SPECIALE EDITIE – NIEUWSBRIEF TOEZICHT EMISSIES EN OPENBARE BIEDINGEN NIEUWE PROSPECTUSREGELS PER 1 JULI 2012 19 oktober 2012 Per 1 juli 2012 is een aantal wijzigingen op de ‘prospectusregels’ in werking getreden. In deze nieuwsbrief geven we een samenvattend (niet volledig) overzicht van deze wijzigingen. Deze nieuwsbrief vormt geen juridisch advies. Verwijzingen naar wetsartikelen uit de Wet op het financieel toezicht (de ‘Wft’) zijn verwijzingen naar de artikelen zoals die per 1 juli 2012 gelden. Mocht u naar aanleiding van deze regels vragen hebben, kunt u contact op nemen met een van onze medewerkers (via telefoonnummer 020 797 2896) of door een e-mail te sturen naar
[email protected].
Onderwerpen in deze nieuwsbrief: 1. Wijzigingen vanwege de implementatie van de herziene richtlijn prospectus (richtlijn nr. 2010/73/EC) 2.
Wijzigingen vanwege de implementatie van Omnibus I richtlijn (richtijn nr. 2010/78/EC)
3. Wijzigingen vanwege de aanpassingen in Verordening (EG) nr. 809/2004 (de ‘Prospectus Verordening’)
1. Wijzigingen vanwege de implementatie van de herziene richtlijn prospectus (richtlijn nr. 2010/73/EC) a) Gekwalificeerde belegger De definitie van gekwalificeerde belegger is veranderd. Er wordt voor de invulling van dit begrip nu aansluiting gezocht bij de richtlijn markten voor financiële instrumenten (richtlijn nr. 2004/39/EC). Als gekwalificeerde belegger mogen bijvoorbeeld worden beschouwd de ‘professionele beleggers’ en ‘in aanmerking komende tegenpartijen’ als bedoeld in de richtlijn markten voor financiële instrumenten. Voor de AFM is de plicht tot het bijhouden van een register van gekwalificeerde beleggers vervallen (artikel 1:109 van de Wft).
Pagina 1 (19 oktober 2012)
b) Nieuwe definities De definitie van kleine en middelgrote onderneming is op wetsniveau vastgelegd (artikel 5:1, onderdeel f Wft). Er is een nieuwe definitie toegevoegd, namelijk die van een onderneming met beperkte beurswaarde (artikel 5:1, onderdeel g Wft). Voor deze ondernemingen zijn aparte annexen in de prospectus verordening (Verordening EG Nr 809/2004, de ‘prospectus verordening’) opgenomen. Meer informatie hierover vindt u in paragraaf 4 van deze nieuwsbrief hierna. Deze annexen zijn minder uitgebreid dan de algemene annexen. De AFM heeft op haar website nieuwe verwijzingstabellen opgenomen die op deze nieuwe annexen zijn gebaseerd. c) Vrijstellingen van de prospectusplicht i. 150 personen Op het verbod om zonder goedgekeurd prospectus effecten aan te bieden, kunnen diverse vrijstellingen van toepassing zijn. Zo gold dit verbod tot 1 juli 2012 niet als de effecten aan minder dan 100 personen worden aangeboden. Per 1 juli 2012 is dit aantal verhoogd naar 150 personen en geldt dit verbod dus niet als de effecten aan minder dan 150 personen worden aangeboden (artikel 5:3, eerste lid, onderdeel b van de Wft). ii. 100.000 euro: alle aanbiedingen in de Economische Europese Ruimte (‘E.E.R.’) Het bedrag van 100.000 euro in de vrijstelling van artikel 5:3, eerste lid, onderdeel e, Wft moet per 1 juli 2012 worden berekend door de tegenwaarde van alle aanbiedingen van effecten die in de E.E.R. zijn gedaan bij elkaar op te tellen. iii. Werknemers Verder is de werknemersvrijstelling verruimd. Een werkgever (of een met haar verbonden rechtspersoon, vennootschap of instelling), die haar effecten aanbiedt aan onder meer haar werknemers, hoeft geen goedgekeurd prospectus algemeen verkrijgbaar te stellen als deze entiteit haar zetel of hoofdkantoor in de E.E.R. heeft (zie artikel 5:3, tweede lid, onderdeel e van de Wft en artikel 55a van de Vrijstellingsregeling Wft). Deze effecten hoeven niet toegelaten te zijn tot de handel op een gereglementeerde markt. Als de werkgever haar zetel of hoofdkantoor buiten de E.E.R. heeft, hoeft ook geen goedgekeurd prospectus algemeen verkrijgbaar te worden gesteld als de effecten zijn toegelaten tot (i) de handel op een gereglementeerde markt of (ii) een markt van een derde land en er nog aan andere voorwaarden wordt voldaan. iv. Vrijstellingsregeling Wft Door implementatie van de herziene richtlijn is de Vrijstellingsregeling Wft gewijzigd. De zogenaamde ‘2,5 miljoen euro vrijstelling’ is echter niet gewijzigd. v. 100.000 euro per pakket effecten of per effect Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat al per 1 januari 2012 het bedrag van 50.000 euro in de zogenaamde ‘50.000 euro vrijstelling’ (artikel 5:3, eerste lid, onderdelen c en d van de Wft) verhoogd was naar 100.000 euro. d) Paspoort De AFM is verplicht om bij het versturen van een paspoort deze ook te sturen aan de uitgevende instelling (artikel 5:10, eerste lid van de Wft). Pagina 2 (19 oktober 2012)
e) Verantwoordelijkheid In Nederland ontbrak een wettelijke plicht om in het prospectus te vermelden wie verantwoordelijkheid neemt voor het gehele prospectus. Door het nieuwe derde lid in artikel 5:13 Wft moet per 1 juli 2012 de uitgevende instelling, haar leidinggevend of toezichthoudend orgaan of het bestuur, de aanbieder, de aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt of de garant in het prospectus verklaren verantwoordelijk te zijn voor de inhoud van het gehele prospectus. f)
Samenvatting
De samenvatting van een prospectus moest op grond van artikel 5:14 van de Wft al bepaalde waarschuwingen bevatten. Per 1 juli 2012 moet daar nog een waarschuwing aan worden toegevoegd. Het betreft, kort samengevat, de waarschuwing dat de indiener van de samenvatting aansprakelijk kan worden gesteld als de samenvatting niet de kerngegevens bevat om beleggers te helpen wanneer zij overwegen in die effecten te investeren. Hierna in paragraaf 4 van deze nieuwsbrief kunt u meer lezen over de gewijzigde eisen aan de inhoud en vorm van de samenvatting. g) Actualiseren van het registratie document Door de wijziging van artikel 5:15, derde lid van de Wft is per 1 juli 2012 wettelijk vastgelegd dat een registratie document geactualiseerd kan worden door (i) een supplement te maken op het registratie document of (ii) door de veranderingen of recente ontwikkelingen op te nemen in de verrichtingennota (zie ook artikel 5:23, vierde lid van de Wft). h) Definitieve voorwaarden Uit de wijziging in artikel 5:16, tweede lid van de Wft volgt dat uitgevende instellingen de definitieve voorwaarden die bij een basisprospectus horen niet alleen moeten deponeren bij de AFM (als de AFM het basisprospectus heeft goedgekeurd), maar ook bij de bevoegde toezichthouder van de lidstaat waarnaar de AFM een paspoort heeft gestuurd, voor zover mogelijk voor de aanbieding van de effecten aan het publiek of de toelating van effecten tot de handel op een gereglementeerde markt. Hierna in paragraaf 4 van deze nieuwsbrief kunt u meer lezen over de gewijzigde eisen aan het gebruik van een basisprospectus en de definitieve voorwaarden. i)
Publicatie
Door de wijziging in artikel 5:21 Wft dient het algemeen verkrijgbaar stellen van een prospectus per 1 juli 2012 altijd elektronisch te gebeuren. Er kan worden gekozen voor plaatsing op de website van de uitgevende instelling of voor plaatsing op de website van de beleggingsonderneming die werkzaam is bij de totstandkoming van transacties in de desbetreffende effecten. Door het prospectus via een website algemeen verkrijgbaar te stellen, wordt de informatie beter toegankelijk gemaakt voor beleggers. Pagina 3 (19 oktober 2012)
Artikel 5:21, vierde lid en zevende lid van de Wft staan toe dat de verschillende documenten waaruit een prospectus bestaat elk afzonderlijk algemeen verkrijgbaar worden gesteld. Het op dezelfde website algemeen verkrijgbaar stellen van zowel het prospectus als de door middel van verwijzing opgenomen documenten bevordert de toegankelijkheid tot alle relevante informatie. j)
Geldigheidsduur
Het prospectus is niet meer 12 maanden na publicatie ervan geldig, maar 12 maanden na de goedkeuring van het prospectus (artikel 5:22, eerste lid van de Wft). k) Supplementen Artikel 5:23 Wft is per 1 juli 2012 op diverse onderdelen gewijzigd. i. Opstellen supplement De periode waarin er een verplichting bestaat om een supplement op te stellen, eindigt ofwel bij de definitieve afsluiting van de aanbiedingsperiode ofwel op het tijdstip waarop de handel in deze effecten op een gereglementeerde markt aanvangt indien dat tijdstip later valt. ii. Recht tot intrekking aanvaarding Het recht tot intrekking van een aanvaarding geldt enkel indien het prospectus betrekking heeft op een aanbieding van effecten aan het publiek en de nieuwe factor, fout of onnauwkeurigheid zich voordeed vóór de definitieve sluiting van de aanbieding en de levering van de effecten. Het recht tot intrekking hangt dus samen met het tijdstip van de nieuwe factor, de fout of de onnauwkeurigheid die aanleiding geeft tot het publiceren van een supplement en veronderstelt dat het tot intrekking aanleiding gevende feit zich heeft voorgedaan of geconstateerd is terwijl de aanbieding nog open was en voordat levering van de effecten heeft plaatsgevonden. Het recht tot intrekking van een aanvaarding geldt in ieder geval gedurende een periode van twee werkdagen na de publicatie van het supplement. Deze periode kan worden verlengd door de uitgevende instelling. Het supplement moet de uiterste datum voor het recht tot intrekking vermelden. Het recht tot intrekking van een aanvaarding geldt niet meer als een supplement wordt opgesteld voor effecten die worden toegelaten tot de handel (5:23, zevende lid van de Wft vervalt). l)
Jaarlijks document vervallen
De plicht om jaarlijks een document te publiceren waarin, kort gezegd, wordt verwezen naar documenten die waar ook ter wereld op basis van effectenrechtelijke regels zijn gepubliceerd, is per 1 juli 2012 vervallen.
Pagina 4 (19 oktober 2012)
2. Wijzigingen vanwege de implementatie van Omnibus I richtlijn (richtijn nr. 2010/78/EC) Met dit wetsvoorstel is per 1 juli 2012 een aantal artikelen gewijzigd die vooral betrekking hebben op verplichtingen voor de AFM. Zo is de AFM verplicht om ESMA in kennis te stellen van het overdragen van haar bevoegdheid om een prospectus goed te keuren (artikel 5:8 Wft). Verder dient de AFM een prospectus (of supplement daarop) dat zij goedkeurt ook aan ESMA te sturen (artikel 5:10, vijfde lid van de Wft). Daarnaast dient, kort samengevat, de AFM een lijst bij te houden van prospectussen die zij met een paspoort ontvangt van andere toezichthouders (artikel 5:11 Wft). Omdat de AFM een dergelijke lijst al op haar website bijhoudt, brengt deze verplichting in de praktijk geen wijziging met zich mee. Tot slot is aan ESMA de bevoegdheid toegekend om de AFM te verzoeken een supplement op een prospectus te laten opstellen (artikel 5:23, achtste lid van de Wft).
3. Wijzigingen vanwege de aanpassingen in Verordening (EG) nr. 809/2004 (de ‘Prospectus Verordening’) Op 1 juli 2012 is de eerste Gedelegeerde Verordening tot wijziging van de Prospectus Verordening van 30 maart 2012 (de ‘Gedelegeerde Verordening’) in werking getreden. Deze Gedelegeerde Verordening heeft betrekking op de vormgeving en de inhoud van het prospectus, het basisprospectus en de definitieve voorwaarden, de samenvatting en op een vermindering van informatievereisten voor specifieke uitgevende instellingen. In deze paragraaf wordt waar nuttig verwezen naar de nieuwe artikelen van de Prospectus Verordening zoals die momenteel gelden door de inwerkingtreding van de Gedelegeerde Verordening. a) Definitieve voorwaarden i. Informatie in basisprospectus of in definitieve voorwaarden Het basisprospectus moet alle informatie bevatten waarvan de uitgevende instelling kennis had op het moment waarop het prospectus wordt opgesteld (overweging 5 van de Gedelegeerde Verordening en artikel 22, tweede lid van de Prospectus Verordening). De definitieve voorwaarden mogen informatie uit het basisprospectus niet wijzigen of vervangen (overweging 7 van de Gedelegeerde Verordening en nieuw artikel 22, vierde lid van de Prospectus Verordening). Een uitgevende instelling publiceert een bericht over een bepaalde verandering indien artikel 16 van de prospectus richtlijn (richtlijn nr. 2003/71/EC, hierna: ‘prospectus richtlijn’) niet van toepassing is (nieuw artikel 2 bis, tweede lid van de Gedelegeerde Verordening). Uit het nieuwe artikel 2 bis van de Prospectus Verordening volgt dat bepaalde informatie niet voor het eerst in definitieve voorwaarden mag worden opgenomen (anders gezegd: al in het goed te keuren basisprospectus moet staan). Welke informatie dat precies is, staat in de nieuwe annex XX van de Gedelegeerde Verordening. Daarin worden aan de informatierubrieken uit de al bestaande annexen V, XII, XIII, VIII, XIV en VI van de Prospectus Verordening zogenaamde ‘categorieën’ toegevoegd. Deze categorieën hebben de volgende betekenis: Categorie A = deze informatie moet in het basisprospectus staan.
Pagina 5 (19 oktober 2012)
Categorie B = het basisprospectus moet alle algemene beginselen van de vereiste informatie bevatten en alleen de details die onbekend zijn op het tijdstip van de goedkeuring van het prospectus, mogen worden opengelaten. De definitieve voorwaarden zullen de onbekende details dan later invullen. Categorie C = het basisprospectus kan een ruimte vrijhouden voor de informatie die niet bekend is op het tijdstip van de goedkeuring van het basisprospectus. De informatie moet dan in de definitieve voorwaarden worden opgenomen. ESMA heeft in het document getiteld ‘Questions and Answers, Prospectuses’ nadere uitleg gegeven over de ‘Categorie B’-items (Q&A 78, 15th updated version – July 2012). ii. Inhoud definitieve voorwaarden De definitieve voorwaarden van een basisprospectus bevatten alleen nog maar de volgende informatie (nieuw artikel 22 vierde lid van de Prospectus Verordening): • De in categorie B en C genoemde informatierubrieken van annex XX volgens welke het basisprospectus is opgesteld. Indien een rubriek niet van toepassing is op het prospectus, moet bij deze rubriek in de definitieve voorwaarden de vermelding ‘niet van toepassing’ worden opgenomen; • Op vrijwillige basis, de in de nieuwe annex XXI genoemde ‘aanvullende informatie’. In een nieuwe annex XXI is een lijst met aanvullende informatie opgenomen. Het betreft hier bijvoorbeeld het serie- of tranchenummer; en • Elke herhaalde weergave van of verwijzing naar opties die al in het basisprospectus zijn vermeld, die van toepassing zijn op de individuele uitgifte. iii. Vorm definitieve voorwaarden Voor de definitieve voorwaarden geldt een vormvereiste. Er moet een paragraaf in het basisprospectus staan, waarin een model wordt opgenomen genaamd ‘vorm van de definitieve voorwaarden’ of in het Engels ‘form of final terms’ die voor iedere individuele uitgifte moet worden ingevuld (invoeging onderdeel 1 bis in lid 5 van artikel 22 van de Prospectus Verordening). Het basisprospectus kan opties bevatten met betrekking tot categorie A, B en C informatie. De definitieve voorwaarden bepalen vervolgens welke van de genoemde opties van toepassing is op de specifieke uitgifte van effecten. Dat kan gebeuren door naar de toepasselijke onderdelen van het basisprospectus te verwijzen of door de informatie opnieuw op te nemen (nieuw artikel 22, lid 1 bis van de Prospectus Verordening). De definitieve voorwaarden moeten in een afzonderlijk document staan of in het basisprospectus zelf worden opgenomen. De vorm moet gemakkelijk te analyseren en te begrijpen zijn. De definitieve voorwaarden dienen een aantal specifieke vermeldingen te bevatten, zoals een vermelding waar het basisprospectus en eventuele supplementen daarop kunnen worden verkregen. Zie hiervoor het nieuwe artikel 26, vijfde lid van de Prospectus Verordening. iv. Supplement: recht om aanvaarding in te trekken enkel voor specifieke uitgifte Indien een supplement op het prospectus is uitgebracht, hebben beleggers gedurende ten minste twee werkdagen het recht om hun aanvaarding in te trekken. Soms moet een supplement alleen worden opgesteld om informatie in het basisprospectus te wijzigen die ziet op een of meerdere Pagina 6 (19 oktober 2012)
specifieke uitgiften. Dan hebben beleggers alleen het recht om hun aanvaarding in te trekken ten aanzien van die specifieke uitgiften. Zij hebben niet het recht hun aanvaarding in te trekken ten aanzien van andere uitgiften van effecten onder het basisprospectus (nieuwe tweede alinea van lid 7 van artikel 22 van de Prospectus Verordening). v. Samenvatting bij definitieve voorwaarden Uit de Gedelegeerde Verordening volgt dat een samenvatting gehecht moet worden aan de definitieve voorwaarden bij een uitgifte van effecten. Deze samenvatting moet de kerngegevens uit de samenvatting van het basisprospectus bevatten met specifieke onderdelen van de definitieve voorwaarden. Zie voor meer informatie hierover het nieuwe artikel 24, derde lid van de Prospectus Verordening. vi. Overgangsbepaling Voor de nieuwe eisen die de Gedelegeerde Verordening aan definitieve voorwaarden stelt, geldt een overgangsbepaling (artikel 2 van de Gedelegeerde Verordening). Deze eisen gelden niet als het prospectus of basisprospectus vóór 1 juli 2012 is goedgekeurd. b) Samenvattingen i. Inhoud samenvatting De Gedelegeerde Verordening voegt een nieuwe annex XXII toe aan de Prospectus Verordening. Daarin staan de vereisten (de verplichte rubrieken van kerngegevens) waaraan een samenvatting moet voldoen. Een samenvatting moet bestaan uit de afdelingen A tot en met E zoals genoemd in annex XXII. Iedere afdeling is opgebouwd uit verschillende elementen. Aan elk element is een bepaalde informatieverplichting gekoppeld (samen een ‘element’). Of een bepaald element opgenomen moet worden in de samenvatting is afhankelijk van welke annexen worden toegepast bij het opstellen van het prospectus. Bijvoorbeeld bij een aandelenprospectus moeten de elementen die bij annex I en III horen in de samenvatting worden opgenomen (nieuw artikel 24, eerste lid van de Prospectus Verordening en de inleiding bij annex XXII). ESMA heeft in het document getiteld ‘Questions and Answers, Prospectuses’ nadere uitleg gegeven over de toepassing van de eisen aan de samenvatting (Q&A 80, 15th updated version – July 2012). ii. Vorm samenvatting De in annex XXII weergegeven volgorde van de afdelingen en de elementen is verplicht. De samenvatting moet worden opgesteld in duidelijke bewoordingen en de kerngegevens moeten in een gemakkelijk toegankelijke en begrijpelijke vorm staan (nieuw artikel 24, eerste lid van de Prospectus Verordening). iii. Element niet van toepassing Wanneer een element niet van toepassing is, moet dit element in de samenvatting worden genoemd met de vermelding ‘niet van toepassing’ (nieuw artikel 24, eerste lid van de Prospectus Verordening). iv. Lengte samenvatting Bij de regels omtrent de lengte van de samenvatting is rekening gehouden met de complexiteit van een uitgevende instelling en de aangeboden effecten. De samenvatting mag echter niet langer zijn dan 7% van de lengte van een prospectus of 15 bladzijden, naargelang welke van beide het langst is.
Pagina 7 (19 oktober 2012)
De samenvatting mag geen verwijzingen bevatten naar andere onderdelen van het prospectus (nieuw artikel 24, eerste lid van de Prospectus Verordening). v. Samenvatting van een basisprospectus In het nieuwe artikel 24, tweede lid van de Prospectus Verordening wordt aangegeven welke informatie de samenvatting van een basisprospectus kan bevatten: •
De in het basisprospectus opgenomen informatie;
• De opties voor informatie die door het schema en de bouwsteen (bouwstenen) voor de verrichtingsnota is voorgeschreven; en • Informatie die door het schema en de bouwsteen (bouwstenen) voor de verrichtingsnota is voorgeschreven die eerder in het basisprospectus was opengelaten. vi. Samenvatting bij de definitieve voorwaarden behorend bij een basisprospectus Ook de definitieve voorwaarden van een basisprospectus voor een individuele uitgifte dienen een samenvatting te bevatten. In een nieuw artikel 24, derde lid van de Prospectus Verordening is opgenomen welke informatie daar in mag staan: • De informatie van de samenvatting van het basisprospectus die alleen relevant is voor de individuele uitgifte; • De opties in het basisprospectus die alleen relevant zijn voor de individuele uitgifte zoals bepaald in de definitieve voorwaarden; en • De in de definitieve voorwaarden vermelde relevante informatie die eerder in het basisprospectus was opengelaten. Wanneer de definitieve voorwaarden betrekking hebben op een aantal effecten die alleen zeer beperkt verschillen, kan voor al deze effecten één enkele samenvatting van de individuele uitgifte worden aangehecht. Wel is hierbij belangrijk dat de gegevens ten aanzien van de verschillende effecten duidelijk van elkaar gescheiden zijn (nieuw artikel 24, derde lid van de Prospectus Verordening). De samenvatting van de individuele uitgifte moet verder aan dezelfde voorschriften voldoen als de definitieve voorwaarden en wordt daaraan gehecht (nieuw artikel 24, derde lid van de Prospectus Verordening). vii. Samenvatting van de definitieve voorwaarden bij een basisprospectus: taal De samenvatting die gehecht is aan de definitieve voorwaarden moet worden opgesteld in dezelfde taal als de taal van de samenvatting van het basisprospectus. Als in verband met het sturen van een paspoort de samenvatting van het basisprospectus vertaald moet worden, moet de samenvatting die gehecht is aan de definitieve voorwaarden ook worden vertaald (nieuw artikel 26 lid 5 bis, onderdeel a van de Prospectus Verordening). viii. Wijzigingen in een samenvatting bij een supplement Als een supplement op een prospectus wordt gemaakt, moet onder bepaalde omstandigheden ook de samenvatting van het prospectus worden aangepast of vernieuwd. In geval van aanbiedingen van Pagina 8 (19 oktober 2012)
effecten die vóór een dergelijke aanpassing van de samenvatting zijn gedaan, is het niet vereist om nieuwe definitieve voorwaarden en de daaraan gehechte samenvatting van een individuele uitgifte te deponeren (toevoeging derde alinea aan artikel 25, vijfde lid van de Prospectus Verordening). ix. Samenvatting niet verplicht Wanneer een uitgevende instelling niet verplicht is een samenvatting in het prospectus op te nemen, maar in het prospectus toch een paragraaf opneemt met daarin een samenvattend overzicht, mag deze paragraaf niet de titel ‘samenvatting’ hebben. Een dergelijke paragraaf mag wel deze titel hebben als aan alle in het nieuwe artikel 24 en de nieuwe annex XXII van de Prospectus Verordening genoemde informatievereisten voor samenvattingen wordt voldaan (nieuw artikel 24, eerste lid van de Prospectus Verordening). x. Overgangsbepaling Voor de nieuwe eisen aan de samenvatting genoemd in de Gedelegeerde Verordening geldt ook een overgangsbepaling (artikel 2 van de Gedelegeerde Verordening). Deze eisen gelden niet als het prospectus of het basisprospectus vóór 1 juli 2012 is goedgekeurd. c) Evenredige openbaarmakingsregeling i. Inleiding In de nieuwe annexen XXIII tot en met XXIX van de Prospectus Verordening zijn verschillende evenredige openbaarmakingsregelingen neergelegd voor specifieke uitgevende instellingen. Toepassing ervan houdt kort gezegd in dat uitgevende instellingen op grond van deze annexen minder informatie openbaar hoeven te maken. Uit het nieuwe artikel 21, derde lid van de Prospectus Verordening volgt dat een uitgevende instelling ervoor kan kiezen om de toepasselijke nieuwe annexen XXIII tot en met XXIX toe te passen in plaats van de annexen I, III, IV, IX, X en XI. De regels inzake ‘pro forma informatie’ en ‘complexe financiële geschiedenis’ gelden echter onverkort (nieuw artikel 4 bis van de Prospectus Verordening). ii. Uitgifte van rechten (‘rights issue’) De Gedelegeerde Verordening introduceert een definitie van “uitgifte van rechten” (hierna: ‘rights issue’). Voor het opstellen van een prospectus in het kader van een rights issue geldt een verlicht openbaarmakingsregime en in het kader daarvan mogen de nieuwe annexen XXIII (registratie document) en XXIV (verrichtingennota) worden toegepast. Een voorwaarde voor toepassing van deze annexen is dat de uitgevende instelling al aandelen van hetzelfde soort heeft toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt of tot een multilaterale handelsfaciliteit (nieuw artikel 26 bis, eerste lid van de Prospectus Verordening). Ten aanzien van multilaterale handelsfaciliteit gelden er nog een paar extra regels voordat een uitgevende instelling gebruik mag maken van deze speciale regeling, zie hiervoor het nieuwe artikel 26 bis, tweede lid van de Prospectus Verordening. Hoewel de prospectus richtlijn de hiervoor genoemde speciale annexen enkel had bedoeld voor een rights issue waarbij de uitgevende instelling de wettelijke voorkeursrechten heeft toegepast, kunnen deze annexen door de geïntroduceerde definitie van rights issue in de Gedelegeerde Verordening ook worden toegepast als het gaat om, ingeval van buitenwerking stelling van wettelijke voorkeursrechten, een uitgifte van zogenaamde “bijna identieke rechten”. Deze identieke rechten moeten dan wel voldoen aan de voorwaarden als gesteld in het nieuwe artikel 2, onderdeel 13 van de Prospectus Verordening. Pagina 9 (19 oktober 2012)
In alle gevallen dient in de inleiding van het prospectus een verklaring te worden opgenomen dat de “uitgifte van rechten” gericht is tot de aandeelhouders van de uitgevende instelling en dat het prospectus daar qua eisen aan de inhoud op is aangepast (nieuw artikel 26 bis, derde lid van de Prospectus Verordening). iii. Kleine en middelgrote ondernemingen en ondernemingen met beperkte beurswaarde Ook voor kleine en middelgrote ondernemingen en ondernemingen met een beperkte beurswaarde is een evenredige openbaarmakingsregeling opgesteld (nieuw artikel 26 ter Prospectus Verordening): Annex XXV bevat het registratiedocument voor aandelen; Annex XXVI bevat het registratiedocument voor obligaties en derivaten < 100.000 EUR; Annex XXXVII bevat het registratiedocument voor obligaties en derivaten > 100.000 EUR; en Annex XXVIII voor certificaten van aandelen. iv. Kredietinstellingen Kredietinstellingen die bepaalde effecten zonder aandelenkarakter uitgeven (zoals omschreven in artikel 1, lid 2 onderdeel j van de prospectus richtlijn) zijn onder bepaalde omstandigheden vrijgesteld van de prospectusplicht maar kunnen er voor kiezen om een prospectus te laten goedkeuren. Zij kunnen dan gebruik maken van de evenredige openbaarmakingsregeling in de nieuwe annex XXIX in plaats van bijvoorbeeld annex XI van de Prospectus Verordening. d) Waarschuwing in reclame-uitingen Wanneer op basis van de prospectus richtlijn geen prospectus is vereist, moet in reclame-uitingen een waarschuwing van die strekking worden opgenomen. Deze waarschuwing hoeft niet te worden opgenomen indien de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt ervoor kiest een prospectus te publiceren dat aan de vereisten van de prospectus richtlijn en de Prospectus Verordening voldoet (nieuwe tweede alinea van artikel 34 van de Prospectus Verordening). e) Lidstaat als garant Indien effecten worden uitgegeven onder een garantie van een lidstaat, hoeft in het prospectus over deze garant geen informatie te worden opgenomen alsof de lidstaat de uitgevende instelling is (nieuwe alinea van artikel 9 van de Prospectus Verordening). f)
Overige wijzigingen
Naast de hierboven genoemde wijzigingen, wordt de Prospectus Verordening ook op andere onderdelen aangepast. Zo wordt bijvoorbeeld op diverse plekken het bedrag van 50.000 euro verhoogd naar 100.000 euro. De annexen, die tot 1 juli 2012 van toepassing zijn bij prospectussen opgesteld in verband met bijvoorbeeld het aanbieden van effecten met een nominale waarde van ten minste 50.000 euro, zijn hierdoor na 1 juli 2012 enkel van toepassing als deze effecten een nominale waarde hebben van ten minste 100.000 euro. Ook zijn er wijzigingen gemaakt in rubriek 4.7 van annex V en 4.8 van annex XIII.
Pagina 10 (19 oktober 2012)
g) Gedelegeerde verordening van 4 juni 2012 De Prospectus Verordening is ook gewijzigd door een tweede gedelegeerde verordening. De wijzigingen die voortvloeien uit deze gedelegeerde verordening, zien op (i) de toestemming die onder omstandigheden is vereist bij het gebruik van een prospectus, (ii) informatie over onderliggende indexen en (iii) de vereisten omtrent de verklaring van een onafhankelijke accountant bij een winstraming over het vorige boekjaar. Op 22 september jl. is de tweede gedelegeerde verordening in werking getreden. ***
Pagina 11 (19 oktober 2012)