Dia 11: Dia 12: Dia 13: Dia 14: Dia 15: Dia 16: Dia 17: Dia 18: Dia 19:
Daar is bewijs voor. In Drenthe is op allerlei plekken wel een mammoetkies of een mammoetbot gevonden. Heel bijzonder is de vondst in het beekdal van de Wapserveense Aa, dichtbij Nijensleek. Hier zijn de resten van 5 mammoeten gevonden! Dit is een rib van een van die mammoeten… Op sommige botten zijn kerfsporen aangetroffen die mogelijk zijn aangebracht door Neanderthalers. Zou het versiering zijn geweest?? Mammoeten hebben een dikke vacht en kunnen daardoor goed tegen de kou. Een mammoet is belangrijk, omdat je het vlees kunt eten, de vacht kunt gebruiken en nog veel meer (Wàt, denk je?). Wat archeologen nog niet zeker weten: zoeken de Neanderthalers mammoeten, die al dood zijn, of kunnen Neanderthalers een mammoet ook zelf vangen of jagen? Daar is een goede samenwerking en organisatie voor nodig. Een Neanderthaler lijkt erg op een moderne mens. Kijk maar naar de reconstructietekening. De schedel is wat groter en de wenkbrauwbogen zijn wat dikker, maar met moderne kleren aan zou hij vast niet opvallen op straat! Waarschijnlijk was hij ook net zo slim als de moderne mens. Dit Neanderthaler‐gereedschap van vuursteen is gevonden bij de Holtingerhoek. Het is ongeveer 50.000 jaar geleden gemaakt. We weten niet zeker of het gebruikt is als spits (speerpunt) of als schaaf. Vandaar de naam ‘schaafspits’. Aan het einde van de laatste ijstijd wordt het klimaat geleidelijk warmer. Het landschap verandert. Er gaan meer planten groeien en dwergboompjes. Dit is de tijd dat de mammoet uitsterft, maar het is niet zeker dat het klimaat de oorzaak is. Een ander dier zie je inmiddels wel veel in Westerveld, op de foto zie je er in de verte enkele lopen… Rendieren! Het is ongeveer 14.000 jaar geleden. De rendieren trekken rond in grote kuddes. Inmiddels lopen er geen Neanderthalers meer rond, maar moderne mensen zoals wij. Het zijn jagers en verzamelaars, al noemen we ze meestal rendierjagers, omdat rendiervlees vaak op hun menu staat. Er worden ook wel vogels, vissen en vruchten gegeten. Op de toendra groeit alleen niet zo erg veel om te verzamelen, daar is het klimaat nog te koud voor. Vandaar dat er druk op rendieren wordt gejaagd. De rendierjagers weten waar de kuddes meestal langs trekken in een bepaald seizoen, bijvoorbeeld de herfst. Daar op een hoge plek 10
Dia 20: Dia 21: Dia 22: Dia 23: Dia 24: Dia 25: Dia 26: Dia 27: Dia 28: Dia 29: Dia 30: Dia 31: Dia 32:
richten ze een tijdelijk jachtkamp in. Waarschijnlijk wonen ze in tenten, die ze makkelijk mee kunnen nemen. Natuurlijk hebben ze warme kleding aan, dat is nog wel nodig in deze koude tijd. Zie je waar de mensen in het kamp mee bezig zijn? De tenten zijn vast en zeker van rendierhuiden gemaakt … Wat denken jullie dat ze nog meer kunnen gebruiken van het rendier? Kijk maar eens... Hoe weten we dat er in Westerveld rendierjagers rondgelopen hebben? Dat weten we door deze mijnheer, George Hendrik Voerman. Hij was amateur‐archeoloog en deed heel belangrijke vondsten in de omgeving van Havelte. Voerman vond meer dan 6000 vuurstenen gereedschappen, vooral van de rendierjagers uit de Oude Steentijd en van de jagers/verzamelaars uit de tijd erna (Midden‐Steentijd). Op deze foto zie je dat hij ook namen gaf aan zijn vindplaatsen, zoals ‘Eekhoornzandje’ of ‘Derde kuil’... Een lade met vondsten van George Hendrik Voerman... Voerman schreef alles over de vondsten en de vindplaats heel precies op in schriftjes, maakte foto’s en tekende de vindplaats in op een kaart. Deze prachtige overzichtskaart maakte hij ook. Af en toe gaf Voerman een excursie door het interessante gebied. Wat heeft Voerman nou eigenlijk gevonden? Vooral veel vuurstenen gereedschapjes. Hier zie je klingen, die van een groot stuk vuursteen afgeslagen zijn. Van zo’n kling kon je een gereedschapje maken. Herken je ze nog, de stenen, die met het landijs hier gekomen zijn? Hier wordt van een vuursteen een stuk afgeslagen met een andere steen. Van binnen zie je dat het vuursteen is. Van een grotere vuursteen slaat de vuursteensmid mooie lange klingen af. Door de rand van zo’n kling te bewerken met bijvoorbeeld een stuk gewei en er een vorm aan te geven, wordt het gereedschap. Bijvoorbeeld een boortje... Je kunt er gaatjes mee maken in hout of bot. Op deze plek vond George Hendrik Voerman iets heel bijzonders.
11
Dia 33: Dia 34: Dia 35: Dia 36: Dia 37: Dia 38: Dia 39: Dia 40: Dia 41: Dia 42: Dia 43: Dia 44: Dia 45:
Nu ziet de plek op het Holtingerzand er zó uit... Voerman vond er een spits met een klein steeltje eraan. Deze spits van vuursteen werd door de rendierjagers gebruikt als punt aan een speer. Hiermee kon je goed op rendieren jagen! Later werden zulke spitsen ook op andere plekken gevonden, maar omdat Voerman de eerste vond in Havelte, heten ze nu overal ‘Havelte‐ spits’! We vinden van de rendierjagers vooral vuursteen terug, omdat dit goed bewaard blijft in de bodem. Maar rechts zie je een andere bijzondere vondst: een hanger van rode oker uit Vledder. Soms wordt ook okerpoeder teruggevonden. Oker is rode steen uit de natuur. Wat zouden ze ermee gedaan hebben? Zo heeft een jachtkamp van de rendierjagers er misschien uitgezien... De temperatuur stijgt, de ijstijd is voorbij. De tijd die volgt noemen we de Midden‐Steentijd. Er komen veel meer soorten planten, bomen en dieren in Westerveld. De rendieren vinden het te warm worden en trekken weg naar het noorden. De jagers/verzamelaars uit de Midden‐Steentijd hoeven zich niet meer zo warm te kleden. En ze hebben veel meer keus in wat ze willen eten! Hier zie je wanneer de Midden‐Steentijd was... De gereedschapjes uit de Midden‐Steentijd zijn piepklein. Waarschijnlijk omdat de dieren die gejaagd worden ook veel kleiner zijn dan in de Oude Steentijd. De kleine vuursteentjes worden met boomhars vastgezet in een pijl of harpoen. Ook dit werd gevonden, wie heeft er een idee wat het is? ............. Inderdaad, houtskool,... de resten van een kampvuur! Wat gebeurt er nog meer op de afbeelding? De laatste fase van de Steentijd noemen we de Nieuwe Steentijd. We vinden dan iets dat echt bij die nieuwe periode hoort: aardewerk! Wat is aardewerk? ............ Een aardewerk pot wordt gemaakt van klei, en daarna gebakken in een (kuil)oven. Deze scherf aardewerk hoort bij de Hunebedbouwers (trechterbekercultuur). Wanneer was de Nieuwe Steentijd? In de Nieuwe Steentijd gaan de mensen heel geleidelijk over op een andere leefwijze. Ze worden steeds meer boer. Natuurlijk wordt er nog wel gejaagd en verzameld, maar ook gaan ze vee 12
Dia 46: Dia 47: Dia 48: Dia 49: Dia 50: Dia 51: Dia 52: Dia 53: Dia 54:
houden en akkers bewerken. Dan is het wel handig om op één plek te gaan wonen. Er worden grote houten boerderijen gebouwd. En omdat ze niet meer alles mee hoeven te nemen onderweg, kunnen ze aardewerk potten maken om in te koken of eten in te bewaren. Voordat je een boerderij kunt maken moet je wel veel bomen omhakken. Daarvoor heb je een stenen bijl nodig... Deze vonden archeologen ook in Westerveld terug. De houten stelen niet, deze zijn vergaan in de bodem. Rechts zie je een reconstructie... Kenmerkend voor de Nieuwe Steentijd zijn de indrukwekkende hunebedden. Ook die grote stenen zijn met het landijs in de voorlaatste ijstijd meegevoerd! In zo’n hunebed werden doden begraven, maar niet iedereen. Ook in de gemeente Westerveld zijn hunebedden te vinden. Bij Diever ligt een hunebed. Op deze luchtfoto zie je de plek van twee hunebedden bij Havelte... Als je goed kijkt zie je beide hunebedden hier vanuit de lucht... Interessante vraag is: hoe hebben mensen zo’n hunebed kunnen bouwen? Wat denken jullie?
We vinden de trechterbekers terug in de hunebedden. Hierin is voedsel meegegeven aan de doden... Waarom denk je? Later in de Nieuwe Steentijd worden geen hunebedden meer gebouwd. Uit deze tijd vinden we grafheuvels terug, zoals in het Holtingerzand. Waarom zullen de mensen toen een heuvel over het graf hebben gemaakt? Voerman zei over het gebied rondom Havelte dat het wel het Pompeii van Drenthe genoemd mocht worden! Begrijp je waarom? Tot besluit: wees zuinig op dit prachtige en unieke gebied En ..... kom kijken naar de vondsten in het Schultehuus!
13
Bijlage 2 Opdracht 1
Antwoorden op de opdrachten in het Archeologisch Centrum
Kijk goed naar de voorwerpen en de nagemaakte voorwerpen (replica’s) in de vitrines. Van welke materialen zijn ze gemaakt? Zoek 4 verschillende materialen! Voorbeelden van materialen zijn: steen, plastic, rubber, vuursteen, klei, hout, bot, gewei, leer, metaal, textiel.....
De antwoorden op deze vraag kunnen verschillen. Hier komt een voorbeeld: Voorwerp
Van welk materiaal Hoe kwamen de is het gemaakt? mensen eraan?
pijlpunt handvat boog potscherven
vuursteen
gevonden in de bodem
gewei
van een geschoten hert
hout klei
van een boom uit de grond
Opdracht 2 Hierbij gaat het om een opdracht om een gaatje te maken in leer. Er is dus geen antwoord te noteren. Opdracht 3 1. Hoe kun je zien dat mijnheer Voerman enthousiast was over zijn vondsten? Dat kan ik zien aan hoe zorgvuldig Voerman de vondsten en de vindplaatsen tekende en inkleurde. (meerdere antwoorden mogelijk) 2. Bij dit deel van de opdracht wordt een bijzondere vondst naar keuze getekend. Er wordt bij geschreven wat het voor een voorwerp is. Eigen antwoord.
14
Opdracht 4 Waarom zit er geen handvat meer aan de opgegraven voorwerpen? a. Omdat het interessantste deel in de vitrine is gelegd b. Omdat het hout, bot en gewei is weggeraakt c. Omdat hout, bot en gewei zijn vergaan in de grond d. Omdat die onderdelen door brand zijn verdwenen
Bij het tweede deel van de opdracht tekent de leerling de reconstructie, die hij/zij het mooiste vindt, met erbij geschreven wat het is. Eigen antwoord. De volgende reconstructies kunnen uitgekozen zijn: ‐ boog ‐ pijl ‐ harpoen ‐ schrabber met handvat ‐ mes met handvat (of schacht) ‐ rendierjagerstent Opdracht 5 De beide hunebedden van de Havelterberg moeten worden aangegeven op de luchtfoto van Westerveld: x x
15
Opdracht 6 Het computerspel (Archeologische Dingen Quiz) is zelfcontrolerend. De leerlingen weten dus de goede antwoorden al. Opdracht 7 Het mammoetbot met de snijsporen is gevonden in: het beekdal van de Wapserveense Aa, vlakbij Nijensleek (of een vergelijkbaar antwoord). Wat voor bot is het? Het is een rib. Opdracht 8 Drie dieren, die naast de mammoet, in de laatste ijstijd ook in ‘je achtertuin’ kunnen hebben rondgelopen: 1. wolharige neushoorn 2. wisent 3. reuzenhert Andere goede antwoorden zijn: paard, bizon en hyena.
16