OKTOBER 2013 jaargang 1
BUITENGELUK
het groeiende buitenbelevings boek
BUITENGELUK
het groeiende buitenbelevings boek Door de bomen het bos niet meer kunnen zien, dit geldt tegenwoordig zeker voor het internet. Informatie vinden over planten, dieren, natuurgebieden en leuke plekjes in Nederland is bijna onmogelijk geworden, elke vereniging, stichting, provincie en dorp of stad heeft zo zijn eigen website. Het is behoorlijk versnipperd, in dit boek willen we u helpen bij het vinden van leuke buiten belevingen. Buitengeluk is een groeiend buiten-belevings boek, met als doel u te informeren over het gene wat u buiten kunt tegenkomen. Leuke plekjes om te bezoeken, leuke buiten weetjes, hoe u tuinplanten moet onderhouden en waar ze kunnen worden toegepast. Informatie over de flora en fauna in Nederland. Elke maand staat er een nieuwe buitenactiviteiten-, moestuin- en tuinkalenders in. In de loop van het jaar breidt het boek zich steeds verder uit met nieuwe hoofdstukken, planten, dieren, enz. 4 5 vanaf 6 14 en 15 16 t/m 19 20 t/m 39 vanaf 40 vanaf 46 vanaf 64 vanaf 76 vanaf 88 100 en 101 102
Tuinkalender Moestuinkalender De Tuinen van Appeltern, 25 jaar Mais Prijsvraag Dieren Inheemse planten (wilde planten) Vaste planten Heesters Bomen Leuke plekjes om te bezoeken Buiten - dingentjes voor kinderen Onze gegevens
Veel buitenplezier toegewenst,
Eén van de inspiratiebronnen
De Seizoenen Lente , zomer, Herfst en Winter
Wander van Laar De Groene Heren Tuinarchitectuur
www.webshoptuinmateriaal.nl
Tuinkalender Oktober
Moestuinkalender Oktober
Genieten
De eerste nachtvorsten.
Deze maand is het vooral genieten van de herfstkleuren. Tip! Plant bomen en heesters die bekend staan om een prachtige herfstkleuren op een plek waar de zon op het laatst van de dag nog schijnt. De scherpte van de zon is er dan vanaf en zorgt dan juist voor een warme gloed over het blad.
De weersomstandigheden in oktober kunnen heel verschillend zijn. Het kan behoorlijk nazomeren, maar ook grijs en nat. De kans op nachtvorst is zeer aanwezig en dit betekend het einde van voor gevoelige gewassen. Deze maand dus goed de weersverwachtingen in de gaten houden. Zorg voor een goede voorbereiding.
Zaden, bloemen en bessen oogsten Vergeet niet de zaden en de bessen te oogsten, droog en koel bewaren en in het voorjaar uitzaaien. Vaste planten vormen nu ook mooie en decoratieve zaaddozen, u kunt ze op een droge dag verzamelen voor decoratie. Let wel, de vaste planten pas in het voorjaar snoeien!!! Het blad beschermd de plant voor de vorst. U kunt nu wel de bloemen knippen om te drogen.
Het gazon Nu het gras op een hogere stand gaan maaien, wanneer het gras in deze maand kort wordt gemaaid, dan is de kans op mosvorming groot. Het groeien van het gras staat met koude temperaturen bijna stil, terwijl mos nog even doorgroeit. Beetje kalk is ook niet verkeerd. Beetje bijzaaien kan nog net. Haal regelmatig het afgevallen blad van het gazon. Maaisel verwijderen, de temperaturen zijn te laag om het nog af te breken.
Bollen en knollen Dez maand is het weer tijd om de voorjaars bolllen en knollen aan te planten. Aan het begin van deze maand de zomerbollen rooien. Bewaar de bollen en knollen op een luchtige, koele maar vooral vorstvrije plek. Controleer regelmatig op uitdrogen en besproei ze zonodig met de plantenspuit. Knolbegonia’s, gladiolen en dahlia’s zijn vorstgevoelig, dus rooien, drogen en opbergen.
Tomaten Haal alle vruchten van de tomaten (buitentomaten) en laat ze binnen verder rijpen.
Organische mest De tijd is weer aangebroken om organische mest aan planten toe te voegen. Organische mest bezit de hoofdelementen (fosfaat, etc) en spoorelementen, het is een complete bemesting dus. Het voordeel van organische mest is, dat het geleidelijk werkt en wortels (vooral van planten die moeilijk wortelen, zoals vruchtbomen en rozen) dwingt om de voeding te gaan zoeken. Andere voordelen zijn, meer humusgehalte, bevordering van het bodemleven, betere balans in de lucht- en waterhuishouding van de grond. Organische bemesting is compleet en het is voldoende om het 1 keer per jaar toe te passen. Einde van het najaar tot aan het begin van het voorjaar aanbrengen.
Aanplanten Nu is het de tijd om appels, peren, bessen, frambozen en andere vruchtbomen heesters aan te planten. Knoflook en voorjaarskool kunnen nu ook nog de grond
en in.
Kalk Bleven de gewassen het afgelopen seizoen wat aan de kleine kant? Test de grond op de zuurgraad. De streefwaarde is een pH van 6.6. Als de grond een pH heeft beneden de 5.5 is het raadzaam om in oktober al een bekalking uit te voeren van 2 kg op 10 m².
Verplanten Bladverliezende bomen en heesters kunnen vanaf het einde van de maand worden verplant. Het is ook een prima tijd om nieuwe plantvakken voor de winter plantklaar te maken. Klein beetje organische mest door de grond heenspitten en een laagje van 3 cm afstrooien op de toplaag. Dan in het vroege voorjaar inplanten.
Rozen Het afgevallen blad van de rozen is vaak nog besmet met schimmels, roest en roetdauw, haal de bladeren van rozen dus ook weg. Zelfs de blaadjes die aan de rozenstruiken blijven hangen weghalen.
Vijver Haal het blad uit het water zolang het nog drijft. Wanneer de temperatuur onder de 5 graden zakt, stoppen met het voeren van de vissen.
Klei Aan het einde van de maand kan de klei winterklaar worden gemaakt. Tijdens het spitten een klein beetje organische mest toevoegen.
Invriezen van groenten en fruit: De meeste groenten, uitgezonderd de tuinkruiden, selder (voor de soep), fruit en paprika moeten voor het invriezen eerst geblancheerd worden. Het blancheren vindt plaats in een ruime pan die we met ongeveer 5 liter water vullen. Wanneer het water kookt dompel je een halve kilo groenten, (in een mandje ) een drietal minuten onder. Daarna laten we de groenten afkoelen in water met ijsblokjes. Deze plotselinge afkoeling stopt de enzymatische werking. Door de aanwezige enzymen worden de aanwezige vitaminen afgebroken. Door het blancheren behouden wij dus veel meer van deze kostelijke voedingsstoffen in het voedsel en behoudt het geheel ook beter zijn uitzicht en kleur.
Nestkastjes nog niet schoonmaken. In de koude winterperiode worden de nestkasten door de vogels en insekten gebruikt als warme overwinteringsplaats (wel even nakijken of er niks is achtergebleven). Plaats nu oorwormen en lieveheersbeestjes potten, ze gaan vanaf nu op zoek naar een goede overwinterings plaats.
Zachtfruit zoals aardbeien, bessen, frambozen, bosbessen enz. gaan wij niet blancheren. Bij het invriezen verliezen ze na een tijdje veel van hun smaak en aroma. Hieraan kan een mouw gepast worden door de vruchten met suiker te bestrooien. De suiker kunnen we eventueel vervangen door wat afgekoelde suikerstroop.
Bescherming
Spruiten zijn harde, stevige rakkers en daarom laten wij ze minstens 5 minuten blancheren anders worden ze erg bitter en zijn ze niet meer te eten.
Nestkastjes
Exotische planten en of kuipplanten niet inpakken met plastic, liever met jute of riet. Wanneer je planten strak in plastic inpakt is er kans op broei en dus kans op schimmelinfectie. Noppenfolie kan, maar zet de planten uit de zon.
De Tuinen van Appeltern bestaat dit jaar 25 jaar!
Agenda oktober van De Tuinen van Appeltern Naar buiten in de herfstvakantie
Een ontdekkingstocht met sport en spel langs bladeren, pompoenen en kabouters buiten in de Herfstvakantiemaandag 14 oktober 2013 - zondag 20 oktober 2013
Een gezellig dagje uitDe Tuinen van Appeltern is hét tuiniinspiratiepark van Nederland. Niet alleen bieden wij u interessante informatie over tuinieren, tuinaanleg en tuintrends, wij bieden u ook een gezellig dagje uit.
Herfstvakantie
Om het u zo makkelijk mogelijk te maken, is hier alle algemene informatie over ons park verzameld. Zo kunt u snel zien waar u ons kunt vinden, hoe u bij ons komt en wanneer u langs kunt komen.
Nederland viert herfstvakantie. Een mooi moment om samen met de kinderen er op uit te trekken. De Tuinen van Appeltern spelen daar graag op in. Onze tuinen zijn in deze tijd sowieso prachtig om te zien omdat ze gehuld zijn in bonte dekens van kleurrijke bladeren en opvallende vruchten.
Waar ligt Appeltern? Land van Maas en WaalDe Tuinen van Appeltern is te vinden in het groene Land van Maas en Waal, in de driehoek Oss, Nijmegen, Tiel. Ons park is het beste bereikbaar per auto. Adres De Tuinen van Appeltern Bezoekadres Walstraat 2a 6629 AD Appeltern Openingstijden Oktober t/m de laatste zondag van november Maandag t/m zondag van 10.00 tot 17.00 uur Tarieven 2013 Voor de toegang tot ons park gelden verschillende tarieven. •Normaal toegangstarief vanaf 13 jaar: € 12,50 •Kinderen van 6 t/m 12 jaar: € 6,25 •Kinderen tot 6 jaar gratis •65+: € 2,00 korting •Groepen vanaf 20 personen: € 2,00 korting p.p. •Parkeren: € 3,00 •Rondleiding mogelijk tot 15 personen per gids voor € 60,00. In verband met het 25-jarig bestaan in 2013 een jaarkaart voor slechts € 25,00 (geldig vanaf aanschaf datum).
Voor de gelegenheid hebben we op ons nieuwe spelen- en ontdekkingsterrein een speciale route uitgezet langs kabouters, paddenstoelen en pompoenen. Het is een doe- en speeltocht voor klein en groot. Leerzaam, vermakelijk en soms ook een beetje spannend, want hier en daar zullen de eerste bouwwerken van de Halloween griezeltocht te zien zijn. Kabouterscongres Heel belangrijk in deze tijd zijn de kabouters. Normaal laten zij zich nauwelijks zien in onze tuinen, maar deze week wel. Want ze zijn allemaal hier voor het grote internationale kaboutercongres. Kabouterfamilies uit alle rangen en standen en uit alle dorpen en steden hebben een afvaardiging gestuurd. Grote kans dat u of uw kinderen ze tegen het lijf zal lopen. Al met al een enerverende ervaring zo’n dagje Appeltern. Spelen, ontdekken en een ‘meet & greet’ met het kaboutervolk van over de hele wereld. De activiteiten in deze herfstvakantieperiode zijn inbegrepen in de toegang van ons park.
Agenda oktober van De Tuinen van Appeltern Appeltern in Herfstkleuren
dinsdag 1 oktober 2013 - donderdag 31 oktober 2013 Mooiste seizoen Vaak wordt ons “gevraagd wanneer is jullie tuin nu op z’n mooist?”. In het verleden antwoorden wij dan dat in juni het groen het meest groen is en de meeste bloemen bloeien. Maar tegenwoordig geven we alleen nog maar als antwoord; “Appeltern is altijd mooi en al helemaal als de zon schijnt”. En eigenlijk klopt dat antwoord ook helemaal, want iedereen heeft zo zijn eigen favoriete seizoen. Herfst Toch is er bij velen een groeiende voorkeur voor de herfst. De bladkleuren, de volmaakte rijkdom aan bessen, de volledig uitgegroeide grassen en het fantastische licht dat de nog bloeiende vaste planten een extra dimensie geeft. Een maand lang toont ons park haar herfstkleuren. Daar hoeven we zelf niet veel voor te doen. Maar we gaan Moeder Natuur wel een handje helpen... we ‘componeren’ herfstdecoraties. We gaan aan de slag met groenten en fruit. We laten pompoenen ‘spreken’ en goochelen met gekleurd blad. We koesteren de nazomer en geven alle ruimte aan paddenstoelen, egels en meer wat kruipt en sluipt onder het bladerdek. Graag laten we u genieten op overdekte en beschutte plekjes waar de zon en andere warmtebronnen u zullen verwarmen zolang als u wilt. Dahlia collectie Nieuw dit najaar is onze rijke collectie Dahlia’s. De Dahlia bloeit als vanouds tot het echt gaat vriezen. Voor ons een aanleiding om die doorbloeiers veelvuldig aan te planten. Dankzij Kwekerij Bakker & Kobessen kunnen we u dit jaar tientallen verschillende soorten laten zien.
Agenda november van De Tuinen van Appeltern
Agenda november van De Tuinen van Appeltern
De geheimen van de wintertuin
Halloween griezeltocht
Natuurlijke decoraties en exposities binnen en buiten. Met elke woensdag en zondagmiddag demonstraties in beleving. vrijdag 1 november 2013 - zondag 24 november 2013 Met elke woensdag en zondagmiddag demonstraties in beleving Winterse sferen De novembermaand staat in het teken van de winter. En hoewel iedereen daarbij meteen denkt aan de kerst, belichten wij deze maand een veel breder terrein. De winter is ook heel mooi zonder kerst. Een natuurlijke winterdecoratie is helemaal niet met kerst gebonden en dat willen we u graag laten zien. Geheimen Onze tuinen en gebouwen ademen een wintersfeer die misschien wel een beetje is ‘vergeten’. We decoreren met natuurlijke materialen die Moeder Natuur ons gratis ter beschikking stelt. Binnen en buiten treft u werkstukken aan van bekende en minder bekende arrangeurs. Ze tonen u de geheimen van de wintertuin in hun toepassingen van niet alledaagse materialen. Een wintertafel puur natuur zonder damast en ballen, maar met mini appels, mos en stro. De slingers aan de bomen, een koord van wilg met vruchten en blad. Tientallen voorbeelden in scène gezet voor thuis of om gewoon ter plekke van te genieten. Genieten In onze Wintertuin staan authentieke hapjes en drankjes op de kaart . Daarbij branden onze haarden en gloeit de wijn en chocolade. Elke woensdag- en zondagmiddag geven onze decorateurs demonstraties in beleving. Ze verklappen u al hun geheimen om een winter lang binnen en buiten te kunnen genieten.
Wandelen en griezelen over alle donkere paadjes in onze tuinen. vrijdag 1 november 2013 - zaterdag 2 november 2013. Halloween in Appeltern Na een jaartje van bezinning staan de Halloween griezeltochten weer op onze agenda. Het is een beetje op velerlei verzoek, maar ook omdat we het griezelen zelf zo leuk vinden. Afgelopen jaar zijn we voor inspiratie gaan kijken op andere plaatsen. En eigenlijk zijn we tot de conclusie gekomen dat onze tuinen zich toch wel bijzonder lenen voor Halloween avonden. Ze zijn van nature al zo spannend, dat er niet veel hoeft te gebeuren om het heel eng te maken. De smalle paadjes, de hoge hagen, de diepe vijvers en de talloze hutjes maken een enge sluiptocht al voor de helft geslaagd. Maar voor een echte Halloween is dat natuurlijk nog niet genoeg. Meer dan 100 spoken, heksen, Dracula en duivels verblijven tijdens uw tocht in onze tuinen. En niemand weet waar, wanneer of hoe ze te voorschijn zullen komen. De route De route is dit jaar extra lang omdat we ook de Wetering oversteken. We beginnen in de Wintertuin en stoppen op het Oranjerieplein. 1½ uur twijfelen, schrikken, gillen en vastklampen. Een tocht die nog lang blijft hangen en niet snel zal worden vergeten! Tickets zijn nu te bestellen via onze website! voor meer informatie: www.appeltern.nl/nl/kalender/
Agenda november van De Tuinen van Appeltern
Agenda november van De Tuinen van Appeltern
Tuinontwerp-weekend november
Workshop Winterdecoreren
Gratis schetsadviezen, rondleidingen en ‘Tuingeluk’ met extra aandacht voor de onderhoudsvriendelijke tuin. zaterdag 9 november 2013 - zondag 10 november 2013 Schrijf u in vóór 21 oktober 2013.
Toon is bij De Tuinen van Appeltern verantwoordelijk voor alle versieringen in tuinen en gebouwen. De terrassen en interieurs worden door Toon aangekleed met allerlei natuurlijke creaties. Per seizoen gebruikt hij daarbij andere ingrediënten. Bloembollen, afvalhout, gedroogd blad, fruit, tulpen, snijbloemen, rozen, stro, mos; alles wat Moeder Aarde voortbrengt komt in aanmerking. zaterdag 16 november 2013 - zondag 17 november 2013
De doelstelling van De Tuinen van Appeltern is om zoveel mogelijk mensen het goede Tuingevoel te bezorgen. Dat doen we o.a. met ons tuininspiratiepark waar bezoekers meer dan 200 voorbeeldtuinen in de praktijk kunnen ervaren. Daarbij geven we ook advies over materiaal- en plantengebruik. Een paar keer per jaar houden door De Tuinen van Appeltern Exclusief Geselecteerde Hoveniers en ontwerpers gratis ontwerpspreekuren. Tuinbezitters met vragen en/of ideeën waar ze zelf niet helemaal uitkomen, kunnen dan naar Appeltern komen met foto’s en situatietekeningen. Een door Appeltern aanbevolen hovenier geeft hen persoonlijk tekst en uitleg en laat schetsend de mogelijkheden zien. Een kant-en-klaar ontwerp wordt niet gemaakt maar een hele forse stap in de goede richting wordt zeker gezet. Voor een gratis schetsconsult van 45 minuten moet u zich vooraf inschrijven, zodat de ontwerper op het afgesproken tijdstip ook alle tijd voor u heeft. Gratis rondleidingen en Tuingeluk-lezing We zeiden het al eerder… onze missie is om zoveel mogelijk tuinbezitters gelukkig te laten zijn in de eigen tuin. Eigenlijk is daar helemaal niet zoveel voor nodig. U hoeft feitelijk alleen de vier basisvoorwaarden voor Tuingeluk te volgen www.tuingeluk.nl. Vier eenvoudige regels waarmee u per definitie de goede uitgangspositie voor toekomstig Tuingeluk afdwingt. Tijdens de rondleidingen laten onze gidsen zien waar het om draait en hoe u thuis te werk zou kunnen gaan. In de lezing leert u in een half uur de echte kneepjes van het vak en ervaart u hoe u de 50 meest gemaakte fouten kunt voorkomen. De rondleidingen en lezingen zijn vrij toegankelijk en staan verspreid over de dag op meerdere tijdstippen gepland. voor meer informatie: www.appeltern.nl/nl/kalender/
voor meer informatie: www.appeltern.nl/nl/kalender/workshop_winterdecoreren
Afscheid van Tuinseizoen 2013 Een slotdag met leuke verrassingen! zondag 24 november 2013
voor meer informatie: www.appeltern.nl/nl/kalender/afscheid_van_tuinseizoen_2013
Suikermaïs is een heerlijke, wat zoetere variant van maïs. Hoe lang moet suikermaïs koken, en op welke andere manieren kun je het bereiden? Suikermaïs koken: tips en variaties Er zijn vele soorten maïs. Zo heb je bijvoorbeeld pofmaïs waarmee je popcorn kunt maken, snijmaïs die vooral wordt verwerkt als veevoer, en siermaïs die je in de tuin kunt zetten. In dit artikel staat echter de suikermaïs centraal. Deze lekker zoete maïssoort is het meest geschikt voor menselijke consumptie, en wordt overal rond de wereld het meeste gegeten door mensen In dit artikel zullen we eerst bespreken waar en hoe je maïs kunt kopen en waar je op moet letten. Vervolgens gaan we in op de verschillende manieren om maïs te bereiden: koken, bakken, roosteren, enzovoorts. Ter besluit volgen nog enkele handige tips en leuke variaties. Maïs kopen: waar kun je het kopen en waar moet je op letten? Verse suikermaïs is tegenwoordig praktisch het gehele jaar door te koop in de supermarkt of bij de groenteboer. Tussen juli en oktober komt de maïs uit Nederland, en de rest van het jaar wordt de maïs geïmporteerd uit de VS, Zuid-Amerika of Afrika. Deze verse maïskolven kun je herkennen doordat er meestal nog blad omheen zit. Kies een kolf met mooie heldergele korrels; meestal geldt: hoe ouder, hoe donkerder. Voel ook even aan de korrels. Deze moeten dik en stevig zijn. Controleer ten slotte of er onder de bladeren geen schimmel zit. Let op: de lange witte draden zijn geen schimmel, ze horen er te zitten! Daarnaast kun je suikermaïs kopen in de vorm van vacuüm ingesealde kolven in plastic, meestal per twee verpakt. Deze moet je gewoonlijk nog 8-10 minuten koken. De precieze kooktijd staat bij dergelijke maïs ook op de verpakking.
4. Suikermaïs in de oven klaarmaken Je kunt suikermaïs in de oven roosteren alsof ze op de barbecue liggen. Als de kolf goed door blad omsloten is kun je hem daarin garen. Verwijder wel eerst even de witte draden en vouw de bladeren daarna voorzichtig weer dicht. Of maak de kolf schoon en rol de kolf in aluminiumfolie. Rooster de kolf daarna in een voorverwarmde oven op 200 graden in 20-25 gaar. 5. Suikermaïs in de magnetron garen Voor de luie kok is de magnetron ook bij suikermaïs een uitkomst. Verwijder de witte draden maar laat de kolf wel in de bladeren gevouwen zitten. Gaar de kolf dan in 2-4 minuten op de hoogste stand, en laat de kolf daarna nog enkele minuten rusten. 6. Suikermaïs stomen Om zoveel mogelijk vitamines en mineralen te behouden kun je suikermaïs ook stomen. Maak de kolf schoon. Laat de kolf daarna stomen. Een jonge kolf heeft een kooktijd van een minuut of 7 nodig, voor grotere en oudere kolven geldt het dubbele. De suikermaïs is gaar indien je de korrels zonder veel moeite van de kolf kunt wippen.
Suikermaïs kun je koken,stomen, grillen op de barbecue, in de magnetron of oven klaarmaken en bakken. Hieronder zullen we deze verschillende bereidingswijzen apart bespreken. We gaan uit van een verse maïskolf; zoals hierboven besproken kun je maïskorrels uit blik of pot namelijk al direct, zonder bereiding, verwerken in je maaltijd. Daarom zullen we eerst bespreken hoe je een maïskolf schoonmaakt.
Tips en variaties • De grootte van maïskolven kan behoorlijk verschillen, maar over het algemeen moet je rekenen op een portiegrootte van één kolf per persoon. • Verse suikermaïs kun je enkele dagen folie in de groentelade van de koelkast bewaren. Houd er wel rekening mee dat de smaak iedere dag achteruit gaat (zie ook de tip hieronder). Suikermaïs invriezen is ook een optie indien je de kolven langer wilt bewaren. Blancheer de schoongemaakte kolf dan 5-7 minuten. In de vriezer zijn deze dan enkele maanden houdbaar. • Zelf suikermaïs gekweekt? Houd er rekening mee dat de maïs direct na het oogsten begint de suiker om te zetten in zetmeel, zodat het mooie zoete van de suikermaïs geheel verdwijnt. De hoeveelheid suiker is al binnen 10 minuten gehalveerd. Bereid de maïskolf dus direct na het plukken. Je kunt het proces eventueel ook stoppen door de kolf 5-7 minuten te blancheren. Alternatief kun je de kolf direct koelen tot idealiter net boven het vriespunt. De omzetting van suiker wordt dan vertraagd, maar je kunt de maïskolf alsnog het beste zo snel mogelijk opeten.
Suikermaïs schoonmaken: hoe moet je een maïskolf aanpakken?
bron: HenkX
Ten slotte kun je suikermaïs uit blik of uit de pot kopen. De kolf is dan reeds schoongemaakt en de korrels zijn er afgehaald. Deze maïs hoeft niet meer verder klaargemaakt te worden, maar kan gewoon zo worden gegeten. Dat maakt het erg geschikt om te verwerken in salades. Suikermaïs bereiden: hoe moet je suikermaïs klaarmaken?
Het is gebruikelijk om de maïskolf eerst te garen en daarna pas de korrels te verwijderen. Je kunt ze er dan namelijk zonder moeite afschrapen met een vork. Voordat je de kolf kunt bereiden moet je deze echter wel even schoonmaken. Haal de schutbladeren van de kolf af door ze er van boven naar beneden af te trekken. Verwijder de zijdeachtige witte draden en snijd het kontje eraf. Spoel daarna de maïskolf nog even af. Indien je daarna de korrels er af wilt halen kun je dit doen door ze er voorzichtig in de lengterichting met een mes vanaf te snijden. 1. Suikermaïs koken Koken is de meest klassieke manier van bereiden. Maak de kolf schoon. Kook de kolven in ruim water zonder zout; dat maakt de korrels taai. Een jonge kolf heeft een kooktijd van een minuut of 7 nodig, voor grotere en oudere kolven geldt het dubbele. De suikermaïs is gaar indien je de korrels zonder veel moeite van de kolf kunt wippen. Met een klontje boter en wat zout serveren. 2. Suikermaïs grillen op de barbecue Er zijn twee manieren om suikermaïs op de barbecue te bereiden. Je kunt ze helemaal op de bbq garen, maar je kunt ze ook enkel grillen. In het eerste geval moet je ze goed inpakken in aluminiumfolie en 20-25 minuten laten garen, terwijl je ze regelmatig keert om te voorkomen dat ze aanbranden. Je kunt ze ook in de schutbladeren op de barbecue leggen, maar dat gaat vaker verkeerd dan goed. Als je het toch wilt proberen wel eerst even de witte slierten verwijderen. Gemakkelijker en met een grotere kans op succes is enkel even grillen. Kook ze op de manier die hierboven beschreven staat totdat ze nog net rauw zijn en gril ze op de barbecue even in enkele minuten af totdat ze een mooi kleurtje hebben en gaar zijn. 3. Suikermaïs bakken Suikermaïs is niet geschikt om te poffen tot popcorn, maar je kunt ze wel op een lager vuurtje bakken. Maak de maïskolf schoon en snijd de korrels eraf. Smelt een klontje boter in de pan en bak de korrels in 5-10 minuten op laag vuur beetgaar. Afmaken met een snufje zout.
1
ze worden ook vaak als dakvorm boom toegepast
2
het is net papier wat er aan de stam hangt
3
het lijkt wel een beetje op de huid van een lang dun dier
4
geen tip nodig
5
een beetje vals is ie wel
6
als de lente komt dan stuur ik jou
7
in de winter iets met de duivel , in de zomer iets met een engel
8
9
PRIJSVRAAG
10
antwoorden kunt u doorgeven t/m 30 november 2013
Vraag Wat zijn de Latijnse- en Nederlandse namen van de planten?
1 ..... 2 ..... 3 ..... 4 ..... 5 ..... 6 ..... 7 ..... 8 ..... 9 ..... 10 ..... 11..... Prijzen
1e prijs, tuinplan (waarde 450 euro).
2e prijs, 4 arbeidsuren van 1 van onze hoveniers. 3e prijs, jaarabonnement Tuinen van Appeltern. Mail uw antwoorden naar
[email protected] De winnaars worden bekend gemaakt in BUITENGELUK uitgave december. U kunt uw antwoorden mailen tot zaterdag 30 november 2013.
kasteelheren en jonkvrouwen waren dol op mij
Walvissen schijnen ook wat van mij te hebben
vogels zijn dol op onze bessen (vooral de lijster)
mijn knoppen zien zwart
De winnaars krijgen persoonlijk bericht per mail. Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd.
11
De levendbarende hagedis (Zootoca vivipara)
Het konikpaard
De dagpauwoog (Aglais io)
De blauwe pauw (Pavo cristatus)
Schotse hooglander De Baars (Perca fluviatilis)
De rugstreeppad (Bufo calamita)
Charolais-rund
De ooievaar (Ciconia ciconia)
Bijen
HOOFDSTUK
DIEREN De gewone pad of bruine pad (Bufo bufo)
Slak
De Turkse tortel (Streptopelia decaocto) De Kruisspin (Araneus diadematus) Galloway Rund
kippen De knobbelzwaan (Cygnus olor)
De kleine vos (Aglais urticae)
Het Gewone varken (Sus scrofa domesticus)
De citroenvlinder (Gonepteryx rhamni) De gewone wesp (Vespula vulgaris)
Afdrukken van de haas (Lepus europaeus)
Gewone zeehond (Phoca vitulina)
Steenuil
Steenuilen leven in diverse halfopen landschappen. Het zijn de kleinste uilen die in Nederland voorkomen. Favoriet zijn extensief gebruikte graslanden en andere kleinschalige agrarische gebieden. De aanwezigheid van heggen, houtwallen en (knot)bomenrijen is van groot belang. Gebroed wordt in holen; in Nederland vaak in knotwilgen, boerenschuren en konijneholen. Het voedsel bestaat uit insekten, regenwormen en kleine zoogdieren. Tot ver in de twintigste eeuw broedden enkele tienduizenden paren van de steenuil in ons land. De laatste decennia is de stand sterk afgenomen. De afname was het grootst in het westen en noorden van het land. De belangrijkste bolwerken bevinden zich nu nabij de grote rivieren, in beekdalen en in Zuid-Limburg. Doordat steenuilen lastig te inventariseren zijn, is het aantal broedparen niet exact bekend; er is sprake van ongeveer 5.500 tot 6.500 paren. De steenuil verdwijnt op veel plaatsen door 'opruiming' van het boerenland en het verdwijnen van hoogstamboomgaarden ten faveure van laagstam-fruitteelt. voor meer informatie over de steenuil www.vogelbescherming.nl en www.vogelvisie.nl
Kerkuil
Een plotse schim in de schemer, of een angstaanjagend gekrijs, midden in de nacht... dat is voor velen de eerste ontmoeting met de kerkuil. Deze zeer tot de verbeelding sprekende vogel broedt en jaagt vaak in menselijke omgeving, maar slechts weinigen krijgen hem wat beter te zien. Veel voorkomende broedplaatsen zijn boerenschuren, kerktorens en andere bouwwerken, een enkele keer ook holle bomen. Het voedsel bestaat voornamelijk uit veldmuizen, aangevuld met huisspits- en bosspitsmuizen. Jonge kerkuilen kunnen soms flinke zwerftochten maken, maar eenmaal gevestigde vogels verblijven hun leven lang in hetzelfde leefgebied. De kerkuil is een evolutionair succes: de soort komt in 35 ondersoorten (varianten) voor op ieder continent, behalve op Antarctica. De kerkuil houdt niet van koude winters; zijn verenkleed is slecht in staat warmte vast te houden. voor meer informatie over de kerkuil www.vogelbescherming.nl en www.vogelvisie.nl
Een tuin vol vlinders De Vlinderstichting beschermt vlinders
Atalanta
In Nederland hebben veel van deze vlinders het zwaar. De Vlinderstichting doet er alles aan om de vlinders in Nederland te beschermen. Dat is hard nodig. Want veel bedreigde vlindersoorten in kleine leefgebiedjes balanceren op de rand van uitsterven. En weg is weg! Ook u kunt De Vlinderstichting steunen. Meer weten? Kijk op www.vlinderstichting.nl.
Citroenvlinder
Steun De Vlinderstichting, word donateur U krijgt heel wat voor maar € 25,- per jaar! Voor € 25,- per kalenderjaar - meer mag natuurlijk ook - bent u donateur en steunt u ons werk. Bent u jonger dan 18 of ouder dan 65 jaar dan is het minimumbedrag € 20,-. Voor mensen van buiten Nederland en België geldt een minimumbedrag van € 31,-. Als u donateur wordt, ontvangt u van ons gratis het boek ‘Vlinders in de tuin’. U ontvangt als donateur vier keer per jaar ons tijdschrift Vlinders. Hierin kunt u lezen hoe wij aan behoud en herstel van vlinders en libellen werken. Maar het belangrijkste is dat u helpt bij het verwezenlijken van onze doelstellingen: een natuur vol vlinders en libellen!
Hoewel de top vlindertijd een beetje op haar eind loopt zijn er in september en oktober zeker nog wel vlinders te zien. De overwinteraars, maar ook soorten die nog een nieuwe generatie hebben in deze tijd van het jaar. Tijdens de warme en zonnige perioden in het afgelopen weekend zijn veel mensen op pad geweest om vlinders te kijken. Vooral zaterdag zijn er veel meldingen binnen gekomen op www.waarneming.nl en Telmee.nl De kleine vuurvlinder heeft vaak in september zijn beste tijd en ook nu wordt dit prachtige kleine vlindertje op veel plaatsen gemeld. Het bont zandoogje is de meest gemelde vlinder op dit moment. De trekvlinders atalanta en distelvlinder zijn er ook nog en verzamelen brandstof voor hun reis naar het zuiden. Je kunt ze vinden op hemelsleutel bijvoorbeeld of op laat bloeiende vlinderstruiken. De oranje luzernevlinder, ook een trekvlinder, die in 2013 het beste jaar ooit had in ons land, is nog steeds te zien en als het nog warm en zonnig wordt kunnen we ook de nakomelingen van deze vlinder nog volop gaan tegenkomen. De vlinder overwinteraars dagpauwoog, kleine vos, citroenvlinder en gehakkelde aurelia zijn er nog wel, maar veel zijn al in hun overwinteringsplaats.
De kleine vuurvlinder De kleine vuurvlinder vliegt in drie generaties in ons land. In het voorjaar, april en mei zijn ze aanwezig. De nakomelingen verschijnen in juli en de kleinkinderen vliegen in september. In veel jaren is september de topmaand en worden er meer kleine vuurvlinders gezien dan in voorjaar en zomer. Of dat dit jaar ook het geval is kunnen we nog niet zeggen, maar ze worden regelmatig gezien. Je moet ze vooral zoeken in bloemrijke situaties, bijvoorbeeld wegbermen. In bermen die een paar weken geleden zijn gemaaid komen inmiddels weer bloemen in bloei en daarop kun je ze vinden. De bont zandoogjes zijn altijd aanwezig in de buurt van bomen en struiken en komen ook veelvuldig voor in tuinen. De soort is de afgelopen 10 jaar sterk vooruit gegaan en heeft heel veel nieuwe plekken weten te bereiken. Hij is nu eigenlijk overal in het land te zien en ontbreekt alleen in de helemaal open graslandgebieden. Als er maar een boerderij met erfbeplanting staat kunnen ze er gezien worden.
De Vlinderstichting beschermt vlinders en libellen in Nederland.
Helpt u ook mee?
Een tuin vol vlinders Overwinteren Vier vlindersoorten die als volwassen vlinder overwinteren, zie je ook in het najaar nog vliegen. Deze zullen de komende tijd gebruiken om zich lekker vol te eten, zodat ze sterk de winter in gaan. Ze zijn aan te treffen op hemelsleutel, herfstaster, klimop en andere nazomerbloeiers. Kleine vos
Het gaat om dagpauwoog, kleine vos,gehakkelde aurelia en citroenvlinder. Ook rottend fruit trekt vlinders aan, met name de gehakkelde aurelia en de atalanta. Deze laatste overwintert normaal gesproken niet in ons land, maar trekt nog weg naar het zuiden. Voor die lange tocht heeft hij natuurlijk ook veel brandstof nodig en ook deze zullen we dus aantreffen op plaatsen met voedsel.
Gehakkelde aurelia
Aster novi-belgii ‘Barbados’
Aster novi-belgii Royal Ruby
Aster dumosus Herbstgruss vom Bresserhof
De ene aster is de andere niet Er zijn veel verschillende asters. Soorten in de natuur die zijn ontstaan door de verschillende grondsoorten en plekken waar ze leven. En cultivars die zijn gekweekt om zo mooi mogelijk voor mensen te zijn, zodat wij ze kopen. Maar hoe zit het met de vlinders, zijn al die verschillende asters even aantrekkelijk voor hen? Top 10 Aster novae-angliae en Aster novi-belgii staan in de top-10 van vlinderlokkende planten. In tuinen is dat ook goed te zien; op deze asters zitten bij mooi zonnig weer vrijwel altijd vlinders. Aster novae-angliae variëteiten zijn hoge planten, met uitzondering van ‘Purple Dome’ die ‘slechts’ 60 cm hoog wordt. Ze hebben zelden last van meeldauw. Novi-belgii cultivars daarentegen zijn meestal lager en zeer gevoelig voor meeldauw. Ook woekeren ze nogal eens. Zoveel zelfs dat ze in België op de ‘bewakingslijst’ staan om te observeren of ze in de natuur geen gevaar gaan vormen voor de inheemse beplanting. Een cultivar van Aster novae-angliae die zeker vlinders trekt, is de roze ‘Barr’s Pink’. Aster ‘Barr’s Pink’ heeft geen steun nodig, ondanks zijn hoogte van 140cm. Hij staat mooi bij grassen zoals Pennisetum of Miscanthus, omdat zowel de aster als de grassen in september en oktober in bloei staan. Atalanta’s en distelvlinders Asterhybriden met ‘novi-belgii-bloed’ trekken ook vlinders aan. Aster dumosus is zo’n hybride. Hij bloeit van begin september tot in november, een periode dat atalanta’s en distelvlinders graag nectar verzamelen voordat ze weer aan de grote trek naar het zuiden beginnen. Alle cultivars vormen bossige planten, die meestal niet heel erg hoog worden. Aster cordifolius ‘Little Carlow’ heeft net genoeg novi-belgii-bloed om last van meeldauw te hebben. Vervelend, maar dat novi-belgii-bloed maakt ook dat de plant aantrekkelijk is voor vlinders. Aster ‘Little Carlow’ bloeit eveneens in september en oktober. Andere vlinderlokkende asters In tegenstelling tot bovenstaande asters, die uit Noord- Amerika stammen, komt Aster amellus oorspronkelijk uit Italië. Het is dus niet vreemd dat deze aster een zonaanbidder is die van kalk en niet te natte grond houdt. Aster amellus ‘Veilchenkönigin’ heeft in augustus en september dieppaarse bloemen die vlinders en bijen aantrekken. Aster x frikartii ‘Mönch’ is een kruising van Aster amellus en Aster thompsonii. Aster frikartii heeft nogal eens de neiging om te vallen, ook is hij niet bestand tegen sterke buurplanten. Vandaar dat hij zich goed voelt naast stevige Salvia’s, die de aster niet wegdrukken, maar hem fijn steun bieden. Aster tongolensis is een Chinese aster die in juni al vlinders lokt, een tijd waarin ook veel rozen bloeien. Mooi met gele of zalmkleurige rozen of zilverkleurige bladplanten zoals Stachys byzantina. Aster pyrenaeus ‘Lutetia’ trekt volgens ‘The Gardener’s Guide to growing Asters’ ook veel vlinders. Zoals de naam al zegt komt deze soort oorspronkelijk uit de Pyreneeën. Op matig droge doorlatende kalkrijke grond is het een zeer sterke plant. Mooi vooraan in de border, waar ze een wolk van lichtblauwe bloemen drapeert. Deze aster combineert goed met Rosa ‘Escapade’ of ‘Lovely Fairy’. Niet alle asters Het lijkt wel alsof alle asters aantrekkelijk zijn voor vlinders. Toch is dat niet zo. De meeste kleinbloemige asters trekken weinig tot geen vlinders. Op Aster ‘Monte Cassino’ zult u er zelden of nooit een zien. Ook niet op Aster lateriflorus. Aster ericoides is een twijfelgeval. Aster divaricatus en Aster macrophyllus ‘twilight’ zijn goede asters voor moeilijke plekken, maar veel vlinders zul je er niet op zien. Een enkele keer zal er een koolwitje landen op de lila bloemen van Aster ‘Twilight’, maar langer dan twee seconden duurt een dergelijk bezoek nooit. Deze asters, die zelfs in de schaduw bloeien, zijn zo sterk dat ze kunnen woekeren. Wanneer de Aster divaricatus op een open plek staat kan de aster soms koolwitjes aantrekken, op een moment dat de Buddleja’s vrijwel zijn uitgebloeid en de latere herfstasters nog moeten beginnen. Alle herfstasters verlengen met hun late bloei de zomer in uw tuin. En heeft u geen tuin maar wel een balkon, dan kunt u ze ook in een pot zetten. Vooral Aster x frikartii, Aster novi-belgii en Aster tongolensis komen in een mooie pot goed tot hun recht.
De Vlinderstichting beschermt vlinders en libellen in Nederland.
Helpt u ook mee?
Een tuin vol vlinders let op kolibrievlinders
Hij heeft zijn naam niet voor niets, want het lijkt net een kolibrie. Stil staand voor een bloem drinkt hij de nectar, de kolibrievlinder. De afgelopen weken is deze op veel plekken in Nederland weer gezien, vooral in tuinen. De kolibrievlinder is een trekvlinder die ieder voorjaar vanuit Zuid Europa deze kant op komt. De vlinders planten zich hier voort; in het najaar vliegen de meesten weer terug naar het zuiden. Hoewel het nachtvlinders zijn, zijn ze overdag actief. Vanaf 2003, toen we een buitengewoon warme zomer hadden, wordt de kolibrievlinder in Nederland jaarlijks regelmatig waargenomen. Het gedrag van de kolibrievlinder is precies hetzelfde als van zijn naam genoot de vogel uit Amerika. Hij staat snel vleugelklappend stil voor een bloem en zuigt de nectar eruit met hun lange roltong, die wel wat lijkt op een kromme kolibriesnavel. Dan, als een schicht, verplaatst de vlinder zich en begint opnieuw te drinken. Dat heen en weer schieten van bloem naar bloem heeft hem de bijnaam ‘onrust’ opgeleverd. De vlinders vliegen overdag, vooral bij zonnig weer maar soms ook bij bewolking of zelfs in lichte regen. De kolibrievlinder komt regelmatig in tuinen om daar uit de bloeiende planten zijn brandstof te halen: nectar. Ze bezoeken allerlei soorten planten met buisvormige bloemen en worden ook af en toe in de schemering of in het donker waargenomen. Overal in het land kun je kolibrievlinders tegenkomen, want het is een mobiele soort die met gemak tientallen kilometers aflegt.
Nieuwe soort: gewoon grasgeeltje
In juli is in een tuin in Montfoort (Utrecht) Eurema hecabe gefotografeerd. Deze dagvlinder komt niet in Europa voor en is afkomstig uit Azië of Afrika. De vlinder is nog nooit eerder uit Nederland gemeld. Het was een erg goed jaar voor de oranje luzernevlinder en in de zomer is deze op heel veel plaatsen gezien. In eerste instantie dacht men dan ook dat de foto die Jan Oostveen maakte in Montfoort een oranje luzernevlinder was, maar niets is minder waar. Het gaat hier om de Common Grass Yellow (Eurema hecabe), die voor zover we weten geen Nederlandse naam heeft. We zullen de soort voorlopig ‘gewoon grasgeeltje’ dopen. De vlinder is al in juli op de foto gezet, toen er een zeer lange warme periode was. Het vrouwtje zit te drinken op wilde marjolein, op een droog en zeer zonnig plekje achter de boerderij van Jan. Gelukkig bleef hij lang genoeg zitten om er foto’s van te maken. Het bleef bij deze ene waarneming en het ‘grasgeeltje’ is daarna niet meer gezien. Het is een vlinder die in een groot deel van de wereld voorkomt. In Afrika, maar vooral in Azië is het een regelmatig voorkomende soort. Ook in Australië komt hij voor. Het is altijd de vraag hoe de vlinder in Utrecht is terecht gekomen. Vlinders kunnen vliegen en er zijn voorbeelden dat ze vele kilometers kunnen afleggen. De genoemde oranje luzernevlinder bijvoorbeeld is een trekvlinder die in mei of juni vanuit zuidelijk Europa naar Nederland vliegt en zich vervolgens hier voortplant. De distelvlinder komt zelfs helemaal uit Noord-Afrika. Toch gaan we ervan uit dat dit ‘gewoon grasgeeltje’ is meegelift, want deze staat niet bekend als trekvlinder en de dichtstbijzijnde locatie waar de soort voorkomt is duizenden kilometers ver weg. Mogelijk dat de pop op een plant heeft gezeten die hier is ingevoerd, maar ook verpoppen vlinders wel eens op hout, karton of plastic en ook met dat materiaal kan de soort dus hierheen zijn gekomen. Op de foto die Jan maakte is goed te zien dat het om een vrouwtje gaat, want mannetjes hebben een donkere vlek in de vleugelpunt. Het is onwaarschijnlijk dat dit vrouwtje al gepaard heeft, want ze zal hier in Nederland uit de pop zijn gekomen en heeft vast geen mannelijke soortgenoot ontmoet. We moeten er dan ook van uit gaan dat het bij deze ene melding blijft en dat er geen voortplanting heeft plaatsgevonden. Het gewoon grasgeeltje uit Montfoort (foto: Jan Oostveen)
Tuinschalebijter (Carabus nemoralis)
In Nederland komen ongeveer 400 soorten loopkevers voor, waarvan 50 soorten regelmatig te vinden zijn in gras- en bouwland. Het zijn bodeminsecten. De kevers zijn zwart of bruin, soms met een groen of blauwkleurige metallic glans. De grootte kan afhankelijk van de soort, variëren van 2- 30 mm. De antennen en poten zijn lang. Het dekschild bedekt het gehele achterlijf. De eieren zijn wit van kleur en worden in de grond gelegd, waardoor ze meestal niet te zien zijn. De larve is zwart of bruin van kleur, langgerekte tot wel 30 mm lang. Veelal zijn er uitsteeksels aan het lichaamseinde. De larven zijn erg actief en leven in of op de bodem op plaatsen waar prooien voorkomen. De larven van Agonum dorsale ontwikkelen zich in juli-augustus. In het najaar begeven deze jonge kevers zich naar de akkerranden waar ze op ongeveer 20 cm diepte overwinteren. Loopkevers zijn snelle renners (vandaar hun naam), maar veel soorten kunnen ook vliegen met de vliezige vleugels die onder hun dekschilden zijn verborgen. In akkers kunnen zo’n 50 soorten voorkomen. In akkerranden kunnen meer dan 150 loopkevers per vierkante meter overwinteren. Sommigen overwinteren als larve, anderen als kever. Beiden zijn grote rovers en jagen op slakken, rupsen, bladluizen en insectenlarven. Sommige loopkevers eten op één dag meer dan twintig procent van hun lichaamsgewicht aan prooien. De meeste loopkevers zijn ’s nachts actief, waardoor ze niet opvallen. Vele soorten hebben maar één generatie per jaar, sommige soorten twee generaties. Rond hun piek in juni kunnen enkele algemene soorten loopkevers (zoals Pterostichus en Bembidion soorten) hoge dichtheden van vele honderden per vierkante meter bereiken. Hun invloed op plagen in het gewas kan dan dus ook enorm groot zijn.
Het voedsel van de meeste loopkevers omvat alles wat eetbaar is. Sommige soorten zijn op een bepaald soort voedsel gespecialiseerd. Bladluizen en rupsen die van het gewas vallen (door wind of regen) krijgen dankzij loopkevers vaak geen kans meer om opnieuw in een plant te klimmen. De soort Agonum dorsale is een extreme cultuurvolger en heeft de voorkeur voor een droog microklimaat. Ze zijn vaak te vinden in graanpercelen, maar ook in grasland. De aardbeiloopkever (Ophunus rufipes) vreet aan de zaadjes op de huid van rijpe aardbeien, en kan daarmee misvormingen en schade veroorzaken. Akkerranden vormen ’s winters een schuilplaats voor bodemdieren die in de kale akker weinig voedsel en beschutting vinden. Het is daarom belangrijk akkerranden in de winter niet te kort gemaaid te laten, zodat er voldoende beschutting voor de overwinterende kevers en hun larven is. De meeste loopkevers en hun larven zijn jagers die alles eten wat hun voor de bek komt. In de landbouw eten zij o.a. bladluizen, vooral die van planten zijn afgevallen, maar ook slakken, rupsen, cicaden en insectenlarven.
Basterdzandloopkever (Cicindela hybrida)
Gierzwaluwen De gierzwaluw is een trekvogel. In de zomer is de gierzwaluw in haar broedgebied in Europa en Azië, buiten de broedtijd zijn zij onderwegnaar - of in Afrika. Eind juli verlaten de jongen het nest. Ze vliegen vrijwel onmiddellijk naar zuidelijk Afrika, soms samen met oudere vogels. Een tocht van 7000 km. Begin augustus zijn vrijwel alle gierzwaluwen uit Nederland vertrokken. Eind april van het volgend jaar keren ze weer terug. Dus alleen de maanden mei, juni en juli (100 dagen) zijn ze in Nederland. De vliegreis wordt tamelijk vlug afgelegd, eigenlijk zonder rustpauzes. Ze komen midden september (tot eind november) aan in hun winter leefgebied. Gedurende onze herfst en winter verblijven ze dus in Afrika, ver voorbij de evenaar. Ze volgen de natte moesson (regentijd) om aan insecten (voedsel) te komen. Deze tijd wordt gebruikt om te ruien. Het oude verenpak wordt (tijdens het vliegen) vervangen. Aan paarvorming wordt daar niet gedaan. In Zwitserland is een geringde gierzwaluw 21 jaar achter elkaar in dezelfde nestkast teruggekeerd. Zij had toen een afstand afgelegd, die gelijk was aan 97 keer rond de aarde vliegen. Bijzonder detail: zij had in die 21 jaren slechts 2 partners. Als de gierzwaluwen de grote trektocht ondernemen zijn ze overgeleverd aan vele bedreigingen. Boven de Alpen en de Pyreneeën kunnen ze bv. overvallen worden door onverwachte weersverslechtering. In zuidelijke landen zijn er nog de jagers en vogelvangers die het op hun leven hebben gemunt. Op grotere hoogten kunnen vliegtuigen ’s nachts slachtoffers maken. Voedselschaarste onderweg kan ook voor problemen zorgen. Ondanks de vele bedreigingen die de gierzwaluwen ondervinden tijdens hun jaarlijkse trektochten, is de grootste bedreiging voor de toekomst van de gierzwaluw de geleidelijke verdwijning van geschikte broedgelegenheden. In Nederland is de gierzwaluw van oorsprong een bewoner van de oude binnensteden. Door renovatie en stadsvernieuwing heeft de gierzwaluw het daar steeds moeilijker. Door het gebruik van kunstnesten zien we de gierzwaluw nu ook in andere woongebieden. Ook tijdens zijn verblijf in Nederland (het broedseizoen) legt de gierzwaluw enorme afstanden af. Logisch dat we hem in heel Nederland kunnen waarnemen. Gieren betekent schreeuwen De Nederlandse naam gierzwaluw is waarschijnlijk afgeleid van het werkwoord ‘gieren’, dat schreeuwen of gillen betekent. Andere namen zijn: * De wetenschappelijke naam is Apus apus. (Linaeus 1758). ‘Apous’ komt uit het Grieks en betekent pootloos. * De Honderddagenvogel is een bijnaam. Hij komt ongeveer 100 dagen naar Nederland, alleen om te broeden. * Een andere bijnaam is: Koninginnedagvogel. Rond 30 april arriveert de gierzwaluw in Nederland. * Duivelsvogel is mogelijk een bijnaam die al voor Christus in Griekenland werd gebruikt. * Mauersegler, zoals de gierzwaluw in Duitsland heet, is de naam die hij te danken heeft aan het feit dat hij ‘in muren’ broedt. * Toerswel is zijn naam in de Friese taal. In het Nederlands: Torenzwaluw. Meer weten over de gierzwaluwen en of het bouwen van andere nestkasten:
www.gierzwaluwbescherming.nl
1
Vliegopening 12,5 x 12,5 cm
6
DOORSNEDE A - A
ACHTERAANZICHT A
GAT VOOR VERGRENDELING
150 180
Plank naast vlieggat
430
15 390
5
Voorwand 2
Achterwand 3
445
445
Deksel 1 170
400
1290 Plank op bodem 06 225
4
Houtdikte 16 mm 25
Zijwand links 4
Bodem 06 15
Zijwand rechts 5
15
145
7
750
3
125
15
370
2
KERKUILEN KAST
320
125
175
390 720
445
445
145
1755
LINKER ZIJAANZICHT
1
A VOORAANZICHT
3
Voor de doe het zelvers onder ons. Een nestkastje voor de Pimpelmees en de Koolmees ziet er zo uit: maten: deksel (1): 25 x 18 cm - achterwand (2): 28 x 11 cm - voorwand (3): 28 x 11 cm zijwanden (4 en 5): 28 x 17 cm - bodem(6): 11 x 13,4 cm - balk voor vergrendeling (7) 11 x 2 cm (2 maal) hout: vurenhout - dikte 18 mm vliegopening: voor de koolmees ® rond, doorsnede 32 mm, 19,5 cm vanaf de bodem voor de pimpelmees ® rond, doorsnede 30 mm, 19,5 cm vanaf de bodem De holte maten zijn hoogte * breedte * diepte = 262 * 110 * 134 mm. De afstand van bodem tot vliegopening is 19,5 cm om de volgende reden: - het nest van de mezen is 6 cm hoog. Zie de foto van een koolmezennest. - er blijft ruim 12 cm over om te voorkomen dat de mezen ‘uit de nestkast vallen’
4
5
6
2
7 cm
Vleermuizen kunnen op vele plekken in en rondom uw huis een plekje vinden om te schuilen. Een kier van 1,5 cm is al voldoende voor sommige vleermuizen om achter te kruipen. Denk aan een kier achter de windveer of rond een kozijn. Vleermuizen kruipen ook vaak via open stootvoegen in de spouwmuur. Hier vinden ze vaak een perfect plekje om te hangen.
8 cm
2 cm
Er zijn een aantal richtlijnen die de kans op succesvol gebruik door vleermuizen aanmerkelijk verhogen. Vleermuizen zijn echte warmte liefhebbers. Hang hierom de kasten zo mogelijk met de voorzijde naar het zonlicht. Hang de vleermuiskasten zo hoog mogelijk op, minstens 3 meter. Zo kunnen de dieren vrij in en uitvliegen en is de kans op verstoring van de dieren minder. Meerdere kasten dicht bij elkaar vergroot de ontdekkingskans en succesvol gebruik.
70 cm
40 cm
Kies zo mogelijk voor een beschutte locatie, in de luwte.
5 1
4
2 4,8 cm
7
19 cm
3 2 cm
6
23 cm
2 cm 1,5 cm
1,3 cm
Detail invliegopening
Achterwand
1 2 3 4 5 6 7
Kieren in het loodbeslag Kieren in de betimmering van bijv. een dakkapel Ventilatie openingen 1,5 cm ruimte houden Bij de betimmering van de overstek ook weer kieren aanbrengen Mooi hoog, lekker veilig. (ideale plekken voor kasten) Luiken die altijd open blijven Ruimte houden tussen muur en kozijn
vleermuiskast.nl
Alleen tijdelijk vervangen
Passend op soort en functionaliteit
De meeste vleermuiskasten zijn alleen geschikt om verblijfplaatsen van vleermuizen in bomen of gebouwen tijdelijk te vervangen. Bijvoorbeeld tot een nieuw of gerenoveerd gebouw weer onderdak kan bieden aan vleermuizen. Of wanneer een bos weer voldoende voor vleermuizen geschikte bomen bevat.
Vleermuiskasten inzetten als
ALTERNATIEVE VERBLIJFPLAATS?
De vleermuiskasten moeten geschikt zijn voor de soort vleermuizen die hun verblijfplaats gaan verliezen. Ook moet de kast geschikt zijn om de functie van de oorspronkelijke verblijfplaats te vervangen. Bij verlies van een kraamverblijfplaats van gewone dwergvleermuizen, moet de kast dus geschikt zijn voor die soort en de functie van kraamverblijf. Hetzelfde geldt voor winter-, paar, en zomerverblijfplaatsen.
Vleermuis m/v zoekt geschikte kast
Richtlijnen voor een succesvolle VLEERMUISKAST
Raadpleeg deskundige en/of bevoegd gezag
Wanneer vleermuiskasten worden gebruikt om bestaande verblijfplaatsen te vervangen moeten de volgende voorwaarden en succesfactoren goed in de gaten worden gehouden om de vleermuizen succesvol te laten verhuizen.
Werking aangetoond
Gebruik alleen kasten waarvan uit eerder onderzoek bekend is dat deze voor de soort vleermuizen en functionaliteit kunnen werken. Vaar niet blind op informatie van aanbieders van prefab vleermuiskasten, maar raadpleeg de informatie op www.vleermuis.net.
Dit is een uitgave van de Zoogdiervereniging in samenwer king met Bureau Waardenburg en werd mede mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning van de Provincie Noord-Brabant. Tekst: Erik Korsten (BuWa) & Maurice La Haye (ZV). Zoogdiervereniging Gebouw Mercator III - Toernooiveld 1 6525 ED Nijmegen Postbus 6531 - 6503 GA Nijmegen Telefoon: 024-7410500 E-mail: info@ zoogdiervereniging.nl Websites: www.vleermuiskasten.nl www.zoogdiervereniging.nl www.buwa.nl www.vleermuis.net Twitter: @zoogdiervereniging
Om een bestaande verblijfplaats op korte termijn te vervangen moet een vleermuiskast aan een groot aantal eisen voldoen. De kast moet ecologisch optimaal op de bestaande verblijfplaats zijn afgestemd en moet snel ontdekt worden door de vleermuizen. In het proces moet ook voorkomen worden dat door kleine fouten de vleermuizen verdwijnen of de kast niet gebruikt kan worden. Wilt u vleermuiskasten inzetten om bestaande verblijfplaats te vervangen neem dan contact op met een van de initiatiefnemers van deze brochure: de Zoogdiervereniging (www.zoogdiervereniging) of Bureau Waardenburg (www.buwa.nl).
Meer informatie over te nemen maatregelen bij de aanwezigheid van beschermde soorten is te vinden via de ‘soortenstandaards’ die te vinden zijn op de website van het DR-Loket (www.hetlnvloket.nl).
Monitoring en onderhoud
Controleer vleermuiskasten op de aanwezigheid van vleermuizen en voor eventueel onderhoud aan de kasten. Doe dit zowel tijdens de acceptatiefase als na de ingreep Tijdens de acceptatiefase kan daarmee de kans op succesvolle mitigatie vergroot worden. Monito-ring na de ingreep is ook van belang om vleermuiskasten te verbeteren zodat we in de toekomst beter en eenvoudiger rekening kunnen houden met vleermuizen. Wanneer vleermuiskasten in het kader van wettelijke bescherming van vleermuizen worden geplaatst wordt in veel gevallen ook monitoring opgelegd. Deel je ervaringen met vleermuiskasten actief met anderen, via www. vleermuiskasten.nl.
Locatie en acceptatietijd
Voordat de oorspronkelijke verblijfplaats wordt aangetast moeten vleermuizen de kans hebben gehad de vleermuiskasten te ontdekken. Probeer kasten altijd zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke verblijfplaats te plaatsen, zonder afbreuk te doen aan de andere succesfactoren. De tijd die vleermuizen nodig hebben om een kast te kunnen ontdekken is afhankelijk van de functie van de kast. De acceptatietijd kan één of meerdere seizoenen omvatten. Fotografie: Erik Korsten, Paul van Hoof, Wesley Overman, Daniël Tuitert Vormgeving BARD87 ‘s-Graveland
ONTWERP Vleermuiskasten worden
aangeboden in allerlei soorten en maten. De belangrijkste zijn platte vleermuiskasten, bolle vleermuiskasten en grote (kraam-) kasten. Ieder type kast trekt andere soorten aan. Platte vleermuiskasten zijn bijvoorbeeld geschikt voor spleetbewoners, bijvoorbeeld gewone en ruige dwergvleermuis. Bolle vleermuiskasten zijn vooral bedoeld voor holtebewoners zoals de gewone grootoorvleermuis en rosse vleermuis.
Hoe krijg ik vleermuizen in mijn kast?
RUIMTE EN TEMPERATUUR
spelen een hoofdrol in het succes van vleermuiskasten. Vrouwtjes met jongen hebben een voorkeur voor stabiel warme kasten en kasten waarin ze veilig diep weg kunnen kruipen. Mannetjes zijn vaak al tevreden met een eenvoudige kleine vleermuiskast. Vleermuiskasten zijn meestal niet geschikt als winterverblijf, omdat kasten zelden vorstvrij zijn.
CONSTRUCTIE EN AFWERKING
Vleermuiskasten zijn verkrijgbaar in hout of houtbeton. Houtbetonnen kasten gaat langer mee dan houten kasten. Houten kasten kunnen ook makkelijk zelf worden gemaakt. Werk vleermuiskasten tochtvrij en waterdicht af. Gebruik schroeven die niet roesten en zorg ervoor dat er nergens scherpe punten uitsteken. Behandel een vleermuiskast aan de buitenkant met buitenverf of buitenbeits op waterbasis. Omdat kasten in de zon warm mogen worden is een donkere kleur het beste. De binnenkant van houten kasten blijft onbehandeld. Zorg voor voldoende grip aan de binnenkant van de kast, zodat vleermuizen zich goed kunnen vasthouden. Bij houten kasten zijn horizontale groeven op maximaal 1 cm onderlinge afstand voldoende.
Succesfactoren van vleermuiskasten
ZONNESCHIJN
EN
HANGLOCATIE
Hang vleermuiskasten in de zon. Vooral grote kasten voor kraamkolonies worden het beste op het zuiden of westen gehangen. Kleine vleermuiskasten mogen op alle windrichtingen hangen. Bevestig vleermuiskasten op minimaal 4 meter hoogte. Zorg voor minimaal 3 meter vliegruimte voor en onder de kast. Vleermuiskasten kunnenaan gebouwen, bomen en palen worden bevestigd. Bomen groeien, dus gebruik een methode die boom en kast niet schaadt.
Met het ophangen van vleermuiskasten kunt u bijdragen aan het in stand houden van voldoende woongelegenheden voor vleermuizen. Daar kunnen deze nuttige en fascinerende dieren enorm van profiteren. Wie een zelfgebouwde of gekochte vleermuiskasten gaat ophangen wil natuurlijk dat deze door vleermuizen wordt gebruikt. In deze flyer komen de belangrijkste succesfactoren van vleermuiskasten aan bod.
CONTROLE EN COMMUNICATIE Controleer regelmatig of de kast bewoond is door vleermuizen. Bij kasten met een open bodem kan dat eenvoudig door overdag even met een zaklamp in de kast te schijnen.
Vleermuiskasten kunnen overal hangen, maar op minimaal 4 meter hoogte. Zorg voor minimaal 3 meter vliegruimte voor en onder de kast.
MEER IS BETER Eén vleermuiskast is goed, twee of meer is fantastisch. Vleermuizen kiezen graag de kast met de beste klimaatomstandigheden voor die periode. In de kraamtijd gebruiken vrouw-tjes vooral warme kasten, daarbuiten graag koelere kasten. Hang meerdere kasten op verschillende windrichtingen of experimenteer eens met verschillende kleuren (don-kere en lichte kasten).
ONDERHOUD Controleer regelmatig of de
kast bewoond is door vleermuizen. Bij kasten met een open bodem kan dat eenvoudig door overdag even met een zaklamp in de kast te schijnen. Hebt u vleermuiskasten geplaatst? Zoek contact met een lokale vleermuiswerkgroep. Wij horen graag of er ook vleermuizen in komen. Ook beantwoorden we graag uw eventueel vragen. Kijk op www.vleermuiskasten.nl voor meer informatie.
Gewone rolklaver
Bosanemoon
Grote kaardebol
Egelantier
Koningsvaren
Echte valeriaan Wilde Peen
Wilde Marjolein
Akkermelkdistel
Aardaker
Maretak
HOOFDSTUK
INHEEMSE PLANTEN
(wilde planten) Gewone Klaproos
Gewone margriet
Paardenbloem
Cichorei Pinksterbloem
Echte koekoeksbloem Boerenwormkruid
Akkerwinde
Grote Kattenstaart
Koninginnekruid Gewone ereprijs
Gewone Berenklauw
Akkerhoningklaver
Inheemse planten
Alfabetische volgorde
INHEEMSE PLANTEN Z Zwarte Els
Inheemse planten ruiken, voelen en zien: Groningen: www.heemtuingroningen.nl www.hortusharen.nl Heemtuin Pagedal, Onstwedderweg Stadskanaal Heemtuin Tolbert, Zandhoogte 6, 9356 VE Tolbert Friesland:
Heempark Heeg, Simmerkrite 15 Heeg Heemtuin Oudemirdum, De Brink 4, 8567 JD Oudemirdum
Drente:
Heemtuin Assen, Beilerstraat 38, 9401 PM Assen De Looackerhof, Looackers 29, 7824 NJ Emmen
Overijssel:
Hengelo-IVN heemtuin, Landmansweg 141 Hengelo Heemtuin Kampen, Flevoweg/Wederiklaan 8265, DJ Kampen Heemtuin De Goaren, Rossinistraat, 7442 GZ Nijverdal
Flevoland:
Heemtuin Lelystad, Stadspark 11, 8224 ET Lelystad
Gelderland:
IVN-Heemtuin Matenpark, achter de Ferguutgaarde, 7329 BH Apeldoorn Heemtuin Presikhaaf, Ruitenberglaan 4, 6826 CC Arnhem Natuurtuin bij Natuurcentrum Veluwe, Groot Ginkelseweg 2a, 6718 SL Ede Natuurtuin Harderwijk, Rietmeen 1, 3844 HM Harderwijk Hortus Arcadie, d’Almarasweg 22d, 6525 DW Nijmegen Tuinen van Appeltern
Utrecht:
Heemtuin Wijk bij Duurstede, Hoge Hoffweg, 3961 DH Wijk bij Duurstede Natuurtuin Soest, Molenstraat 157, 3764 TE Soest Natuurpark Bloeyendael, Archimedeslaan 2, 3584 BA Utrecht
Noord-Holland: Dr. Jac. P. Thijssepark, Prins Bernhardlaan 8, 1182 BE Amstelveen Natuurpark Klarenbeek, Abcouderstraatweg 77, 1105 AA Amsterdam Heemtuin ‘De Dwarsgouw, Trimpad 4, 1443 WB Purmerend Zuid-Holland:
Heempark H.J. Bos, Loosduinse Hoofdstraat 1184, 2552 AV Den Haag Heemtuin Krimpen, Heemlaan, 2923 GR Krimpen a/d IJssel IVN-Heemtuin Nieuwkoop, Kennedylaan 33, 2421 EM Nieuwkoop Heemtuin in het Kralingse Bos, Kralingse Bos, Rotterdam Natuurtuin in het Westerpark, Westerpark, Zoetermeer
Zeeland: Heemtuin De Hollandse Hoeve, Kattendijksedijk 23, 4463 AL Goes Heemtuin Hortus Zelandiae, Duinvlietweg 6, 4356 ND Oostkapelle Noord-Brabant: Heemtuin Rucphen, Baanvelden 12, 4715 RH Rucphen Vlindertuin, Ariespad 5, 5503 EZ Veldhoven Natuurpark ‘De Liniehof ’, Kievitstraat 3, Made Limburg:
Heemtuin ‘In de Struyken’, Nicolaas Maasstraat 2, 45 EJ Brunssum Natuurtuinen Jekerdal, Drabbelstraat 7, 6212 XL Maastricht Heemtuin ‘De Boschhook’, Steinerbos, Stein
Zwarte els, Alnus glutinosa, is een boom of struik plant uit de Berkenfamilie. De soort heeft een zeer groot verspreidingsgebied, van West-Europa tot in Japan. De plant groeit op alle gronden, maar verkiest nattere plaatsen zoals waterkanten. Ze trekken veel water uit de grond en verdampen een groot deel daarvan. Ze hebben een vrij oppervlakkig wortelstelsel, waarin een Rhizobiumbacterie leeft die stikstof kan binden, waarvan de Els profiteert. Als boom kan de Zwarte els kan 24 m hoog worden, maar dat komt zelden voor. De boom is meestal meerstammig. De schors is zwart-bruin en sterk gegroefd. Als struik zie je de Zwarte els vaak in singels langs sloten, maar ook als hakhout tref je de soort aan. Op zeer natte bodem kunnen de zogenaamde Elzenbroekbossen voorkomen. Het grootste, pas in 1869 mede door sterke ontwatering ontgonnen oerbos in Nederland, was het Beekbergerwoud of Elzenbos ten zuidoosten van Apeldoorn. De knoppen zijn kaal en staan op een steeltje. De Zwarte els is gemakkelijk te herkennen aan de grote ronde tot omgekeerde eironde bladeren. De top is stomp, uitgerand en de randen zijn grof dubbel gezaagd. De bladeren worden 4-11 cm lang en hebben vijf of zes nervenparen. De onderzijde is kaal met uitzondering van de nerfoksels. De jonge delen zijn kleverig. De katjes met mannelijke bloemetjes kunnen als ze rijpen tot 12 cm lang worden. Ze beginnen te bloeien voordat er blad aan de boom komt. Elzenpollen is matig allergeen en aangezien de Zwarte els als een der eerste boomsoorten al in de winter begint te bloeien een van de hooikoortsveroorzakende boomsoorten. De houtige, vrouwelijke katjes vallen niet uiteen bij rijpheid zoals bij de Berk (Betula). De vrouwelijke katjes zijn ovaal, deze zitten met drie tot vijf stuks samen en zijn gesteeld. De elzenproppen worden gevormd door de vrouwelijke bloemen. Het zijn de schutbladeren van deze bloemen die houtig geworden zijn. In hun oksels zitten de vruchten. De elzenproppen blijven tot anderhalf jaar aan de boom zitten. Elzen zijn dan ook in de winter gemakkelijk te herkennen door deze elzenproppen. Het oranjekleurige hout van de Zwarte els is zeer bestand tegen verrotting, op voorwaarde dat het volledig ondergedompeld blijft.
INHEEMSE PLANTEN H
INHEEMSE PLANTEN C Hazelaar
Hazelaar, Córylus avellána, is een in West-Europa autochtone struik uit de Berkenfamilie of Betulaceae. De struik is te vinden in loofbossen als ondergroei en in de bosrand en maakt ook deel uit van struikgewas en struwelen. Ook in hagen vind je de Hazelaar. De plant bloeit als er nog geen bladeren te zien zijn. De mannelijke en de vrouwelijke bloeiwijzen zitten apart aan de struik. De katjes met mannelijk bloeiende bloemetjes, die uit schubjes en meeldraden bestaan, zijn al aan het eind van de zomer aan de planten te zien als het blad nog aan de struiken zit. In de loop van de herfst kunnen ze nog enige ontwikkeling doormaken, maar tijdens langdurige vorst in de winter staat de ontwikkeling vrijwel stil. Zodra het warmer wordt ontwikkelen de katjes verder en kunnen tot zo’n 12 cm lang worden. Dan zijn ze rijp en geven pollen af aan de lucht. Soms, tijdens erg zachte herfstmaanden, gaat de ontwikkeling wel door en kan de hazelaar al eind december bloeien. De vrouwelijke bloemen zitten met drie tot vier stuks in een klein knopje bij elkaar in de oksels van bladeren. Tijdens de bloei zijn de rode stijlen met de stempels te zien; ze vallen dan pas echt op. Na bevruchting groeien de vruchtbeginsels uit tot een noot. Deze is aanvankelijk omgeven door een klokvormige gesloten krans van ingesneden schutblaadjes, die niet veel groter zijn dan de vrucht of noot zelf. De Hazelaar is pas na 10 jaar volwassen en gaat dan vrucht dragen. Hazelaar is een windbestuiver en geeft het pollen af aan de lucht. Door de wind komt een klein deel van het pollen op de stempels van de vrouwelijke bloemen, wat dan tot bevruchting leidt. Hazelaars produceren daarom erg veel pollen; sommige mensen zijn gevoelig voor dat pollen en krijgen hooikoortsachtige verschijnselen als Hazelaarpollen hun neus- of oogslijmvliezen bereikt. Omdat Hazelaar zo vroeg bloeit wordt de struik ook door imkers aangeplant, zodat vroeg in het jaar actieve bijen het pollen kunnen verzamelen. Aan het eind van de bloeiperiode krijgt de Hazelaar pas zijn bladeren. Deze zijn eirond met een zwak hartvormige voet en eindigen in een spitse punt. De rand van de bladeren is dubbelgezaagd.
Canadese popelier
De Canadapopulier, Pópulus x canadénsis, wordt ook wel Eu-amerikaanse populier genoemd en hoort tot de Wilgenfamilie. Het is een populierensoort uit de sectie Aegiros (Zwarte populieren). De Canadese populier is een kruising tussen Populus nigra en Populus deltoides en ontstaan in Frankrijk rond 1750. Kruisingen van hybriden van Populus × canadensis met Populus nigra en die van P. nigra met ondersoorten van Populus deltoides behoren ook tot de Canadese populier. De boom kan tot 30 m hoog worden, heeft een hoge rechte stam en vormt een brede, losse kroon. Op jongere leeftijd is de kroon piramidaal. De bast is glad en dofgrijs tot grijsgroen en bij het ouder worden wordt de schors gegroefd en grijsbruin. De rechte stammen van populieren buigen onder invloed van de wind niet of nauwelijks door en ze breken niet snel. Dat maakt hen tot populaire bomen voor houtwinning of voor aanplant in de kustgebieden. De twijgen zijn rond tot hoekig en hebben ronde tot lijnvormige lenticellen. De bladeren van de Canadapopulier zijn driehoekig en vaak vind je op de overgang van bladschijf naar bladsteel een of twee klieren. Canadapopulier is tweehuizig, er zijn aparte bomen met mannelijke resp. vrouwelijke bloeiende katjes. De bloeitijd is in april. De bloeiwijzen zijn hangende katjes die meestal voor het uitlopen van het blad verschijnen. De gereduceerde bloemetjes in de mannelijke katjes hebben veel roodpaarse meeldraden en een ingesneden schutblad. Ze vallen spoedig af na het loslaten van het pollen of stuifmeel, dat door de wind wordt verspreid. Het zijn echte windbestuivers. De vrouwelijke katjes hebben bloemen met gele stempels en blijven na de bestuiving tot in mei en juni hangen. Dan springt de doosvrucht open en komen de zaden vrij. Het zaad is omgeven door donzig pluis en voert ver op de wind mee. Sommige bomen produceren zoveel pluis dat het lijkt of het sneeuwt. We spreken wel van “zomersneeuw”. Een boom wordt vruchtdragend na circa vijftien jaar. Niet het pluis van de “zomersneeuw”, maar pollen veroorzaken allergische reacties bij mensen. Het pluis komt niet in aanraking met de slijmvliezen van de mens. Het is gemakkelijk te mijden. Pollen daarentegen komt wel in aanraking met de slijmvliezen van de mens en kan bij gevoelige mensen allergische reacties veroorzaken, hoewel de literatuur vermeld dat het pollen van populieren niet of nauwelijks allergeen is. Canadapopulieren zijn meestal aangeplant, als solitaire bomen of in plantages voor de houtwinning, maar ze kunnen zich ook spontaan vanuit zaad vestigen. Een enkele keer vind je ze dan ook verwilderd in meer natuurlijke loofbossen.
Hemerocallis Chloe’ s Child
Helleborus argutifolius
Heuchera Peach Flambe
Geranium magnificum Rosemoor
Euphorbia griffithii Dixter
Geranium versicolor Hosta Blue Dimples
Iris germanica Night Owl
Echinops ritro Veitchs Blue
Helenium Waldraut
Aster amellus Veilchenkonigin
HOOFDSTUK
VASTE PLANTEN Dicentra spectabilis
Eupatorium rugosum Chocolate
Cynara scolymus
Astrantia major Roma Coreopsis verticillata Moonbeam
Lavandula angustifolia Campanula portenschlagiana
Anemone hybrida Konigin Charlotte
Dictamus albus
Chelone obliqua Rosea Astilbe chinensis Pumila
Brunnera macrophylla Jack Frost
Centaurea montana
VASTE PLANTEN A
Vaste planten
Inleiding De standplaats De verzorging Het gebruik De soortenindeling
Aster ageratoides Asran
Alfabetische volgorde assortiment: A Vaste planten B Kruiden C Varens
Vaste planten ruiken, voelen en zien: Trompenburg Tuinen & Arboretum, Honingerdijk 86 (beneden), 3062 NX Rotterdam (www.trompenburg.nl). Het Von Gimborn Arboretum, Velperengh 13, 3941 BZ Doorn (www.gimbornarboretum.nl). Arboretum Belmonte, Generaal Foulkesweg 94, 6703 DS Wageningen (www.arboretum-belmonte.nl). Arboretum De Dreijen, Generaal Foulkesweg 37, 6703 BL Wageningen (www.botanischetuinen.wur.nl/NL/dreijen) Hortus Botanicus Amsterdam, Plantage Middenlaan 2 a, Amsterdam (dehortus.nl) Arboretum Poort-Bulten, Lossersestraat 70a, De Lutte (www.arboretum-poortbulten.nl) Botanische Tuin TU Delft, Poortlandplein 6, Delft Hortus botanicus Leiden, Rapenburg 73, Leiden (www.hortusleiden.nl) Botanische Tuinen Universiteit Utrecht, Budapestlaan 17, Utrecht (www.bio.uu.nl/bottuinen) De Tuinen van Appeltern, ( www.appeltern.nl )
Wilt u vaste planten aanschaffen? Kijk dan dan in onze webshop, klik op de banner tuinplanten en daarna klikt u op de banner vaste planten. (Hier vindt u duizenden soorten vaste planten).
Nederlandse naam Aster Bloemkleur lichtviolet met blauwe gloed Bladkleur groen, stengels purpergroen Hoogte 60 tot 80 cm Bloeitijd september en oktober Geur niet geurend Standplaats Zonnig - halfschaduw Groenblijvend nee Grondsoort voedselrijk en vooral humusrijk Vochthuishouding licht vochtig aantal per m2 7 stuks Gebruik border, vak beplanting Familienaam
Compositae of Asteraceae
Onderhoud van de
Aster ageratoides Asran
bestaat uit:
Bloemstengels verwijderen direct na de bloei, afgestorven blad afknippen in het voorjaar. Snijbloem en een echte vlinder- en bijenplant. Mooi te combineren met siergrassen. Aster betekend in het Grieks, ster. De aster bloeit ook in een periode dat veel andere planten niet meer bloeien. Asters houden van een kalkhoudende grond. Na vier tot vijf jaar na het inplanten is het verstandig om de planten te verjongen. Verjongen is de planten rooien en daarna te delen (scheuren). De oudere delen van de plant verwijderen (ook de wortels inkorten) en de jongere delen weer opnieuw inplanten. Plant afknippen in het vroege voorjaar.
VASTE PLANTEN A
Aster amellus Breslau
Nederlandse naam Zomeraster Bloemkleur donkerviolet Bladkleur groen Hoogte 40 tot 50 cm Bloeitijd augustus, september en oktober Geur niet geurend Standplaats Zonnig Groenblijvend nee Grondsoort voedselrijk en vooral humusrijk Vochthuishouding licht vochtig aantal per m2 7 stuks Gebruik border, vak beplanting Familienaam
Compositae of Asteraceae
Onderhoud van de
Aster amellus Breslau
bestaat uit:
Bloemstengels verwijderen direct na de bloei, afgestorven blad afknippen in het voorjaar. Snijbloem en een echte vlinder- en bijenplant. Mooi te combineren met siergrassen. Aster betekend in het Grieks, ster. De aster bloeit ook in een periode dat veel andere planten niet meer bloeien. Asters houden van een kalkhoudende grond. Na vier tot vijf jaar na het inplanten is het verstandig om de planten te verjongen. Verjongen is de planten rooien en daarna te delen (scheuren). De oudere delen van de plant verwijderen (ook de wortels inkorten) en de jongere delen weer opnieuw inplanten. Plant afknippen in het vroege voorjaar.
VASTE PLANTEN A
Aster amellus Veilchenkonigin
Nederlandse naam Zomeraster Bloemkleur donkerviolet Bladkleur groen Hoogte 40 tot 50 cm Bloeitijd augustus, september en oktober Geur niet geurend Standplaats Zonnig Groenblijvend nee Grondsoort voedselrijk en vooral humusrijk Vochthuishouding licht vochtig aantal per m2 7 stuks Gebruik border, vak beplanting Familienaam
Compositae of Asteraceae
Onderhoud van de
Aster amellus Veilchenkonigin
bestaat uit:
Bloemstengels verwijderen direct na de bloei, afgestorven blad afknippen in het voorjaar. Snijbloem en een echte vlinder- en bijenplant. Mooi te combineren met siergrassen. Aster betekend in het Grieks, ster. De aster bloeit ook in een periode dat veel andere planten niet meer bloeien. Asters houden van een kalkhoudende grond. Na vier tot vijf jaar na het inplanten is het verstandig om de planten te verjongen. Verjongen is de planten rooien en daarna te delen (scheuren). De oudere delen van de plant verwijderen (ook de wortels inkorten) en de jongere delen weer opnieuw inplanten. Plant afknippen in het vroege voorjaar.
VASTE PLANTEN A
Aster cordifolius Silver Spray
Nederlandse naam Sluieraster Bloemkleur zilverwit met lila gloed Bladkleur groen Hoogte 90 tot 110 cm Bloeitijd september, oktober en november Geur niet geurend Standplaats Zonnig Groenblijvend nee Grondsoort voedselrijk en vooral humusrijk Vochthuishouding licht vochtig aantal per m2 7 stuks Gebruik border, vak beplanting Familienaam
Compositae of Asteraceae
Onderhoud van de
Aster cordifolius Silver Spray
bestaat uit:
Bloemstengels verwijderen direct na de bloei, afgestorven blad afknippen in het voorjaar. Snijbloem en een echte vlinder- en bijenplant. Mooi te combineren met siergrassen. Aster betekend in het Grieks, ster. De aster bloeit ook in een periode dat veel andere planten niet meer bloeien. Asters houden van een kalkhoudende grond. Na vier tot vijf jaar na het inplanten is het verstandig om de planten te verjongen. Verjongen is de planten rooien en daarna te delen (scheuren). De oudere delen van de plant verwijderen (ook de wortels inkorten) en de jongere delen weer opnieuw inplanten. Plant afknippen in het vroege voorjaar.
VASTE PLANTEN A
Aster divaricatus
Nederlandse naam Sneeuwsteraster Bloemkleur wit Bladkleur groen, stengels purperrood Hoogte 60 tot 80 cm Bloeitijd augustus, september en oktober Geur niet geurend Standplaats Zonnig - halfschaduw - schaduw Groenblijvend nee Grondsoort voedselrijk en vooral humusrijk Vochthuishouding licht vochtig aantal per m2 7 stuks Gebruik border, vak beplanting Familienaam
Compositae of Asteraceae
Onderhoud van de
Aster divaricatus
bestaat uit:
Bloemstengels verwijderen direct na de bloei, afgestorven blad afknippen in het voorjaar. Snijbloem en een echte vlinder- en bijenplant. Mooi te combineren met siergrassen. Aster betekend in het Grieks, ster. De aster bloeit ook in een periode dat veel andere planten niet meer bloeien. Asters houden van een kalkhoudende grond. Na vier tot vijf jaar na het inplanten is het verstandig om de planten te verjongen. Verjongen is de planten rooien en daarna te delen (scheuren). De oudere delen van de plant verwijderen (ook de wortels inkorten) en de jongere delen weer opnieuw inplanten. Plant afknippen in het vroege voorjaar.
VASTE PLANTEN A
Aster dumosus Apollo
Nederlandse naam Kussenaster en Herfstaster Bloemkleur wit Bladkleur groen Hoogte 30 tot 40 cm Bloeitijd september, oktober en november Geur niet geurend Standplaats Zonnig - halfschaduw Groenblijvend nee Grondsoort voedselrijk en vooral humusrijk Vochthuishouding licht vochtig aantal per m2 7 tot 9 stuks Gebruik border, vak beplanting Familienaam
Compositae of Asteraceae
Onderhoud van de
Aster dumosus Apollo
bestaat uit:
Bloemstengels verwijderen direct na de bloei, afgestorven blad afknippen in het voorjaar. Snijbloem en een echte vlinder- en bijenplant. Mooi te combineren met siergrassen. Aster betekend in het Grieks, ster. De aster bloeit ook in een periode dat veel andere planten niet meer bloeien. Asters houden van een kalkhoudende grond. Na vier tot vijf jaar na het inplanten is het verstandig om de planten te verjongen. Verjongen is de planten rooien en daarna te delen (scheuren). De oudere delen van de plant verwijderen (ook de wortels inkorten) en de jongere delen weer opnieuw inplanten. Plant afknippen in het vroege voorjaar.
Aster dumosus Herbstgruss vom Bresserhof
Nederlandse naam Kussenaster en Herfstaster Bloemkleur lilaroze Bladkleur groen Hoogte 30 tot 40 cm Bloeitijd september, oktober en november Geur niet geurend Standplaats Zonnig - halfschaduw Groenblijvend nee Grondsoort voedselrijk en vooral humusrijk Vochthuishouding licht vochtig aantal per m2 7 tot 9 stuks Gebruik border, vak beplanting Familienaam
Compositae of Asteraceae
Onderhoud van de hof bestaat uit:
VASTE PLANTEN A
Aster dumosus Herbstgruss vom Bresser-
Bloemstengels verwijderen direct na de bloei, afgestorven blad afknippen in het voorjaar. Snijbloem en een echte vlinder- en bijenplant. Mooi te combineren met siergrassen. Aster betekend in het Grieks, ster. De aster bloeit ook in een periode dat veel andere planten niet meer bloeien. Asters houden van een kalkhoudende grond. Na vier tot vijf jaar na het inplanten is het verstandig om de planten te verjongen. Verjongen is de planten rooien en daarna te delen (scheuren). De oudere delen van de plant verwijderen (ook de wortels inkorten) en de jongere delen weer opnieuw inplanten. Plant afknippen in het vroege voorjaar.
VASTE PLANTEN A
Aster dumosus Jenny
Nederlandse naam Kussenaster en Herfstaster Bloemkleur zuurstok roze Bladkleur groen Hoogte 30 tot 40 cm Bloeitijd september, oktober en november Geur niet geurend Standplaats Zonnig - halfschaduw Groenblijvend nee Grondsoort voedselrijk en vooral humusrijk Vochthuishouding licht vochtig aantal per m2 7 tot 9 stuks Gebruik border, vak beplanting Familienaam
Compositae of Asteraceae
Onderhoud van de
Aster dumosus Jenny
bestaat uit:
Bloemstengels verwijderen direct na de bloei, afgestorven blad afknippen in het voorjaar. Snijbloem en een echte vlinder- en bijenplant. Mooi te combineren met siergrassen. Aster betekend in het Grieks, ster. De aster bloeit ook in een periode dat veel andere planten niet meer bloeien. Asters houden van een kalkhoudende grond. Na vier tot vijf jaar na het inplanten is het verstandig om de planten te verjongen. Verjongen is de planten rooien en daarna te delen (scheuren). De oudere delen van de plant verwijderen (ook de wortels inkorten) en de jongere delen weer opnieuw inplanten. Plant afknippen in het vroege voorjaar.
Aster dumosus Prof. Anton Kippenberg
Nederlandse naam Kussenaster en Herfstaster Bloemkleur Lavendelblauw Bladkleur groen Hoogte 30 tot 40 cm Bloeitijd september, oktober en november Geur niet geurend Standplaats Zonnig - halfschaduw Groenblijvend nee Grondsoort voedselrijk en vooral humusrijk Vochthuishouding licht vochtig aantal per m2 7 tot 9 stuks Gebruik border, vak beplanting Familienaam
Compositae of Asteraceae
Onderhoud van de bestaat uit:
VASTE PLANTEN A
Aster dumosus Prof. Anton Kippenberg
Bloemstengels verwijderen direct na de bloei, afgestorven blad afknippen in het voorjaar. Snijbloem en een echte vlinder- en bijenplant. Mooi te combineren met siergrassen. Aster betekend in het Grieks, ster. De aster bloeit ook in een periode dat veel andere planten niet meer bloeien. Asters houden van een kalkhoudende grond. Na vier tot vijf jaar na het inplanten is het verstandig om de planten te verjongen. Verjongen is de planten rooien en daarna te delen (scheuren). De oudere delen van de plant verwijderen (ook de wortels inkorten) en de jongere delen weer opnieuw inplanten. Plant afknippen in het vroege voorjaar.
VASTE PLANTEN A
Aster dumosus Schneekissen
Nederlandse naam Kussenaster en Herfstaster Bloemkleur wit Bladkleur groen Hoogte 30 tot 40 cm Bloeitijd september, oktober en november Geur niet geurend Standplaats Zonnig - halfschaduw Groenblijvend nee Grondsoort voedselrijk en vooral humusrijk Vochthuishouding licht vochtig aantal per m2 7 tot 9 stuks Gebruik border, vak beplanting Familienaam
Compositae of Asteraceae
Onderhoud van de
Aster dumosus Schneekissen
bestaat uit:
Bloemstengels verwijderen direct na de bloei, afgestorven blad afknippen in het voorjaar. Snijbloem en een echte vlinder- en bijenplant. Mooi te combineren met siergrassen. Aster betekend in het Grieks, ster. De aster bloeit ook in een periode dat veel andere planten niet meer bloeien. Asters houden van een kalkhoudende grond. Na vier tot vijf jaar na het inplanten is het verstandig om de planten te verjongen. Verjongen is de planten rooien en daarna te delen (scheuren). De oudere delen van de plant verwijderen (ook de wortels inkorten) en de jongere delen weer opnieuw inplanten. Plant afknippen in het vroege voorjaar.
VASTE PLANTEN A
Aster frikartii Monch
Nederlandse naam Herfstaster Bloemkleur Lavendelblauw Bladkleur groen Hoogte 40 tot 50 cm Bloeitijd augustus, september en oktober Geur niet geurend Standplaats Zonnig Groenblijvend nee Grondsoort voedselrijk en vooral humusrijk Vochthuishouding licht vochtig aantal per m2 7 tot 9 stuks Gebruik border, vak beplanting Familienaam
Compositae of Asteraceae
Onderhoud van de
Aster frikartii Monch
bestaat uit:
Bloemstengels verwijderen direct na de bloei, afgestorven blad afknippen in het voorjaar. Snijbloem en een echte vlinder- en bijenplant. Mooi te combineren met siergrassen. Aster betekend in het Grieks, ster. De aster bloeit ook in een periode dat veel andere planten niet meer bloeien. Asters houden van een kalkhoudende grond. Na vier tot vijf jaar na het inplanten is het verstandig om de planten te verjongen. Verjongen is de planten rooien en daarna te delen (scheuren). De oudere delen van de plant verwijderen (ook de wortels inkorten) en de jongere delen weer opnieuw inplanten. Plant afknippen in het vroege voorjaar.
VASTE PLANTEN A
Aster frikartii Wunder von Stafa
Nederlandse naam Herfstaster Bloemkleur blauw met heldergeel hart Bladkleur groen Hoogte 40 tot 50 cm Bloeitijd augustus, september en oktober Geur niet geurend Standplaats Zonnig Groenblijvend nee Grondsoort voedselrijk en vooral humusrijk Vochthuishouding licht vochtig aantal per m2 7 tot 9 stuks Gebruik border, vak beplanting Familienaam
Compositae of Asteraceae
Onderhoud van de
Aster frikartii Wunder von Stafa
bestaat uit:
Bloemstengels verwijderen direct na de bloei, afgestorven blad afknippen in het voorjaar. Snijbloem en een echte vlinder- en bijenplant. Mooi te combineren met siergrassen. Aster betekend in het Grieks, ster. De aster bloeit ook in een periode dat veel andere planten niet meer bloeien. Asters houden van een kalkhoudende grond. Na vier tot vijf jaar na het inplanten is het verstandig om de planten te verjongen. Verjongen is de planten rooien en daarna te delen (scheuren). De oudere delen van de plant verwijderen (ook de wortels inkorten) en de jongere delen weer opnieuw inplanten. Plant afknippen in het vroege voorjaar.
Aster lateriflorus Horizontalis
Nederlandse naam Kleinbloemige Herfstaster Bloemkleur wit met lila kleurig hart Bladkleur groen, stengels purpergroen Hoogte 60 tot 80 cm Bloeitijd september, oktober en november Geur niet geurend Standplaats Zonnig - halfschaduw Groenblijvend nee Grondsoort voedselrijk en vooral humusrijk Vochthuishouding licht vochtig aantal per m2 7 stuks Gebruik border, vak beplanting Familienaam
Compositae of Asteraceae
Onderhoud van de
VASTE PLANTEN A
Aster lateriflorus Horizontalis
bestaat uit:
Bloemstengels verwijderen direct na de bloei, afgestorven blad afknippen in het voorjaar. Snijbloem en een echte vlinder- en bijenplant. Mooi te combineren met siergrassen. Aster betekend in het Grieks, ster. De aster bloeit ook in een periode dat veel andere planten niet meer bloeien. Asters houden van een kalkhoudende grond. Na vier tot vijf jaar na het inplanten is het verstandig om de planten te verjongen. Verjongen is de planten rooien en daarna te delen (scheuren). De oudere delen van de plant verwijderen (ook de wortels inkorten) en de jongere delen weer opnieuw inplanten. Plant afknippen in het vroege voorjaar.
VASTE PLANTEN A
Aster macrophyllus
Nederlandse naam Grootbladige aster Bloemkleur wit met blauwe gloed Bladkleur groen Hoogte 60 tot 80 cm Bloeitijd juli, augustus en september Geur niet geurend Standplaats Zonnig - halfschaduw Groenblijvend nee Grondsoort voedselrijk en vooral humusrijk Vochthuishouding licht vochtig aantal per m2 7 stuks Gebruik border, vak beplanting Familienaam
Compositae of Asteraceae
Onderhoud van de
Aster macrophyllus
bestaat uit:
Bloemstengels verwijderen direct na de bloei, afgestorven blad afknippen in het voorjaar. Snijbloem en een echte vlinder- en bijenplant. Mooi te combineren met siergrassen. Aster betekend in het Grieks, ster. De aster bloeit ook in een periode dat veel andere planten niet meer bloeien. Asters houden van een kalkhoudende grond. Na vier tot vijf jaar na het inplanten is het verstandig om de planten te verjongen. Verjongen is de planten rooien en daarna te delen (scheuren). De oudere delen van de plant verwijderen (ook de wortels inkorten) en de jongere delen weer opnieuw inplanten. Plant afknippen in het vroege voorjaar.
Vernonia noveboracensis
Nederlandse naam Vernonia Bloemkleur paars Bladkleur groen Hoogte 150 tot 250 cm Bloeitijd september, oktober en november Geur niet geurend Standplaats Zonnig - halfschaduw Groenblijvend nee Grondsoort voedselrijk en vooral humusrijk Vochthuishouding licht vochtig aantal per m2 7 stuks Gebruik border, solitair, vak beplanting Familienaam
Compositae of Asteraceae
Onderhoud van de
VASTE PLANTEN V
Vernonia noveboracensis
bestaat uit:
Bloemstengels verwijderen direct na de bloei, afgestorven blad afknippen in het voorjaar. Snijbloem en een echte vlinder- en bijenplant.
Na vier tot vijf jaar na het inplanten is het verstandig om de planten te verjongen. Verjongen is de planten rooien en daarna te delen (scheuren). De oudere delen van de plant verwijderen (ook de wortels inkorten) en de jongere delen weer opnieuw inplanten. Plant afknippen in het vroege voorjaar.
Hydrangea arborescens Annabelle
Physocarpus opulifolius Dart’s Gold
Euonymus europaeus
Aronia arbutifolia
Trochodendron aralioides
Hibiscus syriacus Purple Ruffles
Weigelia florida Monet
Choisya Goldfinger
Corylus avellana Contorta
Berberis thunbergii Atropurpurea
HOOFDSTUK
Sambucus nigra Aurea
HEESTERS Viburnum plicatum Newport
Buxus sempervirens
Lagerstroemia indica Cordon Blue Hypericum Magical White Amelanchier lamarckii
Cornus alba Hydrangea macrophylla St. Claire
Buddleja davidii Border Beauty
Deutzia elegantissima Rosalind
Chaenomeles superba Jet Trail Forsythia intermedia Spectabilis
Magnolia liliiflora Nigra
Ulex europaeus
Bloeiende heesters C
Heesters
Inleiding De standplaats De verzorging Het gebruik De soortenindeling Alfabetische volgorde assortiment: A Bloeiende heesters. B Groenblijvende heesters. C Hortensia’s. D Japanse esdoorns. E Rhododendrons. F Verdere heesters
Heesters ruiken, voelen en zien: Trompenburg Tuinen & Arboretum, Honingerdijk 86 (beneden), 3062 NX Rotterdam (www.trompenburg.nl). Het Von Gimborn Arboretum, Velperengh 13, 3941 BZ Doorn (www.gimbornarboretum.nl). Arboretum Belmonte, Generaal Foulkesweg 94, 6703 DS Wageningen (www.arboretum-belmonte.nl). Arboretum De Dreijen, Generaal Foulkesweg 37, 6703 BL Wageningen (www.botanischetuinen.wur.nl/NL/dreijen) Hortus Botanicus Amsterdam, Plantage Middenlaan 2 a, Amsterdam (dehortus.nl) Arboretum Poort-Bulten, Lossersestraat 70a, De Lutte (www.arboretum-poortbulten.nl) Botanische Tuin TU Delft, Poortlandplein 6, Delft Hortus botanicus Leiden, Rapenburg 73, Leiden (www.hortusleiden.nl) Botanische Tuinen Universiteit Utrecht, Budapestlaan 17, Utrecht (www.bio.uu.nl/bottuinen) Tuinen van Appeltern (www.appeltern.nl)
Wilt u heesters aanschaffen? Kijk dan in onze webshop, klik op de banner tuinplanten en daarna klikt u op de banner heesters. (Hier vindt u honderden soorten heesters).
Nederlandse naam Witte kornoelje Bloemkleur wit Bladkleur geelgroen Hoogte twee tot drie meter Bloeitijd mei tot in juni Geur bitterzoet Standplaats zonnig tot halfschaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort van zand tot klei, voedselrijk Vochthuishouding niet te droog en te nat aantal per m2 n.v.t. Gebruik solitair of in groepen Familienaam
Cornaceae (Kornoeljefamilie)
Onderhoud Wanneer de witte kornoelje tot zijn maximale hoogte mag groeien, is het verstandig om eens in de drie jaar verjongingssnoei toe te passen. Voor de rest alleen het bladafval verwijderen. De rode twijgen zijn vooral in de winter maanden een plaatje. Schitterende herfst kleuren, van rood tot bronsgeel. Wanneer je het blad van de Kornoelje voorzichtig door de midden scheurt, blijven de twee helften door de nerven aan elkaar hangen.
Cornus alba
Bloeiende heesters C
Nederlandse naam Amerikaanse kornoelje Bloemkleur wit met groene gloed Bladkleur groen Hoogte twee tot drie meter Bloeitijd april tot in juni Geur bitterzoet Standplaats zonnig tot halfschaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort van zand tot klei, voedselrijk Vochthuishouding niet te droog en te nat aantal per m2 n.v.t. Gebruik solitair Familienaam
Cornaceae (Kornoeljefamilie)
Onderhoud Weinig onderhoud nodig, misschien een tak die in de weg zit wegknippen. Voor de rest alleen het bladafval verwijderen. Wanneer je het blad van de Kornoelje voorzichtig door de midden scheurt, blijven de twee helften door de nerven aan elkaar hangen. Zet de plant uit de wind, dus beschut tegen de noord en oostelijke wind. In de zomer gaan de bladeren weleens een beetje hangen.
Cornus florida
Bloeiende heesters C
Nederlandse naam Amerikaanse kornoelje Bloemkleur wit met roze nerven en randen Bladkleur groen Hoogte twee tot drie meter Bloeitijd april tot in juni Geur bitterzoet Standplaats zonnig tot halfschaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort van zand tot klei, voedselrijk Vochthuishouding niet te droog en te nat aantal per m2 n.v.t. Gebruik solitair Familienaam
Cornaceae (Kornoeljefamilie)
Onderhoud Weinig onderhoud nodig, misschien een tak die in de weg zit wegknippen. Voor de rest alleen het bladafval verwijderen. Wanneer je het blad van de Kornoelje voorzichtig door de midden scheurt, blijven de twee helften door de nerven aan elkaar hangen. Zet de plant uit de wind, dus beschut tegen de noord en oostelijke wind. In de zomer gaan de bladeren weleens een beetje hangen.
Cornus florida Rubra
Bloeiende heesters C
Nederlandse naam Japanse kornoelje (grootbloemige) Bloemkleur wit naar roze kleurend Bladkleur groen Hoogte twee tot vier meter Bloeitijd juni tot in juli Geur bitterzoet Standplaats zonnig tot halfschaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort van zand tot klei, voedselrijk Vochthuishouding niet te droog en te nat aantal per m2 n.v.t. Gebruik solitair in oosterse tuin Familienaam
Cornaceae (Kornoeljefamilie)
Onderhoud Weinig onderhoud nodig, misschien een tak die in de weg zit wegknippen. Voor de rest alleen het bladafval verwijderen. Wanneer je het blad van de Kornoelje voorzichtig door de midden scheurt, blijven de twee helften door de nerven aan elkaar hangen. Hoe zonniger zijn plek, des te meer vruchten de plant gaat dragen. De vruchten zijn framboos kleurig.
Cornus kousa
Bloeiende heesters C
Nederlandse naam Japanse kornoelje (grootbloemige) Bloemkleur wit naar roze kleurend Bladkleur groen Hoogte twee tot vier meter Bloeitijd juni tot in juli Geur bitterzoet Standplaats zonnig tot halfschaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort van zand tot klei, voedselrijk Vochthuishouding niet te droog en te nat aantal per m2 n.v.t. Gebruik solitair in oosterse tuin Familienaam
Onderhoud Weinig onderhoud nodig, misschien een tak die in de weg zit wegknippen. Voor de rest alleen het bladafval verwijderen. Wanneer je het blad van de Kornoelje voorzichtig door de midden scheurt, blijven de twee helften door de nerven aan elkaar hangen. Hoe zonniger zijn plek, des te meer vruchten de plant gaat dragen.
Cornaceae (Kornoeljefamilie)
Cornus kousa China Girl
Bloeiende heesters C
Nederlandse naam Japanse kornoelje (grootbloemige) Bloemkleur roze Bladkleur groen (dieprood in de herfst) Hoogte twee tot vier meter Bloeitijd mei tot in juli Geur bitterzoet Standplaats zonnig tot halfschaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort van zand tot klei, voedselrijk Vochthuishouding niet te droog en te nat aantal per m2 n.v.t. Gebruik solitair in oosterse tuin Familienaam
Onderhoud Weinig onderhoud nodig, misschien een tak die in de weg zit wegknippen. Voor de rest alleen het bladafval verwijderen. Wanneer je het blad van de Kornoelje voorzichtig door de midden scheurt, blijven de twee helften door de nerven aan elkaar hangen.
Cornaceae (Kornoeljefamilie)
Bloeiende heesters C
Nederlandse naam Gele kornoelje Bloemkleur geel (op het kale hout) Bladkleur groen Hoogte vijf tot zes meter Bloeitijd januari tot in maart Geur bitterzoet Standplaats zonnig, halfschaduw en schaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort van zand tot klei, voedselrijk Vochthuishouding niet te droog en te nat aantal per m2 n.v.t. Gebruik solitair of als haag Familienaam
Cornus kousa Satomi
Onderhoud Weinig onderhoud nodig, misschien een tak die in de weg zit wegknippen. Voor de rest alleen het bladafval verwijderen. Wanneer je het blad van de Kornoelje voorzichtig door de midden scheurt, blijven de twee helften door de nerven aan elkaar hangen.
Cornaceae (Kornoeljefamilie)
Cornus mas
Bloeiende heesters C
Nederlandse naam Rode kornoelje Bloemkleur wit Bladkleur groen Hoogte twee tot twee en halve meter Bloeitijd mei tot in juni Geur bitterzoet Standplaats zonnig tot halfschaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort van zand tot klei, voedselrijk Vochthuishouding niet te droog en te nat aantal per m2 n.v.t. Gebruik solitair of in groepen Familienaam
Cornaceae (Kornoeljefamilie)
Onderhoud Wanneer de rode kornoelje tot zijn maximale hoogte mag groeien, is het verstandig om eens in de drie jaar verjongingssnoei toe te passen. Voor de rest alleen het bladafval verwijderen. De helder rode tot oranje twijgen zijn vooral in de winter maanden een plaatje. Schitterende herfst kleuren, van geel met rode stippels tot bronsgeel. Wanneer je het blad van de Kornoelje voorzichtig door de midden scheurt, blijven de twee helften door de nerven aan elkaar hangen.
Cornus sanguinea Midwinter Fire
Bloeiende heesters C
Nederlandse naam Groene kornoelje Bloemkleur wit Bladkleur groen Hoogte twee tot drie meter Bloeitijd mei tot in juni Geur bitterzoet Standplaats zonnig tot halfschaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort van zand tot klei, voedselrijk Vochthuishouding niet te droog en te nat aantal per m2 n.v.t. Gebruik solitair of in groepen Familienaam
Cornaceae (Kornoeljefamilie)
Onderhoud Wanneer de kornoelje tot zijn maximale hoogte mag groeien, is het verstandig om eens in de drie jaar verjongingssnoei toe te passen. Voor de rest alleen het bladafval verwijderen. De heldergroene twijgen zijn vooral in de winter maanden een plaatje. Schitterende herfst kleuren, van geelgroen tot knallend geel. Wanneer je het blad van de Kornoelje voorzichtig door de midden scheurt, blijven de twee helften door de nerven aan elkaar hangen.
Cornus stolonifera Flaviramea
Malus Evereste
Platanus acerifolia
Alnus cordata
Acer campestre
Crataegus persimilis Splendens
Paulownia tomentosa
Fraxinus Raywood
Quercus cerris
Sorbus Dodong
Rhus typhina
HOOFDSTUK Magnolia soulangiana Lennei
BOMEN Betula utilis Jacquemontii
Catalpa bignonioides
Liquidambar styraciflua
Aesculus x neglecta Erythroblastos Quercus rubra
Tilia platyphyllos Acer rubrum Red Sunset
Gleditsia aquatica
Robinia margaretta Casque Rouge
Castanea sativa Carpinus betulus
Liriondendron tulipifera
Malus tschonoskii
Inleiding De standplaats De verzorging Het gebruik De soortenindeling Alfabetische volgorde assortiment: A B C D
Bomen voor de wat kleinere tuinen. Bomen voor de grotere tuinen. Vormbomen. (Dakbomen, leibomen, zuilbomen en bolbomen). Groenblijvende bomen.
Bomen ruiken, voelen en zien:
Sorbus alnifolia kan tot 10m hoog worden en komt oorspronkelijk uit China en Japan, daar kan de boom tot 15m hoog worden. De elsbladige lijsterbes heeft een opgaande, vrij smalle kroon. In Nederland is het een langzame groeier. Het blad lijkt sterk op dat van de els met duidelijk zichtbare nerven, herfstkleur prachtig oranjerood. De witte lichtzoet geurende bloemen verschijnen in mei tot in juni in tuilen van 5 cm. Vruchten helderrood tot soms dieproze in september - oktober. Merels, Lijsters en Kramsvogels zijn dol op de bessen
Sorbus alnifolia
Bomen
Trompenburg Tuinen & Arboretum, Honingerdijk 86 (beneden), 3062 NX Rotterdam (www.trompenburg.nl). Het Von Gimborn Arboretum, Velperengh 13, 3941 BZ Doorn (www.gimbornarboretum.nl). Arboretum Belmonte, Generaal Foulkesweg 94, 6703 DS Wageningen (www.arboretum-belmonte.nl). Arboretum De Dreijen, Generaal Foulkesweg 37, 6703 BL Wageningen (www.botanischetuinen.wur.nl/NL/dreijen) Hortus Botanicus Amsterdam, Plantage Middenlaan 2 a, Amsterdam (dehortus.nl)
Botanische Tuin TU Delft, Poortlandplein 6, Delft Hortus botanicus Leiden, Rapenburg 73, Leiden (www.hortusleiden.nl) Botanische Tuinen Universiteit Utrecht, Budapestlaan 17, Utrecht (www.bio.uu.nl/bottuinen) Tuinen van Appeltern (www.appeltern.nl)
Wilt u bomen aanschaffen? Kijk dan in onze webshop, klik op de banner tuinplanten en daarna klikt u op de banner bomen. (Hier vindt u honderden soorten bomen).
Latijnse naam Sorbus alnifolia Bloemkleur wit Bladkleur dofgroen Hoogte tot 10 meter Bloeitijd mei - juni Geur licht zoet Standplaats zonnig/halfschaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te nat Gebruik solitair, straatboom, maar ook goed toepasbaar in de wat kleinere tuinen. Elsbladige Lijsterbes
BOMEN KLEINE TUIN S
Arboretum Poort-Bulten, Lossersestraat 70a, De Lutte (www.arboretum-poortbulten.nl)
De Sorbus arnoldiana ‘Schouten’ heeft een dichte eironde kroon, de boom wordt uiteindelijk tussen 8-10 meter hoog. Het blad is donkergroen van kleur en getand. De bloei is wit in mei en juni. De herfstkleur van de deze lijsrtebes is prachtig in de kleuren oranje rood. De vruchten zijn oranjegeel en verschijnen in augustus tot in oktober. De boom geeft de voorkeur aan lichtzure, humusrijke grond maar gedijt ook nog op droge zandgrond. Merels, Lijsters en Kramsvogels zijn dol op de bessen
Lijsterbes
BOMEN KLEINE TUIN S
Latijnse naam Sorbus arnoldiana Schouten Bloemkleur wit Bladkleur donkergroen Hoogte tot 10 meter Bloeitijd mei tot in juni Geur licht zoet Standplaats zonnig Groenblijvend bladverliezend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te nat Gebruik solitair, straatboom, maar ook goed toepasbaar in de wat kleinere tuinen.
Sorbus arnoldiana Schouten
BOMEN KLEINE TUIN S
Latijnse naam Sorbus ornoldiana Golden Wonder Bloemkleur wit Bladkleur groen (mooie herfst kleuren) Hoogte 8 tot 12 meter Bloeitijd mei tot in juni Geur licht zoet Standplaats zonnig Groenblijvend bladverliezend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te nat Gebruik solitair, straatboom, maar ook goed toepasbaar in de wat kleinere tuinen. Lijsterbes
Sorbus arnoldiana Golden Wonder
‘Golden Wonder’ is een snelgroeiende sorbus soort die uitgroeit tot een boom met een hoogte tussen de 8 en 12 meter. De boom heeft een brede piramidale kroon. Opvallend is de donkerrode bladsteeltjes. In de herfst kleurt het blad lichtgeel tot oranjerood. De grote viltige bloemtuilen zijn opgebouwd uit veel witte bloemen. In augustus verschijnen de eerste gele vruchten. De boom geeft de voorkeur aan lichtzure, humusrijke grond maar gedijt ook nog op droge zandgrond. Merels, Lijsters en Kramsvogels zijn dol op de bessen
Sorbus aucuparia Edulis heeft een vrij smalle piramidale tot ovale kroonvorm. Deze lijsterbes krijgt een hoogte van 8 - 12 meter. De takken zijn dikker dan bij de Sorbus aucuparia en ook is het blad groter en donkerder. De talrijke en grote oranjerode vruchten, doorsnede circa 1,3 cm. zijn eetbaar, hebben een zoetzure smaak en zijn rijk aan vitaminen. De bessen verschijnen in augustus tot in oktober. Merels, Lijsters en Kramsvogels zijn dol op de bessen.
Lijsterbes
BOMEN KLEINE TUIN S
Latijnse naam Sorbus aucuparia Edulis Bloemkleur wit Bladkleur donkergroen Hoogte 8 tot 12 meter Bloeitijd mei - juni Standplaats zonnig Groenblijvend bladverliezend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te nat Gebruik solitair, straatboom, maar ook goed toepasbaar in de wat kleinere tuinen.
Sorbus aucuparia Edulis
Zuillijsterbes
BOMEN KLEINE TUIN S
Latijnse naam Sorbus aucuparia Autumn Spire Bloemkleur wit Bladkleur groen Hoogte tot 8 meter Bloeitijd april tot in mei Geur licht zoet Standplaats zonnig Groenblijvend bladverliezend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te nat Gebruik solitair, straatboom, maar ook goed toepasbaar in de wat kleinere tuinen.
Sorbus aucuparia Autumn Spire
De Sorbus aucuparia Autumn Spire heeft een slank opgaande groeiwijze die ook bij jonge planten al goed zichtbaar is (een echte zuilvormer). Het geveerde blad is donkergroen en kleurt diep purper in de herfst. In het voorjaar bloeit Autumn Spire met witte bloemen in platte schermen, gevolgd in de herfst door geeloranje bessen. Autumn Spire is uitstekend winterhard en een fantastische laanboom. Merels, Lijsters en Kramsvogels zijn dol op de bessen
De Sorbus intermedia Brouwers heeft een brede opgaande kroon. Het is een langzame groeier met een behoorlijk dichte takken structuur. De stam heeft een zwartgrijze kleur. Het blad is aan de bovenkant donkergroen en licht glanzend, de onderkant is witviltig en in de herfst kleurt het geel tot oranjegeel. Soms blijft herfstverkleuring achterwege. De crèmewitte bloemen verspreiden een zoete tot bittere geur. Na de bloei verschijnen de oranjerode vruchten. De vruchten blijven tot in oktober aan de boom. Het is een windbestendige boom die droogte goed verdraagt. Toepasbaar in kustgebieden. Merels, Lijsters en Kramsvogels zijn dol op de bessen
Zweedse lijsterbes
BOMEN KLEINE TUIN S
Latijnse naam Sorbus intermedia Brouwers Bloemkleur cremewit Bladkleur groen met viltige onderkant Hoogte tot 10 meter Bloeitijd mei - juni Standplaats zonnig Groenblijvend bladverliezend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te nat Gebruik solitair en straat boom
Sorbus intermedia Brouwers
Lijsterbes
Sorbus Dodong wit groen, herfstkleur vier tot vijf meter mei zoet zonnig/halfschaduw bladverliezend alle grondsoorten niet te droog solitair
BOMEN KLEINE TUIN S
Latijnse naam Bloemkleur Bladkleur Hoogte Bloeitijd Geur Standplaats Groenblijvend Grondsoort Vocht Gebruik
Sorbus Dodong
Lijsterbes, De Sorbus Dodong is een kleine boom die circa 5 meter hoog kan worden. De Sorbus Dodong heeft witte bloemen in mei. Oranje/rode bessen van de Sorbus Dodong komen in oktober. En het meest spectaculaire van de Sorbus Dodong is wel de schitterende oranjerode herfstkleur. Merels, Lijsters en Kramsvogels zijn dol op de bessen
Sorbus frutescens. Deze lijsterbes groeit niet echt als een boom maar is meer een struikvormig. De hoogte na een jaar of tien is ca 2.00 meter. De bladeren zijn glanzend en fijn van stuctuur. In de herfst trossen met wit-roze bessen en een donkerrode herfstverkleuring van het blad. Prachtig.
Chinese dwerg lijsterbes
BOMEN KLEINE TUIN S
Latijnse naam Sorbus frutescens Bloemkleur wit Bladkleur groen Hoogte tot 3 meter Bloeitijd mei Standplaats zonnig Groenblijvend bladverliezend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te nat Gebruik solitair
Sorbus frutescens
Lijsterbes
BOMEN KLEINE TUIN S
Latijnse naam Sorbus joseph Rock Bloemkleur wit Bladkleur groen (Herfstkleur) Hoogte 6 tot 8 meter Bloeitijd mei tot in juni Geur licht zoet Standplaats zonnig Groenblijvend bladverliezend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te nat Gebruik solitair
Sorbus joseph Rock
Sorbus joseph Rock is een zeer opvallende lijsterbes soort, deze lijsterbes groeit smal piramidaal tot een hoogte van circa 8 m en is compact. In de herfst kleurt het roodoranje tot paars en samen met de opvallende cremegele tot donkergele vruchten vormt dit de belangrijkste sierwaarde. De vruchten blijven erg lang aan de boom hangen, soms wel tot half december. Let op! gevoelig voor bacterievuur.
Stellingmolen De Bol te Varik
De Bol
De molen is in 1867 gebouwd een houten wipkorenmolen die 1865 afbrandde. De molenwerf middeleeuwen tot 1704 bij het
ter vervanging van in de zomer van behoorde vanaf de slot te Varik.
Volgens De Molenaar 87 (1984) werden de roeden uit de in 1924 afgebroken korenmolen te Est door Deilse molenmakerij Gebr. Schroot gestoken ter vervanging van houten roeden. Hiervoor werden zij met ± 1,10 m. aan beide zijden ingekort. Dit zou betekenen dat de molen uit Est een vlucht van ca. 24 m gehad zou hebben. Deze roeden deden tot aan de restauratie (door P. Coppes, Bergharen) van 1963/64 dienst. De molen is in 1964 en in 1981 gerestaureerd en was zeer lang in gebruik als woning. Begin 2009 zag de molen er tamelijk verwaarloosd uit: aan het wiekenkruis ontbraken de nodige hekkens en windborden en de vangstok was afgebroken.
HOOFDSTUK
Natuurgebieden, Kastelen, kerken, molens en buitenverblijven
Poldermolen Waardenburg Deze molen is gebouwd nadat een voorganger in 1867 door brand was verwoest. De door de Leidse molenmaker A.J. Dekker uitgedachte verbeteringen in de molenbouw, kregen in 1927 hier grotendeels gestalte, niet alleen vanwege de pompen, maar ook met het half-verdekkerde wiekenkruis en het conisch uitgevoerde bovenschijfloop met metalen, om hun as draaiende staven. Het scheprad werd toen door de nog steeds aanwezige pompen vervangen: drie pompen van verschillend formaat, die zowel afzonderlijk als tege-lijk zouden kunnen werken. Pompen konden met name bij hogere snelheden relatief veel meer water verzetten, zonder dat er vermogen zou moeten worden ‘weggezwicht’. Dat was de theorie; in de praktijk verliep het anders: vooral grotere pompen van dit type vereisten veel kracht en kwamen op windkracht vaak moeilijk op gang. De meedraaiende staven gaven inderdaad minder wrijving dan traditionele houten kammen of staven, maar liepen na een aantal uren malen doorgaans erg heet. De halve verdekkering werd in 1961 weer vervangen door Oud-Hollands. In 1961 kreeg de molen in het kader van een ruilverkaveling Tielerwaard-West als taak om het komgrondenreservaat “t Broek” te bemalen, waar een hoger peil wordt gehandhaafd dan bij de omringende gronden. De molen maalt daarom hoofdzakelijk water in. ‘t Broek is een door Staatsbosbeheer beheerd natuurgebied van 120 ha. waar ook nog twee eendenkooien in bedrijf zijn. Komgronden zijn de laagst gelegen delen van de Betuwe die tot medio 1940 probleemgebieden voor de boeren waren, daar de kleibodem slecht water doorliet en daardoor een groot deel van het jaar te drassig voor het boerenbedrijf was. Meestal waren deze komgonden begroeid door riet en moerasbos. Deze molen had vroeger als taak om wat te doen aan de ergste wateroverlast. Door ruilverkavelingen, brede watergangen en grote gemalen, heeft men deze komgronden na de Tweede Wereldoorlog in cultuur kunnen brengen. In 1994 werden bij een restauratie de kap en het gevlucht van de molen vrijwel geheel vernieuwd.
Gelukkig is in oktober 2009 een begin gemaakt met een flinke restauratie: om te beginnen werden beide slecht geworden roeden gestreken. Ook zal de woonfunctie grotendeels worden opgeheven, waardoor de molen als maalwerktuig ook weer uit de verf kan komen. Inmiddels is ook nog een andere belangrijke beslissing genomen: aangezien er in de directe nabijheid een woonwijk gebouwd gaat worden, wordt de molen één meter opgevijzeld en het erf opgehoogd.
Poldermolen Waardenburg
Kuinderbos
Het is gelukkig voor ons want het resultaat van hun inspanningen is een bos van formaat. En afwisselend: het wemelt er van de bijzondere planten, paddenstoelen, vlinders, roofvogels en roofdieren als de boommarter. Rond de Kuinderplas zorgen Welshpony’s en IJslandse paarden dat de open plekken in het bos open blijven. Het Kuinderbos verloochent zijn afkomst niet. Kijk maar eens goed op de grond: doordat het bos op de bodem van de zoute Zuiderzee werd aangeplant, zijn nog steeds schelpenresten tussen de bomen te vinden. Door het Kuinderbos klinkt het geroffel van spechten. Ook roofvogels zijn er volop. De buizerd, havik, wespendief, sperwer en ransuil zijn vaste gasten. Het wemelt van de planten, insecten en paddenstoelen. In de zomer zijn er vele vlindersoorten te bewonderen. Rondom de Kuinderplas graast een kudde Welshpony’s en langs de Schansweg een groep IJslandse paarden. In het Burchtbos ligt de Kuinderberg, een voormalige vuilstort die nu als uitkijkpunt dienst doet.
Flora en fauna In het Kuinderbos leven reeën, vossen, hazen, konijnen en egels. Zelfs de boommarter wordt waargenomen. Zijn aanwezigheid vertelt dat het bos volwassen is, want hij verblijft graag in dikke, holle bomen. Er groeien er maar liefst 350 plantensoorten, waaronder zeldzame varens, de tongvaren bijvoorbeeld, zonnedauw, dennenwolfsklauw en verschillende orchideeën. Er zijn 450 soorten paddenstoelen gevonden. In het Burchtbos zijn meer dan 20 soorten dagvlinders waargenomen.
Gelukkig was niet alle grond in de Noordoostpolder geschikt voor de landbouw. Anders hadden wij nooit het Kuinderbos gehad: een bos van formaat, met te veel natuur om op te noemen. Net als de Flevopolder werd ook de Noordoostpolder in de jaren ’40 aangelegd vanwege de groeiende behoefte aan landbouwgrond. Maar in sommige delen was de veengrond te arm om goed te kunnen boeren: daar werden bossen geplant. Het grootste en oudste bos van de polder is het Kuinderbos. Het was meer dan hard werken voor de polderpioniers die, met de hand, maar liefst 150 kilometer aan greppels groeven om de grond te ontwateren en die honderdduizenden jonge boompjes plantten.
Vogels kijken In de vogelkijkhut bij de Kuinderplas in het Kuinderbos is het prima watervogels bespieden. In de winter zitten er bijvoorbeeld zaagbekken, nonnetjes, kleine zwanen, smienten en tafeleenden. Meer informatie op vogelkijkpunt.nl. Nadat de vogelkijkhut was afgebrand, is hier een nieuwe hut geplaatst. Het Kuinderbos bestaat uit aangeplante loof- en naaldbossen en een begraasd deel dat zich tot heide begint te ontwikkelen. Er groeit onder andere dennewolfsklauw en ronde zonnedauw. De Kuilen is bekend vanwege de ringslangen. U kunt er ook ijsvogels aantreffen. Bij het volgen van de met rode paaltjes gemarkeerde wandelroute van 3,5 kilometer komt u langs de vogelkijkhut aan de plas. Voor rolstoelgebruikers is er een uitkijkplateau. In het Kuinderbos zijn diverse recreatieve voorzieningen, zoals picknickplaatsen, ligweiden en het natuurkampeerterrein de Veenkuil. Bij De Kuilen is een observatiehut.
Wandelroutes Het Kuinderbos is met 1200 hectare het grootste aaneengesloten bos van de Noordoostpolder. Het is aangeplant tussen 1947 en 1953 en daarmee het oudste bos van Flevoland. Eén van de manieren om dit bos te ontdekken is via de uitgezette wandelroutes.
Burchtroute (blauw, 3,1 km). Start: parkeerplaats, Hopweg, Kuinre. Navigatie: Hopweg, Luttelgeest. Langs de route staan negen bordjes die je van alles vertellen over de natuur ter plekke. Tijdens de wandeling kom je langs de restanten van een burcht. Dit is de ruïne van het kasteel van Hendrik de Crane, in de Middeleeuwen een roemruchte roofridder.
Oude Havenroute
(blauw, 3 km). Start: dagkampeerterrein bij de Oude Haven, Hopweg, Kuinre. Deze route slingert door loof- en naaldbossen en onderweg kun je genieten van de eindeloze stilte die hier heerst. Langs de route vind je prachtige houten beelden, gezaagd door tweevoudig wereldkampioen motorzagen John van Kampen uit Lemelerveld. Bij de oude haven kan je een kampvuurplaats huren. Op het dagrecreatieterrein mag je dagelijks tot 21.00 uur gratis kamperen.
Natuurpad De Kuilen (rood, 3,5 km). Start: ingang natuurkampeerterrein De Veenkuil, Kuinre. Langs de route kom je tien borden tegen met daarop wetenswaardigheden over de natuur ter plaatse. Vanuit een observatiehut kun je bovendien watervogels bespieden. Sinds kort is naast deze hut ook een uitkijkplateau dat toegankelijk is voor rolstoelgebruikers. Educatieve Zeven Dwergenpad (rood 1,1 km). Start: parkeerplaats, Hopweg, Kuinre. Langs de route zijn uit boomstammen de silhouetten gehakt van Sneeuwwitje en de zeven dwergen door beeldend kunstenaar Giel Ramakers uit Lemmer. Bij elke dwerg is een educatieve activiteit die kinderen tot 10 jaar op een spelles wijze in contact brengt met de natuur. In het voorjaar hangen er speciale inkijknestkasten langs de route om broedende vogeltjes te kunnen begluren. De route is toegankelijk voor kinderwagens en rolstoelen. bron: staatsbosbeheer
De Kuilen
Keileem
Vogels kijken op het Oudemirdumerklif
Tot 1932 sloegen de golven van de Zuiderzee tegen de keileem van de Friese zuidwestkust. Keileem is mengsel van keien, grind, zand en leem dat in de voorlaatste ijstijd door het landijs is achtergelaten. Bij elke golf en elke vloed verdwenen er keileem in zee. Zo ontstonden langs de Friese zuidwestkust het Roode Klif, het Mirnserklif en het Oudemirdumerklif.
Aan de Friese kust van het IJsselmeer bij het Oudemirdumerklif zijn er sinds begin november grote witte vlakken op het water te zien. Het zijn honderden knobbelzwanen die op de drooggevallen zandplaten rusten. De vogeltrek is nog in volle gang!
Het Groene Strand Het Oudemirdumerklif is ongeveer zes meter hoog. Na de aanleg van de Afsluitdijk is de afkalving gestopt. Dit geologische monument raakte begroeid met bijzondere planten als knikkende distel en echt walstro. Op het ‘Groene Strand’ erachter groeien zoutminnende planten die herinneren aan de Zuiderzeeperiode
Oeverzwaluwen Om het klif geschikt te maken voor de nestelende oeverzwaluw heeft Natuurmonumenten grond afgestoken. Sinds een aantal jaren broeden hier tientallen zeldzame oeverzwaluwen.
Nationaal Natuurmonument Het Oudemirdumerklif is onderdeel van het nationaal natuurmonument de IJsselmeerkust. Dit is een gevarieerd gebied met graslanden, rietvelden, moerassen, schelpenbanken en ondiep water. Talloze vogels komen er rusten, broeden en eten. In Informatiecentrum Mar en Klif vind je alles over dit oude kustgebied met zijn rijke historie. Het Oudemirdumerklif ligt pal aan het Friese deel van het IJsselmeer en doet met haar zes meter hoge klif on-Nederlands aan. In de stijle oeverwanden nestelen sinds een aantal jaren oeverzwaluwen.
Oudemirdumerklif
Informatiecentrum Mar en Klif Het bezoekerscentrum van Gaasterland en Zuidwest-Friesland. In ons gebouw vindt u in de tentoonstellingsruimten in het gebouw en heemtuin achter het gebouw informatie over de natuur, het landschap en cultuurhistorie van het Nationaal Landschap Zuidwest Friesland.
stroommat vee
Knobbelzwanen
Boswachter Sander Veenstra: ‘deze knobbelzwanen komen al rond juli naar de IJsselmeerkust om hier te ruien, dus nieuwe veren krijgen. In het water zijn ze veilig voor roofdieren en kunnen ze rustig bijkomen. Naarmate de winter dichterbij komt, slinken de aantallen nu wel snel.’
Vogeltrek
Ook veel andere watervogels komen naar de kust bij het Oudemirdumerklif. Kuifeenden, tafeleenden en toppereenden zijn goed te zien vanaf het uitzichtpunt. Deze vogels komen veel uit noordelijke streken als Scandinavië, waar de winters te streng zijn om te overleven.
Vogels
Naast watervogels zijn er ook tal van zangvogels die van het noorden naar het zuiden trekken en onderweg het Oudemirdumerklif aan doen om even uit te rusten en een hapje te eten. Deze vogels zijn gek op het grote water van het IJsselmeer. Voor de kleinere vogeltjes vormt het IJsselmeer een te grote barrière zonder schuilmogelijkheden, die zitten liever op het land.
www.marenklif.nl www.natuurmonumenten .nl/ natuurgebieden/oudemirdumerklif
Het MinneMinnespaad Het MinneMinnespaad, loopt van de Dollen naar het uit-zichtpunt aan het IJsselmeer. Omdat ook rolstoelgebruikers er gebruik van moeten kunnen maken, halen vrijwilligers elk jaar het overmatige onkruid tussen de klinkers weg. Met een man of zes is het karwei in een ochtend geklaard en ligt het aantrekkelijk wandelpad er weer netjes bij.
Gaasterland ,
is het buitenbeentje van Friesland. Er is water en er zijn weilanden, zoals het hoort in deze provincie. Maar Gaasterland heeft ook glooiingen, oude bossen en mooie besloten akkertjes.
Gaasterland (Gaasterlân)
Gaasterland hoort natuurlijk bij Friesland, maar toch ook weer niet. De zachte glooiingen, kliffen, uitgestrekte loofbossen pal aan de kust en verre vergezichten over het IJsselmeer doen on-Fries, soms zelfs on-Nederlands aan. Net als de rest van de provincie heeft Gaasterland water en uitgestrekte weilanden, maar Gaasterland heeft ook houtsingels, intieme oude bossen, slingerende beekjes en zelfs kliffen. Er leven reeën, ganzen, dassen en in de Wyldemerk – een idyllische plas in de bossen – zoveel bijzondere libellen dat het tot Nederlands eerste officiële libellenreservaat is uitgeroepen. Gaasterland wordt aan alle kanten door water omringd, dus zeilen, zwemmen en surfen kun je hier als de beste. Maar ook wandelend of op de fiets of vanaf een paardenrug is het gebied prachtig te verkennen. En overal zijn vogels. In de winter vooral ganzen, in de voor- en najaar heb je vanaf de dijk bij de Mokkebank goed zicht op trekkende kluten, kemphanen en lepelaars.
Sporen van de das Gaasterland is een paradijs voor natuurliefhebbers. In het voorjaar buitelen de kieviten en grutto’s boven de weilanden. ’s Winters grazen er tienduizenden ganzen. Slapen doen ze vooral op de meren en plassen. Vanaf de IJsselmeerdijk bij Mokkebank heb je in het vroege voorjaar prachtig zicht op kluten, lepelaars en kemphanen. Gaasterland herbergt maar liefst twintig bewoonde dassenburchten. Ze liggen verscholen in de bosranden en houtwallen. De schuwe das waagt zich alleen ’s nachts buiten. Maar als je oplet, zie je zijn graaf- en vraatsporen.
Slingerende fietspaden In Gaasterland fiets je over slingerende fietspaden en rustige wegen. De bossen van Staatsbosbeheer zijn een eldorado voor wandelaars en ruiters. Er ligt zeventig kilometer wandelpad en bijna twintig kilometer ruiterroute. In de dorpen bij de grote meren zijn kano’s en zeilboten te huur. Als er sneeuw ligt zet Staatsbosbeheer langlaufroutes uit. Een goede uitvalsbasis is informatiecentrum Mar en Klif in Oudemirdum.
Ligging, In het zuidwesten van Friesland, aan het IJsselmeer. Deelgebieden , Onder het gebied Gaasterland vallen de gebieden Alddyksgat, Balksterbos, Bledsjebosk, Bremerwildernis, Dellebuorren, Elfbergen, Harichsterbosk, Jolderenbosk, Nijemardumerheide, Reidpollen, Starnumanbosk en Wyldemerk. Grootte gebied Ca. 1.000 hectare. Geopend: Gaasterland is het hele jaar toegankelijk.
Dinie en Tjarko genieten van het uitzicht
Beheer,
Flora en Fauna ,
Het golvende landschap van Gaasterland is te danken aan de voorlaatste ijstijd. Enorme gletsjers duwden de bodem voor zich uit. Er ontstonden hoogtes, zogenaamde ‘gaasten’. Zo kwam Gaasterland aan zijn naam. Al voor de jaartelling vestigden zich hier boeren. Op de gaasten waren ze veilig voor de onstuimige Zuiderzee.
De das, de grote marterachtige met zijn zwart-wit gestreepte snuit, maakt zijn burcht in bosranden of houtwallen. Veel burchten liggen goed verscholen onder bomen of struikgewas. De das zoekt zijn voedsel op weilanden en akkers in de buurt. Dassen zijn echte alleseters: wormen, kevers, muizen, kikkerdril, fruit, maïs en wilde planten. Tegen de schemering is de schuwe das heel soms te zien als hij zijn burcht verlaat om op zoek te gaan naar eten. Vaker zult u het moeten stellen met zijn loop- of vraatsporen.
Eikenakker,
In Gaasterland leeft een grote populatie dassen en er zijn veel reeën. Het gebied is een overwinterplaats voor ganzen. Vooral kolganzen, brandganzen en grauwe ganzen hebben het er erg naar hun zin. De dijk langs de IJsselmeerkust geeft prachtig zicht op trekkende kluten, kemphanen en lepelaars. In de bossen broeden havik, sperwer en buizerd.
In de 17de en 18de eeuw werden er in Gaasterland eikenbossen aangelegd. Er zat handel in eikenschors. Die bevat tannine, een stof waarmee men vroeger leer looide. Enkele oude eikenhakhoutbossen zijn bewaard gebleven. Er wordt selectief gedund, zodat ook andere bomen, struiken en planten kunnen opkomen. Variatie is goed voor het bos. Het wemelt er van de vogels. De wielewaal, fluiter, nachtegaal en appelvink laten flink van zich horen.
Wilde markt,
Staatsbosbeheer beheert in Gaasterland naast bossen ook grasland, rietland, moeras, poelen en een meertje. Een heel mooi plekje is de Wyldemerk. Vernoemd naar de jaarmarkt die er eeuwenlang is gehouden. Het ging er nogal ruig aan toe. Vandaar de naam ‘wilde markt’. Nu is het een fraai natuurgebied rondom een voormalige zandwinplas. Landgeiten, runderen en Drentse heideschapen zorgen er voor dat het terrein voldoende open blijft.
Posbank en Nationaal Park Veluwezoom Nationaal Park Veluwezoom is met 5.100 hectare één van de grootste natuurgebieden van Natuurmonumenten. Het maakt deel uit van de Veluwe. Natuurmonumenten werkt samen met de provincie en andere natuurbeschermers om de Veluwe als groot gebied in stand te houden en de dieren de rust en ruimte te geven. Van oudsher is Nationaal Park Veluwezoom een fijne plek om te recreëren. De belangrijkste trekpleister is de bijna 90m hoge Posbank. Die biedt een schitterend uitzicht: bij helder weer kijk je meer dan 20 km ver en zijn zelfs de heuvels van Montferland en het Rijk van Nijmegen te zien. Extra fraai is het reliëf, dat voor Nederlandse begrippen uitzonderlijk is. De landschapstypen op Veluwezoom zijn:
•Bos •Heide •Stuifzand •Landgoederen
POSBANK De Posbank is een stenen bank die in 1918 aan de rand van Herikhuizerveld is geplaatst op een hoog punt met zeer fraai uitzicht. De in de bank genoemde data ’1893 - 7 mei 1918’ herinneren aan het zilveren jubileum van de 2e voorzitter van de ANWB en hoofdconsul de heer G.A. Pos. ’Hij effende banen voor het vreedzaam verkeer tusschen de volken. Duizenden bracht hij in en tot de natuur. Den Nederlanders deed hij Neerlands schoonheid kennen, waarderen en liefhebben’, zo luidt de verdere inscriptie op de bank. In de volksmond heeft het aangrenzende gebied geleidelijk ook de naam ’Posbank’ gekregen.
IJstijden
Het landschap kent zeer veel variatie. Dit komt vooral door de ijstijden, waarin heel wat hoogteverschillen zijn ontstaan in de vorm van stuwwallen met daarin gelegen grote erosiedalen. In de dalen zijn door de wind in de laatste ijstijd vruchtbare lössgronden afgezet. De aanwezigheid van löss kun je nu nog zien aan het voorkomen van rijkere bossen met vaak in de ondergroei manshoge adelaarsvarens. In de wat armere bossen groeien onder de bomen de grassoort bochtige smele en blauwe en rode bosbes. Ook na de laatste ijstijd veranderde het landschap van Veluwezoom.
Menselijke invloed Van oudsher heeft de mens het landschap sterk beïnvloed. Dat geldt ook voor Veluwezoom. De bossen werden gebruikt als jacht- en weidegebied; het hout vond zijn toepassing als brandstof of bouwmateriaal. Door te intensief gebruik veranderden veel van de bossen in heidevelden en soms zelfs in stuifzanden. Toch zijn enkele oude boskernen bewaard gebleven. Zij maakten deel uit van een wildbaan van de Oranjes en van verschillende landgoederen. Met name aan de zuidkant van Nationaal Park Veluwezoom liggen fraaie landgoederen zoals Beekhuizen en Rhederoord.
Bezoekerscentrum Altijd iets te doen
Beheer
Grote grazers
Activiteiten Veluwezoom
Nationaal Park Veluwezoom kent een verscheidenheid aan landschappen en landschapselementen. Die verscheidenheid vraagt een geheel eigen aanpak van het beheer.
Op Veluwezoom worden al deze drie beheerstrategieën in daarvoor bepaalde zones toegepast. Bij de beheerstrategieën gericht op nagenoeg natuurlijk en half natuurlijk landschap is op Veluwezoom een belangrijke rol weggelegd voor grote grazers. Dit zijn bijvoorbeeld Schotse Hooglanders en IJslandse paarden. Zij zorgen samen met de hier voorkomende edelherten, damherten, reeën en wilde zwijnen voor variatie in de begroeiing, met veel overgangen en mozaïekstructuren.
Fietsen- en wandelroutes
Natuurmonumenten werkt landelijk met drie beheerstrategieën, die gericht zijn op behoud, herstel en/of ontwikkeling van: •nagenoeg natuurlijk landschap •half-natuurlijk landschap •cultuurlandschap
Schapen en lammetjes op Veluwezoom Activiteiten voor basisscholen Info en contact
Museum Vliegbasis Deelen
Zweefvliegcentrum Terlet
Museum Vliegbasis Deelen is gevestigd op de Hoenderloseweg 10, een schitterende zichtlocatie aan de weg Hoenderloo-Schaarsbergen. Toepasselijk, want het is een voormalig Duits gebouw en kreeg recent de monumenten status. Het biedt ruimte aan 2 grote en 3 kleinere expositie ruimtes, een vergaderzaal, een werkplaats, kantoor, archief en een uitgebreide bibliotheek.
Op Terlet wordt al vanaf begin 1930 door de Eerste Nederlandse Zweefvliegclub (E.N.Z.C.) zweef gevlogen. In juni 1932 is de Arnhemsche Zweefvliegclub opgericht, die later de Gelderse Zweefvliegclub zou worden.
Meer dan 25 Vrijwilligers, met zeer diverse achtergronden en eigen specialisatie, zijn nu samengesmeed door gezamenlijke interesse in historie. Samen bemannen zij het museum, bekostigen het onderdak, de onderzoeken, de uitbreidingen en onderhoud van de collectie en diverse projecten. De rest van de noodzakelijke fondsen komen van sponsors, donateurs en opbrengsten uit entreegelden.
Het zweefvliegen wordt op ruim 30 locaties in Nederland beoefend. Terlet is hiervan het nationaal zweefvliegcentrum. Het centrum stimuleert de beoefening van deze sport, onder andere door de organisatie van schoolkampen en evenementen zoals de jaarlijkse nationale kampioenschappen.
!Klik hier indien u een zweefvlucht wil maken!
In toenemende mate wordt Museum Vliegbasis Deelen gevraagd als Kenniscentrum. We worden geraadpleegd voor bijvoorbeeld het onderzoek t.b.v. de monumenten status of ondersteuning, in woord en daad, voor activiteiten van andere historische clubs of verenigingen of research voor boeken. Diverse malen per jaar zijn wij ook te gast bij (luchtvaart) historische beurzen en evenementen. Alle voorwerpen, foto’s, uniformen etc. zijn geheel authentiek, meestal als resultaat van soms jarenlang onderzoek. Daardoor is Museum Deelen “het Museum vol verhalen”. Ieder onderzoek maakt dat ieder object een verhaal heeft dat wij ook graag in persoonlijke rondleidingen overbrengen. Een unieke formule die, getuige ons gastenboek, zeer op prijs wordt gesteld.
Deelerwoud Het Deelerwoud heeft alles wat de Veluwe aantrekkelijk maakt: uitgestrekte bossen en eindeloze heidevelden in een glooiend landschap, waar je heerlijk kunt wandelen. En: het is hier veel rustiger dan bijvoorbeeld op de Hoge Veluwe en Veluwezoom. Sinds 2001 mag in het Deelerwoud niet meer op damhert en edelhert gejaagd worden. Het aantal dieren is de laatste jaren flink gegroeid. Er is daardoor een redelijke kans dat je oog in oog komt te staan met groot wild. In de bronsttijd kun je met onze boswachters op excursie.
Wandelen in het Deelerwoud
MEER INFO
Ecoduct Natuurmonumenten werkt er hard aan om het Deelerwoud gezond en vitaal te houden. Zo grazen op de heide Schotse hooglanders, die ervoor zorgen dat het unieke open landschap behouden blijft. Om groot wild de ruimte te geven zijn in samenwerking met andere natuurorganisaties ecoducten aangelegd. Damherten en edelherten lopen via het wildviaduct Terlet veilig over de A50 naar Nationaal Park Veluwezoom. Wandelaars kunnen via een voetgangerstunnel naar de andere kant van de snelweg. Lees meer over ecoducten op de Veluwe.
Als je de gemarkeerde wandelroute volgt, kom je langs de mooiste plekken. Hou in dit geaccidenteerde terrein wel rekening met aardige klimmetjes! De Hartenhulberg is met 90 meter het hoogste uitzichtpunt.
Activiteiten Deelerwoud
Dieren in het Deelerwoud
Nieuws
In het Deelerwoud leven tal van dieren. Behalve herten zoeken reeën, wilde zwijnen en boommarters geregeld de bosrand op. Bijzondere vogels die je er kunt horen of zien zijn geelgors, tapuit, raaf en drie soorten spechten. Op de heide leven reptielen als hazelworm, adder en zandhagedis.
Info en contact
Routes
www.natuurmonumenten .nl
Terlet en Museum Deelen beide naast het natuurgebied van Deelerwoud
BUITEN - dingentjes voor kinderen ag 20 oktober 2013 Zaterdag 12 tot en met zond & Peel Museum Asten 23e Pompoendagen in Klok pompoenen in alle •Bewonder tienduizenden soorten , kleuren en maten pompoen is •Raad hoe zwaar de grootste mpoen •Snijd en versier zelf een po •Bezoek de Pompoenmarkt •Proef verse pompoensoep mpoenen •Kom meer te weten over po m Asten Nationaal Klok & Peel Museu Ostaderstraat 23 5721 WC Asten
Er zijn drie soorten slangen in Nederland: de ringslang, r. de gladde slang en de adde . Wil je weten waar ze zitten www.slangen .nu
Spreekbeurt houden over bever, wild zwijn , vleermuizen of steenmarter
S tapp en hallo plan voo r een ween p o m http:/ poen /www .l penp lan- eukvoorki hallo ds.nl ween / pomp stapoen/
Wil je meer weten , kijk dan op: / www.zoogdiervereniging.nl educatie
Er le ven w el 21 versc h i l le vleer muis nde so in N ederl orten and!! Meer !! infor m a kijk tie o dan op: w ver vleer ww.v m leerm uizen , uis.n et
fo Alles weten over de Bufo bu wshttp://www.padden .nu/Nieu efault. brief/Lesbrief/tabid/190/D aspx
Werk st
uk m aken ov http:/ g a naar er vogels /www : ik__v .vogelbes c ogels _/wer herming .nl/ kstuk ken !! ur! e d a ass de .nl b m a era bass d n Vli deram t d n r wo w.vli ww
Kinderen bij het Wereld Natuur Fonds Voor kinderen vanaf 3 jaar heeft het Wereld Natuur Fonds de Bamboeclub en voor kinderen vanaf 6 jaar de Rangerclub opgericht. Voor jongeren van 12 jaar en ouder heeft het WNF WNF-LifeGuard . Voor meer info: www.wnf.nl
De groene heren tuinarchitectuur Wander van Laar Adelahof 5 4033 HC Lienden 0625083440
[email protected] www. degroeneherentuinarchitectuur.nl
www.webshoptuinmateriaal.nl