NUMERI – Thorastudie van Ariel Berkowitz 39 Parasjah Choekath, tqx (= Wet) Torah: Bemidbar 19:1-22:1 Haftarah: Sbofetiem 11:1-33 Welke reden zag Hij om hen door middel van slangen te bestraffen? De Heilige, gezegend zij Hij, zei daarom: "Laat de slang, die als eerste laster introduceerde, komen en diegenen, die laster spreken, bestraffen." (Bemidbar Rabbah 19:22) Mini-Mysteries Behalve de opening-parasjot van Beresjiet hebben erg weinig Thora gedeelten belangrijker gebeurtenissen in zich dan die nu voor ons ligt. In deze Sidra leren we over de as van de rode koe; de wateren van Meribah; de dood van Aharon en Mirjam; de omhooggestoken slang; de eerste veldslagen van deze nieuwe generatie als zij naar de hoek van het Beloofde Land reisden en hun kampement tegenover Jericho hadden op de vlakten van Moab. Toch, ondanks alle acties hierin, zijn er dan soms andere parasjot, die nog meer mysteries bevatten dan deze heeft? Wat is het mysterie van de rode koe? Hoe en waarom werkt het? Wat was de zonde van Mosje, waarmee hij het recht verspeelde om het Beloofde Land binnen te gaan? Hoe genas het kijken naar een koperen slang op een paal diegenen, die door echte slangen waren gebeten? Vanwege deze redenen hebben we ervoor gekozen om dit wekelijkse commentaar Mini-Mysteries te noemen. Als we onze studie van enkele van deze mysteries voortzetten, dienen we de grotere context van Bemidbar in ons geheugen te prenten. Achter iedere gebeurtenis of passage van Bemidbar liggen er twee snoeren van gedachten: 1) Voorbereidingen voor het wonen in het Beloofde Land. 2) Vervulling van de gerechtelijke belofte van de Heer, dat behalve voor Kaléw en Jehosjoea, de huidige generatie van mensen van twintig jaar en erboven het land niet zouden binnengaan. Vele gebeurtenissen in Bemidbar zijn vanwege deze redenen zo vastgelegd. Indeling:
Het Eerste Mini-Mysterie - De Rode Koe. Het Tweede Mini-Mysterie. - De Zonde van Mosje en Aharon. Het Derde Mini-Mysterie. - Dood en Weigering Het Vierde Mini-Mysterie - De Helende Slang. Het Vijfde Mini-Mysterie - De Geheime Geschriften.
Het Eerste Mini-Mysterie - De Rode Koe: Het onderwijs over de as van de rode koe vindt men in hoofdstuk 19. De verzen 1-10 beschrijven de procedure en de verzen 1-22 geven ons enkele voorbeelden van zijn toepassing. De tekst noemt de onderwijzing over de rode koe een choekat haTorah = hrwth tqwx. Een choekah = hqwx wordt gewoonlijk beschouwd als een onderwijzing, waarvoor géén rationele uitleg blijkt te bestaan! Het moet slechts worden ontvangen en door geloof worden gehoorzaamd. Als dat waar is, dan hebben we hier een uitstekend voorbeeld daarvan in het ritueel van de rode koe. Het is een moeilijke kwestie! Een eminent Mishnah commentator zegt ervan: "Deze ordinantie gaat voorbij aan het menselijk begrip en is de geheimzinnigste rite in de Schriften geen van de talloze pogingen om het te verklaren is voldoende overtuigend." M.a.w. wat we hier hebben, is een echt mysterie! Het mysterie zit niet in de details van het ritueel. Zij zijn duidelijk. Een volmaakt .rode (vrouwelijk!) koe, die nooit onder een juk was, werd buiten het kampement gebracht, waar zij geslacht werd onder het toezicht van de hogepriester. Er werd wat bloed in de richting van de Misjkan gesprenkeld. Daarop werd de koe op het altaar verbrand en de as werd gemengd met water, hyssop, cederhout en een karmoezijnen draad. Dit mengsel werd zorgvuldig opzij gezet om te worden gebruikt in het reinigingsproces van iemand, die tam 'ei was, speciaal door contact met een dood mens. De Mishnah geeft zelfs meer specifieke details over hoe het ritueel uitgevoerd werd, in het bijzonder gedurende de Tweede Tempel periode. Zelfs een heel tractaat, Parah, is aan dit onderwerp gewijd. Onbeantwoorde Vragen: Terwijl er een overvloed aan informatie bestaat met betrekking tot het ritueel is er weinig kennis met betrekking tot de betekenis van het ritueel. Daarin ligt het mysterie! Want, bijvoorbeeld, waarom is er een rode koe voor dit doel gekozen? Bovendien, waarom, wordt paradoxaal de persoon, die de as maakt van de koe, die gebruikt wordt om te reinigen, zelf tam 'ei en behoeftig voor dezelfde as, die hij juist - 20 -
NUMERI – Thorastudie van Ariel Berkowitz
bereidde? Joodse geleerden onderzochten de tekst, aangeduid met het acronym PARDES: P'sjat,-Rèmèz, Drasj en Sod. P'sjat = letterlijke uitleg, Rèmèz = hint, Drasj = allegorie, betekenis onder de oppervlakte, Sod = mystieke betekenis. We beperken ons tot P'sjat en Drasj. De G'ddelijke kus -P'sjat: Eén van de meest algemene benaderingen om dit ritueel te begrijpen is d.m.v. van P'sjat, de letterlijke of rationele interpretatie. Rambam was hiervan de voornaamste aanhanger. Volgens zijn standpunt is er geen reden om te proberen uit te vinden wat G'd geheim heeft gehouden. We moeten het juist maar doen. Bij het vasthouden aan dit inzicht hebben de wijzen naar dit ritueel verwezen als iets als een "G'ddelijke kus" HaSjem gaf Zijn beste en meest geheime gebod in de vorm van een G'ddelijke kus, zoals in de innigste intimiteit een verliefde aan zijn liefste geeft. Vanwege de zeldzaamheid van de rode koe en het dure ritueel is het aantal mensen, dat aan deze reiniging deelneemt erg beperkt. Er hebben slechts zeven van zulke rode koeien bestaan vanaf Mosje tot het einde van de Tweede Tempel. De Heilige heeft opzettelijk deze intimiteit beperkt tot alleen enkelen. Een nader onderzoek - Drasj: De Drasj benadering "richt zich in de eerste plaats op de moeilijkheid om grip te krijgen op de reden achter deze mitzvah, speciaal op zijn schijnbare paradox." Rabbi Levi vertelt dat de Heer de diepste betekenis van het ritueel van de rode koe aan Mosje openbaarde toen Hij hem onderwees, dat elk geval van verontreiniging verwijderd kon worden, behalve de verontreiniging van de kohaniem. Voor dezen kon volgens Rabbi Levi "de as van de rode koe reiniging geven." Een andere uitleg gegeven door de midrasj is dat het ritueel van de rode koe het enige van alle offerandes of rituelen voor G'd is, dat een vrouwelijke koe gebruikt. Waarom? "Laat de rode koe komen en verzoenen voor het incident met het Gouden Kalf." (Wel wordt een koe voor individueel gebruik genomen en het vrouwelijke mag gebracht worden voor een zondoffer (Wajikra 4: 22,23). Maar hier is de koe rood, omdat rood overal in de primitieve culturen met bloed wordt geassocieerd. Aldus voegt de rode huid van de koe symbolisch iets aan de hoeveelheid bloed in het asmengsel toe, evenals de karmozijnen draad en het rode cederhout! De midrasj licht ons in, dat wij juist de schijnbare paradox zouden moeten accepteren zonder het ons af te vragen. In feite bevatten de Geschriften .verscheidene andere zulke paradoxen, welke net zo moeilijk zijn uit te leggen. Echter in het einde geldt: "De dingen die voor jou in deze wereld verborgen zijn, zal je zien in de Komende Wereld zoals een blinde, die zijn zicht herkrijgt." Niet Joodse commentatoren zijn nog zwijgzamer over de betekenis en symboliek van deze speciale ceremonie. Zij zijn echter vlug om te verwijzen naar het feit, dat de as van de rode koe genoemd wordt in Hebreeën 9:11-14 in verband met de verzoening van Jesjoea. Deze passage legt uit, dat wat ook de paradoxen en de ingewikkeldheden van het rode koe ritueel ook betekent, een ding zeker is: de Verzoening van Jesjoea maakt een eind aan dit ritueel van reiniging. Want de as bewerkte alleen een uitwendige reiniging, dat is dat deze in de gegeven situatie tahor verleende aan wat tam 'ei geworden was, terwijl de reiniging van Jesjoea de gelovige totaal en voor altijd van binnen reinigt. Dat kan ook gebeuren aan ons aardse kleed, ons binnenste wordt radicaal veranderd om te functioneren in een andere wereld waar tahor en tam'ei niet relevant zijn. Dit komt vanwege het wonder van de nieuwe geboorte door G'd bewerkt in ons allen, die werkelijk ons geloof gesteld hebben in de eens en voor altijd gedane en voldoende verzoening van Jesjoea. Het Tweede Mini-Mysterie. - De Zonde van Mosje en Aharon. Hoofdstuk 20 van Bemidbar bevat een ander moeilijk raadsel om op te lossen. Het centreert zich op het verhaal van een andere klacht van de kinderen Israël’s, nl. dat zij niet genoeg water hadden. Zoals gewoonlijk begonnen zij te eisen om terug te gaan naar Egypte. Mosje en Aharon brachten de zaak terstond voor de Heer in de Tent der Samenkomst, waar G'd hen hun antwoord gaf. Hij zei: "Neem de staf en breng de gemeente in vergadering bijeen, jij met je broer Aharon en spreken jullie dan, voor hun ogen, tegen de rots, dat die het water, dat hij bevat, afgeeft; zo zal je voor hen water te voorschijn laten komen uit de rots en de gemeenschap en hun vee laten drinken."(20:8) Mosje en Aharon brachten de verzamelde menigte voor de rots bijeen en toen zei hij - Mosje - tegen hen: "Luisteren jullie toch eens, jullie die altijd weer in opstand komen, moeten we soms uit deze rots water voor jullie te voorschijn brengen !?" Mosje hief zijn hand op en sloeg met zijn staf tweemaal op de rots. Er kwam veel water uit, zodat het volk kon drinken en ook hun vee (20:10-11). G'ds bestraffing op Mosje's handeling kwam onmiddellijk vanwege "niet voldoende vertrouwen" en "om niet Mijn - 21 -
NUMERI – Thorastudie van Ariel Berkowitz
volle Heiligheid aan de kinderen Israël’s te laten zien". Daarom mochten Mosje en Aharon “deze gemeenschap niet brengen in het Land, dat Ik hun geef” (20:12). Het mysterie is: Wat deden Mosje en Aharon verkeerd? Omdat de reden voor veel commentatoren vaag is, zijn er een reeks van veronderstellingen ongehoorzaamheid, opstandigheid, toorn, arrogantie - waarom G'd zo'n strenge straf aan de beide broers heeft opgelegd. Welke misdaad deden zij? (Zie ook 20:24,25) Of hield G'd het opzettelijk vaag tegenover de beide geloofshelden? De Joodse commentator Luzzato accepteerde de eenvoudige interpretatie van Rashi, dat Mosje (en Aharon) op G'ds bevel hadden moeten spreken tegen de rots. Het Derde Mini-Mysterie. - Dood en Weigering: Het overgrote deel van deze parasjah gaat over het verhaal van dood en weigering voor doorgang. Beiden, Aharon en Mirjam, stierven. Een mysterie is waarom Israël niet rouwde om Mirjam, zoals zij voor Aharon (vs 29) deden. Verder leren we in deze parasjah over de weigering van Edom en Moab om de kinderen Israël’s via hun land doorgang te verlenen op weg naar Kanaän. De puzzel is, waarom werd Israël de doorgang via Edom en Moab geweigerd? Of m.b.t. hetzelfde, waarom ging Israël in die richting het Beloofde Land binnen in plaats van uit het Westen of uit het Zuiden? Laat ons deze onderwerpen wat verder uitwerken. Grote rouw: Mirjam's dood kreeg bijna geen aandacht. De tekst zegt er nauwelijks iets over. Maar dat is anders met de dood van Aharon. Ons wordt in 20:28 verteld, dat Mosje en EI'azar, Aharon's oudste zoon, na het begraven van Aharon de berg Hor afdaalden. Toen de hele gemeenschap zag, dat Aharon was heengegaan weende heel het Huis Jisraël dertig dagen om Aharon (vs.29). De rouw om Aharon was dus uitgebreid, want hij was een groot man en hij was hogepriester geweest. Ieder kende hem. Aharon wordt in de Joodse gedachte als vredestichter beschouwd. Rabbi Hillel gelast iedere man om een talmied van Aharon te zijn, van vrede te houden en vrede na te jagen, zijn naasten lief te hebben en hen nader tot de Torah te brengen. Wat Mirjam betreft: hoewel ze in haar soort een grootse vrouw was, zou de gemeenschap zich maar al te goed herinneren, dat zij Mosje bekritiseerd had over zijn huwelijk met de Ethiopische vrouw. Dit kan de hoofdreden zijn, waarom we niets lezen over een nationale rouw over haar dood. Op mars: De natie begon manoeuvres te maken om hen in de juiste positie te brengen, van waaruit zij het Land konden binnentrekken. De ingang, die de Heer voor hen koos, was vanuit het Oosten. Echter vanuit Egypte komend, zou de meest logische ingang vanuit het Zuiden en Westen geweest zijn. Blijkbaar kan de Heer hebben gevoeld, dat zij nog niet klaar waren om een sterke Filistijnse militie in het Westen te ontmoeten. Ook blijkt dat strategisch een ingang vanuit het Oosten zou hebben gediend om het moeilijker te maken voor de toenmalige bewoners om het Land te verdedigen. De Strijd met de Koning van Arad: Hoofdstuk 21 beschrijft de eerste officiële ontmoeting met de Kanäanieten op bet slagveld. G'd leidde hen in de strijd met de Koning van Arad, een Kanaänietische stad. We dienen ons te herinneren, dat de Kanaänieten niet met elkaar verenigd waren. Hun steden waren verspreid door het hele Beloofde Land, hoofdzakelijk in de dalen en in het Jordaandal. Het waren voornamelijk stad-staten, enkele ommuurd en andere niet. Wanneer er een gemeenschappelijke vijand was, tendeerden zij om zich te verenigen. De term Kanaäniet was een geslachtsterm voor de stammen van de nakomelingen van Kanaän. Daarom vinden we de namen Jebusieten, Amorieten, Girgasieten en Hivieten allen onder de grotere term Kanaänieten. In 21:1-3 waren de Kanaänieten niet verenigd. De Israëlieten versloegen de koning van Arad. De Israëlieten beloofden de Heer, dat als Hij hun de overwinning schonk, zij "hun steden" tot "ban goed zouden verklaren" = ~rxy = "wijden of plaatsen onder een ban". In feite is het van dezelfde stam voor datgene, wat zij Chormah = hmrwx noemden. Het betekent dus een collectieve naam voor alle verwoeste steden! In de tweede plaats wijden zij de plaats aan de Eeuwige. Een Chronologisch Probleem?: Israël had in Bemidbar20:20 al gemerkt dat Edom met een sterke troepenmacht hun de doorgang versperde. Hoe kan bet dan dat de Koning van Arad in het Zuiderland oorlog met Israël voerde? Was Israël in aantocht over de weg van Ha'atariem = Derech haAtariem = ~yrtah $rd = de weg der - 22 -
NUMERI – Thorastudie van Ariel Berkowitz
verspieders? Het lijkt erop dat de Koning van Arad Israël aanviel, terwijl zij niet van plan waren langs die weg verder te gaan om het Land te veroveren. De Weigering van Edom: Zij hadden formeel de koning van Edom gevraagd om te mogen passeren langs de koninklijke weg, dat was een binnenlandse route die van Eilat door Edom en Moab liep naar Damascus en Mesopotamië (zelfs wagens waren 2200 jaar voor de gewone jaartelling langs die weg mogelijk). Het verzoek werd met machtsvertoon van Edom geweigerd (20:20-21). Blijkbaar speelde de vete tussen Esau en Ja'akov hier nog een rol in! De Strijd met de Amorieten: Na om Edom heengetrokken te zijn, bewoog Israël zich over een klein stuk Moabitisch gebied naar het land van de Amorieten. Ze hadden een kampement aan de Moabitische zijde van de rivier de Amon. Vanuit deze oostelijke kant veroverden zij Chesbon op de machtige Koning Sichon. En later versloegen zij de Koning Og en namen zijn gebied Bashan (de Golan hoogvlakte). Deze veldslagen werden gewonnen vanwege de wil van de Eeuwige! De Legering: van Israël tegenover Jericho: Israël bleef hier gelegerd tot de dood van Mosje. Het Vierde Mini-Mysterie - De Helende Slang: Nu in 21: 4-9 worden we geconfronteerd met nog een vierde mysterie: een koperen slang, die de bekwaamheid had om mensen van slangenbeten te genezen! De context voor deze wonderbewerkende slang is één, waarin we de kinderen Israël’s op een ander tijdstip vinden, klagend over het voedsel dat G'd genadig voor hen verstrekte. Zoals gewoonlijk, volgde op hun klacht hun gebruikelijke pleidooi om terug te keren naar de verrukkelijke keuken van Egypte, vergeleken met het 'waardeloze', 'verachtelijke' manna, waarvan de Heer hen voorzag. Om de zaak nog erger te maken, lagen ze dit keer niet alleen met Mosje overhoop zoals in het verleden het geval was, maar ook met de Heer Zelf (21:5). Het Wegnemen van de Bescherming: Als antwoord op deze aan de Eeuwige getoonde verachting, zond G'd vurige slangen naar hen, die velen van de Israëlieten beten. In werkelijkheid was dit iets van een wonder in vermomming. Want zij hadden veertig jaar in de wildernis gewoond, een plaats die onveilig gemaakt was met slangen en schorpioenen. Het is een echt wonder, dat zij nooit tot op deze gebeurtenis gekweld werden door deze dodelijke ondieren. In werkelijkheid liet G'd de slangen los, voor wie Hij hen tot dan had beschermd in plaats van wonderbaarlijk zenden van elders. Het wonder zat hem in de bescherming van de voorbije 40 jaar, niet in het zenden van de slangen. De Helende Slang: Het is zeer passend, dat we in dit hoofdstuk spreken van wonderen in deze passage. Een wonder is het, dat Israël oprecht zijn zonde tegen de Heer berouwt door hun zonde tegen de Heer te belijden in 21:7 en zich ervan af te keren. Maar een zelfs nog groter wonder volgde daarop. Reagerend op hun berouw instrueerde G'd Mosje om een kopie van één van de giftige slangen te maken en het op een 'paal' te plaatsen. Allen, die ernaar zouden kijken, zouden van hun slangenbeet worden genezen. Mosje gehoorzaamde en vormde er één uit koper. Hij plaatste hem op een paal. Het is fascinerend dat het Hebreeuwse woord voor "paal" ook hetzelfde woord is voor "wonder"= nes = sn. Juist zoals een paal wordt opgericht en gebruikt als een standaard drager voor mensen om te zien, zo is het ook een wonder. Het is opgericht voor allen om iets prachtigs, iets verhevens en ontzagwekkends over G'd te zien. In dit geval, bracht de nes de genezing voort door de daad van het kijken op de koperen slang. De vraag blijft echter hoe het kan dat mensen genezen werden van hun slangenbeten door alleen maar te kijken naar de koperen slang op een paal. Bovendien, wat onderwees G’d ons hierdoor? Natuurlijk blijft het antwoord op deze vragen een groot mysterie voor veel commentatoren. Voor enkelen, komt de Mishnah er misschien het dichtste bij in de uitleg van de betekenis van deze hele gebeurtenis. Hierin werd verteld, dat het niet de slang zelf was, die de genezing deed. Veeleer: "Wat het aanwees, is dat wanneer Israël zijn gedachten naar boven keerde en hun harten aan hun Vader in de hemel onderwierpen, zij genezen werden - maar anders kwijnden zij weg." - 23 -
NUMERI – Thorastudie van Ariel Berkowitz
Die Andere Paal: In werkelijkheid is de Mishnah niet ver van de waarheid. Echter, hij wijst onbewust naar een realiteit, waartegen de samenstellers van de Mishnah sterk bezwaar zouden hebben. Het complete antwoord voor dit mysterie wordt in Jochanan 3:12-15 gevonden. Hier wordt de verzoening van Jesjoea vergeleken met de koperen slang. In feite kunnen we argumenteren, dat dit de reden is, waarom G'd de koperen slang op een paal had gezet - om daarmee een beeld van het werk van de Messias weer te geven. De waarheid is dat we naar boven dienen "te kijken." Specifiek juist zoals de -'koperen slang allen genas die naar hem "keek" uit gehoorzaamheid aan G'ds Woord, zo ook was Jesjoea verhoogd aan de "paal", zodat allen, die door de "slang" worden gebeten, vergiftigd zijn door het gif van zonde, kunnen worden genezen van die zonde door Jesjoea's verzoeningsdood. Jochanan 3:15 bevestigt dat "iedereen die gelooft (G'd op Zijn Woord aanneemt) in Hem eeuwig leven heeft." Bovendien, juist zoals de "paal" ook een "wonder" was, zo was ook de verzoening van Jesjoea een wonder. G'd accepteerde het bloed van één volmaakt Man in de plaats van zondaars. Maar Hij hield de offerande niet vast in de dood. Drie dagen later stond Jesjoea op uit de dood! Dit was inderdaad een groot wonder! Dus de "paal" werd een wonder daar het de volmaakte verzoening hielp tot stand brengen, bewerkstelligd door de Zoon van G'd voor allen, die hun geloof in Hem stellen. Waar is de koperen slang?: Israël bewaarde de koperen slang enkele eeuwen. Echter werd de koperen slang tenslotte een voorwerp van afgodische eredienst. Koning Jehizkiah vernietigde hem daarom (Melachiem beth 18:4). Romeinen 11 vertelt ons dat heel Israël naar de Messias zal kijken en worden gered! Het Vijfde Mini-Mysterie -De Geheime Geschriften: Het slotgedeelte van deze parasjah wijst de richting van de Israëlitische mars voor ons aan, vanuit de wildernis door Transjordanië en in de vlakte van Moab tegenover Jericho. Wij zien tijdens deze mars de eerste nederzettingen van enkele Israëlieten, volgend op hun overwinningsoorlog tegen de Amorieten, ten oosten van de Jordaan. Dit is een uniek gedeelte van de Thora, omdat het drie bijzondere gedichten citeert: twee uit buitenbijbelse geschriften en een lied door de Israëlieten samengesteld. Oorlogen van de Heer: Het eerste gedicht is uit "Het boek van de oorlogen van de Heer." Het doel van dit citaat is om de 'claim' in 21:13 te ondersteunen, dat, dat de rivier de Amon de grens was tussen de Moabieten en de Amorieten. Daarbuiten dat is dit citaat belangrijk omdat het laat zien, dat er "literaire activiteit was in de dagen van Mosje." Het boek blijft een mysterie voor ons. We kennen de schrijver ervan niet, ofschoon de Joodse traditie het toeschrijft aan Avraham. De geleerden hebben moeite met de vertaling van de eerste regel van dit gedicht (21:14). Er staat volgens Dasberg: "Vahéw in een stormloop" = Vahew b'Soefah = hpwsb bhw-ta. "Het Lied van De Bron": Een kort Israëlitisch lied wordt gevonden in vers 17 om de welkome vondst van een bron in Moab te gedenken. De vondst van een bron in deze droge wildernis was altijd de gelegenheid voor zang en dans. Harrison suggereert: "De verscheidene lijnen van de compositie werden antifoon gezongen met waarschijnlijk drie groepen, die ieder een regel zongen." De Midrasj stelt vast dat Mosje en G'd in deze lofzang niet voorkomen! Dat is inderdaad opmerkelijk daar het G'd was, die hen in deze richting deed optrekken. De Midrasj geeft de volgende redenen: "Waarom is Mosje niet vermeld in deze context? Omdat hij zijn bestraffing aan het water te wijten had en niemand prijst zijn beul. Waarom is de Naam van de Heilige, gezegend is Hij, niet vermeld? Dit kan geïllustreerd worden door het geval van een gouverneur, die een feest gaf voor de koning. De koning vroeg: "Zal mijn vriend er zijn?" "Neen", werd hem verteld. Hij zei daarop: "Dan ga ik daar ook niet heen." Op vergelijkbare wijze zei de Heilige, gezegend is Hij: "Omdat Mosje daar niet is vermeld, wil Ik ook daar niet worden vermeld." "Het Lied van Chesbon": Het laatste bijzondere citaat van een buitenbijbelse oorsprong staat in Bemidbar 21:27-29. Dit citaat komt in het kielzog van de Israëlitische overwinning over Sichon, de koppige koning van Chesbon - 24 -
NUMERI – Thorastudie van Ariel Berkowitz
van de Amorieten. Israël vroeg hem om een doorgang. Hij weigerde! Dus gaf de Heer Israël bevel om het zwaard tegen hem op te nemen. Om hun overwinning te gedenken citeerde Mosje enkele beroemde spreekwoordelijke gezegden om de Israëlietische overwinning over de Amorieten te vergelijken met de vroegere Amorietische zege over de Moabieten. Enkele mensen denken, dat dit lied oorspronkelijk een Amorietisch lied geweest is om hun overwinning op de Moabieten te vieren. Als dat het geval is, dan nam Israël deze ballade over en adopteerde het voor hun overwinningsviering van de Amorietische samenstellers. Later nam de profeet Jirmejahoe (Jirm. 48:45 en Bemidbar 21:28) dit zelfde lied op in zijn oordeelsprofetie over Moab. Hij voorzegt de val Van Moab en zijn afgod Chemosj. Jirmejahoe voorspelt echter ook de uiteindelijke restauratie van de Moabitische natie door de Heer Zelf in de laatste dagen, als Hij ze naar Zichzelf toekeert. Zijn het geïnspireerde geschriften?: Belangrijk is dat de Heilige, door Zijn Geest, Mosje instrueerde om deze buitenbijbelse liederen en gezegden in Zijn Woord te doen opnemen. De perfecte vastlegging maakten de bijzondere citaten tot een deel van het onfeilbare, geïnspireerde en gezaghebbende Woord van G'd. Studievragen: 1. Hoe leg je het "mysterie" van de rode koe uit? Waarom vertaalt zich de behandeling van zijn as in tam 'ei voor de één, wanneer deze zelfde as geproduceerd werd om een tam 'ei status in een tahor status te helpen veranderen? 2. Waarom werden de drie componenten, vermeld in 19:6, toegevoegd aan het water en de as van de rode koe? 3. Waarom werden mensen, die in contact met dode mensen kwamen, zelfs ofschoon zij het lijk dienden te begraven, tam 'ei genoemd? 4. Waarom klaagden de Israëlieten opnieuw in 20:2-13? 5. Wat was het antwoord van Mosje en Aharon op deze klacht? 6. Wat zei G'd hun te doen? 7. Wat was hun zonde? 8. Waarom was de zonde van Aharon en Mosje erg genoeg om hen het voorrecht te ontnemen om Israël in het Beloofde Land te leiden? 9. Hoe heiligde G'd Zichzelf tenslotte door Aharon en Mosje (20:13)? 10. Waarom denk je dat Edom Israël niet door hun gebied wou laten passeren? 11. Waarom verbood G’d Israël om de strijd aan te binden met de Edomieten? 12. Waarom werd Aharon naar een berg genomen om er te sterven? 13. Waarom werd de slag met Arad "Chormah" genoemd? 14. Waarom zond G'd de slangen? 15. Waarom moest Mosje van de Heer een koperen slang maken en die op een paal bevestigen? 16. Welke betekenis, als die er is, heeft het dat het woord voor "paal" en "wonder" in het Hebreeuws hetzelfde zijn? 17. Leg Jochanan's gebruik van dit verhaal in Jochanan hoofdstuk 3 uit! 18. Waarom denk je dat de Heilige Israël het Beloofde Land vanuit het Oosten deed binnengaan, en niet vanuit het zuiden of westen? 19. Wie bezetten tegenwoordig het land van de Amorieten en het land van Bashan? 20. Waarom denk je, zijn er zoveel onverklaarde mysteries in deze parasjah? Of zijn ze echt onverklaard!? Leg uit! J .H. ten Kate 19-6-02 naar Berkowitz
- 25 -