MAGAZINE 44 e jaargang / november 2010 / nr. 8
B e p e r k in g s c h o m m e l i n ge n uitk e r i n gs re ge l i n ge n ”N ie t g ro t e r, m a a r be t e r ” O p b reng stpro gn o s e v e r h o o gd
2
november 2010 nr. 8
In dit nummer
Contact Cosun hoofdkantoor Cosunpark 1 Postbus 3411 4800 MG Breda
076 - 530 32 22
[email protected] www.cosun.nl
Secretariaat raad van beheer T: 076 - 530 33 07 F: 076 - 530 33 00
[email protected] www.cosun.nl/agrarisch
Suiker Unie secretariaat agrarische dienst Postbus 100 4750 AC Oud Gastel T: 0165 - 52 52 52
[email protected] F: 0165 - 52 50 28 www.suikerunie.nl/agrarisch Paulus van den Berg, lid raad van beheer Cosun
Bietenadministratie
Beperking schommeling uitkeringsregelingen
4
Maak werk van kwaliteit in de bewaring
6
Opbrengstprognose verhoogd naar 12,5 ton suiker 7 ”Mijn motto is: Niet groter, maar beter”
8
John Ernest Hans van Hassel
0165 - 52 52 74 0165 - 52 52 70
Financiële administratie Piet Santbergen
0165 - 52 51 23
Teeltzaken Sjaak Kolff
0165 - 52 52 65
Suikersysteem
Unitip uitgebreid met duurzaamheidsmodule
10
Betacal houdt calcium op peil
11
Beet Europe 2010 geslaagd!
12
Lang bewaren van suikerbieten vereist aandacht
14
Rik Gengler (gebied Noord) Arno Huijsmans (gebied Zuid) Pieter Brooijmans (centrale agrarische dienst)
Vraag & Antwoord en Kort Nieuws
16
Agrarische dienst in de regio’s
Helma Braat
0165 - 52 52 73
Management agrarische zaken 050 - 556 14 22 0165 - 52 52 67 0165 - 52 52 78
Gebied Noord
Colofon Cosun Magazine is een uitgave van Koninklijke Coöperatie Cosun U.A. voor leden van Cosun Vormgeving en druk
Robert Verberg Peter Koopmans
06 - 51367564 06 - 51244830
Kees Geschiere Alex Kroon Peter Roelfsema Harry Visser
06 - 53725231 06 - 53342619 06 - 53963367 06 - 53308161
Wim Schrijvers Jan Albert te Velde
06 - 53912813 06 - 22204649
VAN AS, Oud-Beijerland
Noord-Holland en Holland midden Oostelijk en Zuidelijk Flevoland Noordoostpolder Groningen west en noord, Friesland Groningen noordoost en -oost Drenthe noord, -midden en -west, Friesland zand Drenthe oost en -zuidoost Drenthe zuid, Overijssel, Gelderland noord en midden
Gebied Zuid
Redactieraad Jan Willem van Roessel hoofdredacteur PRLT Communicatie eindredactie Pieter Brooijmans Ynego Brouwers Jan Hazen Dirk Jan Kemp Hakkert Gert Sikken
Fotografie in dit nummer
Jurgen Michielsen 06 - 51505371 René van den Eijnden 06 - 51545273 Ynego Brouwers
06 - 20369834
Teun Kleinjan Johan Mol
06 - 22396239 06 - 22371515
Arno Huijsmans
06 - 53963368
CSV COVAS
0493 - 34 89 89 Gelderland-Zuid, Oost-Brabant en Limburg
Royal Cosun, Suiker Unie, IRS en Twan Wiermans © Koninklijke Coöperatie Cosun U.A., 2010
SCS-COC-00750
West Zeeuws-Vlaanderen Oost Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland Walcheren, Noord-Beveland, Schouwen Duiveland en Goeree Overflakkee West-Brabant en Tholen Midden-Brabant, Betuwe, Utrecht en Veluwe Zuid-Hollandse Eilanden en Zuid-Holland vast
november 2010 nr. 8
Van de voorzitter
Werk aan de winkel Op 14 oktober is de grote bietenrooidemonstratie in Lelystad geweest. Perfect georganiseerd door het IRS, PPO, Suiker Unie en Cosun onder leiding van Frans Tijink, directeur van het IRS. De uitkomsten van de test zijn gepubliceerd in de vakbladen. Ook in dit Cosun Magazine staat een verslag. Uiteindelijk kwamen er bijna evenveel buitenlandse bezoekers als Nederlandse. We moeten deze herfst elke werkbare dag benutten om de oogst binnen te krijgen. Veel collega’s hebben de werkzaamheden op hun bedrijf laten prevaleren boven een bezoek aan de demonstratie. Heel begrijpelijk. Lees in ieder geval de verslagen met waarnemingen en nieuwe ontwikkelingen, want er gebeurt veel. Het beste kun je dat beoordelen door de situatie nu te vergelijken met bijvoorbeeld tien of twintig jaar geleden. Onder de huidige moeilijke rooiomstandigheden voor bieten en aardappelen zouden we twintig jaar geleden absoluut met de handen in het haar hebben gezeten. Nu gaat het moeizaam, maar het gaat. Terug naar Beet Europe. De volgende is in 2012 in Seligenstadt bij Würzburg. Hopelijk hebben we dan een herfst die een uitstapje naar Duitsland toelaat.
Toewijzing 2011 De voorlopige toewijzing komt uit op 100%. Sinds 1987, toen deze systematiek werd ingesteld, is daar vaak om gevraagd. Door de keuze van de beste drie uit vijf jaren en door betere rendementen van de fabrieken was er steeds reden het percentage lager dan 100% vast te stellen. Deze effecten zijn de laatste jaren dusdanig geworden, dat we voor 2011 naar 100% kunnen. Ook worden de afzetmogelijkheden voor surplussuiker voor 2011-2012 groter geschat dan afgelopen jaren vooraf werd ingeschat. Cosun geeft een garantie van € 25 af voor 7% van de geleverde surplusbieten. Dat is 2% meer dan afgelopen jaren. Daarmee kunt u rekening houden in uw bouwplan. Nu hoor ik ook al reacties in de trant van ”De laatste jaren is alle surplus tot 100% afgerekend. Dat zal ook voor 2011 wel gebeuren”. Dat is wel erg positief gedacht. In 2009 was het percentage inderdaad hoger, maar dat had alles te maken met de extra exportmogelijkheden. Dit jaar is de surplusproductie niet meer dan 7%. De boodschap van onze kant is niet anders dan voorheen: ga uit van de opbrengsthistorie en de toewijzing.
Jos van Campen
Suikermarktordening In de pers zijn de laatste weken regelmatig berichten verschenen over de suikermarktordening na 2014. Dit naar aanleiding van een conceptnotitie die in de EU-lidstaten circuleert. Een eerste officiële notitie wordt 17 november naar buiten gebracht. In de notitie wordt de vraag gesteld wat er met de quota gebeurt als de suikerregeling eindigt in 2014. Nu eindigen de quota automatisch bij het eindigen van de marktordening. In het verleden ging men er vanuit dat er bij een nieuwe SMO vanzelfsprekend ook nieuwe quota komen. Nu wordt hierbij een vraag gesteld. Niet ingegeven door rationele overwegingen, maar gezien vanuit de politieke invalshoek. De meest genoemde argumenten zijn: Melkquota worden afgeschaft in 2015, en: Quoteringen zijn ’oud beleid’. Inhoudelijk snijdt het geen hout, maar we zullen wel de goede argumenten naar voren moeten brengen.
Coalitie In juni-juli 2011 komen de definitieve voorstellen naar buiten. We hebben dus nog een beetje tijd om de inhoudelijke discussie te beïnvloeden. In Brussel geeft men aan tot half april. Er is voor Cosun, CIBE, CEFS en anderen de komende maanden werk aan de winkel. Net als in 2005, is het van groot belang een zo breed mogelijke coalitie te hebben. Denk aan boeren, industrie, vakbonden, MOL en ACP-landen, NGO’s en mogelijk ook de gebruikers. Ondertussen draait de campagne op volle toeren. De fabrieken verwerken recordhoeveelheden: 21.000 en soms meer dan 22.000 ton bieten per fabriek per dag. Als dat vastgehouden kan worden, zijn we rond de geplande datum klaar. Een ieder die daar zijn bijdrage aan levert: succes.
3
4
november 2010 nr. 8
Ledenraad bezoekt Aviko
Beperking schommeling uitkeringsregelingen De ledenraad vergaderde op 3 november in Zutphen. De raad kreeg informatie over de resultaten van Cosun tot en met het derde kwartaal en de ontwikkelingen op de internationale suikermarkt. Verder stonden de uitkeringsregelingen op de agenda. Na de vergadering is de Aviko-fabriek in Steenderen bezocht.
De voorzitter, Jos van Campen, begon de vergadering met een reactie op berichten in de pers over een afschaffing van de suikerquotering in 2015. Eind 2014 loopt de huidige marktordening af. Het is geen automatisme dat er daarna opnieuw een quotering voor suiker komt. Er zal discussie over komen, zeker omdat de melkquotering in 2015 ophoudt. Dit besluit is jaren geleden genomen, op verzoek van de zuivelsector. Bij suiker ligt dit anders. Zowel telers als suikerproducenten hebben zich uitgesproken voor behoud van de quotering. In Brussel zijn voor- en tegenstanders van
het behoud van de suikermarktordening. We zullen er mee aan de slag moeten om vanaf 2015 een goede regeling te krijgen.
UB/BBU-uitkeringen
Cosun wil in 2011 de verschillen tussen ’oude’ en ’nieuwe’ aandelen opheffen. Vanaf dan wordt de jaarlijkse uitkering op basis van het resultaat van het suikerbedrijf en van de overige activiteiten geheel uitgekeerd als een ledentoeslag op alle quotumbieten. Fiscaal is dit voor
Verkorting ingroei Het terrein van de suikerfabriek in Groningen is overgedragen aan de gemeente. De betaling is binnen. Omdat er nog altijd geen uitspraak is over de sloop van de silo’s, is dit deel van het terrein nog niet overgedragen. Indien de silo’s alsnog gesloopt moeten worden, zal ook dit deel van het terrein na de sloop overgaan naar de gemeente.
Opheffing verschillen
Door de verkoop van het fabrieksterrein wordt het waarschijnlijk mogelijk om de ingroeiperiode van nieuwe aandelen met nog eens vier jaar te bekorten. Dit zou betekenen dat er met ingang van 2011 geen verschillen meer bestaan tussen de aandelen uitgegeven voor en na 1 januari 2007.
Compensatiebedrag
Bij verkorting van de ingroeiperiode wordt als compensatie een extra bedrag van ruim 30 miljoen euro betaald op de quotumbieten die dit jaar geleverd worden op oude aandelen. Dit is ongeveer 10 euro per ton bieten. Vol leveren van de toewijzing is dit jaar dus extra belangrijk.
Cosun gunstiger. Iedereen deelt dan volledig mee in het gehele resultaat van de onderneming. Omdat Cosun een groter deel van het suikerresultaat als ledentoeslag uitkeert, is het resterende resultaat van de coöperatie lager. Ook zal het resterende resultaat beïnvloed worden door de uitkering op basis van de niet-suikeractiviteiten (bij een goed resultaat van bijvoorbeeld Aviko wordt de ledentoeslag hoger, maar daardoor het resterende resultaat van de coöpera-
november 2010 nr. 8
tie lager). Op zich is dit geen probleem. Echter, de uitkeringen die Cosun aan de leden doet bij bedrijfsbeëindiging of bij de omwisseling van aandelen na 30 jaar, zijn afhankelijk van het resultaat van de coöperatie. Een lager resultaat betekent een lagere uitkering bij bedrijfsbeëindiging. Om te zorgen dat deze uitkeringen op niveau blijven, zal de raad van beheer via de uitkering van dividend uit de diverse bedrijven de negatieve effecten van de geplande veranderingen compenseren. De uitkeringen blijven wel van jaar tot jaar variëren onder invloed van het resultaat van de Nederlandse suikeractiviteiten.
Derde kwartaal
De resultaten van Cosun tot en met het derde kwartaal liggen in lijn met de verwachtingen, zoals die zijn uitgesproken na het tweede kwartaal. Suiker Unie en Sensus presteren nog beter dan vorig jaar. Ook Unifine en Nedalco hebben een beter resultaat dan in 2009. SVZ heeft te maken met onderbezettingsverliezen door een slechte fruitoogst. Daarom is het resultaat nog wat lager dan vorig jaar. Aviko had zoals verwacht een moeilijk derde kwartaal. De aardappelprijzen zijn gestegen. De verkoopprijs voor frites ijlt na. Voor volgend jaar biedt de huidige situatie wel mogelijkheden voor prijsverhogingen. Een verandering in de regels aangaande pensioenen heeft dit jaar nog
Aviko Directeur Martin van de Ven informeerde de ledenraad over de manier waarop Aviko inspeelt op de marktontwikkelingen voor frites en andere aardappelproducten.
Maatregelen
In de EU neemt de fritesconsumptie af, maar elders is er nog groei. Voor Aviko is kostenreductie essentieel. Het Aviko-merk zal verder versterkt worden, vooral in Nederland en Polen. Verder zoekt Aviko omzetgroei in onder andere Zuid-Amerika. Daarnaast wil het bedrijf groeien in producten met een hogere toegevoegde waarde en de bestaande productiecapaciteit beter benutten.
Kwaliteit
Steenderen is de grootste fabriek van Aviko. Hier worden ook de partijen aardappelen gesorteerd. De kwaliteit geeft dit jaar problemen. Opvallend was hoe schoon de fabriek is. Op dit punt is er de laatste jaren veel verbeterd.
wel een negatief effect op het resultaat van de onderneming.
Wereldsuikermarkt
Albert Markusse, directeur van Suiker Unie, praatte de ledenraad bij over de ontwikkelingen op de internationale suikermarkt. De afgelopen jaren zijn de prijzen op de wereldmarkt gestegen. Dit, omdat twee jaar achtereen de consumptie hoger lag dan de productie. De suikervoorraden zijn momenteel klein. Voor dit jaar werd een klein productieoverschot verwacht, maar de productie valt iets tegen. Dit heeft de afgelopen maanden geleid tot prijsstijgingen. De prijzen op de wereldmarkt zijn hoger dan die in de EU. Voor de komende tien jaar verwacht de FAO een relatief sterke groei van de consumptie. De productie heeft (enige) moeite om de consumptie bij te houden. De FAO houdt rekening met prijzen voor witsuiker van tussen de 400 en 500 dollar per ton. Daarbij blijft de invloed van weersomstandigheden op de productie en daarmee op de prijzen groot.
Invloed armste landen
Voor de marktbalans in de EU is het heel belangrijk hoeveel suiker er binnenkomt uit de armste landen. Deze landen hebben vrije toegang tot de EU. Momenteel is de import nog beperkt. De wereldmarktprijs is hoog, zodat export naar de EU geen extra voordeel biedt. Dit komt anders te liggen bij lage wereldmarktprijzen. Westerse ondernemingen investeren momenteel in de productie van suiker in de landen die vrij mogen importeren naar de EU. De logistieke kosten voor de aanvoer uit die landen blijven echter hoog. Daarom verwachten we momenteel dat de import beperkt blijft. De importhoeveelheid heeft grote invloed op de prijsvorming binnen de EU. Bij een krappe markt wordt een veel hogere prijs betaald voor suiker dan in een markt met een klein overschot. In de huidige markt is dit merkbaar. Er is weinig import en mogelijk komt er aanstaande zomer een tekort aan suiker. De prijs blijft daardoor op niveau en zou zelfs wat moeten kunnen stijgen. Gezien de onderlinge concurrentie gebeurt dat echter niet.
Ingreep EU
De kans bestaat dat de Europese Commissie ingrijpt als er daadwerkelijk een tekort aan suiker komt. Dat kan zijn met vrije invoer van suiker, een quotumverruiming of het omzetten van surplussuiker in quotumsuiker. Voor de komende jaren zijn de verwachtingen al met al positief, al weten we niet hoe de marktordening uitwerkt als er een periode met lagere wereldmarktprijzen komt. Jan Willem van Roessel
5
6
november 2010 nr. 8
Goede voorbereiding en extra aandacht voorkomt verlies
Maak werk van kwaliteit in de bewaring Met goede voorzorgsmaatregelen is kwaliteitsverlies bij de langdurige bewaring eenvoudig en snel te voorkomen. Bram Nico Scheele en Jacob Speelman hebben ieder hun eigen aanpak om kwaliteitsverlies tegen te gaan.
Bram Nico Scheele uit Ouwerkerk heeft goede ervaringen met laat leveren en structurele bewaring. Hij levert dit jaar 8 ha (de helft van zijn bieten) in de laatste ronde. Bram Nico rooit ze in de tweede helft van november. Na een week dekt hij de partij af met Toptex-doek. Door het doek blijven de bieten droog en is er toch nog voldoende ventilatie.
Gemakkelijk en snel
”Omdat ik een tamelijk brede bietenhoop heb en ik met de bestaande zeilen niet goed uit de voeten kon, heb ik vorig jaar doeken laten maken van 4 bij 25 meter, voorzien van ringen. De doeken leg ik opgerold aan weerszijde bovenaan de
Bram Nico Scheele: ”Snel onder zeil dankzij opgerold doek”
hoop. Ze worden vastgehouden door linten die over de partij liggen. Door de beperkte afmeting zijn ze gemakkelijk op de partij te leggen”, vertelt Bram Nico. ”Bij vorst rol ik de doeken af, zodat de zijkanten goed zijn afgedekt. Dit geeft een bescherming tot -7 graden. Als het harder vriest, leg ik aan de bovenzijde ook nog doek.”
Ventileren
Als de vorstperiode voorbij is en er weer meer ventilatie nodig is, kunnen de zijkanten vrij eenvoudig worden opgeklapt of opgerold, zodat vanaf de onderzijde weer ventilatie mogelijk is. Met deze bewaarmethode maakt het niet uit welke breedte of lengte de partij heeft. ”Ik kan de bieten zo prima vorstvrij bewaren. Met behoud van kwaliteit. De bewaarvergoeding dekt alle gemaakte kosten en verliezen”, aldus Bram Nico.
Ideale levermoment
René Speelman: ”Controleer de temperatuur in de hoop”
Nu de campagne duurt tot half januari gaan ook bij de familie Speelman uit Eerste Exloërmond de suikerbieten langer in de bewaring. Bij Jacob en zijn zoon René gaat een derde (8 ha) in de langdurige bewaring. ”Het ideale levermoment is tussen 20 oktober en 20 november. Dan heb je zo min mogelijk verlies. Het ideale moment van rooien is eind oktober, begin november. Onder droge omstandigheden met het juiste kopwerk en zo weinig mogelijk toeren op de zonnen”, benadrukt Jacob.
Steekthermometer
Speelman legt voor de bewaring aan de oostkant van de partij grote vierkante strobalen als keerwand ter bescherming tegen de vorst. Hij laat de hoop bij voorkeur eerst tien dagen uitluchten. Daarna legt hij er Toptex-doek op en bij vorst stro en als dat nodig mocht zijn plastic. ”Je moet de hoop wel zo snel als kan ventileren. Om de temperatuur in de bietenhoop te controleren gebruik ik een digitale steekthermometer. Voor een goede bewaring is dat belangrijk,” aldus Speelman.
Bewaarverliezen
Speelman houdt ieder jaar de verliezen en de bewaarkosten bij. In 2008 bijvoorbeeld leverde Jacob op 7 januari en kosstte de bewaring hem € 6,50 per ton, bestaande uit 3% geschat gewichtsverlies (€ 1,-), 1% suikerverlies (€ 3,50), strokosten (€ 1,-) en plastic (€ 1,-). Jacob is voorstander van een verlaging van de standaardprijs ten gunste van de vroege en late premie. Speelman is opgevallen dat de suikerverliezen bij koud weer kleiner zijn en dat een ras met een lager suikergehalte minder verlies geeft in de bewaring. Hij praat hierover regelmatig met collega’s. Zijn ervaringen heeft hij ondermeer gedeeld met collega-telers in de Best Practisegroep. Speelman: ”Het zou goed zijn als het IRS meer onderzoek deed naar de kwaliteit in de bewaring.” Ynego Brouwers en Wim Schrijvers
november 2010 nr. 8
Voorlopige toewijzing 2011
De opbrengstverwachting is verhoogd naar 75,5 ton bieten en 16,5% suiker. De surplussuiker zal volledig afgezet kunnen worden. Voor 2011 zal boven
Opbrengstprognose verhoogd naar 12,5 ton suiker
de quotumtoewijzing gegarandeerd 7% surplusbieten kunnen worden afgerekend tegen een basisprijs van € 25.
De bietencampagne is nu halverwege. De eerste helft van de campagne is er veel neerslag gevallen, waardoor de bietenoogst trager en moeizamer is verlopen. In veel regio’s moesten telers en loonwerkers regelmatig de oogst onderbreken. Op 8 november moest er nog 45 % van het bietenareaal geoogst worden. Dat is meer dan de 40 % die gemiddeld op die datum nog in de grond zit.
Tijdig oogsten
Het risico van slechte oogstomstandigheden neemt inmiddels steeds verder toe. Evenals de kans op vorst. Het suikergehalte steeg in de eerste helft van de campagne van 15,5 % naar 17,2%. De grootste stijging deed zich vooral in de eerste helft van oktober voor. Het is zaak de bieten tijdig te oogsten en niet te wachten tot de vorst dat onmogelijk maakt. Bevroren bieten zijn verloren bieten. De bieten laten zitten leidt mogelijk tot beperkte verliezen, maar het risico dat ze bij vorst bevriezen en dan niet meer te verwerken zijn of niet te oogsten neemt dan ook sterk toe.
De bietenoogst vordert gestaag
De fabrieken draaien goed
Grote verwerkingscapaciteit
De fabrieken draaien tot nu toe een uitstekende campagne. Vierverlaten laat al vanaf de eerste week topcijfers zien. In Dinteloord leidde een aantal kleine storingen de eerste weken tot iets lagere productiecijfers, maar vanaf half oktober draait ook deze fabriek regelmatig records. Als de fabrieken goed blijven draaien, zal de campagne duren tot ongeveer 18 januari. Dat is iets later dan de aanvankelijk geplande datum van 14 januari. Bij aanvang campagne rekenden we nog met 71,5 ton per ha. Nu gaan we uit van 75,5 ton. Dus bijna 6% meer bieten. In totaal verwacht Suiker Unie in 2010/2011 ca 860.000 ton suiker te produceren. Dat is 55.000 ton (6,8%) boven het quotum. Deze hoeveelheid kunnen we normaliter goed afzetten als industriele suiker en via export. Suiker Unie kan deze campagne dan ook alle surplusbieten afrekenen.
Uitzaai 2011
In oktober hebben alle telers een voorlopige toewijzing voor 2011 ontvangen. Het toewijzingspercentage voor quotumbieten is voor het eerst 100%. Omdat de basisreferentie iets gedaald is, kan het percentage omhoog. De daling van de basisreferentie komt voort uit het afvallen van het referentiejaar 2005, waarin was uitgegaan van een hoger quotum. De jaren daarna hadden we te maken met quotumkortingen waardoor ook de basisreferentie lager is. Naast quotumbieten staat op de toewijzing 2011 ook 7% surplusbieten vermeld. Suiker Unie zal volgend jaar gegarandeerd 7% surplusbieten afrekenen. Om dit extra goed zichtbaar te maken is dit percentage en de daarbij behorende hoeveelheid bieten ook op de toewijzing vermeld. Of boven deze 7% de surplusbieten doorgeschoven moeten worden of kunnen worden afgerekend, is afhankelijk van de exportmogelijkheden en de wereldmarktsituatie in 2011/2012. Waarschijnlijk zullen surplusbieten boven 7% doorgeschoven moeten worden, omdat er ook volgend jaar onvoldoende exportcertificaten te verkrijgen zijn. Gert Sikken
7
8
november 2010 nr. 8
Paulus van den Berg zoekt rendement in teeltoptimalisering
”Mijn motto is: Niet groter, m Paulus van den Berg , lid van de raad van beheer van Cosun, boert in Bergeijk. In zijn bedrijf draait alles om de optimalisering van de teeltomstandigheden. Schaalvergroting is geen optie.
De collega’s verklaarden hem voor gek: Eind september vrijwillig 14 hectare Emilia en Fernanda rooien, zodat op je bedrijf nationale ploegkampioenschappen kunnen plaatsvinden. En dat terwijl je nota bene zelf al zeven jaar niet meer ploegt. ”Soms moet je een beetje gek doen”, zegt Paulus van den Berg. ”Maar ik heb er geen spijt van gehad. Het was een prachtig feestje en er was heel veel publiek. Het weer was fantastisch. Als het had geregend, had ik misschien spijt gehad. En het suikergehalte van de bieten viel niet tegen: 17,1%, 14.355 kilo suiker per hectare. Vorig jaar zat ik op 19 ton.”
Slechte grond
De organiserende ploegvereniging was er maar wat blij mee dat men in Bergeijk terecht kon. De grond van Van den Berg is niet de gemakkelijkste om te ploegen. De Pielis, het landbouwgebied waar het bedrijf van Van den Berg ligt, was ruim vijftig jaar geleden nog heide. Paulus: ”Ons bedrijf ligt op de slechtste grond van de streek. Mijn vader en mijn oom hebben hem samen ontgonnen. Het was deel van een stuifzandgebied. De geallieerden hadden het bovendien gebruikt als oefenterrein, waar ze met scherp schoten op een kapotte Duitse tank. Het was grond die niemand wilde hebben.” Van den Bergs vader kon daardoor een bovengemiddeld bedrijf opbouwen van 60 hectare in erfpacht met een strakke, aaneengesloten kavel van 1200 bij 500 meter. ”De grond heeft weinig weerstand. Hij laat zich daardoor niet gemakkelijk ploegen. Er waren hier ploegers van de klei. Die konden niet uit de voeten met deze grond, terwijl de omstandigheden optimaal waren”, vertelt Paulus. Zelf werkt hij met een GPS-gestuurde spitmachine die gecombineerd is met een
zaaimachine, waarmee graan, bonen, maïs, erwten, kunstmest en ’gerst als antistuifdek’ worden gezaaid. ”Zaaien in bewerkte grond zonder wielsporen zorgt voor optimalisering van de bodemstructuur”, aldus Paulus. De akkers van Van den Berg zijn extreem droogtegevoelig. ”Aanvankelijk was hier geen droog brood te verdienen, omdat het technisch niet uitvoerbaar was om te beregenen”, vertelt hij. Midden jaren ’70 kwam daarin verandering, toen vader Van den Berg in Frankrijk een slangenhaspel kocht. Tien jaar later kwam er een tweede bij. ”Sindsdien is de vochthuishouding geen probleem meer. We kunnen het onder alle omstandigheden aan.”
Afrikaantjes voor bieten
Van den Berg zet in zijn bedrijfsvoering zwaar in op verbetering van teeltomstandigheden. ”Ik zoek het rendement niet in de uitbreiding van mijn bedrijf, maar in opbrengstoptimalisatie”, zegt hij. ”Uitbreiden is hier bovendien niet gemakkelijk. Door de intensieve veehouderij is de druk op de grondprijs erg hoog. Mijn motto is: ’Niet groter, maar beter’. Ik wil maximaal rendement uit de grond halen door een optimaal groeimedium te creëren. Ik laat me leiden door wat in het belang is van een optimale groei van de plant”, vertelt hij. Van den Berg heeft daarom ondermeer zijn bouwplan aangepast. Aanvankelijk teelde hij 1 op 4 (aardappelen, suikerbieten, graan,
Paulus van den Berg: ”De grond laat zich lastig ploegen”
november 2010 nr. 8
, maar beter” stamslabonen). ”Maar dat was te intensief. Daarom zijn we naar 1 op 6 gegaan.” Nu teelt hij stamslabonen, aardappelen, zomergerst, suikerbieten en waspeen en in het zesde jaar meestal uien, erwten of schorseneren. De afgelopen jaren teelde hij maïs in ruil met een veehouder. ”Met deze aanpak krijgen schadelijke organismen weinig kans. In de bietenteelt is hierdoor een keuze voor rhizoctoniaresistente rassen niet nodig”, aldus Paulus. Ook zaait Van den Berg zo vaak als mogelijk groenbemesters. Vaak zaait hij bladrammenas. Vorig jaar zaaide hij voor suikerbieten Afrikaantjes (Tagetes). Paulus: ”Het is een constante zoektocht naar de beste teeltomstandigheden. De bladrammenas dringt de witte bietencystenaaltjes terug, maar daar hebben we geen problemen mee. Wij hebben wel last van gele bietencystenaaltjes en wortellesieaaltjes. Als je intensief bladrammenas teelt, vergroot je juist deze populatie. Vandaar die Afrikaantjes.” Dit jaar heeft hij om het organisch stofgehalte op peil te houden zomergerst gezaaid als groenbemester. ”Door de nationale ploegkampioenschappen had het geen zin iets anders te zaaien. Daarvoor zijn groenbemesters te duur”, aldus Van den Berg. ”Zomergerst kan prima als je weinig graan in je bouwplan hebt. Het was ook het goedkoopste alternatief. Het kost me 10 euro aan zaaizaad per hectare. Een voordeel van zomergerst is bovendien dat het niet winterhard is. En de aaltjespopulatie vermeerdert er nauwelijks door.”
Remote sensing
Van den Berg, oud-voorlichter gewasbescherming, is met bespuitingen terughoudend. ”Sommige middelen remmen de groei van je gewas. Zo min mogelijk spuiten betekent minder oogstderving. Het is het meest economische en milieutechnisch het langst vol te houden. De kunst is niet meer te spuiten dan absoluut noodzakelijk is. Voor het overige moet je het mechanisch bijhouden en met de hak de puntjes op de i zetten om ook onkruidproblemen in de toekomst te voorkomen”, zegt hij. Van den Berg doet in zijn zoektocht naar opbrengstoptimalisatie ook aan remote sensing (analyse van satellietbeelden van de groei van het gewas). ”Dat is leuk, maar bedrijfsmatig van beperkte waarde, omdat de beelden te onnauwkeurig zijn om er managementbeslissingen op te kunnen baseren”, zegt hij. Een grotere toekomst verwacht hij van de ’near sensing’ vanaf de machine. Van den Berg heeft ook daarmee ervaring opgedaan. Zo heeft hij met behulp van yield mapping op de maaidorser opbrengstkaarten samengesteld. ”Dat gaat heel goed. Maar bij de aardappeloogst was het nog geen succes door verschillen in grondtarra.” Van den Berg heeft op de trekkercabine een Yara N-sensor. ”Daarmee krijg je een goed inzicht in de biomassa van het gewas en het stikstofniveau daarin.” Van den Berg: ”Beslissingsondersteunende systemen zijn nuttig. Maar het mag er niet toe leiden dat je je eigen kennis uitschakelt en volledig blindvaart op wat de techniek aangeeft. Juist door de schaalvergroting wordt er vaak te veel vanuit alleen de techniek
”Landbouwfunctie behouden”
geredeneerd. Dat gaat ten koste van de teelt als zodanig en van de deskundigheid in het veld. Als de techniek op die manier leidend wordt, ben je op een verkeerde manier bezig.”
Natuurbeheer
Van den Berg is ondermeer voorzitter van de agrarische natuurbeheervereniging Pielis in Balans (PiB). De vereniging heeft van de provincie en waterschappen landbouwgrond langs de ecologische zone van het riviertje de Goorloop in erfpacht die boeren in De Pielis hebben afgestaan in ruil voor landbouwgrond elders in het gebied. De vereniging is verantwoordelijk voor het natuurbeheer. Van den Berg is de bedenker van deze opmerkelijke constructie. ”De grond behoudt zo zijn landbouwfunctie. Tegelijkertijd is er een einde gemaakt aan de voortdurende grondclaims van natuurbeschermingsorganisaties. Je hebt zo als boer niet te maken met de constante druk van een beherende instantie”, vertelt hij. De eerste stukken landbouwgrond zijn dit jaar in erfpacht verkregen. Realisering heeft acht jaar geduurd. ”Het was een moeizaam en stroperig proces, want ons plan paste niet in de ambtelijke hokjes.” Ton Schönwetter
9
10
november 2010 nr. 8
Financiële resultaten Unitip-deelnemers bovengemiddeld
Unitip uitgebreid met duurzaamheidsmodule Het financiële resultaat van de Unitip-deelnemer was in het afgelopen teeltseizoen per hectare gemiddeld ruim € 200 hoger dan het gemiddelde. Dit jaar doet 18% van de telers mee aan het teeltregistratie- en adviesprogramma. Vorig jaar was dat 14%.
Deelname voor iedereen mogelijk De basis van Unitip is teeltregistratie. Deelnemen is heel eenvoudig. Online gegevens registreren kan via http://www.suikerunie.nl/agrarisch. Kies ’Unitip’. De ervaring leert dat de registratie hooguit een half uurtje kost. Heeft u een bedrijfsmanagementsysteem (Opticrop, Comwaes, en dergelijke), dan is deelname nog gemakkelijker. De daarin vastgelegde gegevens kunt u met één druk op de knop naar Unitip verzenden. Bij een gelijk energiegebruik per hectare is een hogere suikeropbrengst duurzamer
Unitip blijkt voor veel telers een uitstekend instrument om de teelt te verbeteren. Bewuster omgaan met de teelt blijkt tot betere resultaten te kunnen leiden, zoals de financiële resultaten van de deelnemers laten zien.
Vergelijking en advisering
Door in Unitip teeltgegevens in te vullen kan het eigen resultaat vergeleken worden met dat van andere deelnemers. Een analyse met informatie over het teeltresultaat en het financiële saldo per hectare is al direct na een registratie op te vragen. In één oogopslag wordt duidelijk wat goed is gegaan en welke teeltmaatregelen voor verbetering vatbaar zijn. In de rapportage ’Adviezen’ staat voor elk bietenperceel aangegeven waar u extra op moet letten. Eenvoudiger kan het niet. Suiker Unie organiseert daarnaast in de winterperiode in alle regio’s ook bijeen-
komsten om de teeltresultaten met elkaar te bespreken. Deelname hieraan wordt van harte aanbevolen, maar is uiteraard geheel vrijblijvend.
Nieuwe informatie
Het Unitip-programma is dit jaar aangepast. Voor elk perceel wordt nu precies berekend wat de invloed is van het zaaimoment, het oogstmoment, de rassenkeuze en de bewaarperiode van de bieten. Op basis van de jaarlijkse groeimodellen kan Suiker Unie precies aangeven wat de invloed is van bijvoorbeeld vroeger of later zaaien. Of van het moment waarop de bieten zijn gerooid. De oorzaak van de verschillen in opbrengsten kunnen door deze informatie nog exacter worden verklaard.
Duurzaamheid in Unitip
Suiker Unie hecht als producent van
Programma Precisielandbouw De nieuwe ontwikkelingen op het gebied van perceelspecifieke teeltregistratie in Unitip worden mede gefinancierd uit het Programma Precisielandbouw (PPL). In dit onderzoeksprogramma investeren het landbouwbedrijfsleven en het ministerie van ELI samen in hulpmiddelen en in innovatie.
Heeft u vragen? Bel (0165) 52 52 70 of neem contact op met uw contactpersoon van de buitendienst van Suiker Unie.
voedsel en voedingsingrediënten veel waarde aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). In een duurzame suikerketen is de teelt een belangrijke eerste schakel. In een duurzame teelt is rekening gehouden met het milieu en de mens, maar minstens zo belangrijk is het behoud van het financiële resultaat. Om deze reden heeft Suiker Unie voor Unitip de module Duurzaamheid laten ontwikkelen. Hiermee is het mogelijk het energiegebruik in de hele teelt te vergelijken - en dus de C02-uitstoot. Zo geeft het programma bijvoorbeeld antwoord op de vraag wat gunstiger is: Een bespuiting met een bepaald herbicide of een mechanische onkruidbestrijding? Maar ook op ’Hoeveel energiegebruik is gemoeid met het gebruik van een bepaald middel?’ De teler krijgt zo een volledig inzicht in het energiegebruik en de milieubelasting per ton geproduceerde suiker. Als je energie kunt besparen, is dat gunstig voor het milieu en het financieel rendement. Pieter Brooijmans
november 2010 nr. 8
Waardevolle meststof en structuurverbeteraar
Betacal houdt calcium op peil Door de strengere regelgeving wordt er in de praktijk minder bemest met meststoffen die kalk als vulstof bevatten, zoals KAS en fosfaatmeststoffen. Betacal is een interessant alternatief. Een ton Betacal Flow bevat 180 kg CaO.
Onlangs heeft BLGG AgroXpertus de beschikbare hoeveelheid calcium in de bodem opgenomen in zijn bemestingsadvies. Vooral in Flevoland blijkt de hoeveelheid vrije calcium de laatste jaren af te nemen. Calcium is een onmisbare bouwstof voor planten. Door opname en uitspoeling moet regelmatig bijgemest worden met kalk. De plant neemt calcium uitsluitend op via nieuwe wortelpunten. Een tekort is het eerst zichtbaar in de groeipunten en jongste bladeren. Kalkminnende gewassen zijn bijvoorbeeld ui, peen, kool, luzerne, maïs en suikerbieten. Aardappelen worden er niet toe gerekend. Wel is het zo, dat een te lage pH de magnesiumopname vermindert en dat is dan te zien in een afnemende bladgezondheid.
Magnesium
Gewassen onttrekken jaarlijks per hectare 50 tot 75 kg MgO aan de grond. Met 6 ton van de Betacal-variant Flow MgPlus wordt per hectare zo’n 1.200 kg CaO en 240 kg MgO aangevoerd. Dat is dus ruim
voldoende voor meerdere oogsten met een goede gewasopbrengst. Het gebruik van Betacal bespaart bovendien één extra werkgang, bijvoorbeeld omdat geen kieseriet hoeft te worden gestrooid. Calcium en magnesium zijn ook een belangrijk onderdeel van het kleihumuscomplex. De grote ionen zorgen in de juiste verhouding met de kleine kali- en onstabiele natriumionen voor een luchtige, goed doorwortelbare en verkruimelbare structuur.
Fosfaat
Betacal bevat ook fosfaat dat moet worden meegerekend in het gebruiksnormenstelsel. Om deze reden is Betacal MgPlus te overwegen. Het bevat 30% minder fosfaat dan Betacal Flow. Het is geschikt voor grasland, bouwland en de groenteteelt en mag het hele jaar worden uitgereden. Betacal MgPlus is leverbaar in Middenen Noord Nederland. Bert Weegenaar
Betacal Filter voor betere bewerkbaarheid grond Edjan Dekker (41) uit Oostburg in Zeeuws-Vlaanderen heeft een gemengd bedrijf met akkerbouw, vleesvarkens en zoogkoeien. Edjan teelt op zeeklei met een gemiddelde pH van 7. Het koolzure kalkgehalte varieert tussen de 1,5 en 2,5. Dekker gebruikt kalkmeststoffen niet om de pH te verhogen, maar alleen om de bewerkbaarheid van de grond te verbeteren. Eerder gebruikte hij gips voor dit doel, maar uit kostenoverwegingen is hij overgestapt op Betacal Filter. Hij laat het verspreiden door een loonwerker.
Edjan Dekker: ”Bewerkbaarheid van de grond verbeteren”
Betacal tegen knolvoet in de kas De firma Den Hollander en Zn uit Deil gebruikt Betacal in haar kas in de strijd tegen knolvoet in de paksoiteelt. Paksoi is een langwerpige open bladkool uit Azië met groene bladeren en spierwitte bladstelen. De knapperige groente bevat veel vitamine C en wordt veel gebruikt als roerbakgroente en in salades en stamppot.
Intensieve teelt
Den Hollander teelt drie rondes paksoi per jaar. De laatste jaren zorgt knolvoet voor steeds meer problemen in de teelt. Het is een van de belangrijkste schimmelziektes in koolgewassen. De ziekte is chemisch niet te bestrijden. Den Hollander wil daarom de knolvoetaantasting tegengaan door de pH te verhogen. De keuze viel op Betacal, omdat het de pH het snelst verhoogt en prijstechnisch zeer gunstig is. De Betacal wordt verspreid met een mestverspreider en daarna door de grond gemengd.
Tegen versmering
De Betacal Filter heft de versmerende werking van de varkensmest op. Omdat fosfaat voor 100% meetelt, is het gebruik van Betacal rekenwerk, maar Edjan benut zo wel alle ruimte die de regeling hem biedt. Hij heeft door een geaccrediteerd laboratorium al zijn percelen laten onderzoeken. Omdat het PW-getal overal lager is dan 36 levert hem dit tot en met 2013 een extra fosfaatruimte op van van 20 kg P2O5 per hectare per jaar.
De oogst van paksoi
11
12
november 2010 nr. 8
Trends en test bietenrooiers
Beet Europe 2010 geslaagd De eerste editie van Beet Europe was zeer geslaagd. De ongeveer 2.000 bezoekers, waarvan 800 uit het buitenland, konden de laatste noviteiten en trends zelf zien. De deelnemende bietenrooiers zijn stevig getest op de praktische punten die van belang zijn voor de bietentelers en loonwerkers. De belangrijkste technische trends en testresultaten zijn hier samengevat.
Capaciteit stijgt sterk
Alle rooierfabrikanten hebben hard gewerkt aan verhoging van de capaciteit. Bij hogere opbrengsten moeten er veel meer tonnen bieten door de rooier. Bij een opbrengststijging van 65 naar 85 ton per hectare moet de rooier 30% meer capaciteit (t/uur) hebben om dezelfde hectarecapaciteit te behalen. Alle rooiers konden ruimschoots voldoen aan de gevraagde minimumsnelheid van 4 km per uur. Ter vergelijking: bij de rooiertest in 1999 had de helft van de rooiers moeite met deze eis, zelfs bij een lagere opbrengst.
Chauffeur maakt een wereld van verschil
In de test (zie tabel 1) werden de verschillen vooral gemaakt door de juiste instellingen voor het testperceel en attent reageren van de rooierchauffeur. Dat was duidelijk te zien bij het kopwerk. De Grimme Rootster met voorop het FM300 ontbladersysteem (foto 1) had door zijn techniek een kopverlies van slechts 1 euro per hectare. De Ropa euro-Tiger en de Vervaet Beet Eater 625 konden met goed afstellen van de scalpeurs met kopmessen de verliezen bij het koppen beperken tot 7 euro per hectare. De hoogste verliezen
Foto 1. De Grimme FM300-ontbladeraar heeft geen kopmessen en verwijdert de laatste bladresten door intensief poetsen. Dit systeem past ook op een bunkerrooier.
(46 en 48 €/ha) door te diep koppen hadden de Agrifac Big Six en de Grimme Maxtron. Dit kwam vooral doordat de ontbladeraar bieten te diep kopte bij de overdwarsliggende spuitsporen (foto 2). De chauffeur had dit kunnen minimaliseren door de hoogte bij te stellen bij de spuitsporen.
Tabel 1. Resultaten test bietenrooiers Beet Europe 2010.
i n f o r m at i e Rubriek onder verantwoordelijkheid van IRS Postbus 32, 4600 AA Bergen op Zoom Telefoon: 0164 274400 Fax: 0164 250962 E-mail:
[email protected] Internet: www.irs.nl Eindredactie: Annemarie Naaktgeboren
Foto 2. In het testperceel lagen de spuitsporen overdwars. Bij het passeren van de spuitsporen hebben enkele rooiers de bieten met de klepels van de ontbladeraar al stevig gekopt, zoals op de foto. Een alerte chauffeur minimaliseert dit.
Foto 3. De meeste scalpeurs hadden moeite met het goed koppen van kleine bieten, die vlak na een grote biet staan.
november 2010 nr. 8
Duidelijk was te zien dat alle fabrikanten bezig zijn met het verbeteren van het koppen van de bieten. Dat is ook nodig, omdat we de laatste jaren bij gezonde bieten zien dat de marge tussen te weinig en te diep koppen vermindert. De meeste kopsystemen hebben nog wel problemen met het koppen van kleine bieten tussen grote bieten (foto 3). Dat wordt nog erger als de afstand tussen de bieten kleiner is dan 17 cm bij een onregelmatig gewas, omdat dan vaak de ruimte ontbreekt voor het kopmes tussen opeenvolgende bieten (foto 4).
Oppelwielen van vroeger is dat de nieuwste generatie aangedreven rooiwielen met een flinke voorloop kunnen werken. Daardoor wordt de scheiding van grond en biet sterk verbeterd.
Betere diepteregeling
Het aantal steunwielen in de rooiunit neemt toe bij meerdere merken. Dit verbetert de diepteregeling. Holmer demonstreerde met een HR rooiunit die de rooidiepte per rij regelt. Een mooie oplossing voor niet 100% vlak land, zoals langs perceelsranden, bolle percelen en diepe zaaisporen.
Puntbreuk en grondtarra
Foto 4. Te weinig ruimte voor het kopmes (bieten in dit demoveld zijn met de hand gekopt). Goed kopwerk is onmogelijk als er te weinig ruimte is tussen de bieten in een onregelmatig tweewassig gewas. Goed onderhoud van de zaaimachine en voldoende zaaiafstand (minimaal 17 cm in de rij) voorkomen dit.
Beter koppen heeft het directe voordeel dat de verliezen aan netto biet door te diep koppen verminderen en indirect het voordeel dat de bewaarverliezen lager zijn. Dit kwam duidelijk naar voren in het IIRB-seminar ’Trends and future needs in sugar beet harvesting’, dat daags voor Beet Europe werd gehouden voor 150 experts uit elf landen (zie verder op http://www.iirb.org/site/en/222/iirbseminar-2010.html).
Aangedreven rooiwielen
In 2003 kwam Grimme als eerste op de markt met een bunkerrooier met standaard hydraulisch aangedreven rooiwielen. Nu had Agrifac de Big Six voorzien van aangedreven rooiwielen (foto 5). Ook Vervaet toonde een prototype. Zo’n systeem is ook interessant voor het rooien van cichorei dat gevoeliger is voor puntbreuk. Het grote verschil met de
Foto 5. De Agrifac Big Six was voorzien van hydraulisch aangedreven rooiwielen. De grote voorloop zorgt ervoor dat al veel grond wordt afgescheiden voordat de bieten de zonnen opgaan. Ook de bodemvrijheid onder de eerste zonnen is groter.
Alle moderne rooiers kunnen de bieten onder normale omstandigheden lichten met de punt er nog aan. De verschillen worden gemaakt bij de reiniging en het verdere transport. De Grimme Maxtron had de laagste puntbreuk (52 €/ha). Dit komt vooral door het gebruik van enkel axiaalrollen voor de reiniging; zonnen ontbreken. Bij de Grimme Maxtron was ook te zien dat een rooier zonder zonnen kan werken met de laagste verliezen aan hele bieten. De bijna dubbele puntbreukverliezen bij de Agrifac Big Six, Kleine SF 10-2 en Vervaet Beet Eater 625 kwamen door de intensief ingestelde reiniging met zonnen. Bij Vervaet resulteerde dat in de beste reiniging, bieten met de minste grondtarra en in de beste instelling met de laagste financiële verliezen van alle rooiers in deze test.
Gewichtig
Alle rooiers zijn gewogen met volle en lege bunker (zie tabel 2). Opvallend is dat de kleinste en grootste bunkerrooier (foto 6), ondanks een groot verschil in gewicht en bunkerinhoud een gelijke hoogste wiellast hebben. Dat onderschrijft het belang van een gelijkmatige gewichtsverdeling. Ropa scoorde op dit punt het best. Ook op Beet Europe viel op dat verlaging van bodemdruk belangrijk is bij het bietentransport met steeds grotere kippers. Daarbij geldt dat er steeds meer
Foto 7. Het gewicht op de rupsen van de Grimme Maxtron was zeer gelijkmatig verdeeld. Van voor naar achter rustte er op de loopwielen respectievelijk 25%, 24%, 25% en 26% van het totale gewicht op de rups. In combinatie met het grote contactoppervlak van de rupsen resulteert dit in een snellere afbouw van de bodemdruk dan onder de banden van bunkerrooiers.
banden op lage bandspanning nodig zijn om dit bodemvriendelijk te houden. De Grimme Maxtron is de enige rooier op rupsen. Opvallend is hoe gelijkmatig de gewichtsverdeling is over de rollen van dit rupssysteem (foto 7). In combinatie met de relatief lagere last per loopwiel verklaart dit ook waarom de bodemdruk onder zo’n rups sneller afbouwt dan onder de banden van bietenrooiers.
Tot slot
Geconcludeerd kan worden dat rooierfabrikanten veel werk maken van technische verbetering van rooikwaliteit. Ook bedieningsgemak en automatisering helpen dat de chauffeur nog meer aandacht kan geven aan goed rooiwerk. Er zijn geen slechte rooiers meer, wel technische verschillen die afhankelijk van regio, grondsoort en andere toepassingen (o.a. cichorei) specifieke voordelen bieden. De test bewees opnieuw dat de chauffeur een sleutelrol vervult om het maximale uit de bietenrooier te halen. De verschillen kunnen snel oplopen tot meer dan de helft van het rooitarief. De teler legt de basis voor perfect rooiwerk met een vlak perceel (zonder sporen) en een uniform bietengewas. Frans Tijink
Foto 6. De kleinste en de grootste bunkerrooier op Beet Europe hebben een gelijke maximale wiellast. Bij Ropa (links) is dat gerealiseerd door een betere gewichtsverdeling over alle wielen.
informatie
13
14
november 2010 nr. 8
Tabel 2. Gewichten bietenrooiers Beet Europe 2010 met volle en lege bunker (ton).
Lang bewaren van suikerbieten vereist aandacht Om de bieten optimaal te kunnen bewaren, zijn goede oogstomstandigheden en zorgvuldig rooien belangrijk. De manier waarop de aanleg van de hoop gebeurt en de afdekstrategie bepalen in belangrijke mate de suikerverliezen tijdens bewaring. Houd tijdens bewaring de temperatuur van de hoop goed in de gaten. Een bewaartemperatuur van enkele graden boven nul geeft de laagste verliezen. Foto 1. Houd de temperatuur van de hoop in de gaten. Verwijder afdekmateriaal bij oplopende temperatuur boven 10°C. Meten is weten!
Om vorstschade te voorkomen, is het noodzakelijk de bieten op tijd te rooien. Dit betekent dat voor een deel van de bieten een lange bewaring nodig is.
informatie
Dat hoeft geen probleem te zijn, maar het vraagt wel de nodige aandacht tijdens de oogst, bij de aanleg van de bietenhoop en tijdens de bewaarperiode.
Zorgvuldig rooien
De mate van bietbeschadiging en de temperatuur van de bieten in de hoop bepalen in belangrijke mate de bewaarverliezen.
november 2010 nr. 8
Tabel 1. Vorstbescherming, ventilatie en neerslagwerende eigenschappen van enkele (combinaties van) afdekmaterialen.
afdekmateriaal vorstbescherming ventilatie neerslagwerend afmetingen opmerkingen
onafgedekt
--
++
-- alleen bij temperaturen boven 0°C
landbouwplastic + -- ++ divers
alleen bij vorst; dikte minimaal 0,15 mm
- + + divers vliesdoek
bijvoorbeeld Toptex 110 g/m2; opbrengen 1-2 weken na aanleg
CSV COVAS- + + + 15x25m bietendoek
top 3 meter breed gaas voor ventilatie; opbrengen voor de vorst
vliesdoek + ++ 0 ++ 15x25m CSV COVAS- bietendoek
vliesdoek 1-2 weken na aanleg + bietendoek vanaf eerste vorstperiode
vliesdoek + ++ 0 + divers noppenfolie
noppenfolie aan de zijkanten onder het vliesdoek
vliesdoek + + + + divers oprolbaar zeil
oprolbaar zeil op vliesdoek; afrollen bij vorst
++ = zeer goed; + = goed; 0 = matig; - = slecht; -- = zeer slecht
Om de bewaarverliezen zo laag mogelijk te houden, moet men daarom bij de oogst op de volgende punten letten: - rooi de bieten onder zo goed mogelijke omstandigheden en in ieder geval voordat er kans bestaat dat vorst de bieten aantast; - let op het kopwerk: niet te diep koppen, maar wel al het blad eraf; - reinig de bieten goed om aanhangende grond, kleiballen, bladpruiken en onkruid te verwijderen, maar niet te intensief om beschadiging zoveel mogelijk te beperken; - rijd nooit rotte of bevroren bieten aan de hoop; - beperk de hoogte van de hoop tot maximaal 2,5 meter; - beschadig de bieten bij het storten zo weinig mogelijk; - houd de bovenkant van de hoop bol- of dakvormig voor een goede waterafvoer na afdekken.
Bewaar de bieten vorstvrij, koel en droog
De afdekstrategie van de bietenhoop moet er bij lange bewaring op gericht zijn de bieten vorstvrij, koel en droog te bewaren. In tabel 1 zijn voor enkele (combinaties van) afdekmaterialen de eigenschappen
Beet Europe 2010: geslaagd evenement met veel bezoek en nieuws De eerste editie van Beet Europe was een initiatief van het IRS. Samen met Suiker Unie, PPO-agv en hoofdsponsor Cosun is het evenement uitgewerkt op de PPO-locatie van Wageningen UR te Lelystad. Op 12 oktober werkten velen mee om alle deelnemende bietenrooiers uitgebreid te testen. De testresultaten waren beschikbaar op 14 oktober, de dag waarop ongeveer 2.000 bezoekers volop konden genieten van alle machines, de bedrijvenmarkt, demo’s en proefvelden. Nederland heeft een hoge standaard neergezet voor de toekomstige Beet Europe-evenementen. De eerstvolgende is in oktober 2012 in Seligenstadt (D). Uitgebreide informatie, foto’s, verslagen en filmpjes staan op www.beeteurope2010.com.
met betrekking tot vorstbescherming, ventilatie en neerslagwerende eigenschappen weergegeven. De voet van de hoop is het meest kwetsbaar bij vorst. Bescherming met een keerwand van stropakken is hierbij een goede mogelijkheid. Het is belangrijk bij vorst de hoop op tijd af te dekken, de temperatuur van de hoop in de gaten te houden en te zorgen voor voldoende ventilatie als de temperatuur in de hoop oploopt. Bij een afgedekte hoop is de temperatuur bovenin het hoogst. Steek bij gebruik van een steekthermo-meter deze dan ook vrij hoog in de hoop (zie foto 1).
Voor een goede bescherming tegen vorst is winddicht afdekken en vastleggen noodzakelijk. Kijk voor uitgebreide bewaaradviezen op: www.irs.nl/pagina.asp?p=1851. Toon Huijbregts (IRS)
informatie
15
16
november 2010 nr. 8
VRAAG & ANTWOORD
Wanneer moet ik mijn bieten afdekken? Het afdekken van de bietenhoop begint bij het goed neerleggen van de hoop. Kies een goede, liefst verharde ondergrond en zorg voor een goede afwatering. Maak de hoop aan de bovenkant vlak, zonder kuilen. Het afdekmateriaal moet voor een goede waterafvoer strak op de hoop liggen. Uitgangspunt bij de bewaring is dat de bieten vorstvrij, koel en droog liggen. Voorkom te allen tijde dat de bieten in de grond bevriezen. Wanneer dat gebeurt, is oogsten lastig. Het gaat bovendien gepaard met grote verliezen. Bewaring van bevroren bieten is een onbeheersbaar proces. Er zijn geen richtlijnen voor.
meteen na het rooien, maar geef ze eerst enkele dagen de gelegenheid te herstellen van de oogst (beschadiginMaak de hoop vlak gen). In deze eerste dagen is de ademhaling nog relatief groot. Maximale ventilatie is daarom belangrijk.
Vorstvrij bewaren
Koel bewaren
Vorstvrij bewaren betekent de hoop vóór het vriest afdekken. Dek hem bij vorst winddicht af. Dit kan met landbouwplastic of met afdekzeil. Dat voorkomt dat koude wind in de hoop komt.
Droog bewaren
Droog bewaren kan door, onafhankelijk van de vorst, de bieten af te dekken met vliesdoek. Doe dit niet
Koel bewaren betekent dat bij vorstvrije omstandigheden de bietenhoop niet afgesloten moet zijn. Enige ventilatie is belangrijk, zeker bij warmteontwikkeling in de hoop. Volg in alle gevallen het temperatuurverloop in de bietenhoop. Gebruik hiervoor een insteekthermometer.
Wat als ik al bietenzaad heb besteld? Veel bietentelers hebben in de vroegbestelling voor 2011 een deel of al het benodigde bietenzaad besteld. Toch ontvangen ook zij in december, zoals gebruikelijk, alle informatie over het bietenzaad. De al bestelde eenheden zijn voorgedrukt op het zaadbestelformulier. Dit geldt ook voor de bestellingen via internet. Deze vroegbestelling kan niet worden gewijzigd. Wel kan er bietenzaad worden bijbesteld, ook via internet.
Leveringsovereenkomst
Met de informatie over het bietenzaad wordt ook de leveringsovereenkomst meegezonden. Voor iedereen blijft gelden, dat deze overeenkomst moet worden ingevuld. Ook als u het bietenzaad al hebt besteld. Vanzelfsprekend kan de leveringsovereenkomst ook via de website van Suiker Unie worden ingezonden.
Data subkringvergaderingen 2010
KORT NIEUWS
In december organiseert Cosun in samenwerking met Suiker Unie onderstaande subkringvergaderingen. De onderwerpen die besproken worden staan vooral in het teken van teelttechniek. Leden en contractanten van Cosun ontvangen een uitnodiging. Loonwerkers en bedrijfsopvolgers zijn ook van harte welkom. Datum maandag maandag woensdag woensdag donderdag donderdag maandag maandag dinsdag woensdag donderdag
13 13 15 15 16 16 20 20 21 22 23
december december december december december december december december december december december
Tijd 19.30 uur 19.30 uur 19.30 uur 19.30 uur 19.30 uur 19.30 uur 19.30 uur 19.30 uur 19.30 uur 19.45 uur 19.30 uur
Locatie Open Hof Zandput Open Haven Het Trefpunt Hotel Wieringermeer vd Valk/Princeville Eendrachtshoeve Het Voorhuys Restaurant Grevelingen Den Bremer De Stenge
Plaats Dronten Serooskerke Zeewolde Nieuw-Vennep Wieringerwerf Breda Zuid-Beijerland Emmeloord Bruinisse Toldijk Heinkenszand
Ook in januari 2011 worden subkringvergaderingen gehouden. De data worden gepubliceerd in het Cosun Magazine van december. Op www.suikerunie.nl/agrarisch staan de data vermeld in het onderdeel ’agenda’.