COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN COMMISSIE SKK ALGEMEEN BESTUUR
Agendapunt Onderwerp: Programma Ontwikkeling Veengebied Gemeente Woerden
Nummer: 789763
In D&H: In Cie:
ir. J.A. Westhuis 5957 Strategie en Innovatie
In AB: Portefeuillehouder:
11-02-2014 BMZ SKK 27-02-2014
Steller: Telefoonnummer: Afdeling:
Kromwijk
Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering
Voorgesteld wordt kennis te nemen van de deelname van De Stichtse Rijnlanden aan het ‘Programma Ontwikkeling Veengebied Gemeente Woerden’ en deze ter kennisneming aan de commissie SKK aan te bieden.
Korte inhoudelijke omschrijving:
Op 9 juli 2013 hebben de colleges van de gemeente Woerden en van De Stichtse Rijnlanden besloten om gezamenlijk het thema duurzame inrichting veenweidegebied te laten onderzoeken. Als toelichting in het verslag van dat overleg (DM 705826) is de volgende tekst opgenomen: Zowel gemeente als waterschap worden geconfronteerd met hoge kosten om het veenweidegebied leefbaar te houden en de bestaande functies te ondersteunen. HDSR heeft kosten aan de waterhuishouding en gemeente aan de wegen en bruggen. Hoe kunnen hier duurzame afspraken over worden gemaakt die op lange termijn ook houdbaar zijn? Het waterschap onderzoekt hoe de bodemdaling is te beperken met technieken. De hoogwatervoorzieningen blijken op lange termijn niet duurzaam en erg kostbaar te zijn. Dit geldt met name voor lintbebouwing. De gemeente spreekt uit dat zij ook wil kijken naar de toepassing van andere funderingstechnieken, zoals bouwen zonder heipalen of drijvende woningen. Beide colleges spreken af dat de ambtenaren van beide overheden dit thema na de zomer samen onderzoeken. Hierbij zal worden gekeken naar mogelijkheden voor nieuwbouw en voor bestaande bouwwerken (actie gemeente en HDSR). Het idee is om de aanpak van het project ‘Kockengen Waterproof’ te gebruiken en er een programma van te maken (met lange termijn visie, RO-ontwikkelingen en mogelijk ook korte termijn maatregelen). Als titel van dit programma is gekozen voor ‘Programma Ontwikkeling Veengebied Gemeente Woerden’ (POVW). De aanleiding is dus gelegen in het signaleren van het probleem dat de kosten voor beheer en onderhoud van de openbare ruimte (wegen, riolering, etc) en voor het waterbeheer (waterkeringen, peilbeheer, etc) in de veengebieden hoog zijn en toe blijven nemen. Hoe kunnen deze kosten acceptabel blijven (mindermeer)? Het doel van het programma is: 1. Een integrale en breed gedragen discussie voeren over de bodemdaling en de gevolgen hiervan voor de leefbaarheid van het gebied; 2. Een visie opstellen voor het ontwikkelingsperspectief van het veengebied, van en door de regio (inwoners, ondernemers, gebiedspartners en overheden). De gemeente heeft de regierol voor dit project, ook wat betreft de communicatie. De Stichtse Rijnlanden en de provincie Utrecht zijn deelnemers. Voor de gemeente valt dit project onder twee portefeuillehouders: de heer Van Teijl (o.a. beheer openbare ruimte-portefeuille) en de heer Schreurs (o.a. R.O.-portefeuille). De gemeente Woerden is voor De Stichtse Rijnlanden een belangrijke partner. Het grondgebied van de gemeente Woerden beslaat een groot deel van ons veenweidegebied.
789763
-1-
De Stichtse Rijnlanden zal dan ook ambtelijk en bestuurlijk aan dit programma deelnemen, waarbij de heer Kromwijk in bestuurlijk overleg van dit programma spreekt namens ons bestuur. De provincie Utrecht heeft aangegeven dat zij alleen ambtelijk deelnemen en niet bestuurlijk. De reden daarvoor is dat dit programma geen onderdeel uitmaakt van het beleidvormingstraject van de provincie ten aanzien van veengebieden. De provincie koppelt deze beleidsvorming met name aan het project ‘Toekomstverkenning Bodemdalingsgevoelig Gebied’. Natuurlijk moeten deze sporen goed op elkaar worden afgestemd. Voor het POVW wordt een plan van aanpak opgesteld. In dit plan moet onder andere de scope worden bepaald, een risicoanalyse worden gemaakt, de vormgeving van het gebiedsproces worden bepaald en hoe dit programma afgestemd wordt met (soms gevoelige) lopende trajecten. Totdat het plan van aanpak met communicatieplan is vastgesteld, is de gemeente terughoudend met de externe communicatie over dit programma. Wat betreft de scope kan gezegd worden dat het om alle veengebieden van de gemeente Woerden gaat (bebouwd en onbebouwd) en dat het project ‘Grondwateronderlast Schilderskwartier’ er geen onderdeel van uitmaakt. Het komen tot een oplossing voor het project ‘Grondwateronderlast Schilderskwartier’ kent namelijk een eigen dynamiek en de bestuurlijke positie van De Stichtse Rijnlanden voor dat project is anders. De trajecten van De Stichtse Rijnlanden waar rekening mee moet worden gehouden zijn in ieder geval het watergebiedsplan, actualisatie van peilbesluiten, implementatiestrategie wateropgave wateroverlast, beleid hoogwatervoorzieningen, Toekomstverkenning Bodemdalingsgevoelig Gebied en het Deltaprogramma zoetwater. Het kan zijn dat de uitkomsten van POVW van invloed zijn op toekomstige peilbesluiten. Dit komt in ieder geval aan de orde bij de actualisatie van peilbesluiten, die eens in de tien jaar plaatsvindt.
De planning is om in de eerste helft van 2014 een feitenonderzoek uit te voeren en het plan van aanpak op te stellen. In het plan van aanpak wordt de planning van het vervolg opgenomen. POVW heeft vooralsnog geen financiële consequenties. De inzet voor dit programma gebeurt vanuit de bestaande personele capaciteit van de deelnemers. Mocht het vervolgtraject wel financiële consequenties hebben, dan wordt dat opgenomen in het plan van aanpak en wordt het college daar bij betrokken.
BIJLAGE(N) Bijlage 1: Startdocument Programma Ontwikkeling Veengebied Gemeente Woerden (DM 788231); Bijlage 2: Concept-raadsinformatiebrief gemeente Woerden (DM 785533).
789763
-2-
Startdocument Programma Ontwikkeling Veengebied Gemeente Woerden (concept d.d. 13 januari 2014, door Welmoed Visser)
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Aanleiding Urgentie Momentum Doel
2 2.1 2.2
Samenwerking Externe samenwerking Interne organisatie Bestuurlijk duoschap Procesbegeleider Ambtelijke werkgroep
3 3.1 3.2 3.3
Proces op hoofdlijnen Processtappen en planning Financiering Risico’s en beheersing
4 4.1 4.2
Communicatie College en Raad Samenwerkende partijen en inwoners
1
1
Inleiding
1.1 Aanleiding De urgentie voor gemeente Woerden om stappen te ondernemen op het thema bodemdaling is voor een groot deel water- en bodemgestuurd, in relatie tot het beheer van de openbare ruimte en de kwaliteit en het ontwikkelingsperspectief van de leefomgeving. De herstel- en vervangingsfrequentie van openbare voorzieningen in het veengebied ligt dusdanig hoog dat de kosten hiervan ook toenemen. Inwoners ervaren hinder van de toenemende wateroverlast en voortdurende zettingen rondom eigen woning en straat. Een andere – meer toekomstbestendige benadering van het bodem- en watersysteembeheer – kan hier een wending aan geven. Denk hierbij aan de mogelijkheid dat de functie het waterpeil volgt (meer sturen met water) en niet meer zoals nu dat het waterpeil de functie volgt. De richting die in dit proces wordt gekozen kan een groot effect hebben op de activiteiten in het gebied. Momenteel worden vanuit diverse landelijke en regionale besturen feitenonderzoeken en bijeenkomsten georganiseerd rondom dit thema. Het betreft zowel bestuurlijke bijeenkomsten als inhoudelijke kennissessies. De tijd lijkt rijp om het onderwerp ook binnen gemeente Woerden te agenderen. Door een integrale benadering te kiezen kan meerwaarde gecreëerd worden, zowel in de (bestuurlijke en politieke) agendering van ’het thema alsook de interne en externe samenwerking. Beoogd effect 1. Een integrale en breed gedragen discussie voeren over de bodemdaling en de gevolgen hiervan voor de leefbaarheid in het gebied. 2. Een visie op het ontwikkelingsperspectief van het veengebied, van en door de regio (inwoners, ondernemers, gebiedspartners en overheden). 1.2
Urgentie
Bodemdaling stopt niet Gemeente Woerden ligt voor > 80 % op een dik veen- en kleipakket (> 5 m) dat zeer gevoelig is voor bodemdaling. Als gevolg van oxidatie en krimp (agrarische gebieden) en zettingen (bebouwd) is in de afgelopen decennia het maaiveld flink gedaald. Zolang wordt vastgehouden aan het principe ‘waterpeil volgt functie’ zal dit proces de komende tientallen jaren nog doorgaan. Voor het landelijk gebied betekent dit in vijftig jaar nog eens 0,3 - 0,5 m extra bodemdaling en voor het bebouwd gebied gaat dit richting 0,75 m. Het proces van bodemdaling gaat echter ook na deze vijftig jaar door. Een aangezien de veenlaag in het gebied enkele meters bedraagt is wordt er geen ‘bodem’ bereikt. Toenemende wateroverlast in woonwijken De gevolgen van bodemdaling zijn groot. Het leidt tot wateroverlast op straten, wegen en soms in huizen. Dit is niet alleen onhandig maar leidt tot onveilige situaties voor voetganger, fietser en automobilist. Huizen vertonen sneller schade als gevolg van ongelijkmatige zettingen of funderingsschade. Wegen worden sneller kapotgereden, tuinen blijven zakken, riolering gaat kapot en huisaansluitingen breken af. Niet alleen in het bebouwd gebied wordt overlast ervaren. Ook in het landelijk gebied is sprake van overlast en schade. Gezien de verwachte gevolgen van klimaatverandering (extreme buien in combinatie met toenemende bodemdaling) nemen dit soort situaties alleen maar toe. Dit heeft een direct gevolg voor de leefbaarheid van de directe woonomgeving en daarmee ook voor de lokale politiek. Afgelopen herfst beheerste de wateroverlast in het naastgelegen dorp Kockengen het nationale en regionale nieuws voor een aantal dagen. Burgers worden mondiger en willen sneller actie zien. Ook in Kamerik en Zegveld was veel wateroverlast. Hogere frequentie onderhoud en renovatie openbaar gebied Een belangrijk deel van de gemeentebegroting bestaat uit de kosten voor het beheer en onderhoud van het openbaar gebied. Dan gaat het onder andere om wegen, riolering, watergangen, groen, kabels en leidingen, grote en kleine kunstwerken en sport- en speelvoorzieningen. Vanwege de bodemdalingsproblematiek is in Woerden sprake van een veel hogere vervangingsfrequentie dan landelijk gemiddeld. Ter illustratie: riolering: in 40 jaar vervangen in plaats van 60 jaar; wegen: regulier onderhoud 2-3 jaar (i.p.v. 10) en groot onderhoud 5 jaar (i.p.v. 20-25).
2
Dit zorgt ervoor dat meer dan de helft van het verhardingsbudget besteed wordt aan onderhoud en reconstructie van wegen in het veengebied. Dit geldt ook voor het onderhoud van de andere thema’s zoals bijvoorbeeld riolering. Dit geld kan dus niet elders worden besteedt. Door hoogteverschillen in het gebied en de aansluiting met de omgeving neemt het ruimtebeslag van beschermende maatregelen toe. De technische maatregelen die getroffen moeten worden om de gewenste functies in het gebied op termijn mogelijk te houden worden complexer en duurder, zowel in aanleg als beheer en onderhoud. Afnemend rendement en verzilting landbouw Agrariërs zijn ondernemers en zien graag dat het mogelijk blijft een redelijk inkomen te verdienen. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de komende generatie. Blijvend doorgaan met het verlagen van de waterpeilen kan op termijn tot onomkeerbare gevolgen leiden. Zo is opstijgend zout grondwater (kwel) in diepere polders ten noorden van Woerden al aan de orde. Dit is een directe bedreiging voor de bestaande landbouw. De verwachting is dat stoppen met of beperken van het verlagen van de oppervlaktewaterpeilen inhoudt dat het rendement van de bedrijfsvoering op termijn minder wordt terwijl de kosten toenemen. Ook dit lijkt niet direct een oplossing. Kortom, ook voor het ontwikkelperspectief van de agrariërs is het tijd dat het onderwerp bodemdaling op de agenda komt te staan. Aantrekkelijkheid Groene Hart onder druk De zorg en het behoud van het typische Woerdense landschap is onlosmakelijk met de ontwikkeling van de landbouw verbonden. Het landschap wordt door de inwoners erg gewaardeerd en trekt ook toeristen van buiten het gebied aan. In gemeente Woerden, hoofdstad van het Groene Hart, zijn stad en land nauw met elkaar verbonden. Dit is een kracht die niet verloren mag gaan, maar juist voor de toekomstige generaties aantrekkelijk moet blijven. Daarom is het noodzakelijk een zorgvuldig proces in te stappen waarbij ieders belangen en wensen worden gewogen. Er is sprake van een integrale problematiek die om een integrale en constructieve benadering vraagt. 1.3 Momentum Het onderwerp bodemdaling is niet nieuw. Sterker nog, al jarenlang worden op allerlei niveaus en thema’s studies verricht en gesprekken gevoerd die relateren aan de veenproblematiek. Tot nu toe heeft dit niet tot drastische beleidswijziging geleid. Waarom is het nu anders? Zoals hierboven geschetst is financiële urgentie van betrokken partijen toegenomen terwijl het ontwikkelperspectief in kwaliteit afneemt. Op meerdere manieren staat het onderwerp bodemdaling momenteel lokaal, regionaal en nationaal op de agenda:
Veenweide Innovatiecentrum (VIC) Zegveld: Het VIC heeft als doel om samen met partners een snellere ontwikkeling en implementatie van kennis en innovatie te bereiken voor een vitaal en klimaatbestendig veenweidelandschap, met een gezonde landbouwsector en een duurzaam bodem- en watersysteem. Het VIC is een belangrijk aanknopingspunt voor Gemeente Woerden waar het gaat om de kennis die ontwikkelt wordt binnen de verschillende speerpunten alsmede de samenwerkingsverbanden die er zijn met bijvoorbeeld lokale ondernemers en regionale partners Kockengen Waterproof: naast concrete herstructureringsmaatregelen voor delen van het bebouwd gebied om wateroverlast te voorkomen wordt ook nagedacht over een verstandige wijze van inrichten van een nieuwbouwlocatie en daarmee de overgangszone tussen bebouwd en onbebouwd gebied. Ook is sprake van de ontwikkeling van een visie voor 2063. Gemeente Stichtse Vecht, HDSR en Provincie Utrecht werken hierin samen. Op nationaal niveau is het deelprogramma Nieuwbouw en Herstructurering (DPNH) van het Deltaprogramma betrokken. Kennis voor Klimaat, een van de nationale kennisontwikkelingsprogramma’s, heeft onlangs de resultaten van de hotspot Veenweidegebied afgerond. De digitale handleiding biedt naast publicaties een overzicht van de meest recente (wetenschappelijke en toegepaste) kennis in de vorm van concrete adaptatie maatregelen en strategieën voor Veenweidegebieden (www.veenweidegebieden-oras.nl). De Toekomstverkenning Bodemdalingsgevoelig Gebied is een reeds lopend project van de provincies Utrecht en Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR), waarin de maatschappelijke kosten van bodemdaling in beeld worden gebracht. De resultaten worden voorjaar 2014 verwacht. Er is een project in voorbereiding waar het Planbureau voor de Leefomgeving en Programmabureau Groene Hart samen in optrekken. De Factfinding Veenweiden Groene Hart 3
moet op een voor bestuurders heldere manier de hierboven genoemde Toekomstverkenning aanvullen met feiten. Feiten over ruimtelijke, economische en demografische ontwikkelingen die relevant zijn voor de keuzes die in de gebieden moeten worden gemaakt voor toekomstig beleid. Hierbij wordt uiteraard gekeken naar de specifieke trends en feiten in bodemdalingsgevoelige gebieden, maar ook naar bredere trends die in het gehele Groene Hart spelen zodat een goed beeld kan worden gekregen van het krachtenveld. Daarnaast zijn er nog de verschillende netwerken waar Gemeente Woerden in participeert zoals de werkgroep Slappe Bodem van het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden-Holland (ISMH) en de gebiedscommissie Utrecht-West waar dit onderwerp ook op de agenda staat.
Op alle fronten klinkt het geluid om nu echt over te gaan tot actie en niet langer alleen maar met elkaar te praten. Deze ‘flow’ kan niet worden ingehaald of over worden gedaan. Door dit onderwerp nu op de agenda te zetten zorgt het college ervoor dat het proces ook geborgd is na de verkiezingen. Gemeente Woerden kan hiermee samen met de regiopartners een agenda vaststellen en de kennisontwikkeling, netwerken en ideeën benutten om de doelen te realiseren. Deze wisselwerking versterkt de lokale en regionale banden tussen de verschillende betrokken partijen. 1.4 Doel Integrale benadering door interne samenwerking (binnen gemeente Woerden) en samenwerking met inwoners, ondernemers en de regionale en nationale partners. Gedeeld inzicht in feiten, urgentie en wensen. Oplossingsrichtingen definiëren waarbij wordt gekeken naar nieuwe vormen van bijvoorbeeld landbouw, recreatie, inrichting van de openbare ruimte en het beheer daarvan. Samenwerking in het gebied, niet tegenover elkaar staan. Kwalitatief goede besluitvorming, zowel voor de korte als lange termijn.
2
Samenwerking
Een Programma Ontwikkeling Veengebied Gemeente Woerden staat niet op zichzelf, het is een ontwikkelingstraject samen met de omgeving. Een Programma Ontwikkeling Veengebied is groter dan de gemeentegrenzen, maar kent ook wel degelijk een ‘couleur locale’. Deze verschillende schaalniveaus moeten voortdurend in acht worden genomen en daarom is het van belang vanuit gemeente Woerden in te zetten op een goede externe samenwerking vanuit een solide interne organisatie voor commitment en de borging van afspraken. Iedere partij vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, kracht en ambitie aan tafel. 2.1 Externe samenwerking Het opstellen en uitwerken van een Programma Ontwikkeling Veengebied Gemeente Woerden moet samen met andere overheden worden opgepakt. Vanzelfsprekend betreft het in eerste instantie de samenwerking met Provincie Utrecht en HDSR. Inmiddels is dit proces al in gang gezet door ze te betrekken in de voorbereiding van dit startdocument. Daarnaast zal in het traject ook rekening worden gehouden met de wensen van buurgemeenten zoals bijvoorbeeld De Stichtse Vecht, De Ronde Venen en Nieuwkoop. De beleving van het landschap laat zich immers niet beperken door gemeentegrenzen. Zoals eerder geschetst zijn er daarnaast diverse samenwerkingsverbanden in de regio en kenniscentra (zoals het VIC) en kennisontwikkelingstrajecten actief waar gemeente Woerden een bijdrage aan kan leveren en ook van kan leren. Een Programma Ontwikkeling Veengebied Gemeente Woerden is echter vooral ook een proces dat samen met inwoners en ondernemers in het gebied moet worden opgepakt. Dit zijn immers de directe gebruikers van het gebied. De landbouwsector is hierin wellicht de belangrijkste groep omdat zij het meest direct afhankelijk zijn van de inrichting van het gebied. Vandaar dat ook op korte termijn een gesprek met LTO wordt gepland. Maar ook de inwoners van de kernen hebben een stem in verband met de kwaliteit van de leefomgeving. En dan zijn er nog de recreanten en passanten (zowel van binnen als buiten gemeente Woerden). PM: eind januari volgt een notitie met de wensen en bedenkingen van Provincie Utrecht en HDSR op de conceptversie van het startdocument. Deze wensen en bedenkingen worden samen met die van de commissie Ruimte en LTO verwerkt in de definitieve versie van het startdocument. 4
2.2
Interne organisatie
Bestuurlijk duoschap Zoals in 1.1. en 1.2 geschetst betreft het onderwerp bodemdaling een uitermate complex, groot en integraal thema. Het aangaan van een bestuurlijk duoschap is een erkenning van deze complexiteit en zorgt zowel intern als extern voor een krachtige uitstraling. Vanwege de directe financiële urgentie op het gebied van IBOR en de landschappelijke impact van een andere koers bestaat het bestuurlijk duo voorlopig uit wethouder Van Tuijl en wethouder Schreurs. In de loop van de tijd kan dit wisselen, wellicht zelfs per thema. Procesbegeleiding De procesbegeleider is verantwoordelijk voor de interne en externe afstemming zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau. Het gaat hierbij onder andere om het (h)erkennen van: de doelen in de tijd te nemen stappen in het proces (zowel intern als extern) voorbereiden van de benodigde documenten regelen van benodigde financiering (eventueel subsidies) betrekken van interne en externe personen en partijen communicatie Ambtelijke werkgroep Er wordt een ambtelijke kerngroep samengesteld met daarin een vertegenwoordiging van de volgende werkvelden: realisatie en beheer, ruimtelijke ordening, duurzaamheid, communicatie en de procesbegeleider. Daaromheen zit een flexibele schil van werkvelden die al naar gelang de actualiteit van het moment wordt ingeschakeld. Op deze wijze is geborgd dat snel kan worden gehandeld met een kleine actieve en integrale groep en wordt de organisatie waarneer nodig efficiënt ingezet.
3
Proces op hoofdlijnen
3.1 Processtappen en planning Op dit moment worden de volgende stappen in het proces voorzien: 1) Opstellen en vaststellen startdocument Het startdocument is een eerste stap naar een ontwikkelingsperspectief. Het zorgt ervoor dat de geformuleerde ambitie bestuurlijk en ambtelijk wordt geborgd. Ook is het startdocument een goed middel om de raad in het proces mee te nemen (RIB in januari inbrengen en 6 februari te bespreken in commissie Ruimte) en uit te nodigen te reflecteren op deze aanpak en het meegeven van wensen en bedenkingen. Deze input wordt samen met de wensen en bedenkingen van HDSR en de provincie verwerkt tot een definitief startdocument. Het startdocument gaat in op de urgentie, het momentum en de netwerken (lokaal, regionaal en landelijk), beschrijft de effecten van bodemdaling op allerlei maatschappelijke thema’s, geeft doelen aan en geeft globaal inzicht in de processtappen, de organisatie en de communicatie.
5
Stappen tot vaststelling van het startdocument Programma Ontwikkeling Veengebied Gemeente Woerden 13 januari Concept bespreken met de wethouders Van Tuijl en Schreurs 15 januari Aanbieden in Corsa: CV met RIB + bijlage startdocument 15 januari Startdocument doorsturen aan HDSR en Provincie Utrecht 21 januari Op Collegeagenda 22 januari Eventuele aanpassingen verwerken en RIB + Startdocument naar griffie 30 januari Los document met wensen en bedenken van HDSR en Provincie naar griffie 6 februari Commissie Ruimte, aangeven wensen en bedenken 26 februari Aangepast Startdocument aanbieden aan College (CV+ bijlage stardocument) 4 maart Vaststellen Startdocument door College
2) Factfinding Het voorjaar van 2014 staat in het teken van factfinding, waarbij nadrukkelijk aangesloten wordt bij de eerder genoemde Toekomstverkenning en de op te starten studie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)/programmabureau Groene Hart. Veelal gaat het om het bijeenbrengen van bestaande documenten en beschikbare kennis. Soms is het nodig beschikbare kennis om te zetten in nieuwe inzichten. Stapels rapporten produceren is hierbij niet het doel. Het gaat om inzicht krijgen en inzicht delen. Moderne middelen en vormen kunnen daarbij een rol spelen (bijvoorbeeld infographics). Daarnaast is het van belang het proces nader te schetsen en een programma op te stellen. Voorlopige lijst van onderwerpen in de periode van factfinding Verkenning bestaande wetgeving, beleidskaders en bestaande beleidsdocumenten Visueel inzicht van lopende en binnenkort op te stellen beleidsdocumenten(afstemming acties) Verkenning kennisontwikkeling en innovaties(o.a. VIS, programmabureau Groene Hart, PBL, universiteiten) Op orde brengen van gebiedsgegevens (bodem/ondergrond, water (kwaliteit, kwantiteit grondwater, onttrekkingen), infra, funderingen, onderhoudcycli en kosten, functies (wonen, landbouw, type bedrijven etc), CO2, recreatie, kengetallen LTO, verkeersklassen Nadere invulling proces naar een programma Benoemen van de samenwerkende partijen, vorm en personen Verdere inrichting van proces (stappen, planning, beschikbare middelen) Verkenning financieringsmogelijkheden(o.a. subsidies) Communicatieplan
3) Definities & Prioritering De factfinding levert inzichten op die tot een prioritering van thema’s leidt. Hierdoor ontstaat een programma met een agenda. Bijvoorbeeld de ontwikkeling van scenario’s hoe het landschap zich kan gaan ontwikkelen en/of een strategie voor herontwikkeling of inrichting van bebouwd gebied (bouwrijp maken). Het programma bestaat uit een agenda en een proces. Deze fase kan rond de zomerperiode van 2014 plaatsvinden. 4) Korte termijn actie en Lange termijn Visie Overgaan tot acties. Soms concreet iets aanpakken, soms beleid herschrijven, soms netwerken en in ieder geval toewerken naar een lange termijnvisie. (najaar 2014 en verder). 3.2 Financiering De financiering voor de procesbegeleider en de eventuele eerste onderzoeken kan worden gedekt binnen de beschikbare middelen van de rioolheffing. De komende maanden wordt steeds duidelijker of aanvullende financiering nodig is. Dit hangt ook mede af van de samenwerkingsvorm die met Provincie Utrecht en HDSR wordt afgestemd en eventuele (Europese) subsidiemogelijkheden. Via raadsinformatiebrieven wordt de raad van dit proces op de hoogte gehouden.
6
3.3 Risico’s en beheersing Het risico van het opstarten van een dergelijke breed maatschappelijk vraagstuk is dat er heel veel wordt gepraat, maar dat er uiteindelijke geen keuzes worden gemaakt waardoor concrete acties uitblijven. De maatschappelijke context is momenteel wel anders dan enkele jaren geleden. Zo is de financiële druk toegenomen, de rendementen van de traditionele agrarische sector nemen bij gelijkblijvend beleid af en mogelijke ontwikkelperspectieven zijn wel bekend. Daarnaast lijkt op meerdere fronten momentum te zijn bij de landelijke, regionale en lokale partners om dit soort ‘praatdossiers’ nu werkelijk om te zetten in acties. Er kan maatschappelijke onrust ontstaan in het veengebied in Woerden. Het betrekken van partijen als LTO, individuele ondernemers, de agrarische natuurverenigingen, inwoners en andere partijen is een vanzelfsprekendheid. Het is een gezamenlijk proces waarbij iedereen belangen, wensen en perspectieven inbrengt. Respect voor ieders belangen en een zorgvuldige communicatie is essentieel voor het slagen van dit gebiedsproces. Daarom wordt ingezet op het opstellen van een gezamenlijk communicatieplan (Gemeente Woerden, Provincie Utrecht en HDSR).
4
Communicatie
4.1 College en Raad Het college is initiatiefnemer en zet vanuit het bestuurlijk duoschap de lijnen uit voor wat betreft de betrokkenheid van Gemeente Woerden, uiteraard afgestemd op datgene wat vanuit de samenwerking gewenst is. In collegevoorstellen wordt besluitvorming vastgelegd. De raad wordt middels periodieke raadsinformatiebrieven op de hoogte gehouden van de stappen van de het college en de voortgang in het dossier. Indien gewenst kunnen thema-avonden worden georganiseerd en uiteraard worden wanneer nodig Raadsbesluiten voorgelegd. 4.2 Samenwerkende partijen en Inwoners Gemeente Woerden, HDSR en Provincie stellen gezamenlijk een communicatieplan op. Hierin wordt onder andere aandacht besteed aan de communicatie tussen en met de samenwerkende partijen, de bedrijven en de inwoners in het gebied. Er wordt ingegaan op de verschillende communicatievormen, planning, kosten, tips en adviezen.
7
RAADSINFORMATIEBRIEF 13R.xxxxxx
Van
:
college van burgemeester en wethouders
Datum
:
21 januari 2014
Portefeuillehouder(s) : Wethouder Van Tuijl en Schreurs Portefeuille(s)
: Openbare ruimte, onderdeel water en Ruimtelijke Ordening
Contactpersoon
: W. Visser
Tel.nr.
: 8635
E-mailadres
:
[email protected]
Onderwerp: Programma Ontwikkeling Veengebied Gemeente Woerden Kennisnemen van: De intentie van het College om met steun van de raad een programma te starten inzake de ontwikkeling van het veengebied in gemeente Woerden. Inleiding: Gemeente Woerden ligt voor > 80 % op een dik veen- en kleipakket (> 5 m) dat zeer gevoelig is voor bodemdaling. De herstel- en vervangingsfrequentie van openbare voorzieningen in het veengebied ligt dusdanig hoog dat de kosten hiervan ook toenemen. Daarbij ervaren inwoners hinder van de toenemende wateroverlast en voortdurende zettingen rondom eigen woning en straat. De gemeente is voornemens een programma te starten naar een ontwikkelingsperspectief voor het veengebied in gemeente Woerden. De urgentie voor de gemeente om stappen te ondernemen op het thema bodemdaling is voor een groot deel water- en bodemgestuurd. Een andere – meer toekomstbestendige benadering van het bodem- en watersysteembeheer – kan hier een wending aan geven. Denk hierbij aan de mogelijkheid dat de functie het waterpeil volgt (meer sturen met water) en niet meer zoals nu dat het waterpeil de functie volgt. De richting die in dit proces wordt gekozen kan een groot effect hebben op de activiteiten in het gebied. Het thema bodemdaling betreft derhalve een bredere maatschappelijke discussie. Vandaar dat eerder sprake is van een programma dan een project. Het college hecht er waarde aan de raadsleden vanaf het eerste begin mee te nemen in de aanpak en hier reflectie op te vragen zodat wensen en bedenkingen een plek krijgen in het proces. In bijlage 1 treft u een startnotitie aan. Hierin is beschreven wat de aanleiding en urgentie is om deze problematiek nu te agenderen. Ook wordt een schets gegeven van de externe en interne samenwerking om tot een korte en lange termijn aanpak te komen. Verder staan op hoofdlijnen de processtappen weergeven en is aangegeven op welke wijze de communicatie wordt opgepakt. Deze beknopte Raadsinformatiebrief gaat in op het waarom van een startdocument (vorm) en het momentum van deze discussie.
Kernboodschap:
Startdocument Zoals in de inleiding kort is geschetst omvat het beperken van de bodemdaling in het veengebied een bredere maatschappelijk discussie dan alleen het treffen van enkele technische ingrepen in de openbare ruimte. Gemeente Woerden kan een dergelijke vraagstuk niet zelf oplossen en moet dit met andere
partners in het gebied oppakken. Een gedeeld en gedragen beeld van de urgentie en de aanpak is dan wel noodzakelijk voor een constructieve samenwerking. Daarom is een startnotitie opgesteld waarin deze aspecten aan de orde komen. Deze startnotitie wordt in concept voorgelegd aan de raad. Daarnaast vragen we input van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, provincie Utrecht en LTO. De wensen en bedenkingen van deze partijen worden in de startnotitie verwerkt. De definitieve startnotitie wordt dan eind februari in het College behandeld. Waarom nu? Afgelopen herfst is het meermalen voorgekomen dat hevige regenbuien tot wateroverlast leidden. Klimaatdeskundigen voorspellen extremere regenbuien waardoor polders en kernen van gemeente Woerden vaker te maken krijgen met wateroverlast. En hoe verder de bodem daalt, hoe frequenter en ernstiger de overlast en schade. Gemeente Woerden wordt nu al geconfronteerd met hoge kosten voor beheer en onderhoud van de openbare ruimte. En dat gaat bij gelijkblijvend beleid alleen maar toenemen. Het onderwerp staat regionaal en nationaal op de politieke en onderzoeksagenda waardoor meegelift kan worden op kennisontwikkeling en samenwerkingsverbanden. Daarnaast is het College in buurgemeente De Stichtse Vecht ook al bezig met het ontwikkelen van een aanpak. Daar waar deze gemeente grenst aan Gemeente Woerden is een afstemming over de aanpak uiteraard gewenst. Vervolg: Het College Het college kiest met een bestuurlijk duoschap voor een integrale benadering en uitstraling van dit vraagstuk. Het College kiest voor actiegericht, integraal programma. Informeren Gemeenteraad De gemeenteraad wordt door het college periodiek middels raadsinformatiebrieven op de hoogte gehouden van de voortgang in het proces. Indien gewenst kunnen thema-avonden worden georganiseerd en uiteraard worden wanneer nodig Raadsbesluiten voorgelegd. Bijlagen: 1. Startdocument (13i.XXXXX)
De secretaris
De burgemeester
dr. G.W. Goedmakers CMC
V.J.H. Molkenboer