Aan College van B&W, Rhenen Onderwerp: advies Concept Verordening Tegenprestatie Participatiewet Rhenen 2015 Rhenen 30 oktober 2014 Geacht College, Op 20 oktober 2014 ontving de Adviesraad Sociaal Domein de concept Verordening Tegenprestatie Participatiewet Rhenen 2015 met het verzoek hierover uiterlijk 24 oktober 2014 een advies uit te brengen aan uw College. Evenals bij eerdere verzoeken constateren wij ook nu weer dat de Adviesraad wel erg weinig tijd krijgt om een advies voor te bereiden. De Adviesraad vergadert eens per maand en het is niet mogelijk om steeds weer extra vergaderingen uit te schrijven omdat uw College weer snel een advies nodig heeft. Het te laat vragen om advies dreigt helaas de ‘normale’ gang van zaken geworden. Dit is echter niet langer acceptabel voor de Adviesraad Sociaal Domein. Wij verzoeken u daarom de advisering van de Adviesraad Sociaal Domein op te nemen en deze planning tijdig aan ons toe te laten komen. Hieronder volgen het commentaar en advies betreffende de concept Verordening Tegenprestatie Participatiewet Rhenen 2015 Advies De Adviesraad Sociaal Domein constateert dat er nu wel een concept verordening Tegenprestatie ligt, maar dat daar geen beleidsplan Tegenprestatie aan ten grondslag ligt. De Adviesraad beschouwt de zeer summiere behandeling van de Tegenprestatie in het beleidsplan Participatie 2e Tranche als volstrekt onvoldoende. Naar de mening van de Adviesraad behoort een verordening gebaseerd te zijn op een beleidsplan en niet andersom. Daarnaast is het de bedoeling dat Rhenen op het gebied van de uitvoering van de Participatiewet nauw samenwerkt met de gemeente Veenendaal. Het blijkt echter dat de gemeente Veenendaal de behandeling van de verordening Tegenprestatie pas volgend jaar op het programma heeft staan. Tenslotte blijkt dat de gemeente nog de tijd heeft tot 1 juli 2015 om een verordening Tegenprestatie op te stellen. De Adviesraad Sociaal Domein adviseert op basis van bovengenoemde argumenten om eerst een beleidsplan m.b.t. de Tegenprestatie te formuleren, en op basis daarvan en in overleg met de gemeente Veenendaal een verordening Tegenprestatie op te stellen. Mocht u ondanks bovenstaand advies toch besluiten de verordening Tegenprestatie aan de gemeenteraad voor te leggen, dan heeft de Adviesraad Sociaal Domein de volgende adviezen geformuleerd: een advies m.b.t. het te formuleren beleid en een advies m.b.t. de voorgestelde concept-verordening. Beleid Tegenprestatie Vooruitlopend op de formulering van een beleidsplan m.b.t. de Tegenprestatie wil de Adviesraad alvast de aandacht vestigen op een aantal punten die ter sprake dienen te komen in zo’n beleidsplan. In het begeleidend document Beleidskeuzes Verordening Tegenprestatie Participatiewet Rhenen 2015 wordt gesteld dat de Participatiewet het mogelijk maakt dat het beleid zo kan worden vormgegeven dat de tegenprestatie nauwelijks wordt opgelegd, maar dat het College daar niet voor kiest. Desalniettemin laat de verordening de mogelijkheid open om geen tegenprestatie op te leggen indien er geen werkzaamheden voorhanden zijn, die kunnen worden ingezet als tegenprestatie.
Aangezien het moeite en kosten zal vergen om de Tegenprestatie te organiseren, uit te voeren en te monitoren, kan de verleiding groot zijn om hier niet veel in te investeren, te meer omdat hiervoor geen aparte fondsen beschikbaar zijn gesteld. Indien het College echter serieus van plan is werk te maken van de Tegenprestatie, dan adviseert de Adviesraad de organisatie, uitvoering en monitoring verder uit te werken in een concreet beleidsplan met duidelijke doelen. Hierin zullen o.a. de volgende aspecten aan de orde dienen te komen: Wie gaat het beleid uitvoeren (organiseren, begeleiden en monitoren)? Is daar geld voor? In het Beleidsplan Participatie wordt gesproken over een Maatschappelijk Activeringscentrum. Hoe wordt dat georganiseerd? Werkzaamheden in het kader van de Tegenprestatie. o Wat is de aard van deze werkzaamheden? Het moet duidelijk zijn welke werkzaamheden wel, en welke niet bij de werkzaamheden in het kader van de tegenprestatie horen. o Hoe wordt contact gelegd met deze organisaties en hoe worden deze organisaties gemotiveerd om hun medewerking te verlenen? o Worden er overeenkomsten (contracten) gesloten met deze organisaties, zoals b.v. in de gemeente Helmond gebeurt? Hierbij moeten naast de taken die de cliënt uit gaat voeren ook afspraken worden gemaakt over begeleiding en bejegening van de cliënt. o Gaat de gemeente Rhenen de vrijwilligerscentrale inschakelen bij het matchen van vraag en aanbod van tegenprestaties, zoals door een aantal gemeentes reeds wordt gedaan? (zie b.v. Vrijwilligerswerk voor Bijstandscliënten (Ruud Dorenbos en Mies van Niekerk , Platform 31) en Werkwijzer Tegenprestatie (Programmaraad). In de verordening wordt gesproken over de doeltreffendheid van het beleid. Om dat te kunnen beoordelen is het van belang dat er duidelijke doelen (en randvoorwaarden) worden gesteld, b.v. het aantal mensen van wie een tegenprestatie wordt verlangd, het aantal uren per persoon, de menskracht en kosten die nodig zijn om dit te bereiken, de mate van sociale integratie van de cliënt, de tevredenheid over de inzet (zowel cliënt als opdrachtgever). De cliënt o Hoe wordt er met de doelgroep gecommuniceerd? Vindt er b.v. overleg met de doelgroep plaats over hoe de tegenprestatie kan worden georganiseerd in een proces van co-creatie (samen met de aanbieders van plaatsen)? o Hoe worden de mensen geselecteerd, die in aanmerking komen voor een tegenprestatie? Hoe wordt gehandeld in het geval dat er meer gegadigden zijn dan plaatsen? o Wordt de cliënt gemotiveerd verleid tot het doen van een tegenprestatie of wordt de cliënt gedwongen om een tegenprestatie te leveren? o Krijgt de cliënt de mogelijkheid om uit meerdere mogelijkheden te kiezen? o Wat wordt gedaan om te vermijden dat werken voor de Tegenprestatie stigmatiserend werkt? o Wordt het besluit per persoon schriftelijk weergegeven, en is daar beroep tegen mogelijk? o Hoe zit het met de verzekering? Aangezien mensen die een tegenprestatie leveren niet als vrijwilligers worden beschouwd, vallen ze niet onder de vrijwilligersverzekering. o Hoe wordt vervoer geregeld? o Wat zijn de sancties, en worden de cliënten daar duidelijk over geïnformeerd? Verordening Tegenprestatie Hieronder vindt u het commentaar en adviezen van de Adviesraad Sociaal Domein op uw conceptverordening Tegenprestatie. HOOFDSTUK 2 Artikel 2 verslag over beleid
In dit artikel wordt voorgesteld dat het college eens per 2 jaar een verslag opstelt over de doeltreffendheid van het beleid. Gezien de onduidelijke tijden die we tegemoet gaan, is het beter om in het begin al na één jaar te rapporteren, zodat het beleid, indien nodig, tijdig kan worden bijgesteld. Zodra er een stabiele situatie is bereikt kan rapportage om de 2 jaar plaatsvinden. Om de doeltreffendheid van het beleid te kunnen bepalen, dienen er duidelijke doelen te worden geformuleerd. Advies Het college zendt eenmaal per jaar aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid van het beleid. Het college formuleert in het in het artikel 2, lid 2 genoemde beleidsplan concrete doelen Artikel 3. Inhoud van een tegenprestatie Volgens lid 2 stelt het College ter nadere uitvoering een beleidsplan vast m.b.t. de aan te bieden werkzaamheden en de voorwaarden. Aangezien de verordening al per 1 -1-2015 van kracht wordt is het van belang dat dit beleidsplan zo snel mogelijk zal worden aangeboden aan de gemeenteraad. Advies Het College neemt in dit beleidsplan ook de in dit advies onder het hoofdstuk Algemeen genoemde aspecten mee. Rekening houdend met het vele werk dat nog verzet moet worden adviseert de Adviesraad dat dit beleidsplan uiterlijk 1 april 2015 zal zijn vastgesteld door de gemeenteraad. De Adviesraad is van mening dat het opleggen van een tegenprestatie alleen werkt als de cliënt daartoe op positieve wijze wordt gestimuleerd, waarbij rekening wordt gehouden met zijn belangen. Advies: Voeg een 3e lid toe aan dit artikel: 3. Het college zet de tegenprestatie motiverend in, waarbij tegemoet wordt gekomen aan het individueel en collectief belang. Artikel 4. Het opdragen van een tegenprestatie Het is van belang dat de tegenprestatie ook wordt gebruikt om de cliënt te helpen met zijn functionering in de maatschappij. Advies: Voeg aan dit artikel een extra lid toe in het begin: 1. Het college draagt de tegenprestatie alleen op als deze een bijdrage kan leveren aan het opheffen van de kwetsbare positie van de uitkeringsgerechtigde; In tegenstelling tot de Afstemmingsverordening wordt in deze verordening niet gesproken over een besluit, en wat er in dat besluit behoort te staan. Advies: Voeg aan dit artikel een onderdeel toe waarin staat dat in een besluit in ieder geval moet worden vermeld: de reden van het opleggen van de tegenprestatie de aard van de tegenprestatie de duur en omvang van de tegenprestatie hoe het opleggen van deze tegenprestatie een bijdrage levert aan het opheffen van de kwetsbare positie van de uitkeringsgerechtigde
de zienswijze van de cliënt daarop de wijze waarop de cliënt in beroep kan gaan tegen dit besluit
In lid 2 van dit artikel wordt gesteld dat het college een belanghebbende met een korte afstand tot de arbeidsmarkt uitsluitend een tegenprestatie op kan dragen indien bijzondere omstandigheden dat rechtvaardigen. Hierbij wordt echter niet aangegeven wat die bijzondere omstandigheden zijn, hetgeen tot willekeur kan leiden. Advies Verduidelijk de omstandigheden waaronder het college aan mensen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt een tegenprestatie op kan dragen. Dit zou b.v. in het nog op te stellen beleidsplan kunnen gebeuren, waarnaar in deze verordening verwezen kan worden. Artikel 5. Duur en omvang van een tegenprestatie In lid 1 staat dat de tegenprestatie wordt opgedragen voor de maximale duur van 6 maanden per jaar. Het gaat hier waarschijnlijk niet om een kalenderjaar maar om 12 maanden. Advies Om verwarring te voorkomen: vervang ‘jaar’ door ‘12 maanden’ In lid 3 staat dat de tegenprestatie binnen een periode van 12 maanden slechts zesmaal kan worden opgedragen en omvat in die periode ten hoogste 15 dagen. Als het tweede woord ‘periode’ betrekking heeft op het eerste woord ‘periode’, dan zou dat betekenen dat er per jaar ten hoogste 15 dagen een tegenprestatie kan worden opgedragen. Advies Indien dit niet de bedoeling is adviseert de Adviesraad om ‘ten hoogste 15 dagen’ te wijzigen in ‘ten hoogste zesmaal 15 dagen’. Artikel 6. Vrijstelling In lid 1a wordt gesteld dat Vrijgesteld van de plicht tot tegenprestatie is: a. de belanghebbende die op het moment van aanvraag voor een uitkering voor ten minste acht uur per week vrijwilligerswerk verricht, waarvoor toestemming is verkregen van het college; Vraag Wordt hiermee bedoeld dat de persoon toestemming moet hebben om dat vrijwilligerswerk te doen, of dat dit vrijwilligerswerk erkend wordt door het college als tegenprestatiewaardig? Artikel 7. Geen werkzaamheden voorhanden In lid 2 beoordeelt het college binnen zes maanden of op dat moment wel werkzaamheden voorhanden zijn die kunnen worden ingezet als tegenprestatie. Het is echter niet duidelijk wanneer die zes maanden ingaan. Advies Voeg een nadere precisering toe van het tijdstip waarop de periode van zes maanden in gaat De Adviesraad Sociaal Domein hoopt met deze adviezen een positieve bijdrage te leveren aan de veranderingen in het Sociaal Domein in de gemeente Rhenen. Graag ontvangen we uw reactie op dit advies.
Hoogachtend, Namens de Adviesraad Sociaal Domein
Tjark Struif Bontkes voorzitter