1 Planten met bladgroen produceren in het licht organische stoffen. Juist / onjuist 2 Planten met bladgroen gebruiken in het licht anorganische stoffen. Juist / onjuist 3 Neemt het zuurstofgehalte van de lucht toe als je paddestoelen in een afgesloten bakje met lucht plaatst? 4 Als je grasplanten of insecten in dat bakje plaatst, neemt het zuurstofgehalte dan toe? 5 In welk bloedvat pompt de rechter kamer bloed? 6 Is dit bloed zuurstofrijk of zuurstofarm? 7 W elke vorm hebben rode bloedcellen? 8 W at zijn de twee taken van witte bloedcellen? 9 Tussen welke organen is de poortader een verbinding? 10 W elke bloedcellen kunnen de haarvaten verlaten? 11 12 13 14 15 16
W elke weg legt het bloed af, als het stroomt van de nieren naar de longen? Ontstaat er in een groen blad in het licht koolstofdioxide? Van welk bloedvat is de nierslagader een vertakking? Noem een hormoonklier in het hoofd. Door welke delen van het centrale zenuwstelsel kan een reflexbaan verlopen? W elke van de volgende hormoonklieren ligt onder het middenrif: bijnieren, eilandjes van
Langerhans, schildklier? 17 W aar vindt de eerste deling van de bevruchte eicel plaats? 18 Moet de pop van de huisvlieg zich voeden? 19 In een luchtdicht afgesloten bakje dat gevuld is met lucht worden op natte watten erwten gelegd. Zullen deze erwten kiemen? 20 Bevat het hoornvlies van het oog bloedvaten? 21 Van welk vlies is het hoornvlies een deel? 22 In welk deel van het oog bevinden zich spieren voor het vergroten en verkleinen van de pupil? 23 W elke klieren maken enzymen voor de vertering van eiwitten? 24 Als een diersoort een lang darmkanaal bezit, heeft het dan knobbelkiezen, knipkiezen of plooikiezen? 25 In welk deel van het darmkanaal mondt de afvoerbuis van de alvleesklier uit? 26 27 28 29 30
Gal bevat enzymen voor de vetvertering. Juist / onjuist Maagsap verteert zetmeel. Juist / onjuist Door de wand van een longblaasje vindt gaswisseling plaats. Juist / onjuist In een spiervezel vindt gaswisseling plaats. Juist / onjuist Is een haarvat naar een longblaasje een vertakking van een slagader of van een ader?
31 Bevat dit haarvat zuurstofrijk of zuurstofarm bloed? 32 Hoe kun je koolstofdioxide aantonen? 33 Ontstaat er koolstofdioxide bij de fotosynthese? 34 In welke huidlaag of huidlagen bevinden zich bloedvaten? 35 In welke huidlaag wordt pigment gevormd? 36 W at gebeurt er met de bloedvaten in de huid als je van een warme in een koude ruimte komt? 37 W at gebeurt er het eerst: de bevruchting of de groei van een stuifmeelbuis? 38 W at gebeurt er het eerst: bevruchting of bestuiving? 39 W aaraan kun je zien dat rogge windbloemen heeft? 40 W aar vindt de innesteling plaats nadat de eicel bevrucht is? 41 Er zijn bloemen die geen meeldraden bevatten maar wel stampers. W elk type gameten (voortplantingscellen) produceren deze bloemen? 42 Zijn deze bloemen eenslachtig of tweeslachtig? 43 Kunnen deze bloemen bestoven worden? 44 De eicel bevat meer chromosomen dan de spermacel. Juist / onjuist 45 De eicel bevat meer reservevoedsel dan de spermacel. Juist / onjuist 46 X en Y zijn de geslachtschromosomen. Juist / onjuist 47 Als een zygote (=bevruchte eicel) XY bevat, dan ontstaat er een meisje / jongen. 48 Een cel uit de testis van een man bevat 46 chromosomen. Hoeveel chromosomen zitten er in een spermacel van deze man? 49 Hoeveel chromosomen zitten er in een huidcel van deze man? 50 De kernen van een cel van een kroonblad van een bepaalde plantensoort bevatten 24 chromosomen. Hoeveel chromosomen bevat een stuifmeelkorrel van deze plant?
51 Is de tussencelstof van kraakbeen zachter en veerkrachtiger dan bij been? 52 De tussencelstof van kraakbeen bevat meer kalkzouten dan de tussencelstof van been. Juist / onjuist 53 Vulweefsel kan bij planten voorkomen. Juist / onjuist 54 Hoe heet het soort gewricht tussen scheenbeen en dijbeen? 55 De buigspier van het been bevindt zich aan de achterzijde / voorzijde van het dijbeen. 56 W elke twee beenderen vormen bij de elleboog het scharniergewricht? 57 Hoe heet het proces dat in alle levende cellen plaatsvindt en waarbij energie vrijkomt? 58 Er zwemmen vissen in een afgesloten glazen bak met leidingwater. De hoeveelheid kooldioxide in het water neemt toe / neemt af. 59 Bij de gaswisseling van cellen wordt kooldioxide opgenomen en zuurstof afgegeven. Juist / onjuist 60 Hoe heet het proces waarbij uit koolstofdioxide en water glucose wordt gevormd? 61 Een bloedvat bezit een dikke gespierde wand en bevat zuurstofarm bloed. W at is de naam van dit bloedvat? 62 In welk soort cellen bevindt zich hemoglobine? 63 Bij welk proces heeft hemoglobine een functie? 64 Er stroomt bloed door een bepaalde spier. W aar is het glucosegehalte van het bloed het hoogst: voor of na de spier? 65 En waar is het zuurstofgehalte het hoogst? 66 Behoort een halsader tot de grote of tot de kleine bloedsomloop? 67 Bevat deze zuurstofrijk of zuurstofarm bloed? 68 Is de urineblaas bij de mens een opslagplaats? 69 De onderkant van een blad aan een boom wordt ingesmeerd met was. W at kan niet meer plaatsvinden? 70 Impulsen in een bewegingszenuw gaan van het centrale zenuwstelsel naar de zintuigen. Juist / onjuist 71 W elke delen van het centrale zenuwstelsel zijn nodig voor een voetzoolreflex? 72 W at is vanaf de worteltop de juist volgorde: zone van celstrekking - zone van plasmagroei - zone van celdeling - zone van celdifferentiatie ? 73 Van welk vlies is het hoornvlies een voortzetting? 74 Bloed in de huid van een kikker neemt zuurstof op uit het milieu. Juist / onjuist 75 De pupilreflex wordt veroorzaakt door de hoeveelheid licht die valt op: 76 W aar verlaten de impulsen, die in de zintuigcellen van het netvlies ontstaan het oog? 77 In welk orgaan ontstaat de stof die vetten in ons voedsel emulgeert? 78 Door welk spijsverteringssap begint de vertering van eiwitten in het spijsverteringskanaal van de mens? 79 Bevat maagsap een koolhydraatverterend enzym? 80 Hoe heten de kiezen van alleseters? 81 Hoe heten de kiezen van vleeseters? 82 Hoe heten de kiezen van planteneters? 83 Vindt er in de hoornlaag van de huid verbranding plaats? 84 Een atleet uit Nederland traint enkele maanden in het hooggebergte. Hierna blijkt hij in Nederland tot een grotere prestatie te komen. W elke verandering in de samenstelling van het bloed zal mede tot deze grotere prestatie geleid hebben? 85 De bevruchte eicel van een varken bevat 10 chromosomen. Hoeveel chromosomen bevatten de 2 cellen die door deling uit deze cel zijn ontstaan? 86 W aar vindt bij de vrouw de bevruchting plaats? 87 W aar ontwikkelt de placenta zich? 88 W elk type voortplantingscellen maakt de stamper? 89 90 91 92
W aaruit is een bevruchte eicel bij een zaadplant ontstaan? Zet in de goede volgorde: bevruchting - bestuiving - stuifmeelvorming - zaadvorming. W elke wijze van bestuiving wordt verhinderd als een plant alleen stamperbloemen heeft? Kan bij een aardbeiplant geslachtelijke voortplanting voorkomen?
93 En ongeslachtelijke? 94 95 96 97
Kan bij een tulp geslachtelijke voortplanting voorkomen? En ongeslachtelijke? Zenuwcellen van de mens bevatten een even aantal chromosomen per kern. Juist / onjuist Spermacellen bevatten een oneven aantal chromosomen per kern. Juist / onjuist
98 W elk geslachtschromosoom bevindt zich of bevinden zich in een bevruchte eicel van de mens? 99 In welke van de volgende organen bevindt zich in de wand spierweefsel: slokdarm -dikke darm aorta - nierslagader? 100 In welk dierlijk weefsel bevindt zich tussencelstof? 101 Is de verbinding tussen twee kootjes van een duim een kraakbeenverbinding of een gewricht? 102 Is de verbinding tussen een wandbeen en het voorhoofdsbeen een kraakbeenverbinding of een naadverbinding? 103 W elk deel van een gewricht houdt de knobbel in de kom? 104 In een reageerbuis met groene waterplanten in water stijgen in het licht gasbelletjes op. W elk gas is dit? 105 Bij welk proces is gas ontstaan? 106 W at gebeurt er met de hoeveelheid zetmeel in de bladeren als een groene plant in het licht gezet wordt? 107 W elke stof komt of welke stoffen komen vrij bij de verbranding van koolhydraten? 108 In een afgesloten reageerbuis met water zit een waterslak. W at gebeurt er met de hoeveelheid koolstofdioxide in de buis? 109 Voor koolstofassimilatie is een bepaalde temperatuur nodig. Juist / onjuist 110 Voor koolstofassimilatie is bladgroen nodig. Juist / onjuist 111 W aar mondt de linkernierader in uit? 112 De kleine bloedsomloop gaat via de longen. Juist / onjuist 113 In de kleine bloedsomloop van de mens wordt het koolstofdioxide gehalte gemeten bij het hart aan het begin van een slagader en aan het eind van een ader. W aar is het koolstofdioxidegehalte het hoogst? 114 W at is de functie van de rode bloedcellen is? 115 W at is de functie van de bloedplaatjes is? 116 Kan een groene plant koolstofdioxide uitscheiden? 117 In de nieraders is het glucosegehalte lager dan in de nierslagaders. Hoe is het verschil te verklaren? 118 In knollen kan zetmeel worden opgeslagen. Juist / onjuist 119 In de nieren wordt bloed omgezet in zouten en water. Juist onjuist 120 In zaden kunnen eiwitten worden opgeslagen. Juist / onjuist 121 In zaden kunnen vetten worden opgeslagen. Juist / onjuist 122 In zaden kan zetmeel worden opgeslagen. Juist / onjuist 123 Iemand brandt zijn hand en trekt z'n hand in een reflex terug. De weg door het zenuwstelsel van de impulsen voor de reflexbeweging is dan: gevoelszenuwcellen - ruggenmerg. Juist / onjuist 124 In welke klier(en) liggen de eilandjes van Langerhans? 125 Is voor de kieming van bonen licht nodig? En water? 126 Bij een volkomen gedaantewisseling ontwikkelt de larve zich via een pop tot een volwassen insect. Juist / onjuist 127 Hoe heet het doorzichtige deel van het harde oogvlies bij de mens? 128 In een bepaald bloedvat in de navelstreng stroomt bloed van het embryo naar de placenta. Behoort dit bloedvat tot het bloedvatenstelsel van het embryo of tot dat van de moeder? 129 Bevat dit bloedvat zuurstofrijk of zuurstofarm bloed? 130 W aar in het spijsverteringskanaal van de mens begint de vertering van eiwitten? 131 W elke spijsverteringsappen bevatten zowel enzymen voor de vertering van eiwitten als enzymen voor de vertering van koolhydraten? 132 W aar in het spijsverteringskanaal bij de mens worden vetten geëëmulgeerd? 133 Het slijmvlies in de neus vangt stofdeeltjes op. Juist / onjuist 134 Kraakbeen om de luchtpijp dient voor het openhouden ervan. Juist / onjuist 135 Het voorkomen van diep verzonken huidmondjes is een eigenschap die beschermt tegen uitdroging. Juist / onjuist 136 Een diepe inademing komt tot stand door gelijktijdige rib- en middenrifademhaling. Juist / onjuist 137 Bij de diepe inademing trekken zowel de spieren van het middenrif als de spieren tussen de ribben zich samen. Juist / onjuist 138 W aar in de huid van de mens komen uitlopers van zenuwcellen voor? 139 W ordt bij de mens reservevoedsel opgeslagen in de lederhuid of in het onderhuids bindweefsel? 140 W at voor reservevoedsel is dit?
141 W aar in de uterus (=baarmoeder) vindt uitwisseling plaats van stoffen tussen het bloed van de moeder en dat van het kind? 142 In een bepaald stadium van zijn ontwikkeling heeft een kikker uitwendige kieuwen. Leeft hij dan op het land of in het water? 143 Als bij een zoogdier de spermaleiders worden dichtgebonden kunnen er geen spermacellen meer geproduceerd worden. Juist / onjuist 144 W aar in de bloem worden de voortplantingscellen gevormd? 145 Hoe groot is bij een man het percentage voortplantingscellen met een X-chromosoom? 146 Ellepijp en opperarmbeen zijn door een kogelgewricht met elkaar verbonden. Juist / onjuist 147 De wand van de slokdarm wordt verstevigd door kraakbeen. Juist / onjuist 148 W elke van de stoffen: koolstofdioxide - zuurstof - glucose - water verbruikt een organisme bij de verbranding? 149 Voor de vorming van koolhydraten hebben planten met bladgroen zouten uit de bodem nodig. Juist / onjuist 150 Na een hartslag volgt een hartpauze. Volgt deze pauze na een samentrekking van de boezems of na een samentrekking van de kamers? 151 Zijn tijdens de hartpauze de longslagader en de aorta aan het begin open of zijn ze door kleppen afgesloten? 152 W itte bloedcellen vernietigen bacteriën. Juist / onjuist 153 Hoe heet de afvoerbuis van een nier? 154 Een functie van de nieren is de opslag van e en teveel aan glucose uit het bloed. Juist / onjuist 155 Een gevoelszenuw vormt bij een reflex de verbinding tussen een zintuig en het ruggenmerg of het verlengde merg. Juist / onjuist 156 W elke van de volgende klieren vormen hormonen: hypofyse - bijnieren - talgklieren speekselklieren? 157 De iris is een deel van het vaatvlies. Juist / onjuist 158 Het netvlies bevat zintuigcellen. Juist / onjuist 159 De blinde vlek is een deel van het harde oogvlies. Juist / onjuist 160 Een enzym uit speeksel verteert zetmeel. Juist / onjuist 161 Speeksel bevat slijmstoffen. Juist / onjuist 162 Een enzym uit speeksel verteert glucose. Juist / onjuist 163 W aar in het lichaam van de mens komt gal bij het voedsel? 164 W elke stoffen worden door gal geëëmulgeerd? 165 In welk deel van het spijsverteringsstelsel van de mens komen darmvlokken voor? 166 In een aquarium wordt het koolstofdioxidegehalte van het water gemeten. Daarna meet men het koolstofdioxidegehalte van het water dat uit de kieuwspleten komt. W elk water bevat de meeste koolstofdioxide? 167 De cellen in de kroonbladeren van een plant verbruiken overdag zuurstof. Juist / onjuist 168 Bij een plant met drijvende bladeren zitten de huidmondjes aan de bovenkant. Juist / onjuist 169 Planten met bladeren die een dikke waslaag hebben zijn niet zo geschikt om in een droge omgeving te groeien. Juist / onjuist 170 In welk stadium of in welke stadia van de ontwikkeling van de kikker kan gaswisseling via de huid plaatsvinden? 171 Een eencellig wier ontstaat door celdeling. Juist / onjuist 172 Een aardappelplant kan ontstaan uit een knol. Juist / onjuist 173 Een dovenetel kan ontstaan uit een wortelstok. Juist / onjuist 174 Een tarweplant ontstaat uit een tarwekorrel. Juist / onjuist 175 W at kan gezegd worden over het tijdstip waarop de processen ovulatie en menstruatie plaatsvinden? 176 W elke van de volgende weefsels of organen zijn van de vrouw: navelstreng, vruchtvliezen, baarmoederslijmvlies? 177 In welke van de volgende cellen van de man komen geslachtschromosomen voor: spiercellen, zenuwcellen, voortplantingscellen? 178 179 180 181
W elke kunnen de geslachtschromosomen in een bevruchte eicel van de mens zijn? Een beencel behoort tot het dekweefsel. Juist / onjuist In de opperhuidcellen van een blad kan fotosynthese plaatsvinden. Juist /onjuist Door welke organen gaat het transport van water en zouten in een plantenstengel?
182 Gaat het transport van water en zouten in de vaatbundels die aan de binnenkant of buitenkant liggen? 183 Als een mens ouder wordt, veranderen de percentages beenaarde en lijmstof in zijn beenderen. Hoe? 184 Hoe komt de stevigheid van kruidachtige planten tot stand? 185 Voorgeweekte zaden onder water kiemen niet door een zuurstofgebrek. Juist / onjuist 186 Tijdens het samentrekken van een spier heeft in die spier stofwisseling plaats. Hierbij vindt de omzetting plaats van glucose en zuurstof in kooldioxide, water en energie. Juist / onjuist 187 Bij een plant verdampt een deel van het opgenomen water, een ander deel wordt gebruikt voor de koolstofassimilatie. Juist / onjuist 188 Een afgesneden stengel van een witbloeiende dahlia wordt in roodgekleurd water geplaatst. Na enige tijd hebben de kroonbladeren een rode schijn gekregen. De conclusie uit deze proef is: door de zuigkracht van de bladeren wordt het gekleurde water omhoog getransporteerd. Juist / onjuist 189 Bij een proefpersoon worden op drie verschillende plaatsen de bloeddruk gemeten: in de aorta, de haarvaten in de dikke teen en in de onderste holle ader. De resultaten waren 20,70 en 150 mm kwikdruk. Bij welke bloedvaten horen deze meetresultaten? 190 Als de boezems zich samentrekken zijn de hartkleppen dicht. Juist / onjuist 191 Een slagadertje vertakt zich in een stukje darmweefsel tot haarvaten. Van welk bloedvat is dit slagadertje een vertakking? 192 Bevat dit slagadertje zuurstofrijk bloed? 193 Reservestof wordt bij de mens o.a. opgeslagen als vet in het beenmerg. Juist / onjuist 194 Iemand kan blind zijn als zijn gezichtscentrum in de grote hersenen uitgeschakeld is. Juist / onjuist 195 Bij het ruggenmerg bevinden de cellichamen van de gevoelszenuwen zich aan de rugzijde van het lichaam. Juist / onjuist 196 Een paard slaat op hol. De hoeveelheid glucose in het bloed stijgt nu, doordat de bijnieren meer adrenaline produceren. Juist / onjuist 197 W at gebeurt eerst: ontstaan van placenta of reductiedeling? 198 W anneer we de iris van iemands oog willen bekijken kan deze iris het best zo groot mogelijk zijn. Dit kunnen we bereiken door sterk licht op zijn oog te laten vallen, zodat de pupil groot is. Juist / onjuist 199 In het maagsap van de mens bevindt zich een enzym voor de vertering van welke voedingsstof? 200 De amoebe neemt voedsel van buiten op en verteert dit inwendig. W aardoor vinden deze processen plaats? 201 Bij diepe inademing is het middenrif afgeplat. Juist / onjuist 202 Geef een korte verklaring voor het feit dat insecten zonder rode bloedcellen kunnen leven. 203 Noem 3 kenmerken van insectenbloemen. 204 Als we bij de mens eicellen vergelijken met spermacellen dan blijkt dat beide nagenoeg dezelfde grootte hebben. Juist / onjuist 205 Eicellen en spermacellen zijn even beweeglijk. Juist / onjuist 206 Eicellen en spermacellen hebben hetzelfde aantal chromosomen. Juist / onjuist 207 Eicellen en spermacellen worden in even grote aantallen geproduceerd. Juist onjuist 208 W elke van de volgende organen ligt bij de mens geheel in de buikholte: luchtpijp - slokdarm aorta - poortader? 209 Zijn spaakbeen en opperarmbeen d.m.v. een scharniergewricht met elkaar verbonden? 210 Alleen autotrofe organismen nemen zuurstof op. Juist / onjuist 211 Bij fotosynthese komt zuurstof vrij en bij verbranding is zuurstof nodig. Juist / onjuist 212 Aan het begin van de aorta en de longslagader zitten kleppen. Juist / onjuist 213 Als de kamers zich samentrekken zijn de kleppen aan het begin van de aorta en de longslagader open. Juist / onjuist 214 De stevigheid van houtachtige plantedelen wordt voornamelijk bepaald door de verdikte wanden van deze plantendelen. Juist / onjuist 215 W anneer een tak met bladeren in roodgekleurd water wordt geplaatst, worden de nerven in de bladeren rood. Dit gebeurt ook wanneer van tevoren een ring van de bast tot op het hout wordt weg gesneden. W at blijkt hieruit? 216 W elk deel van het centrale zenuwstelsel regelt de samenwerking van de spieren bij het lopen?
217 In welke deel heeft onder normale omstandigheden de innesteling van het zich ontwikkelende embryo bij een mens plaats? 218 Bij het zenuwstelsel kunnen we een aantal centrale delen onderscheiden. W elke van deze delen kunnen betrokken zijn bij een reflex? 219 Als de ooglens een zo plat mogelijke vorm heeft, op welke afstand is het oog dan ingesteld? 220 Zit er veel of weinig koolstofdioxide in de poortader? 221 Bevat de poortader na een koolhydraatrijke maaltijd veel of weinig glucose? 222 Alle slagaders zijn zuurstofrijk. Juist / onjuist 223 Alle aders zijn koolstofdioxiderijk. Juist / onjuist 224 W elk orgaan in de buikholte is de opslagplaats van onder andere glycogeen? 225 Door welk hormoon kan glucose worden omgezet in glycogeen? 226 Iemand mist dit hormoon. Hoe heet de ziekte die deze persoon heeft? 227 Op welke manier kan deze persoon toch voldoende hormoon binnenkrijgen? 228 W aarom worden sommige medicijnen in het bloed via een spuit toegediend en kunnen zij niet in tabletvorm worden ingenomen? 229 W elk type gewricht kom je wel in de onderarm tegen maar niet in het onderbeen? 230 Hoe heten de openingen tussen de schedelplaten bij een pasgeborene? 231 Uit welke twee stoffen bestaat botweefsel? 232 W elke van de twee stoffen in botweefsel geeft stevigheid en welke zorgt voor de elasticiteit? 233 Onze huid heeft verschillende functies. Noem er drie. 234 Bevat vruchtwater cellen van de pasgeborene, van de moeder of van allebei? 235 W elke drie fasen zijn er te onderscheiden bij een geboorte? 236 W aar kan glycogeen nog meer opgeslagen worden dan in de lever? 237 W elk hormoon zorgt ervoor dat iemand binnen zeer korte tijd, na bijvoorbeeld een schrikreactie, glucose in het bloed krijgt? 238 W elk hormoon zorgt ervoor dat het hart sneller gaat kloppen als iemand schrikt? 239 W at gebeurt er met de bloedvaten wanneer iemand een sigaret rookt? 240 De pupil is eigenlijk een gat. Juist / onjuist 241 De pupilreflex wordt aangestuurd door de kleine hersenen. Juist / onjuist 242 Een persoon die teveel alcohol heeft gedronken ademt alcoholdamp uit dat uit het bloed komt. Juist / onjuist 243 Noem een plaats in het menselijk lichaam waar naadverbindingen voorkomen. 244 Hoe heet het plantaardig materiaal dat zorgt voor een snellere darmwerking? 245 W elk onderdeel uit de wand van een plantaardige cel verteert bij mensen heel slecht? 246 Noem de zes voedingsstoffen. 247 In welke groepen worden deze voedingsstoffen ingedeeld? 248 W elke van de brandstoffen kan niet als reserve omgezet en opgeslagen worden in het menselijk lichaam? 249 Zetmeelkorrels zijn cellen. Juist / onjuist 250 Zetmeel kan met jodium aangetoond worden. Geef een andere naam voor aantoonstof 251 W elke stoffen worden door spijsverteringssappen uit de alvleesklier verteerd? 252 W aar wordt gal gemaakt? 253 W aar wordt gal opgeslagen? 254 In de dikke darm tasten bacteriën de celwanden van plantenresten aan. Juist / onjuist 255 In de dikke darm wordt het water uit de voedselbrij omgezet in uitwerpselen. Juist / onjuist 256 Voor kieming van bonen is zuurstof nodig. Juist / onjuist 257 Als de spieren van het middenrif zich samentrekken beweegt het middenrif. W ordt de borstholte dan groter of kleiner? 258 Bij eencelligen vindt gaswisseling plaats via welk orgaan? 259 De functie van het pigment in de opperhuid van de mens is bescherming tegen straling van de zon. Juist / onjuist
260 Als onder bepaalde omstandigheden de haarspieren de haren overeind trekken dan verwijden / vernauwen de bloedvaten in de huid zich. 261 In welke organen in het menselijk lichaam worden vetverterende enzymen geproduceerd en waar werken deze enzymen in op vetten in het voedsel? 262 Het genotype wordt bepaald door fenotype en door het milieu. Juist / onjuist 263 W anneer noemen we een gen dominant? 264 W at bedoelen we met: het resultaat is intermediair? 265 Als de ouders in éééén eigenschap van elkaar verschillen, hoe noemen we dan zo'n kruising? 266 W at betekent de term recessief? 267 De man bepaalt het geslacht van het kind. Juist / onjuist 268 Kunnen uit twee planten met rode bloemen witte nakomelingen komen? 269 W aar bevinden de chromosomen zich precies? 270 W elke oogkleur kunnen kinderen hebben van een blauwogige en een homozygoot bruinogige ouder? 271 Kunnen uit twee ouders met blauwe ogen kinderen geboren worden met bruine ogen? 272 Alle cellen in het menselijk lichaam hebben 23 chromosomen. Juist / onjuist 273 Bij runderen is zwartbont dominant over rooibonte W at is het genotype van het roodbonte rund? 274 Reductiedeling (meiose) vindt plaats bij de vorming van: 275 Bij de mens erft golvend haar intermediair over tussen krullend en stijl haar. Laat dat in een genenschema zien. 276 W anneer alleen zijn de chromosomen zichtbaar? 277 Een bak wordt met water gevuld. Daarin worden enkele vissen gedaan en vervolgens wordt de bak luchtdicht afgesloten. De temperatuur blijft constant. W at zal er gebeuren met de hoeveelheid zuurstof in het water? 278 En met de hoeveelheid koolstofdioxide? 279 Bevat de kieuwslagader zuurstofrijk of zuurstofarm bloed? 280 Bij iemand wordt in de huid met inkt een tatoeage aangebracht. Deze blijft het gehele leven zichtbaar. In welke huidlaag wordt de inkt aangebracht? 281 W at is de functie van de talgkliertjes? 282 Als de stuifmeelbuis ongeveer halverwege de stijl is gegroeid heeft er dan bestuiving plaats gevonden? 283 En bevruchting? 284 W at vindt het eerst plaats: ovulatie of ontwikkeling van de eicel in het ovarium? 285 Hoe heet het proces waarbij eicel en spermacel versmelten? 286 Hoe heet het proces waarbij de bevruchte eicel zich deelt tot 2 cellen? 287 Hoe heet het proces waarbij eicellen en spermacellen ontstaan? 288 Bij een een-eiige tweeling zijn de kinderen altijd van hetzelfde geslacht. Juist / onjuist 289 Een spiercel van een volwassen man bevat een X - chromosoom en éééén Y -chromosoom. Juist / onjuist 290 Een cel in een ovarium deelt zich tot twee eicellen. De chromosomen in deze moedercel komen in placenta voor. Juist / onjuist 291 Zit in de linkerhelft van het hart zuurstofrijk of zuurstofarm bloed? 292 Spelen de nieren een rol bij de vertering van voedsel? 293 W at is de betekenis van het kauwen? 294 In welk deel van het darmkanaal wordt het verteerde voedsel in het bloed opgenomen? 295 W elk orgaan komt na de dikke darm? 296 W elk gassen ademen we meer uit dan in? 297 Hoe heet het gewricht tussen ellepijp en spaakbeen? 298 W orden er in de dikke darm nog spijsverteringssappen afgescheiden? 299 Als je scheurbuik hebt, aan welk soort vitamine heb je dan gebrek? 300 W at gebeurt er bij de fotosynthese? 301 Hoe heten bloedvaten die de pompwerking van het hart meekrijgen? 302 Als het middenrif omhoog gaat is er dan sprake van een inademing of van een uitademing? 303 En als de ribben omlaag gaan? 304 W at is een enzym? 305 W aar werkt het enzym amylase in speeksel op in? 306 W aar loopt een longslagader naar toe?
307 Geef de reactievergelijking voor de langzame verbranding. 308 Tussen welke twee organen zit de poortader? 309 W elke kleur krijgt een longader in kleurentekeningen? 310 311 312 313 314 315 316 317 318 319 320 321 322 323 324 325
W at is de vorm van een rode bloedcel? Op welke voedingsstoffen werkt alvleessap in? W elke functie heeft de dikke darm? W at vindt er in de longblaasjes plaats? Hoe heet de scheidingswand tussen de borstholte en de buikholte? W elke onwillekeurige kringspier zit aan de maaguitgang? W aar treffen we een trilhaarslijmvlies aan? W at zijn stigma's? W aarom hoeft glucose niet verteerd te worden? W aar kan zetmeel worden verteerd? W elke onderdelen in het verteringsstelsel zorgen voor een oppervlaktevergroting? Vervoert het bloed van insecten zuurstof? Hoe heet het soort gewricht tussen opperarmbeen en ellepijp? W at kan de huig afsluiten en wanneer gebeurt dat? Vervoert bloedplasma hormonen? W at ligt in de hals aan de voorzijde: de luchtpijp of de slokdarm?
326 327 328 329 330
W at verstaat men onder vertering? W elk weefsel bij de mens heeft tussen de cellen een stof met een hoog gehalte aan beenaarde? In een paddestoel worden organische stoffen omgezet in anorganische. Juist / onjuist Geeft een plant met bladgroen in het donker koolstofdioxide af? Fotosynthese kan alleen plaatsvinden in landplanten. Juist / onjuist
331 In een grasplant worden organische stoffen omgezet in anorganische stoffen. Juist / onjuist 332 Gaan er assimilatieproducten door de bloemsteel van de paardebloem? 333 De bloeddruk in de longslagader is hoger dan die in de longader. Juist / onjuist 334 W aardoor vermagert een egel tijdens de winterslaap sterk? 335 De energie voor de fotosynthese wordt geleverd door licht. Juist / onjuist 336 In een regenworm worden organische stoffen omgezet in anorganische. Juist / onjuist 337 Bastvaten liggen in de stengel aan de buitenkant. Juist / onjuist 338 Gaan er assimilatieproducten door de wortel van een paardebloem? 339 Een plant kan door fotosynthese in gewicht toenemen. Juist / onjuist 340 W aar is het koolstofdioxidegehalte van het bloed het hoogst: in de longslagader of in de longader? 341 In de lever wordt insuline geproduceerd. Juist / onjuist 342 Nierschors en niermerg spelen een rol bij de vorming van urine. Juist / onjuist 343 In de lever worden rode bloedcellen afgebroken. Juist / onjuist 344 Bij het ruggenmerg liggen de bewegingszenuwcellen aan de buikzijde. Juist / onjuist 345 Geslachtshormonen kunnen het uiterlijk van een mens beïnvloeden. Juist /onjuist 346 Langs welke weg worden stoffen uit de bijnieren afgevoerd? 347 W elk soort cellen worden in het cambium in de stam van een boom gevormd en in welke richting? 348 Tijdens de kieming van een zaad wordt zetmeel omgezet in glucose. Vindt dit ook plaats bij een volwassen plant? 349 W ordt bij de kieming van een zaad zuurstof opgenomen? 350 Kan licht de lengtegroei van planten remmen? 351 W aar in het oog van de mens bevinden zich spieren die de hoeveelheid binnenvallend licht regelen? 352 Een zeer belangrijke functie van eiwitten in ons voedsel is het leveren van materiaal voor de opbouw van de spieren. Juist / onjuist 353 Noem twee functies van het maagsap. 354 Bij de mens bevat de ingeademde lucht minder kooldioxide dan de uitgeademde lucht. Juist / onjuist 355 Kan er in een houtvat sprake zijn van turgor? 356 W elke beenverbinding treffen we bij ribben en borstbeen aan? 357 Vindt in de gekleurde kroonbladeren van een bloem verbranding plaats?
360 Het bloed stroomt van een kuitspier via de longen weer terug naar dezelfde kuitspier. Het bloed gaat daarbij minstens 2x door het hart. Juist / onjuist 361 W at is het gevolg Als men de lange uitloper van een bewegingszenuwcel doorsnijdt? 362 Is de metamorfose van de vlinder volledig of onvolledig? 363 Iemand komt vanuit het donker in het licht. W elk deel van het oog ondergaat of welke delen ondergaan een vormverandering? 364 Als licht op de blinde vlek valt ontstaan er dan impulsen in de oogzenuw? 365 W at wordt er onder accommoderen verstaan? 366 Als bij een mens een eicel niet bevrucht wordt, gaat deze verloren. Dit gebeurt tijdens de menstruatie. Juist / onjuist 367 368 369 370 371 372 373 374 375 376 377 378
Dekweefsel komt bij planten en dieren voor. Juist / onjuist De luchtpijp ligt voor de slokdarm. Juist / onjuist W elk soort gewricht bevindt zich tussen het opperarmbeen en de ellepijp? W elk soort gewricht bevindt zich tussen het spaakbeen en de ellepijp? Is er voor fotosynthese licht nodig? Is er voor fotosynthese zuurstof nodig? Er bestaan planten met bonte bladeren. Deze bladeren zijn dan bijvoorbeeld geel en groen. In welk deel vindt fotosynthese plaats? In welk deel van planten met bonte bladeren vindt verbranding plaats? Ademen vissen koolstofdioxide uit? Hebben aquariumplanten koolstofdioxide nodig? W at gebeurt er met het koolstofdioxidegehalte van het water in het aquarium, dat in het donker
staat, zonder vissen maar met groene planten? 379 Hoe wordt een deel van een organisme met een of meerdere functies genoemd? 380 Geef een andere naam voor een groep cellen met dezelfde vorm en taak. 381 W elk deel van de microscoop regelt de hoeveelheid licht? 382 Hoe noemen we een voor microscopie klaargemaakt object? 383 W elk celonderdeel bevat vocht en heeft een vergelijkbare functie met de nieren? 384 W at zijn plastiden? 385 W aarvoor wordt eosine gebruikt? 386 Hoe heet de stroperige vloeistof die we in een cel tegenkomen en waarin allerlei stoffen zijn opgelost? 387 Een ui bestaat uit een aantal uirokken. W at zijn deze uirokken eigenlijk? 388 Hoe kunnen plastiden veranderen? 389 W at is de functie van de celkern? 390 Geef een andere naam voor langgerekte dunne draadjes, die we in de celkern tegenkomen. 391 Geef een andere naam voor het ‘‘oprollen van de chromosomen’’. 392 Bij welke celdeling wordt het aantal chromosomen gehalveerd? 393 W aarom vindt deze halvering plaats? 394 W aarom bestaan er in een lichaamscel van elk chromosoom twee stuks? 395 Zet de volgende ontwikkelingsreeks in de juiste volgorde: groei –– kerndeling –– celdeling. 396 Hoe heet de stof in een chromosoom waarin alle erfelijke eigenschappen liggen opgeslagen? 397 In welke vier rijken worden organismen ingedeeld? 398 Op welke vier kenmerken wordt gelet bij de indeling van alle organismen? 399 W anneer behoren twee organismen tot dezelfde soort? 400 Hoe worden de gewervelde dieren verder ingedeeld? 401 Men let bij de indeling van de gewervelde dieren op een aantal kenmerken. Zo speelt de lichaamstemperatuur een belangrijke rol, evenals de manier waarop deze dieren zich voortplanten. W elke drie andere kenmerken worden gebruikt bij de indeling? 402 W at verstaat men onder een reductiedeling? 403 Hoeveel chromosomen tref je aan in voortplantingscellen? 404 W aarom gaan de chromosomen bij een reductiedeling tegenover elkaar in het middenvlak liggen?
405 W elke drie functies heeft de prostaat? 406 W aar worden zaadcellen (tijdelijk) opgeslagen? 407 Uit welke drie dingen bestaat sperma? 408 Op welke plaats vindt bevruchting bij de mens plaats? 409 Is er dan ook al bekend of het nieuwe embryo een jongen of een meisje is? 410 W elke reden kun je noemen voor het feit dat de eicel zo groot is? 411 Kunnen eicellen bewegen? 412 Hoe komt een bevruchte eicel via de eileider in de baarmoeder terecht? 413 W elk deel blijft na de ovulatie achter in de eierstokken en gaat ten gronde als er geen bevruchting heeft plaatsgevonden? 414 Met welk voorbehoedmiddel kun je de ovulatie verhinderen? 415 W elke werkzame stoffen zitten er in de pil? 416 W aarom hoeft de pil maar drie weken geslikt te worden? 417 W at doet het gele lichaam nadat een eicel bevrucht is? 418 W elke hormoonklier zorgt ervoor dat er geen nieuwe follikels meer rijpen in de eierstokken? 419 Bepaalde soa’s kun je oplopen via besmette lakens. Juist / onjuist 420 In de navelstreng kom je drie bloedvaten tegen: één navelstrengslagader en twee navelstrengaders. Via welk bloedvat of welke bloedvaten krijgt het embryo voedingsstoffen? 421 W elke twee functies heeft het vruchtwater? 422 W at wordt er verstaan onder een nageboorte? 423 Hoe wordt het uiterlijk van een organisme ook wel genoemd? 424 W at is een gen? 425 Geef een andere term voor "sterke eigenschap die de ander overheerst". 426 Geef een andere term voor het feit dat een organisme twee dezelfde genen bezit voor een eigenschap. 427 Uit welke vier delen bestaat het centrale zenuwstelsel? 428 W at zijn impulsen? 429 Met welke term worden veranderingen in de omgeving aangeduid? 430 W elke zenuwcellen geleiden impulsen naar het ruggenmerg toe? 431 Naar welke twee typen organen worden impulsen geleid die via een bewegingszenuw lopen? 432 Noem drie soorten stoffen die de werking van de hersenen beïnvloeden. 433 W at is een reflex? 434 W elke twee soorten klieren kun je noemen? 435 W at is de functie van de hypofyse? 436 W aar wordt insuline geproduceerd? 437 W elke hormoon wordt in de bijnieren gemaakt? 438 W aarvoor zorgt dit hormoon? 439 Zet de volgende begrippen in de juiste volgorde van een hoog organisatieniveau naar een laag organisatieniveau: populatie –– individu –– ecosysteem –– levensgemeenschap. 440 W at versta je onder het milieu? 441 Hoe worden invloeden genoemd die afkomstig zijn van de levenloze natuur? 442 W aarmee begint elke voedselketen? 443 Hoe worden organismen genoemd die zelf hun voedsel kunnen maken? 444 Hoe worden organismen genoemd die afhankelijk zijn van andere organismen? 445 W elk celonderdeel moeten autotrofe organismen in hun bezit hebben? 446 Een voedselketen begint altijd met een producent. Juist / onjuist 447 Consumenten van de tweede orde zijn altijd afhankelijk van consumenten van de eerste orde. Juist / onjuist 448 Voedingszouten in de bodem worden door de producenten gebruikt. Juist / onjuist 449 Alle consumenten van de eerste orde zijn planteneters. Juist / onjuist
450 Afvaleters worden ook wel reducenten genoemd. Juist / onjuist 451 Geen twee voorbeelden van reducenten. 452 Op welke manier komt er opnieuw koolstof in de kringloop terecht? 453 Bij welk proces wordt deze koolstof gebruikt? 454 W at is de naam van dit proces? 455 Dode resten van planten bevatten een heleboel stikstof. Op welke manier komt dit weer in de lucht? 456 W elk gas komt er vrij bij het rottingsproces van bijvoorbeeld een dood dier? 457 In welke stof komen we in de bodem stikstof tegen? 458 W aarom zal een dier dat bovenaan in de voedselpiramide staat eerder doodgaan aan gifstoffen dan de organismen eronder? 459 Geef de andere term voor ‘‘opeenhoping van gifstoffen’’ in de voedselpiramide. 460 W at geeft een optimumkromme in feite weer? 461 Geef een andere naam voor ‘‘mengsel in de bodem van organische en anorganische stoffen en reducenten’’. 462 De mens gebruikt zijn milieu om er bijvoorbeeld water aan te onttrekken. Ook haalt hij grondstoffen uit de bodem. Noem nog twee andere taken van ons milieu. 463 Noem een nadeel van chemische bestrijdingsmiddelen. 464 Geef een nadeel van biologische bestrijding. 465 W at betekent de afkorting K.I.? 465 Hoe noemen we de mogelijkheid dat bijvoorbeeld een oppervlaktewatertje heeft om uit zichzelf weer schoon te worden? 466 W anneer is er sprake van eutrofiering (=overbemesting) van het water? 467 W elk nadeel voor de andere organismen kun je noemen als er teveel algen in het water komen? 468 Noem vier manieren van conserveren van voedsel. 469 W elke functie wordt er door eiwitten vervuld? 470 Geef een andere naam voor zouten. 471 W elke van de zes voedingsstoffen vervullen een taak als bouwstof? 472 Noem vier adviezen voor een gezonde voeding. 473 W elke functie vervult de maag? 474 Uit welke vier groepen bestaat de voedingswijzer? 475 W elke voedingsstoffen doen dienst als bouwstof? 476 Noem drie functies die de lever kan vervullen. 477 Bevat weefselvloeistof rode bloedcellen? 478 Kunnen er in lymfe witte bloedcellen voorkomen? 479 Hoe noemt men de kleinste bloedvaten in een orgaan? 480 Noem twee stoffen die hoge bloeddruk kunnen veroorzaken. 481 W elk gas wordt bij de fotosynthese door een plant verbruikt? 482 W elk gas of welke gassen worden bij de verbranding door een mens aan de lucht afgegeven? 483 W elk type ademhalingsorganen kan een kikker gedurende zijn leven gebruiken? 484 Hoe heet het laatste stukje bronchus waaraan een tiental longblaasjes zitten? 485 W elke spieren trekken zich bij borstademhaling samen bij een diepe inademing? 486 Noem twee voordelen van neusademhaling boven mondademhaling. 487 Is het water dat uit een kieuwspleet komt zuurstofrijk of zuurstofarm? 488 Noem drie manieren waarop planten zich op een ongeslachtelijk wijze kunnen voortplanten. 489 W aar vindt bij een man een tijdelijke opslag van de zaadcellen plaats? 490 Is voor de kieming van zaden water nodig? 491 Is voor de kieming van zaden zuurstof nodig? 492 Hoe heten in het lichaam van een de buizen voor de afvoer van zaadcellen van de teelballen naar de urinebuizen?
493 W at verstaat men onder de term bevruchting? 494 Bij een vrouw wordt een eicel bevrucht. Gaat de ovulatie daarna door? 495 En de menstruatie? 496 Hoe heet het bloedvat dat bloed vervoert vanaf de placenta naar het embryo? 497 W ordt hierin zuurstofrijk of koolstofdioxiderijk bloed vervoerd? 498 Hoe noemt men een celdeling waarbij twee nieuwe cellen ontstaan met hetzelfde aantal chromosomen als de moedercel? 499 Chlamydia is een bekende geslachtsziekte. Noem twee andere soa’’s die door een bacterie worden veroorzaakt. 500 Genitale herpes is een soa. W ordt deze door een virus of door een bacterie veroorzaakt?