op het schip is bedoeld ter bescherming van de mensen op het schip.
In de huidige regelgeving wordt getoetst aan het momentane geluidniveau het motorvermogen. doorgebracht
tijdens een vaart met 95% van
Bij de beoordeling van het geluidniveau wordt geen rekening gehouden met de tijd die
wordt in de verschillende
met andere motorvermogens
ruimten met een relatief laag geluidniveau
wordt gevaren.
Er wordt dus een worst-case,
en met de tijdsduur dat
niet-representatieve
situatie be-
oordeeld. Sinds 1976, toen de regelgeving in werking trad voor nieuwe schepen, is een hoop kennis en ervaring opgedaan rond de gezondheids-
en hinderaspecten
van geluid en hoe dat te verwerken in regelgeving.
Naast het
niveau van het geluid is ook de duur van het geluid een belangrijke factor voor het optreden van negatieve effecten. Dit is vertaald in regelgeving, voor bijvoorbeeld verkeerslawaai
bij woningen, dat de geluidniveaus
weegt met duur en tijdsstip. Door de beoordeling van het geluidniveau
niet meer toe te passen op het momentane geluidniveau
het gemiddelde geluidniveau over bijvoorbeeld de nachtperiode, van de blootstelling aan dat geluidniveau,
van de mensen. Dit is het principe van salde-
in Nederland maar ook in andere landen al decennia wordt toe-
gepast. Een voorbeeld is de toepassing van Lden in de Wet geluidhinder. Het betreft een jaargemiddelde
als de duur
mee worden gewogen in het gemiddelde geluidniveau, zonder dat
uiteindelijk aflbreuk wordt gedaan aan het beschermingsniveau ring dat in diverse andere (geluid)wetgeving
kunnen zowel het geluidniveau
maar op
'den' staat voor day-evening-night.
waarde waarbij de dag-, avond- en nachtperiode
een andere weegfactor
meekrijgen. Er zijn verschillende vormen van saldering denkbaar: Saldering in de ruimte: in een ruimte kan het geluidniveau variëren. rekenen op een geluidniveau
Het is niet reëel
de hele ruimte af te
op een plaats waar niemand lang zal verblijven. Eigenlijk is de voorkeur
om in de slaapkamer de beoordeling alleen ter plaatse van het kussen toe te passen. Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 44
OPA
r. .
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
---r--1
INGENIEURS
Voor de woonkamer kan gemiddeld worden over de hele ruimte omdat men daar langdurig op meer verschillende plekken verblijft; Saldering tussen ruimten: extra stilte in de woonkamer compenseert voor wat meer lawaai in de slaapkamer (of andersom); Saldering in tijd: niet alles op 1 hoop: het maakt uit of een schip 24 uur doorvaart of misschien maar 16 uur (en dus maar 2 uur tijdens iemands slaap). Daarom, zoals dat in de meeste wetgeving voor geluid is geregeld, een LAeq over de volledige 'nachtperiode' er in de meetprocedure
in plaats van een momentane eis. Dat betekent dat
ook een meting moet plaatsvinden van het "achtergrondgeluid",
stilligt. Dit zou van ligplaats tot ligplaats kunnen verschillen.
als het schip dus
De "gevelisolatie" van het schip wordt dan
van belang; Saldering over een jaar: in de Europese wetgeving jaargemiddelde
geluidniveau
rond weg- en railverkeer wordt gekeken naar het
(Lden). Seizoensafhankelijke
variaties krijgen zo hun invloed op het gemid-
delde geluidniveau. Ook hiermee zou dus rekening gehouden kunnen worden bij saldering in tijd; Wel moet er een "cap" op komen: een geluidniveau dat zeker niet momentaan wordt overschreden. Voorbeeld 1 (saldering in de tijd - nachtperiode) Een schip vaart maximaal 1 uur gedurende de nachtperiode.
In de slaapkamers geldt, conform ROSR, een
eis van 60 dB(A). Gedurende de varende periodes zal deze eis (momentaan) niet worden gehaald. In plaats van het beoordelen van het momentane geluidsniveau
in de ruimte, zou ook gekeken kunnen worden wat
het gewogen niveau is gedurende de gehele nacht (8 uur). Stel: tijdens het varen heerst in de slaapkamers een geluidsniveau
van 69 dB(A) en gedurende stilstand van
het schip is dit 35 dB(A); in de nacht betekent dit gedurende
1 uur een geluidsniveau
van 69 dB(A) en 7 uur een geluidsniveau
van 35 dB(A); het gewogen geluidsniveau over de nacht bedraagt in dit geval; 10*log[1/8*101\(69/10) + 7/8*101\(35/10)] Het tijd gewogen geluidsniveau
= 60 dB(A).
in de slaapkamer voldoet hiermee aan de eis van 60dB(A) voor de nacht.
Voorbeeld 2 (saldering in de tijd - weekgemiddeld) Een schip vaart 5 dagen in de week en per dag 16 uur. In de woonkamer
mag het maximale geluidniveau
niet hoger zijn dan 70 dB(A). Dit wordt in varende situatie echter overschreden. dagen waarop niet wordt gevaren, op deze momenten is het geluidsniveau
Gedurende de week zijn er 2
aanzienlijk lager.
Stel: in de varende situatie heerst een geluidsniveau
van 72 dB(A) in de woonkamer
en gedurende stilstand
een niveau van 35 dB(A); als we alleen de dag- en avondperiode
beschouwen (totaal 12 + 4
gevaren (5*16) en 32 uur (2*16) niet (gedurende de nachtperiode
=
16u), dan wordt in een week 80 uur
(8u) wordt ervan uitgegaan dat men
dan in de slaapkamers verblijft); het gewogen geluidsniveau
in de woonkamer is gemiddeld over de gehele week (dag- en avondperiode)
gelijk aan 10*log[80/112*101\(72/10) Er is een lichte overschrijding
+ 32/112*101\(35/10)]
in de woonkamer
= 70 dB.
gedurende de varende periodes maar als dit wordt gesal-
deerd met de niet gevaren periodes, zou wel aan de gestelde eis kunnen worden voldaan.
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 45
r. .
CAUBERG-HUYGEN
OPA
RAADGEVENDE
---r--1
INGENIEURS
Voorbeeld 3 (saldering tussen ruimtes) Het geluidsniveau
in zowel de slaapkamer
slaapkamer zou dit een overschrijding woonkamer
als de woonkamer
bedraagt 62 dB(A) tijdens varen. Voor de
betekenen van 2 dB ten opzichte van de eis van 60 dB(A). Voor de
betekent dit een onderschrijding
van -8 dB ten opzichte van de eis van 70 dB(A). Stel men ver-
blijft per 24 uur gemiddeld 4 uur in de woonkamer
en gemiddeld 8 uur in de slaapkamer.
door toepassing van saldering tussen de ruimten de overschrijding Deze wordt met andere woorden gecompenseerd
In dat geval kan
in de slaapkamer teniet gedaan worden.
door extra 'stilte' in de woonkamer.
Toelichting Anno 1975 werd de eis geformuleerd
als een gemiddelde over een ruimte in een worst case situatie. In de
jaren erna is allerlei wetgeving op het gebied van geluid tot stand gekomen die telkens uitgaan van middeling over tijd. Meest recent is de ontwikkeling rond saldering, waarbij extra hinder in een situatie kan worden gecompenseerd
met minder hinder in een andere situatie. Dit zijn nieuwe feiten die de normstelling van 1975
in een ander daglicht stellen. Dit kan op twee manieren in de normstelling
worden gebruikt: bij toetsing aan de voorkeursgrenswaarde
of
(bij niet voldoen) pas bij bepalen of ontheffing kan worden verleend. In dit laatste geval worden middeling en saldering gebruikt als onderbouwing dat als (na eerst alle mogelijke
doelmatige
maatregelen
voor ontheffing. Dat betekent
te hebben toegepast)
met middeling
en salde-
ring(en) alsnog de criteria kunnen worden gehaald, ontheffing kan worden verleend. In het eerste geval (zoals in feite geschetst in figuur 5.1) worden alle middelingen en salderingen al direct bij de eerste toetsing toegepast, waardoor de kans op de noodzaak van maatregelen
afneemt. Ontheffing (als
maatregelen toch nodig zijn) vindt dan alleen plaats op grond van onvoldoende ondoelmatigheid. Een mix is ook mogelijk: saldering van tijd (MCR-mix, middeling over dag, week en jaar) vinden al bij eerste toetsing plaats, hetgeen in lijn is met andere regelgeving op het gebied van geluid. Saldering van ruimte (in en tussen ruimtes) vindt plaats als ontheffing wordt aangevraagd, ring alsnog de voorkeursgrenswaarde
waarbij het criterium is dat met die salde-
wordt gehaald.
Deze drie verschillende methodes leiden elk tot andere einduitkomsten: fing is er meer druk op het nemen van maatregelen De mengvorm stuurt naar maatregelen
bij volledige saldering pas bij onthef-
dan als saldering al bij de eerste toetsing plaatsvindt.
voor een specifieke ruimte, veelal die waar men het langst aan geluid
is blootgesteld. 5.5
Advies
Samengevat wordt onderstaande
strategie voorgesteld.
Er wordt vanuit gegaan, op basis van de meetresul-
taten in hoofdstuk 3, dat de problematiek zich beperkt tot de woon- en slaapvertrekken. Ontheffingssystematiek: 1. Uitgaan van een gemiddeld geluidniveau
van 60 en 70 dB(A) als voorkeursgrenswaarde
in de slaapka-
mer respectievelijk de woonkamer; 2. Saldering toepassen zodat variaties in geluidniveau
tussen de verschillende
ruimten en de duur van de
blootstelling een rol spelen in de bepaling van het gemiddelde geluidniveau; 3. Door het treffen van de doelmatige
maatregelen,
kan ontheffing worden verleend boven de voorkeurs-
grenswaarde met een maximum tot de maximale ontheffingswaarde;
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 46
OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
4. Er geldt een maximale ontheffingswaarde
r. . ---r--1
voor de slaapkamer van 70 dB(A). In de woonkamer
is deze
bovenwaarde 80 dB(A); 5. Maatregelen
mogen iets kosten. De doelmatigheid
kan worden berekend aan de hand van de ultieme
maatregel, maximaal 14 uur varen, wat het schip- of categorie-specifiek
maakt. Alternatief is een criterium
op basis van WTP en WTA. Zoals in hoofdstuk 5.1 en 5.2 uitgelegd, heeft de schipper steeds de keuze om te varen volgens A1 om zo maatregelen aan de slaapkamer te voorkomen. De geluidniveaus
in de woonkamer
aanleiding geven om maatregelen te moeten treffen. De overschrijdingen perkt zodat doelmatige maatregelen een reële
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
kunnen dan nog steeds
zijn over het algemeen echter be-
optie zijn.
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 47
OPA
r. .
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
6
Meetprotocol
6.1
Inleiding
---r--1
INGENIEURS
Tijdens dit onderzoek is een zeer uitgebreid meetprotocol aangehouden. valideren welke metingen minimaal nodig zijn om overschrijdingen
Dit heeft tot doel gehad te kunnen
en oorzaken aan te kunnen duiden. In de
praktijk zal het niet nodig zijn om voor elk schip dit uitgebreide meetprotocol te volgen. Als het alleen gaat om het vaststellen van de geluidniveaus
en beoordelen of aan de eisen wordt voldaan, dan kan worden vol-
staan met het uitvoeren van enkele geluidmetingen
op basis van een globaal geluidniveau (ééngetalswaarde
in dB(A)). Het meetprotocol dat hiervoor is opgesteld heet het meetprotocol voor de inspecteur. Als ook een advies moet kunnen worden gegeven over de te nemen maatregelen, dan is een uitgebreider meetprotocol nodig. Dit is het meetprotocol voor de adviseur. Navolgende paragrafen beschrijven de meetprotocollen 6.2
Meetprotocol inspecteur
6.2.1
Opzet Meetprotocol
In het kader van een flexibilisering de meetomstandigheden
voor de inspecteur en de adviseur.
van de normstelling,
is én
van de voorstellen uit het vooronderzoek
van de controle van de geluidniveaus
aan te passen (zie hoger). Conform het Re-
glement voor onderzoek van schepen op de Rijn (ROSR) worden de geluidniveaus vastgesteld
om
in de diverse ruimten
en getoetst onder de conditie dat het schip vaart bij 95% van het maximaal motorvermogen
(MCR). Het vooronderzoek
heeft uitgewezen
dat dit geen realistische
schepen over het algemeen bij veel lagere motorvermogens
conditie is, omdat de betreffende
varen. Ook de schippers van de in dit onder-
zoek gemeten schepen, bevestigen dit beeld. In het meetprotocol
is daarom uitgegaan van het voorstel van
TNO en Level Acoustics om een gewogen MCR-mix toe te passen op basis van de gemeten geluidniveaus bij 5%, 25%, 55% en 85% van het MCR. Het gewogen resultaat uitgedrukt als
LwaSN (weighted average
Ship Noise sound level) dient per ruimte als volgt te worden bepaald: LwaSN [dB(A)]
= 10 log [0,26
. 10
(L
5%
/10)
+ 0,37'
10
(L
25%
/10)
Het LwaSN wordt vervolgens getoetst aan de grenswaarden
+ 0,23'
10
(L
55%
/10)
+ 0,14'
10
(L
85%
/10)]
uit het ROSR.
Opmerking: In het ROSR is niet bepaald of de meting dient te gebeuren in beladen of onbeladen toestand. Hoewel de beladen toestand waarschijnlijk het meest representatief
is voor geluidniveaus
tijdens vaart, mag vooralsnog
zelf worden gekozen bij welke belading de meting wordt uitgevoerd. Het is onduidelijk wat het effect van belading precies is op de gemeten geluidniveaus. Het meetprotocol kan op twee manieren gebruikt worden: 1.
Om het LwaSN vast te stellen op basis van een volledige meting: alle MCR niveaus dienen in dat geval in
2.
Om te controleren of een schip voldoet aan de grenswaarden
alle ruimtes te worden gemeten; uit de ROSR: in dit geval kan mogelijk vol-
staan worden met een beperkt aantal metingen in een beperkt aantal ruimten. De beschrijving van het meetprotocol
heeft betrekking op gebruikswijze
2 (controle). Voor gebruikswijze
1
dienen altijd alle metingen voor alle MCR waarden te worden uitgevoerd, in alle ruimten. Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 48
OPA 6.2.2
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Meetprotocol ter controle geluidniveau
Indien een beoordeling nodig is of wordt voldaan aan de eisen, dan kan in eerste instantie worden volstaan met alleen een meting bij de hoogste twee percentages (55% en 85% MCR). Uit het onderzoek op in totaal 9 schepen (4 schepen uit het vooronderzoek
en 5 schepen uit het vervolgonderzoek)
dities bepalend zijn voor het LwaSN. Verder blijkt uit beide onderzoeken
blijkt dat deze MCR con-
dat in de machinekamer
en in de
stuurhut op alle schepen en onder alle condities wordt voldaan aan de gestelde eisen. Om die reden wordt voorgesteld de inspectie in eerste instantie te beperken tot de meest kritische ruimten: de woon- en slaapkamers. Mocht een schip de stuurhut direct boven de machinekamer
hebben liggen, dan is de stuurhut ook
een kritische ruimte. Het voorgestelde
meetprotocol voor de inspecteurs ziet er, per ruimte, als volgt uit:
Over een meettijd van 20 seconden wordt per ruimte, met behulp van een klasse 1 geluidmeter, de parameter LAeq (A-gewogen energetisch gemiddelde geluidniveau over de duur van de meting) bepaald. De metingen vinden plaats in het midden van de ruimte, terwijl de microfoon rustig heen en weer wordt bewogen om de invloed van staande golven in de ruimte uit te middelen; Metingen worden uitgevoerd in de volgende ruimten: Woonkamer(s); Slaapkamer(s ). In elke ruimte dient het geluidniveau zowel bij 55% als bij 85% MCR te worden gemeten. Indien er een overschrijding
wordt vastgesteld bij een van de twee MCR niveaus dient eerst te worden gecontroleerd
of de gewogen som LwaSN [dB(A)] eventueel wel voldoet. Hierbij dient vanuit een worstcase benadering ervan uitgegaan te worden dat het gemeten geluidniveau
bij 55% ook wordt aangehouden
bij 25%
en 5% MCR. Indien de gewogen som voldoet, dan kan gestopt worden met meten en wordt geconcludeerd dat in de betreffende ruimte aan de geluideis wordt voldaan. Indien de gewogen som niet voldoet, dan dient de meting te worden herhaald bij een MCR van 25% en wordt vervolgens de gewogen som LwaSN [dB(A)] opnieuw bepaald en gecontroleerd
of deze voldoet.
De gemeten waarde bij 25% MCR wordt dan ook ingevuld bij 5% MCR. Indien de gewogen som voldoet, dan kan gestopt worden met meten. In de betreffende ruimte wordt voldaan aan de geluideis. Indien de gewogen som niet voldoet, dan dient de meting te worden herhaald bij een MCR van 5% en wordt tenslotte bepaald of de gewogen som voldoet. Indien ja, dan wordt geconcludeerd
dat in de be-
treffende ruimte aan de geluideisen wordt voldaan. Indien nee, dan wordt in deze ruimte niet aan de eis voldaan.
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 49
OPA 6.2.3
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
Stroomschema
Schematisch
INGENIEURS
r. . ---r--1
per ruimte
ziet het meetprotocol
MCR er als volgt uit:
Start metingen LAeq bij 55% en 85% MeR. Bepaal gewogen som LwaSN
Voldoet de gewogen som aan de gestelde eis?
Ja
Conclusie: De meting is klaar. Er wordt voldaan aan de gestelde eis.
Ja
Conclusie: De meting is klaar. Er wordt voldaan aan de gestelde eis.
Meet LAeq bij 25% MeR en bepaal gewogen som LwaSN'
Voldoet de gewogen som aan de gestelde eis?
Meet LAeq bij 5% MeR en bepaal gewogen som LwaSN.
Ja
Voldoet de gewogen som aan de gestelde eis?
Conclusie: De meting is klaar. Er wordt voldaan aan de gestelde eis.
Conclusie: Meting is klaar, er wordt niet voldaan aan de gestelde eisen.
Figuur 6.1: Stroomschema
meetprotocol
inspecteur
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 50
CAUBERG-HUYGEN
OPA 6.2.4
RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Digitaal meetformulier
Als hulpmiddel voor de inspecteur is tevens een digitaal invulformulier opgesteld en ter beschikking gesteld aan ILT. Dit digitale formulier berekent bijvoorbeeld direct de LwasNen geeft op basis van de meetresultaten direct aan of een volgende MCR al dan niet dient te worden gemeten. Bovendien wordt de berekende LwasN direct getoetst. In het digitale formulier is de toelichting opvraagbaar door middel van een link. Voor het digitale formulier is alleen het programma Excel nodig en geen internet verbinding. Een papieren formulier is ook ter beschikking gesteld. Hierin kunnen de resultaten worden ingevuld, maar kan geen berekening worden uitgevoerd om aan te geven of een volgend MCR percentage dient te worden gemeten of wat de waarde is van LwasN.De inspecteur dient dit dan zelf uit te rekenen of alle MCR stappen direct te doorlopen. Wel is een rekenhulp toegevoegd en staat in de toelichting de formule voor de berekening van LwasN. Het scherm van het digitale invulformulier ziet er als volgt uit: Meetformulier behorende bij meetprotocol
~Korte
Datum:
toelichting: - vul alleen de gele vakken in - begin met85 en 55% en bekijk toetsingsresultaat - voor 25% en 5% wordt laagste waarde 85 of55% overgenomen - indien nietvoldoet:vul dan 25% en eventueel 5% in - gebruik bij benoeming ruimte "woonkamer" of "slaapkamer nr" of "machinekamerof"stuurhut" - voor een handmatige berekeningvan de lwaSNMCR -mix kan gebruikworden gemaaktvan de rekenhulp -lwaSN [dB(A)) = 10 log [0,26' 1()(L5%/10) + 0,37' 1()(125%/lO) + 0,23· lO:l55o/of10) + 0,14' 1()(L85%/lOl]
Inspecteur: Type geluidmeter: Naam schip: Scheepsnummer: Jaartal schip: Tonnage schip: Merk motor: Pkmotor: Vaste opstelling: Max toeren
Klik
o(l:
deze link voor de uitgebreide
toelichting
motor:
Soort schroef: Iwoonkamer
MeR 55% MeR
ISlaaekamer 1isIaaekamer 21sIaaekamer
3
1Machinekamer
I
MeR
Toetsingswaarden
I
70,5
Figuur 6.2: Invulscherm
6.2.5
I
1 60,5
I
60,5
I
60,5
I
x-1O
x-6,S
0,23
x dB
x-9
x-6,1
x dB
x-8
x-S,6
x dB
x-7
x-S,l
x dB
x-6
x-4,S
x dB
x-5
x-3,9
x dB
x-4
x-3,2
x dB
x-3
x-2,4
x dB
x-2
x-l,7
x dB
x-1
x-O,B
x dB
x
x
ILAeqIdB(A)1
x dB
x+1
x+O,3
x dB
x+2
x+O,S
ILAeqIdB(A)1
x dB
x+3
x+O,9
x dB
x+4
x+l,3
x dB
x-s
x-i.s
ILAeqIdB(A)11
1
1
MeR -mix
LwaSN
x dB
0,37
0,37
ILAeqIdB(A)1
1
1
55%
0,14
ILAeqIdB(A)1
1
110,5
meting 85 en 55%
85%
ILAeqIdB(A)1
1
1
MeR
LwaSN
I
1
MCR-mix
5%
I
1
MCR-mix
25%
I
Rekenhul
MeR coëfficiënt
ILAeqIdB(A)1 LAeqIdB(A)1
85%
I
1
I
0,26
digitaal meetformulier
Verdere aanbevelingen
Door ILT is het meetprotocol getest op de RWS 71 van Rijkswaterstaat. maar om de bruikbaarheid
Doel van deze testronde was niet
om aanvullende
resultaten te verzamelen,
De belangrijkste
conclusie van de inspecteur was dat het niet handig is uit te gaan van % MCR. Op het
van het meetprotocol
te beoordelen.
grootste deel van de schepen zijn toerentallen direct af te lezen maar het % MCR niet. Hiertoe is een omrekentabel nodig die in principe per schip en per type motor anders is. Ten behoeve van de geluidmetingen zoals gerapporteerd vooronderzoek.
in hoofdstuk 3 is een veralgemeende
omrekentabel
gehanteerd die afkomstig is uit het
Deze tabel in op de volgende pagina weergegeven.
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 51
OPA Tabel 6.1 -V
-_. _._ ..
r. .
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
-_ .... __ .__ ..dit_ ... _-
---r--1
INGENIEURS
. -_.
Meetconditie
_._._ luid ... __ ... _ .....
---_ ...h _-,
%MCR
..
__
..
_ .. _._-
% maximum
._ .... __
..
toerental
Wegingsfactor
A
5%
37%
wA
= 0,26
B
25%
63%
WB
= 0,26
C
55%
82%
Wc
= 0,26
D
85%
95%
WD
= 0,26
Geadviseerd wordt nader te (laten) onderzoeken
op welke wijze de vertaalslag kan worden gemaakt van %
MCR naar % toerental en op basis hiervan het meetprotocol aan te passen.
6.3
Meetprotocol adviseur
Wanneer het meetprotocol van de inspecteur overschrijdingen van doelmatige geluidreducerende
laat zien dan is onderzoek nodig ter bepaling
maatregelen.
Op dit moment zijn haalbare en tevens effectieve maatregelen: Afveren van motor en keerkoppeling, de scheepsconstructie,
en ontkoppelen van andere verbindingen
tussen deze bronnen en
zoals via leidingen;
Ontdreunen van wanden, plafonds en/of vloeren; Wegnemen van 'rattle' . Deze maatregelen
zijn additief: bij voorkeur worden ze alle drie genomen.
Het afveren is een belangrijke
maatregel omdat de motor en keerkoppeling tot nu toe altijd de belangrijkste bron blijken te zijn. Ontdreunen is belangrijk omdat naast de motor en keerkoppeling
ook schroefgeluid
en cavitatiegeluid
belangrijk zijn die
op dit moment het beste met ontdreuning kunnen worden bestreden, zij het slechts in beperkte mate. 'Rattie' kan, in die ruimtes waar het optreedt, dominant zijn en is eenvoudig te bestrijden door dat wat (onbedoeld) los zit, vast te zetten. A priori is echter niet zeker wat het effect gaat zijn van deze maatregelen,
aangezien dat zeer specifiek is
voor een schip en is dus ook niet duidelijk of een maatregel doelmatig is (meer oplevert dan het kost).
Bo-
vendien vraagt het toepassen van deze maatregelen wat extra informatie: welke vlakken moeten worden ontdreund? op welke frequenties moet een afvering worden ontworpen? is er sprake van 'rattle' en zo ja op welke locatie? Voor het bepalen van de doelmatigheid
en het genereren van de extra informatie is een adviseur nodig die
een onderzoek uitvoert gebaseerd op metingen. Het volgende meetprotocol kan deze adviseur gebruiken. Meetmiddelen trillingsopnemer
(bij voorkeur: triaxiaal);
microfoon; datalogging die smalbandige analyse mogelijk maakt (bijv.: een geluidmeter die Fourierspectra of een computer + geluidkaart
die tijdsignalen
vast legt, naderhand
vastlegt,
uit te werken met signaalverwer-
kingssoftware. Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 52
CAUBERG-HUYGEN
OPA Specificaties
RAADGEVENDE
(gevoeligheden,
tise van de adviseur.
INGENIEURS
r. . ---r--1
instellingen) van de meetmiddelen
kunnen worden overgelaten aan de exper-
De middelen zullen niet aan hoge eisen hoeven te voldoen: de te meten niveaus zijn
relatief hoog en dus makkelijk te meten en er is geen sprake van zeer hoge of zeer lage te meten frequenties. De metingen kunnen in principe "éénkanaais"
worden uitgevoerd.
Meerkanaais (ultimo vierkanaais) verdient
de voorkeur aangezien dan meer analyses mogelijk zijn en de metingen tevens sneller kunnen worden uitgevoerd.
Voor de trillingsmetingen
aan/bij de motor en keerkoppeling
geldt namelijk dat deze in alle drie de
richtingen dient te worden uitgevoerd, hetgeen betekent voor een énkanaalssysteem nemer die maar in én
(met een trillingsop-
richting meet) dat de meting drie maal moet worden uitgevoerd, steeds voor elk van
de drie richtingen. Te meten objecten en ruimten Trillingen in de fundatie van motor en keerkoppeling
met als doel: bepalen dominante frequenties
deze bronnen. Deze worden vervolgens gebruikt om te vergelijken met geluidniveaus
van
in de vertrekken,
ter bepaling van de dominantie van deze bronnen en worden gebruikt om een geschikte afvering te ontwerpen. Trillingen van beide zijden van een afgeveerde machinevoet, ALLE aanwezige machinevoeten dingen).
indien deze aanwezig is. Dit gebeurt voor
en eventueel aanwezige afveringen in andere koppelingen
Doel hiervan is om te bepalen of deze reeds aanwezige afveringen functioneren.
(zoals lei-
Zo niet dan is
een voor de hand liggende maatregel om deze afveringen te vervangen en nu ontworpen op basis van de meetresultaten. Trillingen van de vlakken in de ontvangruimten
(wanden, plafond, vloer). Doel is om te bepalen welke
vlakken de grootste bijdragen leveren aan het geluidniveau
in de ruimte en kandidaat zijn om met ont-
dreuning te worden behandeld. Tevens kan, indien er sprake is van 'rattle' in een ruimte terwijl niet duidelijk is waar deze vandaan komt, met deze meting eventueel achterhaald worden achter welk vlak de rattle wordt veroorzaakt. Geluid in de verblijfruimten.
Doel is om het relatieve belang van de motor plus keerkoppeling
en daarmee de doelmatigheid
te bepalen
van maatregelen daaraan.
Te meten condities De metingen aan de genoemde objecten en in de genoemde ruimten worden uitgevoerd in de maatgevende bedrijfsconditie.
Dit is óf
die bedrijfsconditie
waarvan
meer dan 90% van de tijd sprake is (zoals bij een
kraanschip: stilliggend werken) en anders die conditie waarin, volgens de geluidmeting van de inspecteur, de hoogste geluidniveaus zijn gemeten. Eerst wordt echter, voor zover mogelijk, de vier condities van de MCR-mix gevaren om op het gehoor te bepalen of er in én
of meer van deze condities sprake is van 'rattle' in (bepaalde) verblijfsruimten.
ke van 'rattie' en is deze eenvoudig weg te nemen (klepperende
deur bijvoorbeeld)
bestaat dat dit niet is gebeurd bij de meting die ten grondslag ligt aan het inspectierapport, overwogen de "inspectiemeting"
Is er spra-
terwijl het vermoeden dan kan worden
over te doen om te bepalen wat het effect is van relatief simpele ingrepen in
het interieur. Is de bron van de 'rattle' niet onmiddellijk
duidelijk (is deze waarschijnlijk
verborgen
achter
wanden), dan wordt het protocol op dit punt verder vervolgd, wat inhoudt dat met behulp van trillingsmetingen de locatie nader wordt onderzocht. Verwerking en rapportage De metingen worden zodanig verwerkt en gerapporteerd Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
dat antwoord wordt gegeven op de vragen: 20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 53
CAUBERG-HUYGEN
OPA
RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Wat is het effect van aanbrengen dan wel aanpassen van afvering van motor en keerkoppeling
(inclusief
leidingen) op de geluidniveaus
en (afge-
in de verblijfruimten?
Voor de maatgevende
bedrijfssituatie
schat) voor de MCR-mix. Welke afveerfrequentie
dient daartoe te worden nagestreefd?
Wat is het effect van ontdreuning op de geluidniveaus
in de verblijfruimten?
Voor de maatgevende
be-
drijfssituatie en (afgeschat) voor de MCR-mix. Welke vlakken in de verblijfruimten
dienen daarvoor te worden ontdreund?
2
Hoeveel kg/m is daarvoor nodig? Is er sprake van 'rattle' en zo ja wat is het effect van wegnemen
hiervan op de geluidniveaus
in de ver-
blijfruimten? Voor de maatgevende bedrijfssituatie en (afgeschat) voor de MCR-mix. Waar ligt de bron van de 'rattie'? Om deze vragen te beantwoorden worden de trillings- en geluidmetingen
uitgewerkt op de volgende wijzen:
als tijdsignaal (met A-weging voor geluid); als smalbandspectrum; als breedbandspectrum. Scope Dit meetprotocol dekt de meeste situaties, namelijk die waar motor en keerkoppeling
de dominante bronnen
zijn. In die situaties maakt het protocol het mogelijk om maximaal 10 dB "diep" te kijken: wat is het effect en wat zijn de kosten voor maatregelen waarbij tot 10 dB reductie mogelijk is? Als meer nodig is, moeten bronnen, paden en afstraalvlakken
veel nauwkeuriger
kans dat dit leidt tot doelmatige maatregelen
worden geanalyseerd
dan dit protocol ondersteunt.
De
is dan intussen overigens afgenomen: de eerste 10 dB zullen
het "goedkoopst" zijn. Ook in die situaties dat niet de motor en keerkoppeling dominante bron is, is dit protocol grotendeels onvoldoende.
ter bepaling van te ontdreunen vlakken, is dan nog functioneel. gen, zullen dan nodig zijn om alsnog tot maatregelkeuze
maar de schroef of cavitatie de
Alleen de trillingsmetingen Uitgebreidere
en -afweging
in de verblijfruimten,
metingen, en zelfs modellerin-
te komen en wederom geldt dat de
kans dat deze doelmatig zullen blijken fors zal zijn afgenomen. Om kort te gaan geldt dus dat dit protocol erop gericht is om in 80% van de gevallen de wijze en doelmatigheid van de meest haalbare maatregelen
te bepalen waarmee
(maximaal)
de eerste 10 dB reductie kan
worden gerealiseerd.
6.4
Advies
In dit onderzoek zijn twee meetmethodes
gebruikt om dominante bronnen en maatregelen te kunnen bepa-
len: een zeer uitgebreide (door Level Acoustics & Vibration), om elk schip zo grondig mogelijk te analyseren en een zeer beknopte (door Rubber Design), die in de adviespraktijk wezen. Bij deze laatste meetmethode
van Rubber Design zijn nut heeft be-
is gebruik gemaakt van een losse geluidmeter
en een 1-kanaals tril-
lingsmeter. Uitgangspunt van het onderzoek was dat beiden ongeschikt zouden zijn voor een adviseur, daar de eerste methode teveel tijd en middelen vraagt en de tweede methode naast meetresultaten
vooral gebruik maakt
van persoonlijke ervaring en inzicht. Voor de adviseur is dus een protocol nodig dat daar tussen in ligt. Het nu voorgestelde
meetprotocol voor adviseurs ligt dicht bij de methode van Rubber Design. Er is echter
niet die mate van ervaring voor nodig omdat gebleken is dat mag worden aangenomen dat op binnenvaartschepen de dominante bron de motor is. Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 54
OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Waar uit de meting blijkt dat de motor dat toch niet is, heeft verdere identificatie van de bron, waarvoor uitgebreider meten en/of meer ervaring nodig is, in de meeste gevallen weinig zin omdat maatregelen dan beter aan de ontvangkant
kunnen worden genomen. Het meetprotocol
voorziet daarom, in uitbreiding op de
methode van Rubber Design, ook in metingen aan wanden, plafond en vloer met het oogpunt te bepalen welke vlakken eventueel ontdreund of afgeveerd moeten worden (dan wel om een erachter verstopte bron van 'rattle' te verwijderen).
Voor die situaties waar toch maatregelen aan schroefgeluid
en/of cavitatie nodig
en haalbaar zouden zijn, moet worden verwacht dat de adviseur de benodigde meetmethode zelf kan opzetten, dan wel daarvoor een andere deskundige zal betrekken. In ieder geval levert dit meetprotocol de resultaten om zo'n vervolgtraject te signaleren. Naast het vaststellen van een deskundig advies is ook een goede begeleiding tijdens het aanbrengen van de maatregelen nodig. Kleine onzorgvuldigheden tief effect hebben op het geluidreducerend
in de uitvoering van de maatregelen, kunnen een groot negaresultaat. Als de motor bijvoorbeeld op trillingsisolatoren
wordt
gezet maar de leidingen van en naar de motor blijven star gekoppeld aan het schip, dan is het reducerende effect van de trillingsisolatoren
veel minder dan op basis van de specificaties van de isolatoren mag worden
verwacht.
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 55
OPA 7
r. .
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
---r--1
INGENIEURS
Conclusies en aanbevelingen
Binnenvaartschepen
op de internationale
Rijn moeten voldoen aan de technische eisen inclusief geluideisen
uit de ROSR. In 2003 is besloten dat ook schepen gebouwd voor het jaar 1976 vanaf 2020 moeten gaan voldoen aan deze eisen. Door de brancheorganisaties
voor de binnenvaart
is bij het Ministerie van Infra-
structuur en Milieu (I&M) gesignaleerd dat het voldoen aan de geluideisen uit de ROSR zal leiden tot technische en/of financiële Het vooronderzoek
knelpunten. door TNO en Level Acoustics" bevestigt dit. De uitgevoerde metingen in het kader van
voorliggend onderzoek geven vergelijkbare slaapkamers.
resultaten. De geluidproblemen
In de woonkamers zijn overschrijdingen
Om een overschrijding
zijn het grootst in de woon- en
tot 9 dB gemeten, in de slaapkamers zelfs tot 21 dB.
van 9 dB op te heffen, wordt in eerste instantie geadviseerd maatregelen aan de mo-
torzijde te treffen (het op veren zetten van de motor en al het leidingwerk, het verstevigen van de fundatie, idealiter in combinatie met het aanpakken van de keerkoppeling den gerealiseerd door aanvullend ontdreuningsmatten ontvangruimten.
Het opheffen van overschrijdingen
en schroef). Een verdere reductie kan wor-
toe te passen op de juiste plaatsen in de betreffende 10 à
tot maximaal
13 dB zou dus technisch
mogelijk
moeten zijn, mits analyse en uitvoering van de maatregelen deskundig gebeuren. De bijbehorende financiële investering kan echter hoog oplopen. In geval van overschrijdingen stuk ingewikkelder.
tot 21 dB wordt naast het financieel vraagstuk ook het technisch verhaal een
De kans is zelfs reëel
dat dit soort overschrijdingen,
binnen redelijke randvoorwaarden,
niet volledig technisch oplosbaar zijn. Op basis van bovenstaande
is geconcludeerd
dat flexibilisering
van de normstelling een primaire vereiste is
om een grote groep schepen een kans op overleven te gunnen. Een vorm van flexibilisering gepast in de geluidwetgeving keer), de milieuhygiënische
in diverse andere domeinen zoals in de Wet geluidhinder strategie uit de Arbeidsomstandighedenwet
strie (As Low As Reasonably Achievable). reële
wordt ook toe-
(wegverkeer, railver-
en het ALARA principe uit de indu-
Deze inzichten hebben geleid tot een toetsing op basis van een
blootstelling aan geluid waarbij ook de duur van de blootstelling en de financiële
component een be-
langrijke rol spelen. In voorliggend
onderzoek zijn daarom diverse voorstellen
opgenomen
om de huidige normstelling
uit het
ROSR aan te passen, rekening houdend met deze 'nieuwe' inzichten. De belangrijkste punten hierin zijn: MCR-mix of toerental mix: geluid metingen uitvoeren bij representatieve
vaaromstandigheden
in plaats
van het maximale en weinig gebruikte 95% MCR; equivalente geluidniveaus
en saldering: (verblijf)tijdsaspecten
mee laten wegen in de bepaling van het te
beoordelen gemiddelde geluidniveau in plaats van het momentane geluidniveau; Introduceren
van een flexibele
maatregelen waardoor financiële
normstelling:
ontheffingssystematiek
aspecten ook een weegfactor
op basis van doelmatigheid
van
krijgen, echter zonder dat gezondheids-
aspecten hierdoor in het gedrang komen.
6
Rapport 2013 R11830, juli 2014, Overgangstermijnen
geluidsnormen
consequenties van het toepassen van de normen - Definitief rapport Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
binnenvaart
- Geluidstechnische
en financiële 20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 56
OPA
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Het onderzoek leidt tot de volgende aanbevelingen: 1.
Bespreekbaar
2.
Onderzoek (laten) uitvoeren naar de financiële
maken van de voorstellen tot flexibilisering van de normstelling in de CCR commissie;
3.
Onderzoek (laten) uitvoeren naar de vertaling van %MCR naar percentage toerental in verband met
aspecten van de doelmatigheid
van geluidreduceren-
de maatregelen; de uitvoering van het meetprotocol.
DPA Cauberg-Huygen
BV
C.J. Ostendorf, Adviseur
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
Level Acoustics
ir. C.E. Laudij, Adviseur
20140720-06 31 maart 2015 Bladzijde 57
OPA Bijlage I
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
Plattegronden
INGENIEURS
r. . ---r--1
en doorsneden schepen
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31-03-2015 e. Ostendorf
nA I CAUBERG-HUYGEN Dr-#IIl RAADGEVENDE
Tekeningen Melvin
INGENIEURS
r: · ~
I
VZ A
Legenda •
Trapgat
I
_
Vast object
I
D
5720
1 750 ,
1210
3760
1
I
Woonkamer 18,7 m2 h= 2,07m
38SJ
-.
r
I
I co
I
I
I~
1
I
1
0
1
1
1
I
I
W I\) (Jl
0
SbMh"j
10,24 m
I\)
t-
I
VZ
Voorzijde schip
I
AZ
Achterzijde schip
cr> cr> 0
h= 1,98
Beperkt beschikbaar vloeroppervlak
cr>
-....I .....10 (Jl
0 0 Ingang Machinekamer Machinekamer
:
I ,
+
..... -....I .....
~
0
.....
l~ <0
Keuken 9,6 m2
I\)
h= 2,07m
.....
Badkamer
.....
cr> 0
0 -....I 0
Slaapkamer 5,8 m2 h= 2,04m
1
I I I I
I 1
Slaapkamer
I
2
I
5,8 m2 h= 2,04m
J 11\)
-....I -....I 10
I
I\)
-....I -....I 0
3760 1010 1 510
18~O 2350
1
2350
1510
OnA r~
AZ
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
OPA Cauberg-Huygen Schiptype
Woon en slaapvertrekken
Stuurhut
I
Motorvrachtschip
Naam schip
Melvin
Opname datum
6 oktober 2014
Teken datum
13 oktober 2014
Tekenaar
L. Ottenheijm
Schaal (A3)
1:50
Bladnummer
I 1/3
r. . ---r--1
Legenda
VZ
•
Trapgat
Vast object
D 7200 2700 r
1800
h = 4,72rr
VZ
Voorzijde schip
AZ
Achterzijde schip
2700 I
I
Beperkt beschikbaar vloeroppervlak
I
I\)
co
o o
I (Jl
W
co
o
Machinekamer 24,4 m2 h= 1,89m
...... ......
<0
o
6500 r
OnA r~
AZ
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
OPA Cauberg-Huygen Schiptype
Machinekamer
I
Motorvrachtschip
Naam schip
Melvin
Opname datum
6 oktober 2014
I
Teken datum
13 oktober 2014
I
Tekenaar
L. Ottenheijm
Schaal (A3)
1:50
Bladnummer
I 2/3
r. . ---r--1
AZ
VZ
Legenda
al
Trapgat
•
Vast object
0 C\J C\J
....
Stuurhut
0 <0 r-,
: : 0
Machinekamer
-.::t 0
Hal
Slaapkamer
C\J
Kast
: : : :
Woonkamer
0 LO
....
Ruim
Machinekamer
CO
D
Beperkt beschikbaar vloeroppervlak
VZ
Voorzijde schip
AZ
Achterzijde schip
: : : : : :
1 1
2770 1930
1
1
1070
2800
1
670
1
1
2660
p90
1
:
3250
5380 1
1
Doorsnede A-A'
OPA ICAUBERG-HUYGEN CH RAADGEVENDE
INGENIEURS
OPA Cauberg-Huygen Schiptype
Motorvrachtschip
Naam schip
Melvin
Opname datum
6 oktober 2014
Teken datum
13 oktober 2014
Tekenaar
L. Ottenheijm
Schaal (A3)
1:50
Bladnummer
3/3
nA I CAUBERG-HUYGEN Dr-#IIl RAADGEVENDE
Tekeningen
Bobo
INGENIEURS
r: · ~
Legenda VZ
AZ Trapgat I 960 I
1700 Vast object
D 0 LO 0)
C\J
A
0
""'" LO C\J
~I.... I
Woonkamer 6,8m2 h= 2,03
I§
I
Beperkt beschikbaar vloeroppervlak
VZ
Voorzijde schip
AZ
Achterzijde schip
A'
-....J <0 0
Woonkamer 2000
h= 1,29m
-....J
o o
OnA r~
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
OPA Cauberg-Huygen Schiptype
Slaapruimtes
I Duwboot
Naam schip
Bobo
Opname datum
22 september 2014
Teken datum
3 oktober 2014
Tekenaar
L. Ottenheijm
Schaal (A3)
1:50
Bladnummer
I 1/3
r. . ---r--1
3430
VZ
1780
Legenda
2640
AZ
I 1040
Trapgat
--------------------------,---------------,
Vast object
D
Machine kamer 14,5 m2
Beperkt beschikbaar vloeroppervlak
h= 2,53m
------
VZ
Voorzijde schip
AZ
Achterzijde schip
h= 1,44m
._-------------------------.__--------------'
Machineruimte en extra woonruimte
3020 1220
I
Stuurhu Beschikbaar h= 1,92
1360
1 144Q
...... ~
opp= 2,7Sm2
ex>
o
11\)
~
(Jl
o
A'
~80 1600 138p
OnA r~
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
OPA Cauberg-Huygen Schiptype
Stuurhut
I Duwboot
Naam schip
Bobo
Opname datum
22 september 2014
Teken datum
3 oktober 2014
Tekenaar
L. Ottenheijm
Schaal (A3)
1:50
Bladnummer
I 2/3
r. . ---r--1
Legenda VZ
AZ
446Q_
4460
\
329Q_
Bergruimte/Badkamer
Vast object
Beperkt beschikbaar vloeroppervlak
VZ
Voorzijde schip
AZ
Achterzijde schip
Woonkamer
~O
h= 2,03m Slaapruimtes
-- --- ---- -- - ---- --- ---- ---- --- ---- ---- ---- ----------
•
h= 1,92m
1490 1250
Trapgat
D
Stuurhut
254Q_ 200Q_
al
-----------------------------------
-------h=-1;85m-------
r---
Machinekamer
---------------------------------------------h=2,53m/1,44m
r--
Logeerruimte
-----------------------------------
-----
390
Dekniveau
----------------------------------
-----------
h= 1,74
-600=---10§Q_
c...:.1_050
Doorsnede A-A'
OPA ICAUBERG-HUYGEN CH RAADGEVENDE
INGENIEURS
OPA Cauberg-Huygen Schiptype
Duwboot
Naam schip
Bobo
Opname datum
22 september 2014
Teken datum
3 oktober 2014
Tekenaar
L. Ottenheijm
Schaal (A3)
1:50
Bladnummer
3/3
nA I CAUBERG-HUYGEN Dr-#IIl RAADGEVENDE
Tekeningen
Kreeft
INGENIEURS
r: · ~
Legenda
VZ
A< 1670 1670
540 I
1760
1840
•
Vast object
D
3450
1760 I
I
Trapgat
A<
2380
I
al
I
I
I
Beperkt beschikbaar vloeroppervlak
r-
I I
Slaapkame 2 I
......
I
I
Slaapkamer 1 4,2 m2
h= 2,05m
cr>
I
0
I I
I
Stuurhut 9,4 m2
I\)
-....J
~
0
h= 2,05m
I
cr>
0 0
L...
I I
Woonkamer/keuken
I
......
I
h= 2,05m
I
I
I\)
15,6 m2
Voorraad kamer
I
W 0
I
I
-....J <0 0
Gang
I
co ~
Slaapkamer 3 4,2 m2
I
h= 2,05m
Machin kamer
Badkamer, toilet washok
-....J <0 0
- Aan de voorzijde van het schip bevind zich de kraan.
l-
I\)
0 0 0
...... ...... cr>
I
0
I I
- Stuurhut kan omhoog en omlaag gaan. Grenst niet aan woonruimte.
0
I I
Achterzijde schip
- De hooge in de machinekamer kan lager liggen door het de diverse leidingen en kabels aan het polafond.
I
I
I
AZ
Opmerkingen:
<0 0
I
I
Voorzijde schip
h= 2,14rr
~
co
I
I
VZ
-....J
4,6 m2
L...
I
1330
1180
980
2400
980
2400
I
L
2510
~
~
OPA ICAUBERG-HUYGEN CH RAADGEVENDE
AZ
INGENIEURS
OPA Cauberg-Huygen
Woon en slaapvertrekken
Stuurhut
Schiptype
Kraanschip
Naam schip
Kreeft
Opname datum
6 oktober 2014
Teken datum
13 oktober 2014
Tekenaar
L. Ottenheijm
Schaal (A3)
1:50
Bladnummer
1/3
Legenda
VZ
al
Trapgat
•
Vast object
A<
D
897C
Beperkt beschikbaar vloeroppervlak
-
Machine] 66,7 m2
amer
-....J <0
cr> 0
I
AZ
Achterzijde schip
- Stuurhut kan omhoog en omlaag gaan. Grenst niet aan woonruimte.
2,18rr
- De hooge in de machinekamer kan lager liggen door het de diverse leidingen en kabels aan het polafond. - Aan de voorzijde van het schip bevind zich de kraan.
-
r - - ~
Voorzijde schip
Opmerkingen:
(Jl I\)
-....J 0 h=
VZ
I
Ih =
4,46rr
I
I
I
I\) I\)
I
I
0
I
I
I
I
L - -
......
W
-~ -~
3410 I
980 I
3410 I
7800
f!
OPA ICAUBERG-HUYGEN CH RAADGEVENDE
AZ
INGENIEURS
OPA Cauberg-Huygen
Machinekamer
Schiptype
Kraanschip
Naam schip
Kreeft
Opname datum
6 oktober 2014
Teken datum
13 oktober 2014
Tekenaar
L. Ottenheijm
Schaal (A3)
1:50
Bladnummer
2/3
AZ
VZ
r
Legenda
al
Trapgat
•
Vast object
D
0
Beperkt beschikbaar vloeroppervlak
-.::t
Stuurhut
T"""
C\J
r-
VZ
Voorzijde schip
AZ
Achterzijde schip
0
0
co
Hal
Machinekamer
C\J C\J
LO
Woonkamer
Slaapkamer 2
0
Opmerkingen:
C\J
I
-
I
- Stuurhut kan omhoog en omlaag gaan. Grenst niet aan woonruimte.
I I
0
co
Ruim
T"""
C\J
I I
Machinekamer
- De hooge in de machinekamer kan lager liggen door het de diverse leidingen en kabels aan het polafond.
I I I
4510
2210
790
1
1950 1
1
980
I
I
1760
- Aan de voorzijde van het schip bevind zich de kraan.
1
7960
Doorsnede A-A'
OPA ICAUBERG-HUYGEN CH RAADGEVENDE
INGENIEURS
OPA Cauberg-Huygen Schiptype
Kraanschip
Naam schip
Kreeft
Opname datum
6 oktober 2014
Teken datum
13 oktober 2014
Tekenaar
L. Ottenheijm
Schaal (A3)
1:50
Bladnummer
3/3
nA I CAUBERG-HUYGEN Dr-#IIl RAADGEVENDE
Tekeningen Virginia
INGENIEURS
r: · ~
AZ
Legenda
VZ
Trapgat
Vast object
2050
2190
2050
2190
4720
D
2590
3300
I 800 I 620 I
1450
I 1140
Beperkt beschikbaar vloeroppervlak
VZ
Voorzijde schip
AZ
Achterzijde schip
o <0
....
Bem slpk 1 7,2 m2
Keuken/woonruimte (Mess room)
....1 0 C\J C\J
h= 1,97m
11,35 m2
I\)
Kapitein kamer
Cl)
~
0 0
A'
A
m
-....J 0
0
!I
:t
Machinekamer klein
I I
0
co
B/\
-.::t
gl .... ....
C\J
I
~
I
I
Hal
co 0
Overloop
-0 I
Hal
I
\
\
\
0 0
B' Badkamer kamer 222 Washok
\
\
2050
co
Hal
r-
~
18r \
I
4935
I
Bem slpk 2 4,58 m2
I
Bem slpk 3 4,8 m2
7,8 m2
I
h= 1,97m
I
h= 1,97m
h= 1,97m
1910
2000
Kamer 222
Kamer 220
I\)
~
o o
3950
OnA r~
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
OPA Cauberg-Huygen Schiptype
Woonkamer, slaapkamers 1 + 2 + 3 en kleine machinekamer
I
Personenschip
Naam schip
Virgina (Trans river lines)
Opname datum
4 november 2014
Teken datum
14 november 2014
Tekenaar
L. Ottenheijm
Schaal (A3)
1 :50
Bladnummer
1/4
r. . ---r--1
VZ
Legenda
VZ
Vast object
11550
2000
800
1345
Bem slpk 6 5,54 m2 Bem slpk 5 7,12 m2
I
h= 2,07m
I
0
§I
I
h=2,Om
-
I
cr>
co
0
(Jl
VZ
Voorzijde schip
I\)
AZ
Achterzijde schip
ex>
<0 0
cr> 0
ex>
I\) (Jl
Motor 2
Machinekamer 73,9 m2
Beperkt beschikbaar vloeroppervlak
I\)
I
I
D
1
j
A
i
,
h= 2,07m
I
I
A'
cr>
-....J
Hal
I
(Jl
-....J
~
1
!
Nachtgenerator
I
0
-....J 11\) ~ ......
o
<0 0
-....J
ex> 0
I
B Bem slpk 4 7,64 m2 Motor 1
I
h= 2,06m
I
I
I++ I~ I~ ~
0
/\B'
W 0
~
0
Scheiding tussen slaapkamer 4/5 en machinekamer: -Betimmering -staal -Isolatie
OnA r~
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
OPA Cauberg-Huygen
Naam schip
I I
Opname datum
I 4 november 2014
Schiptype
'Benedendek' met Machinekamer en slaapkamers 4 + 5 + 6
Personenschip Virgina (Trans river lines)
Teken datum
14 november 2014
Tekenaar
L. Ottenheijm
Schaal (A3)
1:50
Bladnummer
2/4
r. . ---r--1
AZ
VZ
Legenda
BI
Trapgat
Vast object
I
I I
I
D
5450
I I
I I I I I I
Beperkt beschikbaar vloeroppervlak
Stuurhut 32,7 m2 h=2,01 m
VZ
Voorzijde schip
AZ
Achterzijde schip
cr>
o co o
I I I I I I I
OnA r~
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
OPA Cauberg-Huygen
Naam schip
I I
Opname datum
I 4 november 2014
Schiptype
Stuurhut gelegen aan de voorzijde van het schip op topdek
Personenschip Virgina (Trans river lines)
Teken datum
14 november 2014
Tekenaar
L. Ottenheijm
Schaal (A3)
1 :50
Bladnummer
3/4
r. . ---r--1
AZ
Legenda
VZ ,-
-
_.-
-
-
-
-
_._.-
-
-
-
-
-+
_._.-
Upper en Top dek
Machinekamer klein
Overloop
Woonkamer/keuken (Mess room)
Bem slpk 1
Sipk kapitein
o o o
Machinekamer
Bem slpk 5
Hal
Bem slpk 6
C\J
Trapgat
_
Vast object
I I I I
I
I I I I I
I
VZ
Voorzijde schip
I
AZ
Achterzijde schip
I
D
Beperkt beschikbaar vloeroppervlak
I
-
J
Scheiding tussen slaapkamer 4/5 en machinekamer: -Betimmering -staal -Isolatie
Doorsnede A-A'
Machinekamer klein
Overloop
Washok
Bem slpk 2
I
-·1I I I
Upper en Top dek
o r-,
~
Bem slpk 3
Kamer 222
Kamer 2221
....
0)
o o o
Bem slpk 4
Machinekamer
Keuken
C\J
-
Doorsnede 8-8'
Scheiding tussen slaapkamer 4/5 en machinekamer: -Betimmering -staal -Isolatie
I I
OnA r~
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
OPA Cauberg-Huygen
I
I
Schiptype
Personenschip
I
Naam schip
Virgina (Trans river lines)
Opname datum
4 november 2014
Teken datum
14 november 2014
Tekenaar
L. Ottenheijm
Schaal (A3)
I 1:50
Bladnummer
I 4/4
r. . ---r--1
nA I CAUBERG-HUYGEN Dr-#IIl RAADGEVENDE
Tekeningen Viator
INGENIEURS
r: · ~
VZ
B
Legenda
A
Trapgat
Vast object
330( r
I
I\)
Stuurlhut 6,6 m h= 1,84m
2540
2500
o o o
D
Beperkt beschikbaar vloeroppervlak
VZ
Voorzijde schip
AZ
Achterzijde schip
Badkamer personeel
Washok personeel
kapitein 22,0 m2
personeel
co
~
h= 2,01 m
9,4m2
cr>
o
h= 2,07m
Woonkamer personeel
I
1I R"r1J.-"
or
5,0 m2
Slaapkamer kapitein
15,4 m2 1
h= 2,09m
1800
AZ
3000
1
1
1200
h= 2,06m
I
'I\)
I\)
8
0 0
~
~
1
2000
OnA r~
4280
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
OPA Cauberg-Huygen Schiptype A'
A
Woon en slaapvertrekken
Stuurhut
I
Motorvrachtschip
Naam schip
Viator
Opname datum
22 september 2014
Teken datum
29 september 2014
Tekenaar
L. Ottenheijm
Schaal (A3)
1:50
Bladnummer
I 1/3
r. . ---r--1
Legenda
VZ
7777.l
Trapgat rz««A
:l<
A<
B
A
B~
A~
1800
W
Vast object
D I\)
0 0 0
Machine amer 19,1 m2
I\)
0 0 0
h= 2,37r
7300
I
I
I
I
I
I
I
h = J,24m
I
I
I
I
I~co
Beperkt beschikbaar vloeroppervlak
VZ
Voorzijde schip
AZ
Achterzijde schip
, Machine kjmer 58m2
I
0
co
I
I
I
I
I
I
I
I
I
~
<0 0
/
h = 4,7Jm
1
h=2!,11m
/ / / 10
~450 I
/ /
! I / I
2215
2215
3000
AZ
OnA r~
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
OPA Cauberg-Huygen /'
':--. B'
<
A'
Machinekamer (woonvertrekniveau)
B'
A'
Machinekamer(onder woning)
Schiptype
I
Motorvrachtschip
Naam schip
Viator
Opname datum
22 september 2014
Teken datum
29 september 2014
Tekenaar
L. Ottenheijm
Schaal (A3)
1:50
Bladnummer
I 2/3
r. . ---r--1
AZ
VZ
Legenda ~
Trapgat
.....
Stuurhut
co ~
o
Vast object
D o LO o
Woon/slaapvertrekken
Machinekamer
Beperkt beschikbaar vloeroppervlak
VZ
Voorzijde schip
AZ
Achterzijde schip
C\J
Vrachtruim
o
Machinekamer
""'" C\J C\J
Doorsnede A-A' .....
Stuurhut
co ~
o
I\)
o LO o
W -....J
Woon/slaapvertrekken
Machinekamer
o
C\J
Vrachtruim
o
""'" C\J C\J
Machinekamer
OnA r~
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
OPA Cauberg-Huygen Schiptype
Doorsnede 8-8'
I
Motorvrachtschip
Naam schip
Viator
Opname datum
22 september 2014
Teken datum
29 september 2014
Tekenaar
L. Ottenheijm
Schaal (A3)
1:50
Bladnummer
I 3/3
r. . ---r--1
nA I CAUBERG-HUYGEN Dr-#IIl RAADGEVENDE
Tekeningen Westropa
INGENIEURS
r: · ~
Legenda
VZ
al D D
[>A
t>A
Trapgat
Vast object
Beperkt beschikbaar vloeroppervlak
2660
,----
I
r
I Stuurhut vloer oppervlakte I h= 1,81
0 r-, r-,
0 <0
T"""
C\J C\J
l =4, m2
I
otL..~
-
-
-
-
AZ
Achterzijde schip
-
J
-
Voorzijde schip
4790
I
L_
0)
I I
VZ
...... <0
Badkamer
0)
0
I
~
-....J 0 0
Woonkamer 15,9 m2
Machine kamer 21 m2
~ ~ ~
h= 1,84
0 I\)
-....J
~
h= 1,86
0
-(Jl
Sipk 1 3,06m2 h= 1,86
I
I
(Jl
SIpk2 3,06m2 h= 1,86
1350
700 700 I
I
2050 I
0)
-....J 0
...... ...... I\)
0
I
......
_0
-
1350 I
I
: 050 I
I
~,
~,
OPA ICAUBERG-HUYGEN CH RAADGEVENDE
AZ
Woon, slaapvertrekken en stuurhut
INGENIEURS
OPA Cauberg-Huygen
Machinekamer
Schiptype
Spits
Naam schip
Westropa
Opname datum
10 november 2014
Teken datum
5 december 2014
Tekenaar
L. Ottenheijm
Schaal (A3)
1:50
Bladnummer
1/2
AZ
VZ
r<0 (Jl
0 ....
....
I
1
CO
I
êl
;1
~
Trapgat
D
Vast object
D
Beperkt beschikbaar vloeroppervlak
0
Stuurhut
l
Legenda
Woonkamer
Slaapkamer 2
I
I~ cr> 0
I
VZ
Voorzijde schip
AZ
Achterzijde schip
i ! !
I I
Machine kamer
~..... co ~ 0
l
Doorsnede A-A'
OnA r~
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
OPA Cauberg-Huygen Schiptype
I
Spits
Naam schip
Westropa
Opname datum
10 november 2014
Teken datum
5 december 2014
Tekenaar
L. Ottenheijm
Schaal (A3)
1:50
Bladnummer
I 2/2
r. . ---r--1
OPA Bijlage 11
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
Ingevulde vragenlijsten
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
r. . ---r--1
schepen
20140720-06 31-03-2015 e. Ostendorf
DDA r~
Vragenlijst
Melvin
I CAUBERG-HUYGEN r. · RAADGEVENDE
INGENIEURS
~
Schip Naam:Melvin Bouwjaar: 1961 Lengte [m]:67 Tonnage [ton]:855
Voortstuwing Hoofdmotor Fabrikant:Caterpilla
r
Type:3508Bdita Bouwjaar:1998 Aantal:1 Maximaal vermogen [kW]:755 Maximaal toerental
[tpm]:1800
Op hoeveel procent van uw totaal geïnstalleerd Bij welk toerental van de hoofdmotor
Hulpmotor(en)
vermogen vaart u gemiddeld [kW]?
is dit? [tpm] 1400 max
Staan in de midden en voorop dus niet in de Machine kamer achter
Fabrikant: Hatz en Deutz Daf Type:2M40H Bouwjaar:1990
en 31 en daf 1160 boegschroef -2008 en 1990
Aantal:3 Maximaal vermogen [kW]: 15 en 17 Maximaal toerental
* = schrappen
[tpm]:1500
wat niet past
Pagina 1
Keerkoppeling (indien aanwezig) Fabrikant:ZF Type:BW 251 Bouwjaar:1998 Reductieverhouding:4.13f1
Schroef Fabrikant:lips Type:HR Aantal bladen:4 Diameter [m]:149 Straalbuis aanwezig?
ja *
Akoestische maatregelen Staat uw hoofdmotor flexibel opgesteld?
nee*
Zo ja, is de motorfundatie
ja
extra verstijfd?
Is de hoofdmotor om kast?
nee*
Zijn de leidingen flexibel opgehangen?
ja
Staat de hulpmotor flexibel opgesteld?
ja
Zo ja, is de hulpmotorfundatie Is de hulpmotor omkast?
extra verstijfd?
nee*
nee*
Zijn de leidingen flexibel opgehangen?
nee*
Is een flexibele askoppeling voorzien tussen motor en keerkoppeling? Is de keerkoppeling flexibel opgesteld?
*
= schrappen
wat niet past
ja
nee*
Pagina 2
Wordt een stil schroef ontwerp toegepast?
Zijn in de accommodaties
?
zwevende vloeren toegepast?
nee*
Zo ja, in welke accommodaties? Zijn in de accommodaties
de wanden en plafonds ontkoppeld
van de scheepsconstructie?
nee*
Zo ja, in welke accommodaties? Is uw schip voorzien van een zwevende dekopbouw?
nee*
Zijn eventueel nog overige akoestische maatregelen toegepast?
nee*
Zo ja, welke?
Gebruik Wat is uw functie op het schip? Schipper/Eigenaar
Hoeveel uur wordt er gemiddeld met het schip gevaren per 24 uur?14
Wordt er gelijktijdig
door iemand gevaren en door anderen geslapen op het schip? Bijna nooit
Hoeveel uur verblijft
u gemiddeld
per 24 uur in de woonkamer
Hoeveel uur verblijft
u gemiddeld
per 24 uur in uw slaapkamer 8
Hoeveel uur verblijft
u gemiddeld
per 24 uur in de stuurhut van uw schip?14
Hoeveel uur verblijft
u gemiddeld
per 24 uur in de machinekamer
*
= schrappen
wat niet past
van uw schip?6
van uw schip? Nooit tijdens varen
Pagina 3
DDA r~
Vragenlijst
Bobo
I CAUBERG-HUYGEN r. · RAADGEVENDE
INGENIEURS
~
Sleep/duwboot Naam: Bobo Bouwjaar: 1956 Lengte
lml:
16,85
Tonnage [ton]: 64
Voortstuwing Hoofdmotor Fabrikant: Volvo Penta Type: TAMD 162 A Bouwjaar: 1997 Aantal: 1 Maximaal vermogen [kW]: 360 Maximaal toerental
[tpm]: 1900
Op hoeveel procent van uw totaal geïnstalleerd Bij welk toerental van de hoofdmotor
vermogen vaart u gemiddeld [kW]? 200/300 ?
is dit? [tpm] 1400/1600
Hulpmotor(en) Fabrikant: Lister /Petter Type: Bouwjaar: 1997 Aantal: 1 Maximaal vermogen [kW]: 10 Maximaal toerental
* = schrappen
[tpm]: 2500
wat niet past
Pagina 1
Keerkoppeling (indien aanwezig) Fabrikant:Twin
Disk
Type: MG 516 Bouwjaar: 1997 Reductieverhouding:
4,52:1
Schroef Fabrikant: ? Type: cunial Aantal bladen: 4 Diameter
lml.
1.40
Straalbuis aanwezig?
nee*
Akoestische maatregelen Staat uw hoofdmotor
flexibel opgesteld?
Zo ja, is de motorfundatie Is de hoofdmotor
nee*
extra verstijfd?
om kast?
nee*
nee*
Zijn de leidingen flexibel opgehangen?
nee*
Staat de hulpmotor
ja
flexibel opgesteld?
Zo ja, is de hulpmotorfundatie Is de hulpmotor
omkast?
extra verstijfd?
nee*
nee*
Zijn de leidingen flexibel opgehangen?
nee*
Is een flexibele askoppeling voorzien tussen motor en keerkoppeling? Is de keerkoppeling
*
= schrappen
flexibel opgesteld?
wat niet past
ja
nee*
Pagina 2
Wordt een stil schroef ontwerp toegepast?
Zijn in de accommodaties
nee*
zwevende vloeren toegepast?
nee*
Zo ja, in welke accommodaties? Zijn in de accommodaties
de wanden en plafonds ontkoppeld
van de scheepsconstructie?
nee*
Zo ja, in welke accommodaties? Is uw schip voorzien van een zwevende dekopbouw?
nee*
Zijn eventueel nog overige akoestische maatregelen toegepast?
nee*
Zo ja, welke?
Gebruik Wat is uw functie op het schip? Kapitein/eigenaar.
Hoeveel uur wordt er gemiddeld met het schip gevaren per 24 uur? Op jaarbasis werk ik ca 1000 uur met de boot. Sleep, duwen woonkamer
stand by werkzaamheden.
bereid ik de maaltijden
We varen in Al dus max 14 uur p/d. In de
en tijdens de vaart en het stilliggen breng ik de meeste tijd in de
stuurhut door. De verplichte 8 uur rusttijd lig ik graag op mijn bed.
Wordt er gelijktijdig
door iemand gevaren en door anderen geslapen op het schip? neen
Hoeveel uur verblijft
u gemiddeld
per 24 uur in de woonkamer
Hoeveel uur verblijft
u gemiddeld
per 24 uur in uw slaapkamer?
Hoeveel uur verblijft
u gemiddeld
per 24 uur in de stuurhut van uw schip?
Hoeveel uur verblijft
u gemiddeld
per 24 uur in de machinekamer
*
= schrappen
wat niet past
van uw schip?
van uw schip? Pagina 3
* = schrappen
wat niet past
Pagina 4
DDA r~
Vragenlijst
Kreeft
I CAUBERG-HUYGEN r. · RAADGEVENDE
INGENIEURS
~
Schip Naam:kreeft Bouwjaar: 1984 Lengte [m]:52 mtr Tonnage [ton] :452,930
Voortstuwing
Hoofdmotor Fabrikant:Caterpillar Type:3408 Bouwjaar:1984 Aantal:1 Maximaal vermogen [kW]:290 Maximaal toerental [tpm]:1800 Op hoeveel procent van uw totaal geïnstalleerd vermogen vaart u gemiddeld [kW]? 290 KW/100% Bij welk toerental van de hoofdmotor is dit? [tpm] 1800
Hulpmotor(en) Fabrikant:1:Volvo 2:Cummins 3:Perkins Type:1:D13B-E MH 2:4BT3.9G4 3:1103C-33G Bouwjaar:1: 2012 2:2012 3:2012 Aantal:l:lst
2:1 st 3:1 st
Maximaal vermogen [kW]:1:404 KW 2:58 KW 3:31 KW Maximaal toerental [tpm]:l: 1800 2: 1500 3: 1500
* = schrappen wat niet past
Pagina 1
Keerkoppeling
(indien aanwezig)
Fabrikant: Reintjes Type:WAF 360 Bouwjaar:1984 Reductieverhouding: 4,418:1
Schroef
Fabrikant:? Type:rechts draaiend shroefas 125 op loopvlak LT 6200 Aantal bladen:4 Diameter [m]:1200 Straalbuis aanwezig?
nee*
Akoestische maatregelen
Staat uw hoofdmotor flexibel opgesteld?
nee*
Zo ja, is de motorfundatie extra verstijfd?
ja/nee*
Is de hoofdmotor omkast?
nee*
Zijn de leidingen flexibel opgehangen?
nee*
Staat de hulpmotor flexibel opgesteld?
nee*
Zo ja, is de hulpmotorfundatie Is de hulpmotor omkast?
extra verstijfd?
ja
nee*
Zijn de leidingen flexibel opgehangen?
ja
Is een flexibele askoppeling voorzien tussen motor en keerkoppeling? Is de keerkoppeling flexibel opgesteld?
* = schrappen wat niet past
ja
nee*
Pagina 2
Wordt een stil schroef ontwerp toegepast?
nee*
Zijn in de accommodaties zwevende vloeren toegepast?
nee*
Zo ja, in welke accommodaties? Zijn in de accommodaties de wanden en plafonds ontkoppeld van de scheepsconstructie?
nee*
Zo ja, in welke accommodaties? Is uw schip voorzien van een zwevende dekopbouw?
nee*
Zijn eventueel nog overige akoestische maatregelen toegepast?
nee*
Zo ja, welke?
Gebruik
Wat is uw functie op het schip? schipper
Hoeveel uur wordt er gemiddeld met het schip gevaren per 24 uur?
2 uur
Wordt er gelijktijdig door iemand gevaren en door anderen geslapen op het schip? nee
Hoeveel uur verblijft u gemiddeld per 24 uur in de woonkamer van uw schip? 4 uur
Hoeveel uur verblijft u gemiddeld per 24 uur in uw slaapkamer? 8 uur
Hoeveel uur verblijft u gemiddeld per 24 uur in de stuurhut van uw schip? 8 uur
Hoeveel uur verblijft u gemiddeld per 24 uur in de machinekamer van uw schip? 1 uur
* = schrappen
wat niet past
Pagina 3
DDA r~
Vragenlijst
Virginia
I CAUBERG-HUYGEN r. · RAADGEVENDE
INGENIEURS
~
Naam:
Virginia
Bouwjaar:
1965
Lengte
lml.
67 mter
Tonnage [ton]: 650 m3
Voortstuwing Hoofdmotor
2 x Deutz
Fabrikant:
Deutz
Type:
BAM 8/816
Bouwjaar:
1981
Aantal:
2
Maximaal vermogen [kW]: 374 Maximaal toerental
[tpm]: 1800
Op hoeveel procent van uw totaal geïnstalleerd Bij welk toerental van de hoofdmotor
Hulpmotor
vermogen vaart u gemiddeld [kW]?
is dit? [tpm]
80 %
1
Fabrikant:
Deutz
Type:
BF 6M 1013 E ( kast)
Bouwjaar:
1998
Aantal:
1
Maximaal vermogen [kW]: 100 Maximaal toerental Hulpmotor
[tpm]: 1500
2
* = schrappen
wat niet past
Pagina 1
Fabrikant:
Deutz EC
Type:
1013
Bouwjaar:
2000
Aantal:
1
Maximaal vermogen [kW]: 130 Maximaal toerental
Hulpmotor
[tpm]: 1500
3
Fabrikant:
Deutz
Type:
BF6M 1015 C
Bouwjaar:
2002
Aantal:
1
Maximaal vermogen [kW]: Maximaal toerental
[tpm]: 1500
Keerkoppeling (indien aanwezig) BB Fabrikant:
Reintjes
Type:
1 x WAF 340
Bouwjaar:
2000
Reductieverhouding:
4:1
Keerkoppeling (indien aanwezig) Fabrikant:
Reintjes SB
Type:
1 x WAF 340 en 1 x
Bouwjaar: 2000 Reductieverhouding:
* = schrappen
3,5:1
wat niet past
Pagina 2
Schroef Fabrikant: Ostermann Type: 2 x CU 1 Aantal bladen: 5 Diameter
lml:
1150 mm
Straalbuis aanwezig?
nee
Akoestische maatregelen Staat uw hoofdmotor
flexibel opgesteld?
Zo ja, is de motorfundatie Is de hoofdmotor
ja
extra verstijfd?
om kast?
Onbekend
nee
Zijn de leidingen flexibel opgehangen?
ja
Staat de hulpmotor
jnee
flexibel opgesteld?
Zo ja, is de hulpmotorfundatie Is de hulpmotor
omkast?
extra verstijfd?
jnee
lx ja 2 keer 2
Zijn de leidingen flexibel opgehangen?
ja
Is een flexibele askoppeling voorzien tussen motor en keerkoppeling? Is de keerkoppeling
flexibel opgesteld?
nee
Wordt een stil schroef ontwerp toegepast?
Zijn in de accommodaties
ja
nee
zwevende vloeren toegepast?
nee
Zo ja, in welke accommodaties?
* = schrappen
wat niet past
Pagina 3
Zijn in de accommodaties
de wanden en plafonds ontkoppeld
van de scheepsconstructie?
nee
Zo ja, in welke accommodaties? Is uw schip voorzien van een zwevende dekopbouw?
nee
Zijn eventueel nog overige akoestische maatregelen toegepast?
nee
Zo ja, welke?
Gebruik Wat is uw functie op het schip? Passagiersschip Rijnvaart
Hoeveel uur wordt er gemiddeld met het schip gevaren per 24 uur? 8 uur
Wordt er gelijktijdig
door iemand gevaren en door anderen geslapen op het schip? Soms
Hoeveel uur verblijft
u gemiddeld
per 24 uur in de woonkamer
Hoeveel uur verblijft
u gemiddeld
per 24 uur in uw slaapkamer? 8
Hoeveel uur verblijft
u gemiddeld
per 24 uur in de stuurhut van uw schip? 8
Hoeveel uur verblijft
u gemiddeld
per 24 uur in de machinekamer
* = schrappen
wat niet past
van uw schip? 8
van uw schip? 2
Pagina 4
DDA r~
Vragenlijst
Viator
I CAUBERG-HUYGEN r. · RAADGEVENDE
INGENIEURS
~
Schip Naam:
Viator
Bouwjaar:
1971
Lengte
lml.
84,92
Tonnage [ton]:
1575
Voortstuwing Hoofdmotor Fabrikant:
Caterpillar
Type:
3508 DITA
Bouwjaar:
1997
Aantal:
1
Maximaal vermogen [kW]:
675
Maximaal toerental [tpm]:
1600
Op hoeveel procent van uw totaal geïnstalleerd
vermogen vaart u gemiddeld [kW]?
Bij welk toerental van de hoofdmotor is dit? [tpm]
350
1200
Hulpmotor(en) Fabrikant:
Hatz
Type:
4L41C en 2M41
Bouwjaar:
2009 en 2007
Aantal:
3
Maximaal vermogen [kW]:
30
Maximaal toerental [tpm]:
1500
* = schrappen
wat niet past
Pagina 1
Keerkoppeling (indien aanwezig) Fabrikant:
Mousson
Type:
RSD 571
Bouwjaar:
1998
Reductieverhouding:
4,667
Schroef Fabrikant: Type:
4
Aantal bladen: Diameter
lml.
1,50
Straalbuis aanwezig?
ja/nee"
Ja
Akoestische maatregelen Staat uw hoofdmotor
flexibel opgesteld?
Zo ja, is de motorfundatie Is de hoofdmotor
extra verstijfd?
ja/nee" ja/nee"
ja/nee"
om kast?
Ja
Nee
Zijn de leidingen flexibel opgehangen?
ja/nee"
Nee
Staat de hulpmotor
ja/nee"
Ja
flexibel opgesteld?
Zo ja, is de hulpmotorfundatie Is de hulpmotor
omkast?
extra verstijfd?
ja/nee"
Zijn de leidingen flexibel opgehangen?
ja/nee" Ja (Gedeeltelijk)
ja/nee"
Nee
Is een flexibele askoppeling voorzien tussen motor en keerkoppeling? Is de keerkoppeling
* = schrappen
flexibel opgesteld?
wat niet past
ja/nee"
ja/nee"
Nee
Nee
Pagina 2
Wordt een stil schroef ontwerp toegepast?
Zijn in de accommodaties
ja/nee"
zwevende vloeren toegepast?
ja/nee"
Nee
Zo ja, in welke accommodaties? Zijn in de accommodaties
de wanden en plafonds ontkoppeld
van de scheepsconstructie?
ja/nee"
Zo ja, in welke accommodaties? Is uw schip voorzien van een zwevende dekopbouw?
ja/nee"
Nee
Zijn eventueel nog overige akoestische maatregelen toegepast?
ja/nee"
Nee
Zo ja, welke?
Gebruik Wat is uw functie op het schip?
Schipper /Eigenaar
Hoeveel uur wordt er gemiddeld met het schip gevaren per 24 uur?
12
Wordt er gelijktijdig
Nee
door iemand gevaren en door anderen geslapen op het schip?
u gemiddeld
per 24 uur in de woonkamer
Hoeveel uur verblijft
u gemiddeld
per 24 uur in uw slaapkamer?
6
Hoeveel uur verblijft
u gemiddeld
per 24 uur in de stuurhut van uw schip?
10
Hoeveel uur verblijft
u gemiddeld
per 24 uur in de machinekamer
1
* = schrappen
wat niet past
van uw schip?
4
Hoeveel uur verblijft
van uw schip?
Pagina 3
DDA r~
Vragenlijst Westropa
I CAUBERG-HUYGEN r. · RAADGEVENDE
INGENIEURS
~
Naam:Westropa Bouwjaar: 1960 Lengte [m]:39 Tonnage [ton]:362
Voortstuwing Hoofdmotor Fabrikant:Gardner Type:8L3B Bouwjaar:1972 Aantal:1 Maximaal vermogen [kW]:169 Maximaal toerental
[tpm]:1150
Op hoeveel procent van uw totaal geïnstalleerd
vermogen vaart u gemiddeld [kW]?
Als we er vanuit gaan dat geleverd vermogen lineair afneemt met het toerental
(Met het afgenomen
vermogen van de schroef niet zo.) Dan is 118KW gemiddeld.
Denk ik.
Bij welk toerental van de hoofdmotor
is dit? [tpm]
800rpm Hulpmotor(en) Fabrikant: Hatz Type:3M40
en 2M40
Bouwjaar: 2003 en 2001 Aantal: 2 Maximaal vermogen [kW]: 25KVA en 17KVA Maximaal toerental
* = schrappen
[tpm]: 1500
wat niet past
Pagina 1
Keerkoppeling (indien aanwezig) Fabrikant: Gardner Type: Bouwjaar: 1972 Reductieverhouding:
1:2,99
Schroef Fabrikant: Ostermann Type: cunial Aantal bladen: 3 Diameter
lml:
1,05
Straalbuis aanwezig?
nee
Akoestische maatregelen Staat uw hoofdmotor
flexibel opgesteld?
Zo ja, is de motorfundatie Is de hoofdmotor
nee
extra verstijfd?
om kast?
nee
Zijn de leidingen flexibel opgehangen?
nee
Staat de hulpmotor
ja
flexibel opgesteld?
Zo ja, is de hulpmotorfundatie Is de hulpmotor
omkast?
extra verstijfd?
nee
Zijn de leidingen flexibel opgehangen?
* = schrappen
ja
wat niet past
nee
Pagina 2
Is een flexibele askoppeling voorzien tussen motor en keerkoppeling? Is de keerkoppeling
flexibel opgesteld?
nee
Wordt een stil schroef ontwerp toegepast?
Zijn in de accommodaties
nee
nee
zwevende vloeren toegepast?
nee
Zo ja, in welke accommodaties? Zijn in de accommodaties
de wanden en plafonds ontkoppeld
van de scheepsconstructie?
nee
Zo ja, in welke accommodaties? Is uw schip voorzien van een zwevende dekopbouw?
nee
Zijn eventueel nog overige akoestische maatregelen toegepast?
nee
Zo ja, welke?
Gebruik Wat is uw functie op het schip? Schipper eigenaar Hoeveel uur wordt er gemiddeld met het schip gevaren per 24 uur? 2600 uur per jaar. Gemiddeld over het jaar 8 uur per dag. Wordt er gelijktijdig
door iemand gevaren en door anderen geslapen op het schip?
soms Hoeveel uur verblijft
u gemiddeld
per 24 uur in de woonkamer
van uw schip?
u gemiddeld
per 24 uur in uw slaapkamer?
u gemiddeld
per 24 uur in de stuurhut van uw schip?
u gemiddeld
per 24 uur in de machinekamer
7,75 Hoeveel uur verblijft
8 Hoeveel uur verblijft
8 Hoeveel uur verblijft
* = schrappen
wat niet past
van uw schip? Pagina 3
0,25
* = schrappen
wat niet past
Pagina 4
OPA Bijlage 111
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Resultaten geluidmetingen
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31-03-2015 e. Ostendorf
DnA r~
Meetresultaten
Melvin
I CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r: · ~
Overzicht meetgegevens Project:
20140720
Schip: Type:
Melvin Dortmunder 20-10-2014
Datum: Uitvoering: Organisatie:
en beoordeling
nA Dr-,""
I
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
NGE/LOT DPA-CH
Gemeten geluidniveaus LAeq [dB(A)] verschillende motorvermogens Machinekamer Situatie 95% MCR -> 62 % MCR id plaats
Stuurhut
Woonkamer
ruimte roerganger ruimte NIET MOGELIJK 51 file 50 LAeq 106 67,3
Slaapkamer 1 Slaapkamer 1 Slaapkamer 2 Slaapkamer 2 kussen
49 75,4
ruimte 46 78,8
kussen 45 78
ruimte 48 78,6
47 76,8
85% MCR file
43
42
41
38
37
40
39
LAeq
109,1
67,8
78,8
80,2
80,2
79,4
78,7
file LAeq
35 103,9
36 64,4
34 73,3
31 78,1
30 75,8
33 77,1
32 74,3
55% MCR
25% MCR file
28
27
26
23
22
25
24
LAeq
99,6
58
66,2
71,2
69,7
68,8
67,2
file LAeq
20
21
19
16
15
18
17
98,8
55,2
65,4
67,7
66,7
65,2
64,9
5%MCR
Beoordeling geluidniveaus LAeq [dB(A)] Machinekamer Situatie 95% MCR -> 62 % MCR id plaats 85% MCR
Stuurhut roerganger
ruimte -4
Woonkamer
Slaapkamer 1 Slaapkamer 1 Slaapkamer 2 Slaapkamer 2
ruimte
kussen
-0,9
-2,7 -2,2
-6,1 -10,4
-5,6 -12
8,8 3,3 -3,8
Toetsing
-11,2 110
-14,8 70
-4,6 70
grootste verschil
-0,9
-2,2
8,8
55% MCR 25% MCR 5%MCR
5,4
ruimte
kussen
ruimte
18,8 20,2
18 20,2
18,6
18,1 11,2
15,8
19,4 17,1
7,7
9,7 6,7
8,8 5,2
60 20,2
60 20,2
60 19,4
16,8 18,7 14,3 7,2 4,9 60 18,7
r: ·
......-t
Schip:
Gemeten
DnA r-"""
Melvin geluidniveaus
I
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
LAeq [dB(A)] bijdrage motor
Situatie
Machinekamer
Stuurhut
Woonkamer
Slaapkamer
ruimte
roerganger
ruimte
kussen
1
Slaapkamer
1
ruimte
Slaapkamer
2
kussen
Slaapkamer
2
ruimte
Achtergrond (motor uit - stroomaggregaat aan) file LAeq
7 57
6 41,4
5 33
2 35,2
1 33,6
4 32,1
3 33,8
13 67
14
11
12
63,6
60,9
62
Motor stationair (niet varen) file
8 10 9 96,7 52,6 62,5 NIET MOGELIJK (kan niet loskoppelen) -file ---LAeq ----LAeq
Motor 85% (niet varen)
Gemeten
geluidniveau
--
--
--
--
--
--
LAeq
file
LAeq [dB(A)] uitlaat schoorsteen
Situatie
Diameter
Afstand
schoorsteen
(> 1,5 0)
Hbr
Hmic
25% MCR
0,35
0,525
1,77
1,8
75,3
29
85% MCR
0,35
0,525
1,77
1,8
88,1
44
r: ·
......-t
Bepaling en beoordeling MeR-mix
nA I CAUBERG-HUYGEN Dr',"" RAADGEVENDE
Project:
20140720
Schip:
Melvin
Type:
Dortmunder
Datum:
20-10-2014
Uitvoering:
NGE / LOT
Organisatie:
OPA-eH
Situatie
Toetsing Overschrijding
INGENIEURS
r: · ~
Machinekamer
Stuurhut
Woonkamer
Slaapkamer 1
Slaapkamer 1
Slaapkamer 2
Slaapkamer 2
ruimte
roerganger
ruimte
kussen
ruimte
kussen
ruimte
103,5 110 -6,5
62,5 70 -7,5
72,5 70 2,5
75,6 60 15,6
74,5 60 14,5
74,4 60 14,4
72,9 60 12,9
Meetgegevens spectraal
I CAUBERG-HUYGEN DnA r'''''RAADGEVENDE
Project:
20140720
Schip:
Melvin
Type:
Dortmunder
Datum:
20-10-2014
Uitvoering:
NGE/LOT
Organisatie:
DPA-CH
INGENIEURS
r: · ~
Gemeten geluid niveaus LAeq [dB(A)) bij 85% MeR Situatie
Machinekamer
Stuurhut
Woonkamer
Slaapkamer 1 Slaapkamer 1
Slaapkamer 2
Slaapkamer 2
ruimte
roerganger
ruimte
kussen
kussen
ruimte
ruimte
85% MCR
Machinekamer ruimte 120 100
;x
80
ar ~
60
cO) ct
40
-'
20 0 "v~
Frequentie [Hz]
file
43
42
41
38
37
40
39
LAeq
109,1
67,8
78,8
80,2
80,2
79,4
78,7
I CAUBERG-HUYGEN DnA r-""-
Melvin
Schip:
RAADGEVENDE
Woonkamer ruimte
Stuurhut roerganger 80 70 60 ~ 50 40 g 30 20 10 0
80 70 60 ~
50 40 g 30 20 10 0
!
cc
~
.s
.s
{'
",<'
Frequentie [Hz]
Frequentie [Hz]
Slaapkamer 1 kussen
Slaapkamer 1 ruimte 80 70 60
80 70 60 ~
~
50
50
! 40
! 40
g 30 20 10 0
g 30 20 10 0
.s
.s
{'
",<' Frequentie [Hz]
Frequentie [Hz]
INGENIEURS
r. · ~
DnA r-""'-
Melvin
Schip:
Slaapkamer 2 ruimte 80 70 60 ;X 50
!
g 30 j 20 10 0
{J
",<-' Frequentie [Hz]
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
~
Slaapkamer 2 kussen 80 70 60 ~ 50 40 g 30 j 20 10 0
! 40
I
Frequentie [Hz]
INGENIEURS
Overzicht meetpositities Project:
20140720
DnA r~
Schip:
Melvin
Type:
Dortmunder
Datum:
41932
Uitvoering:
NGEjLOT
Organisatie:
OPA-eH
Woon en slaapvertrekken
Woonkamer 18.7m2
•
I
5-10-19-26-34-41-49
I
w
N (J1
0
h= 2.07m
-
-..
0>
~ 0
0
0
~ <5
Ingang Machinekamer
Machineka
~er
~
-..
CD
Keuken 9.6m2
0
h= 2,07m
N
m
Badkamer
<5 -..
0
0
I
\ 2-11-16-23-31-38-46
akamer1 m2 n= 2,04m
I
1-14-15-22-30-37-45
I3760
I
Slaapkamer 2
I
5.8m. h= 2'04m
• I
I
3-12-17-24-32-39-47
I
I <:>
4-11-18-25-33-40-48 1960
<:>
I
I
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
~
INGENIEURS
DA I CAUBERG-HUYGEN Dr''''-
Machinekamer
Schip:
RAADGEVENDE
Melvin
A< 7200 2700
1800
2700
h - 4,720
N
co o
o
1(1'1 (..)
co o
Machinek mer 24'4112 h-1.89m
6500
A'
7-8- 20- 28-35-43-51
I
INGENIEURS
r. · ~
nA Dr""-
Stuurhut Schip:
Melvin
3850
Stuurhut 10,24 m h= 1.98n
N •
I
0>
6-9-21-27-36-42-50
1 <
A
I
I
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
~
INGENIEURS
DDA r-"'" Bepaling bronvermogen Projectnummer:
20140720
Schip:
Melvin
Bronnummer:
I
I
Bronnaam:
Bronhoogte
1,77 m
Meethoogte
1,8 m
Methode
11.2
r
schoorsteen
85%
0,525 m
halve bol
Frequentie
Lp Correcties
Meetafstand:
Uitlaat
voor reflecties
[Hz]
31,5
63
125
250
500
1000
2000
4000
8000
Totaal
[dB(A))
68,1
72,7
76,0
77,1
79,2
83,7
81,1
78,0
70,5
88,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
[dB)
Dgoo
[dB)
5,4
5,4
5,4
5,4
5,4
5,4
5,4
5,4
5,4
aluR
[dB)
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Halve bol correctie
[dB)
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
[dB(A)]
71,5
76,1
79,4
80,5
82,6
87,1
84,5
81,4
73,9
91,4
Bronnummer:
I
Bronnaam:
Bronhoogte
1,77 m
Meethoogte
1,8 m
Methode
11.2
Frequentie
Lp Correcties
voor reflecties
Meetafstand:
r
Uitlaat
schoorsteen
25%
0,525 m
halve bol [Hz]
31,5
63
125
250
500
1000
2000
4000
8000
Totaal
[dB(A))
55,9
58,7
57,5
62,0
65,7
72,3
69,1
62,9
55,8
75,4
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
[dB]
Dgoo
[dB)
5,4
5,4
5,4
5,4
5,4
5,4
5,4
5,4
5,4
a1uR
[dB)
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Halve bol correctie
[dB)
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
[dB(A)]
59,3
62,1
60,9
65,4
69,1
75,7
72,5
66,3
59,2
78,8
I
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
....,...,
INGENIEURS
DnA r~
Meetresultaten
Bobo
I CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r: · ~
Overzicht meetgegevens
en beoordeling
nA I CAUBERG-HUYGEN Dr-""'RAADGEVENDE
Project:
20140720
Schip: Type:
Bobo Duwboot 24-10-2014
Datum: Uitvoering: Organisatie:
INGENIEURS
r: · ~
LOT/DHA DPA-CH
Gemeten geluidniveaus LAeq [dB(A)] verschillende motorvermogens Machinekamer Stuurhut Situatie 95% MCR
ruimte file LAeq
roerganger 75 108,7
Woonkamer
Slaapkamer 1 Slaapkamer 1 Slaapkamer 2 Slaapkamer 2 Slaapkamer 3
slaapkamer 3
ruimte
kussen
ruimte
72 68,8
ruimte
67 73,9
69 76,2
kussen
ruimte
68 73
71 75,9
kussen 70 75
74 79,8
73 80,9
85% MCR file
66
63
58
60
59
62
61
65
64
LAeq
108,4
67,2
73,8
74
70,5
75
73,9
79,2
80,2
49 72,4
48 68,8
51 72,1
50 71,1
54 77,6
53 77,6
55% MCR file LAeq 25% MCR
52 55 47 106,2 64,9 72 1190 tt in plaats van 1203 (25%MCR) dit ivm trillingen 46 102,9
43
38
40
39
42
41
45
44
LAeq
file
61,4
67,2
67,7
64,8
67,6
68,8
70,5
73,5
file LAeq
37 96,4
34 56,7
29
31 65,3
30 62,7
33 63,6
32
65,7
64,2
36 71,5
35 72,2
5%MCR
Beoordeling geluidniveaus LAeq [dB(A)] Machinekamer Situatie 95% MCR 85% MCR
ruimte
Stuurhut roerganger
Woonkamer
Slaapkamer 1 Slaapkamer 1 Slaapkamer 2 Slaapkamer 2 Slaapkamer 3
slaapkamer 3
ruimte
kussen
ruimte
-1,3 -1,6
-1,2 -2,8
-3,8 -7,1
-5,1 -8,6
3,8 2 -2,8
Toetsing
-13,6 110
-13,3 70
-4,3 70
grootste verschil
-1,3
-1,2
3,9
55% MCR 25% MCR 5%MCR
3,9
ruimte 16,2 14
kussen 13
15,9 15
kussen 15
19,8 19,2
20,9 20,2
12,1
13,9 11,1
17,6
17,6
5,3
4,8 2,7
7,6 3,6
8,8 4,2
10,5 11,5
13,5 12,2
60 16,2
60 13
60 15,9
60 15
60 19,8
60 20,9
12,4 7,7
10,5 8,8
ruimte
Schip:
nA I CAUBERG-HUYGEN Dr-,",-
Bobo
RAADGEVENDE
Gemeten
geluid niveaus
INGENIEURS
r: · ~
lAeq [dB(A)) bijdrage motor
Situatie
Achtergrond
Machinekamer
Stuurhut
Woonkamer
Slaapkamer
ruimte
roerganger
ruimte
kussen
1
Slaapkamer
1
ruimte
Slaapkamer
2
kussen
Slaapkamer
2
ruimte
Slaapkamer
3
kussen
slaapkamer
3
ruimte
(motor uit) file
Motor stationair
LAeq
10 53,4
7 32,2
2 37,9
31
4
3 35,1
6 27,2
5 30
9 35
8 33,9
file LAeq
19 94,6
16 55,2
11 61,6
13 64
12 61
15 63,7
14 66,4
18 66,7
17 70,1
file
28 103,8
25 64,4
22 72,9
21 69,8
24 72,4
23 71,6
27
71
75,5
26 76,7
(niet varen)
Motor 85% (niet varen) LAeq
Gemeten
geluidniveau
20
lAeq [dB(A)] uitlaat schoorsteen
Situatie
85% MCR 25% MCR
Diameter
Afstand
schoorsteen
(> 0,2 0,2
Hbr
Hmic
lAeq
file
1,5 Dl
0,3 0,3
1,4 1,4
1,5 1,5
104 95,1
57 56
Bepaling en beoordeling Project:
20140720
Schip:
Bobo
Type:
Duwboot
Datum:
24-10-2014
Uitvoering:
LOTjDHA
Organisatie:
OPA-eH
Situatie
Toetsing Overschrijding
MeR-mix
nA Dr~
I CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r: · ~
Machinekamer
Stuurhut
Woonkamer
Slaapkamer 1 Slaapkamer 1
Slaapkamer 2
Slaapkamer 2
Slaapkamer 3
slaapkamer 3
ruimte
roerganger
ruimte
kussen
kussen
ruimte
kussen
ruimte
105,0 110 -5,0
63,6 70 -6,4
70,1 70 0,1
ruimte
70,5 60 10,5
67,2 60 7,2
70,7 60 10,7
70,5 60 10,5
75,0 60 15,0
76,2 60 16,2
Meetgegevens spectraal Project: Schip: Type: Datum: Uitvoering: Organisatie:
DA Dr-,",
I
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
~
INGENIEURS
20140720 Bobo Duwboot 24-10-2014 LOT/DHA DPA-CH
Gemeten geluidniveaus LAeq [dB(A)) bij 85% MeR Machinekamer Stuurhut Woonkamer Slaapkamer 1 Slaapkamer 1 Slaapkamer 2 Slaapkamer 2 Slaapkamer 3 slaapkamer 3 roerganger Situatie ruimte ruimte kussen ruimte kussen ruimte kussen ruimte 85% MCR 61 file 66 63 58 60 59 62 65 64 LAeq 108,4 67,2 73,8 74 70,5 75 73,9 79,2 80,2
Machinekamer ruimte 120 100
<"
"ä:i
80
~
60
cr
40
ClI
j
20 0 {' Frequentie [Hz]
Schip:
DA I CAUBERG-HUYGEN Dr"",
Bobo
RAADGEVENDE
Woonkamer
Stuurhut roerganger 70
80 70 ~ 60 <" 50 iii 40 ~ g- 30 j 20 10 0
60 ::::50
iii 40 "C
'-; 30 cu ....« 20 10 0
{:>
{:> Frequentie
Frequentie
[Hz]
[Hz]
Slaapkamer 1 kussen
Slaapkamer 1 ruimte 70
70 _
ruimte
60 50
_
60 50
iii 40
iii 40
"C
"C
'-; 30
'-; 30
....~
j
cu
20
20 10
10
0
0
{:>
{:> Frequentie
[Hz]
Frequentie
[Hz]
INGENIEURS
r: · ~
Schip:
DA Dr-""'-
Bobo
I
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
~
Slaapkamer 2 kussen
Slaapkamer 2 ruimte 80 70 ~ 60 <" 50 iii 40 ~ g- 30 j 20 10 0
80 70 ~ 60 <" 50 iii 40 ~ g- 30 j 20 10 0
{'
{' Frequentie
Frequentie
[Hz]
[Hz]
Slaapkamer 3 kussen
Slaapkamer 3 ruimte 80 70 60 <" 50 iii 40 ~ g- 30 « ..... 20 10 0
80 70 60 <" 50 iii 40 ~ g- 30 « ..... 20 10 0
{'
{' Frequentie
[Hz]
Frequentie
[Hz]
INGENIEURS
Overzicht meetposities
DA I CAUBERG-HUYGEN Dr"", RAADGEVENDE
Project:
20140720
Schip:
Bobo
Type:
Duwboot
Datum:
24-10-2014
Uitvoering:
LOT/DHA
Organisatie:
OPA-eH
Woon en slaapvertrekken
I 960 I
1700
2000
N
-21-30-39-48-59-68
Woonkamer
h.l 6,8m2
A
: 2-11-20-29-38-47-58-67
,
h= 1,29m
INGENIEURS
r: · ~
DA Dr-,""
Machinekamer
Schip:
Bobo
3430 I 61 0 I
1780
2640 I '1040 I
Machililllliilll.kamer 14,5nW' h=2,53m
h= 1.44m
I
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
~
INGENIEURS
DA Dr-,""
Stuurhut Schip:
Bobo
3020 1220
I
1360
~80 1600 138p
I
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
~
INGENIEURS
DA Dr-"'" Bepaling bronvermogen Projectnummer:
20140720
Schip:
Bobo
I
Bronnummer: Bronhoogte Meethoogte Methode
Bronnaam:
1
1,4 m 1,5 m
11.2
[Hz]
Lp Correcties voor reflecties Dgoo aluR Halve bol correctie
[dB(A)) [dB) [dB) [dB) [dB)
LWR
[dB(A)]
11.2
Frequentie
~
31,5
63
125
250
500
1000
2000
4000
8000
Totaal
78,7 0,0 0,5 0,0 -2,0
92,3 0,0 0,5 0,0 -2,0
98,4 0,0 0,5 0,0 -2,0
99,3 0,0 0,5 0,0 -2,0
97,3 0,0 0,5 0,0 -2,0
92,2 0,0 0,5 0,0 -2,0
87,1 0,0 0,5 0,0 -2,0
80,9 0,0 0,5 0,0 -2,0
72,3 0,0 0,5 0,0 -2,0
104,0
77,2
90,8
96,9
97,8
95,8
90,7
85,6
79,4
70,8
102,5
4000
8000
Totaal
I
Bronnummer:
Methode
0,3 m
halve bol
Frequentie
Bronhoogte Meethoogte
rI
Meetafstand:
Uitlaat schoorsteen 85%
hb: ho:
Bronnaam:
.
1,4 m 1,5 m
Meetafstand:
r
Uitlaat schoorsteen 25% 0,3 m
halve bol
[Hz]
31,5
63
125
250
500
1000
2000
----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Lp Correcties voor reflecties Dgoo a1uR Halve bol correctie
[dB(A)) [dB] [dB) [dB) [dB) [dB(A)]
-
70,6 0,0 0,5 0,0 -2,0
83,7 0,0 0,5 0,0 -2,0
88,7 0,0 0,5 0,0 -2,0
90,9 0,0 0,5 0,0 -2,0
88,7 0,0 0,5 0,0 -2,0
83,7 0,0 0,5 0,0 -2,0
76,3 0,0 0,5 0,0 -2,0
69,2 0,0 0,5 0,0 -2,0
59,8 0,0 0,5 0,0 -2,0
95,1
69,1
82,2
87,2
89,4
87,2
82,2
74,8
67,7
58,3
93,6
I
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
....,....
INGENIEURS
DnA r~
Meetresultaten
Kreeft
I CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r: · ~
Overzicht meetgegevens
en beoordeling
D rR. nA
Machinekamer voor tbv hydraulische motoren activiteiten Project:
20140720
Schip:
Kreeft
Type:
Kraanschip
Datum:
27-10-2014
Uitvoering:
NGE
Organisatie:
DPA-eH
Gemeten geluidniveaus LAeq [dB(A)] verschillende
s
motorvermogens Machinekamer
Situatie circa 95% MeR Itoerental1780
IMachinekamer
ruimte
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENJE
INGENIEURS
Slaapkamer 1 [slaapkamer 2 [slaapkamer 2 [slaapkamer 3 [slaapkamer 3
roerganger
voor
I
I ruimte
kussen
ruimte
kussen
ruimte
kussen
ruimte
tpm) file
26
29
24
22
19
18
21
20
28
27
LAeq
103,8
92,8
64,5
72,9
71,4
69,1
69,5
68,2
74,1
73
Beoordeling geluidniveaus LAeq [dB(A)] Situatie
Machinekamer
Machinekamer
Stuurhut
Woonkamer
Slaapkamer 1
Slaapkamer 1
Slaapkamer 2
Slaapkamer 2
Slaapkamer 3
Slaapkamer 3
ruimte
voor
roerganger
ruimte
kussen
ruimte
kussen
ruimte
kussen
ruimte
circa 95% MeR (toerental 1780 tpm)
-6,2
-17,2
-5,5
2,9
11,4
9,1
9,5
8,2
14,1
13
Toetsing
110
110
70
70
60
60
60
60
60
60
grootste verschil
-6,2
-17,2
-5,5
2,9
11,4
9,1
9,5
8,2
14,1
13
Gemeten geluidniveaus LAeq [dB(A)] bijdrage motor Situatie
Machinekamer
Machinekamer
Stuurhut
Woonkamer
Slaapkamer 1
Slaapkamer 1
Slaapkamer 2
Slaapkamer 2
Slaapkamer 3
Slaapkamer 3
ruimte
voor
roerganger
ruimte
kussen
ruimte
kussen
ruimte
kussen
ruimte
Achtergrond (motor uit, activiteit kranen)
Motor stationair (niet varen, toerental;
(airco aan) file
--
--
17
15
--
12
--
13
--
16
LAeq
--
--
52,2
52,1
--
53,7
--
50,6
--
51,9
600 tpm) file
9
10
7
6
2
1
8
3
5
4
LAeq
95,9
92,6
50,1
63,2
59
58,7
57,7
57,2
61
62
Rooster Gemeten geluidniveau LAeq [dB(A)] uitlaat schoorsteen Situatie stationair, niet varen, toerental;
600 tpm
Rooster
Afstand
afmetingen
(> 1,5 DI
Hbr
Hmic
LAeq
file
0,6 x 0,57
0,9
1,5
1,55
68,5
11
circa 95% MeR (toerental 1780 tpm)
0,6 x 0,57
0,9
1,5
1,55
87,9
23
Uitlaat
Afstand
Situatie
diameter
(> 1,5 DI
circa 95% MeR (toerental 1780 tpm)
0,15
Hbr 0,225
Hmic 2,45
LAeq 2,5
file 106,2
s
25
uitlaat
r. · ~
Meetgegevens spectraal
DDA r,",
Project:
20140720
Schip:
Kreeft
Type:
Kraanschip
Datum:
27-10-2014
Uitvoering:
NGE
Organisatie:
DPA-CH
Gemeten
geluidniveaus
Machinekamer
Machinekamer
Stuurhut
Woonkamer
Slaapkamer
ruimte
voor
roerganger
ruimte
kussen
40
..
j
2 Slaapkamer
1 Slaapkamer
ruimte
kussen
2
ruimte
Slaapkamer
3 Slaapkamer
kussen
3
ruimte
26
29
24
22
19
18
21
20
28
27
92,8
64,5
72,9
71,4
69,1
69,5
68,2
74,1
73
ruimte
Machinekamer voor
~
Iä :!:.
.. tr
j
20 0
~
1 Slaapkamer
103,8
80
cr
~
file
100
60
r: ·
LAeq
Machinekamer
Iä :!:.
INGENIEURS
1780 tpm)
120
~
RAADGEVENDE
LAeq [dB(A)) bij circa 95% MeR
Situatie circa 95% MCR (toerental
I CAUBERG-HUYGEN
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~ ~ 0 ~ ~~ ~ Frequentie [Hz)
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
~
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ 0 ~ Frequentie [Hz]
Schip:
DDA r,",
Kreeft
Stuurhut roerganger
:!:.
70
60
60
..
50
~ ~
40 30
:!:.
20
j
CT
j
..
40 30
CT
I I
10 0
~
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~ ~ @ ~ ~
20 10 0
#~
",'?
~
Frequentie [Hz)
Slaapkamer 1 ruimte
40
~
80 70 60 50
30
~
40
50
..
g 30
CT
j
20
j
10 0
~
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ @ ~ ~ Frequentie [Hz]
#~
Slaapkamer 1 kussen
60
:!:.
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ @ ~ ~ Frequentie [Hz]
70
~ ~
RAADGEVENDE
Woonkamer ruimte
70
50
~ ~
I CAUBERG-HUYGEN
#~
20 10 0
I.
•
I. I. ~
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~ ~ ~~ ~ ~ @ ~ ~ Frequentie [Hz]
••
#~
INGENIEURS
r: · ~
Schip:
DDA r"""-
Kreeft
~
.. .:3
30
~
50
Cil 40
-I
cr
20 10
"C
..
-; 30
.:3
20
I
10
I
0
I
0
~~ ~~ ~~ ~~ ~~ ~ ~& ~& ~~ ~& @~~& Frequentie
Frequentie
[Hz)
Slaapkamer 3 ruimte
~
70
70
60
60
:;;f
50
50
Cil 40
"C
"C
-; 30
[Hz)
Slaapkamer 3 kussen
Cil 40
.. .:3
~
60
50 40
r: ·
RAADGEVENDE
70
60
:?
CAUBERG-HUYGEN
Slaapkamer 2 kussen
Slaapkamer 2 ruimte 70
Cil
I
-; 30
j
20 10
20 10
0
0
{'
{' Frequentie
[Hz)
Frequentie
[Hz]
INGENIEURS
Overzicht meetposities
nA Dr-"'"
Project:
20140720
Schip:
Kreeft
Type:
Kraanschip
Datum:
27-10-2014
Uitvoering:
NGE
Organisatie:
DPA-eH
Woon en slaapvertrekken
A< 1670
.1
1760
2380
1670
540
1
~
2
1
~
4.6.2
0)
3-13-20
2,~1
1-12-18
4,2.1
1760
1.1 8-21
?-1q
Slaapkamer
1840
I
h= 2.05m
C>
I
Öo
I
I
C> C>
Woonkamer/keuken
-I
Voorraad kamer
6-15-22
I
~
W C>
h= 2,05m
I
I
Slaapkamer
1180
C>
,In
t~
4-1h-/7
1330 2510
C>
....
31
.r
u:>
ex>
4,2 h~)
~r~ CD C>
Gang
5-
C>
2400 980
2400
:-,.
A'
C> C> C>
ö)
l
~
'"
Badkamer. toilet washok
I
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
~
INGENIEURS
DA Dr~
Machinekamer
Schip:
Kreeft
A<
897
om ...
Machino
66.7 m2 h: 2.180
·1
9-26
...,
I
'" Ol
o
r - -
,
0
'h
, , ,
= 4.46"
0 0 0 0
,
0
L __
....
ex>
3410
980 7800 <, A
3410
I CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r: · ~
nA Dr-~
Stuurhut
Schip:
Kreeft
3450
Stuurhut
94 m'"
.el
7-17-24
h= 2,1"HT
I
I
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r: ·
.......-t
DA Dr~ Bepaling bronvermogen Projectnummer:
20140720
Schip:
Kreeft
Bronhoogte
hb:
Meethoogte
ho:
Methode
I
L
Bronnummer:
11.2
Bronnaam:
2,45 m 2,5 m
Meetafstand:
r
0,225 m
u
halve bol
Frequentie
Uitlaat schoorsteen
[Hz]
31,5
63
125
250
500
1000
2000
4000
8000
Totaal
Lp
[dB(A)]
75,0
81,1
100,2
86,7
89,2
92,2
104,2
87,7
69,4
106,1
Correcties voor reflecties
[dB] [dB]
0,0 -2,0 0,0 -2,0
0,0 -2,0 0,0 -2,0
0,0 -2,0 0,0 -2,0
0,0 -2,0 0,0 -2,0
0,0 -2,0 0,0 -2,0
0,0 -2,0 0,0 -2,0
0,0 -2,0 0,0 -2,0
77,1
96,2
82,7
85,2
88,2
100,2
83,7
65,4
102,1
aluR Halve bol correctie
[dB]
0,0 -2,0 0,0 -2,0
LWR
[dB(A)]
71,0
Dgeo
[dB]
I
Bronnummer: Bronhoogte
hb:
Meethoogte
ho:
Methode
11.2
-
I
-
Bronnaam:
1,5 m 1,55 m
rr
Meetafstand:
0,0 -2,0 0,0 -2,0
Rooster stationair
0,9 m
U
halve bol
Frequentie
[Hz]
31,5
63
125
250
500
1000
2000
4000
8000
Totaal
Lp
[dB(A)]
47,5
54,5
53,8
62,2
62,2
63,2
59,2
51,1
33,9
68,4
Correcties voor reflecties Dgeo
[dB] [dB]
aluR Halve bol correctie
[dB]
0,0 10,1 0,0 -2,0
0,0 10,1 0,0 -2,0
0,0 10,1 0,0 -2,0
0,0 10,1 0,0 -2,0
0,0 10,1 0,0 -2,0
0,0 10,1 0,0 -2,0
0,0 10,1 0,0 -2,0
0,0 10,1 0,0 -2,0
0,0 10,1 0,0 -2,0
[dB(A)]
55,6
62,6
61,9
70,3
70,3
71,3
67,3
59,2
42,0
[dB]
76,5
I
CAUBERG-HUYGEN
r. ·
RAADGEVENDE
~
INGENIEURS
DA Dr~ Schip:
Kreeft
Bronnummer: Bronhoogte Meethoogte Methode
11.2
Frequentie
Bronnaam:
J
L
1,5 m 1,55 m
Meetafstand:
Rooster 95% MCR
0,9 m
U
halve bol
[Hz]
31,5
63
125
250
500
1000
2000
4000
8000
Totaal 87,5
Lp
[dB(A)]
53,8
63,7
84,8
76,4
74,1
76,1
81,2
72,4
66,0
Correcties voor reflecties
[dB]
Dgeo
[dB]
aluR Halve bol correctie
[dB]
0,0 10,1 0,0 -2,0
0,0 10,1 0,0 -2,0
0,0 10,1 0,0 -2,0
0,0 10,1 0,0 -2,0
0,0 10,1 0,0 -2,0
0,0 10,1 0,0 -2,0
0,0 10,1 0,0 -2,0
0,0 10,1 0,0 -2,0
0,0 10,1 0,0 -2,0
[dB(A)]
61,9
71,8
92,9
84,5
82,2
84,2
89,3
80,5
74,1
[dB]
-
95,6
I
CAUBERG-HUYGEN
r. ·
RAADGEVENDE
~
INGENIEURS
DnA r~
Meetresultaten
Virginia
I CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r: · ~
OPA I
Overzicht meetgegevens en beoordeling Project: SChip:
20140720 Virginia
Type: Datum:
Passagiersschip 26-11-2014
Uitvoering: OrganIsatie:
LOT
CAUBERG-HUYGEN
r: .
RAADGEVENDE
~
INGENIEURS
DPA-eH
Gemeten geluidniveaus LAeq (dB(A)) verschillende motorvermogens ,Y,,,,~,,,,,,::kamer IMachine kamer IStuurhut IWoonkamer ISlaapkamer 1 [Slaapkamer Situatie midden ruimte roerganger Iruimte kussen ruimte 95%MCR file 81 60 61 64 62 102,9 97,2 51,4 75,2 61,3 LA" 85%MCR file 98 99 105 83 84 101,6 96,1 48,1 71,53 58,8 55%MCR file 55 56 57 38 39 100,7 94,6 50,3 72 57,7 25%MCR filel• 106 107 97,96 Niet mogelijk
5%MCR
91,86
47,56
68,6
57,4
1
[Slaapkamer
2
kussen 63
[Slaapkamer
2
ruimte
[Slaapkamer
atstaackemer
kussen
ruimte
3
ISIaapkamer4 kussen
ISIaapkamer41SIaapkamer ruimte kussen
5
72 72,4
79 73,1
80 66,8
73 69,1
74 64.8
69 61,5
59,3
75 63,8
76 61,7
77 57,6
78 54
91 72,5
92 68.2
93 66,4
94 64.2
95 63,7
96 58
97 57,8
102 62,8
103 61,2
100 56,9
101 53,9
46
58 57,2
59 57
51
51 60,8
53 55,4
54 52,3
54,46
54,26
58,06
52,66
49,56
[Slaapkamer
5
[Slaapkamer
ruimte
6
kussen
[slaapkamer
6
ruimte
[Kamer
kussen
65 70,3
66 71,1
67 64,4
68 64,7
85 62,2
86 69,2
87 71,5
88 62,3
89 64,4
90
40 58,5
41 69,5
42 71,5
43 63,5
44 63,6
45 69,8
71,5
47 66,1
48 66,2
49 67,1
50 63,5
108 56,9
109 68
110 69,4
111 59,2
112 60
113 65,6
114 67
115 65,3
116 65,2
117 60,9
11810 61,4
71
70,5
70
kapitei~Kamer kapitei~Kamer 222 ruimte kussen 70
IKamer 222 ruimte
60,4
57,66
Ikamer 220
IKamer 218
file LA"
"bepaald uit gemiddelde afname van 55% naar 25% Beoordeling geluidniveaus LAeq (dB(A)J Machinekamer IM~~~ine kamer IStuurhut Iw~onkamer 1~laaPkamer 1 ISI~aPkamer 1 1~laaPkamer 2lsl~aPkamer 21~laaPkamer 3lsl~aPkamer 3 1~laaPkamer4 ISI~aPkamer41~laaPkamer 5lsl~aPkamer 51~laaPkamer 6lsl~apkamer 61~amer kapitei1Ka,mer kapitei1~amer 222 IKa,mer 222 Ikamer 220 IKamer 218 ruimte midden Iroerganger Iruimte [kussen Iruimte [kussen Iruimte [kussen Iruimte [kussen Iruimte [kussen Iruimte [kussen Iruimte [kussen Iruimte [kussen Iruimte -2,4 ·6 -7,11 -12,81 -18,61 5,21 1,31 5,61 10,31 11,11 4,41 4,71 10,51 12,41 13,11 6,81 9,11 4,81 1,51 -0,71 3,81 1,7 -1,2 11,5 4,4 10 12,5 ·2 -3,1 -8,4 -13,9 -21,9 -6,1 2.2 9.2 2.3 8.2 6,4 4.2 3.7 2.8 1.2 -22:... 12 9,5 3,5 3,6 6,1 6,2 3,5 0,4 0,8 -:4,6 :g;3 -l,5 11,5 11,5 7,l -2,8 -15,4 -19,7 2 ·3 -22,44 1,4 -5,54 5,74 -2,34 1,94 -7,34 12,04 -18,14 -10,44 1.4 2.6 3.1 9.4 5.6 5.3 5.2 0.9 0.8
Situatie 95%MCR 85%MCR 55%MCR 25%MCR 5%MCR
9.8
-=2.3
Toetsing grootste verschil
110 -7,1
110 -12,8
70
-18,6
70 5.2
60 1.3
60 5.6
Gemeten geluidniveaus LAeq (dB(A)) bijdrage motor .Vlachinekamer IMachine kamer IStuurhut IWoonkamer ISlaapkamer 1 [Slaapkamer 1 [Slaapkamer Situatie ruimte midden roerganger Iruimte kussen ruimte kussen Achtergrond (motor uit) file 17 18 16 74,2 47,23 49,57 43,3 42,5 71 Motor stationair (niet varen) file 24 35 36 37 19 25 89,07 47,8 61,33 48,3 49,22 84,4 Motor 85% (niet varen) [Niet mogelijk file
60 10,3
2
60 11,5
[Slaapkamer
2
ruimte
60 4.4
[Slaapkamer
kussen
60 4.7
31slaapkamer ruimte
3
60
10,5
ISIaapkamer4 kussen
Tl
60 12,5
60 13,1
ISIaapkamer41SIaapkamer ruimte kussen
5
49,6
56
48
53,8
49,6
56,2
20 55,2
21 59,2
22 50,2
23 53,2
26 57,2
60.6
27
60 6.8
[Slaapkamer
ruimte
60 9.1
5 ISlaapkamer 6 [slaapkamer kussen ruimte
60
4.8
60 1.5
60 1.7
60 3.8
60
-0,7
6 IKamer kapitei~Kamer kapitei~Kamer 222 kussen ruimte kussen
IKamer 222 ruimte
10 49
11 49,8
12 45,9
13 42,6
14 47,4
15 47,2
28 58,1
29 59,2
30 54,2
31 55,3
32 49,5
33 50,3
60 -2,4
60 ·6
OPA I CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
Bepaling en beoordeling MeR-mix Project:
20140720
Schip: Type:
Virginia Passagiersschip
Datum:
26-11-2014
Uitvoering: Organisatie:
LOT OPA-eH
Machinekamer Situatie
[ruimte
IMachine kamer [Stuurhut Imidden
Woonkamer Iruimte
ISlaapkamer 1iSIaapkamer [kussen Iruimte
1 [Slaapkamer 2 [Slaapkamer 2 [Slaapkamer 3 [slaapkamer 3 ISIaapkamer4 [kussen Iruimte [kussen Iruimte [kussen
[Slaapkamer 4 [Slaapkamer 5 [Slaapkamer 5 [Slaapkamer 6 [slaapkamer 6 [Kamer kapitein [ruimte [kussen Iruimte Ikussen Iruimte [kussen
[Kamer kapitein Iruimte
[Kamer 222 [kussen
kamer 220
Kamer 222
59,5
59,4
1101
1101
701
701
601
601
601
601
601
601
601
601
601
601
601
601
601
601
60
-16,61
-21,61
0,11
-2,31
-1,51
8,61
10,31
1,11
1,91
7,71
9,51
6,01
5,61
3,71
2,31
-4,11
-4,31
-0,5
60 -0,6
93,41
48,41
70,11
57,71
58,51
68,61
70,31
61,11
61,91
67,71
69,51
66,01
65,61
63,71
62,31
55,91
55,71
Kamer 218
ruimte
-10,61
99,41 Toetsing] Overschrijding]
Iroerganger
INGENIEURS
54.2 60 -5,8
51,2 60 -8,8
Meetgegevens
RAADGEVENDE
spectraal
Project:
20140720
Schip: Type:
Virginia Passagiersschip
Datum:
26-11-2014
Uitvoering: Organisatie:
LOT DPA-CH
Gemeten
OPA I CAUBERG-HUYGEN
geluidniveaus
LAeq [dB(A)) bij 85% MeR
Machinekamer Situatie
INGENIEURS
IMachine
ruimte
kamer
midden
[Stuurhut
IWoonkamer
roerganger
Iruimte
[Slaapkamer 1 [Slaapkamer 1 [Slaapkamer 2 [Slaapkamer 2 [Slaapkamer 3 [slaapkamer 3 ISIaapkamer4 kussen
ruimte
kussen
ruimte
kussen
ruimte
kussen
ISIaapkamer4
[Slaapkamer 5 [Slaapkamer 5 [Slaapkamer 6 [slaapkamer 6 [Kamer kapitein
ruimte
kussen
ruimte
kussen
ruimte
[kamer kapitein
kussen
[Kamer 222
ruimte
[Kamer 222
[kamer 220
[Kamer 218
ruimte
kussen
85%MCR file LAeq
98 101,6
99 96,1
105 48,1
83 71,53
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
102
103
100
101
58,8
62,2
69,2
71,5
62,3
64.4
70
72,5
68,2
66,4
64.2
63,7
58
57,8
62,8
61,2
56,9
53,9
Overzicht meetposities Project:
20140720
Schip:
Virginia
Type:
Passagiersschip
Datum:
26-11-2014
Uitvoering:
LOT
Organisatie:
DPA-CH
nA Dr-~
Woon en slaapvertrekken 2050
2190
2050
2190
4no 3300
2590 I 800 620
1
1
1450
1 1140
1
I CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r: · ~
DA Dr~
Machinekamer Schip:
Virginia
11550
1345
10-28-47-79-92-116
Mo«",
I
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
~
INGENIEURS
DA Dr~
Stuurhut Schip:
Virginia
5450
......,..
.m>'m
I
I~ 18-35-57-81-105
1
I
I
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
~
INGENIEURS
Meetgegevens
spectraal
Project:
20140720
Schip:
Virginia
Type:
Passagiersschip
Datum:
26-11-2014
Uitvoering:
LOT
Organisatie:
DPA-CH
DnA r-""
Machinekamer ruimte
I
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
~
INGENIEURS
Machinekamer midden
100
100 ,--------------------------------------------------
80
~
ar
60
e-
40
:!:.
i :I. 11111111111111111111111111 tr
dO
.:5
j
20 0
o ~~ ~~ ~~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ @~ ~~
{'
o ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ @~ ~~
~
~
Frequentie [Hz]
Frequentie [Hz)
Stuurhut roerganger 80 70 60 ~ 50 al :!:. 40 e- 30 « ..... 20 I. 10 11 •• 0 11 1 dO
Woonkamer ruimte 70 60 ~
50 40
"0
1•
•1 •1 1 I
11
1111
o ~ ~ ~~ ~~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ @~ ~~ ~
Frequentie [Hz)
--; 30 dO
.:5 20 10
o
-l
o ~ ~ ~~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ @~ ~~ ~
Frequentie [Hz]
nA Dr-,""
Virginia
Schip:
70
60
60
50
~
50
ct
~
40
~ ~
"C
.. j
-;;:30 20 10 0
III_ IIII o ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ ~~ &~ ~
j
o
o ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ ~~ &~ <;
Frequentie [Hz]
Slaapkamer 2 kussen
70
70
60
60
50
ct
40
~
50 40
"C
"C
-;;:30
ct
j
..
20 10 0
I
I o ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ ~~ &~ ~ Frequentie [Hz)
I I. III
10
-;;:30
.. .....
~
INGENIEURS
30
g 20
Slaapkamer 2 ruimte
~
r: ·
RAADGEVENDE
40
Frequentie [Hz]
ct
CAUBERG-HUYGEN
Slaapkamer 1 kussen
Slaapkamer 1 ruimte
«
I
20 10 0
I
I o ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ ~~ &~ ~ Frequentie [Hz]
Schip:
I CAUBERG-HUYGEN DnA r",,",
Virginia
RAADGEVENDE
Slaapkamer 3 ruimte
<" In ~
Slaapkamer 3 kussen
60
60
50
50
<"
40
In
30
~
CT
j
40 30
CT
20
II II
10
o
j
20
II
o
o ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ & ~ ~ ~~ ~~ ~& ~~ 0& ~~
~
~
Frequentie [Hz)
Frequentie [Hz]
Slaapkamer 4 kussen
Slaapkamer 4 ruimte 70
70
_
60 50
_
~
40
In 40
60 50
«
"C
..
II
10
o ~~ ~~ ~~ ~& ~~ ~~ ~& ~& ~~ 0& ~~
-I I
'; 30
.s
INGENIEURS
20 10
II
0
"C
..
-I I
'; 30 j
20 10
I
III
0
o ~~ ~~ ~~ ~& ~~ ~~ ~~ ~& ~~ 0& ~~ ~
Frequentie [Hz]
Frequentie [Hz]
r: · ~
Schip:
DA I CAUBERG-HUYGEN Dr-""
Virginia
RAADGEVENDE
Slaapkamer 5 ruimte
Slaapkamer 5 kussen
70
70
_
60 50
_
60 50
40
40
"C
..
-I I
'";;30 j
20 10 0
"C
..
'";;30
.s
10
II o ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ @~ ~~
0
o ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ @~ ~~ ~
Frequentie [Hz)
Frequentie [Hz]
Slaapkamer 6 ruimte
Slaapkamer 6 kussen
70
70
60
ar
50
_
60 50
40
40
"C
..
"C
..
'";;30 ct .....
• II• III
20
~
ct
INGENIEURS
'";;30
20
I II IIII
10 0
o ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ @~ ~~ ~
Frequentie [Hz)
j
• II
20 10
I _
IIII
0
o ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ @~ ~~ ~
Frequentie [Hz]
r: · ~
I CAUBERG-HUYGEN DDA r""-
Virginia
Schip:
RAADGEVENDE
Slaapkamer Kapitein ruimte
:!:.
.. j cr
INGENIEURS
Slaapkamer Kapitein kussen
60
60
50
50
30
20
j
40
:!:.
40 30
cr
II II
10 0
20
II •
10
III
o
o ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ @~ &~ ~ Frequentie [Hz]
Frequentie [Hz]
Passagierskamer 222 ruimte
Passagierskamer 222 kussen
60
60
50
:!:.
.. j cr
50
40 30
:!:.
.. j
40 30
tr
20
I•
10
II
0
o ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ @~ &~ ~ Frequentie [Hz]
20
II• III
10 0
o ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ @~ &~ ~ Frequentie [Hz]
r: · ~
Schip:
I DDA r""-
Virginia
Passagierskamer 220 ruimte
~
..
40
40 ~
30
al
30
"C
C"
j
~
INGENIEURS
50
50
lil
r: ·
RAADGEVENDE
Passagierskamer 218 ruimte
60
ct
CAUBERG-HUYGEN
20
II• IIII
10 0
~~ ~~ ~~ ~ ~ ~~ ~ ~& ~~ ~~ ~~ @~ ~~ ~
Frequentie [Hz)
..
--; 20 j 10
I •I
IIII
0
~~ ~~ ~~ ~ ~ ~~ ~ ~& ~~ ~~ ~~ @~ ~~ <;
Frequentie [Hz]
DA Dr-"'" Bepaling bronvermogen Projectnummer:
20140720
Schip:
Virginia
Bronnummer:
I
Bronnaam:
Bronhoogte
hb:
0,675 m
Meethoogte
ho:
0,925 m
Methode
11.2
r
schoorsteen
85%
0,55 m
halve bol
Frequentie
Lp Correcties
Meetafstand:
Uitlaat
voor reflecties
[Hz]
31,5
63
125
250
500
1000
2000
4000
8000
[dB(A))
55,5
72,4
84,6
88,5
92,3
88,8
86,9
76,8
71,7
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
[dB)
Dgoo
[dB)
5,8
5,8
5,8
5,8
5,8
5,8
5,8
5,8
5,8
aluR
[dB)
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Halve bol correctie
[dB)
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
LWR
[dB(A)]
59,3
76,2
88,4
92,3
96,1
92,6
90,7
80,6
75,5
I
Bronnummer:
Bronnaam:
Bronhoogte
hb:
0,675 m
Meethoogte
ho:
0,925 m
Methode
11.2
Meetafstand:
r
Uitlaat
schoorsteen
voor reflecties
99,8
0,55 m
halve bol
[dB(A))
Lp
96,0
25%
Frequentie [Hz] 31,5 63 125 250 500 1000 2000 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------
Correcties
Totaal
[dB]
4000
8000
64,5
65,7
71,8
67,7
68,7
69,7
66,3
61,3
55,3
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Dgoo
[dB)
5,8
5,8
5,8
5,8
5,8
5,8
5,8
5,8
5,8
a1uR
[dB)
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Halve bol correctie
[dB)
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
[dB(A)]
68,3
69,5
75,6
71,5
72,5
73,5
70,1
65,1
59,1
Totaal
77,0
80,8
I
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
....,....
INGENIEURS
DnA r~
Meetresultaten
Viator
I CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r: · ~
Overzicht meegegevens en beoordeling
Datum:
20140720 Viator Motorvrachtschip 10-12-2014
Uitvoering:
LOT
Organisatie:
DPA-eH
Project: Schip: Type:
nA DrJl-l\.
I
CAUBERG-HUYGEN
r. ·
RAADGEVENDE
~
INGENIEURS
Gemeten geluidniveaus LAeq [dB(A)) verschillende motorvermogens Situatie
Machinekamer
Stuurhut
Woonkamer
ruimte
roerganger
kapitein
95% MeR
1600 31 107,6 1508 47 105,6 1312 39 103,5 1008 57 103 585 65 99,8
file LAeq 85% MeR file LAeq 55% MeR file LAeq 25% MeR file LAeq 5% MeR file LAeq
Slaapkamer 1
Woonkamer
2 kussen
Slaapkamer 1
Slaapkamer 2
Slaapkamer 2
ruimte
kussen
ruimte
32 59,7
25 71,9
26 74,9
27 73,1
28 70,6
29 71,1
30 71,7
48 58,8
41 71,4
42 72,9
43 69,6
44 69,8
45 72
46 71
40 57,2
33 67
34 68
35 65,9
36 66,4
37 66,7
38 68,3
58 54,7
51 60,6
52 61,7
53 59,2
54 58,3
55 59,9
56 59,6
66 50,7
59 61,3
60 62,3
61 56,1
62 56,4
63 57,9
64 58,2
Beoordeling geluidniveaus LAeq [dB(A)] Situatie
95% MeR 85% MeR 55% MeR 25% MeR 5% MeR Toetsing grootste verschil
Machinekamer
Stuurhut
Woonkamer
ruimte
roerganger
kapitein
-2,4 -4,4 -6,5 -7 -10,2 110 -2,4
-10,3 -11,2 -12,8 -15,3 -19,3 70 -10,3
Slaapkamer 1
Woonkamer
2 kussen
1,9 1,4 -3 -9,4 -8,7 70 1,9
4,9 2,9 -2 -8,3 -7,7 70 4,9
13,1 9,6 5,9 -0,8 -3,9 60 13,1
Slaapkamer 1
Slaapkamer 2
Slaapkamer 2
ruimte
kussen
ruimte
10,6 9,8 6,4 -1,7 -3,6 60 10,6
11,1 12 6,7 -0,1 -2,1 60 12
11,7 11 8,3 -0,4 -1,8 60 11,7
Schip:
nA Dr"",
Viator
I
CAUBERG-HUYGEN
r. ·
RAADGEVENDE
~
INGENIEURS
Gemeten geluidniveaus LAeq [dB(A)) bijdrage motor Situatie
Achtergrond (motor uit - stroomaggregaat
Machinekamer
Stuurhut
Woonkamer
ruimte
roerganger
ruimte
Woonkamer
Slaapkamer 1 2 kussen
Slaapkamer 1
Slaapkamer 2
Slaapkamer 2
ruimte
kussen
ruimte
aan) file LAeq
45,8
8 39,3
1 31,2
2 32,9
3 30,1
4 32,5
5 30,6
6 31,5
file LAeq
15 93,8
16 45,6
9 52,2
10 55,2
11 56,2
12 53,7
13 52,6
14 53,6
file LAeq
23 103,5
24 53,8
17 63,5
18 64,3
19 59,1
20 57,9
21 59,1
22 60
7
Motor stationair (niet varen)
Motor 85% (niet varen) (95% ipv 85%)
Gemeten geluidniveau
LAeq [dB(A)] uitlaat schoorsteen
Situatie
25% MCR 85% MCR
Diameter
Afstand
schoorsteen
(> 1,5 Dl 0,28 0,28
Hbr
0,42 0,42
Hmic
0,76 0,76
LAeq
1,18 1,18
file
78,2 90,7
50 49
Bepaling en beoordeling
MeR-mix
nA I CAUBERG-HUYGEN Dr-""'RAADGEVENDE
Project:
20140720
Schip:
Datum:
Viator Motorvrachtschip 10-12-2014
Uitvoering:
LOT
Organisatie:
DPA-eH
Type:
Situatie
Toetsing Overschrijding
Machinekamer
Stuurhut
Woonkamer
ruimte
roerganger
kapitein
Woonkamer
Slaapkamer
1
2 kussen
Slaapkamer
1
ruimte
INGENIEURS
Slaapkamer
2
kussen
r: · ~
Slaapkamer
2
ruimte
103,0
55,6
65,9
67,1
64,1
64,3
65,8
65,8
110 -7,0
70 -14,4
70 -4,1
70 -2,9
60 4,1
60 4,3
60 5,8
60 5,8
Meetgegevens spectraal Project:
20140720
Schip:
Viator
Type:
Motorvrachtschip
Datum:
10-12-2014
Uitvoering:
LOT
Organisatie:
DPA-CH
Gemeten
geluidniveaus
DDA r',",-
I CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. · ~
LAeq [dB(A)) bij 85% MeR
Situatie
Machinekamer
Stuurhut
Woonkamer
ruimte
roerganger
Kapitein
Slaapkamer
Woonkamer
1
2 kussen
Slaapkamer
1
ruimte
Slaapkamer
2
kussen
Slaapkamer
2
ruimte
85% MCR
Machinekamer
~ Iä ~ j
C"
file
47
48
41
42
43
44
45
46
LAeq
105,6
58,8
71,4
72,9
69,6
69,8
72
71
Stuurhut roerganger
ruimte
120
60
100
50
80
:;;f
40 30
60
Iä ~
40
! 20
20
10
0
o ~
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~ ~ @ ~ ~~ ~ Frequentie [Hz]
I
I ~
~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~ ~ @~ ~~ ~ Frequentie [Hz]
Schip:
DDA r,""
Viator
Woonkamer kapitein 80 70 60 ~ 50 ca ~ 40 iif 30 j 20 10 0
I
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
Woonkamer 2
•I I I I I I
80 70 ~ 60 ~ 50 ~ 40 iif 30 .s 20 10 0
•I I II
~ ~ ~ ~ &~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ 0&~~ Frequentie
[Hz]
Frequentie
[Hz)
Slaapkamer 1 kussen
Slaapkamer 1 ruimte 70
70 60 ~
~ 50 ~ 40 ""C -;;:30 j 20
60 50
"< ;;-40
..
II
10 0
II
Frequentie
[Hz)
""C
..
-;;: 30 j 20 10 0
•I I ~ ~ ~ ~ &~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ 0&~~ Frequentie
[Hz)
INGENIEURS
r: ·
......--t
Schip:
DDA r""'"
Viator
Slaapkamer 2 ruimte
_
«
cg 40 "C
..
•
II
II o ~ ~ ~ &~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ @~ ~~ <;
Frequentie [Hz]
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
~
Slaapkamer 2 kussen
70 60 50
-; 30 j 20 10 0
I
80 70 60 ~ 50 ~ 40 g 30 20 10 0
•I I •
s
II I
o ~ ~ ~ &~ ~ ~ ~ ~ ~ ~~ ~~ ~~ ~~ @~~~ Frequentie [Hz]
INGENIEURS
Overzicht meetposities Project:
20140720
Schip:
Viator
Type:
Motorvrachtschip
Datum:
10-12-2014
Uitvoering:
LOT
Organisatie:
DPA-eH
Woon en slaapvertrekken
nA Dr~
I
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
~
INGENIEURS
DA Dr~
Machinekamer
Schip:
Viator
B< 7300
1200
3530
"< 1800
h:a24m
M.et,," • ...,... IQ.I
7-15-23-31-39-47-57-65
•
h:al1m h:
4.74m
101n
2215
3000
m2
h: 2.3ï
2215
""l1nn
A 1<1\
I CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r: · ~
nA Dr-~
Stuurhut
Schip:
Viator
330(
Stuur! ut 6,6m
I
IT 8-16-24-32-40-48-58-66
•
(5
h= 1,~4m 1-
J
I
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r: ·
.......-t
DDA r""" Bepaling bronvermogen Projectnummer:
20140720
Schip:
Viator
Bronnummer:
I
I
Bronnaam:
Bronhoogte
0,76 m
Meethoogte
1,18 m
Methode
11.2
Meetafstand:
schoorsteen
85%
0,42 m
halve bol
Frequentie
[Hz] [dB(A))
Lp Correcties
r
Uitlaat
voor reflecties
[dB)
~
31,5
63
125
250
500
1000
2000
4000
8000
Totaal
75,6
82,9
83,9
82,7
81,5
82,7
80,8
77,3
69,8
90,7
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Dgoo
[dB)
3,5
3,5
3,5
3,5
3,5
3,5
3,5
3,5
3,5
aluR
[dB)
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Halve bol correctie
[dB)
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
LWR
[dB(A)]
77,1
84,4
85,4
84,2
83,0
84,2
82,3
78,8
71,3
92,2
4000
8000
Totaal 78,1
I
Bronnummer:
Bronnaam:
Bronhoogte
hb:
0,76 m
Meethoogte
ho:
1,18 m
Methode
11.2
Meetafstand:
r
Uitlaat
schoorsteen
25%
0,42 m
halve bol
Frequentie [Hz] 31,5 63 125 250 500 1000 2000 ---------------------------------------------------------------------------------------------------------[dB(A))
Lp Correcties
voor reflecties
[dB]
61,2
74,2
62,8
63,8
66,6
72,4
68,9
65,1
48,3
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Dgoo
[dB)
3,5
3,5
3,5
3,5
3,5
3,5
3,5
3,5
3,5
a1uR
[dB)
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Halve bol correctie
[dB)
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
-2,0
[dB(A)]
62,7
75,7
64,3
65,3
68,1
73,9
70,4
66,6
49,8
79,6
I
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
...,...,
INGENIEURS
DnA r~
Meetresultaten
I CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
Melvin na maatregelen
INGENIEURS
r: · ~
Overzicht meetgegevens Project:
20140720
Schip:
Melvin Dortmunder, 12-1-2015
Type: Datum: Uitvoering: Organisatie:
Gemeten
en beoordeling
nA Dr-,""
I
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
250 ton lading
LOT DPA-CH
geluidniveaus
LAeq [dB(A)] verschillende
motorvermogens
Situatie
95% MCR -> 62 % MCR id plaats
Machinekamer
Stuurhut
Woonkamer
Slaapkamer
ruimte
roerganger
ruimte
kussen
(1574
1
ruimte
Slaapkamer
2
kussen
Slaapkamer
2
ruimte
36 105,8
37 63,1
30 69
33 74,7
31 75,1
35 74,5
34 73,8
44 108,2
43 64,1
38 73,8
40 76,9
39 80,4
42 76,6
76,4
28 104,8
29 59,7
27
24
23
66,5
72
74
26 73,8
25 71,3
21 100,5
20 52,9
17 61,7
16 63
15 64,2
19 61,4
18 62,4
(1750n) file LAeq
55% MCR
(1494 file LAeq
25% MCR
41
rn
(870n) file LAeq (500n)
5%MCR
Niet ivm met te harde wind
file LAeq
Beoordeling geluidniveaus
Slaapkamer
rn
file LAeq 85% MCR
1
I
LAeq [dB(A)]
Situatie
Machinekamer
Stuurhut
Woonkamer
Slaapkamer
ruimte
roerganger
ruimte
kussen
95% MCR -> 62 % MCR id plaats 85% MCR
-4,2 -1,8
55% MCR 25% MCR
-5,2
1
Slaapkamer
1
ruimte
Slaapkamer
2
kussen
Slaapkamer
2
ruimte
-6,9
-1
14,7
15,1
14,5
13,8
3,8 -3,5
16,9
20,4
12
16,4 11,3
-8,3
3
14 4,2
16,6 13,8
-9,5
-5,9 -10,3 -17,1
1,4
2,4
110 -1,8
70 -5,9
70 3,8
60 16,9
60 20,4
60 16,6
60 16,4
5%MCR Toetsing grootste
verschil
r: ·
......-t
Schip:
Gemeten
DnA r-"""
Melvin geluidniveaus
I
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
LAeq [dB(A)] bijdrage motor
Situatie
Machinekamer
Stuurhut
Woonkamer
Slaapkamer
ruimte
roerganger
ruimte
kussen
1
Slaapkamer
1
Slaapkamer
ruimte
2
kussen
Slaapkamer
2
ruimte
Achtergrond (motor uit - stroomaggregaat aan) file LAeq
7 45,3
6 43,6
5 32,9
2 35,2
1 32,3
3 33,5
file
14
13
12
9 57,7
8
11
10
58,4
53,4
56,7
4 34,4
Motor stationair (niet varen) LAeq
Motor 85% (niet varen)
Gemeten
geluidniveau
97,7 49,9 57,1 NIET MOGELIJK (kan niet loskoppelen) -file ---LAeq -----
--
--
--
--
--
--
LAeq
file
LAeq [dB(A)] uitlaat schoorsteen
Situatie
Diameter
Afstand
schoorsteen
(> 1,5 0)
Hbr
Hmic
25% MCR
0,35
0,525
1,77
1,8
77,7
22
85% MCR
0,35
0,525
1,77
1,8
90
45
r: ·
......-t
Bepaling en beoordeling MeR-mix
nA I CAUBERG-HUYGEN Dr',"" RAADGEVENDE
Project:
20140720
Schip:
Melvin
Type:
Dortmunder
Datum:
12-1-2015
Uitvoering:
LOT
Organisatie:
OPA-eH
Situatie
Toetsing Overschrijding
INGENIEURS
r: · ~
Machinekamer
Stuurhut
Woonkamer
Slaapkamer 1
Slaapkamer 1
Slaapkamer 2
Slaapkamer 2
ruimte
roerganger
ruimte
kussen
ruimte
kussen
ruimte
103,7 110 -6,3
58,4 70 -11,6
67,3 70 -2,7
70,7 60 10,7
73,6 60 13,6
71,1 60 11,1
70,1 60 10,1
Meetgegevens spectraal
I CAUBERG-HUYGEN DnA r'''''RAADGEVENDE
Project:
20140720
Schip:
Melvin
Type:
Dortmunder
Datum:
12-1-2015
Uitvoering:
LOT
Organisatie:
DPA-CH
INGENIEURS
r: · ~
Gemeten geluid niveaus LAeq [dB(A)) bij 85% MeR Situatie
Machinekamer
Stuurhut
Woonkamer
Slaapkamer 1 Slaapkamer 1
Slaapkamer 2
Slaapkamer 2
ruimte
roerganger
ruimte
kussen
kussen
ruimte
ruimte
85% MCR
Machinekamer ruimte 90 80 70 ;X 60 50 --;; 40 ct 30 -' 20 10 0
i Ol
"v~
Frequentie
[Hz]
file
44
43
38
40
39
42
41
LAeq
108,2
64,1
73,8
76,9
80,4
76,6
76,4
I CAUBERG-HUYGEN DnA r-""-
Melvin
Schip:
RAADGEVENDE
Woonkamer ruimte
Stuurhut roerganger 80 70 60 ~
50 40 g 30 20 10 0
80 70 60 ~ 50 40 g 30 20 10 0
!
cc
~
•I
.s
I
.s
{' Frequentie [Hz]
Frequentie [Hz]
Slaapkamer 1 kussen
Slaapkamer 1 ruimte 80 70 60
80 70 60 ~
~
50
50
! 40
! 40
g 30 20 10 0
g 30 20 10 0
.s
.s
{'
",<-' Frequentie [Hz]
Frequentie [Hz]
INGENIEURS
r. · ~
DnA r-""'-
Melvin
Schip:
Slaapkamer 2 ruimte 80 70 60 ;X 50
!
g 30 j 20 10 0
{J
",<-' Frequentie [Hz]
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
~
Slaapkamer 2 kussen 80 70 60 ~ 50 40 g 30 j 20 10 0
! 40
I
Frequentie [Hz]
INGENIEURS
Overzicht meetpositities Project:
20140720
DnA r~
Schip:
Melvin
Type:
Dortmunder,
Datum:
12-1-2015
Uitvoering:
LOT
Organisatie:
OPA-eH
250 ton lading
Woon en slaapvertrekken
Woonkamer 18.7m2
•
I
I 5-12-17-26-30-38
w
N (J1
0
h= 2.07m
-
-..
0>
~
0
0 0
~
Ingang Machinekamer
Machineka
~er
<5
~ -.. CD
Keuken 9.6m2
0
h= 2,07m
N
m
Badkamer
<5 -..
0
0
I
\ 2-9-16-24-33-40
akamer1 m2 n= 2,04m
I
1-8-15-23-31-39
I3760
I
Slaapkamer 2
I
5.8m. h= 2'04m
• I
I
3-10-18-25-34-41
I
4-11-19-26-35-42 1960
1= =
I
I
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
~
INGENIEURS
DA I CAUBERG-HUYGEN Dr''''-
Machinekamer
Schip:
RAADGEVENDE
Melvin
A< 7200 2700
1800
2700
h - 4,720
N
co o
o
1(1'1 (..)
co o
Machinek mer 24'4112 h-1.89m
6500
A'
7-14-21-28-36-44
I
INGENIEURS
r. · ~
nA Dr""-
Stuurhut Schip:
Melvin
3850
Stuurhut 10,24 m h= 1.98n
N •
I
0>
6-13-20-29-37-43
1 <
A
I
I
CAUBERG-HUYGEN
r: ·
RAADGEVENDE
~
INGENIEURS
OPA Bijlage IV
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
Resultaten geluid metingen
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
r. . ---r--1
op 25 m
20140720-06 31-03-2015 e. Ostendorf
Geluidmetingen op 25 meter van passerende schepen Datum metingen
25-11-2014
Project
20140720
Uitgevoerd door
Sander Crombag en Davy van Haperen
Locatie
Berg aid Maas
Gemeten met
B&K 2250
Hoogte microfoon
3m
Afstand Brug - Meetpunt
289
m
1% van max toerentailSnelheid
LAeqop 25 meter
Naam schip
Type schip
Adelaar
Europaschip
611
56
Stern
Dortmünder
75
72
Aquarant
Europaschip
63
Argus
Groot Rijnschip
68
St. Agatha/Katwij/Ram
Duwboot
t.acos/Parlev
Duwboot
Wanssum/Ram
schip (mis)
Bouwjaar
ILAeqgemeten
ILAeqgecorrigeerd achtergrond
2,71
19821
59,51
59,0
2,3
1922
71,2
71,2
62,2
61,7
4,0 2,4
2002
64,7
64,4
72
2,7
1943
69,6
69,5
72
2,3
1923
67,6
67,5
Duwboot
72
2,9
1943
69,0
68,8
65
Confiance
Europaschip
63
2,9
60,7
60,6
Willie
Motorbeunschip
71
3,5
1967
67,0
66,9
Zwerver
Kempenaar
69
87
4,3
1954
65,0
64,9
Jan Cornelis
Brusselaar
68
100
4,1
1914
67,0
66,9
Poseidon
Europaschip
66
2,9
1955
62,9
62,6
Mover 4
Duwboot
66
3,3
1957
63,4
63,2
Fighter
Groot Rijnschip
63
3,7
61,5
60,8
Ruan
Kempenaar
65
70
2,9
1966
61,7
60,7
Grendel
Licht chemicaliën
64
56
3,3
2005
61,6
61,1
Gelderland
Dortmunder
65
84
3,1
1966
64,5
64,3
Arta
Kempenaar
64
82
2,9
1966
61,2
60,8
Okinawa
Europaschip
64
3,5
1959
63,1
62,9
Brisant
Kempenaar
64
4,0
1962
62,5
61,9
Magdalena
Groot Rijnschip
65
2,9
1999
63,2
63,0
Keiko
Spits
64
2,8
1951
59,7
59,1
Ecce-homo
Kempenaar
64
3,0
1959
60,0
59,5
Dorine
Europaschip
64
2,6
1958
60,6
60,1
Nil desperandum
Tanker
66
3,6
1979
63,3
63,1
Corja
Koeningfelbre
64
3,4
1935
60,5
60,2
Seolto
Kempenaar
63
2,9
1957
60,2
59,5
Play boy
Europaschip
58
2,9
59,0
57,1
tanker
Loana-calista
Europaschip
62
Alida
Kernpenoar/Dortmurider
62
Martyna
Dortmunder
61
Springer
Europaschip
63
Vertrouwen
Kempenaar
61
Peroli
Europaschip
61
63
67
3,1
1947
60,5
59,1
2,8
1961
59,5
58,6
4,1
1951
60,0
59,6
68
2,9
1981
61,5
60,7
61
2,8
1975
59,2
58,5
1,9
1926
60,0
58,0
3,1
1965
59,5
59,0
2,6
1953
60,0
58,6
1973
58,6
56,9
67,2
67,1
54,1
52,9
61
Miarca
Kernpenoar/Dortrnurider
61
Calcit 3
Tankschip
61
56 63
Diamond
Europaschip
61
Zomp
Kraanschip
67
3,7
Farmsum
DortmunderjEuropaschip
57
3,2
1972
OPA Bijlage V
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Resultaten trillingsmetingen
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31-03-2015 e. Ostendorf
Algemeen De
schepen
zijn
allen
versnellingsmetingen
gedurende
én
dag
uitvoerig
gemeten,
met
zowel
geluidsmetingen
als
(trillingen) aan alle vlakken in de vertrekken en aan de bronzijde. Aan de bronzijde is
ook op en rondom de motor en keerkoppeling
gemeten.
In alle gevallen
is getracht
op een relevant
middendeel van het paneel te meten. Elke meting bestaat
uit een 4-kanaals
sample van 20 seconden
uitgevoerd tijdens de meetdag en de kalibratie is genoteerd geschaald
naar druk (Pa) en A-gewogen
referentiewaarde
omgezet
op 25.6kHz.
Kalibratiemetingen
in een logboek. Het microfoonsignaal
naar een power spectral
5
Prel=2e- Pa. De metingen met de versnellingsopnemer
zijn wordt
density (PSD) in dB met
worden geschaald,
geïntegreerd
naar mm/sec, inclusief een bandpass filter van 20 tot 2800 Hz, en omgezet naar een power spectral density (PSD) in dB met referentiewaarde ordening: z tangentieel
1e-6 mm/sec. Alle drie de richtingen zijn opgenomen,
waar mogelijk in langsrichting
dwars op het schip (groen), x in normaalrichting
met de volgende
met het schip (blauw), y tangentieel
waar mogelijk in
(rood).
De analyses hebben tot doel gehad de volgende vragen te beantwoorden: •
Wat zijn de belangrijkste hoorbare bronnen in de ontvangruimtes?
•
Zorgen de bronnen voor overschrijdingen
in de ontvangruimtes?
(in alle ontvangruimtes
was sprake
van overschrijdingen) •
Welke tonale componenten
•
Welke bronnen zijn breedbandig te herkennen?
zijn te onderscheiden
en van welke bronnen zijn ze afkomstig?
•
Wat is de afstraalefficiëntie
•
Welke maatregelen kunnen genomen worden om bovenstaande
van de afstralende vlakken? bronnen af te zwakken en hoeveel
dB winst gaan deze opleveren? De procedure van de analyse is daartoe als volgt. 1.
Op grond van het bezoek ter plaatse en observaties tijdens de metingen wordt een lijst opgesteld met mogelijke bronnen. Dit zullen in zijn algemeenheid (via as), de schroef
(via huid) en cavitatie.
generatoren en/of andere constructiegeluidbronnen. signaleren of er sprake is van dominante
zijn: de motor, de keerkoppeling,
De lijst wordt indien geobserveerd Er wordt een achtergrondmeting
luchtgeluidbronnen
de schroef
aangevuld
met
gedaan om te
van buiten de ruimte (in de ruimte
dienen ze uitgezet te zijn tijdens de meting). 2.
Per ruimte wordt volgens de lijst afgevinkt
of een bepaalde
bron overduidelijk
niet of juist wel
hoorbaar is. Daarbij gaat het vooral om bronnen die op het gehoor duidelijk onderscheidbaar bijvoorbeeld
cavitatie en bronnen van secundair
zijn,
geluid (door trillen van losse dingen verzaakt),
zogeheten 'rattie' of voelbare resonaties op bepaalde toerentallen. 3.
Van de bronnen dient door analyse van de metingen vastgesteld te worden of ze in de door ROSR benoemde
ruimtes een geluidniveau
boven de grenswaarde
produceren
en wat dat niveau bij
benadering is. 4.
Voor de (twee) bedrijfscondities trillingsmetingen
waarin gemeten
gemaakt in alle ruimtes.
is, worden smalbandspectra
van alle geluid- en
Deze worden geanalyseerd op tonale componenten
en op
breedbandige bijdragen. 5.
De tonale componenten
worden gerelateerd
duidelijk een bepaalde toon veroorzaken),
aan de tonale bronnen (motoren e.d., bronnen die
indien nodig ondersteund
door de trillingsmetingen
op/bij
de bronnen. Hierdoor wordt de geluidniveaubijdrage
van de tonale componenten
van de bronnen
berekend. Tonale geluiden zijn door het menselijk oor het meest herkenbaar en zorgen om die reden vaak voor de meeste overlast. 6.
N.B. Schroef en keerkoppeling, en soms ook motor, kunnen tonale componenten delen, omdat ze op dezelfde toerentallen (veelvouden
werken.
Metingen dichterbij
van de grondtoon)
de bronnen en analyse van de harmonischen
kunnen onderscheid
geven tussen
de bronnen.
Indien dit niet
mogelijk is, dan vormen deze bronnen voor de rest van de analyse een gezamenlijke betekent dat dat consequenties
bron. Dat
geeft voor de maatregelen. Die zal dan ook meer 'holistisch' moeten
zijn voor deze groep. 7.
Resteert het herleiden van de breedbandige boven de grenswaarden gebeurt
in eerste instantie door de verhouding
bijdragen van een bron, voor de verschillende deze verhouding varieert op verschillende 8.
bijdrage. De breedbandige
uitkomt, ook moeten worden toegeschreven
Van de afstralende octaafband,
vlakken
op grond
bijdrage zal, indien deze
aan 1 of meer bronnen. Dat
te bepalen tussen de breedband bronnen. Vervolgens
en de tonale
wordt bepaald in welke mate
meetposities en voor de verschillende bedrijfscondities.
wordt ook de bijdrage
van het trillingsniveau
bepaald,
uitgedrukt
en de oppervlakte
in geluiddrukniveau
van een vlak.
Hierbij
per wordt
aangenomen dat de vlakken niet verschillen in afstraalefficiëntie. 9.
De afstraalefficiëntie
wordt berekend,
per octaafband,
waarbij de resultaten worden genormeerd
door deze op 1 te stellen voor de hogere frequenties. 10. Tot slot wordt gekeken wat resterende geluidniveaus Deze lijst is in het rapport verkort weergegeven.
zijn bij het wegnemen van bronnen.
Een piekidentificatiealgoritme
wordt gebruikt om de significante pieken uit de PSD plots te identificeren. Zie
de figuur voor een voorbeeld van het verwerkte signaal (afkomstig van de Melvin).
120
~ co 100 :::'-
Cl
en
60
0..
40
Frequency,
Hz
Power Spectral Density of the A weighted microphone
100
signal
'N 80
~
i
60
o
.g_
o t; 40
Ë Cl
en
0..
20
Frequency,
Figuur VI.1 a en b Voorbeeld
PSD spectrum met piek identificatie
De pieken in de spectra zijn omcirkeld. schroeffrequenties spectra
vergelijken
motordraaifrequentie
en harmonischen. (hieronder
en harmonischen
microfoon
afkomstig
met de motor- en
zal de gevonden pieken in de
van de Melvin).
Typische
bronnen
hiervan. Een enkele cilinder heeft een ontsteekfrequentie
zijn de
van de helft
vanwege het 4-tact principe. Voor 8 cilinders is de totale ontsteekfrequentie De reductiekast
In de frequentieanalyse
en de snelheden
keerkoppeling.
en microfoon (Melvin)
Een losse plot met frequentieanalyse
hierdoor 4 maal de omwentelingsfrequentie. een 4 bladige schroef.
voor versnellingsopnemer
De gevonden spectrale pieken zijn vergeleken
een voorbeeld
van de omwentelingsfrequentie
Hz
van de vlakken
heeft een reductieoverbrenging
zijn de gevonden
pieken horizontaal
in de ontvangruimtes
en de bronnen
van 4.13 en
neergezet voor de bij de motor of
Op de horizontale as is de frequentie (in de vorm van rotaties van de motor) weergegeven.
De V-as heeft geen dimensie; in tekst is aangegeven bij welke locatie de pieken behoren. De kleurencodes voor de richtingen en panelen zijn hetzelfde als in eerdere figuren. Om een goed onderscheid maken tussen de verschillende
pieken, zijn de kruizen gedimensioneerd
te kunnen
naar relatieve amplitude.
Het
grootste kruis behoort tot een spectrale piek met de hoogste amplitude, de kleinste kruizen zijn minstens 20 dB lager dan de hoogste piek. In het tussengebied geschaald.
In de figuren kan duidelijk een onderscheid
voor detailanalyse
van bron.
In de figuren
motortoerental tussen de metingen.
tussen 0 en -20dB amplitude zijn de kruizen lineair gemaakt worden, wat deze visualisatie sterk maakt
is ook gecompenseerd
voor kleine veranderingen
in het
..
" ., ,
• :'.'
'l óc.; ~.;.. ~ ~
'<
·'·7-·;9:r~~)'(fxi· .
:,
:
.
:
:.
lS )( x ~ :,
:,
D:n
X-'R-Alr~.:
,:,~,x~~~
··
•
..
, ,
•
I
, , ,
, ,
,
, I I
• • •
.,
. ,
'f'
:,
o
I , I
..
,
l ,i , ......
~ ,
. ,,
:.-
..
.
.. jo
. ~.
.
i
,
~ .
..
j
~.
~
I
mic:in room a~ of ~1I6 rrieas. ~Iack ;
x
f
I , ,
,
2
,
.no~(l1a.1 V$! ir room :
.........
• • •
,
i . :: ~i:.. :: ':' . i: :::
"'1 "1')(~~+x~ x+~
.. ~x.~.)(~.,,~.~.;
,
all:rm~rn~.~
vel pn e~ine. ~II coinpon~nts
i; ~
:.~>'~J~~~*':.j"~:i.: i. 1l:::X;:.~ • *~.,;.: . :.. .. ;( K
..,
,
V:I ~~U.~Ii~t
xi 'T'~f. r * iX! ~ ~ . ~ .. )c.~is;~~ .... ~·x·~
,
6
B
10
12
Xi
;
u
A-weightec
1 .. ;'
·· .,.. , .... ··· .. ... 14
16
frequency normalized 10 the angine rotanon
Figuur VI.2 Voorbeeld frequentieanalyse
Voor de breedbandanalyse
met de kruizen als vertaling van de pieken in het PSD spectrum (Melvin)
is een median filter toegepast
op de PSD om de pieken weg te filteren.
Vervolgens is de totale reductie in dB bekeken, wanneer de pieken niet aanwezig zouden zijn. Zie hieronder een voorbeeld van een PSD met en zonder median filter (afkomstig van de Melvin):
130
120 N
;; 110
"'~ Ü Q)
.!!!.100
E
.s;g
90 80 70 PSD of vel normal direction on coupling
Frequency, Hz Figuur VI.3 Voorbeeld median filter (rood) over origineel signaal (Melvin)
Er is tevens een octaafbandanalyse
gedaan van de signalen om het pad te vergelijken. De normaaltrillingen
van de afstralende vlakken en de microfoonmetingen naar decibelschaal verklaart
de versnellingsopnemers
het verschil
microfoonsignaal.
in de absolute
zijn in octaaf banden gezet. Let op dat bij conversie
een andere referentiewaarde
hoogte tussen
hebben dan de microfoon.
de versnellingsopnemers
Dit
en het niet A-gewogen
De relatieve bijdrage van de vlakken komt in de figuur goed naar voren. Zie hieronder een
voorbeeld van de octaafbandanalyse
(afkomstig van de Melvin):
octave band analysis, Bedroom starboard stern, ._.~ .......
140
I _ _ _floor
rruc A-weighte:d I mrcnon-A-welghted
~ ~:~~g !~~~~g
120
B~~~~I,
c::::::J starboardwali c::::::Jroof
100
31.25
62.5
125
250
500
1000
2000
4000
8000
frequency octave band (center)
Figuur VI.4 Voorbeeld median filter (rood) over origineel signaal (Melvin)
Er geldt dat het niet A-gewogen
microfoon signaal de gemeten snelheden van de versnellingsopnemers
redelijk volgt. Dit is een indicatie dat inderdaad een structureel pad verantwoordelijk
is voor de transmissie.
Voor het vinden van de dominante vlakken is in eerste instantie gekeken naar het vlak dat dominant is in de dominante A-gewogen band. Voor bepaling van het dominante vlak in elke kamer moet rekening worden gehouden met het oppervlakte van het paneel. In de tabel VI.1 hieronder zijn relatieve oppervlakteverschillen 'offset' in decibel. Voor de afstraalefficiëntie verschillen
voor verschillende
soorten
is een factor 1 aangenomen
vlakken
als factor omgezet in een
voor allen. In realiteit zal deze
en is deze ook frequentieafhankelijk.
vergelijking en bepaling van dominante vlak is het gelijkstellen van de afstraalefficiëntie
Voor de huidige voldoende, gezien
de beschikbare informatie van de vlakken. Tabel VI.1 : Helati .- - - -
_.
_. lakt __ ._-- -
Oppervlakte factor
Decibel offset
0.125
-9
0.25
-6
0.5
-3
1
0
2
3
4
6
8
9
_._-
hillen
N.B. in alle figuren zijn de oppervlaktefactoren
nog niet meegenomen.
Bij de beoordeling van de figuren zal
deze offset dus nog erbij gedacht moeten worden. Voor de frequentieanalyse,
octaafbandanalyse
en de overview met median filter zijn voor enkele ruimtes ook
vergelijkingen gemaakt tussen de twee verschillende gemeten rpm's. Dit heeft tot doel te zien welke bronnen
verantwoordelijk
zijn voor verhoging van niveaus. Dit kan extra duiding geven van de dominante bronnen.
Hieronder een voorbeeld van een octaafbandvergelijking bt'drlMlm~f .. lJöllrd.ltm.d.lIl11M'I
~'OL n
(afkomstig van de Melvin): ...... n 1!'!14111d 1751 rpm
dekamicroplloneA·welgtllIId
-_-_----.
I_Odt>",""""".'~,*,,,IbI_""""'homo<'CII,ïïëI
Figuur VI.5 Voorbeeld verschilanalyse
~
10
~
10
octaafbanden
Voor alle vlakken in alle ontvangruimtes
(Melvin)
is ook de afstraalefficiëntie
bepaald. De plot waaruit dit bepaald
wordt toont het verschil tussen geluid en de trillingen van een paneel als functie van de frequentie. gemiddelde
grensfrequentie
per schip is bepaald en aan de conclusies
hoeveelheid zijn deze figuren niet in de bijlagen toegevoegd. de efficiëntie
bepaald is is weergegeven
-10
r
20
Ol
~-30
'"
~ -40 ·50 -60 -70
Frequency,
Figuur VI.6 Voorbeeld grafiek afstraal efficiëntie
(Melvin na maatregelen)
Hz
De
Vanwege de grote
Een voorbeeld van een dergelijk figuur waaruit
(afkomstig van de Melvin):
10
toegevoegd.
Meetresultaten
Melvin
Tabel V1.2: Piekanalvse Woonkamer
laag toerental
Woonkamer
hoog toerental
1"""1111
Slaapkamer
bakboord laag toerental
Slaapkamer
bakboord hoog toerental
Slaapkamer
stuurboord
laag toerental
In alle ontvangruimtes
Slaapkamer
stuurboord
zijn duidelijk spectrale pieken van de motorruimte
zien in alle ontvangruimtes,
is duidelijk zichtbaar op de motorsteun
hoog toerental
terug te vinden. Een hoge piek bij 100 Hz, te
en het meest dominant in de tangentiële
y-richting,
wat zijwaarts dwars op het schip is. De zijwanden zijn dominant in de woonkamer Hz van de motor, die terugkomt (tangentieel).
(HF*). Voor het hoge toerental is er naast de sterke piek net boven de 100
als vloertrilling,
een hoge piek te zien van de keerkoppeling
Voor de slaapkamers
70-80
Hz
bevinden de meeste pieken zich in de regio 100-200 Hz voor de microfoon op het lage toerental.
Voor de bakboord slaapkamer
zijn duidelijk pieken vanuit de motorruimte
een excitatie van het vloerpaneel.
Voor de stuurboord
slaapkamer
zichtbaar. De hoogste piek komt overeen met
Dominante vlakken in de bakboord slaapkamer zijn verder de achterwand
te zien) en bakboord wand (beiden voornamelijk
van de paneelmetingen frequenties
lijkt het microfoonsignaal
microfoonspectrum.
zijn samengevoegd
relevanter
geworden.
uit meerdere licht verschoven
tot een gemiddeld Dit
zowel
voor
spectrum. de
pieken
pieken te bestaand.
paneelmetingen.
Dit is een
De microfoonsignalen
Ten opzichte van het lagere toerental als
het
De snelheden op de motorsteun tonen een duidelijke verschuVling
breedbandige
deel
van de piekfrequenties
toerental. De hoogste piek zit nu hoger dan 100 Hz, waarbij zowel de normaal als de dwarscomponent In de stuurboord slaperkamer
(LF ook wel
HF).
artefact dat ontstaat door lichte variatie van het toerental tussen de verschillende
hogere
tussen
Deze is terug te zien als trilling in de vloer en de bakboord wand.
van
zijn het
met het
van belang zijn.
zijn de achterwand en stuurboord wand dominant (met name HF). De achterwand heeft de
hoogste piek. Dit komt overeen met de ervaring dat in de slaapkamer vanuit de achterwand een "rattie" te horen is. Voor hoge rprns is ook hier de piek op de keerkoppeling Rond de 800 Hz is voor beide slaapkamers voor verdere analyse.
* HF
= hoogfrequent,
LF
= laagfrequent
gezien tussen 70-80 Hz, die zich door vertaalt in een vloerexcitatie.
een losse piek te vinden in het microfoonsignaal.
Deze kan interessant zijn
Tabel V1.3: Frequentieanalyse Woonkamer
laag toerental
Woonkamer
hoog toerental
Freque~y eomparllOO living room Item lS06rpm
..
.
,
Frequenty comparl'OfIllvlng room Item 1142rpm : ::
..
,
::
:velDrl~P~,8~~t~
~~~I~.6.~tS ; • 't" • • ~ • ;' .
. •• "..
":)('"
.. •.
• i'
',-
~. i
i. :
i
.':
i
"i: ':: ~::.: i.;' .:. ':.. : ~~~~.~II~nls:
:
:
:
~j".~i ;~~FÏ .. ,
: oormal
"
; ·~~)(xx~.
"~'~K~
..
*XX.~.~ 6
!
!
i
~)(i .
8
10
12
14
16
18
6
bakboord
laag toerental
Frequent}' ~
I.
.
compatllOO
bedroom
Slaapkamer
pol1 .tem
r'Xfj:
_lir.-:.
! ! ! ! ; }'
!
i
i
! !
r .: ~
·~x x+x*. ~
stuurboord j
.:
," :~"~',-J~1' ~'Xf~f"
'~.'X"'~'''''~ :.;.'~":."
6
18
lrequency
Slaapkamer
i
i
.)t·.lIi:")!(>f;Ï(x:!<xx" .. \)K.)( •••
}l(-x ~ •. ~.
stuurboord
:
:
:
:
:
a
14
te
~~l~~~; ;
18
6 !!oquency
hiervan. Een enkele cilinder heeft een ontsteekfrequentie
De reductiekast
heeft een reductieoverbrenging
microfoon
harmonischen
in combinatie
:
".
:.
~
.. ~ ..
15 ;.
: ~:
",
.:'
'.
m~Wl.~~~Of~II~.+a:'_'~~~A'WaHjlt(l(
.,,::"
8 10 12 normall.lOO to thIJ eogine rotalloo
14
bronnen zijn de motordraaifrequentie
van het motortoerental
hierdoor 4 maal de omwentelingsfrequentie.
van 4.13 en een 4 bladige schroef.
(--), maar ook die overeenkomen
en
van de helft van de omwentelingsfrequentie
De onderste rij in zwart is het A-
signaal. Voor de kamers kunnen we zien dat er pieken zijn te vinden die overeenkomen
vinden van bron naar kamer en vervolgens
desondanks
:
)(~:C*" *.l
vanwege het 4-tact principe. Voor 8 cilinders is de totale ontsteekfrequentie
gewogen
1742rpm
;VelL,ooupIi~'1l11~13 oe: •• :. '!' . '" .: •• ,.
VeI~,~ll~ts
In deze figuren kunnen we zien wat de bron is van deze pieken. Typische harmonischen
re
10 12 10 Th& &rlgine roIallOl'l
hoog toerental
j'
~
6 8 10 12 lrequencyroormal<1edlOltleerog~rolatoon
1
;~H.~ ~rJi4;.::'.~: .;I'tT" ..)( " f')(~~~X~ ..«.".~")(~.,,+ ....; .
:
r+·+a~~~1I6~~,~kl~A_~ec ;
8 oormallzed
"
~*'i :
'1 l
Frequent)' compartSOfl bedroom "a!'bOard stem
.,~,+~~,~.~~,
~*~~P~fl{M~h:* i
i'
~.+.~..*.,~.i
~i~1ü~iÜikt '.
~
. ~~~+.f+~a+~T~+:·F~A_e;gnlec
:::
.. ~ -+K':')(*X~X~mk.
laag toerental I
i
i :~mruiR1!'
,~:h~i
f' ': ~ . . .
Ie
i
i- ".. ;. ':..
~t+~~ot~116~~,~k~A-welghtec
6 8 10 12 14 IrequElllC)' oormalaed 10 Itle erogine rolabOn
1742rpm
:[~~~~~~'"8ü"~~1"
:
:,*
..~ ••
pof1.tem
! iVGIPn~I08"~II~ntsi .." ;:; .~: ~i:
~ . : . ~ . ~ . ~
~ i
re
12 rotallQn
~
'.1=
i·
Slaapkamer
bedroom
~elOÎ'e"gIl'\e.~lt~n~
"f
I'lOfniB1\I(j)iorf'O!Tl
·~·~X
compatlllOn
i:
...... '
.,.
,
hoog toerental
frequenty
;
~~~~~~~*-l{M*i~;.
""X
bakboord
l506t'pm
10 th& &rIg1ne
10
I
.
'~X"'~""'~:'; , . : l1>,,~"
.,.
8 noonallzed
lreqlJenCy
:
i ~1Il.f+.8+~jl~+:·r~k~A_elghtec
*)<
l
ll'eqIJEI!lC)'oorn'WIh:zedI01tle9l'lginerolatoon
Slaapkamer
.... lior9Om
..
;."l
met
met de schroef. Hiermee kunnen we het pad
naar geluid voor de pieken. Let hierbij op dat vanwege de reductie van 4.13
met een 4 bladige schroef het in het algemeen lastig is om de bronnen uit elkaar te houden, maar dat het in de figuren gelukt is een duidelijk onderscheid
Er bevinden zich in de woonkamer voor lage toerentallen
aan te geven.
veel microfoonpieken
tussen de 4e en 7e orde van de motor. Er
is een verband te zien met de pieken van de motor. De 1e orde van de motor is als sterkste terug te zien in de pieken in de kamer voor lage toerentallen.
Voor hoge toerentallen
is de 1e orde piek afkomstig van de keerkoppeling
en niet van
de motor. Deze piek zorgt voor grote pieken in de kamer. Dit is een bevestiging van het beeld van de piekanalyse. e
de 3
orde pieken
ontvangruimte
in de kamers
zijn afkomstig
van de keerkoppeling,
en niet van de motor.
rond de 4e en 5e orde laten wel een sterk verband zien met de motor.
Ook
De pieken van de
Voor de stuurboord geluidspieken
slaapkamer
is te zien dat harmonischen
in de kamer. De achterwand
ook een bijdrage. Schroeffrequenties dominant.
De schroeffrequenties
op de motorsteun
gemeten goed overeenkomen
met de
(in groen en blauw) is dominant voor de meeste pieken, de vloer (rood) heeft
worden wel gevonden,
voornamelijk
komen voor hogere toerentallen
in het lage frequentiegebied,
maar zijn niet
duidelijker naar voren, maar de motorfrequenties
zijn
nog steeds dominant. Merk op dat sommige pieken tussen twee motor harmonischen
in zitten. Deze zijn dan harmonischen
van de ontsteking
van een enkele cilinder en kunnen duiden op onbalans. Er zijn voor de bakboord slaapkamer minder "rattie"
minder sterke pieken in het microfoonsignaal
is. Voor deze kamer zijn in de lagere toerentallen
vloer (rood) en de achterwand (blauw).
de motor dominant.
te zien. Het is duidelijk dat hier Dominant in deze kamer zijn de
Tabel VI.4: Octaafbandanalvse Woonkamer
laag toerental octave
''''
band
Woonkamer
8n81'1'111. livfng
room
st8l'n.
1514
,....
_~"-"<1'18(1 _1lQIl'~eG
"""" =-....
,
hoog toerental
~I
t::::::ls\ern
'00 )
)
)
)
)I
20
)
31,2.5
62.5
125
2SO
500
1000
III 2000
._A
20
_
3L2.5
82.5
Slaapkamer
bakboord
Slaapkamer
laag toerental
12!
250
500
1000
2000
trequeocy octavo band (OO.",or)
lrequençy octavo band (ceruo')
''''
bakboord
hoog toerental
octava band analysll, bedroom port stern, 1751rpm
I~;r.:r'-I =,., t::::::::::JstlrboaKl
-
"" eo
250 Irequençy
Slaapkamer
stuurboord
Voor de meest dominante woonkamer.
band (A-gewogen)
In de bakboord slaapkamer
de stuurboordwand
Slaapkamer
laag toerental
bakboord
500 1000 eetave band (centor)
II
hoog toerental
hebben de bakboord- en stuurboordwand
is de bakboordwand
2000
en de vloer dominant.
en vloer de grootste contributie. Deze conclusies zijn vergelijkbaar
een dominante
In de stuurboord
bijdrage in de
slaapkamer
met de piekanalyse.
heeft
Tabel V1.5: Median filteranalyse Woonkamer
laag toerental
Woonkamer
hoog toerental
r=B l=:I
I"~~ i.
Slaapkamer
bakboord laag toerental
:~ ~:
Slaapkamer
bakboord hoog toerental
. ru -
I~h,
-"'
Slaapkamer
stuurboord
laag toerental
Slaapkamer
stuurboord
hoog toerental
.~ ~~~
:~
;;:-
~~~
I
... ,
::.::_~_.1
-
E-'
-"' Ook breedbandig
hebben in de woonkamer
bevestiging van de octaafbandanalyse.
de zijwanden een grote bijdrage (HF) en ook weer de vloer (LF). Dit is een
Rond de 100 Hz is een piek op de achterwand van de motorkamer terug te zien
in een piek op vloer en voorwand. De achterwand van de motorkamer is niet direct verbonden met de woonkamer. Voor de bakboord slaapkamer is weer de buitenste zijwand van belang. In de stuurboordkamer
zien we weer dat de vloer en het achterpaneel
contributie in de lagere frequenties. de afgifte.
Aan de motor en keerkoppeling
van belang zijn. De vloer heeft een hogere
spelen zowel dwars- als normaalkrachten
een rol in
Tabel V1.6: Delta analyse Slaapkamer stuurboord 10
Slaapkamer stuurboord
MdrOOllt~llrbGard
m'm.dHI.
1H'1'Il't'n 1514 Iud
1"1
~~_-:-=-~"".~'".-
rpm
~
_U)L-
~
__'
'0r----------.-------------------------~ zo
s:
PSOolllOl'malllelloraliroom
....alls
.0
;SlO
~
-
s rr~'qIK'fll.), fll
Slaapkamer stuurboord Fr8quancy comparlson bedroom Itarboard Itom 1742· 1506rpm
..
,
..
..
.
..
~'r::1t;:i':~:0n~!(.
*;:~:~~'~~i0'~~~~~::.~ ~f: ~@g
~
6 Frequency
'§~:
.~~'Pt:~Ê"M:T:>:
8 OOfffi6Ill.ed
'0 \0 engine
12
14
'6
revolobon
Uit de delta analyse komt naar voren dat de keerkoppeling
duidelijk oorzaak is voor verhoging van de niveaus bij hoge
toerentallen.
rond de lage frequenties
Voor de verschillen
in de octaafbandanalyse
terug te zien in de delta's van de ontvangruimte. normaal van de keerkoppeling de
keerkoppeling
cavitatietrillingen
voor
hoge
Voor hoge frequenties
terug te zien in hogere vloerexcitaties rpm's
die de scheepswand
een
belangrijke
in trilling zetten.
bron
blijkt
is de delta van de keerkoppeling
rond de 1000Hz is een verhoging
van de
in de delta median filter. Dit bevestigt het beeld dat te zijn.
Breedbandig
duidt
dit echter
ook
op
Samengevat: •
Piekanalyse:
in alle ontvangruimtes
zijn duidelijk spectrale pieken van de motorruimte terug te vinden. Een hoge
piek bij 100 Hz, te zien in alle ontvangruimtes, de tangentiële •
y-richting, wat zijwaarts dwars op het schip is.
Frequentieanalyse: overeenkomen
•
is duidelijk zichtbaar op de motorsteun en het meest dominant in
er zijn pieken die overeenkomen
met harmonischen
van het motortoerental,
met de schroef.
Octaafbandanalyse: o
Woonkamer:
o
Slaapkamer bakboord: bakboordwand,
o
Slaapkamer stuurboord: achterwand, stuurboordwand,
•
Delta analyse:
•
Grensfrequentie:
o
bakboordwand
en stuurboordwand
dominant.
vloer dominant. vloer dominant.
De toename in de kamers komt duidelijk overeen met toename door de keerkoppeling tussen de 1 en 4 kHz.
maar ook die
Meetresu Itaten Bobo Tabel Vl.?: Piekanalvse Woonkamer
laag toerental
Woonkamer
hoog toerental
1 __
Slaapkamer
bakboord
laag toerental
Slaapkamer
bakboord
')111
hoog toerental
Slaapkamer
stuurboord
laag toerental
Slaapkamer
stuurboord
hoog toerental
t...,_·,ltl
Slaapkamer
achter laag toerental
Het geluidsignaal keerkoppeling
bevat duidelijk pieken die overeenkomen
in tangentiele
van de machinekamer. figuur een dominante normaalrichting
Slaapkamer
achter hoog toerental
met pieken op alle trillingsmetingen.
richting zijn dominant en worden doorgegeven
Voor het toerental van 1190 omwentelingen
Pieken van de motor en
aan de normaalrichting
op de achterwand
per minuut (25% motorbelasting)
is duidelijk in de
piek te vinden tussen de 50 en 60 Hz. Deze is te meten in dwarsrichting
op de motor en
op de koppeling. De meting komt ook overeen met een resonantie op dit toerental dat voelbaar was in
het schip. De aangegeven
piek is zichtbaar in de grafieken van alle kamers.
Voor hoge toerentallen
is een verspreiding
van pieken te zien. Er is niet meer én
vlakken tezamen hun maximum kennen. De oorzaak ligt in de motorkamer, zien is. De pieken verspreiden
zich over hogere frequenties,
duidelijke piek aan te wijzen waar alle
waar ook niet meer én
duidelijke piek te
boven de 100 Hz. Alleen in de stuurboord slaapkamer
lijkt
de verschoven piek terug te zien zijn rond 60-70 Hz. De dominante afstralende vlakken in de woonkamer
zijn hoogfrequent
de zijwanden, (bakboord en stuurboord),
en voor-
en achterwand minder dominant. In de bakboord
slaapkamer
heeft de vloer de grootste excitatie.
Over het gehele spectrum
genomen,
lage en hoge
toerentallen samen, zijn de dominante vlakken de achterwand en bakboord wand. Deze genoemde
piek voor hoge toerentallen
in de stuurboord slaapkamer
stuurboordwand.
Over het hele spectrum genomen
is de achterwand
manifesteert
dominanter
zich met name in de vloer en de
dan de vloer. De stuurboordwand
is
over het hele spectrum dominant. De grootste piek in de achter slaapkamer slaapkamer,
is voor de bakboordwand.
met in mindere made de achterwand.
De achterwand
als afstralend vlak. Zij zijn laagfrequent verantwoordelijk De locatie van de afstralende ontvangen
de trillingen
vlakken
van het schip. De achterste slaapkamer
zoals de voorwand.
dominanter
voor de grootste excitatie.
is logisch aan te wijzen. De voorste slaapkamers
via de buitenwand
grenzend aan de machinekamer,
De bakboord en voorwand zijn dominant voor deze en vloer worden voor hoge toerentallen
(stuurboord
en bakboord)
wordt aangeslagen
door wanden
Tabel V1.8: Frequentieanalyse Woonkamer
laag toerental Frequent:y
Woonkamer
to~rlton
hoog toerental frequent:y compariaon Ilvtng room 1861rpm
INlog room 118.i11rpm
:
:::::::;
!.!:
.~~~:; ~~:~ ~~"~::i:~·§·*:i~·~~;~·_~~~·~~~:'t;n~j:i
',·.•·.~:l:ti=~~~~~.~.*;.i ~+*·~;·).ct~;~a;~s; '1 '»:"-'* ",., .;" ~.. - -,.,g-: . -" _. )i<.
X*)(~' X~·
• -
,~-:-P~.~-WI~l!i·~~·8~."~~.~~~kJ~A~~« -~.~«.~.~+~.~ ..
:XX':
_.~._L~K~ -i '
.. ~ .•
.....
r .
_-~·x* ..x-
25
bakboord
laag toerental
Frequency comparltol'l bedtoom
:
: :
:
::
: : :'
noonallzed
.
~~~4' t ~ ).; ~ ",*.~)i1".:l!:, ~ ~:' t ~Of'
lij
.
!-
+O(~ .. ~ __ ~_ :,".~ -~'' ~ -
10 15 freqtJElOC)'flOIlTWIllzedtomeeroglnerolabOn
: .. .
laag toerental
.
6
Slaapkamer
stuurboord
8
.".,.
... .. I
comperiSOf'l
: •.
:
:
~:;~~,,:;i;~·:
i
8 nonnalizlld
10 12 to the engine rotatioo
compóll'l.on
bedroom
:
iYee:0Il11l1(jne:a1I~ntf:
,
"i ·-~·~O('JIf·:«X»1CXtc~·~X~~~x+~
..•~x~,
10 15 freqtJ9rlC)'f'l(lffl'lali:zedtotheeng~roUibOn
, ,
i
,
:
n9rmal
J ..1..1 "
::
;..a, In room
~
- ' .. .. .~
:,"J. "
~,,*,~.~.~
en in het geluidssignaal
"',',
XX ~
8 10 !!aquencyOOmlillizlldtotheengioerotallon
komen overeen
bevinden zich voor lage toerentallen
. "
12
met hele en halve orden van de
de grootste pieken niet op de orden van de motor.
De grootste piek bevindt zich tussen de 3e en 4e orde van de motor. Hier zijn schroeffrequenties Voor hogere toerentallen zijn motorfrequenties
:
x~,xt~~~S.Of~116":~S.~~
e
2S
20
pieken op de panelen
hoofdmotor. Voor de woonkamer
1861rPf'l'l
·.~qn~;j:u'>ii";i;%:i'i/i~;:'i'~Tr~'''!
,+ .i~..~.~,,)(. ~x~x'4:~~:~~~~4~"~,t,a~, +'k~~A~elghtec '~II~X~'
.tem
i
~':~~~~~j::f::j::;:"T·:l i·;-;.;~-;)·
De gevonden
*
'
..';·:f·i*;,,~j~pf::iT :no(marvelin~
1661rplT'l
lI~x+j~r,iSllofitt~~~.~: • x i . 4 .~.
':ii_::i:T ';::;';f 'T'-;'' ;' ~
i
t)l)w
achter hoog toerental Frequency
:
""bOard
;:ni"~i~;.ri'~Trt~;'k,,
*
>;
!!oquency
.
i
e
Slaapkamer :
bedroom
~ .. j . ~ .. ~ xx~ j x·. ,Xx +
*.)(
2S
20
achter laag toerental :
12
~l~~!; hi- ~:L t +~~I''''ri i·
~x~,
ive(OO~~,B~~~15
rotalion
hoog toerental
,*,
,.,
,:, ':"~'~I<'~
10 15 freqtJerlC)'flormalizedtotheenglneroUibOn
Slaapkamer
..
,
10 to me &rlglr.e
:~';~'::~'H:~:~·'iJFnt~*.t*rrr;~0;:·;·;
!.~..J .. ~.~x~.~)(,l~j~~~~~k~'~>++:~'xix~A~elghtec
,i"~,,~~)t~.~·.·l.~)t~.. ~.~X~'~X'~II~'~
i i "i""'~'"ioom ,t ....... . !i 0;. f"1 ;
-
lreqUllnCy noonallzed
.~.~"j~~·~'l:i;
.; ...
.
..
2S
20
.:,_)i,:;:::;: :;:':~::~ :'r::-::ï'; ,
j, .;
...
~ ..-..~
Freqvençy
'~_4~'
.
~-,~ .. :
:~OO~~,Bi~ts
_
1861rpm
bOw
..•-.~:l~:t~~ *~·~~.~.t ;.i !i~:~:~1~_7~ia;t:t~s~
,·n (Tr:,,~::..~'t6.ni!a,:~k·l~A~~ec L .i... ~l,..•• ._...~W++t<~~~~~~~
stuurboord
12 rotation
hoog toerental
'1::T""
::::::
~_+..~.*+++..~.-:" ..~j«~-+.
Slaapkamer
bakboord
10 &rIg1fIe
10 IN
frequency comparl,on bedroom port
j:;~#~'~',:i\J - _J, ..
.
':::
i~oo~~.Bi~~ts 0',; ':;":: ':;":;.':.::
::tfIII, .
Slaapkamer bOw 1184rpm
poft
. -1
x ~. ~ . ~ .. ;
»
e
6 lrequency
Slaapkamer
, - 1 . '1
~).x*x*x ~ x*~f~tx~~M~iea:'r~~A-e9ltec
foK.l
"~''''*-X'i
;.x-+.~x·i·~ ..:~
f'
:":
wel dominant. De pieken in de slaapkamers
dus verantwoordelijk.
bevestigen dit beeld.
Tabel V1.9: Octaafbandanalyse Woonkamer
laag toerental
250 500 lr~yoctll'o'Oband(ce.nlor)
Slaapkamer
bakboord
Woonkamer
1000
2000
Slaapkamer
stuurboord
Slaapkamer
achter laag toerental
1000
Slaapkamer
bakboord
500
eetave
1000 bar'ld
2000
(centor)
laag toerental
260 freQL.lerq
2000
(conlor)
laag toerental
Tabel VI.1 0: Median filter
260
frequerq
laag toerental
250 500 IrBqUel'1(;yOClllllOband
hoog toerental
500 1000 octavo bar'ld (cenTor)
Slaapkamer
stuurboord
Slaapkamer
achter hoog toerental
2000
hoog toerental
Woonkamer
::;
Slaapkamer
laag toerental
Woonkamer
....
hoog toerental
1;''''
bakboord
laag toerental ...._pm-..
Slaapkamer
bakboord
hoog toerental
11.. ", •
.~
M
..0,
f'-/_'
~~ ~ ~
Slaapkamer
stuurboord
laag toerental
Slaapkamer
stuurboord
hoog toerental
Slaapkamer
achter hoog toerental
'=-.11'
Slaapkamer
::;
achter laag toerental
....
De octaafbandanalyse
en breedbandanalyse
bevestigen de dominantie
analyse. De bijdrage van de vloer in de slaapkamers afstralend vlak toegevoegd
aan de tabel.
van de afstralende vlakken uit de smalbandige
wordt echter wel duidelijker
hieruit. Dat vlak is dus als belangrijk
Tabel VI.11 a: Delta analvse (octaafbandanalvse Woonkamer
Slaapkamer
stuurboord
Veranderingen normaalrichting.
in niveaus
zijn
direct
terug
te
Slaapkamer
bakboord
Slaapkamer
achter
herleiden
naar
verschillen
in de
keerkoppeling,
met
name
in
Woonkamer
Slaapkamer bakboord '""'-1'1"'1
Slaapkamer stuurboord
,," .....
11 .....
Im ,,..
Slaapkamer achter
,,,,,.,,,,,\11,
Er is een algehele toename te vinden in geluidsdruk van ca. 10 dB verdeeld over het frequentiebereik. Voor de slaapkamers laat het vloerpaneel de grootste toename zien, voornamelijk in het bereik 100-400 Hz. In de woonkamer zijn dit de zijwanden. De motor en koppeling vertonen vergelijkbaar gedrag. Wat opvalt is een verschuiving in het 400800 Hz gebied voor de koppeling en motor. Deze verschuiving lijkt te verschalen met het verschil in toerental.
Samengevat:
•
Piekanalyse:
Er is op lage toerentallen
een sterke resonantie
bevestigd door de schipper. Voor sommige
te vinden op 50-60 Hz. Deze resonantie
kamers is een lichte verschuiving
is
in frequentie tussen metingen,
zodoende zijn er soms dubbele pieken. •
Frequentieanalyse:
•
Octaafbandanalyse:
•
Motorpieken zijn over het algemeen dominant, maar schroefpieken
zijn ook zichtbaar.
De meest dominante band is 1000 Hz voor alle ruimten:
o
Woonkamer:
o
Bakboord slaapkamer:
zijwanden zijn dominant, dan achterwand achterwand meest dominant, dan bakboord
o
Stuurboord slaapkamer:
o
Slaapkamer achter: voorwand en stuurboordwand
meest dominant is de achterwand, dan stuurboord wand zijn dominant
Delta analyse tussen de toerentallen: o
Bakboord slaapkamer: banden.
Voor
voornamelijk o
de
de meeste toename is in de 125 en 250 Hz banden alsmede de 2 en 4 kHz
1000
Hz band
is de achterwand
zichtbaar op de keerkoppeling
Stuurboord slaapkamer:
sterk
toegenomen.
Het toenameprofiel
is
en de motor (normaal).
zelfde als bakboord slaapkamer,
maar nu draagt de achterwand
dominant bij
in de 250 Hz band. o
Slaapkamer
achter: sterke toename in de 31.5 Hz band, en 10 dB in de volgende banden: 62.5,125,
500 Hz en 4 en 8 kHz? Alleen de 1 en 2 kHz banden blijven achter. Toename voorwand. •
Grensfrequenties:
rond de 2-4 kHz.
is op de vloer en
Meetresu Itaten Kreeft Tabel V1.12: Piekanalvse Woonkamer
laag toerental
Woonkamer
hoog toerental
" ...... "1"
Slaapkamer
bakboord laag toerental
Slaapkamer
bakboord hoog toerental
Slaapkamer
stuurboord
laag toerental
I
Slaapkamer
stuurboord
hoog toerental
Slaapkamer
achter hoog toerental
;:=""""'1
'=[ d.!i,,,j , 'lr~rtl
;::~::;:.==
Slaapkamer
achter laag toerental
t""_)III
Voor alle ontvang ruimtes is een hoge piek zichtbaar in de ontvang ruimtes rond 40 Hz. Deze piek is terug te zien in de motor en mindere mate de keerkoppeling
(tangentieel),
(normaal). Er is geen dominant vlak aan te wijzen.
en wordt overgebracht
op de achterwand
van de motorkamer
Tabel V1.13: Frequentieanalyse Woonkamer
laag toerental
Woonkamer
hoog toerental Freq!,lenç~
comparilOn
living
room
165Of'pm
~~vel~"*"
~~>~. x xX ~~ w
~
.
.
x ~.
~
. : ~ i . "1.. i .1 ',ï .,.
,
,
xt'i~8~r~8~6:f:~ck~A_~t$(
x~
"
~
~
~
~
~
~
~
~
FfeQU9l'lC'tlHz)
Slaapkamer
bakboord
laag toerental
Slaapkamer
bakboord
hoog toerental
frequency compa,lton bedroom port bOw 1650rpm
::
i i : . i
1
:;:d·l""ul
::
1 ; : ~ ;
":i
.!
f
6 lreqoency
Slaapkamer
stuurboord
laag toerental
Slaapkamer
stuurboord
:
;
i.. ~
~ I~'oom avg!oI X~'~X~)(r·~x~
"~x~x*"
,~.
!
~ - .': :~[
~~vel~~
.xx~x
:
. yelorje~lhe~1~nts
~:.:
-x xXx*l(
j
.te'OIJ~~,:aM~ts:
;;iUi.l~~::·;.
tI!i 6 m~.
~ck
••
~
A_&l9hlEoC
~
~.)!:
8 noonall1:ed
"
10 12 la !he &rlgtOe lOIabOrl
18
hoog toerental
:
:
::
::
.rel~~~Iing,iBl'.~entsl
.r·'1~~1~~"~.
6 !!aqoency
Slaapkamer
Slaapkamer
achter laag toerental
8 nonnalized
10 la the
9119I0Il
12 rotallon
,..
16
achter hoog toerental Frequener compotl'llon bedroom stem 1650rpm :'
:.
i:~*i~~a~:::I :*n';~~l"
f:"
~,d';':.
"'8m.'~ :-:~'~~~'f
~~~~
zijn dominant.
f'
f ..
De 4e orde piek is dominant in het geluidssignaal.
enigszins dominante schroeffrequentie
te zien in de afgestraalde vlakken.
"
i i.
6 8 10 12 Ifaqoencynonnali.zildlotheenglOefotallon
De motorfrequenties
i
..ajl~~ts
,',IQ'")!O/i
'4
16
Tussen de 2e en 3e orde is een
Tabel V1.14: Octaafbandanalyse Woonkamer
laag toerental
Woonkamer
hoog toerental
bakboord
Slaapkamer
bakboord
te
Slaapkamer
laag toerental
hoog toerental
125
Slaapkamer
Slaapkamer
stuurboord
laag toerental
achter laag toerental
Slaapkamer
Slaapkamer
stuurboord
250 "OQuençy
500 1000 2000 oct_ oafla (~nter)
hoog toerental
achter hoog toerental
De octaafbandanalyse slaapkamer
geeft een iets duidelijker
is de bakboord wand dominant
beeld over de dominante
vlakken
(HF) en de vloer (hoge toerentallen).
in het schip. Voor de bakboord
In de stuurboord
slaapkamer
zijn de
stuurboord wand (HF) dominant en de vloer en voorwand (lage toerentallen). In de slaapkamer stuurboordwand
achter
en in de woonkamer
zijn geen dominante
vlakken,
alle vlakken
in de woonkamer enigszins dominant. Dit was de buitenzijde van het schip.
dragen
bij, al lijkt de
Tabel V1.15: Median filter Woonkamer
laag toerental
Woonkamer
hoog toerental
Slaapkamer
bakboord
Slaapkamer
bakboord
laag toerental
hoog toerental
Slaapkamer
stuurboord
laag toerental
Slaapkamer
achter laag toerental
Slaapkamer
stuurboord
hoog toerental
Slaapkamer
achter hoog toerental
I~."
Hoge toerentallen
bevestigen
''''''_1111
de eerder
genoemde
dominante
achterwand en bakboord ook dominant (alle wanden dus).
vlakken.
Voor
de stuurboord
slaapkamer
blijken
Tabel V1.16: Delta analvse Slaapkamer bakboord
Slaapkamer achter
Slaapkamer bakboord
Slaapkamer achter
!~~ i~_.~._-===----=_j
~:rv~ ~;~ lJII
!'lID"'"
":L_~---=-:::__ ..,
"
1 •
! ,,'
1....'_"11
1""_)'"
Bij de octaafbandvergelijking
is te zien dat vooral de keerkoppeling
toerentallen.
zijn rechtstreeks
Deze verschillen
is voor de verschillen
terug te zien in de delta's van de ontvangruimte.
vergelijking is een verhoging van 10-30 dB te zien in de ontvangkamers. schepen te zien was de keerkoppeling
verantwoordelijk
(en de normaalrichting
De grootste veroorzaker
tussen
In de median filter
is zoals ook in andere
van de achterwand van de machinekamer).
Samengevat:
•
Er zijn grote toerentalverschillen
•
Piekanalyse:
•
Frequentieanalyse:
•
Octaafbandanalyse:
amplitudeverschillen
•
gevonden
tussen
de metingen.
De figuren
zijn aangepast
voor grotere
.
Motorpieken zijn duidelijk zichtbaar in de ontvangruimtes. de 4e orde piek is dominant in het geluidssignaal.
Er zijn ook schroeffrequenties
zichtbaar.
1kHz band heeft de hoogste A-gewogen excitatie
o
Bakboord slaapkamer:
o
Stuurboord slaapkamer:
achterwand en bakboordwand voorwand en stuurboordwand
o
Slaapkamer achter: achter- en linkerwand dominant
o
Woonkamer:
dominant dominant
vloer dominant mede vanwege oppervlakte,
daarna achterwand en stuurboordwand
Delta analyse: o
De bakboord slaapkamer geeft de minste toename.
o
heeft de meeste toename Het profiel van toename
(octaafbandanalyse)
en motor (gefilterde spectrum)
Slaapkamer
voornaamste
achter:
toename
rond de 1 kHz.
is het meest te herkennen
is in de hogere
correleert het beste in de vorm (gefilterde spectra) Grensfrequentie:
in de 62.5 tlm 250 Hz banden. De 1 kHz band
en lagere
op de koppeling
octaafbanden,
in
koppeling
Meetresultaten Opm.:
Virginia
De Virginia
motortoerental.
heeft 2 motoren
met verschillende
verhouding
in de tandwielkasten.
Zodoende
varieert
In de twee figuren hieronder kan het verschil in frequenties tussen de twee motoren gezien worden:
Tabel V1.17: Variaties in motortoerentallen Motor bakboord
Motor stuurboord
....
Prcqucncy. Hz Power Spectra) Density or rhc A wcightcd rntcrophone signal
Prcquency.
Hz
10' F requcncy. Hz
Frequency. Hz
het
Tabel VI.18 : Piekanalyse Woonkamer
laag toerental
Woonkamer
hoog toerental
Slaapkamer
bakboord
Slaapkamer
bakboord
onder laag toerental
onder hoog toerental
Slaapkamer
stuurboord
onder laag toerental
Slaapkamer
stuurboord
onder hoog toerental
Slaapkamer
stuurboord
boven laag toerental
Slaapkamer
stuurboord
boven hoog toerental
In de spectrum van alle figuren zijn een aantal gebieden te identificeren
met een hogere amplitude, bijvoorbeeld
rond 60
Hz bij 1560 toeren. In de figuren voor 1740 toeren is op te merken dat dit gebied met hogere amplitude mee verschuift met het toerental.
In de woonkamer
zijn plafond
woonkamer
als de bakboord slaapkamer
toerentallen
de bakboord
stuurboordslaapkamer enigszins belangrijk.
wand.
(LF) en achterwand
geldt dat met lage toerentallen
Voor de stuurboord
onder heeft ook een dominante
slaapkamers achterwand.
dominant.
Interessant
de stuurboordwand
zijn de stuurboordwanden Vloer en plafond
is dat voor zowel de
dominant is, en met hoge altijd dominant.
zijn in de slaapkamers
De ook
Woonkamer
laag toerental Frequency
Woonkamer
comparison
living
hoog toerental
room l560rpm
Frequency
comparl50n
,
.
living
:
.
room
1740rpm
.
: vel Or, C<'ÀJpII~,
a~ eompÓnenlS
~r~~·:i:~~·.j:~':·~ f~·'f:~ .~-
:·;~r~o~~~~:~trt~~ j.. :
:!
'
~:veI~roo!"
. !:
j .~ .. ,.. ;;".;, ~.. . ,.
i. 'i: . ; !"r~,p'~'?f~n,b+~~~A'W"h<~ 6 frequency
Slaapkamer
bakboord
8 normaUzed
10 12 14 10 tbe englne rotatlOr'l
. ·fx .: x· kx·x:x·;.
+< ..
6
16
Irequency
onder laag toerental
Slaapkamer
bakboord Frequent)'
i: :: ::: i Jon ~:-~:i~~~t~; ,;,~Jl.!'l!~gi~
.
'~'K~."
8 normalized
10
12
to \ho eoglne
16
rotalion
onder hoog toerental
camparl.on
bedroom
crew lewe,
deck port .tem
1740rpm
I"~nts'
..:~::'Z~ t .: -i-
i~i ~~:d: i~
,JI;~r/l;t~m".:':·
:n
::,:
;
i
t;~t~!~wi)~::!: " ITr~~~· i"1 .. .. x~~:·)(i:~~~1G~~~I~:t!;~~.~A.welgh!ec
~_,~"~"":"4: )!)<
. !~ .••
~xr:.:'. ...
Slaapkamer
stuurboord
normallZed
Ic the engIne
6 8 Irequl!f1l':y normalized
rotatee
onder laag toerental
Slaapkamer
stuurboord Frequeney
:
;
"i' 12 IOlation
cr_lowei
deck atarboard
stern
1740rpm I
; .~~i~~~;~~i;"'F7:~,
i
;
j
,.~1!L~~~:t::j "';M.:
..
bedroom
:
:.,
~
~ .... :......
.t ..
~, ••
,;"':
..~,..~~.
:.:!~:i~T~
I
~:veI~rootn
.....
I'
:
~ei~oo:7~~1' ~~t~~7Ii .~
1" t::<~0t..:i:
~~T;~~:
J :::~~~{~.~:;
:' ";"~;"':
10 te !he englne
onder hoog toerental
comparlBOn
.
'
~~;~~~~m~1I6~~.L;~A'W"h""
,.«~.)(.~.~.,
"~~~~~~'~~6~~'O~~12~~14~~I~' Irequency
nortnal~linr90m
i
;
x·~Äx~XiMU1~~$&~~~~~~~
A-welgh!(I(
.:xi< 6
8
ifequency
Slaapkamer
stuurboord Frequency
10
normaIited
12
10 the engInI!
6
14
frequeney
rotatee
boven laag toerental
comparlson
bedroom
crew uppat
deck starboard
slarn
1560rpm
Slaapkamer
stuurboord Frequency
comparIson
8 10 normali~ed 10 !he englne
12 101alioo
boven hoog toerental bedroom
crew upper
6
8
deck Ilarboard
Item
174Drpm
:::~~~{:~.~: ~ :
.,.~,~~>p<~ ,.~.
,:"1I6.
i.)<··" x·~#>;cE~."
.
.. ·
~ ~.~.. ~....~..
: 6
frequency
In de frequentieanalyse weer dominant.
~:..
:.
8 normaUzed
.;,
10
.:.
~~ .:
12
14
ffequellC)'
10 lhe engIne rotallen
is ook het verschil tussen de motortoerentallen
De 4e orde van de motor is dominant
(minder dominant) ook te herkennen.
normllli~ed
10 10 !he englne
12 lotalioo
"
re
van de twee motoren op te merken. De motor is
voor het A-gewogen
microfoonsignaal.
Schroeffrequenties
zijn
Tabel V1.20: Octaafbandanalvse Woonkamer
laag toerental
Woonkamer
hoog toerental
..
Slaapkamer
bakboord
Slaapkamer
stuurboord
Slaapkamer
stuurboord
Voor de woonkamer
onder laag toerental
Slaapkamer
bakboord
onder laag toerental
Slaapkamer
stuurboord
onder hoog toerental
boven laag toerental
Slaapkamer
stuurboord
boven hoog toerental
wordt de dominantie
van de achterwand
onder hoog toerental
en de vloer in de dominante A-gewogen
band bevestigd.
De zijwanden lijken nu echter ook een zekere invloed te hebben. Ook hier is weer te zien dat met lage toerentallen stuurboordwand
dominanter
is en met hoge toerentallen
meer duidelijk te zien, hier wordt het plafond dominant. dominant.
In de stuurboord
slaapkamer
de bakboordwand.
In de bakboordslaapkamer
Maar voor lage toerentallen
is nog steeds de stuurboordwand
onder zijn plafond en vloer nog steeds dominant.
boven laat breedbandig geen dominante vlakken zien.
de
is dit laatste niet
De stuurboordslaapkamer
Tabel VI.21 : Median filter Woonkamer
laag toerental
Woonkamer
hoog toerental
.,'.. _ISIot..-
:~ Ol
fIlIb~""""__
~
Slaapkamer
bakboord onder laag toerental
Slaapkamer
bakboord onder hoog toerental
Slaapkamer
stuurboord
onder laag toerental
Slaapkamer
stuurboord
onder hoog toerental
Slaapkamer
stuurboord
boven laag toerental
Slaapkamer
stuurboord
boven hoog toerental
De median filter data bevestigen de eerdere beelden.
Tabel V1.22a: Delta analyse (octaafbandvergelijking) Woonkamer
Slaapkamer
Slaapkamer
stuurboord
onder
.~. '----~._---:
j
,:·-----==-~~;;~ê
:1<1
't
_
,,,
_.....,.~
.. 'I
I"
-
,-
-
.......
bakboord onder
Tabel V1.22b: Delta analyse (median filter) Woonkamer
Slaapkamer
Slaapkamer
stuurboord
onder
bakboord onder
Tabel VI.22c : Delta anal Woonkamer
Slaapkamer bakboord onder Frequency
compari.on
living
room
1740·
~in
FreqUl!lncy comparieon
1560rpm
roOma~ of ~1l6 rrÎeas,~Iadll~
.. 10 ,. ~.... ~ .. 'l ... ,"··i·~·
a
6 Frequency
noonaIil.ed
10 \0 eoglOO
'2 revolubOfl
14
bedroom
crew 10_,
doek port stem
'740·
1560rpm
A-walghllK
~i
16
Slaapkamer stuurboord onder Fr.quency tampert.on bodloom crow lowel doek .tarboard .Iem 1740- l560rpm
::
::::
:
::
:
:~:;mrl#~~r~ j
I._I
6 Frequency
n
a
normaIized
10
\0
engine
12 revolullofl
14
16
Uit de delta analyses is geen extra informatie naar voren gekomen.
Samengevat:
•
Piekanalyse: amplitude,
in de spectrum bijvoorbeeld
van alle figuren
zijn een aantal gebieden
te identificeren
gebied met hogere amplitude mee verschuift met het toerental. 1een 4e orde motor zijn duidelijk zichtbaar, maar niet-motorfrequenties
•
Frequentieanalyse:
•
Octaafband analyse: 250 en 500 Hz dominant bij lage toeren, 125 Hz bij hoge toeren.
•
met een hogere
rond 60 Hz bij 1560 toeren. In de figuren voor 1740 toeren is op te merken dat dit
o
Bakboord slaapkamer onder: vloer, achterwand, stuurboordwand
o
Stuurboord slaapkamer onder: vloer, achterwand, daarna stuurboordwand
o
Stuurboord slaapkamer boven: stuurboordwand
o
Woonkamer:
zijn ook zichtbaar.
dominant. dominant.
dominant.
vloer, achterwand dominant.
Delta analyse: resonantiepieken
te meten op motor en koppeling van rond de 30 en 60 (bij lage toerental)
Hz
verschuiven consistent bij verhoging van het toerental. De toename in de 125 Hz band is hieraan te danken. Dit is een 1e en 2e orde motor waarschijnlijk. •
Grensfrequenties
tussen 1 en 5 kHz.
Meetresultaten
Viator
Tabel V1.23: Piekanalvse Woonkamer
1 stuurboord
Woonkamer
2 bakboord
laag toerental
laag toerental
Woonkamer
1 stuurboord
Woonkamer
2 bakboord
hoog toerental
hoog toerental
1.......
)111
Slaapkamer
1 stuurboord
Slaapkamer
2 bakboord
laag toerental
Slaapkamer
laag toerental
1 stuurboord
Slaapkamer
2 bakboord
hoog toerental
hoog toerental
r""_)lrl
Voor alle ruimtes geldt dat de pieken in ontvang ruimtes duidelijk overeenkomen Er is bij lage toerentallen
in woonkamer
voorwand en stuurboordwand). trilling overgeven
1 een duidelijke piek te zien net onder de 30 Hz (plafond) en rond 100 Hz (vloer,
Deze pieken zijn terug te herleiden naar de motor en keerkoppeling
aan de achterwand
van de motorkamer
(ook tangentieel).
rond 100 Hz weer te zien, nu in de achterwand en bakboordwand. (plafond, achterwand).
met pieken uit de motorkamer.
In woonkamer
(tangentieel),
die de
2 is de piek onder 30 Hz en
Er is ook een sterke piek te zien net boven de 30 Hz
Bij hoge toerentallen manifesteert
verschuift
de piek van 100 Hz naar hogere frequenties.
in het plafond van de ontvangruimte
Er is nu ook een hoge piek die zich
tussen de 40-50 Hz afkomstig van de keerkoppeling.
Voor woonkamer
2 is er een nieuwe piek bijgekomen op 80 Hz in de vloer. In slaapkamer
1 is de piek onder de 30 Hz te zien in de voorwand en stuurboord wand. Een hogere piek geeft echter het
plafond net boven de 30 Hz, afkomstig van de keerkoppeling. afkomstig van de motor en keerkoppeling.
Rond de 100 Hz ligt een piek voor de stuurboordwand,
Plafond en stuurboordwand
zijn dominant.
In slaapkamer 2 is hetzelfde verhaal herkenbaar. Dominant zijn de vloer, het plafond, en de bakboordwand.
Tabel V1.24: Frequentieanalyse Woonkamer
1 stuurboord
laag toerental
Woonkamer
1 stuurboord
Frequenq comparl.on living 1 1508rpm ;
Frequency
.~ .':f',.;~J.t~
:
:
:
:
::
~rr:uIWi!inr()OlT>
.:c~l§t:~~f:!-l î: l :.;'l :1.{:l ~J.: .
~'::T~~" i'"
h,
living
~~:,'
~.1...)r;.Ll><-~~~~~o~ .
compal1lOn
11600rpm
I
. "'~~'~~~~ :
toerental
.1. h,·
r.'r",;,,:~~:".'~·~·~'l'~';A~_W
!
.»
; .l .
..,.
'.
·*,X~·
:
i
:
l oor~~~1oom i' ;.~ ..i ..
.
,
.l !:
:
~x~~x~xx.
.
mIç!lnf09'118~oIa!16~eaS,bIa~'~A-wetghtec
~x~ .. ~ X)ll x~xx ~~ x xx ~.
i : ~
~
~
~
m
~
~
~
~
~
~
~
~
m
Frequeocy(Hz)
Woonkamer
2 bakboord
toerental
Woonkamer
2 bakboord
~
freQU9l'lC'tlHzJ
~
m
~
~
~
hoog toerental
Frequency
compartt,on
living
2 1600rpm
, ,.
-.
i!::
· .....pn~~aJl~t!'
f·~C-:il<~~!~·· ::
~~lLh
:::
~ ~ roJn.Jg lneas.. . ;"~ l·~""·~)("'X~0111116
'-, •.~.~,~x~
... ~.
~~.;.;
'''~~."*)("4'
50
Slaapkamer
·i .,,~~
tlIaCk ~ A-welgl'ltec
100
150
350
1 stuurboord
4()()
450
l'
..
U- rrr·~ . i
i
~ mIe!ln ~
è~.
OIal16
~éaS,
bIa~
x~.x " "": ~ .. ~x~X~kK"~'K)(~*
i!l A_&tghlec
SOO
Slaapkamer
laag toerental
1 stuurboord
hoog toerental
FrequeflCy
camparl.on
be
.~e~~7:n:~jT~ts i.:
~~~~~J!\
v~11n klOm: i i -i ........
nor('lal
:k~i ..: ~f:!.~··;"l· :
i
:
* X x...
...:.~ .• ;·.X«~x ~L.L.* .. j.... 50
Slaapkamer
100
ISO
200
2 bakboord
!
..:."" ...~x).(xXx ~
250 Fr(lQllency(H:)
000
se
4()()
350
laag toerental
Slaapkamer
*x
x
HJO
200
2 bakboord
250 FfllQUoncy[Hz[
i
. 1
!lOOM1
.., ....•. ~*~-ooj:« M38i)lQjIll'*~*".~ 50
100
i .~
veJ
.
in
rtJOm
;
. i';'
~.
><#>«+. :
., 200
250 F~[H11
900
se
lOOm! .
x*.. HJO
200
250 FfllQUoncy[HzI
De pieken bevinden zich met name op de 4e orde van de motor en de harmonischen. schroefbladfrequenties
V~11n
... L .. j
.. f . ~
f-~.
..,.,,*. ~. ~..
X
15(l
nor~
l!...~. :X:>.l:.Kl!: .• )f~..
500
.~e~~7-r~;·~l~~ts
:,"*,.~:_; j j
j'
350
bedroom 21500rpm
:~~~~~~ i
300
hoog toerental
Frequeoçy çomparl.on
·1
~i~r~)Öcol~I!6)(maa~.~
.;.•~ ;.l.
(tussen de halve en hele orde van de motor in) te herkennen.
300
350
Laagfrequent
zijn ook enkele
Tabel V1.25: Octaafbandanalyse Woonkamer
1 stuurboord
Woonkamer
2 bakboord
Slaapkamer
1 stuurboord
laag toerental
laag toerental
laag toerental
Woonkamer
1 stuurboord
Woonkamer
2 bakboord
Slaapkamer
1 stuurboord
hoog toerental
hoog toerental
hoog toerental
•
Slaapkamer
2 bakboord
12ti
laag toerental
2~
sco
1000
Slaapkamer
2 bakboord
125
2000
fIoOQveocy DCliIVOOMIIO''''0'0''
Voor slaapkamer
1 zijn de voornaamste
afstralende
vlakken breedbandig
hoog toerental
250 IroqveflC)'
SOO DCl8VO
ba"O
1000 ?OOG (O(Ioto"
het plafond, de voorwand
zijde. Voor slaapkamer 2 zijn dit de vloer en de achterwand. Voor de woonkamers
zijn dit de plafonds.
en de stuurboord
Tabel V1.26: Median filter Woonkamer
1 stuurboord
toerental
Woonkamer
1 stuurboord
toerental
-~ :~ ,,.
~
._'
<~
':~ ......
..,' t"""-llli
Woonkamer
2 bakboord
laag toerental
Woonkamer
2 bakboord
hoog toerental
Slaapkamer
1 stuurboord
laag toerental
Slaapkamer
1 stuurboord
hoog toerental
~ ~
::~~~j ':,-~:=::: ...=~-,=!,-==-==~==:::::::::::~
'~r--
1-=,1
i:~ :;.,,,.
'~~.~i I'" ---..---......--.__
'.
•
11$0
.......
_
..
Slaapkamer
2 bakboord
In de woonkamers
laag toerental
Slaapkamer
blijven de vloer, plafond en zijwanden
dominant.
.....---
... 2 bakboord
../
t...._.,
.'
H'
hoog toerental
In de slaapkamer
is ook de dominantie
betreffende zijwanden en plafond terug te zien en in het geval van de stuurboord slaapkamer de achterwand ook.
van de
Tabel V1.27a: Delta analvse Woonkamer
stuurboord
Woonkamer
stuurboord
Woonkamer
bakboord
Woonkamer
bakboord
l,-'-----I 01_--------
~'"
---,...,._
I"
:-'~:~~:'
..
T:_~ 1::;;;-
-
• "I I~
_
_n..iJ
•
.,.-r-iiii[]
B
.,
r
•
~
I
,
..------------,
Slaapkamer
bakboord
Slaapkamer
bakboord
_" Er is op te merken uit de median filter analyse dat de geluidstoename bereik 30-200 Hz bevindt. Nadere kijk op de verschillende frequentiegebied
zich voornamelijk
in het
bronnen in de figuur laat zien dat deze toename in het lage
voornamelijk te correleren is met vibraties op de keerkoppeling.
Ook in de octaafbandvergelijking
is te zien dat de toename in geluidsbelasting
het lage frequentie bereik, alsmede in het hoge frequentiebereik. de toename in vibraties op de keerkoppeling. het beste.
in de ontvangruimtes
in de kamers zich voornamelijk
bevindt in
Voor de lage frequenties is een correlatie te vinden met
Voor de hoge frequenties
correleert de achterwand van de machinekamer
Tabel V1.28: Delta anal Woonkamer
stuurboord
Woonkamer
Frequllncy
:
camparl.on
!:
UYlng 1 1600·
i.'
i
Frequency
i
,i
~tr~7:r~~~';q~i7: :
...-@""t ~ ~··_.. ~~~~~~T~:~~1J"'-W~h'0( _r" ~.. j' - ; . ~ •
..
6
8
Frequent)'
Slaapkamer
,.
10
normalized
•••••
i . - . ~- , - , - ~- , . " - ,--
"
.
12
14
::
:::
j
i mic:irI ruom at.g OI~1161T1(ta$, bla~ -GO" ~q()~O~O<)O()oOoco!O 1'--i'~"-""j'j'"
~o~
~~~~~Q
~~·-t·'''1·j-~
"
••
2 1600 -l508rpm
j
==jtltj~'lc
,.~~~~'~~.f: l' L.l~TFi~] +j; J, .':
living
~~4~ ~;,~ ~~le1~~~~'t;~{I~"; ,:~I
-j ~~I
·~"iil~·_g~~f~i3d~~J6·:j "'1<-'
comparillon
i
:
:~:.,.~~~.~~1j~~.~~~;.~~
i'
bakboord
1508rpm
••
6 Freqooncy
la eI'lglf18 revokltlon
8 nonnaJil.ed
10 la eflglfIII
12 relKl!Ution
i~A-woigh'ec
14
bakboord Frequency
comparIIon
bedroom
21600
.
- 150Brprn
..
.,
,j ;~tînr.mj_J_L i .. : .. : ~ : . - - : - - .. : - ~:. ,.... ~. ~...: .. ~- ..:. ~;
;
'( .;
:!
i
i
:
I~::;~:':!:r~Tl::: o
2
4
6 Frequency
i'
I
i
i
m~lnr"Favgof~n6moa~,bI~i~"'-WelghllK
8
10
normalized
:1:: T: .~~~ 12
14
••
to eI'lglfftl revokrtlon
Wat duidelijk op te merken is uit de grafieken is de 4e orde van de motorfrequentie, de motor.
In het lagere bereik tussen
geassocieerd
e
de 1e en 4
motorharmonischen
alsmede andere harmonischen
zijn ook andere
pieken te herkennen
van die
kunnen worden met de schroefbladfrequentie.
Samengevat •
Frequentieanalyse: Bij lage toerentallen
o
Bij de hoge toerentallen schroeffrequenties
•
is 4e orde motor is dominant.
o
worden
er naast
de 4e orde
motor
ook overige
motorfrequenties
en
gevonden. Deze zijn relatief dominant.
Octaafbandanalyse: o
Slaapkamer stuurboord: max 250 Hz band, achterwand en stuurboordwand
o
Slaapkamer
bakboord:
max in 125, 250, 500 Hz banden.
Vloer,
dominant.
bakboordwand
en achterwand
dominant. o
Woonkamer
stuurboord:
500 Hz dominant,
vloer en stuurboordwand
overige contributies zijn ook significant. o
Woonkamer
•
Delta analyse:
•
Grensfrequentie:
o
bakboord: 125 en 500 Hz band, vloer dominant
De toename in de kamers correleert het beste met de koppeling boven de 1 kHz voor meeste wanden.
dominant voor 125 en 500 Hz,
Meetresultaten Melvin na maatregelen excitatie onder en boven veer Woonkamer
stuurboord
Woonkamer
150l\1c1Vin na file: 140723, engineroom,
l'T1ginc base,
1494rpm.
PSD ofint
Mclvtn
ace
1
bakboord na file: 140654,
~15°1 ä5
_
cnginc
room,
aba,'", damper,
1494rpm,
I'
~_~GlCI~r:>r.diU:-.._~
PSD of int ace normal
::!. s-,
g ~
50
10' Power
Speerrat
Dl'nsily
Frcqucncy, Hz of the A wcightcd
Frcqucncy. Hz. microphonc
signal
Power
Spcctrall>cnsity
of the A wci)!hled
microphone
signa!
10:' Frcqucucy.
Het verschil in trillingsniveaus
Hz
Erequency.
Hz
door de opvering is duidelijk te meten wanneer er gekeken wordt naar boven (rechts) en
onder (links) de motorophanging.
achterwand in bakboord slaapkamer voor en na maatreoelen Woonkamer
stuurboord
Woonkamer
bakboord
Frcqucncy, Hz. Power Spectra'
D"nllily ofthe
A wdghted
microphone
signal
Power
Speetrat
Deustry
Frcquency, Hz of the A welghred
mlcrophone
signa I
10:' Frequcncy.
De geluidsniveaus voorheen.
Hz
in de slaapkamers
Frcquency,
zijn verminderd
en ook zijn de motorpieken
Ilz
niet meer zo duidelijk zichtbaar
als
Tabel V1.31: Piekanalyse Slaapkamer bakboord
Wat
opvalt
Slaapkamer stuurboord
is de
relatief
stuurboordslaapkamer. hoog geluidsniveau
grote
piek
voor
de
2e
orde
motor
Dit is ook terug te vinden in het geluidssignaal
rond
50
Hz op
de
stuurboordwand
en de reden dat de stuurboord
van
slaapkamer
de een
heeft in de lagere octaafbanden.
Tabel V1.32: Frequentieanalyse Slaapkamer bakboord
Slaapkamer stuurboord
Frequer'IC)'
comparIson
port
bedroom
1494rpm
Frequenc)'
comparlson
bedroom
starboard
:
i ! : i i j .~:.j-~. ~~~..~: j.:
~I~~pnn~,a~+n~ ·1 .j j.! ; , ;: ;; ~I
j.;
~.!.
i. .~ :
~ ~~
,~
:
;
:
•
:
!
~xx:~x~X
~ •. ~ .~... :
:. j 6 frequency
•
:
.
:
1 l
:YelOne~ne;811~~
'r::~ ~':
qlm~~
..!. !.: j.:!:
ï'lj:'
;
ro9m a~ :.,.
:: dali
~.
~mo~.
i
j'j:'
bl~
.
i,....
-weighlQ(
~iC
in
+.
a~
oI:all ~mo+
~~
I~ A-weighl9(
~.; B norma~zed
10
12
10 the englfMl
14
16
18
ro
rotation
e
e
Excitaties van 4 en 4.5
wordt duidelijk door de keerkoppeling
6 Irequency
De 1e orde van de motor is duidelijk zichtbaar. De overige motorfrequenties schroeffrequenties.
;;
i ;. j -, ] ..
j~t1Iin~m ::
in
1494rpm
::
..~.~ l'
~I~în~m,
: ~
: >I
00 e~Ule;811
. f ',:
.
ivetón~!lnP,al~~n,s
8 norma~zed
10 to
th6
12 englne
14
16
18
20
rolalÎOfl
zijn niet meer dominant ten opzichte van de
orde motor zijn nog steeds het sterkst op de motor fundatie, de 6.5e orde
doorgegeven.
Tabel V1.33: Median filter Slaapkamer
bakboord
Slaapkamer
stuurboord
~~
In de tabel hierboven
is een vergelijking
belasting op de keerkoppeling de keerkoppeling machinekamer de hoofdmotor.
gemaakt tussen de geluidproductie,
en machinekamer
als de achterwand
achterwand.
terug te vinden.
vormen het transmissiepad.
de vibraties
van alle vlakken een de
De pieken tussen de 40 -50 Hz en 70-80 Hz zijn zowel op
De keerkoppeling
is hierbij de bron en de wanden
van de
De grote piek in het gebeid 40-50 Hz komt overeen met de tweede orde van
Samengevat:
•
Reductie van geluid is goed te zien. 1e en 2e orde hoofdmotor zich in de lage geluidoctaafbanden.
zijn nog relevante bronnen, en dit manifesteert
De opvering is succesvol in het reduceren van de geluidsdruk,
voornamelijk
in het bereik 100-500 Hz. •
Octaafbandanalyse: o
Woonkamer
250 Hz dominante band is alleen op vloer gemeten, dan 125 Hz dominant.
o
Slaapkamer bakboord: achterwand, bakboordwand,
o
Slaapkamer
stuurboord:
achterwand
vloer
en stuurboordwand,
ook is opvallend
dat de 31.5 en 62 Hz
banden ook hoog zijn. •
Delta analyse: o
Er zijn nog overgebleven
pieken zichtbaar, op 50 Hz bij 1494 toeren is een duidelijke piek te vinden,
verder ook in het bereik 70-200 Hz een aantal pieken.
•
o
Bakboord slaapkamer:
o
Stuurboord slaapkamer:
excitaties op de achterwand in het bereik 50-100 Hz de 50 Hz piek is nog duidelijk te herkennen aan hogere amplitude.
Frequentieanalyse: o
1e en 2e orde motor nog duidelijk
zichtbaar,
daarnaast
zijn nu schroeffrequenties
voorheen. •
De vervalcurves
voor de afstraalefficiëntie
zien er nog steeds hetzelfde uit.
dominanter
dan
OPA Bijlage VI
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
INGENIEURS
r. . ---r--1
Resultaten enquête
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31-03-2015 e. Ostendorf
In totaal legden 162 respondenten
de enquête
af.
Vraag 1 : In welk jaar is de kiel van uw schip gelegd? De antwoorden
variëren
schepen van vóór
tussen 'niet bekend'
en 2014. 112 ingevulde
enquêtes
betreffen
1976 behorende tot de doelgroep.
Vraag 2 : Wat is uw functie op het schip? Het meest voorkomend machinist / huisvrouw'
antwoord
is 'schipper / eigenaar / kapitein',
komen bijvoorbeeld
maar ook 'matroos
voor.
Vraag 3 : Hoeveel uur wordt er gemiddeld met uw schip gevaren per 24 uur? 90 80 70 60 50 40
• Aantal respondenten
30 20 10
o 14 uur 15 uur 16 uur 17 uur18 uur 19 uur of of minder meer
Vraag 4 : Wordt er gelijktijdig door iemand gevaren en door anderen geslapen op uw schip?
/
Vraag 5 : Hoeveel uur verblijft u gemiddeld per 24 uur in de woonkamer van uw schip terwijl het schip vaart? Gemiddelde waarde: 4.46 Variantie: 15.16
Vraag 6 : Hoeveel uur verblijft u gemiddeld per 24 uur in uw slaapkamer terwijl het schip vaart? Gemiddelde waarde: 4.28 Variantie: 10.57
Vraag 7 : Hoeveel uur verblijft u gemiddeld per 24 uur in de stuurhut van uw schip terwijl het schip vaart? Gemiddelde waarde: 11.70 Variantie: 22.66
Vraag 8 : Hoeveel uur verblijft u gemiddeld per 24 uur in de machinekamer van uw schip terwijl het schip vaart? Gemiddelde waarde: 2.22 Variantie: 8.67
OPA Bijlage VII
CAUBERG-HUYGEN RAADGEVENDE
Verklarende
INGENIEURS
r. . ---r--1
begrippenlijst
Vervolgonderzoek Geluid Binnenvaartschepen Eindrapport - definitief
20140720-06 31-03-2015 e. Ostendorf
ACHTERGRONDGELUID
Het achtergrondgeluid
is het geluid dat veroorzaakt
omgeving behalve de geluidbronnen
wordt door alle andere geluidbronnen
van het schip. Als het achtergrondgeluid
in de
10 dB lager is dan het
geluid niveau van het schip, dan heeft het geen invloed meer op het geluid niveau van het schip en hoeft
niet
gecorrigeerd
geluidmetingen
te
worden
voor
de
invloed
van
het
achtergrondgeluid.
Tijdens
de
op de schepen en aan de passerende schepen was dit steeds het geval.
ACHTERG ROND GELUID METING
Dit is een meting van het geluidniveau het achtergrondgeluid
te
kunnen
van alle bronnen zonder het geluidniveau
meten,
moeten
alle
geluidbronnen
van
van het schip. Om het
schip
worden
uitgeschakeld.
AFSTRALING
Afstraling
EN AFSTRAALEFFICIËNTIE
van
geluid
afstraalefficiëntie geluidenergie.
gebeurt
als de trilling
(of afstraalgraad) Bij een afstraalefficiëntie
grensfrequentie
om wordt
in geluid.
De
van de trillingsenergie
in
wordt een deel van de trillingsenergie
dus niet in geluid. Het object veroorzaakt De frequentie
een object
voor de omzetting
gezet
van 1 worden trillingen met een maximale efficiëntie
in geluid. Bij lagere afstraalefficiënties plaatsvindt.
van
is een maat
dan minder geluid omdat de afstraling
vanaf waar de afstraalefficiëntie
1
omgezet
omgezet in warmte en minder efficiënt
is, heet de grensfrequentie
(zie ook
in deze lijst).
AFVEERFREOUENTIE
De afveerfrequentie scheepsmotor.
is een term die gebruikt wordt bij trillingsisolatoren
De afveerfrequentie
is dan de frequentie
waarboven
zoals de "veren" onder een trillingen
effectief
worden
gedempt. De mate van demping is afhankelijk van de frequentie van de trilling, van bijvoorbeeld de motor, in relatie tot de afveerfrequentie afveerfrequentie.
van de trillingsisolator.
Demping begint bij circa 2 maal de
De maximale demping bedraagt ongeveer een factor 10.
BEDRIIFSCONDITIES
In dit onderzoek
zijn metingen
verricht
onder verschillende
bedrijfscondities.
De bedrijfsconditie
varieerde op de volgende aspecten: motor uit, motor aan; varend of stationair; koppeling ingeschakeld of niet; en het percentage van het toerental gerelateerd beoordeling
van de geluidniveaus
aan het vermogen van de motor. Voor de
is met name gemeten
tijdens
het varen en bij verschillende
toerentallen (zie ook MCR-mix).
BREEDBANDIG
Breedbandig tonen).
GELUID
geluid bevat zowel laagfrequent
De geluidenergie
is gelijkmatig
geluid (lage tonen) als hoogfrequent
verdeeld
over
breedbandig geluid is tonaal geluid (zie ook geluidspectrum
BREEDBANDSPECTRUM
Zie geluid- en trillingsspectrum.
alle
frequenties.
geluid (hoge
De tegenstelling
en tonaal geluid in deze lijst).
van
CONSTRUCTIEGELUID
Constructiegeluid
is geluid dat via de constructie van het schip (scheepswand,
verspreid. Een bron, bijvoorbeeld een scheepsmotor, brengt daarom de vloer en scheepswanden scheepswand
dek, spanten) wordt
staat op de vloer van een schip. De motor trilt en
in trilling. De wanden van andere vertrekken die aan de
liggen, worden zo ook in trilling gebracht. Deze trillende wanden zorgen door afstraling
voor geluid in de ruimte (zie ook afstraling in deze lijst). Contstructiegeluid
treedt op in alle ruimtes die
via de constructie fysiek verbonden zijn met een geluidbron.
EIGENFREOUENTIE
Als een object zoals de vloer of wand van een ruimte, met én dat object trillen in zijn eigenfrequentie.
beweegt, het makkelijkst in trilling komt. De eigenfrequentie en eigenschappen de geluidisolatie
klap in trilling wordt gebracht, dan gaat
Dit is de frequentie
waarmee
dat object het makkelijkst
wordt bepaald door de afmetingen, vorm
van de materialen van een object. Bij de eigenfrequentie
van een wand of vloer is
laag. Dit effect is het grootste bij dunne platen, zoals stalen scheepswanden,
die makkelijk in trilling zijn te brengen. Als de frequentie van de bron en de eigenfrequentie object met elkaar overeenkomen,
omdat van het
dan treedt resonantie op (zie resonanties in deze lijst).
EXCITATIE
Objecten die exciteren zijn objecten die in trilling worden gebracht door een bepaalde bron. Excitatie is dan de resulterende trilling van het object.
FREOUENTIESPECTRUM
Zie geluid- en trillingsspectrum
GELUID- EN TRILLINGSPECTRUM
Om iets te kunnen zeggen over geluid en trillingen, wordt het signaal vaak opgedeeld in frequenties (tonen). In een frequentiespectrum van de frequentie.
wordt het energieniveau
Elke frequentie stelt én
van het signaal weergegeven
toon voor. Geluiden kunnen bestaan uit én
als functie toon, maar
ook uit meerdere tonen. In dit onderzoek
zijn de geluid- en trillingsniveaus
namelijk in octaafbanden in de frequentiebanden respectievelijk
enerzijds
bekeken
in brede frequentiebanden,
(32, 63, 125, 250 Hz, enzovoorts) en anderzijds in smalle banden, namelijk zelf (1, 2, 3, 4 Hz, enzovoorts).
breedbandspectra
en smalbandspectra
De spectra die hieruit voortkomen genoemd.
Het
worden
smalbandspectrum
wordt
gebruikt om tonale geluiden te herkennen (zie ook tonaal geluid in deze lijst). Door alle energie in alle frequentiebanden
op te tellen, wordt het geluidniveau
samengevat
in én
getal, de zogenoemde
eengetalswaarde .
GRENSFREOUENTIE EN COÏNCIDENTIE
De grensfrequentie
is de laagste frequentie
geluidgolf
frequentie
dezelfde
maximale efficiëntie afstraalefficiëntie
waarbij coïncidentie
heeft als (vrije) trillingsgolven
optreedt.
Coïncidentie
in een element,
waardoor
is als een met een
trillingen in geluid wordt omgezet (en vice versa). Boven de grensfrequentie
gelijk aan 1.
is de
HARMONISCHEN EN GRONDTOON
Harmonischen,
ook wel boventonen genoemd, zijn veelvouden van grondtonen van trillende objecten,
zoals bijvoorbeeld passeert.
de motor. De grondtoon
is de frequentie
waarop het object beweegt, draait of
De grondtoon is dus nauw verbonden aan een eventueel toerental. Voor de motor ligt de
grondtoon meestal tussen de 30-100 Hz. Als de grondtoon van een motor 30 Hz is, zijn harmonischen in het spectrum te zien op 60, 90, 120 Hz, enzovoorts.
HOLISTISCH
Bij een holistische aanpak wordt gekeken naar het geheel. Onderdelen afzonderlijk van elkaar behandeld, maar als én
van het geheel worden niet
vervlochten systeem gezien.
LUCHTGELUID
Luchtgeluid is geluid dat door een bron, bijvoorbeeld een scheepsmotor, lucht wordt overgedragen. vervolgens
wordt uitgestraald en door de
Het geluid raakt de wanden van een ruimte zoals de motorruimte,
in trilling worden gebracht.
die
De trilling van de wanden zet de lucht in de naastliggende
ruimte ook weer in trilling en levert zo geluidniveaus
op in de ruimte naast de motorruimte.
MAXIMALE ONTHEFFINGSWAARDE
Zie voorkeursgrenswaarde
MeR-MIX
MCR betekent Maximum Continuous motorvermogen.
Rating en is te vertalen als het maximaal continu beschikbaar
In het ROSR worden de geluideisen
gesteld bij een MCR van 95%. In de praktijk
blijkt geen enkel schip langdurig bij deze MCR te varen. Daarom is in het vooronderzoek,
uitgevoerd in
2013 door TNO en Level Acoustics, onderzoek gedaan naar de werkelijk gebruikte vermogens praktijk. Dit blijkt een mix te zijn uit verschillende vermogenspercentages: heet de MCR-mix. In het onderzoek van DPA Cauberg-Huygen geluidmetingen
in de
85%, 55%, 25% en 5%. Dit
en Level Acoustics & Vibration zijn de
uitgevoerd bij zowel 95% MCR als de MCR-mix.
RESONANTIE
Als de aanstootfrequentie eigenfrequentie
van een bron (zoals een grondtoon of zijn harmonische)
van een aan de bron direct of indirect verbonden
samenvalt met de
object treedt resonantie op. De
trillingssterkte van het object is bij die frequentie dan meestal (veel) groter dan bij andere frequenties.
SALDEREN
Salderen is het compenseren
van overschrijdingen
van een criterium met onderschrijdingen
ander criterium.
In dit geval kan een hoger geluidniveau
beargumenteerd
worden gecompenseerd
ander moment.
in de ene ruimte/op
met een lager geluidniveau
van een
het ene moment,
in een andere ruimte/op een
Salderen komt voort uit de visie dat beleving en gezondheid vooral door een optelsom
van belastingen wordt beïnvloed ook de (voldoende) lage.
en dat dus niet alleen de te hoge belastingen van belang zijn maar
SCHROEFFREOUENTIE
De schroef
draait
schroeffrequentie
met
een
bepaald
te berekenen.
smalbandspectrum
toerental.
Door
Als een schroef
dit toerental
bijvoorbeeld
te delen
drie bladen
door
60,
is de
heeft, dan zal in het
ook de frequentie van drie keer het toerental zichtbaar zijn.
SMALBANDSPECTRUM
Zie geluid- en trillingsspectrum.
TONAAL GELUID
Tonale geluiden zijn geluiden met de (subjectieve) eigenschap dat ze een bepaalde herkenbare toon voortbrengen.
In het frequentiespectrum
frequentiespectrum tegenstelling
doordat
Deze
is tonaal geluid herkenbaar
geluidenergie
maar
van tonaal geluid is breedbandig
geluid
VOORKEURSGRENSWAARDE
begrippen
de
enkele
als duidelijke
frequenties
(zie ook breedbandig
pieken in het
aanwezig
is.
De
geluid in deze lijst).
EN MAXIMALE ONTHEFFINGSWAARDE
zijn overgenomen
basisbeschermingsniveau
bij
uit de Wet
van geluidgevoelige
geluidhinder.
bestemmingen
De voorkeursgrenswaarde
zoals woningen.
is het
De geluidbelasting
op
de gevel van een woning dient in eerste instantie te voldoen aan de voorkeursgrenswaarde. Als blijkt dat niet aan de voorkeursgrenswaarde "hogere
waarde
procedure"
voorkeursgrenswaarde
onder
worden toegestaan.
waarde, de maximale ontheffingswaarde. afhankelijk
van
verschillende
kan worden voldaan, dan kan door middel van een
voorwaarden
een
hogere
geluidsbelasting
dan
de
Deze verhoging is mogelijk tot een maximaal toelaatbare De maximale ontheffingswaarde
omstandigheden
en
ligt
5
tot
de
binnenvaart,
uit de Wet geluidhinder 15
dB
hoger
dan
is de
voorkeursgrenswaarde. Bij
toepassing
van
deze
voorkeursgrenswaarde(n)
begrippen
voor
gelijk te stellen aan de geluideisen
wordt
geadviseerd
uit de ROSR. Deze geluidniveaus
de zijn
altijd toelaatbaar in de ruimtes. De maximale
ontheffingswaarde
waarvoor eisen zijn opgenomen altijd onder deze waarde ontheffingswaarde,
is het geluidniveau
dat maximaal
in de ROSR. Het geluidniveau
zijn. Als het geluidniveau
toelaatbaar
in een ruimte hoger is dan deze maximale
dan dienen altijd maatregelen te worden getroffen om het geluidniveau onder deze
waarde te krijgen. Zodra dat gebeurd is, kan gekeken worden naar de doelmatigheid maatregelen.
Geadviseerd
voorkeursgrenswaarde geluidhinder).
is in de ruimtes
in deze ruimtes moet hoe dan ook
wordt
vast te stellen
de
maximale
(naar analogie
ontheffingswaarde met de gemiddelde
10
van aanvullende dB
waarde
boven
de
uit de Wet