STAATSCOURANT
Nr. 29620 21 oktober 2013
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
Deelregeling Jij maakt het mee Fonds voor Cultuurparticipatie 2013–2016 10 oktober 2013 Het bestuur van het Fonds voor Cultuurparticipatie, Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid; Besluit tot vaststelling van onderstaande regeling:
Paragraaf 1: Algemene bepalingen Artikel 1.1 Definities In deze regeling wordt verstaan onder: bestuur: het bestuur van de Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie; Fonds voor Cultuurparticipatie: de Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie; Koninkrijk der Nederlanden: het land Nederland inclusief de openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba en de landen Aruba, Curaçao en St. Maarten; kunstbeoefening in de vrije tijd: het uit liefhebberij, en niet als beroep of op school, beoefenen van muziek, theater, dans, beeldende kunst, nieuwe media en schrijven; Denk mee-fase: de fase waarin aanvragers een digitale conceptaanvraag ter advies en bespreking kunnen voorleggen aan het Fonds voor Cultuurparticipatie en het publiek; Beslis mee-fase: de fase waarin complete en uitgewerkte subsidieaanvragen voorgelegd worden voor gezamenlijke beoordeling door het Fonds voor Cultuurparticipatie en het publiek; Maak mee-fase: de fase waarin de aanvrager het Fonds voor Cultuurparticipatie en het publiek informeert over de voortgang en uitvoering van het project. Artikel 1.2 Doel van de regeling Het Fonds voor Cultuurparticipatie wil met deze regeling experimentele projecten ondersteunen waarbij beoefenaars, verenigingen en stichtingen, samen met maatschappelijke partners, inspelen op de artistieke, methodische en organisatorische vernieuwing van kunstbeoefening in de vrije tijd. Artikel 1.3 Subsidieplafond 1. Het totale beschikbare bedrag dat het bestuur voor projecten zoals bedoeld in artikel 3.2 van deze regeling kan verdelen bedraagt tot en met 2016 € 300.000,– per jaar, onder voorbehoud van verstrekking van deze middelen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. 2. Het bestuur van het Fonds voor Cultuurparticipatie kan overgaan tot het verhogen of verlagen van het subsidieplafond als bedoeld in het vorige lid en maakt dit bekend via zijn website. Artikel 1.4 Verdeelsleutel Het beschikbare bedrag als bedoeld in artikel 1.3 wordt verdeeld op volgorde van ontvangst van de aanvragen, met inachtneming van het bepaalde in deze regeling. Artikel 1.5 Weigeringsgronden 1. Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien een aanvrager reeds een instellingssubsidie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ontvangt. 2. Het bestuur kan subsidie weigeren indien: a) de aanvrager voor dezelfde activiteiten reeds subsidie ontvangt, of zal ontvangen, van een van de rijkscultuurfondsen; b) de aanvrager in de voorgaande twee jaar niet heeft voldaan aan één of meer aan een subsidie verbonden voorwaarden of verplichtingen, waaronder in elk geval ook vallen het juist en tijdig afronden van de gesubsidieerde activiteiten, het tijdig melden van relevante veranderingen in de uitvoering en het juist en tijdig verantwoorden van de activiteiten; c) de aanvraag niet gericht is op activiteiten op het gebied van kunstbeoefening in de vrije tijd;
1
Staatscourant 2013 nr. 29620
21 oktober 2013
d) de aanvraag na de Denk mee-fase onvoldoende relatie vertoont met het in artikel 1.2 omschreven doel van de regeling; e) de aanvraag eerder dan 12 weken voor de start van het project in de Denk mee-fase wordt geplaatst; f) het project later dan zes maanden na plaatsing van de aanvraag in de Denk mee-fase van start gaat; g) als de totale looptijd van het project langer dan één jaar is; h) de aanvraag afkomstig is van een aanvrager die al één project op hetzelfde moment in de Denk mee-fase of Beslis mee-fase heeft staan; i) de totale variabele projectkosten van de aanvraag meer dan € 30.000,– bedragen; j) de aanvraag niet aan het bepaalde in deze regeling voldoet.
Paragraaf 2: Procedure Artikel 2.1 Aanvraagformulier 1. Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 3.2 van deze regeling wordt digitaal ingediend via de website Jij maakt het mee van het Fonds voor Cultuurparticipatie met behulp van een door het bestuur opgesteld formulier. 2. Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als het volledig ingevulde aanvraagformulier ingevuld is en vergezeld gaat van de gevraagde bijlagen zoals op het formulier gemeld. Artikel 2.2 Hoogte van de subsidie 1. Hoogte a) Voor projecten als bedoeld in artikel 3.2 geldt een maximaal aan te vragen bedrag van € 5.000. b) Bij het vaststellen van de hoogte van de bijdrage worden alleen variabele projectkosten in aanmerking genomen die relevant zijn in het licht van de doelstelling van de regeling zoals omschreven in artikel 1.2. Investeringen die niet direct op de realisatie van het project zijn gericht komen niet voor subsidiëring in aanmerking. c) Het Fonds voor Cultuurparticipatie ondersteunt maximaal 50 procent van de totale variabele projectkosten met dien verstande dat het aandeel van het Fonds voor Cultuurparticipatie in de totale variabele projectkosten maximaal € 5.000 is. d) In de begroting bestaat een redelijke verhouding tussen het aangevraagde bedrag en de bijdrage van andere financiers. e) De post onvoorzien mag maximaal 5% van de totale projectbegroting bedragen.
Paragraaf 3: Aanvragen Artikel 3.1 Wie kan aanvragen 1. Een in het Koninkrijk der Nederlanden gevestigde rechtspersoon met een culturele doelstelling die actief is op het gebied van de kunstbeoefening in de vrije tijd. 2. Aanvragen kunnen worden ingediend door natuurlijke personen of rechtspersonen in oprichting mits er ten tijde van de bekendmaking van de verleningbeschikking voldaan wordt aan het gestelde in het vorige lid. Artikel 3.2 Waarvoor kan subsidie aangevraagd worden Een aanvraag voor een projectsubsidie onder deze regeling kan worden ingediend voor projecten die aansluiten bij de doelstelling van de regeling zoals omschreven in artikel 1.2. Artikel 3.3 Beoordeling 1. Een aanvraag wordt voor de duur van maximaal twee weken in de Beslis mee-fase van de website Jij maakt het mee geplaatst. 2. Aan het einde van de Beslis mee-fase wordt vastgesteld of deze aanvraag voldoende positieve beoordelingen heeft verworven. Een aanvraag wordt positief beoordeeld bij 75 sterren of meer. De door het publiek en medewerkers van het Fonds voor Cultuurparticipatie gegeven beoordeling gaat als advies naar het bestuur, dat een definitief besluit over de subsidieaanvraag zal nemen. 3. Uiterlijk 10 weken nadat de aanvraag ter beoordeling in de Beslis mee-fase is geplaatst, stelt het bestuur van het Fonds voor Cultuurparticipatie de aanvrager schriftelijk van zijn besluit in kennis.
2
Staatscourant 2013 nr. 29620
21 oktober 2013
Indien niet binnen de gestelde termijn op de aanvraag kan worden beslist, stelt het bestuur van het Fonds voor Cultuurparticipatie de aanvrager daarvan in kennis en noemt hij de termijn waarbinnen de beslissing tegemoet kan worden gezien. Tijdens de behandeling van een aanvraag wordt over de voortgang daarvan geen inhoudelijke informatie verstrekt. Artikel 3.4. Criteria 1. Projecten in de zin van artikel 3.2 worden door de medewerkers van het Fonds voor Cultuurparticipatie beoordeeld op drie criteria, te weten: a) kwaliteit: uit de aanvraag blijkt overtuigend dat het eindresultaat succesvol en van goede kwaliteit zal zijn en daarbij is de begroting redelijk en sluitend; b) samenwerking: de inhoudelijke uitwisseling tussen de partners is gedegen, goed uitgewerkt en heeft een innovatief karakter waardoor de slagkracht van het project wordt vergroot; c) effect: het project draagt bij aan de ontwikkeling en vernieuwing van de kunstbeoefening in de vrije tijd en geeft een impuls aan of is een goed voorbeeld van kunstbeoefening in de vrije tijd waarbij een betere aansluiting van het aanbod op de veranderende wensen van de kunstbeoefenaars in de vrije tijd wordt gerealiseerd. 2. Om voor subsidie in aanmerking te komen moet een aanvraag op alle in het vorige lid genoemde criteria positief beoordeeld zijn.
Paragraaf 4: Verplichtingen, verantwoording en vaststelling Artikel 4.1. Aan de subsidie verbonden verplichtingen 1. De subsidieontvanger meldt zo spoedig mogelijk aan het bestuur als: a) de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of niet geheel zullen doorgaan; of b) niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; of c) er aanzienlijke inhoudelijke, artistieke, organisatorische of zakelijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt. 2. De subsidieontvanger is verplicht in de Maak mee-fase van het platform inhoudelijk verslag te doen van de voortgang en uitvoering van het project. 3. Het bestuur kan bij beschikking andere dan de in het eerste en tweede lid van dit artikel opgenomen verplichtingen aan de subsidie verbinden. Artikel 4.2. Verantwoording, voorschotten,vaststelling en betaling De verantwoording, bevoorschotting, vaststelling en betaling van de subsidie geschiedt overeenkomstig het daarover bepaalde in artikel 27, 28b en 29 van het Algemeen Reglement van het Fonds voor Cultuurparticipatie.
Paragraaf 5: Overige Bepalingen Artikel 5.1 Inwerkingtreding 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij is geplaatst. 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2017. Op bezwaar- en beroepsprocedures die op dat moment nog niet zijn afgerond, blijft het bepaalde in deze regeling van overeenkomstige toepassing. Artikel 5.2 Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling Jij maakt het mee Fonds voor Cultuurparticipatie 2013–2016. Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst. Het bestuur van het Fonds voor Cultuurparticipatie, namens deze: J.J.K. Knol directeur
3
Staatscourant 2013 nr. 29620
21 oktober 2013
TOELICHTING DEELREGELING JIJ MAAKT HET MEE FONDS VOOR CULTUURPARTICIPATIE 2013–2016 Algemene toelichting De Deelregeling Jij maakt het mee Fonds voor Cultuurparticipatie 2013–2016 (hierna: JMHM) maakt deel uit van het programma Versterking Actieve Cultuurparticipatie van het Fonds voor Cultuurparticipatie waarvan de hoofdlijnen onder de noemer Innovatie Amateurkunst zijn neergelegd in het beleidsplan 2013–2016 van het Fonds voor Cultuurparticipatie dat is gepubliceerd op 30 januari 2012. De regeling JMHM is als aparte regeling opgesteld, omdat het Fonds voor Cultuurparticipatie de mogelijkheid wil hebben om directer te communiceren met de sector, aanvragers en publiek. Binnen de structuur, een tenderregeling, van de Deelregeling Versterking Actieve Cultuurparticipatie Fonds voor Cultuurparticipatie 2013–2016, was hiervoor slechts beperkt ruimte. Met de deelregeling JMHM wil het Fonds voor Cultuurparticipatie bijdragen aan een aantrekkelijk en passend aanbod voor kunstbeoefening in de vrije tijd. Veel Nederlanders beoefenen kunst in de vrije tijd. De vorm en de inhoud van deze kunstbeoefening is aan verandering onderhevig. Internet biedt allerlei nieuwe presentatiemogelijkheden en er ontstaan nieuwe kunstuitingen, disciplines worden gecombineerd. Er is meer aandacht voor het bereiken van bijzondere doelgroepen en de kunstbeoefening wordt vaker in lossere verbanden uitgevoerd. Het voorleggen van conceptaanvragen, het indienen, de behandeling en de beoordeling van de aanvragen verloopt via een interactief digitaal platform. Met dit platform creëert het Fonds voor Cultuurparticipatie een directere communicatie tussen aanvragers en het Fonds voor Cultuurparticipatie, en tussen aanvragers onderling. Ook betrekt het Fonds voor Cultuurparticipatie het publiek bij het tot stand komen van projectplannen en bij de beoordeling van deze plannen. Het platform bestaat uit drie fasen. In de Denk mee-fase leggen aanvragers ideeën of conceptaanvragen voor en krijgen zij vanuit het Fonds voor Cultuurparticipatie en het publiek adviezen om hun aanvraag te versterken en te verduidelijken. Een aanvraag verblijft maximaal 6 weken in deze fase. Binnen deze periode dient de aanvrager zijn uitgewerkte projectplan in als subsidieaanvraag in de Beslis mee-fase. In de Beslis mee-fase wordt de aanvraag beoordeeld door een gecombineerde waardering van het publiek en het Fonds voor Cultuurparticipatie. De beoordeling op het platform wordt als advies voorgelegd aan het bestuur van het Fonds voor Cultuurparticipatie, dat een definitief besluit neemt over de subsidieaanvraag. In de Maak mee-fase informeert de aanvrager het Fonds voor Cultuurparticipatie en het publiek over de uitvoering van het project.
Artikelgewijze toelichting Artikel 1.3 lid 1 Subsidieplafond Omdat de regeling pas in werking treedt op 15 oktober 2013 is het subsidieplafond voor 2013 naar rato vastgesteld op € 100.000.
Artikel 1.5 lid 2 c Startdatum project Bij podiumkunsten vormt de datum waarop de repetities beginnen het moment van aanvang van de activiteit.
Artikel 1.5 lid 2 sub h De totale variabele projectkosten mogen niet meer dan € 30.000 bedragen Tot de variabele projectkosten behoren alleen de investeringen die direct op de realisatie van het project zijn gericht. Lasten die op enigerlei wijze tot de normale exploitatiekosten kunnen worden gerekend, zoals bijvoorbeeld uniformen, atelierinrichting, filmcamera’s, muziekinstrumenten en investeringen die niet direct op de realisatie van de activiteit zijn gericht komen niet voor ondersteuning in aanmerking. De maximale variabele projectkosten omvang is bepaald op € 30.000 omdat het Fonds voor Cultuurparticipatie zich met deze regeling specifiek richt op kleine en experimentele projecten. De beoordelingssystematiek via het online platform laat het niet toe om uitgebreide projectplannen, waarvan sprake is bij dure projecten, te toetsen.
4
Staatscourant 2013 nr. 29620
21 oktober 2013
Artikel 2.2 Hoogte van de subsidie Het Fonds voor Cultuurparticipatie subsidieert maximaal 50 procent van de totale variabele projectkosten. Het maximum toe te kennen bedrag van uit het Fonds voor Cultuurparticipatie bedraagt € 5.000.
Artikel 3.3 lid 2 Beoordeling In de Beslis mee-fase van het platform wordt de aanvraag beoordeeld. Een aanvraag verblijft maximaal 2 weken in de Beslis mee-fase. Het Fonds voor Cultuurparticipatie beoordeelt de aanvraag aan de hand van de criteria van de regeling en geeft op basis van deze beoordeling tussen de 0 en 50 sterren. Het publiek spreekt zijn waardering uit door het project zijn stem te geven. De rekenkundige waarde van de individuele publiekstem varieert naar gelang het aantal stemmers. In die zin dat de totale waarde van alle publiekstemmen maximaal 50% van het totaal te verdienen sterren kan zijn. Dit betekent dat ook het publiek maximaal 50 sterren kan leveren. Bij een totaal van 75 sterren of meer krijgt de aanvraag een positief advies, bij minder dan 75 sterren krijgt de aanvraag een negatief advies.
5
Staatscourant 2013 nr. 29620
21 oktober 2013