G E M E E N T E
B en W voorstel
B O R N E
13INT02879
Onderwerp
Notitie reikwijdte en detailniveau plan-m.e.r. bestemmingsplan Buitengebied 2014
Samenvatting voorstel Het te actualiseren bestemmingsplan Buitengebied 2014 is kaderstellend voor enkele activiteiten, waarvoor op grond van de Wet milieubeheer een m.e.r.-plicht geldt. Dit betekent dat ook het bestemmingsplan Buitengebied 2014 m.e.r.-plichtig is. De eerste stap in dit proces is het opstellen van een 'notitie reikwijdte en detailniveau'. V oorgesteld wordt om in te stemmen met de 'Notitie reikwijdte en detailniveau, planMER bestemmingsplan Buitengebied Borne' en deze vervolgens gedurende z e s weken ter inzage te leggen. Tevens zullen de bij het bestemmingsplan betrokken bestuursorganen en overige actoren om advies worden gevraagd. Ontwerpbesluit 1. In te stemmen met de 'Notitie reikwijdte en detailniveau, planMER bestemmingsplan Buitengebied Borne'; 2. De 'Notitie reikwijdte en detailniveau, planMER bestemmingsplan Buitengebied Borne' gedurende z e s weken ter inzage te leggen; 3. Betrokken bestuursorganen om advies te vragen; 4. De gemeenteraad hierover te informeren. Openbaar
ja
akkoord
bespreken
Cr
burgemeester Weiten
\
wethouder Kotteman
S
vtf
afwijzen
.
\
wethouder Mulder wethouder Albers BESLUIT
— f ,EÍ Conform ū Aangepast akkoord d.d.
Opmerkingen
V/ y
io-iĩ.-tfii3
7
\ \ D Aangehouden \ ū Afwijzen d.d.
van
college
lēĩneplein 1
7622 D G
Postbus 200
7620 A E Borne
Telefoon 14074
fax 074 - 266 33 38
[email protected]
www.borne.nl
G E M E E N T E
B O R N E
Programma
1. Leve Borne
Portefeuillehouder
H.W. Mulder
Opgesteld door (tel.)
W. Oortman (625)
Afdeling ì productgroep
Grondgebied 1 Ontwikkeling
Paraaf steller Paraaf manager
m
, ^„
Paraaf portefeuillehouder Paraaf secretaris
^ r — -
7
Afstemming intern
S. Jurriën, B. Oonk, J . Hoenderboom
Medezeggenschap
Nee
Pagina 2
G E M E E N T E
B O R N E
11nleiding Momenteel wordt de actualisatie van de vigerende bestemmingsplannen voor het buitengebied voorbereid. Dit geactualiseerde bestemmingsplan Buitengebied 2014 is kaderstellend v o o r e e n aantal ontwikkelingen die m.e.r.-plichtig zijn op grond van het Besluit milieueffectrapportage (hierna: Besluit m.e.r.). In het nieuwe bestemmingsplan worden de volgende ontwikkelingen toegestaan: Agrarische bedrijven kunnen via een binnenplanse afwijking aan één zijde de grens van het bouwvlak overschrijden met 25 meter (mits er geen denkbeeldig bouwvlak groter dan 1,5 hectare ontstaat). Daarnaast wordt een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om het bouwvlak te vergroten naar 1,5 hectare. Intensieve veehouderijen kunnen uitbreiden met toepassing van een wijzigingsbevoegdheid tot 1,5 hectare. De eerste stap in het proces van de m.e.r.-procedure is het bepalen van de reikwijdte en het detailniveau van de informatie die in het milieueffectrapport (hierna: M E R ) moet worden opgenomen. Hiertoe is de "Notitie reikwijdte en detailniveau, planMER bestemmingsplan Buitengebied Borne' (hierna: NRD) opgesteld. De N R D heeft tot doel een voorlopige keuze voor te leggen met betrekking tot het onderzoeksveld en -breedte van het M E R inzake de m.e.r.(-beoordelingsplichtige) activiteiten die het bestemmingsplan Buitengebied biedt. In een M E R worden de resultaten opgenomen van milieuonderzoek. Dat milieuonderzoek moet voldoende informatie opleveren om het milieubelang volwaardig te kunnen meewegen in de besluitvorming over het bestemmingsplan Buitengebied 2014. Dit vereist een scherpe afbakening van 'reikwijdte en detailniveau'. In de N R D is daarom het volgende beschreven: Wat is de aanleiding van het project (nut en noodzaak); Wat de doelstellingen zijn van het project; Wat de voorgenomen ontwikkelingen zijn en op welke wijze deze worden getoetst; Welk beoordelingskader in het M E R gebruikt wordt bij de beoordeling van de alternatieven. De N R D wordt gebruikt voor de raadpleging van de bij het bestemmingsplan Buitengebied 2014 betrokken bestuursorganen (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Inspectie Leefomgeving en Transport, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Provincie Overijssel, de gemeentes Almelo, Hengelo, Dinkelland, Hof van Twente en Tubbergen, Regio Twente, Waterschap Regge en Dinkel) en overige actoren (Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Milieufederatie, LTO, Stichting Twickel en Landgoed Weleveld) en het verkrijgen van zienswijzen door een ieder. 2 Beoogd resultaat Het milieubelang een volwaardige plek geven in de besluitvorming over het bestemmingsplan Buitengebied 2014 . 3 Argumenten 1.1 De NRD is de eerste stap in het proces van het MER. Voordat het M E R kan worden opgesteld, moet de reikwijdte en het detailniveau worden bepaald van de informatie die in het rapport moet worden opgenomen. De reikwijdte betreft antwoord op de vraag welke onderwerpen moeten worden meegenomen in het M E R . Het detailniveau is het antwoord op de vraag met welke diepgang deze onderwerpen worden behandeld.
Pagina 3
G E M E E N T E
B O R N E
De N R D wordt gebruikt om de bij het bestemmingsplan betrokken bestuursorganen te raadplegen over de voorgenomen reikwijdte en detailniveau van het M E R . Tevens wordt een ieder in de gelegenheid gesteld zijn of haar zienswijze hierover kenbaar te maken. De N R D en eventueel ingediende zienswijzen vormen gezamenlijk het startpunt voor het opstellen van het M E R . 2.1 De Wet milieubeheer
schríjft voor wie in de gelegenheid
wordt gesteld zienswijzen in te dienen en op
welke wijze dit dient te gebeuren. De N R D wordt gedurende zes weken ter inzage gelegd. Deze termijn is gelijk aan de termijn die de bij het plan betrokken bestuursorganen en overige actoren hebben om over de N R D te adviseren. Aangezien het bestemmingsplan Buitengebied 2014 een herziening van vrijwel het gehele buitengebied bevat (met uitzondering van de kerkdorpen Zenderen en Hertme en het voormalige A Z C ) , wordt een ieder in de gelegenheid gesteld zijn of haar zienswijze kenbaar te maken. 3.1 De Wet milieubeheer
schríjft het raadplegen
van de bij het plan betrokken bestuursorganen
voor.
Artikel 7.11 b van de Wet milieubeheer verplicht dat voorafgaand aan het opstellen van het M E R de bij het plan betrokken bestuursorganen worden geconsulteerd. Hiervoor geldt een termijn van 6 weken vanaf de mededeling. De N R D is het document dat aan de betrokken bestuursorganen ter advisering zal worden toegezonden. De bestuursorganen die zullen worden geraadpleegd zijn in de inleiding reeds benoemd. 4.1 De gemeenteraad
is het bevoegd
gezag.
De gemeenteraad zal worden geïnformeerd over de N R D , aangezien de raad het bevoegd gezag is voor zowel het vaststellen van het M E R als het bestemmingsplan Buitengebied 2014. 4 Kanttekeningen
5 Kosten, baten en dekking De kosten voor de m.e.r.-procedure en de bestemmingsplanprocedure komen ten laste van de kostensoort 'bestemmingsplannen', met kostenplaats 'advieskosten'. 6 Personeel en organisatie De procedure is opgenomen in het afdelingsplan van de afdeling Grondgebied. 7 Vervolg na besluitvorming college Het voornemen om een M E R op te stellen voor het kaderstellende plan (bestemmingsplan Buitengebied 2014) waarin m.e.r.-plichtige ontwikkelingen zijn opgenomen en de daarbij behorende m.e.r.-procedure wordt aangekondigd in de Bornse Courant. De N R D zal vervolgens gedurende z e s weken ter inzage worden gelegd. De gemeenteraad zal worden geïnformeerd over het collegebesluit. 8 Communicatie De ter inzage legging van de N R D zal in de Bornse Courant worden gepubliceerd. De bij het bestemmingsplan Buitengebied 2014 betrokken bestuursorganen zullen middels een brief worden verzocht te adviseren over de N R D .
Pagina 4
G E M E E N T E
B O R N E
9 Bijlage(n) 1. Notitie reikwijdte en detailniveau, planMER bestemmingsplan Buitengebied Borne
Pagina 5