Omgangsprotocol 2013 - 2014
Postweg 131 7884 PJ Barger-Compascuum Telefoon: 0591 34 92 75 E-mail
[email protected] Website www.sttheresia-skod.nl
Protocol Gedrag van kbs Sint Theresia INLEIDING
Wij willen dat kbs Sint Theresia een plek is waar leerlingen, ouders en teamleden, zich veilig en gerespecteerd voelen, zichzelf kunnen zijn en er met plezier naar toe komen. Het schoolklimaat wordt gevormd door de directie, de teamleden, leerlingen en ouders. Het vraagt van iedereen inzet en tijd. Hier staat tegenover dat er geluisterd wordt naar elkaar en dat problemen worden uitgepraat. Men ervaart steun en belangstelling van de anderen. De goede sfeer heeft een positieve invloed op ieders functioneren en welbevinden. Leerlingen vinden het fijn om naar school te gaan, leerkrachten hebben plezier in het werk en ouders voelen zich welkom op school. Wij vinden het belangrijk om op grond van gelijkwaardigheid met elkaar te werken en te communiceren. Dit houdt in dat betrokkenen: leerlingen, ouders, leerkrachten en directie serieus genomen worden en dat er geluisterd wordt naar wat iemand te vertellen heeft, ongeacht leeftijd en/of rol. Om dit te kunnen realiseren stellen wij als voorwaarde een vriendelijk en veilig klimaat in een gestructureerde omgeving. Wij streven ernaar dat leerlingen zich ontwikkelen tot mensen die:
Met elkaar kunnen samenwerken.
Met een grote mate van zelfstandigheid hun weg kunnen vinden.
Verdraagzaam zijn.
Een onderzoekende houding hebben.
Van alle geledingen binnen de school, directie, teamleden, leerlingen, niet-onderwijzend personeel, ouders en stagiaires, wordt verwacht, dat zij zich houden aan de vastgestelde gedragsafspraken. Gedragsafspraken bijvoorbeeld over te laat komen, het gebruik van materialen zijn voor iedereen duidelijk. De richtlijnen die wij hierbij hanteren passen binnen onze schoolvisie en staan beschreven in onze BAS documenten. De cultuur en de sfeer van onze school wordt mede bepaald door het maken en naleven van afspraken door leerkrachten, leerlingen en ouders. Maar ook de wijze waarop leerkrachten en leerlingen met elkaar omgaan, hoe leerlingen onderling met elkaar omgaan, de omgang tussen leerkrachten onderling, het omgaan van leerkrachten en ouders. Deze manier van omgaan met elkaar willen wij in een Protocol voor Gedrag vastleggen. Bij het hanteren van dit Protocol van onze school vinden wij een aantal aandachtspunten belangrijk: Het Protocol houdt niet in, dat gedrag wat niet in de afspraken is vastgelegd, automatisch wel toelaatbaar is. Het Protocol mag het spontane omgaan van alle betrokkenen met elkaar niet in de weg staan. Bij het vaststellen van de afspraken moet rekening gehouden worden met de aard en het sociaalemotioneel ontwikkelingsniveau van de leerlingen.
Omgangsprotocol Sint Theresia
december 2013
Pagina 2 van 19
Hoofdstuk 1 DOELEN
Doelen protocol gedrag: Het creëren van een goed pedagogisch klimaat waarbinnen alle betrokkenen zich prettig en veilig voelen. Het bijdragen aan preventie van machtsmisbruik in ruime zin. Het bevorderen en bewaken van veiligheids-, gezondheids- en welzijnsaspecten voor alle betrokkenen bij hun werk op onze school. Het bewaken van de privacy van alle betrokkenen. Hoofdstuk 2 UITWERKING GEDRAGSCODE
1. Gedrag op school Het streven naar gelijkwaardigheid binnen de school houdt in dat de volgende gedragingen niet worden getolereerd:
Grappen met een vernederende strekking die kwetsend bedoeld zijn.
(Seksueel getinte) opmerkingen over of vragen naar uiterlijk en/of gedrag van een ander, die als vervelend kunnen worden ervaren.
Handtastelijkheden die als vervelend kunnen worden ervaren.
2. Schoolse situaties
In klassensituaties: o
In de onderbouw en in de middenbouw kunnen leerlingen op schoot worden genomen en/of worden geknuffeld. Dit gebeurt niet als de leerling het zelf niet wil.
o
Troosten, bemoedigen, belonen, feliciteren e.d. van leerlingen is essentieel binnen het schoolklimaat. De wensen van leerlingen worden hierin gerespecteerd. Leerlingen hebben het recht aan te geven wat zij prettig of niet prettig vinden. Spontane reacties bij troosten, bemoedigen en belonen d.m.v. een schouderklopje of arm om de schouder zijn mogelijk.
o
In overvolle ruimtes kun je een leerling even vastpakken om ongelukken of ongewenste aanrakingen te voorkomen. Indien mogelijk vastpakken bij de pols of schouders
o
In de rust van de klas d.m.v. het aanraken van schouder of arm even de aandacht van de leerling vragen.
o
In al deze gevallen is het uiteraard belangrijk om in de gaten te houden of dit voor de betreffende leerling acceptabel is.
o
Vechtende leerlingen, na mondeling verzoek te stoppen, vastpakken bij de pols om ze te scheiden.
o
Onacceptabel of brutaal gedrag van leerlingen eerst mondeling proberen te laten ophouden en, indien dat niet werkt, door vastpakken te laten stoppen.
Gymnastieklessen: De onderbouwgroepen kunnen zich in één ruimte omkleden. Vanaf groep 3 kleden de jongens en meisjes zich gescheiden om. Vanaf groep 4 is de leerkracht niet in de ruimte van het andere geslacht aanwezig, behalve als er calamiteiten zijn. Moet de leerkracht toch in de kleedruimte zijn, dan zal er eerst geklopt en aangekondigd moeten worden dat hij/zij binnen wil komen. Na een
Omgangsprotocol Sint Theresia
december 2013
Pagina 3 van 19
korte pauze pas echt naar binnen gaan.
Het lichamelijk contact tussen een leerkracht en een leerling: o
Hulpverlening bij uitvoeren van gevraagde oefenstof op verantwoorde wijze.
o
Beveiliging bij oefenstof die uitgevoerd wordt.
o
Noodzakelijke en erkende EHBO-aanrakingen.
Eén-op-één situaties: Probeer zo min mogelijk met één leerling in de klas of een andere ruimte achter te blijven, waarin jij en de leerling niet zichtbaar zijn.
Bespreken van onacceptabel gedrag: Leerlingen die gedrag vertonen dat als onacceptabel wordt ervaren, worden hierop in ieder geval aangesproken. Afhankelijk van de situatie gebeurt dit individueel of in klassenverband. Bedoeld wordt gedrag zoals beschreven onder “gedrag op school”. De ouders/verzorgers van de betreffende leerling(en) kunnen worden ingelicht en indien nodig uitgenodigd voor een gesprek om samen met de leerkracht (eventueel leerling) afspraken te maken. Onacceptabel gedrag van de leerkrachten wordt individueel met de betrokkene besproken. Dit gebeurt door de directie van de school of door de vertrouwenspersoon.
Speelpleingedrag en gedrag in de klas: Het lichamelijk contact tussen een leerkracht en een leerling:
o
Vechtende leerlingen, na mondeling verzoek te stoppen, vastpakken om ze te scheiden.
o
Onacceptabel of brutaal gedrag van leerlingen eerst mondeling proberen te laten ophouden en, indien dat niet werkt, door vastpakken te laten stoppen
Toiletgebruik: Leerlingen van de onderbouw en de laagste groepen van de middenbouw mogen geholpen worden bij het verschonen. Vraag altijd vooraf aan het kind of het hulp wil hebben. In de midden- en bovenbouw zijn er aparte jongens en meisjes toiletten. Voor de meisjes in de bovenbouw zijn er speciale voorzieningen.
3. Verbaal en/of lichamelijk geweld Wij vragen van allen die bij school betrokken zijn, extra inzet en aandacht voor een goed pedagogisch klimaat voor alle leerlingen. Voor onderwijsgevend en onderwijsondersteunend personeel van onze school geldt:
Behandel alle leerlingen en hun ouders gelijkwaardig.
Hanteer geen grof, intimiderend taalgebruik en/of lichamelijk geweld.
Zie er op toe dat de leerlingen en ouders ten opzichte van medeleerlingen en hun ouders en ten opzichte van leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel geen grof, intimiderend taalgebruik en/of lichamelijk geweld hanteren binnen school.
Omgangsprotocol Sint Theresia
december 2013
Pagina 4 van 19
De namen van leerlingen die tijdens het buitenspelen betrapt worden op grof, intimiderend taalgebruik en/of lichamelijk geweld worden doorgegeven aan de groepsleerkracht zodat die hierop in kan spelen en er een aantekening van maakt. Bij herhaling worden de ouders ingelicht.
Neem duidelijk afstand van grof, intimiderend taalgebruik en/of lichamelijk geweld door collegae, ouders en andere volwassenen binnen de school. Maak dit ook kenbaar.
Voor ouders van leerlingen die onze school bezoeken geldt:
Ouders hanteren geen grof, intimiderend taalgebruik en/of lichamelijk geweld binnen school of op het schoolplein.
Bij overtreden van deze afspraken kan de directie besluiten tot het overgaan van een contract.
Indien ouders zich vervolgens niet houden aan de richtlijnen van het contract, kan de directie overgaan tot het geven van een toegangsverbod voor het schoolplein en/of de school.
Hoofdstuk 3 PRIVACY
Onze manier van werken brengt met zich mee dat meerdere personen met een bepaalde leerling te maken krijgen. Het is goed om de privacy van leerlingen en ouders te beschermen. De leerlingendossiers zijn alleen toegankelijk voor leerkrachten, MIB en directie. Het papieren dossier zit in een afgesloten kast. In de toekomst zal dit papieren dossier verdwijnen. Gegevens over de thuissituatie, medische informatie, gegevens van hulpverlenende instanties en uitslagen van testen worden als privacygevoelige gegevens beschouwd. Degene die deze gegevens heeft gekregen, mag ze alleen binnen school gebruiken ten dienste van een goede begeleiding van de leerling. Andere, aan school verbonden personen, kunnen ook over deze gegevens beschikken als dat in het belang is van het kind. Als deze gegevens aan derden zouden moeten worden verstrekt, zal eerst aan de ouders toestemming gevraagd worden. Ook dient de MIB-er instemming te verlenen Hoofdstuk 4 TOT SLOT
Bij zaken, die niet in het Protocol van onze school genoemd worden, beslist de directie na overleg met het team.
BIJLAGE 1 RICHTLIJNEN BIJ HERHAALD ONGEWENST GEDRAG Bij verbaal of fysiek geweld door leerlingen: (schelden, schoppen, slaan, bedreigen) Bij verbaal of fysiek geweld door leerlingen: 1e x ouders bellen en leerling krijgt een officiële schriftelijke waarschuwing (bijlage 2) van het interne zorgteam met daarin omschreven, dat ouders bij een volgende overtreding het kind dienen op te halen. 2e x Ouders bellen en kind wordt geschorst. Schorsing wordt gemeld bij leerplichtambtenaar, inspectie en bevoegd gezag. Al deze waarschuwingen blijven van kracht en “verjaren” niet . Bovenstaande richtlijnen worden gevolgd en genoteerd in ParnasSys (notitiecategorie 11 Incidentregistratie (IR)). In het onderwerp wordt respectievelijk genoteerd: schriftelijke waarschuwing, time out of schorsing. Alle teamleden worden geïnformeerd, zodat iedereen weet welke leerling zich niet aan de afspraken houdt.
Omgangsprotocol Sint Theresia
december 2013
Pagina 5 van 19
Bij verbaal of fysiek geweld ouders: 1e x directie inschakelen en directie gaat in gesprek met desbetreffende ouders 2e x officiële schriftelijke waarschuwing met daarin omschreven, dat ouders bij een volgende overtreding een spreek- en/of toegangsverbod krijgen. CvB wordt geïnformeerd. 3e x spreek- en/of toegangsverbod. CvB wordt ingeschakeld. Ook deze waarschuwingen “verjaren” niet.
Pestprotocol
INLEIDING Pesten komt helaas overal, dus ook op scholen, voor. Pesten gebeurt vaak op momenten buiten het gezichtsveld van de leerkrachten en ouders, bijvoorbeeld tijdens het naar huis gaan of even een opmerking in de gang. Op onze school proberen wij het pesten serieus aandacht te geven. Wij maken gebruik van diverse methoden en methodieken, waarin aandacht besteed wordt hoe te handelen bij ongewenst gedrag door anderen. Ook geven onze BAS afspraken in de klas en op het plein handvatten hoe met elkaar om te gaan. Naast verbaal en fysiek pesten bestaat er ook pesten via de digitale weg. Om deze reden is het internet voor alle leerlingen afgeschermd voor sites als Hyves, face book etc. (YOUR SAFETY NET) Als school kun je helaas niet alles waarnemen, dus zijn wij ook afhankelijk van signalen van kinderen en ouders. Problemen worden bespreekbaar gemaakt in persoonlijke gesprekken en wordt er gezocht naar mogelijke oplossingen. Daar waar nodig zal er corrigerend opgetreden worden tegen de pester om het gedrag te laten stoppen. De school heeft hiervoor richtlijnen opgesteld.(zie bijlage 1) Het gepeste kind en de pester zullen weerbaar gemaakt moeten worden door o.a. gesprekken en/of begeleiding over hoe te handelen in bepaalde situaties. Lukt dit niet in voldoende mate op school dan zal er hulp buiten de school worden gezocht via de jeugd verpleegkundige, SMW-er in samenspraak met de ouders, I.B.-er en groepsleerkracht.
Omgangsprotocol Sint Theresia
december 2013
Pagina 6 van 19
Hoofdstuk 1 Plagen of pesten? Plagen is niet hetzelfde als pesten. De verschillen zou je zo kunnen aangeven: Plagen
Pesten
gelijkwaardigheid
machtsverschil
Wisselend “ slachtofferschap”
Hetzelfde slachtoffer
humoristisch
kwetsend
Af en toe
Vaak/voortdurend
Een definitie van pesten op school luidt als volgt: “Pesten is het systematisch uitoefenen van psychische en/of fysieke mishandeling door een leerling of een groep leerlingen van één of meer klasgenoten, die niet (meer) in staat zijn zichzelf te verdedigen.’’ Met deze definitie is het verschil tussen pesten en plagen duidelijk aangegeven. Bij plagen is sprake van incidenten. Pesten echter gebeurt systematisch: een aantal keren per week, een keer per week of regelmatig. Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen willen zien en op onze school dan ook serieus willen aanpakken. Daar zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden: Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, kinderen die pesten en de zwijgende groep leerlingen die wel zien, maar niets doet), leerkrachten en de ouders/verzorgers (hierna genoemd: ouders) De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld. Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen. Wanneer pesten ondanks alle inspanning toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak. Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert dan zal er overlegd worden over een andere aanpak, eventueel met hulp van externe instanties. Ook kan er advies gevraagd worden aan de vertrouwenspersoon van school. Vertrouwenspersoon van de school is mevrouw Wilma Geuzinge Hoofdstuk 2 Doel pestprotocol Doel pestprotocol: Alle leerlingen zich bij ons op school veilig te laten voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen wij alle leerlingen in de gelegenheid om met plezier naar school te gaan! Wij doen dat door afspraken zichtbaar te maken voor leerlingen en volwassenen zodat als er zich ongewenste situaties voordoen, zij elkaar kunnen aanspreken op deze afspraken. Leerkrachten, MR en onderschrijven gezamenlijk dit pestprotocol. Hoofdstuk 3 Preventief pestbeleid Klimaat van de school Wij vinden een goed pedagogisch klimaat zeer belangrijk. Dat uit zich in aandacht voor normen en waarden die wij vanuit de identiteit en onze vorm van onderwijs, Bouwen aan een Adaptieve School (BAS), belangrijk vinden. Wij vinden de sfeer waarin een kind moet opgroeien van groot belang om zo een volwaardig mens te worden. Wij stellen daarom een vriendelijk en veilig klimaat, met orde en regelmaat, op prijs. Pas als het kind zich veilig voelt, kan het zich ontwikkelen. Juist regelmaat geeft het kind kansen. Daarom hanteren we binnen onze school afspraken in alle groepen en bespreken die met de leerlingen. De afspraken hangen zichtbaar in elke klas. ( zie BAS document)
Omgangsprotocol Sint Theresia
december 2013
Pagina 7 van 19
Wij hopen zodoende, dat er een preventieve werking van uitgaat en spreken de leerlingen, die zich niet aan de afspraken houden, daarop. Afspraken Werkvormen Binnen onze BAS-lijnen Coöperatief Leren en Zelfstandige Leerhouding zijn werkvormen beschreven met diverse sociaalvormende elementen. De leerlingen leren hoe ze met elkaar kunnen samenwerken en worden geactiveerd om met wederzijds respect met elkaar om te gaan. Deze werkvormen zorgen voor een leeromgeving die sociaal gedrag versterkt. Wij werken in groep 1 t/m 8 met de sociaal emotionele methode Kinderen en hun sociale talenten. Daarbij wordt Zien gebruikt om de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen te observeren en analyseren. Vanuit Zien kunnen (pedagogische) handelingsplannen, zowel op individueel als op groepsniveau, opgesteld worden om het welzijn van de leerlingen te bevorderen. Hoofdstuk 4 Vijf sporen aanpak bij pesten Vijf sporen aanpak Indien er toch sprake is van pesten gaan wij daar als team actief mee om: Wij gaan uit van de aanbevelingen uit de hier achter beschreven vijfsporen aanpak. Deze is ontwikkeld door de landelijke organisaties voor ouders in het onderwijs. Wil je pesten effectief bestrijden dan zal je de volgende vijf groepen moeten meenemen. De vijf sporen aanpak bestaat uit: 1 De leraar (signaleren en aanpakken) Groepsniveau Leraren hebben een sleutelrol in de aanpak van het pesten. Zij zijn de eerst verantwoordelijken voor de aanpak van het pesten. Het is belangrijk dat zij pesten vroegtijdig signaleren en effectief bestrijden. De leerkrachten worden ondersteund door de Intern Begeleider die, als het nodig is, ook buiten de klas met individuele kinderen of met groepjes kinderen aan de slag kan gaan. De ouders In deze fase zal de leerkracht of de intern begeleider, afhankelijk van de ernst van de zorg, de ouders op de hoogte stellen. Desnoods zal er een door school georganiseerd gesprek plaatsvinden met alle ouders uit de groep om te praten over de oplossing. Leerkracht(en) en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing. De leerkracht biedt altijd hulp aan het gepeste kind en begeleidt de pester, indien nodig in overleg met de ouders en/of externe deskundigen. 2 Hulp aan de pester Algemeen Er wordt uiteraard met de pester gesproken. Dit kan een probleemoplossend gesprek zijn (op zoek naar de oorzaak) om vervolgens de gevoeligheid voor wat hij met het slachtoffer uithaalt te vergroten, gekoppeld aan afspraken met evaluatiemomenten. Het advies is om de pester even de gelegenheid te bieden om zijn leven te beteren alvorens zijn ouders bij zijn wangedrag te betrekken. Natuurlijk is dit wel afhankelijk van de ernst van het pestgedrag. Begeleiden van de pester: Praten; zoeken naar de reden van het ruzie maken/pesten (baas willen zijn, jaloezie, verveling buitengesloten voelen) Laten zien wat het effect van zijn/haar gedrag is voor de gepeste. Excuses aan laten bieden In laten zien welke sterke (leuke) kanten de gepeste heeft Pesten is verboden in en om de school: wij houden ons aan deze regel; straffen als het kind wel pest – belonen (schouderklopje of bandje) als kind zich aan de regels houdt Kind leren niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen, de ‘stop-eerst-nadenken-houding’ of een andere manier van gedrag aanleren. Contact tussen ouders en school; elkaar informeren en overleggen. Inleven in het kind; wat is de oorzaak van het pesten? Oorzaken van pestgedrag kunnen zijn: Een problematische thuissituatie Voortdurend gevoel van anonimiteit (buitengesloten voelen) Voortdurend in een niet-passende rol worden gedrukt Voortdurend met elkaar de competitie aangaan Een voortdurende strijd om de macht in de klas of in de buurt
Omgangsprotocol Sint Theresia
december 2013
Pagina 8 van 19
Adviezen voor hulp: Zoeken van een sport of club; waar het kind kan ervaren dat contact met andere kinderen wel leuk kan zijn Inschakelen hulp; School Maatschappelijk Werk (SMW); sociale vaardigheidstrainingen; Jeugdgezondheidzorg; huisarts; GGD ; GGZ. 3 Hulp aan het gepeste kind Algemeen Kinderen die stelselmatig worden gepest, kunnen op verschillende manieren reageren. De meeste kinderen worden passief en trekken zich terug. Een enkel gepest kind gaat zelf uitdagen en kan zelf een pester worden. Beide vormen van gedrag zijn ‘aangeleerd’, in de zin van ‘reacties op uitstoting’. Dit gedrag kan ook weer afgeleerd worden. Begeleiding van de gepeste leerling: Medeleven tonen, luisteren en vragen: hoe en door wie wordt er gepest Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor tijdens en na het pesten Huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken. De leerling in laten zien dat je op een andere manier kunt reageren. Zoeken en oefenen hoe te reageren De gepeste leerling in laten zien waarom een ander pest. Nagaan welke oplossing de leerling zelf wil Sterke kanten van de leerling benadrukken Belonen (schouderklopje) als de leerling zich anders/beter opstelt Praten met de ouders van de gepeste leerling Adviezen voor hulp: Niet over beschermen door bijvoorbeeld naar school te gaan brengen of ‘ik zal het de pester wel eens gaan vertellen’. Hiermee plaats je het gepeste kind in een uitzonderingspositie waardoor het pesten zelfs nog toe kan nemen. Zoeken van een sport of club; waar het kind kan ervaren dat contact met andere kinderen wel leuk kan zijn Inschakelen hulp; School Maatschappelijk Werk (SMW); sociale vaardigheidstrainingen; Jeugdgezondheidzorg; huisarts; GGD ; GGZ. 4 Hulp aan de zwijgende middengroep Om de zwijgende middengroep tot bondgenoot in de strijd tegen het pesten te maken zijn de volgende acties mogelijk: Pesten aan de orde stellen in de klas bijvoorbeeld door aandacht voor dit pestprotocol en het onderwerp regelmatig terug te laten komen. Telkens in andere bewoordingen en ook gebruikmakend van verschillende werkvormen. Als een leraar met de klas spreekt over pesten, is het raadzaam geen pestsituatie in de klas als uitgangspunt te nemen, maar het onderwerp daar bovenuit te tillen. Gebeurt dit niet dan kan de klas het probleem ontkennen, bagatelliseren, het slachtoffer de schuld geven of zeggen dat het maar een grapje is. Of de pesters gaan het slachtoffer voor het vertellen over het pestgedrag bestraffen. Via rollenspel het buitengesloten zijn aan den lijve ondervinden. 5 Hulp aan de ouders In de brochure “Pesten op school, hoe ga je er mee om?’. staan de volgende adviezen: Ouders van gepeste kinderen: a) Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind. b) Als pesten niet op school gebeurt, maar op straat, probeert u contact op te nemen met de ouders van de pester(s) om het probleem bespreekbaar te maken. c) Pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken d) Door positieve stimulering en zgn. schouderklopjes kan het zelfrespect vergroot worden of weer terug komen. e) Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport f) Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt Ouders van pesters: a) Neem het probleem van uw kind serieus b) Raak niet in paniek: elk kind loopt kans een pester te worden c) Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen d) Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet
Omgangsprotocol Sint Theresia
december 2013
Pagina 9 van 19
e) Besteed extra aandacht aan uw kind f) Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport g) Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind h) Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat Alle andere ouders: a) Neem de ouders van het gepeste kind serieus b) Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan c) Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag d) Geef zelf het goede voorbeeld e) Leer uw kind voor anderen op te komen f) Leer uw kind voor zichzelf op te komen Hoofdstuk 5 Het 7 stappenplan om het pesten aan te pakken Het 7 stappenplan om het pesten aan te pakken Uitgangspunten zijn: 1. 2. 3.
de school kiest voor een teamgerichte aanpak, de school kiest voor een structurele aanpak, de stappen zijn uitvoerbaar in de dagelijkse onderwijspraktijk.
Hulpvraag van de school: “Wat kunnen álle leerkrachten van de school doen om het pesten te voorkomen en te bestrijden?” Wij kunnen het gehele proces in zeven stappen laten doorlopen. STAP 1 Verzamelfase op groepsniveau De groepsleerkracht brengt middels een vragenlijst sociaal emotionele ontwikkeling/sociogram in kaart wie er volgens hem/haar worden gepest, wie er pesten en hoe vaak dat gebeurt. We gebruiken voor deze inventarisatie een inventarisatielijst. Toelichting 1. Iedere leerkracht van de groepen 1 t/m 8 vult structureel deze lijst in. 2. Begripsverheldering: Wij maken onderscheid tussen plagen en pesten. Plagen en pesten komt voor in het gezin, de buurt of op school. Plagen: 1. Plagen mag, moet, van plagen word je weerbaarder 2. Plagen is goed voor de sociaal-emotionele ontwikkeling 3. Plagende kinderen kunnen elkaar aan. Pesten: 4. Pesten is mishandeling. 5. Zo’n 15 % van de schoolgaande leerlingen zijn hierbij als dader dan wel als slachtoffer betrokken. 6. Er is sprake van een machtsverschil (groot tegen klein, sterk tegen zwak) 7. Het is structureel en langdurig 8. Er wordt opzettelijk schade aangebracht aan het slachtoffer 9. Het is gemeen 10. Er is sprake van een win-verlies situatie Leerlingen verstaan onder pesten: 11. hij/zij doet het expres 12. heeft het altijd op mij gemunt 13. is niet leuk De gevolgen van pesten kunnen ernstig zijn. 3.
De leerling die gepest wordt zou herkend kunnen worden aan: 14. wordt vaak buitengesloten en staat alleen. (Het spel is net begonnen, terwijl een andere leerling even later wel weer mee mag doen.) 15. zoekt in de pauze vaak contact en of steun met de leerkracht die pleinwacht heeft
Omgangsprotocol Sint Theresia
december 2013
Pagina 10 van 19
16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26.
speelt graag met jongere leerlingen? wil in de pauze het liefste binnen blijven wordt vaak uitgelachen of afgewezen door anderen (“daar heb je hem/haar weer” , zuchten van overige leerlingen als de gepeste leerling iets in de groep wil zeggen) wil niet meer naar school klaagt over allerlei pijntjes is gauw prikkelbaar is niet welkom op feestjes heeft weinig eigenwaarde is sociaal onhandig vertoont “aangeleerde” hulpeloosheid is fysiek vaak zwakker dan medeleerlingen kan provocerend gedrag vertonen: enerzijds agressief (uitdagend), anderzijds angstig (klagend over het hem/haar aangedane onrecht)
De leerling die pest zou herkend kunnen worden aan: 27. ziet zijn slachtoffers als waardeloos 28. vertoont agressief gedrag 29. heeft overwicht op zijn slachtoffers 30. heeft vaak een positieve houding t.o.v. geweld 31. heeft weinig echte vrienden 32. zoekt graag de jongere of minder weerbare kinderen op als slachtoffer Hoe pesten leerlingen? 33. non-verbaal: oogcontact, rug toekeren, contact zoeken met medepesters, gebaren maken 34. verbaal: vernederen, schelden, dreigen, belachelijk maken, leerlingen altijd bij een bijnaam noemen, gemene briefjes schrijven 35. lichamelijk: trekken aan kleding, duwen, schoppen en slaan, krabben, bijten, met wapens 36. achtervolging: klem zetten, opwachten, opsluiten 37. door afwijzing, uitsluiting 38. door stelen of vernielen van bezittingen 39. door afpersing: dwingen om geld en/of goederen af te geven. Pestgedrag onder meisjes gebeurt vaak in het geniep (roddelen, leugens vertellen, buitensluiten, negeren, digitaal pesten). Bij jongens gebeurt pesten openlijker (vechten, duwen, fysiek geweld, uitschelden, elkaars spullen vernielen). STAP 2 Inventarisatiefase Alle kinderen van groep 4 t/m 8 vullen in november en april een korte vragenlijst in die informatie oplevert over wie er worden gepest, wie er pesten en hoe vaak dat gebeurt. (Bijlage 2) Tevens wordt er een sociogram gemaakt. (Bijlage3) Toelichting: 1. Deze vragenlijst kan pas door de leerlingen worden ingevuld als de definitie van "pesten" bij alle leerkrachten en leerlingen eenduidig is. 2. We gaan er bij het gebruik van de lijst van uit dat leerlingen zelf vaak een goed beeld van de aard en de omvang van de pesterijen hebben. 3. Iedere leerkracht instrueert de leerlingen op dezelfde wijze bij het invullen van de lijst. 4. Iedere leerkracht benadrukt dat de vragenlijst zeer vertrouwelijk zal worden behandeld. 5.
Het is wenselijk in het praten over pesten met de leerlingen het accent te leggen op het pesten als groepsprobleem en niet alleen op de veroordeling van de pesters.
STAP 3 Verzamelfase op schoolniveau Alle groepsleerkrachten sporen punten op in de schoolorganisatie, die ertoe kunnen bijdragen dat het voor álle leerlingen zo veilig mogelijk wordt in de school. We gebruiken hiervoor een inventarisatielijst (zie bijlage 3). Toelichting 1. Pestproblemen op school (dit geldt voor scholen in het algemeen) kunnen ook te maken hebben met schoolorganisatorische zaken. De inrichting van de school, de manier van omgaan met elkaar, de schoolafspraken, de wijze van lesgeven en de contacten met ouders zijn daar voorbeelden van.
Omgangsprotocol Sint Theresia
december 2013
Pagina 11 van 19
STAP 4 Analysefase De leerkracht is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het stappenplan. (de 7 stappen) De leerkracht voert het stappenplan uit en houdt dit bij op het opmerkingenblad van de betreffende leerlingen STAP 5 Handelingsmogelijkheden Pesten mag op geen enkele wijze getolereerd worden.
1.
steun
bieden aan het slachtoffer Naar de leerling luisteren en probleem serieus nemen. Info geven over pesten (www.pestweb.nl) Met de leerling mogelijke oplossingen bedenken en hieraan samen werken Deskundige hulp inschakelen b.v. sociale vaardigheidstrainingen Aanleren: Drie stappen: 1. Zeg: “Hou op” 2. Zeg boos: “Hou op anders ga ik naar meester of juf.” 3. Ga naar de leerkracht Bij de kleuters is het vaak alleen stap 1 en 3 2. steun bieden aan de leerling die zelf pest De pester moet stoppen en zijn gedrag wijzigen De gevolgen van pesten bespreken met de pester De leerling helpen om zich aan afspraken te houden Deskundige hulp inschakelen b.v. sociale vaardigheidstrainingen
3.
de middengroep betrekken bij het oplossen van het pestprobleem Inzicht geven in pesten door erover te praten en eigen rol hierin te verduidelijken Mogelijke oplossingen overleggen en hier samen aan werken
4.
De ouders steunen: Ouders serieus nemen Informatie geven over pesten en hoe pesten aangepakt kan worden Samen met ouders het probleem aanpakken Indien nodig ouders doorverwijzen naar deskundige ondersteuning
Enkele concrete tips voor ouders:
5.
De ouders van het slachtoffer: pestprobleem op school met leerkracht bespreken geef je kind achtergrondinfo met betrekking tot pesten beloon je kind accepteer je kind onvoorwaardelijk en neem het kind serieus accepteer de situatie niet ga geen gesprek aan met de pester op school ga geen andere kinderen voor jouw zoon of dochter “kopen” zoek deskundige hulp
6.
De ouders van de pester: pestprobleem op school met leerkracht bespreken geef je kind achtergrondinfo met betrekking tot pesten blijf rustig en neem je kind serieus accepteer de situatie niet probeer achter de oorzaak te komen corrigeer agressieve buien wees zo consequent mogelijk ga op zoek naar talenten van je kind geef warmte aan het kind zoek deskundige hulp
STAP 6 Uitvoeringsfase De betreffende leerkracht pakt enkele handelingsmogelijkheden op die hij op dat moment het belangrijkste vindt.
Omgangsprotocol Sint Theresia
december 2013
Pagina 12 van 19
STAP 7 De bijpraatfase N.a.v. de ingevulde vragenlijsten (bijlage 3, 4 en 5) worden in een teamvergadering (november en april) de resultaten besproken.
Omgangsprotocol Sint Theresia
december 2013
Pagina 13 van 19
Bijlage 1 Inventarisatielijst voor leerkrachten Het voorkomen van pestproblemen in de klas 1.
In de onderstaande lijst kunt u aangeven welke leerlingen er, naar uw idee, sinds het begin van het schooljaar worden gepest en hoe vaak dat gebeurt ?
De leerling die gepest wordt 1. 2. 3. 4. 5. 6.
2.
Hoe vaak ? 1 of 2 keer
regelmatig
Wilt u in de onderstaande lijst aangeven welke kinderen in uw klas, sinds het begin van het schooljaar, andere kinderen pesten ? En hoe vaak dat gebeurt?
De leerling die pest 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Hoe vaak ? 1 of 2 keer
regelmatig
Toelichting Deze lijst inventariseert de mate waarin er naar uw idee sprake is van pestproblemen in de school. Een vergelijking met de uitkomsten van vragenlijst (bijlage 4) geeft de mogelijkheid om na te gaan in hoeverre u een juist beeld van de relaties in de groep heeft.
Omgangsprotocol Sint Theresia
december 2013
Pagina 14 van 19
Bijlage 2 Vragenlijst voor leerlingen
Naam __________________ Datum _________________
1. Ik zit in groep
------------------------------------
2. Ik ben een
0 een jongen 0 een meisje
3. Hoe vaak ben je dit schooljaar gepest ?
0 ik ben dit schooljaar niet gepest 0 1 of 2 keer 0 regelmatig
4. Hoe vaak voel jij je alleen op school?
0 nooit 0 1 of 2 keer 0 regelmatig
5. Hoe vaak heb je dit schooljaar andere leerlingen gepest ? 0 ik heb dit schooljaar niet gepest 0 1 of 2 keer 0 regelmatig 6. Waar ben je gepest ?
0 0 0 0 0 0 0
ik ben dit schooljaar niet gepest op de speelplaats in de groep tijdens de les in de groep tijdens de pauze in de gang(en) op weg van/naar school anders -----------------------------
7. Op welke wijze ben je gepest ?
0 0 0 0 0 0 0
ik ben dit schooljaar niet gepest ik ben alleen geplaagd ik ben geschopt en geslagen ik ben bedreigd ik ben uitgescholden en uitgelachen er zijn dingen van mij beschadigd anders -----------------------------
8. In welke groep zit(ten) de leerling(en) die jou pesten 0 0 0 0 0 0 9. Door wie ben je gepest?
? ik in in in in in
ben dit schooljaar niet gepest mijn groep een groep van het zelfde jaar een hogere groep een lagere groep verschillende groepen
_________________________________ _________________________________
Omgangsprotocol Sint Theresia
december 2013
Pagina 15 van 19
Bijlage 3
Aanvullende informatie voor het schoolteam
Aandachtspunten in de schoolorganisatie Pestproblemen op school kunnen ook te maken hebben met allerlei aspecten die betrekking hebben op de schoolorganisatie. Hieronder kunnen we rangschikken: de inrichting en aankleding van de school, de wijze van leerlingbegeleiding, de gehanteerde werkvormen, aandacht voor het omgaan met elkaar, contacten met ouders, e.d. De hieronder opgenomen lijst is een algemene lijst, die per school specifiek kan worden in- en aangevuld. Deze lijst kan worden gebruikt bij de stappen 3 en 5. De aandachtspunten zijn ontleend aan de literatuur. De aandachtspunten 1 t/m 9 komen uit Olweus, D., Treiteren op school, College Uitgevers, Amersfoort, 1992. De punten 10 t/m 13 zijn ontleend aan Van der Meer, B., De zondebok in de groep, KPC, 1988. Eveneens is aanvullend informatie te verkrijgen op het internet: www.sjn.nl./pesten. 1. Bewustzijn en betrokkenheid Het is belangrijk dat leerkrachten en ouders zich bewust worden van de omvang van de treiterproblemen op hun school en dat ze bereid zijn zich serieus in te zetten om de situatie te verbeteren. Registratie van de problemen geeft veel inzicht en stimuleert tot actie. Het is belangrijk treiteren niet te beschouwen als iets onvermijdelijks in het leven van een kind. Er kan veel gedaan worden met tamelijk simpele middelen. verbeterde kennis leidt tot verbeterde signalering. 2. De hele school Het is belangrijk de doelgroep niet te beperken tot alleen de pester of het slachtoffer. Maatregelen moeten zich richten op het ontwikkelen van de juiste houding bij alle leerlingen en op het scheppen van de juiste voorwaarden in de schoolorganisatie om de omvang van de pestproblemen te verminderen. 3. Aandacht voor pesten en treiteren Pestproblemen moeten bespreekbaar worden gemaakt, zowel met de leerkrachten, de ouders als de leerlingen. Door lessen, kringgesprekken, een studie of themamiddag, een ouderavond kan de houding tegenover pesten duidelijk worden en een gezamenlijke aanpak worden bepaald. Een doorgaande lijn in de aandacht is van belang. Evenals goed overleg met ouders. 4. Toezicht tijdens de pauzes Er wordt meer getreiterd op school, dan op weg van en naar school; er wordt minder getreiterd op scholen waar een relatief hoge “dichtheid” van leerkrachten tijdens pauze is. Het is belangrijk dat de school een goede supervisie houdt over het doen en laten van de leerlingen. Een eenvoudige preventieve maatregel is een goedlopend surveillancerooster voor de pauzes. Indien nodig, wordt de surveillance uitgebreid. De aanwezigheid van leerkrachten alleen is niet voldoende. Zij moeten ook bereid zijn om snel en consequent in te grijpen bij treiterproblemen (ook als dat alleen maar vermoed wordt). Let bij ontkenning op intonatie, gezichtsuitdrukking en stemming. Leidraad: men kan beter te vroeg dan te laat ingrijpen. Consequent is de houding: “wij accepteren geen pesterijen”. Een leerkracht die nalaat in te grijpen geeft in feite stilzwijgend goedkeuring! Een waakzaam en oplettend toezicht van volwassenen kan veel betekenen in de verbetering van de situatie van het slachtoffer. De surveillerende leerkrachten moeten elkaar op de hoogte houden van de gang van zaken. Incidenten moeten doorgegeven worden aan de betreffende groepsleerkracht. Naast de pauzes zijn er meer risicovolle momenten. Toezicht is ook belangrijk rond zwemlessen, tijdens looproutes naar sportzalen, bij uitstapjes naar culturele voorstellingen, bij schoolreisjes, e.d. Bijzondere aandacht vraagt het schoolkamp, waar kinderen vanwege pestproblemen heel erg tegen op kunnen zien. 5. De inrichting van het schoolplein Pestkoppen zijn meestal wat ouder dan hun slachtoffers. Dit betekent dat er speciale afspraken gemaakt kunnen worden over tijd en plaats van de pauzes (scheiden van oudere en jongere leerlingen). Vaak komt treiteren op bepaalde plaatsen veelvuldiger voor dan op andere. Reduceren van “risicogebieden” zoals afgelegen gedeelten van het schoolplein. Zorgen voor een goed en aantrekkelijk ingericht schoolplein dat uitnodigt tot prettig gedrag en dat verveling voorkomt (als bron van treiteren). 6. Vertrouwenstelefoon/vertrouwenspersoon Slachtoffers zwijgen meestal. Het is belangrijk dat posters van b.v. de kindertelefoon op school hangen. Een andere mogelijkheid: een “ideeënbus” waar kinderen anoniem opmerkingen over de school (en b.v. over pesten) kwijt kunnen. Kan eventueel ook gebruikt worden door ouders. Op school moeten goede afspraken zijn over de begeleiding van leerlingen: hoe wordt er gehandeld bij het signaleren van een probleem? Wie worden daarbij ingeschakeld? Is er een vertrouwenspersoon? Bij kinderen en ouders moet duidelijk zijn wie van het team de vertrouwenspersoon (Wilma Geuzinge) is. Het is van belang dat deze persoon draagvlak heeft bij het team, de kinderen en de ouders. Hij/zij staat in voor de anonimiteit van een “klacht” en moet geheimhouding zoveel mogelijk waarborgen.
Omgangsprotocol Sint Theresia
december 2013
Pagina 16 van 19
7. Groepenafspraken tegen treiteren Een belangrijke ondersteuning in de strijd tegen treiterproblemen en voor verbetering van de sfeer in de groep, is overeenstemming tussen de leerkracht(en) en de leerlingen over enkele eenvoudige schoolafspraken. Deze afspraken moeten bondig en duidelijk zijn. De volgende afspraken zouden uitgangspunt voor bespreking kunnen zijn: we treiteren anderen niet we proberen leerlingen, die getreiterd worden te helpen we zorgen er voor dat elke leerling het naar de zin heeft in de groepen dat er niemand buiten gesloten wordt Het is belangrijk dat de hele groep helpt met het formuleren van de afspraken, ermee instemt en er zich verantwoordelijk voor voelt. Ter inleiding en ondersteuning kan het thema pesten in de groep, c.q. school aan de orde worden gesteld via videobanden, verhalen, boeken en rollenspelen. Kinderen krijgen op deze manier inzicht in hoe vervelend de gevolgen van pesten kunnen zijn voor het slachtoffer. Dit is van belang voor de pester. Duidelijke afspraken maken het mogelijk om de houding en normen van leerlingen te beïnvloeden, b.v. rond het passief meedoen aan pesten. “Klikken” wordt ‘een zich houden aan de samen afgesproken afspraken’. Overigens vergroten kringgesprekken waarbij de sociale interactie in de groep en het houden aan de afspraken aan de orde komen de sociale controle. Dat is een effectieve methode om het pestgedrag positief te beïnvloeden. 8. Beloning en straf Waardering en welgemeende aandacht voor positief sociaal gedrag van leerlingen en hun schoolprestaties hebben een positieve invloed op het klimaat in de groep. Dat maakt het ook gemakkelijker kritiek op ongewenst gedrag te accepteren. Dat betekent voor de wat agressieve leerlingen: waardering voor niet agressief handelen of niet meedoen aan pesterijen. De beste resultaten worden verkregen door een combinatie van veel waardering voor positief gedrag en consequente strafmaatregelen voor agressief, regelovertredend gedrag. Strafmaatregelen voor het overtreden van de samen gemaakte afspraken tegen pesterijen kunnen met de groep zelf worden besproken. Strafmaatregelen moeten goed uitvoerbaar zijn. Zij moeten enig ongemak veroorzaken zonder vijandig, kwetsend of vernederend te worden en ze moeten zich op het ongewenste gedrag en niet op de persoon richten. Het is ook belangrijk dat de straf bij het vergrijp aansluit. Geschikte maatregelen bij pesten: een gesprek met de leerling, de leerling gedurende enkele pauzes binnen laten blijven, enkele uren naar een andere (lagere) groep sturen, opdragen tijdens enkele pauzes dicht in de buurt te blijven van de surveillerende leerkracht, de leerling naar de directeur sturen voor ernstig gesprek, de leerling enkele privileges onthouden. Het is belangrijk dat leerlingen weten waarom ze straf krijgen. Soms is contact met de ouders opnemen van belang. 9. Alledaagse positieve activiteiten Het is belangrijk af en toe met de groep iets leuks te ondernemen. Dit kan leiden tot een sterk gevoel van saamhorigheid. Wel is het belangrijk extra alert te zijn op leerlingen die juist dan uit de boot vallen. Voorbeelden: vertel eens wat vaker over jezelf en hoe je was op die leeftijd jullie hebben goed gewerkt: als beloning een verhaal, video, wat langer handvaardigheid, tekenen of een gymles wat willen jullie in de kring eens met elkaar bespreken organiseer eens een uitstapje in het kader van wereldoriëntatie in eigen dorp of stad benadruk positieve acties, b.v. wat doen als een leerling langer ziek is 10. De les lichamelijke opvoeding Lessen lichamelijke opvoeding kunnen een beslissende rol spelen bij pestproblemen. Juist in deze ongedwongen lichamelijke en minder controleerbare lessen komen pestproblemen voor. Bovendien kunnen deze lessen onnodige concurrentie aanwakkeren, vooroordelen versterken, maar ook aanzetten tot samenwerking. Let op: a. het kiezen: degenen die het eerst gekozen worden zijn sportief en sociaal b. winnaars: de laatst gekozenen verliezers. Zorg dat het kiezen gevarieerd plaatsvindt, dus als leerkracht vaak zelf indelen: op nummer, lengte, leeftijd, kleur, e.d. c. Voorzichtigheid in vergelijking van prestaties en records; nadruk op het verbeteren van het persoonlijk record. d. Niet alleen algemene groepsopdrachten, maar ook zodanige variatie dat elke leerling zijn eigen mogelijkheden kan onderzoeken.
Omgangsprotocol Sint Theresia
december 2013
Pagina 17 van 19
e. f.
Voorkom voortdurende faalervaringen; geef in dat geval alternatieve opdrachten, b.v. ondersteunen bij de ondersprong. Niet alleen behendigheids-, kracht en snelheidsoefeningen,maar ook concentratie- oefeningen of oefeningen gericht op non-verbaal gedrag (stevig staan, rechte houding, evenwichtsoefeningen).
De les lichamelijke oefening kan ook gebruikt worden als ruimte voor sociaalgeaccepteerde activiteiten waarbinnen agressiviteit gekanaliseerd kan worden. Lichaamsoefeningen (maar b.v. ook discussies in de groep) kunnen gebruikt worden om leerlingen inzicht te geven in hun agressief gedrag en mogelijkheden bieden voor het aandragen van gedragsalternatieven. 11. Groepswerk Groepswerk leidt tot meer onderlinge acceptatie, een positievere houding tegenover elkaar, behulpzaamheid en ondersteuning, minder vooroordelen en meer zelfvertrouwen. Het is belangrijk dat elk groepslid medeverantwoordelijk is voor de prestaties van elk ander lid bij een opgegeven taak. De taak kan zo worden geformuleerd dat er een onderlinge positieve afhankelijkheid ontstaat tussen de groepsleden (‘ze hebben elkaar nodig’, de totaal groepsprestatie wordt beoordeeld). Het is belangrijk ruimte in te bouwen voor een gesprek over ‘hoe het gaat in de groep’. Bij de samenstelling van de groep rekening houden met :
prestatieniveau sociale relaties in de groep de voorkeuren van de leerlingen (zelfgekozen groepsleden naast door de leerkracht aangewezen leerlingen
Bij voorkeur: opbouwende/vriendelijke leerlingen samen met geïsoleerde pestkop tussen sterke/zekere leerlingen Niet: (zeker in het begin) pestkop en slachtoffer in 1 groep ook niet enkele pestkoppen/meelopers samen Het is goed de groepssamenstelling gedurende het schooljaar enkele keren (maar ook weer niet te vaak) te wisselen. Ook bij de samenstelling van de groepen zou uitstekend gebruik gemaakt kunnen worden van een sociogram. Al heel vroeg vindt groepsvorming plaats en worden rollen en normen vastgelegd (soms voor een hele schoolloopbaan). Daarom is het goed in het begin vooral werkvormen te kiezen waarin samenhang van de groep en positieve groepsnormen kunnen ontstaan. Daarbij moet competitie en concurrentie vermeden worden. Belangrijk zijn afspraken voor een positieve gedragscode (luisteren naar elkaar, elkaar uit laten praten, elkaar niet uitlachen, praten in “ik-boodschappen”). Hierbij is het modelgedrag van de leerkracht zeer belangrijk. 12. Individualiteit Het is belangrijk dat anonimiteit wordt voorkomen en dat elke leerling als individu wordt aangesproken. Aandacht voor eigenheid, eigen inbreng en kwaliteiten, zorgen en moeilijkheden. Zo weinig mogelijk algemene (straf) maatregelen voor de hele groep. Aandacht voor inspraak en eigen taken. Erkenning als individu vergroot de zelfcontrole. Eigen invloed vergroot het gevoel van verantwoordelijkheid voor jezelf en voor de groep. Concrete mogelijkheden om individualiteit te versterken: noem iedere leerling bij zijn roepnaam begroet leerlingen ‘s morgens, b.v. bij de deur van de groep laat leerlingen meedenken wanneer er oplossingen verzonnen moeten worden, b.v. je wilt dat tijdens bepaalde momenten geen potloden meer geslepen worden: “jongens hoe lossen we dit op ?” spreek leerlingen aan op hun eigen verantwoordelijkheid: “vandaag kijk je zelf de rekenopgaven/het dictee na” of “morgen hoor je van mij wat ik van je werk vind”. Consequent gedrag van de leerkracht is dan heel belangrijk. Tenslotte kunnen ook persoonlijke contacten met de ouders de individualiteit vergroten. 13. Alert zijn op vooroordelen Pesten wordt vaak gestimuleerd door het vasthouden aan starre vooroordelen: ‘meisjes zijn ijveriger, kwetsbaarder, volgzamer, e.d.’ Leerkrachten moeten zich bewust zijn van deze impliciete en expliciete vooroordelen. Als identificatiefiguur worden deze normen snel door leerlingen overgenomen. Bovendien
Omgangsprotocol Sint Theresia
december 2013
Pagina 18 van 19
monden deze vooroordelen vaak al snel uit in ‘zichzelf waarmakende voorspellingen’. Ook steunt de leerkracht met vooroordelen soms onbedoeld de pester. In dezelfde lijn is het belangrijk voorzichtig te zijn met grapjes ten koste van een leerling (openlijk te kijk zetten). Naast seksespecifieke vooroordelen bestaan veel vooroordelen over afkomst (milieu) en over leercapaciteiten. Agressie opwekkend kunnen verder zijn: inconsequent straffen en belonen, een machtsstrijd aangaan met de leerlingen, verbaal en fysiek geweld, ten toon spreiden van superioriteit: “hoe kan jij dat nu weten?”, “is het weer zover?”, “heb ik het je niet gezegd?”, “zie je wel?”, enz. 14. Kennis van een individuele confronterende aanpak Het is belangrijk dat als er sprake is van pestproblemen en er daarbij zicht is op wie de pesters en slachtoffers zijn, dat er dan gekozen wordt voor een curatieve, direct oplossingsgerichte aanpak. Dit vraagt om een goede voorbereiding van de gesprekken met de betrokken leerlingen, om inschakeling van ouders en om kennis van ‘wat ouders zouden kunnen doen’. Een aanpak die niet slaagt kan de pestproblemen verergeren. Voor een goede voorbereiding kan naar eerder genoemde publicaties worden verwezen. Tenslotte is het belangrijk hier teamafspraken over te maken en er eventueel een teamvergadering aan te wijden in aanwezigheid van een extern deskundige, b.v. RIAGG of schoolbegeleider. 15. Betrek de groep bij het pestprobleem Voor leerlingen is hun positie in de groep enorm belangrijk. Daarmee is de groep een heel krachtig middel om een slachtoffer te steunen en om pesters hun gedrag te laten veranderen. Een leraar die de groep in stelling weet te brengen is buitengewoon effectief. Dat geldt ook voor de confronterende methode. Je moet als leerkracht er voor proberen te waken dat je tegenover de groep komt te staan. Meestal ‘verlies’ je dan als leerkracht of verdwijnt het pestprobleem onder de tafel. Probeer de groep als groep te mobiliseren zodat ze actief stelling gaan nemen en het oplossen van de pestproblemen als hun eigen ‘groepsverantwoordelijkheid’ gaan zien. Pesten is voor niemand leuk! 16. Betrek de ouders bij pestproblemen Het is belangrijk dat ouders weten, dat hun kind gepest wordt of dat hun kind andere kinderen pest. Ouders krijgen dan de kans hun kind te ondersteunen of op hun gedrag aan te spreken. Betrek als dat lukt, zeker de ouders van pesters. Vaak zal blijken dat ouders ook zelf thuis moeilijk overweg kunnen met de agressiviteit van hun kind (het kind zelf trouwens waarschijnlijk ook). Ouders zullen zelfs als ze in eerste instantie misschien ontkennen het vaak waarderen als ze samen met de school aan dat probleem wat kunnen doen. Het is belangrijk ouders te wijzen op brochures met tips (Pestweb tel. 0800-2828280 http://www.pestweb.nl) en adviezen m.b.t. wat je als ouder kunt doen.
Omgangsprotocol Sint Theresia
december 2013
Pagina 19 van 19