Gemeente Bocholt
Nieuwbouw lagere school / ontmoetingshuis Lozen
Projectdefinitie – Visie van de bouwheer
Projectdefinitie Nieuwbouw lagere school/ontmoetingshuis Lozen 1. Inleiding Bocholt is een kleine gemeente in het buitengebied, met de nadruk op landelijke woonkwaliteit in twee goed uitgeruste en complementaire kernen. Het unieke karakter van de gemeente ligt voornamelijk in de aanwezigheid van waardevolle open-ruimte gehelen, beekvalleien en uitgestrekte bosgebieden. Het gemeentebestuur streeft er naar om het beeld van twee duidelijke kernen omringd door open ruimte te handhaven. Eén van de punten waar de gemeente aan wenst te werken is het versterken van de identiteit van Bocholt. Het wonen in de kernen wordt gestimuleerd waardoor de open ruimte gevrijwaard blijft. Verder wordt er aan gewerkt om in de kernen de publieke ruimte zoals straten en pleinen kwaliteitsvol te herinrichten. Het gemeentebestuur wenst samen met het bestuur van de lagere school een nieuwe lagere school/ontmoetingshuis te bouwen ter vervanging van de huidige schoollokalen in de woonkern Lozen. Het voorwerp van de opdracht betreft het ontwerp van een project voor de nieuwbouw van de basisschool en een ontmoetingshuis alsook het tekenen van de bouwplannen Het nieuwe ontmoetingshuis bundelt de functies die momenteel in het parochiehuis en buurthuis plaatsvinden. Al deze functies worden gebundeld in de zone tussen de kerk en de Leemskuilenstraat waar zich momenteel de pastorij, het buurthuis en een schoolgebouw bevinden. Het nieuwe ontwerp moet tegemoetkomen aan de praktische eisen van de toekomstige gebruikers en moet qua ruimtelijke opbouw, architectuur en de inrichting van de ruimte de publieke ruimte ter plaatse kwalitatief opwaarderen.
2. De verwachtingen De huidige schoolgebouwen zijn momenteel gelegen aan twee zijden van de Hamonterweg. De schoolgebouwen verkeren in slechte toestand en moeten dringend vernieuwd worden. De ligging aan twee zijden van de weg heeft heel wat nadelen bij het gebruik. Zowel bij het brengen van de kinderen naar school als bij verplaatsing van het ene naar het andere schoolgebouw moet de Hamonterweg gekruist worden. Derhalve wordt er voor geopteerd om de school zowel als de publieke gebouwen te situeren tussen de kerk en de Leemskuilenstraat. Er moet gezocht worden naar een kwalitatieve, efficiente en duurzame invulling van de ruimte. Het ontmoetingshuis moet vooral een functioneel en duurzaam gebouw zijn voor het verenigingsleven. Bij dit project is vooral de combinatie van verschillende functies belangrijk. Het ontmoetingshuis is een plaats waar ruimte is voor interactie tussen de verschillende gebruikers maar waar toch iedereen zijn eigenheid kan behouden. Het moet dienen als repetitie-, vergader-, berg-, les- en ontmoetingsruimte. De ruimte kan ook gebruikt worden voor een optreden of voorstelling. Er moeten verschillende activiteiten tegelijkertijd kunnen plaats vinden: b.v. vergadering van een vereniging, atelier voor de schildersclub, zonder elkaar te storen. Verder moet ook de kinderopvang in het geheel voorzien worden binnen het concept. De opdracht omvat het opstellen van een stedenbouwkundig ontwerp voor de ordening van de basisschool en ontmoetingsruimte in Lozen. In de gebouwen voor de lagere school moeten alle ruimtes gehuisvest worden welke nu op twee locaties aan de Hamonterweg gesitueerd zijn. Verder moeten de publieke ruimtes waarin de activiteiten zullen plaatsvinden die momenteel in het parochiehuis en het buurthuis plaatsvinden ook in het ontwerp worden opgenomen. De ontwerper krijgt een gedetailleerd programma van eisen waarin de ruimtebehoeften van de verschillende gebruikers worden weergegeven. Er moet worden gezocht naar een optimale inpassing van de gebouwen in het centrum van Lozen tussen de kerk en de Leemskuilenstraat. Hierbij dient ook rekening te worden gehouden met de ruimtelijke uitgangspunten welke belangrijk zijn voor Lozen. Bij het ontwerp moet eveneens gestreefd worden naar een duurzaam gebruik van de ruimte en een optimalisatie van het gebruik van de gebouwen door de verschillende actoren. Van zodra er
consensus bestaat over het stedenbouwkundig ontwerp zal de ontwerper-architect ook de plannen voor de gebouwen tekenen, begeleiden bij de goedkeuring en de uitvoering ervan in praktijk. De gebouwen dienen een uitstraling te hebben en moeten een architecturale meerwaarde in het centrum van Lozen betekenen.. Het mag een vernieuwend ontwerp zijn maar niet te spectaculair of experimenteel. Het moet een voorbeeld functie hebben voor de omgeving en passen in de kern van het kerkdorp.
Ruimtelijke uitgangspunten Organisatie en flexibiliteit Duidelijke organisatie verhoogt de leesbaarheid van het gebouw. In het toekomstig ontwerp dient tevens voldoende aandacht te gaan naar meervoudig ruimtegebruik. Behoud (historisch) waardevolle elementen Het behoud van het typisch historisch dorpskarakter door het behoud van historisch beeldbepalende bebouwing, waardevolle bomen, ommuring…. De historische entiteiten worden ingezet voor de herkenbaarheid van de openbare gebouwen. In overleg met de cel monumenten en landschappen moet worden uitgemaakt welke gebouwen moeten behouden blijven. Orientatie Door de inplanting van de gebouwen moet de lokale stedenbouwkundige structuur versterkt worden. Versterken van de doorloopbaarheid De bestaande langzaam verkeer-assen moeten behouden blijven en nieuwe kunnen worden ingericht bv. door afsluiting Leemskuilenstraat Relaties met de omgeving Door de herinrichting van het openbaar domein wordt er gezocht naar mogelijke relaties met de omgeving zoals de overzijde van de Hamonterweg, link tussen de speelplaats en het speelplein de Leemskuil. Herinrichting plein Het volledige kerkplein wordt in zijn totaliteit herbekeken, met voldoende ruimte voor parkeren, kiss & ride,…en eventueel een herziening van de huidige verkeersstromen (Leemskuilenstraat)
Programma en oppervlakteberekening basisschool Het totaal aantal leerlingen bedraagt +- 155. Voor een vestiging van kleuter- of lager onderwijs wordt 1 de toegelaten bruto-oppervlakte vastgesteld volgens de formule (tussen 72 en 165 leerlingen) 760 + 7,9 (aantal regelmatige leerlingen – 72) = 760 + 7,9 x (155 – 72) = 1415 m² Aangezien de werken uitgevoerd worden in een vestiging van het type basisonderwijs worden de voorgeschreven oppervlakten vermeerder met 5%. Dit betekent 70 m² bovenop de 1415 m², een totaal van 1485 m².
1
Cijfers berekend a.h.v. het besluit van de Vlaamse Regering van 27 februari 1992 houdende vaststelling van de regels die de behoefte aan nieuwbouw of uitbreiding bepalen en van de fysische en financiële normen voor de schoolgebouwen, internaten en psycho-medisch-sociale centra.
Voor de levensbeschouwelijke lessen die niet in het lestijdenpakket zijn opgenomen, heeft de school recht op extra oppervlakte. Onverminderd de bepalingen van artikel 9 beslist de inrichtende macht vrijelijk over de verdeling van de oppervlakte die ingevolge §1 en §2 worden toegekend, mits hun pedagogische bestemming geëerbiedigd wordt. In geval van uitbreidings-en/of verbeteringswerken worden van de pakketten van maximale brutooppervlakten van een instelling, die volgen uit de toepassing van het besluit, de overeenstemmende bestaande oppervlakten van de instelling afgetrokken. Gebouwen van voor 1 januari 1920 worden voor 70% van hun oppervlakte in rekening gebracht. Gebouwen tussen 1 januari 1920 en 31 december 1969 naar verhouding van 90%. De totale bruto-oppervlakte van 1485 m² wordt vermeerderd met 80 m² voor de vestigingen waarvan het georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsprogramma in het kader van het lestijdenpakket meer dan 4 en minder dan 12 wekelijkse lestijden voor lichamelijke opvoeding telt. Deze oppervlakte is bestemd voor alle voorzieningen t.b.v. de lichamelijke opvoeding en hun aanhorigheden. In het geval van 12 wekelijkse lestijden en meer mag een specifiek lokaal worden opgericht. -
van 12 t.e.m. 22 wekelijkse lestijden voor lichamelijke opvoeding : 320 m² van 22 t.e.m. 49 wekelijkse lestijden voor lichamelijke opvoeding : 485 m² meer dan 49 wekelijkse lestijden voor lichamelijke opvoeding : 805 m²
Met betrekking tot parkeer-en manoeuvreerruimte wordt een oppervlakte toegekend van maximum 24 m² per personeelslid dat minstens een halve opdracht vervult. Concreet betekent dit voor de basisschool van Lozen : 13 x 23 = 312 m². Voor fietsstallingen kan 1,20 m²/ leerling die met soortgelijk voertuig de school bezoekt, toegekend worden. Het juiste aantal is dus belangrijk. De toegelaten oppervlakte van de open speelplaats wordt vastgesteld op 6 m² per leerling van het gewoon basisonderwijs. Dit betekent max. 930 m². Voor de overdekte speelplaats wordt de toegelaten oppervlakte vastgelegd op 1,20 m² per leerling, met een minimum van 50 m². In Lozen betekent dit een maximale oppervlakte van 186 m².
Lagere school o
Leslokalen
805 m²
o
Sanitair
45 m²
o
Voorzieningen
530 m²
o
Administratie
205 m²
o
Opvang
85 m²
Speelplaats
1500 m²
Bibliotheek
125 m²
Polyvalente zaal
290 m²
Beschrijving van de site De plaats waar de nieuwe schoolgebouwen worden voorzien is gelegen tussen de kerk en de Leemskuilenstraat in het centrum van Lozen. De huidige schoolgebouwen (leslokalen, turnzaal, leraarslokaal,…) zijn gelegen aan de twee zijden van de Hamonterweg. In de pastorij is momenteel de bibliotheek en de kinderopvang gehuisvest. In het buurthuis en de parochiezaal vinden allerlei activiteiten van verenigingen plaats. Op onderstaande luchtfoto worden de verschillende schoolgebouwen, pastorij, buurthuis, enz… aangegeven.
Het bijzonder plan van aanleg “Loozen” dat werd opgemaakt voor het centrum van Lozen wordt momenteel herzien om woningbouw aan de zijde van de Rondestraat mogelijk te maken. Momenteel zijn er zones van openbaar nut aan de twee zijden van de Hamonterweg afgebakend en een zone voor het kerkhof van Lozen. Een deel van deze laatste zone is ingevuld door het speelterrein “de Leemskuil”. De zone voor openbaar nut zal aan de kerkzijde uitgebreid worden opdat de tussenliggende ruimte optimaal kan ingevuld worden (afbakening rode lijn op de luchtfoto). De onderliggende bestemming op het gewestplan is woongebied. Om het speelterrein de Leemskuil te kunnen gebruiken als speelplaats is het aangewezen om de huidige speelplaats te verbinden via de Leemskuilenstraat. Deze kan worden afgesloten en er kan een verbinding worden voorzien over de huidige straat.
Het buurthuis, de pastorij en de huidige turnzaal worden in het B.P.A. Lozen aangeduid als “beeldbepalende gebouwen”. Voor deze gebouwen geldt momenteel dat het volume, de geveltypologie van de gebouwen, de gevelgeleding, de verhouding van de consructieve opbouw (het ritme) dient behouden te worden. Daarom moet er zoveel mogelijk gestreefd worden naar een integratie in overleg met het agentschap onroerend erfgoed.
Kadasterplan
Bijzonder plan van aanleg
Ontwerp gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Algemene situering Bocholt De gemeente ligt ten noorden van de provincie Limburg en maakt deel uit van het arrondissement Maaseik. Bocholt bestaat uit vier parochies: Bocholt, Kaulille, Reppel en Lozen. Reppel en Kaulille waren vroeger zelfstandige dorpen. Ze fuseerden respectievelijk in 1970 en 1977 tot de huidige gemeente Bocholt. De gemeente grenst in het noorden aan Nederland, met als buurgemeenten Weert en Valkenswaard. De buurgemeenten op Vlaams grondgebied zijn Hamont-Achel, Neerpelt en Peer in het westen, Meeuwen-Gruitrode in het zuiden en Bree in het zuidoosten. Ten opzichte van de grote steden in Vlaanderen ligt Bocholt op 100-tal km van Brussel en ongeveer 90km van Antwerpen. In 1910 schreven de Bocholtenaren wereldgeschiedenis met de verplaatsing van de toren van de St.Laurentiuskerk (9m40). Sindsdien dragen de Bocholtenaren de fiere bijnaam van "Torenkruiers".
Enkele kencijfers Bevolking Bocholt heeft een oppervlakte van ongeveer 5934 ha. en telde op 1 januari 2005, 12.231 inwoners. Er wonen in Bocholt 6.113 mannen en 6.118 vrouwen verspreid over de deelgemeenten Bocholt en Kaulille en de kleinere kernen Lozen, Reppel en Kreyel. De bevolkingsdichtheid in Bocholt bedraagt 200 inw/km². Dit is lager dan de bevolkingsdichtheid in het arrondissement Maaseik (247 inw/km²), de provincie Limburg (326 inw/km²) en het Vlaams Gewest (439 inw/km²). Huisvesting Op 1/1/2001 telde de gemeente 4 313 woningen. Het merendeel van deze woningen zijn eengezinswoningen (88%). Sinds 1991 is het 4 aantal wooneenheden met 767 eenheden of 22% toegenomen. De toename was vooral terug te vinden bij de ééngezinswoningen in open bebouwing. Het percentage ééngezinswoningen in Bocholt ligt met 88% van het totaal aantal woningen in de gemeente net iets hoger dan in het arrondissement Maaseik (86%), de provincie Limburg (83%) en Vlaanderen (79%). Werkgelegenheid De oppervlakte aan industriegebouwen in Bocholt is tussen 1985 en 1995 afgenomen met 26 ha. Bocholt is één van de weinige gemeenten die te maken had met een afname van de industriegebouwen. De totale oppervlakte aan handelsgebouwen en kantoren daarentegen is tussen 1985 en 1995 toegenomen met 4,3 ha. Het aantal percelen ingenomen door handelsgebouwen nam in Bocholt toe met 33,5%. Dit is veel hoger dan in Vlaanderen (+ 6,3%) en het arrondissement (+5,5%).
Hoofdkernen De kernen Bocholt en Kaulille nemen een belangrijk deel van de woonfunctie op. Bocholt-centrum is de belangrijkste kern. Beide kernen hebben een verzorgend karakter op het niveau van de gemeente. Het verzorgend karakter van Bocholt is hoger dan dat van Kaulille. Dit komt vooral tot uiting in de bundeling van voorzieningen zoals de sporthal, gemeentelijke diensten, De kern van Bocholt ligt ten westen van de Abeekvallei. In het noorden wordt Bocholt begrenst door de N76 en in het noorden door de Zuid-Willemsvaart. Alle belangrijke diensten op gemeentelijk niveau bevinden zich in Bocholt-centrum. De administratieve diensten (gemeentehuis, politie, toeristische dienst), de hoofdbibliotheek, … concentreren zich op de as Kerkplein-Dorpsstraat-BrugstraatPassantenhaven. Ook de gemeentelijke sporthal, de vrije basis- en kleuterschool en de gemeenschapsbasis- en kleuterschool zijn gevestigd langs deze as. Het is opmerkelijk dat het Kerkplein haast geen handelsfunctie meer vervult.
Een tweede activiteitenas wordt gevormd door de Kaulillerweg-Dorpsstraat. Langs deze as zijn voornamelijk handelsfuncties geconcentreerd. Ook het Biotechnicum situeert zich langs de Kaulillerweg. Beide assen vormen een T-structuur. Bocholt ontwikkelde zich vooral in westelijke en oostelijke richting. Het betreft verkavelingen die in een korte tijdsspanne zijn gerealiseerd. Deze woonuitbreidingen bestaan uit open en halfopen bebouwing. Door deze excentrische ontwikkelingen kende het oorspronkelijke centrum een verschuiving. Aanvankelijk structurerende plekken zoals de Heuvelstraat en de kanaalrand verloren hierdoor aan betekenis. Kaulille situeert zich ten noordwesten van Bocholt-centrum tussen de Warmbeek en de Balkerbeek. De ontwikkeling van de bebouwing is sterk bepaald door het radiaal patroon van wegen die samenkomen in de kern van Kaulille. De ruimte tussen deze radiale wegen werd stelselmatig ingevuld met verkavelingen. Hierdoor ontstonden verschillende wijken. Ten westen van Kaulille-centrum ontwikkelde zich het gehucht Voorste Hostie dat door lintbebouwing langs de Lillerbaan vergroeid is met Kaulille. De voorzieningen, het voormalig gemeentehuis en enkele diensten (bibliotheek, poskantoor, OCMW, …) concentreren zich rond het Nevenplein. De basisschool langs Kaulillerdorp en de gemeentelijke kleuter-school liggen in het centrumgebied van Kaulille. Het gebouw op het Nevenplein waarin het OCMW, het cultureel centrum “De Kroon” en de bibliotheek gehuisvest zijn domineert de kern door haar grootschaligheid. Deelkernen Lozen en Reppel Lozen en Reppel zijn kleinere deelkernen die in schaal en voorzieningenniveau sterk verschillen van Bocholt en Kaulille. Reppel is gelegen ten zuiden van Bocholt en is ontstaan aan de rand van de Abeek en op de overgang van het Kempisch talud. Het bestaat uit een kleine historische kern van waaruit enkele woonlinten vertrekken. De Abeek loopt doorheen Reppel. Er zijn geen voorzieningen aanwezig. Lozen situeert zich ten noorden van de Zuid-Willemsvaart. In de kern zijn enkel basisvoorzieningen (2 scholen) aanwezig en enkele kleinhandelszaken.
Kenmerken en trends Bocholt heeft een hoog aandeel open bebouwing en kent en stijging van het aantal appartementen 23
Het grootste deel van het woningenbestand bestaat uit eengezinswoningen in open bebouwing (76%). In de gemeente kennen we een geleide-lijke maar continue stijging van het aantal appartementen. Als gemeente in het buitengebied heeft Bocholt een relatief hoog aandeel appartemen-ten: ongeveer 12% van het patrimonium bestaat uit appartementen. Het aandeel appartementen ligt hoger dan het aandeel half-open bebouwing (7%) en gesloten bebouwing (5%). Het aandeel appartementen ligt net onder het arrondissementeel gemiddelde (13%). 83% van de inwoners is eigenaar van hun woning In 1991 is bijna 83% van de bewoners eigenaar van hun woning. Dit is hoger dan het arrondissementeel gemiddelde (78%). Op het niveau van de deelkernen kent Bocholt het laagste aantal eigenaars (79%) en Reppel het hoogste aantal (92%). Beperkte leegstand In 1999 telt de gemeente 54 leegstaande woningen. Hoge bouwdynamiek de laatste 5 jaar Tijdens de laatste 5 jaar (1996-2000) is een verhoogde bouwdynamiek merkbaar. In de periode 19962000 werden per jaar gemiddeld 185 bouwvergunning afgeleverd. In voorgaande 5 jaar (1991-1995) werden in totaal 747 bouwvergunningen voor nieuwbouwwoningen afgeleverd of een gemiddelde van 150 vergunningen per jaar. Dit betekent dat het aantal afgeleverde bouwvergunningen de laatste jaren nog sneller toeneemt. Een goede verhouding tussen sociale huur- en sociale koopwoningen
3% van alle Bocholtse woningen zijn sociale huurwoningen. Het Vlaams gemiddelde is 6%.
Gewenst profiel Bocholt Bocholt is een woongemeente in het buitengebied, met de nadruk op landelijke woonkwaliteit in twee goed uitgeruste en complementaire kernen. Het unieke karakter van de gemeente ligt voornamelijk in de aanwezigheid van waardevolle open-ruimte gehelen, beekvalleien en uitgestrekte boscomplexen. Bovendien ligt Bocholt in een luwtegebied tussen het stedelijke gebied Bree en het stedelijk gebied Neerpelt-Overpelt. De voorbije jaren heeft de gemeente echter een soort “dunne verstedelijking” van woonlinten en verspreide bebouwing gekend. Het is zaak om het beeld van een gemeente met twee duidelijke kernen omringd door open ruimte te handhaven. Eèn van de punten waar de gemeente aan wenst te werken is het versterken van de identiteit van Bocholt. De gemeente kiest ervoor om haar profiel van een toeristisch-recreatieve gemeente beter uit te spelen. Het creëren van een eigen onderscheidend imago is een belangrijke uitdaging. Enerzijds door het wonen in de kernen te stimuleren waardoor de open ruimte gevrijwaard blijft. Anderzijds door in de kernen de publieke ruimte zoals straten en pleintjes kwaliteitsvol herin te richten. Het kanaal is verzamellint van allerlei functies: natuurverbinding tussen de beekvalleien, recreatiedrager voor zachte vormen van recreatie en transportmodus voor economische activiteiten. De vroegere kanaalarmen worden ingezet voor recreatieve ontwikkeling en natuurontwikkeling. In een streek die in volle evolutie is, moet Bocholt in de toekomst een actieve en leefbare gemeente blijven waarin landbouw, natuur en recreatie belangrijk blij-ven en als troefkaart worden uitgespeeld. De landbouw vormt de economische hoofdactiviteit in de open ruimte. Dit belet echter niet dat de aanwezige land-schappen tegelijk bedrijfseconomisch in de landbouw ingeschakeld blijven en waar mogelijk recreatief en ecologisch een functie krijgen. Een doordacht ruimtelijk beleid verenigt beide functies en hun wensen. Bocholt: aantrekkelijk wonen in een uitdagend landelijk gebied De visie wordt verder uitgewerkt in een aantal essentiële doelstellingen voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. De doelstellingen voor Bocholt zijn: • Twee hoofddorpen, vier woonkernen: complementariteit en hiërarchie; • Troeven van landschap, natuur en recreatie uitspelen; • Recreatie, natuur en economie samenbrengen via de kanalen; • Streven naar een integraal waterbeheer; • Agrarische activiteit en nevenactiviteiten stimuleren en versterken; • Herwaarderen van historische relaties; • Voldoende aandacht schenken aan de vormgeving van de publieke ruimte.