Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' Fase 2: Thema's uitgewerkt
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
Colofon Samenstelling nota: Werkgroep Lokaal Gezondheidsbeleid, Regio Twente Ontwerp voorkant: Digidee ontwerpstudio Enschede Tekstbewerking: Els Overkamp Lay-out: teXt enzo April 2008
Pagina 2 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
Inhoudsopgave Samenvatting resultaten uit de eerste en tweede fase.............................................4 1
Gezondheidsbeleid in Twente......................................................................9
2
Preventie nader bekeken ......................................................................... 11 2.1 Soorten preventie ......................................................................... 11 2.2 De leeflijn .................................................................................. 11
3
Advies 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
van de themawerkgroep Alcohol ........................................................ 13 Inleiding .................................................................................... 13 Stand van zaken in de regio ............................................................. 13 Inhoudelijke aspecten van alcoholpreventie ......................................... 14 Organisatorische aspecten van alcoholpreventie .................................... 15 Advies voor alcoholpreventie............................................................ 17
4
Advies 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
van de themawerkgroep Roken ......................................................... 19 Inleiding .................................................................................... 19 Stand van zaken in de regio ............................................................. 19 Inhoudelijke aspecten van tabakspreventie .......................................... 21 Organisatorische aspecten van tabakspreventie ..................................... 21 Advies van de themawerkgroep Roken ................................................ 22
5
Advies 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
van de themawerkgroep Overgewicht.................................................. 24 Inleiding .................................................................................... 24 Stand van zaken in de regio ............................................................. 24 Inhoudelijke aspecten van overgewicht ............................................... 25 Beleidsmatige overwegingen ............................................................ 26 Advies van de themawerkgroep Overgewicht......................................... 26
6
Advies 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
van de themawerkgroep Depressie ..................................................... 29 Inleiding .................................................................................... 29 Stand van zaken in de regio ............................................................. 29 Inhoudelijke aspecten van depressies ................................................. 30 Organisatorische en financiële aspecten van de preventie van depressies ...... 30 Financiële aspecten....................................................................... 31 Advies van de themawerkgroep Depressie ............................................ 31
7
Algemene beleidsadviezen........................................................................ 34 7.1 Inleiding .................................................................................... 34 7.2 Zes adviezen voor preventiebeleid ..................................................... 34 7.3 Randvoorwaarden voor preventiebeleid ............................................... 36 7.4 Slotconclusie ............................................................................... 37
8
Literatuurlijst ....................................................................................... 38
Bijlage 1 Bijlage 2
Inventarisatie regionaal aanbod voor de gekozen thema's ......................... 39 Samenstelling werkgroep en themawerkgroepen .................................... 44
Pagina 3 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
Samenvatting resultaten uit de eerste en tweede fase Inleiding Een goede gezondheid is waardevol voor het individu en de samenleving. Mensen met een goede gezondheid kunnen zich optimaal ontwikkelen en zo lang mogelijk actief deelnemen aan de maatschappij. Door te investeren in een goede openbare gezondheidszorg (OGZ) wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het behoud en de bevordering van de gezondheid van burgers. De OGZ richt zich op het versterken van de keuze van mensen om gezond te blijven, het wegnemen van risico's op ziekte en het voorkomen dat specifieke aandoeningen ontstaan. Voorkomen is immers nog steeds beter dan genezen. Een goede gezondheid en het behoud daarvan, wordt door meer factoren bepaald dan enkel de afwezigheid van ziekte. Naast de genetische aanleg, leefstijl en beschikbaarheid van voorzieningen hebben ook omgevingsfactoren als de woonomgeving, onderwijs, sociale samenhang of veiligheid invloed op de gezondheid. In het lokale gezondheidsbeleid van gemeenten komen al deze facetten aan bod om de gezondheid van burgers te behouden en te bevorderen. Het lokale gezondheidsbeleid vormt een belangrijke pijler in de OGZ. De Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (Wcpv) stelt als eis dat gemeenten om de vier jaar een nota lokaal gezondheidsbeleid vaststellen. Omdat in gemeenten vaak vergelijkbare gezondheidsproblemen aan de orde zijn, heeft de Bestuurscommissie Openbare Gezondheidszorg1 van de Regio Twente besloten om in Twents verband inhoud te geven aan het lokale gezondheidsbeleid voor de periode 2008-2011. Daarvoor is de Werkgroep Lokaal Gezondheidsbeleid in het leven geroepen waar vertegenwoordigers van gemeenten en de GGD Regio Twente zitting in hebben2. Deze werkgroep heeft het ontwikkeltraject 'Twente kiest voor gezondheid en werkt aan gezond leven' opgezet. Kenmerkend voor dit traject is dat vanaf het begin alle partijen worden betrokken bij de beleidsontwikkeling. Omdat een goede samenwerking tussen partijen in Twente als een belangrijke voorwaarde wordt gezien voor een succesvol gezondheidsbeleid. Het ontwikkeltraject leidt uiteindelijk tot de regionale nota Lokaal Gezondheidsbeleid (LGB). Daarvoor worden drie fasen doorlopen: — Eerste fase Bepalen van de centrale gezondheidsthema's voor de komende vier jaar. — Tweede fase Inventarisatie van de huidige preventieactiviteiten per gezondheidsthema en vaststelling welke aanvullende acties moeten worden opgepakt. — Derde fase Opstellen van een uitvoeringsprogramma om de gewenste gezondheidswinst te realiseren. Resultaten eerste fase In de eerste fase is vooral nagedacht welke gezondheidsthema's prioriteit moeten krijgen in de regionale nota LGB. Daarvoor is een werkconferentie georganiseerd voor gemeenten en relevante organisaties op het gebied van preventie. Voorafgaand aan deze werkconferentie is onder deze partijen een quick scan uitgevoerd met als centrale vraag welke gezondheidsthema's zij voor de komende jaren belangrijk vinden. De uitkomsten van deze quick scan zijn op de werkconferentie gepresenteerd. Tevens zijn op deze dag de belangrijkste gegevens uit 1
Deze bestuurscommissie bestaat uit de volgende gemeenten: Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen,
Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden. 2
Zie bijlage 1 voor een overzicht van de leden van deze werkgroep.
Pagina 4 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
de Volksgezondheid en Toekomstverkenning (VTV) gepresenteerd, evenals de beleidsmatige vertaling daarvan in de Rijksnota 'Kiezen voor gezond leven'3. Tijdens de werkconferentie is, op basis van deze informatie en onderling overleg, besloten om in de regionale nota LGB 20082011 het accent te leggen op de volgende gezondheidsthema's: — alcohol; — roken; — overgewicht; — depressie. Aanpak tweede fase In de tweede fase van het ontwikkeltraject zijn themawerkgroepen geformeerd rondom elk gezondheidsthema. In deze themawerkgroepen waren verschillende organisaties vertegenwoordigd4. Deze werkgroepen kregen de volgende opdracht mee: 1. geef een beschrijving van het lopende beleid en activiteiten die regiobreed worden uitgevoerd; 2. stel beleidsdoelen op voor de komende vier jaar die goed zijn onderbouwd; 3. geef aan op welke wijze deze beleidsdoelen kunnen worden gerealiseerd. De grote winst van deze aanpak is dat de relevante partijen met elkaar hebben vastgesteld wat de huidige activiteiten zijn en welke aanvullingen zij nodig achten voor nog meer gezondheidswinst. Tevens zijn de verschillende partijen al betrokken bij de wijze waarop het gezondheidsbeleid straks moet worden uitgevoerd. Want ook in de uitvoering van het lokale gezondheidsbeleid zal in de toekomst de samenwerking tussen partijen hard nodig zijn.
Adviezen per gezondheidsthema De resultaten van de tweede fase zijn gepresenteerd in de nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid. Fase 2'. Op basis van de inventarisatie is gebleken dat op dit moment al vele activiteiten verspreid over de regio worden uitgevoerd. Het advies van de themawerkgroepen luidt om deze (project)activiteiten te continueren en gebruik te maken van de ervaring onder het motto 'Dat wat werkt, dat werkt'. Wel dient continu aandacht te zijn voor het voorkomen van versnippering van het preventiebeleid. De inventarisatie heeft ook duidelijk gemaakt dat het huidige preventiebeleid op onderdelen verbetering dan wel een aanvulling behoeft. De themawerkgroepen hebben aan de hand van de leeflijn bekeken welke preventieactiviteiten zinvol zijn voor welke leeftijdscategorieën5. Het voorstel van de themawerkgroepen is om het beleid op de volgende aspecten te intensiveren: — Alcohol Geef de komende vier jaar uitvoering aan het projectplan 'Happie fris?' onder aansturing
3
De resultaten van de eerste fase zijn vastgelegd in de nota ‘Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid. Fase 1’. 4 5
Zie bijlage 2 voor een overzicht van de samenstelling van de themawerkgroepen. De leeflijn gaat uit van het principe dat preventie voor elke leeftijdscategorie weer anders moeten worden
opgepakt. De leeflijn gaat uit van vier leeftijdsgroepen: jonge jeugd (tot 15 jaar); oudere jeugd (15-25 jaar), volwassenen en ouderen.
Pagina 5 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
—
—
—
van de stuurgroep Jeugd en Alcohol6. Dit project beoogt het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen door een combinatie van maatregelen gericht op de omgeving (voorschriften en voorzieningen) en op het individu (voorlichting). Tevens dienen ouders te worden geïnformeerd over de wijze waarop zij het alcoholgebruik van hun kinderen kunnen beperken. Vanaf 2010 moet aandacht komen voor het alcoholgebruik onder ouderen. Roken Voorkom dat jongeren beginnen met roken met behulp van de interventieprojecten 'Rookvrije scholen' en 'Actie Tegengif'. In deze projecten wordt ingezet op gezondheidsbevordering (voorlichting), het beïnvloeden van de sociale omgeving (de groep) en de fysieke omgeving (gezond binnenmilieu). Daarnaast moet de verbinding worden gelegd met andere preventieve gezondheidsactiviteiten (die bijvoorbeeld zijn gericht op alcoholgebruik). Verder is het van belang dat er meer samenhang komt in de wijze waarop professionals mensen ondersteunen bij het stoppen met roken. Overgewicht Ontwikkel een integraal aanbod voor de jeugd van 4–19 jaar met behulp van de Gezonde School methode. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van de bewezen effectieve projecten 'Lekker fit in je vel' en 'Kiezen voor hart en sport'. Vanaf 2010 moeten activiteiten worden opgezet om op de werkplek van volwassenen het overgewicht aan te pakken. Depressie Zet in op acties om burgers en intermediairs te informeren hoe zij vroegtijdig depressieve klachten bij henzelf of anderen kunnen herkennen. Bewustwording en vroegsignalering zijn in dit kader sleutelbegrippen. Het accent ligt daarbij op zelfstandig wonende 65plussers. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van bewezen effectieve interventies. Tevens moeten de verschillende professionals meer afstemmen dan wel samenwerken als het gaat om de wijze van doorverwijzing en het gebruik van 'best practices'.
Adviezen voor een effectief gezondheidsbeleid Op basis van de resultaten van de vier themawerkgroepen is duidelijk geworden dat een aantal adviezen voor alle gezondheidsthema's relevant zijn. Voor een effectief en efficiënt lokaal gezondheidsbeleid moet aandacht zijn voor de volgende aspecten: — Stel een integraal gezondheidsbeleid op Juist gemeenten hebben de mogelijkheid om vanuit verschillende beleidsdomeinen de gezondheid van de burgers gunstig te beïnvloeden. Er zijn methodes beschikbaar om dit integrale beleid tot stand te brengen. De VNG is vanuit het gemeentelijk ondersteuningstraject LOGIN bereid de 14 Twentse gemeenten en hun GGD te helpen bij het verkennen en uitdiepen van de mogelijkheden voor integraal gezondheidsbeleid. — Zorg voor afstemming tussen de verschillende interventies per gezondheidsthema Uit onderzoek is gebleken dat verschillende gezondheidsproblemen vaak samengaan. Zo gaat overmatig alcoholgebruik vaak samen met roken. Vooral op lokaal niveau moeten gemeenten verbindingen leggen tussen de verschillende interventies om risicogroepen te motiveren mee te doen aan activiteiten.
6
In deze stuurgroep participeren bestuurders van gemeenten, Justitie, Politie Twente, Tactus verslavingszorg en
Horeca Nederland. Dit is een initiatief van het Regionaal College waarin alle burgemeesters van Twente evenals de hoofdofficier van Justitie en de korpschef zitting hebben.
Pagina 6 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
—
—
—
—
Zorg voor afstemming tussen de uitvoerders in de keten van preventie en zorg Op deze wijze wordt een samenhangend en effectief gezondheidsbeleid gerealiseerd. De gemeente heeft hierbij de regie. In samenwerking met hun GGD zullen zij verbindingen tot stand moeten brengen tussen de verschillende partijen. De vier multidisciplinaire themagroepen uit het ontwikkeltraject kunnen in dit kader een aanjaagfunctie vervullen. Tevens kan binnen het Preventie Platform Twente de nodige afstemming tussen partijen tot stand komen. Voer een duidelijke regie op de middelen voor preventie Met de komst van de Wmo en de aanpassingen in de ziektekostenverzekeringen, zijn de gelden voor preventie in beweging. Dit levert kansen op, maar ook bedreigingen. Middelen kunnen versnipperd raken over de verschillende onderwerpen. Zeker wanneer de preventie door verschillende bronnen wordt gefinancierd. Daarnaast liggen nog mogelijkheden open om nieuwe financieringsbronnen aan te boren. Een regionale subsidieverwerver kan namens de gemeenten daar veel in betekenen. Van belang is dat gemeenten duidelijk de regie in handen hebben als het gaat om de inhoudelijke én financiële aansturing van het preventiebeleid. Focus de aandacht op gezondheidsverschillen Ongezond gedrag komt voor in alle lagen van de bevolking. Bepaalde ongezonde gedragingen zijn echter oververtegenwoordigd bij bepaalde bevolkingsgroepen. Het gezondheidsbeleid is er voor iedereen, maar een extra inspanning moet worden geleverd voor de kwetsbare groepen in de regio. Monitor het proces en de effecten van activiteiten Om de effectiviteit van preventie te kunnen bepalen, is monitoring nodig. Deze monitor richt zich op het proces (wordt het uitgevoerd zoals bedoeld) en het effect (wordt datgene bereikt wat is beoogd). Op basis van deze informatie kan een traject worden bijgesteld of aangepast. De epidemiologen van de GGD Regio Twente doen onderzoek naar de gezondheidssituatie van de Twentse bevolking. Het advies is om de onderzoeksactiviteiten af te stemmen op de doelen en activiteiten uit het regionale gezondheidsbeleid.
Financiën Om de regionale nota LGB te kunnen uitvoeren, is natuurlijk geld nodig. De Twentse gemeenten hebben aangegeven dat in beginsel deze activiteiten binnen de beschikbare middelen moeten worden uitgevoerd (budgetneutraal). Op dit moment wordt naarstig gezocht naar vormen van externe financiering om onderdelen van de nota te kunnen realiseren. Mocht echter extra financiering nodig zijn, dan worden deze voorstellen aan de Bestuurscommissie Openbare Gezondheidszorg voorgelegd.
Planning derde fase De werkzaamheden voor de derde fase van het ontwikkeltraject zijn in volle gang. De beleidsvoornemens uit de tweede fase worden in een uitvoeringsprogramma geconcretiseerd. Naar verwachting is deze fase medio mei afgerond. Dit programma is enkel gericht op de uit te voeren acties in 2008 en 2009. Na twee jaar wordt een nieuw uitvoeringsprogramma opgesteld voor de resterende twee jaar (2010 en 2011). Op deze wijze is het mogelijk om gedurende het uitvoeringstraject nog op nieuwe ontwikkelingen in te spelen. In het uitvoeringsprogramma zal communicatie een belangrijk onderdeel zijn. Al eerder is gesteld dat voor een succesvolle uitvoering van het LGB veel organisaties nodig zijn. Om deze partijen bij het proces te betrekken, is een goede communicatiestrategie noodzakelijk.
Pagina 7 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
Tot slot Wanneer alle fasen zijn doorlopen en de regionale nota LGB een feit is, dan wordt deze nota geïntegreerd in de lokale nota LGB van elke gemeente in Twente. En dan moet iedereen aan de slag. Gemeenten voorop, maar ook alle andere partijen die nodig zijn om het regionale gezondheidsbeleid tot een succes te maken. Want een gezond Twente maak je niet alleen. Daarom is het motto voor de komende vier jaar 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid'.
Pagina 8 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
1 Gezondheidsbeleid in Twente Gezond zijn en gezond blijven, dat wil iedereen. Een goede gezondheid is echter niet alleen van belang voor het individu maar ook voor de maatschappij. Mensen met een goede gezondheid kunnen zich optimaal ontwikkelen en zo lang mogelijk actief deelnemen aan de samenleving. Door te investeren in een goede openbare gezondheidszorg (OGZ) wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de gezondheid van burgers. De OGZ vormt de eerste schakel in de zorgketen, de zogenaamde 0de lijn van de gezondheidszorg. Deze vorm van gezondheidszorg richt zich op versterken van de keuze van mensen om gezond te blijven, het wegnemen van de risico's op ziekte en het voorkomen dat specifieke aandoeningen ontstaan. Voorkomen is immers nog steeds beter dan genezen. Een goede gezondheid en het behoud daarvan, wordt door meer factoren bepaald dan enkel de afwezigheid van ziekte. Naast de genetische aanleg, leefstijl en beschikbaarheid van voorzieningen hebben ook omgevingsfactoren als de woonomgeving, onderwijs, sociale samenhang of veiligheid invloed op de gezondheid. In het lokaal gezondheidsbeleid van gemeenten komen al deze facetten aan bod om de gezondheid van burgers te behouden en te bevorderen. Het lokale gezondheidsbeleid vormt een belangrijke pijler in de OGZ. De Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (Wcpv) stelt als eis dat gemeenten om de vier jaar een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid vaststellen. Omdat gemeenten vaak te maken hebben met vergelijkbare gezondheidsproblemen, heeft de Bestuurscommissie Openbare Gezondheidszorg7 van de Regio Twente besloten om in Twents verband het lokaal gezondheidsbeleid voor de periode 2007-2011 aan te pakken. Daarvoor is de Werkgroep Lokaal Gezondheidsbeleid8 in het leven geroepen. Deze werkgroep heeft het ontwikkeltraject 'Twente kiest voor gezond leven werkt aan gezondheid' opgezet. Bij de opzet is nadrukkelijk gekozen om relevante partijen in Twente vanaf het begin te betrekken. Samenwerking staat centraal in de Twentse aanpak; zowel bij de formulering van het beleid als straks in de uitvoering. Want alleen in een goede samenwerking kan een effectief gezondheidsbeleid tot stand komen.
Aanpak lokaal gezondheidsbeleid in Twente In het ontwikkeltraject worden drie fasen doorlopen om tot een regionaal gezondheidsbeleid te komen. In de eerste fase is vooral nagedacht welke gezondheidsthema's prioriteit moeten krijgen in het regionale gezondheidsbeleid. Om samen in Twente tot een goede keuze te komen, is een werkconferentie georganiseerd voor gemeenten en relevante organisaties op het gebied van de preventie. Voorafgaand aan deze werkconferentie is onder deze partijen een quick scan uitgevoerd met als centrale vraag welke gezondheidsthema's zij voor de komende jaren belangrijk vinden. De uitkomsten van deze quick scan zijn op de werkconferentie gepresenteerd. Tevens zijn op deze dag de belangrijkste gegevens uit de Volksgezondheid en Toekomstverkenning (VTV) gepresenteerd, evenals de beleidsmatige vertaling daarvan in de landelijke preventienota 'Kiezen voor gezond leven'. Samen vormen de landelijke gegevens en de uitkomsten van de regionale quick scan de basis waarop in Twente de keus is gemaakt om in het regionale gezondheidsbeleid aandacht te besteden aan de volgende thema's9: 7
Deze bestuurscommissie bestaat uit de volgende gemeenten: Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden. 8
Zie bijlage 2 voor een overzicht van de leden van de Werkgroep Lokaal Gezondheidsbeleid.
9
Voor meer informatie over de uitkomsten van de eerste fase in dit ontwikkeltraject, wordt verwezen naar het verslag van de werkconferentie en de nota ‘Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid. Fase 1’.
Pagina 9 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
— — — —
alcohol; roken; overgewicht; depressie
Bij de keuze van deze thema's is tevens de ambitie uitgesproken om deze gezondheidsthema's integraal aan te pakken. Van belang is dat de verschillende partijen (zoals gemeenten, zorgaanbieders, scholen, zorgverzekeraars, patiëntenorganisaties en zorgaanbieders) intensiever gaan samenwerken waardoor meer samenhang ontstaat in het bestaande aanbod en de effectiviteit van de interventies wordt verhoogd. In de tweede fase zijn de bovenstaande gezondheidsthema's nader uitgediept. Rondom elk gezondheidsthema zijn werkgroepen10 geformeerd die de volgende opdracht kregen: 1. geef een beschrijving van het lopende beleid en activiteiten die regiobreed worden uitgevoerd; 2. stel beleidsdoelen op voor de komende vier jaar die goed zijn onderbouwd; 3. geef aan op welke wijze deze beleidsdoelen kunnen worden gerealiseerd. Van belang was om in deze fase een goed beeld te krijgen van het huidige beleid en wat de mogelijke oplossingsrichtingen zijn om het probleem nog beter te kunnen aanpakken. Het resultaat van de tweede fase is vastgelegd in deze nota 'Twente kiest voor gezondheid en werkt aan gezond leven. Fase 2: thema's uitgewerkt'. De nota is belang voor de derde fase waarin het uitvoeringsprogramma voor de komende jaren wordt uitgewerkt. De planning is dat in het voorjaar van 2008 deze laatste fase van het ontwikkeltraject wordt afgerond. Leeswijzer Voordat de centrale gezondheidsthema's uitvoerig aan bod komen, wordt eerst in hoofdstuk 2 toegelicht langs welke twee dimensies preventieactiviteiten kunnen worden ingedeeld. De begrippen uit dit hoofdstuk komen terug in de beschrijving van de onderzoeksthema's. In de hoofdstukken 3 tot en met 6 komen de centrale gezondheidsthema's aan bod. Deze nota wordt afgesloten met een hoofdstuk waarin algemene beleidsadviezen voor het uitvoeringsprogramma worden gegeven.
10
Zie bijlage 2 voor een overzicht van de deelnemers per themagroep.
Pagina 10 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
2
Preventie nader bekeken Preventie is binnen de OGZ een belangrijk begrip. Preventie kan worden omschreven als 'het voorkomen van ziekten en het bevorderen van gezondheid door het wegnemen van risico's, het bevorderen van gezond gedrag, evenals het beperken van de gevolgen van ziekten door vroegtijdige opsporing met als doel het bevorderen van een lang en gezond leven voor zoveel mogelijk mensen' (Vereniging voor Volksgezondheid en Wetenschap). Voordat uitgebreid wordt ingegaan op de preventieactiviteiten die al in Twente worden uitgevoerd rondom de gekozen gezondheidsthema's, is het zinvol om het begrip preventie nader toe te lichten. De verschillende preventieactiviteiten kunnen worden ingedeeld langs twee dimensies: het soort preventieactiviteit en de doelgroep waarop de activiteit is gericht. In dit hoofdstuk worden de beide dimensies besproken. In de volgende hoofdstukken wordt regelmatig op deze begrippen teruggegrepen.
2.1 Soorten preventie Preventieactiviteiten kunnen worden onderverdeeld in drie soorten preventie: universele preventie, selectieve preventie en geïndiceerde preventie: — Universele preventie Is gericht op de algemene bevolking of een deelpopulatie die geen verhoogd risico heeft om een stoornis te krijgen. Bijvoorbeeld massamediale campagnes gericht op de gehele bevolking of schoolprogramma's waarbij alle leerlingen, ongeacht hun risicostatus benaderd worden. — Selectieve preventie Is gericht op groepen met een hoog risico op het ontstaan van een gezondheidsprobleem. Bijvoorbeeld ondersteuningsgroepen of trainingen voor mensen die recent een ingrijpende gebeurtenis hebben meegemaakt of chronische stress ondervinden. Voorbeelden hiervan zijn ondersteuningsgroepen voor verzorgers van dementerende ouderen, trainingen voor werklozen en gespreksgroepen voor kinderen van alcoholisten. — Geïndiceerde preventie Is gericht op mensen waarbij de ontwikkeling van een gezondheidsprobleem zich in een beginstadium bevindt. Een bekend voorbeeld is de cursus Omgaan met depressie die op veel plaatsen wordt aangeboden aan mensen met beginnende klachten. Ook kan het gaan om beginnende rokers, jongeren die dronken zijn, pubers met stemmingsklachten of mensen met overgewicht. Het onderscheid ligt in het moment waarop de interventie ingrijpt. Wanneer een aandoening is vastgesteld, wordt gesproken van behandeling en niet meer van preventie (Mrazek & Haggerty, 1994).
2.2
De leeflijn Preventieactiviteiten kunnen ook worden ingedeeld aan de hand van de doelgroep waar de activiteiten op zijn gericht. In deze nota heeft de werkgroep er voor gekozen om een indeling te maken naar leeftijdscategorie, de zogenaamde leeflijn. In de leeflijn wordt onderscheid gemaakt tussen vier leeftijdsgroepen: — Jonge jeugd (tot 15 jaar) In deze leeftijdsgroep spelen ouders en andere omgevingsfactoren (school, vrijetijdsverenigingen en kinderopvang) een belangrijke rol.
Pagina 11 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
—
—
—
Oudere jeugd (15-25 jaar) In deze levensfase vormen zich veel riskante leefwijzen. De eigen identiteit wordt belangrijker, evenals de interactie met de omgeving (invloed van leeftijdsgenoten, cultuur en vriendengroepen). Volwassenen De gevolgen van de gekozen leefwijzen voor de gezondheid begint in deze leeftijdgroep duidelijk te worden. Voor volwassenen zijn nieuwe settings voor preventie relevant (zoals werk en gezin). Ouderen Met het toenemen van de leeftijd dient zich een nieuwe levensfase aan. Dit betekent niet alleen dat gezondheidsproblemen op een andere manier relevant worden, maar ook dat de setting waarin interventies moeten plaatsvinden veranderen.
Deze indeling sluit aan bij de handleidingen die in het kader van het landelijke actieprogramma van 'Kiezen voor gezond leven' zijn opgesteld. De handleiding beschrijft per leeftijdscategorie de ingrediënten waarmee gemeenten rondom een gezondheidsthema een basispakket kunnen samenstellen11. Deze handleidingen kunnen worden ingezet voor het lokale gezondheidsbeleid, met waar mogelijk lokale accenten.
11
Richtlijn tabakspreventie (Stivoro), Handleiding preventie van overgewicht (Voedingscentrum) en handleiding preventie van depressie (Trimbos).
Pagina 12 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
3
3.1
Advies van de themawerkgroep Alcohol
Inleiding Op dit moment is alcoholpreventie in Twente - maar ook landelijk - goed onder de aandacht van beleidsmakers. Deze aandacht richt zich vooral op de jeugd, de jongeren en hun ouders. Cijfers maken duidelijk dat jongeren steeds vroeger, steeds vaker en dan vooral ook steeds meer drinken. Onder jongeren is bovendien de meeste gezondheidsschade van overmatig alcoholgebruik te verwachten, zowel wat betreft de schade aan de hersenen als schade ten gevolge van ongelukken en misdrijven. Daarnaast geldt nog steeds 'jong geleerd, oud gedaan'. Veel drinken op jonge leeftijd is een belangrijke risicofactor voor problematisch alcoholgebruik op latere leeftijd. In Twente drinkt bijna driekwart van de jongeren wel eens alcohol. In de tweede klas van het voortgezet onderwijs drinkt 62% wel eens alcohol. In de vierde klas is dit percentage opgelopen tot 88%. Van de weekenddrinkers is bekend dat 16% van de tweedeklassers meestal 5 of meer glazen drinkt. In de vierde klas gaat het om 64% van de leerlingen die zoveel drinken. Dit zware alcoholgebruik komt meer voor onder VMBO leerlingen dan onder HAVO/VWO leerlingen (uit het jongerenonderzoek van de GGD Regio Twente, 2004). Als het gaat om volwassenen dan blijkt dat 8 op de 10 volwassenen wel eens alcohol drinkt. Bij 10% van deze leeftijdsgroep is sprake van zwaar alcoholgebruik (minstens één dag per week 6 of meer glazen). In Twente komt zwaar alcoholgebruik relatief vaker voor onder mannen en werkenden. Van de groep ouderen is bekend dat 15% dagelijks 2 of meer glazen drinkt. De helft daarvan drinkt met enige regelmaat 3 glazen of meer per dag. Mannen drinken ook op deze leeftijd relatief meer dan vrouwen. De themawerkgroep Alcohol heeft een overzicht gemaakt van de huidige alcoholpreventie in de regio Twente. Daarnaast worden in dit hoofdstuk voorstellen gedaan over de aanpak van alcoholmisbruik. Daarbij wordt tevens ingegaan op de organisatorische en financiële aspecten van deze gewenste aanpak. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een voorstel hoe de regionale en lokale alcoholpreventie voor de komende vier jaar moet worden opgepakt.
3.2
Stand van zaken in de regio In Twente is Tactus verslavingszorg de belangrijkste instelling als het gaat om verslavingszorg en verslavingspreventie. Binnen de afdeling Preventie en Consultancy is de kennis over preventie van verslavingsproblemen geconcentreerd. Tactus verslavingszorg heeft een breed aanbod van activiteiten die door gemeenten worden afgenomen. Deze activiteiten worden afgestemd op de wensen en eisen van de lokale situatie. Voor een deel wordt alcoholpreventie gefinancierd via de centrumgemeenten Enschede en Almelo. De centrumgemeenten maken jaarlijks afspraken met Tactus verslavingszorg voor een basispakket. Veel activiteiten richten zich op jeugd en jongeren met als doel het voorkomen van (het beginnen met) middelengebruik, het verantwoord leren omgaan met middelen en het weerstaan van groepsdruk. Deze activiteiten vinden op basisscholen en in het voortgezet onderwijs plaats. Daarnaast zijn activiteiten ook gericht op volwassenen. Dit kan zijn in de rol van ouder/ opvoeder of in het kader van eigen problematisch gebruik. Voorlichting en hulpverlening via internet zijn veelbelovende instrumenten voor preventie van problematisch alcoholgebruik. Tactus verslavingszorg heeft met succes de internetbehandeling 'Alcohol de baas' ontwikkeld en voor het basisonderwijs het digitale leerprogramma 'Op tijd voorbereid'. Voor de verdere ontwikkeling van deze vorm van e-hulpverlening, is vooral de financiering een belangrijk knelpunt. Pagina 13 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
Het meest effectief bij preventie van alcoholgebruik is een integrale aanpak, waarbij een combinatie wordt gezocht van voorschriften (bijvoorbeeld openingstijden horeca, leeftijdsgrenzen), voorzieningen (bijvoorbeeld alcohol in een apart deel van een supermarkt) en voorlichting. De vele initiatieven in gemeenten worden in toenemende mate gebundeld in een regionale aanpak. Dit heeft ondermeer geleid tot een initiatief van het Regionaal College12 om een stuurgroep Jeugd & Alcohol in het leven te roepen. In deze stuurgroep participeren gemeenten (bestuurders), Justitie, Politie Twente, Tactus verslavingszorg en Horeca Nederland. De stuurgroep heeft onlangs een plan van aanpak opgesteld met de titel: 'Happie Fris??! Integrale aanpak jeugd & alcohol in Twente'. Dit plan gaat uit van een integrale benadering met veel partijen. Een deel van de kosten van dit project en de facilitering daarvan, wordt opgebracht door de centrumgemeenten. Daarnaast dragen gemeenten uit eigen middelen bij aan lokale activiteiten. Tevens is een financiële bijdrage aan de provincie gevraagd. Binnen dit regionale plan zijn ook subregionale initiatieven ontstaan. Voor een volledig overzicht van de activiteiten die in Twente worden uitgevoerd rondom het thema alcohol wordt doorverwezen naar bijlage 1 van deze nota.
3.3
Inhoudelijke aspecten van alcoholpreventie In diverse internationale rapporten is de werking van beleidsmaatregelen ten aanzien van alcoholmisbruik samengevat. Uit deze gegevens komt naar voren dat de alcoholproblematiek sterk samenhangt met het gemiddelde gebruik per hoofd van de bevolking. Hoe meer mensen gemiddeld drinken, hoe meer mensen problemen hebben met alcoholgebruik. Maatregelen die zijn gericht op de prijs en beschikbaarheid van alcohol zijn het meest effectief in het tegengaan van alcoholgebruik (Van der Wilk e.a., 2007). Voor het lokale beleid zijn vergunningverlening en handhaving daarbij belangrijke instrumenten. Het effect van interventies die op het individu zijn gericht (zoals voorlichting, educatie en training) zijn over het algemeen gering (Lammers, 2001). Wel kunnen dergelijke interventies bijdragen aan het besef dat alcohol problemen veroorzaakt, waardoor het nemen van andere maatregelen gemakkelijker wordt. Op het individu gerichte interventies zijn effectiever wanneer ze onderdeel zijn van een breed pakket van maatregelen. In het terugdringen van het alcoholgebruik onder de jeugd en jongeren kunnen ouders een belangrijke bijdrage leveren (Van der Vorst, 2007). Het blijkt dat ouders vaak onvoldoende zicht hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen. Wanneer zij zich echter wel op de hoogte brengen van het alcoholgebruik van hun kinderen en dit ook met hen bespreken, kunnen ouders wel degelijk invloed uitoefenen op het gebruik. Ook kan het stellen van duidelijke regels in sommige gevallen een beperkende invloed hebben. Daarnaast hebben ouders ook een voorbeeldfunctie voor hun kinderen. Om preventie effectief te laten zijn, is het van belang dat activiteiten voldoende intensief worden uitgevoerd. Dit betekent voor een effectieve alcoholpreventie: — Stel een beperkt aantal doelen. — Zorg voor samenhang en continuïteit in preventieactiviteiten. — Richt activiteiten op de gehele doelgroep, maar ook op de risicogroepen en de beginnende probleemdrinkers.
12
Het Regionaal College is het algemeen bestuur van de politie en neemt beslissingen op hoofdlijnen. In dit college zitten alle burgemeesters van Twente evenals de hoofdofficier van justitie en de korpschef.
Pagina 14 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
—
Zet preventieactiviteiten in die bewezen effectief zijn (evidence based), planmatig zijn ontwikkeld, gericht op de doelgroep en leeftijdsspecifiek. Bovendien moeten deze activiteiten zich richten op zowel de omgeving als de persoon zelf.
In de nota 'Kiezen voor gezond leven' (Ministerie van VWS, 2006) worden ten aanzien van alcoholpreventie twee specifieke doelen genoemd: — Het gebruik van alcohol onder de 16 jaar terugbrengen tot het niveau van 1992. — Het percentage volwassen probleemdrinkers terugdringen van 10,3% nu naar 7,5% in 2010. In Twente sluit het regionale beleidsplan 'Happie Fris?' nadrukkelijk aan bij de eerste doelstelling uit deze nota. Het project is veelbelovend omdat het enerzijds een lange termijn aanpak betreft en anderzijds integraal is opgezet. Regelgeving en handhaving zijn onderdelen van het projectplan naast interventies die op het individu zijn gericht. Dit zijn belangrijke elementen om succes te boeken in het terugdringen van de alcoholproblematiek onder jongeren. Als het gaat om preventieactiviteiten gericht op risicogroepen en beginnende probleemdrinkers (de zogenaamde selectieve en geïndiceerde preventie), kan gebruik worden gemaakt van veelbelovende initiatieven als opvoedingsondersteuning en Kortdurende Pedagogische Gezinsbegeleiding. In de vormen van gezinsondersteuning kan alcoholpreventie een thema zijn. Daarnaast moet de zorgketen voor jongeren met problematisch alcoholgebruik verder worden versterkt en verbeterd. Verschillende partijen kunnen een belangrijke rol spelen bij het signaleren, bespreekbaar maken en doorgeleiden van de problematiek. Te denken valt aan het onderwijs, de JGZ maar ook politie, eerste hulpposten en huisartsen. Signaleren is alleen zinvol als er ook een bijpassend zorgaanbod beschikbaar is. Dit betekent dat een samenhangend zorgaanbod tot stand moet komen. Studenten en scholieren uit het beroepsonderwijs vormen een belangrijke groep voor het overmatig alcoholgebruik. Juist deze groepen krijgen relatief (te) weinig aandacht in het aanbod van preventieve activiteiten. De andere doelstelling die in de nota 'Kiezen voor gezond leven' wordt benoemd, is het terugdringen van het aantal volwassen probleemdrinkers. Naast eerdergenoemde maatregelen is het daarom nodig om problematisch alcoholgebruik onder volwassenen vroegtijdig te onderkennen en hierop effectief te interveniëren. Naast bewustwording bij het algemeen publiek dienen interventies vooral te worden gericht op het verbeteren van het signalerend vermogen van de gezondheidszorg, werkgevers en de maatschappelijke zorg. Een specifieke doelgroep in dit kader zijn de ouderen. Hoewel ouderen gemiddeld minder drinken dan andere leeftijdscategorieën, neemt de alcoholtolerantie door veroudering af. Daarnaast zijn er tal van factoren die problematisch alcoholgebruik in de hand kunnen werken. Hierbij moet worden gedacht aan vereenzaming, rouw om partnerverlies en ook dementie. De laatste jaren signaleert de verslavingszorg relatief veel hulpvragen uit de categorie 55-plus.
3.4
Organisatorische aspecten van alcoholpreventie Om alcoholpreventie effectief te kunnen uitvoeren, is een heldere structuur noodzakelijk. Zowel op regionaal niveau als in het samenspel tussen regionale organisaties en afzonderlijke gemeenten is dit van belang. De projectstructuur behorend bij het project Jeugd en Alcohol, kan deze structuur bieden. De verschillende rollen zijn hierbij duidelijk gepositioneerd, waarbij we in ieder geval de volgende rollen onderscheiden:
Pagina 15 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
—
—
—
Bestuurlijk trekker De stuurgroep Jeugd en Alcohol zorgt als bestuurlijk trekker voor draagvlak bij de verschillende partijen en regelt de financiële en organisatorische randvoorwaarden. Tevens fungeert de stuurgroep als spreekbuis. Projectleider/programmaleider (ingevuld door de centrumgemeenten) De projectleider vervult ambtelijk een coördinerende en aanjagende rol. Het voorstel is dat deze rol vanuit de centrumgemeenten wordt ingevuld. Uitvoerders/ontwikkelaars Er zijn veel partijen die een bijdrage moeten leveren aan de uitvoering van beleid. Een gezonde wisselwerking tussen uitvoering en het verder ontwikkelen van preventieactiviteiten staat hierbij centraal. Vanuit de expertise van de verschillende partijen wordt een bijdrage geleverd. Er is geen discussie over onderlinge competenties.
Voor de overige voorgestelde activiteiten is ook een duidelijke structuur gewenst. Op dit moment fungeren de centrumgemeenten vooral als opdrachtgever. In het kader van de Wmo beschikken de andere gemeenten echter ook over een preventiebudget dat voor preventie van alcohol kan worden ingezet. Nadere afstemming in de aansturing van de preventie is dan ook gewenst. Al eerder is gesteld dat Tactus verslavingszorg de belangrijkste speler is op het gebied van alcoholpreventie en verslavingszorg. De samenwerking met andere organisaties op het gebied van preventie en zorg moet worden versterkt. Het preventieplatform Twente lijkt hiervoor het geschikte platform. Financiën Met de komst van de Wmo zijn gelden voor preventie van alcoholmisbruik sterk in beweging. Naast de middelen die de centrumgemeenten beheren en de algemene gelden voor de collectieve preventie, worden middelen van de AWBZ naar het gemeentefonds overgeheveld. Daarnaast worden vormen van individugerichte preventie mogelijk door de ziektekostenverzekering vergoed. Het is - om te voorkomen dat het budget sterkt versnipperd raakt - van belang dat op al deze middelen een goede regie wordt gevoerd.
Beleidsinformatie In toenemende mate is er behoefte aan goede beleidsinformatie (monitoring) ter ondersteuning van de alcoholpreventie. Deze beleidsinformatie dient de volgende gegevens op te leveren: — Signaleren van nieuwe trends In het alcoholgebruik onder jongeren doen zich steeds nieuwe trends en ontwikkelingen voor. De opkomende problematiek van het 'indrinken' en de alcoholvergiftigingen onder vooral jonge meisjes zijn hiervan recente voorbeelden. Door het systematisch en proactief verzamelen van informatie (via ziekenhuizen, eerstelijnsgezondheidszorg en het maatschappelijk werk) kunnen deze trends vroegtijdig worden gesignaleerd en verder in kaart worden gebracht. — Kwantificeren van relevante ontwikkelingen Om activiteiten goed te kunnen plannen, zijn betrouwbare gegevens nodig over de omvang van de verschillende doelgroepen en de omvang van bepaalde gedragingen. Met behulp van de gegevens van de GGD en Tactus verslavingszorg, kan hier inzicht in worden verkregen. — Procesinformatie over het gevoerde beleid Wil beleid effectief kunnen zijn, dan is het van belang dat het zo wordt uitgevoerd als
Pagina 16 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
—
3.5
gepland. Door over deze informatie te beschikken, kunnen knelpunten bij de uitvoering op tijd worden gesignaleerd en kan tijdig worden bijgestuurd. Het leveren van informatie over de effecten van het gevoerde beleid.
Advies voor alcoholpreventie Op basis van de verkregen inzichten over een effectieve aanpak van de alcoholpreventie, komt de themawerkgroep Alcohol tot het volgende advies: 1.
Continuering en versterking van het huidige aanbod met als belangrijke aandachtspunten de dreigende versnippering van beleid en de vermindering van het budget.
2.
De stuurgroep Jeugd en Alcohol als regisseur laten optreden van het regionale beleid (vooral ten aanzien van de alcoholproblematiek onder jongeren).
3.
Intensiveren van het huidige aanbod en focussen op de volgende maatregelen: — Voer het projectplan 'Happie Fris?' uit. Het doel van dit plan is het percentage jongeren onder de 12 jaar dat alcohol drinkt te verminderen met 50%. Het percentage alcoholgebruikende jongeren onder de 16 jaar wordt 25% verminderd. — Investeer in het verlenen van vergunningen en het handhaven van voorschriften. Dit moet er toe leiden dat over vier jaar geen alcohol meer wordt verkocht aan jongeren onder de wettelijke leeftijdsgrens (nu 16 jaar en mogelijk 18 jaar). Investeer tevens in het terugdringen van alcoholgebruik buiten reguliere horecagelegenheden. — Verbeter de mogelijkheden van ouders om het alcoholgebruik van hun kinderen te beperken. Over vier jaar moeten ouders weten welke mogelijkheden zij hebben om het alcoholgebruik van hun kinderen te beïnvloeden. Er is een samenhangend aanbod van opvoedingsondersteuning, waarbij het thema alcohol en opvoeding een onderdeel is. — Ontwikkel de komende vier jaar een voorlichtingsaanbod dat is gericht op studenten en scholieren van het beroepsonderwijs. — Investeer in de versterking van de vroegtijdige herkenning en behandeling van volwassen probleemdrinkers (met daarbij specifieke aandacht voor ouderen).
4.
Opstellen van een jaarlijks overzicht van de financiering van het regionaal preventief alcoholbeleid. In dit overzicht moet ook duidelijk worden op welke wijze gemeenten van het aanbod gebruik kunnen maken. Tactus verslavingszorg, de centrumgemeenten en de GGD bereiden dit overzicht voor en bespreken dit met de andere gemeenten.
5.
Verbeteren van de beschikbare beleidsinformatie. Dit sluit aan bij de epidemiologische taak die de GGD heeft. Ook Tactus verslavingszorg kan in deze taak het nodige betekenen.
Pagina 17 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
Dit advies is vertaald naar de onderstaande acties: Actie
Doel
Betrokkenen
Verantwoordelijke
Meetbaar
Uitvoeren projectplan Happie Fris?
De komende 4 jaar vermindert het percentage jongeren onder de 12 jaar dat alcohol gebruikt met 50% en onder de 16 jaar met 25%.
Gemeenten, Tactus verslavingszorg, GGD
Stuurgroep Jeugd en alcohol
Voortgezet onderwijs: Gegevens uit E-movo (2007 en 2011)
Geen verkoop van alcohol aan jongeren onder de wettelijke leeftijdsgrens
Politie, Justitie, Gemeenten, VWA, Horeca Nederland, Sportraad Overijssel
Stuurgroep Jeugd en alcohol
Tactus verslavingszorg , GGD-JGZ, Bureau Jeugdzorg
Tactus verslavingszorg (landelijke campagne) GGD (opvoedingsondersteuning)
Gerealiseerde ouderavonden
Versterken Regelgeving en handhaving
Groep 7 en 8 basisonderwijs: gegevens uit 'Op tijd voorbereid' Voortgangsverslagen Evaluatieonderzoek
Beperking verkrijgbaarheid alcohol (binnen wettelijke mogelijkheden) Alcohol en opvoeding: Participatie in landelijke campagne Samenhangend aanbod opvoedingsondersteuning
Ouders weten hoe ze alcoholgebruik kunnen beïnvloeden Ouders zijn in staat het gebruik door hun kinderen te beperken
Resultaten evaluatie
Voorlichtingsaanbod voor studenten en scholieren beroepsonderwijs
Beïnvloeding perceptie voordelen van alcohol, vergroten eigen effectiviteit
Tactus verslavingszorg, Universiteit Twente, Saxion, ROC, GGD
Stuurgroep Jeugd en alcohol
Uitgevoerde voorlichting, samenwerking met instellingen, daling van het aantal incidenten
Intensiveren scholing intermediairs
Het aantal effectief behandelde volwassen probleemdrinkers stijgt met 25%; onder ouderen met 50%
Tactus verslavingszorg, GGD, huisartsen, maatschappelijk werk, thuiszorg
Centrumgemeenten
Aantal deelnemers behandeling Tactus verslavingszorg, Aantal verwijzingen naar Tactus verslavingszorg, Deelnemers Alcohol de Baas
Versterken aanbod behandeling alcoholproblematiek (specifieke aandacht voor ouderen)
Pagina 18 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
4
4.1
Advies van de themawerkgroep Roken
Inleiding Roken is één van de belangrijkste doodsoorzaken van de Nederlandse bevolking. Eén op de twee rokers overlijdt vroegtijdig als gevolg van het roken. De levensverwachting van een roker is acht tot twaalf jaar minder in vergelijking met de levensverwachting van een niet-roker. Rokers hebben een hoger risico op sterfte aan longkanker, andere soorten kanker, coronaire hartziekten, beroerte, hartfalen, astma en COPD13. Tevens zijn er aanwijzingen dat het roken van de moeder tijdens de zwangerschap het risico vergroot op zuigelingensterfte. Na de geboorte is er een verhoogde kans op wiegendood. Roken heeft dus een belangrijk effect op de levensverwachting. Er is veel gezondheidswinst te behalen wanneer het percentage rokers omlaag wordt gebracht. Uit het jongerenonderzoek van de GGD (2004) blijkt dat 12% van de Twentse jongeren dagelijks rookt en 16% zegt regelmatig een sigaret op te steken (1 keer per maand of vaker). In dit onderzoek kwam tevens naar voren dat 6% van de tweedeklassers van het voortgezet onderwijs dagelijks rookt en dat dit voor 23% van de vierdeklassers geldt. Het meest wordt gerookt op scholen en in discotheken. Uit het volwassenenonderzoek van de GGD uit 2002 blijkt dat 32% van de volwassenen in Twente rookt. Eén op de drie volwassen geeft aan dat zij nu niet meer roken, maar dit vroeger wel deden (31%). Er zijn geen gegevens beschikbaar over het rookgedrag van ouderen. In Twente is het percentage rokers van 12 jaar en ouder gelijk aan het landelijke gemiddelde van 31,5%. Acht procent van de bevolking in Twente is aangemerkt als 'zware roker' (meer dan 20 sigaretten per dag). Van de Nederlandse bevolking kan 8,5% tot deze categorie worden gerekend (Nationale Atlas Volksgezondheid 2001 - 2004, RIVM). In dit hoofdstuk wordt allereerst toegelicht welke activiteiten op dit moment in Twente worden uitgevoerd om het aantal rokers omlaag te brengen (§ 4.2). Vervolgens wordt ingegaan op de inhoudelijke aspecten van de tabakspreventie (§ 4.3). In paragraaf 4.4 worden de organisatorische en financiële aspecten belicht. In de laatste paragraaf wordt het advies van de themawerkgroep Roken gepresenteerd.
4.2
Stand van zaken in de regio In Twente werken verschillende organisaties aan tabakspreventie. Soms wordt gezamenlijk opgetrokken, maar veelal wordt solistisch gewerkt. Het valt op dat de interventies in het bijzonder zijn gericht op kinderen en adolescenten. Binnen deze doelgroep zijn verschillende leeftijdsgroepen en invalshoeken van preventie te onderscheiden. De nadruk ligt hierbij op preventie die op de gehele doelgroep is gericht (de zogenaamde universele preventie). Tactus verslavingszorg is net als bij de alcoholpreventie een belangrijke speler in het terugdringen van het aantal rokers in Twente. Deze organisatie besteedt in de voorlichting aandacht aan de risico's van roken, het maken van keuzes en de weerbaarheid van het individu. Daarnaast biedt Tactus verslavingszorg ondersteuning aan scholen bij activiteiten en themadagen over genotmiddelen (waarbij roken wordt meegenomen). In het project 'Rookvrije 13
COPD: Chronic Obstructive Pulmonary Diseases (waaronder chronische bronchitis en longemfyseem). Het
betreft aandoeningen waarbij de longen regelmatig en langdurig ontstoken zijn en beschadigd worden. De longfunctie gaat langzaam achteruit. Roken is de belangrijkste oorzaak van deze aandoening.
Pagina 19 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
Scholen' ondersteunt Tactus verslavingszorg scholen bij het behalen van het predicaat 'Rookvrije School'. Met dit project laat de school zien dat een gezonde leer- en werkomgeving belangrijk is. Daarmee draagt de school bij aan het voorkomen dat de leerlingen gaan roken. Veel gemeenten in Twente kennen al 'Rookvrije scholen'14. Deze kwalificatie garandeert dat de school een goed rookbeleid hanteert. Een andere actie om rookgedrag op school te ontmoedigen is de landelijke 'Actie Tegengif'. Dit is een klassikale niet-roken wedstrijd voor eerste- en tweedeklassers uit het voortgezet onderwijs. Een aantal scholen in Twente doet ook mee aan deze actie. Zeker omdat kinderen tot hun achttiende levensjaar veel tijd op school doorbrengen, is deze setting een goede plek om een gezonde leefstijl te bevorderen. Met dergelijke projecten wordt ingezet op gezondheidsbevordering (voorlichting), maar ook op het beïnvloeden van de sociale omgeving (de groep) en het beïnvloeden van de fysieke omgeving (gezond binnenmilieu). Naast het reguliere onderwijsaanbod kan Tactus verslavingszorg ook extra (persoonlijke) begeleiding bieden op school. De centrumgemeenten voor verslavingszorg (Enschede en Almelo) geven in afstemming met de andere Twentse gemeenten sturing aan de verslavingszorg Twente. Zij beheren het budget en maken afspraken met Tactus verslavingszorg (conform de werkwijze rond het thema alcohol). De GGD heeft als uitvoerder van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) een directe lijn met scholen en gemeenten. In samenwerking met regionale partners is een loket voor vraag, advies en uitvoering van gezondheidsbevordering in en rond het onderwijs geïnitieerd. Dit loket staat bekend als Samenwerking Preventie Onderwijs Twente (SPOT)15. In SPOT participeren de GGD Regio Twente, Tactus verslavingszorg, de GGZ-instellingen Adhesie en Mediant, Politie Twente, het Algemeen Maatschappelijk Werk, Jeugdzorg Overijssel, Jarabee en Halt. Binnen SPOT is het ontmoedigen van rookgedrag onder scholieren een aandachtspunt. Als een rokende burger met gezondheidsklachten aanklopt bij de huisarts, fysiotherapeut of bij een andere professional in de zorg, dan zal het roken – of beter gezegd het stoppen met roken – een item zijn. In Twente zijn verschillende methodes binnen de eerstelijnsgezondheidszorg beschikbaar om te stoppen met roken. De Regionale Ondersteuningsstructuur Eerstelijnszorg Twente (ROSET)16 ondersteunt inmiddels meer dan 60 huisartsenpraktijken in Twente bij de opzet van COPD ketenzorg. De ervaring leert dat wet- en regelgeving een groot aantal rokers heeft gemotiveerd om te stoppen. De overheid heeft in 2004 al bij wet bepaald dat alle werkplekken rookvrij moeten zijn. Vanaf 1 juli 2008 moeten ook alle horecagelegenheden rookvrij zijn. In het uitwerken van landelijke maatregelen om het roken tegen te gaan, wordt de overheid niet zelden geadviseerd door Stivoro, het landelijke expertisecentrum voor Tabakspreventie. Stivoro ontwikkelt ondermeer interventies, voert onderzoek uit ten behoeve van deze preventie en geeft adviezen aan de overheid. 14
- In Twente 15 VO scholen: Rijssen-Holten (1), Hof van Twente (1), Enschede (5), Hengelo (1), Dinkelland (1),
Almelo (5), Tubbergen (1). - In Twente 45 BO scholen: Twenterand (3), Tubbergen (2), Borne (2), Almelo (6), Dinkelland (4), Oldenzaal (1), Hengelo (2), Enschede (11), Hof van Twente (5), Haaksbergen (2), Rijssen-Holten (3), Hellendoorn (3) - Aan Actie Tegengif doen 25 scholen mee. 15
Voor meer informatie zie www.spottwente.nl
16
ROSET is de ondersteuningsinstelling voor de eerstelijnsgezondheidszorg in Twente. De doelstelling van deze organisatie is om de continuïteit en de kwaliteit van de eerstelijnszorg in de regio te waarborgen. Tevens stimuleert ROSET de samenwerking tussen professionals uit de eerstelijn onderling en met organisaties uit de 0de lijn en de tweedelijnsgezondheidszorg. ROSET is in Twente onderverdeeld in drie subregio’s: Almelo e.o., Enschede e.o. en Midden-Twente.
Pagina 20 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
Voor meer informatie over de activiteiten die nu in Twente worden uitgevoerd om te voorkomen dat mensen gaan roken, wordt doorverwezen naar het overzicht in bijlage 1.
4.3
Inhoudelijke aspecten van tabakspreventie Het lukt niet met alleen voorlichting om het roken terug te dringen. Dat komt omdat een groot aantal factoren van invloed zijn; zowel op het moment waarop iemand begint met roken als het besluit om daarmee te stoppen. Aan de orde zijn bijvoorbeeld de groepsnormen, sociale weerbaarheid en de kennis van de negatieve gevolgen. Bij preventie van roken kan men zich naast het positief beïnvloeden van persoonsgebonden factoren zoals kennis en houding, ook richten op de fysieke en sociale omgevingsfactoren die het niet-roken ondersteunen en stimuleren. Dankzij een samenhangende, integrale aanpak is het percentage rokers onder volwassenen de afgelopen decennia behoorlijk gedaald. Niet-roken is langzaam maar zeker de norm geworden. Landelijk zijn verschillende instrumenten ingezet om het roken tegen te gaan, zoals wet- en regelgeving (rookverboden), accijnsverhoging, voorlichting, zelfregulering en behandeling van tabaksverslaving. De effectiviteit van deze interventies wordt groter als ze in combinatie worden toegepast. Een aantal landelijke maatregelen, zoals het bij wet verplichten van een rookvrije werkplek, zijn succesvol. Tabakspreventie op lokaal niveau kan daarnaast een grote toegevoegde waarde hebben. De kracht van lokale preventie zit vooral in de persoonlijke benadering van de roker en de beïnvloeding van de factoren die een rol spelen bij het (gaan) roken. Juist de synergie tussen landelijke en lokale mogelijkheden maken het rookontmoedigingsbeleid effectief. Ten aanzien van het roken kan een aantal risicogroepen worden benoemd. Allereerst zijn dat de jongeren. Het blijkt namelijk dat veruit de meeste volwassen rokers al in hun jeugd met roken begonnen zijn. De leeftijdsgroep 15 – 20 jaar is een moeilijke groep om te bereiken. Rokende jongeren ervaren roken niet als een verslaving. Daarbij gaat het rookgedrag niet zelden gepaard met (overmatig) drankgebruik. Als mensen op hun twintigste nog niet roken is de kans klein dat ze dat alsnog gaan doen. Mensen met een laag opleidingsniveau roken meer dan mensen met een hoog opleidingsniveau. Ook is gebleken dat relatief veel allochtone mannen roken. Van lage SES-groepen is bekend dat persoonlijk contact cruciaal is bij de aanzet tot gedragsverandering. Tot slot kunnen ongehuwden en vooral mensen die gescheiden zijn als risicogroep worden genoemd.
4.4
Organisatorische aspecten van tabakspreventie Voor de landelijke overheid is tabakspreventie een speerpunt van beleid. In de preventienota 'Kiezen voor gezond leven' is de ambitie om het aantal rokers in 2010 terug te brengen tot 20% van de bevolking (is nu nog 28%). De werkgroep is van mening dat we in Twente ook naar dit gewenste percentage moeten streven. In de regio zijn daarvoor genoeg handvatten beschikbaar. Tal van professionals – bijvoorbeeld in de jeugdgezondheidszorg, het onderwijs en de sport - zijn bereid om jongeren te motiveren niet te gaan roken. De eerstelijnszorg stimuleert patiënten om te stoppen met roken en levert daarvoor ook de nodige ondersteuning. Landelijk komt steeds meer aandacht om het meeroken in kantines en horeca tegen te gaan. Ook daar kunnen we in Twente op aanhaken. Daarnaast dragen de verzekeringsmaatschappijen hun steentje bij aan tabakspreventie door de cursus 'Stoppen van roken' in de aanvullende verzekeringen op te nemen.
Pagina 21 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
Brede aanpak De themawerkgroep Roken stelt een brede benadering voor, waarbij aandacht is voor inhoudelijke afstemming en een integrale aanpak. Een preventieve aanpak van roken omvat vier elementen: — Voorlichting en bewustwording (universele preventie). — Signalering & Advies; (risicogroepen, eerstelijnszorg, intermediaire/partners). — Preventieve ondersteuning van burgers die willen stoppen met roken (selectieve en geïndiceerde preventie). — Maatregelen gericht op de omgeving (rookvrije school, werkplek, horeca en sportkantine). Inzetten op acties die de samenwerking en afstemming bevorderen tussen de landelijke overheid en lokale c.q. regionale professionals, vormt de rode draad in het anti-rookbeleid van de themawerkgroep Roken.
4.5
Advies van de themawerkgroep Roken Op basis van de verzamelde kennis en inzichten komt de themawerkgroep Roken tot de volgende adviezen om het rookgedrag in Twente tegen te gaan: 1.
Bij preventie van roken – vooral bij jongeren - dient men zich niet alleen te richten op het positief beïnvloeden van persoonsgebonden factoren zoals kennis en houding, maar vooral ook op de fysieke en sociale omgevingsfactoren die het niet-roken ondersteunen en stimuleren. De interventieprojecten 'Rookvrije scholen' en 'Actie Tegengif' benaderen deze factoren in samenhang. Naast het bevorderen van een gezonde leefstijl (voorlichting) wordt ook ingezet op het beïnvloeden van de sociale omgeving (de groep) en het beïnvloeden van de fysieke omgeving (gezond binnenmilieu). Voorgesteld wordt deze aanpak te intensiveren en te continueren.
2.
Jongeren roken meer tijdens het uitgaan in kroeg en discotheek. Onderzoek laat zien dat een verband bestaat tussen drinken en roken. Een integrale aanpak alcohol en roken ligt voor de hand. Geadviseerd wordt afstemming te zoeken met de themawerkgroep Alcohol.
3.
Verschillende professionals in de zorg geven een niet-roken advies. De werkgroep veronderstelt dat de manier waarop dit wordt aangepakt en wordt besproken met een patiënt, per beroepsgroep verschilt. Het voorstel is om tot meer afstemming en samenhang te komen in de keten van preventie en zorg, waardoor meer winst is te behalen als het gaat om stoppen met roken.
4.
Roken is per 1 juli 2008 in de horeca verboden. Ook wordt de gehele sportsector rookvrij. Waar mogelijk wordt in Twente aangesloten bij de landelijke campagnes in de eerste helft van 2008.
5.
In 2008 wordt bekeken of de methode 'Stoppen met roken' met ingang van 2009 kan worden opgenomen in het basispakket van de ziektekostenverzekering. Alleen doeltreffende en kosteneffectieve interventies komen mogelijk in aanmerking om in het verzekerde pakket onder te brengen. Waar mogelijk moeten we op deze ontwikkelingen anticiperen in samenspraak met Menzis.
6.
De monitorfunctie van de voortgang van het uitgezette beleid moet worden versterkt. Pagina 22 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
Dit sluit aan bij de epidemiologische taak van de GGD. Het advies is in onderstaand schema vertaald naar concrete activiteiten. De uitwerking hiervan wordt lopende de planperiode vorm gegeven17. Actie
Doel
Betrokkenen
Verantwoordelijke
Meetbaar
Verhogen van het aantal scholen (BO/VO) met het predicaat 'rookvrije school'
Gezonde leefstijl op school bevorderen
JGZ (SPOT), scholen en Tactus verslavingszorg met ondersteuning van Stivoro
Tactus verslavingszorg en JGZ
Toename van 20%
Afstemming en samenwerking tot stand brengen tussen professionals van de JGZ, eerstelijn en tweedelijn in het tegengaan van rookgedrag
Verbeteren signalering en advies (risicogroepen)
GGD, ROSET en ziekenhuizen (en Tactus verslavingszorg )
Bestuurscommissie OGZ
Minder mensen die gaan roken op de lange termijn en meer mensen die stoppen met roken
Themawerkgroep 'Roken' gedurende het traject 'Twente kiest' aanwijzen als projectgroep of stuurgroep
Continuïteit samenhang en afstemming; gemeenten, met centrumgemeenten, PPT/TOP en SPOT en lokale acties
Gemeenten, Centrumgemeenten Tactus verslavingszorg, Livio, Roset, Menzis, UT, Stivoro en GGD
Onder leiding van de huidige voorzitter, de ambtenaar volksgezondheid gemeente Hengelo
Verslaglegging en regionale terugkoppeling Bestuurscommissie/ AO en centrumgemeenten
Actuele gegevens verkrijgen ter onderbouwing en bijsturing beleid
GGD, Tactus verslavingszorg en UT in dialoog met gemeenten
Tactus verslavingszorg en GGD
Uitgifte gegevens/ factsheet per gemeente en daarna actualisering per jaar
Continueren huidige werkgroep Verzamelen epidemiologische gegevens Continueren huidige werkwijze Afstemming werkgroepen roken en werkgroep alcohol
'Jong geleerd is oud gedaan'
Vroegsignalering Ontstaan keten preventie en zorg
Monitoring Afstemming en samenhang in aanpak
17
Het uitvoeringsprogramma voor het roken hanteert een leeftijdsindeling die afwijkt van de indeling bij andere gezondheidsthema. Dit in verband met de knip tussen het basis- en het voortgezet onderwijs.
Pagina 23 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
5
5.1
Advies van de themawerkgroep Overgewicht
Inleiding Overgewicht vormt een groot risico voor de volksgezondheid en is een maatschappelijk probleem. Cijfers maken duidelijk dat overgewicht onder jongeren steeds vaker voorkomt. In 1980 had 1 op de 15 kinderen tussen 4 en 15 jaar overgewicht. In 1997 betrof dit al 1 op de 8 à 9 kinderen. Ook het percentage met obesitas steeg sterk. Rond bepaalde leeftijden verdrievoudigde dit percentage zelfs. Landelijk heeft gemiddeld 45% van de volwassenen overgewicht. In Twente is dit percentage zelfs 50%. Twente heeft daarmee de op één na hoogste score van het land. Uit onderzoek van de GGD in 2002 onder volwassenen blijkt dat bijna de helft van de volwassenen overgewicht heeft: 38% kampt met overgewicht en 11% met ernstig overgewicht. Bij ouderen in de leeftijd van 65 tot 75 jaar heeft 49% overgewicht. Bij 15% van deze leeftijdscategorie is sprake van ernstig overgewicht. In de leeftijd van 75 jaar en ouder kampt 46% van de ouderen met overgewicht en 14% met ernstig overgewicht. De groei van overgewicht is alarmerend en interventies zijn noodzakelijk. Overgewicht kan belangrijke gevolgen hebben voor de gezondheid van mensen. Te denken valt aan diabetes, hart- en vaatziekten en bepaalde vormen van kanker. Volgens de themawerkgroep moet fors worden geïnvesteerd om overgewicht tegen te gaan. Dit hoofdstuk begint met een kort overzicht van de huidige stand van zaken (§ 5.1). Vervolgens worden de inhoudelijke aspecten van overgewicht toegelicht (§ 5.2). Het hoofdstuk wordt afgesloten met een advies hoe het regionaal en lokaal beleid ten aanzien van overgewicht verder gestalte kan krijgen in Twente (§ 5.4). Uitgangspunt van dit advies is dat voor elke leeftijd in Twente een aanbod wordt geleverd gedurende de planperiode 2008-2011.
5.2
Stand van zaken in de regio De laatste jaren is het aantal activiteiten om overgewicht te voorkomen flink toegenomen. Deze activiteiten kennen een grote verscheidenheid naar doelgroepen en het soort preventie. Toch blijken de meeste activiteiten zich op de jonge en oudere jeugd te richten. Landelijk zijn vele programma's ontwikkeld. De uitvoering van deze programma's vindt overwegend lokaal plaats. Per gemeente verschilt de intensiteit en de keuze van de activiteiten. Binnen deze activiteiten kan onderscheid worden gemaakt in structurele en projectmatige activiteiten. De financiering van projecten en activiteiten is net zo divers. Vanwege het maatschappelijk belang is voor de overheid een belangrijke rol weggelegd bij het tegengaan van overgewicht. Lokale overheden kunnen in hun gezondheidsbeleid een belangrijke impuls geven aan preventie van overgewicht door gelden beschikbaar te stellen maar ook initiatieven in lokale preventieprogramma's op te nemen. Daarbij kan de gemeente voor de uitvoering terugvallen op organisaties zoals zorgaanbieders en de GGD. In Twente zijn verschillende partijen actief op het gebied van overgewichtpreventie. Deze activiteiten worden voor een belangrijk deel door gemeenten afgenomen c.q. gefinancierd. Te denken valt aan de GGD, de thuiszorgorganisaties (JGZ 0-4 jaar, Voeding en Dieetadvies), scholen, stichting welzijn ouderen, club- en buurthuiswerk en sportverenigingen. Daarnaast vormen ook professionals, zoals huisartsen, fysiotherapeuten, diëtisten en medische specialisten een belangrijke schakel in de keten van preventie en zorg rondom overgewicht. Een prominent project in deze regio is 'Twente in Balans'. Twente in Balans tracht integraal gezondheidsbeleid ter preventie van overgewicht bij de jeugd vorm te geven. In een aantal pilotgemeenten werkt de ambtenaar Volksgezondheid samen met een contactpersoon van de GGD om het beleid in de verschillende beleidssectoren te versterken zodat het terugdringen Pagina 24 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
van het overgewicht effectief wordt aangepakt. Uiteindelijk mondt dit uit in een integraal aanbod van activiteiten dat zich richt op voeding, beweging, inactiviteit en fysieke en sociale omgeving. Het preventieaanbod kan alleen duurzaam zijn wanneer het past binnen de bestaande situatie en is verankerd in het integraal gezondheidsbeleid. De resultaten en ervaringen van de pilotgemeenten worden via het steunpunt Twente in Balans naar de andere gemeenten in Twente gecommuniceerd. Een belangrijk regionaal instrument om overgewicht te signaleren, is het signaleringsprotocol overgewicht JGZ zoals dat regiobreed wordt uitgevoerd door de JGZ 0-19 jaar. Dit is een protocol waarbij gezond gewicht, overgewicht of obesitas op een eenduidige manier wordt gesignaleerd tijdens de periodieke geneeskundige onderzoeken. Wanneer blijkt dat een kind obesitas heeft, wordt het direct doorverwezen naar de huisarts. Wanneer een kind overgewicht blijkt te hebben, wordt het overbruggingsplan uitgevoerd. Landelijk is een overbruggingsplan ontwikkeld dat tot doel heeft ouders en kinderen met overgewicht te adviseren en te motiveren om een gezonde leefstijl na te leven. Het is belangrijk dat het signaleringsprotocol en overbruggingsplan blijvend wordt uitgevoerd. Het signaleringsprotocol overgewicht 0-19 jaar en de registratie van individuele gegevens biedt veel informatie over de complete situatie van overgewicht onder de jeugd van 0-19 jaar en kan een belangrijke input leveren voor een regionale monitor overgewicht. In bijlage 1 wordt duidelijk welke activiteiten in Twente worden uitgevoerd om overgewicht tegen te gaan.
5.3
Inhoudelijke aspecten van overgewicht De aandacht voor overgewicht concentreert zich momenteel vooral op jeugd en jongeren. Dit is om een aantal redenen terecht. Allereerst is - zoals in de inleiding van dit hoofdstuk al is opgemerkt - overgewicht bij jongeren een sterk groeiend probleem. Op de tweede plaats geldt dat het voorkomen van overgewicht bij kinderen de kans verminderd dat zij op latere leeftijd alsnog overgewicht krijgen. Een praktische reden is dat de jongere leeftijdgroepen goed benaderd kunnen worden in een schoolomgeving en dat voor deze doelgroep ook landelijk programma's zijn ontwikkeld die direct uitvoerbaar zijn. En tot slot geldt ook hier 'jong geleerd, oud gedaan'. Wanneer kinderen op jonge leeftijd gezonde leefgewoonten aanleren, behouden zij deze gewoonten vaak ook op oudere leeftijd. Volwassenen en ouderen vormen ook een belangrijke doelgroep als het gaat om overgewicht. In verschillende gemeenten worden activiteiten aangeboden gericht op volwassenen en meer in het bijzonder op ouderen. Deze activiteiten worden duurzaam ingezet en bestaan zowel uit voorlichtingsactiviteiten als praktische oefeningen om tot een gezonde leefstijl te komen. De ontwikkelingen van activiteiten voor volwassenen en ouderen in de regio Twente zijn veelbelovend. Voor het gewenste resultaat moeten interventies voldoende intensief worden uitgevoerd, een duurzaam karakter hebben en een combinatie zijn van universele preventie en selectieve preventie die goed aansluit op de vraag en de doelgroep. Tevens geldt dat signalering van overgewicht geen zin heeft als er geen passend aanbod van selectieve en geïndiceerde preventie beschikbaar is. Een sluitende zorgketen en een samenhangend zorgaanbod zijn noodzakelijk.
Pagina 25 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
5.4
Beleidsmatige overwegingen De themawerkgroep Overgewicht stelt dat het actieprogramma in Twente moet zijn gericht op twee doelstellingen die ook landelijk zijn gesteld (met als peiljaar 2005): — het percentage volwassenen met overgewicht moet gelijk blijven; — het percentage jeugdigen met overgewicht moet dalen. Om deze doelstellingen te kunnen halen, is een heldere structuur noodzakelijk. Dit geldt zowel voor de organisaties op regionaal niveau als de samenwerking tussen deze organisaties en afzonderlijke gemeenten. Zonder afbreuk te willen doen aan de waarde van de huidige projecten en activiteiten, bestaat de indruk dat door meer afstemming en samenwerking op regionaal niveau een krachtiger aanpak op lokaal niveau kan worden bereikt. Door te kiezen voor duurzame activiteiten en waar mogelijk deze te clusteren, kan de huidige aanpak worden versterkt. Voorkomen moet worden dat aandacht en middelen worden versnipperd. Tevens is de verwachting dat bundeling van krachten meer mogelijkheden biedt om externe financiering aan te trekken. De programma's die al lopen of in voorbereiding zijn om overgewicht bij ouderen en volwassenen in een aantal Twentse gemeenten aan te pakken, hebben zeker effect. Deze hebben echter vooral een projectmatig karakter. Onderzocht moet worden of voor deze doelgroepen geen structureel aanbod tot stand kan komen. Te denken valt aan de Fit no Fat dagen waar gezondheidsrisico's worden gekoppeld aan leefstijladviezen aan volwassenen en ouderen. Of het seniorenconsultatiebureau waar ouderen (55+) na screening een advies krijgen ten aanzien van hun leefgewoonten waaronder voeding en bewegen.
5.5
Advies van de themawerkgroep Overgewicht Om het overgewicht in Twente effectief te kunnen aanpakken, adviseert de themawerkgroep Overgewicht de volgende maatregelen te nemen: 1.
Voor de jaren 2008 en 2009 de jeugd (0-19 jaar) en hun ouders aanmerken als primaire doelgroep voor preventie van overgewicht.
2.
De landelijke ontwikkeling van preventieprogramma's overgewicht voor volwassenen en senioren nauwlettend volgen en in 2010 activiteiten specifiek te richten op volwassen (o.a. werkplekken) en in 2011 specifiek op ouderen.
3.
Waar mogelijk aansluiten bij landelijke campagnes.
4.
Het bestaande aantal contactmomenten met ouderen continueren en intensiveren in de vorm van een laagdrempelige gezondheidsscreening waar vervolgens leefstijladviezen aan worden gekoppeld. Aansluitend op deze leefstijladviezen moeten preventieprogramma's beschikbaar zijn waar mensen mee aan de slag kunnen om hun slechte leefgewoonten aan te pakken.
5.
De monitorfunctie van de voortgang van het uitgezette beleid moet worden versterkt. Dit sluit aan bij de epidemiologische taak die de GGD heeft.
Speciale aandacht verdient de inzet van universele preventie gericht op de jeugd. Enerzijds is deze vorm van preventie van belang voor kinderen die al in de gevarenzone zijn beland. Om hun overgewicht te kunnen aanpakken, moet voldoende informatie en activiteiten worden aangeboden waarmee ze zelf aan de slag kunnen. Anderzijds kan de jeugd makkelijk als groep worden afgebakend binnen de setting van de school. Universele preventie gericht op deze Pagina 26 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
doelgroep kan dan veel uitrichten. Omdat de kinderen in de leeftijdsgroep 0-4 jaar al regelmatig worden onderzocht door medewerkers van de JGZ, is het zinvol om het universele preventieaanbod vooral te richten op de jeugd in de leeftijd van 4 tot 19 jaar. Dit universele preventieaanbod dient integraal van opzet te zijn. Dit betekent dat: — het totale activiteitenaanbod zich moet richten op alle risicofactoren van overgewicht: voeding, beweging, inactiviteit en sociale en fysieke omgeving; — samenwerking tot stand moet komen tussen verschillende sectoren als onderwijs, volksgezondheid, jeugd, sport, welzijn en ruimtelijke ordening om tot een effectief activiteitenaanbod te komen; — voor elke leeftijdsgroep een geschikt preventieaanbod voorhanden is. In dit kader moet er specifieke aandacht zijn voor risicokinderen. De themawerkgroep Overgewicht stelt voor om in 2008 en 2009 een integraal pakket van preventieactiviteiten te richten op de jeugd (4-19 jaar) waarbij de school en de schoolomgeving als setting wordt gekozen. Op allerlei manieren wordt binnen deze context gewerkt aan een gezond schoolklimaat voor de leerlingen en de medewerkers. Daarbij wordt gebruik gemaakt van beproefde interventies. Het advies van de themawerkgroep is uitgewerkt naar een breed scala van preventieactiviteiten voor de verschillende leeftijdscategorieën. Actie
Doel
Betrokkenen
Verantwoordelijke
Meetbaar
Implementatie van het project 'Lekker fit' op Twentse basisscholen
Voorkomen van bewegingsarmoede en overgewicht onder kinderen 4-12 jaar.
Basisscholen, Diëtisten thuiszorg
GGD
Aantal scholen dat het project adopteert % kinderen dat voldoet aan beweegnorm (via PGO-JGZ)
Implementatie van project 'Kies voor hart en sport'
Toename van aantal kinderen dat structureel een sport beoefent.
Gemeente, Basisscholen, Sportverenigingen Sportraad
Gemeente
Aantal jeugdleden van sportverenigingen; % sportende jongeren (E-movo)
Implementatie 'De gezonde schoolkantine'
Bevorderen van gezonde voeding onder scholieren VO
Scholen voortgezet onderwijs Diëtisten huiszorg GGD
Carint
Aantal scholen dat het project adopteert
Bevorderen bewegen in buitenschoolse opvang (40-19)
Bevorderen bewegen kinderen buiten schooltijd
Gemeente
Diverse gemeentelijke partijen
% kinderen dat voldoet aan de beweegnorm (via PGO-JGZ)
Uitvoering Signaleringsprotocol overgewicht. 0-19 jaar
Voegsignalering overgewicht en doorverwijzing naar geïndiceerde preventie
JGZ 0 – 19 jaar, diëtisten huiszorg
JGZ 0-19 (GGD en thuiszorg)
Jaarlijkse rapportage over verslaglegging en terugkoppeling Bestuurscommissie/AO
Pagina 27 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
Actie
Doel
Betrokkenen
Verantwoordelijke
Meetbaar
Verzamelen epidemiologische gegevens
Actuele gegevens ter onderbouwing en bijsturing beleid
JGZ 0-19 jaar en overige uitvoerende instellingen/ organisaties
GGD
Uitgifte gegevens/ factsheet Overgewicht per gemeente Jaarlijkse update
Advisering borstvoeding, 0-1 jaar
Stimuleren borstvoeding
JGZ, Naviva lactatiedeskundigen,
GGD
Registratie JGZ
Uitvoeren overbruggingsplan 1-4 jaar (ouders)
Ouders en kinderen met overgewicht te adviseren en te motiveren om een gezonde leefstijl na te leven
JGZ 0-19 jaar, diëtisten huiszorg
GGD
Registratie JGZ
Voorlichtingsaanbod peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 1-4 jaar (ouders)
Voorlichting over voeding en beweging aan ouders en medewerkers
JGZ 0-19 jaar, diëtisten huiszorg
GGD
Registratie JGZ
Ontwikkelen preventieprogramma gericht op volwassenen en ouderen
Beïnvloeden van determinanten van het ontstaan van overgewicht (bewegen en gezonde voeding). bevorderen gewichtsvermindering
Nader te bepalen
GGD
Ontwikkelen en implementeren van effectieve interventies in 2010-2011 zoals het project ‘Fit-nofat’.
Pagina 28 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
6
6.1
Advies van de themawerkgroep Depressie
Inleiding Depressie is een onderkend probleem. In de regionale ouderenmonitor van de GGD Regio Twente rapporteert 9% van de 65-plussers depressieve of neerslachtige klachten. En 17% van de 65-plussers in Twente kan als psychisch ongezond worden beschouwd (Ouderenonderzoek GGD Regio Twente, 2005). Uit ander onderzoek is gebleken dat 16% van de 55-plussers last heeft van ernstige depressieve klachten (Ouderen en Gezondheid, Duzijn 2006). Uit landelijke cijfers blijkt dat in het afgelopen jaar 4,5% van de jongeren in de leeftijd 13-17 jaar aan een depressie leed. Bij de volwassen (18-65 jaar) was dit 6,6%. Onder de ouderen (65-85 jaar) leed 5,7% aan een depressie (RIVM). Een depressie kenmerkt zich door een neerslachtig gevoel of een duidelijke vermindering van de algemene interesse die minstens twee weken aanhoudt. Daarnaast wordt het functioneren beïnvloed door bijkomende klachten zoals slaapstoornissen, moeheid, lusteloosheid, concentratieproblemen en piekergedrag. Depressie komt veel voor en heeft een grote invloed op de kwaliteit van leven. Mensen met een depressie zijn ernstig beperkt in hun sociaal en maatschappelijk functioneren. Het functioneren in werk, school, huishouding en opvoeding gaat vaak met sprongen achteruit. Deze mensen presteren maar een fractie van wat ze normaal kunnen. Voor veel gemeenten is de preventie van depressie een onbekend beleidsthema dat veel vragen oproept. In het traject 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' heeft het thema 'depressie' nadrukkelijk prioriteit gekregen. In dit hoofdstuk wordt eerst ingegaan op de bestaande activiteiten in de regio (§ 6.2). Daarna worden de inhoudelijke aspecten van de preventie van depressies toegelicht (§ 6.3). In § 6.4 wordt aandacht besteed aan de organisatorische en financiële aspecten van deze preventie. In § 6.5. zijn adviezen opgesteld om depressies in Twente te voorkomen en aan te pakken (§ 6.5).
6.2
Stand van zaken in de regio De eerste- en tweedelijnsorganisaties die in Twente werkzaam zijn op het terrein van de GGZpreventie bieden - al dan niet samen - diverse activiteiten aan. De nadruk ligt hierbij op selectieve en geïndiceerde preventie. Zo zijn specifieke activiteiten op dit moment vooral gericht op risicogroepen: kwetsbare jongeren, asielzoekers, chronisch zieken, mantelzorgers en weduwen en weduwnaren. Universele preventie vindt vooral plaats in de vorm van voorlichting zoals het bieden van een vraagbaakfunctie op internet (zie bijlage 1 voor een overzicht van de activiteiten). Bij dit gezondheidsthema is een belangrijke rol weggelegd voor de tweedelijn. In de regio Twente zijn de GGZ-instellingen Adhesie en Mediant actief. Zij werken veelvuldig samen met anderen en bieden een verscheidenheid aan activiteiten. Tal van professionals zijn actief om depressieve klachten onder de bevolking te voorkomen en/of terug te dringen. Wanneer klachten tijdig worden gesignaleerd, kan snel hulp worden ingezet waardoor ernstige problemen worden voorkomen. Ook spelen zij een belangrijke rol in de deskundigheidsbevordering van medewerkers van zorginstellingen. Zo wordt vanuit deze organisaties de sociaalpsychiatrisch verpleegkundige ingezet om de eerstelijnsorganisaties indien nodig te ondersteunen. Binnen de eerstelijn zijn de huisartsen, de eerstelijnspsycholoog en het maatschappelijk werk belangrijke partijen voor het signaleren en voorkomen van depressieve klachten. Sinds kort kan daar de 'Praktijkondersteuner Huisartsen GGZ' aan worden toegevoegd. De Stichting Informele Pagina 29 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
Zorg vervult ook een belangrijke rol als het gaat om het voorkomen en signaleren van overbelasting bij mantelzorgers. Op dit moment spelen gemeenten nog nauwelijks een rol ten aanzien van dit thema.
6.3
Inhoudelijke aspecten van depressies Gezondheidsmonitors maken zichtbaar dat veel burgers last hebben van depressieve klachten. Gemeenten hebben op basis van de Wcpv ook een verantwoordelijkheid als het gaat om de geestelijke gezondheid van burgers. Met de invoering van de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) is deze verantwoordelijkheid nog sterker geworden. De Wmo staat voor 'meedoen aan de samenleving'. Een depressie is een belangrijke oorzaak waardoor mensen juist niet meedoen; schooluitval, arbeidsverzuim en eenzaamheid kunnen het gevolg zijn van depressieve klachten. Belangrijke factoren waardoor mensen in een depressie kunnen raken zijn het verlies van naasten, isolatie en vervreemding, overbelasting en slechte leef- en woonomstandigheden. Voor de jeugd kunnen specifieke risicofactoren worden benoemd zoals huiselijk geweld, verwaarlozing, ouders met een psychiatrisch probleem, pestgedrag en het hebben van een problematische vriendenkring. Er bestaat een samenhang tussen depressieve klachten en ongezonde leefgewoonten zoals roken, alcoholmisbruik, middelengebruik en overmatig eten. Juist het hebben van depressieve klachten maakt het voor deze mensen zo moeilijk om een gezonde leefstijl te ontwikkelen. Wanneer preventie op het juiste moment wordt aangeboden (vooral voordat iemand in een kwetsbare positie terechtkomt), kan veel leed worden bespaard in de toekomst. Weerbaarheid en vroegsignalering zijn in dit kader sleutelbegrippen. Een preventieve aanpak van depressie omvat vier elementen: — Voorlichting en bewustwording (universele preventie, waarbij wordt ingezet op de weerbaarheid van het individu). — Signalering & Advies; (vroegsignalering intermediairs/partners). — Preventieve ondersteuning (selectieve en geïndiceerde preventie). — Maatregelen gericht op de omgeving (selectieve preventie). Daarnaast is het van belang dat het preventieaanbod in de regio levensbestendig is. Voor alle leeftijdscategorieën dient een aanbod beschikbaar te zijn. Daarvoor kan gebruik worden gemaakt van de leeflijn van de handleiding 'depressies', behorend tot het landelijke actieprogramma 'Kiezen voor gezond leven' (zie ook hoofdstuk 2).
6.4
Organisatorische en financiële aspecten van de preventie van depressies Om depressies in Twente te voorkomen en aan te pakken, is het allereerst noodzakelijk dat gemeenten en burgers meer bewust worden van het groeiend aantal mensen dat depressieve klachten heeft. En hoe eerder deze klachten worden opgemerkt, des te beter kan een depressie worden aangepakt of voorkomen. Voor een succesvolle preventie en aanpak van depressieve klachten in de regio Twente, is het van belang dat er meer samenwerking en afstemming tot stand komt tussen lokale en regionale GGZ-partners. De gemeenten maken daarvoor regionaal afspraken waarbij lokaal maatwerk mogelijk is. Door een brede en geïntegreerde aanpak kunnen depressieve klachten vroegtijdig worden opgemerkt en effectief worden aangepakt. Al eerder is gesteld dat de verschillende gezondheidsproblemen met elkaar samenhangen. Daarom is het van belang dat organisaties uit diverse invalshoeken een integrale aanpak tot stand brengen. Te denken valt aan de GGD/JGZ, Pagina 30 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
Algemeen Maatschappelijk Werk, ROSET, huisartsen, scholen/SPOT, lokale welzijnsorganisaties, bureau Jeugdzorg en in de toekomst Centrum Jeugd en Gezin. Veel mensen met depressieve klachten vinden het moeilijk om de hulpverlening in te schakelen uit angst voor stigmatisering. Van belang is dat bewezen effectieve interventies laagdrempelig worden aangeboden aan de doelgroep. Een belangrijke ontwikkeling in dit kader zijn de internetcursussen. Mensen kunnen in de beslotenheid van hun woning zelf aan de slag, in hun eigen tempo op het zelfgekozen tijdstip. Hier liggen kansen om een grote groep mensen met depressieve klachten te bereiken.
6.5
Financiële aspecten De financiering van de GGZ is volop in beweging. Vanaf 2008 kent de GGZ-preventie verschillende financieringskaders, waarvan de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Zorgverzekeringwet (Zvw) de belangrijkste zijn. Voor een succesvolle preventie is het belangrijk om mensen met een hoog risico actief op te sporen en hen toe te leiden naar de zorg. Het College van Zorgverzekeringen stelt in het rapport 'Van preventie verzekerd' (juli 2007) dat dit een taak is van de betrokken ministeries en gemeenten. Het gaat hier om collectieve preventie en dat valt buiten de Zvw. De Zvw omvat enkel de preventie die gericht is op het individu (de geïndiceerde en zorggerelateerde preventie). Thans wordt ook gewerkt aan de invoering van een Praktijkondersteuner Huisartsen-GGZ in de eerstelijnsgezondheidszorg. Het ziet er naar uit dat dit een eerstelijnsvoorziening wordt met een daarbij behorende financiering. De verwachting is dat deze voorziening vanaf 2009 beschikbaar is. Met de komst van de Wmo ontvangen gemeenten vanaf 1 januari 2007 een deel van het AWBZbudget in het gemeentefonds voor collectieve preventie van psychische stoornissen. Het totaalbedrag dat Twentse gemeenten ontvangen voor collectieve GGZ in de Wmo bedraagt ruim € 354.000,-. Daarnaast bestaat er een doeluitkering Maatschappelijke opvang en Verslavingszorg via de centrumgemeenten. De collectieve GGZ in de Wmo is gericht op de volgende onderwerpen: 1. burgers met psychiatrische handicaps; 2. publieksinformatie (universele preventie); 3. depressiepreventie; 4. mantelzorgondersteuning; 5. opvoedingsondersteuning. Vijf plattelandsgemeenten in de regio Almelo kiezen ervoor om de specifieke GGZ budgetten vanaf 2007 niet langer voort te zetten. Deze middelen worden samengevoegd tot een innovatiebudget waaruit stimuleringsbijdragen verstrekt kunnen worden. Hiervoor geldt dat op subregionaal niveau criteria worden ontwikkeld die aansluiten op de visie van de Wmo. Het is niet helder in welke mate de Twentse gemeenten deze gelden daadwerkelijk zullen besteden aan collectieve preventie GGZ. Er is sprake van een overgangssituatie.
6.6
Advies van de themawerkgroep Depressie Op basis van de verkregen inzichten komt de themawerkgroep Depressie tot het volgende advies:
Pagina 31 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
1.
Meer afstemming in de wijze waarop professionals in de verschillende doelgroepen omgaan met burgers in kwetsbare situaties. Van belang is dat professionals op een uniforme wijze tijdig en adequaat doorverwijzen. Tevens moet de samenwerking tussen de eerstelijnszorg GGZ en de tweedelijnszorg GGZ worden verbeterd als het gaat om de inzet van 'best practices'.
2.
Investeren in universele preventie om de bewustwording van het grote publiek ten aanzien van depressies te verhogen. In dit kader moet vooral worden aangesloten bij landelijke campagnes zoals 'dag van de mantelzorg' en 'de week van huiselijk geweld'.
3.
Innovatie van het preventieaanbod door internetmogelijkheden op maat aan te bieden.
4.
Versterken van de monitorfunctie om de voortgang van het uitgezette beleid te kunnen volgen. Dit sluit aan bij de epidemiologische taak die de GGD heeft.
Het advies is in onderstaand schema vertaald naar concrete activiteiten. In de derde fase van het ontwikkeltraject 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' worden deze activiteiten nader uitgewerkt. Actie
Doel
Betrokkenen
Verantwoordelijke
Meetbaar
Organiseren van bijeenkomsten voor Intermediairs in het kader van vroegsignalering
Draagvlak Commitment Motiveren Informeren Afstemming en samenwerking
GGD (faciliterend) GGZ (inhoudelijk) ROSET (ondersteuning eerstelijn) Bepaalde setting
Onder leiding van gemeenten/Bestuur scommissie OGZ
Beter afstemming en samenwerking in werkwijzen en doorverwijzing
Vroegsignalering bevorderen
Afhankelijk van het onderwerp
Bewustwording gemeenten van regierol en waarborgen van de continuïteit
Gemeenten, GGZ en GGD
Onder leiding van de gemeente Haaksbergen
Verslaglegging en terugkoppeling Bestuurscommissie/ AO
GGZ en GGD
GGZ
Per gemeente een bijdrage
Themawerkgroep 'Depressie' gedurende het traject 'Twente kiest' aanwijzen als projectgroep of stuurgroep depressie.
Tijdige vroegsignalering waardoor preventie loont (meten door het aantal doorverwijzingen?)
Afstemming tussen lokale en regionale producten
Continue Afstemming met centrumgemeenten, PPT en SPOT en Lokale acties Voorlichtingsmateriaal leveren om de lokale bevolking (via gemeentepagina of Wmo-krant) te informeren
Bewustwording van de bevolking over het thema depressies en wat er aan gedaan kan worden.
Pagina 32 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
Actie
Doel
Betrokkenen
Verantwoordelijke
Meetbaar
Verzamelen epidemiologische gegevens
Actuele gegevens ter onderbouwing en bijsturing beleid
GGD en GGZ in dialoog met gemeenten
GGD
Continue
Monitoring
Uitgifte gegevens/ factsheet 'Depressie' per gemeente Daarna actualisering per jaar
Pagina 33 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
7
7.1
Algemene beleidsadviezen
Inleiding De afgelopen maanden hebben vier werkgroepen elk een gezondheidsthema uitgewerkt. Van elk thema is het werkveld verkend en is geïnventariseerd welke preventieactiviteiten in Twente worden aangeboden. Deze themawerkgroepen bestonden uit vertegenwoordigers van gemeenten en relevante organisaties. De wijze waarop deze partijen rondom elk thema hebben samengewerkt, is betekenisvol. Een groot aantal relevante partijen zijn betrokken bij deze inventarisatie en hebben zich verbonden aan de speerpunten van het toekomstige preventiebeleid. De analyse uit de voorgaande paragrafen maakt duidelijk dat in Twente al volop wordt gewerkt aan de gezondheidsthema's alcohol, roken, overgewicht en depressie. Dit aanbod wordt geleverd door de gemeenten en hun GGD maar ook door de eerste- en tweedelijnszorg. Al naar gelang de levensfase van de doelgroep, varieert het aanbod qua vorm en doelstellingen. In de jonge jaren gaat het vooral om een gezonde start, gezondheidsopvoeding en gezond opgroeien. Volwassenen, in de kracht van hun leven, moeten vooral het goede voorbeeld geven en investeren in hun eigen gezondheid. Voor de leeftijdscategorie ouderen geldt dat het belangrijk is om te koesteren wat er (nog) is. In toenemende mate wordt ingezien dat gezond leven en een goede gezondheid een positieve bijdrage leveren aan het deelnemen aan de samenleving. Het valt op dat het huidige preventiebeleid te vrijblijvend is en de vele taken versnipperd worden uitgevoerd. Een goede openbare gezondheidszorg is een wettelijke taak van gemeenten, maar het voorkomen van vermijdbare gezondheidsschade is een verantwoordelijkheid van ons allemaal: van lokale wethouder, lokale beleidsmedewerker, huisarts, verloskundige, jeugdarts en gezondheidsbevorderaar, school, werkgever en verzekeraar tot de Twentenaar op het platteland en in de stad. Juist omdat vele partijen een bepaalde verantwoordelijkheid hebben ten aanzien van de gezondheid van burgers, werkt dat versnippering in de hand. Het is van belang dat gemeenten actief de regie oppakken van het preventiebeleid. In dit hoofdstuk zijn adviezen opgesteld op welke wijze succesvol preventiebeleid kan worden uitgevoerd. Tevens wordt aandacht besteed aan belangrijke randvoorwaarden voor het preventiebeleid in Twente.
7.2
Zes adviezen voor preventiebeleid Om de meeste actuele gezondheidsproblemen preventief effectief te kunnen aanpakken, zijn aanpassingen nodig in het huidige preventiebeleid. De werkgroep Lokaal Gezondheidsbeleid komt tot zes adviezen om het preventiebeleid in de regio Twente te verbeteren. 1.
Opzetten van een integraal gezondheidsbeleid De gezondheid van mensen wordt beïnvloed door een vijftal determinanten: biologische-, fysieke- en sociale factoren, leefstijl en de beschikbare zorgvoorzieningen. Het beleid van een gemeente kan deze factoren - behoudens de biologische beïnvloeden. Dit kan via haar gezondheidsbeleid maar ook in samenwerking met andere gemeentelijke beleidsvelden. Bij gemeenten liggen veel kansen om gezondheid vanuit diverse beleidsdomeinen te beïnvloeden. Te denken valt aan onderwijs, milieu, ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. In dat geval wordt gesproken over een integraal gezondheidsbeleid. Dit vraagt om een interactieve opstelling. Dat betekent dat tijdig en zorgvuldig de dialoog met anderen moet worden gezocht. Wanneer mensen werken, leren, sporten en recreëren in een gezonde omgeving, dan heeft dit een
Pagina 34 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
positief effect op gezondheidsthema's alcohol, roken, overgewicht en depressie. Afhankelijk van de vraagstelling die voorligt, kunnen gemeenten gebruikmaken van drie methoden om met ondersteuning van hun GGD het integrale gezondheidsbeleid vorm te geven. Deze methoden zijn18: 1. determinantenbeleidsscreening; 2. quick scan facetbeleid; 3. checklist gezondheidseffectscreening; De 14 Twentse gemeenten kunnen in het kader van 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' een beroep doen op het landelijke ondersteuningsprogramma van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) om zich te scholen en te bekwamen in de aanpak van een integraal Gezondheidsbeleid. 2.
Samenhang in gezondheidsklachten Uit onderzoek blijkt dat een samenhang bestaat tussen gezondheidsproblemen. Zo is uit landelijke cijfers bekend dat overmatige drinkers veel vaker roken. Dit percentage bedraagt ongeveer 80 à 90%. Ook is bekend dat burgers die te veel eten en weinig bewegen vaak ook andere ongezonde leefgewoonten hebben. Tevens bestaat er samenhang tussen depressieve klachten, roken, middelenmisbruik en overgewicht. Juist wanneer mensen depressieve klachten hebben, is het voor deze mensen moeilijk om een gezonde leefstijl te ontwikkelen. Daarnaast geldt dat de gezondheidsproblemen van één gezinslid invloed heeft op de rest van het gezin. Zo is de leefstijl van ouders van invloed op de wijze waarop hun kinderen zich later gaan gedragen. Op basis van deze kennis zullen gemeenten vooral op lokaal niveau verbindingen moeten leggen tussen relevante partijen. Van belang is om samen deze risicogroepen te benaderen en te motiveren om mee te doen aan een samenhangend aanbod van activiteiten in de buurt.
3.
Afstemming en samenwerking De Twentse gemeenten en hun GGD Regio Twente vormen samen een belangrijke schakel in de keten van preventie en gezondheid. Vooral op lokaal niveau zullen zij – nog meer dan nu het geval is - verbindingen moeten leggen tussen collectieve preventie en de zorg (eerste- en tweedelijnszorg, scholen en jeugdzorg). Als regisseur van het lokale gezondheidsbeleid kunnen gemeenten een samenhangend aanbod realiseren gericht op de belangrijkste gezondheidsthema's. Deze samenwerking kan tot stand komen in creatieve netwerken bestaande uit verschillende maatschappelijke organisaties. De vier themagroepen uit het ontwikkeltraject kunnen daarin een belangrijke aanjaagfunctie vervullen. Hoe een integraal aanbod tot stand kan komen rondom een bepaalde doelgroep, wordt treffend geïllustreerd door de Gezonde School methode. De Gezonde School methode ondersteunt scholen om een structureel en integraal beleid te voeren ten aanzien van gezondheid en veiligheid.
4.
Regie op preventiegelden Preventie staat volop in de schijnwerpers. Met de komst van de Wmo en de aanpassingen in de ziektekostenverzekering zijn het preventiebeleid en de daarbij behorende gelden sterk in beweging. Zorgaanbieders willen steeds vaker een rol vervullen in het voorkomen of verergeren van ziekten. Het CvZ advies om (individu gerichte) preventie op te nemen in de basisverzekering, biedt mogelijkheden om preventieactiviteiten te versterken. Daarnaast zijn er diverse mogelijkheden om nieuwe financieringsbronnen aan te boren. Hier ligt een opgave voor gemeenten. De werkgroep
18
De methoden zijn ontwikkeld door het RIVM en TNO.
Pagina 35 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
adviseert om gezamenlijk in te zetten op een regionale subsidieverwerver. Als preventie door verschillende bronnen wordt gefinancierd, kan de sturing van preventie echter ook versnipperd raken. Van belang is dat gemeenten als regisseur duidelijk het heft in handen nemen om het regionale en lokale preventiebeleid inhoudelijk en financieel aan te sturen.
7.3
5.
Aandacht voor gezondheidsverschillen Er bestaan regionaal en lokaal aanzienlijke verschillen in gezondheid en het vóórkomen van risicofactoren voor ziekte en sterfte. De gezondheid van mensen die tot kwetsbare groepen behoren, scoort vaak op alle fronten slechter dan die van andere Nederlanders. Kwetsbare groepen zijn in dit geval mensen met een lage sociaal-economische status en allochtonen. Zo blijkt onderzoek dat een relatief hoog percentage allochtonen met overgewicht kampt en voor allochtone kinderen een hoge sterfterisico geldt. Gezondheidsbeleid dient op alle burgers te zijn gericht. Wel zal een extra inspanning moeten worden geleverd om de kwetsbare groepen in de regio te bereiken met initiatieven. Juist bij deze groepen is veel gezondheidswinst te behalen waarbij een extra inspanning wordt geleverd voor kwetsbare groepen in de regio.
6.
Monitoren en evalueren Van elke activiteit om de gezondheid te verbeteren, is het van belang om te evalueren of deze activiteit het gewenste effect oplevert. Tevens is het van belang om na te gaan of de activiteit inderdaad volgens plan wordt uitgevoerd. Op basis van deze informatie kunnen mogelijke succes- en faalfactoren van het gezondheidsbeleid zichtbaar worden gemaakt. En deze gegevens bieden weer aanknopingspunten voor het bijstellen en vernieuwen van het beleid. De afdeling epidemiologie van de GGD heeft kennis van de landelijke onderzoeksgegevens over de staat van de gezondheid in Nederland. Deze afdeling verricht echter ook zelf onderzoek naar regionale en lokale trends in gezondheid en gedrag. Deze informatie over gezondheid is noodzakelijk om regionaal en lokaal gezondheidsbeleid aan te passen, bij te sturen of te handhaven. Het advies is dat de werkzaamheden van de afdeling epidemiologie van de GGD beter wordt afgestemd op de doelen en activiteiten die in regionale nota lokaal gezondheidsbeleid zijn benoemd.
Randvoorwaarden voor preventiebeleid Om straks activiteiten te kunnen uitvoeren in Twente, is geld nodig. In de besprekingen met gemeenten zijn duidelijke financiële kaders gesteld voor de uitvoering van de regionale nota. Bij het uitvoeren van het regionale gezondheidsbeleid moet rekening worden gehouden met de volgende financiële randvoorwaarden: — Budgetneutraal, dat wil zeggen binnen de huidige financiële kaders. — Een direct verband dient te worden gelegd tussen de regionale nota en de begrotingscan die op dit moment wordt uitgevoerd binnen de GGD Regio Twente. Deze begrotingsscan moet inzicht geven of bepaalde producten van de GGD kunnen worden ingewisseld voor bijvoorbeeld activiteiten die in lijn liggen met de doelstellingen van de regionale nota. Dit betekent voor de uitwerking van de regionale nota dat het eerste jaar beleidsarm zal zijn. Na dat eerste jaar zijn er mogelijkheden voor een beleidsrijke invulling. — De 14 Twentse gemeenten verkennen nieuwe subsidiemogelijkheden en maken hier gezamenlijk (regionaal) gebruik van. — Wanneer aanvullende gemeentelijke financiering nodig is voor regionale activiteiten in het kader van deze regionale nota, wordt daarover in de BC OGZ een besluit genomen. — Wanneer de BC OGZ akkoord gaat met aanvullende financiering voor deze activiteiten,
Pagina 36 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
—
dan draagt iedere gemeente bij in de kosten op basis van een vooraf afgesproken verdelingsnorm. Bij de uitwerking wordt gebruik gemaakt van de regionale financiering in het kader 'de Agenda van Twente'.
Communicatie In de regionale nota LGB zijn afstemming en samenwerking belangrijke begrippen voor een gezond Twente. Om dit tot stand te kunnen brengen is een goede communicatie noodzakelijk. Van belang is dat alle relevante partijen op de hoogte zijn van het beleid en de doelstellingen die behaald moeten worden. En nog belangrijker is dat een ieder weet welke bijdrage hij of zij daaraan moet leveren. In elk uitvoeringsprogramma zal communicatie een belangrijk instrument zijn om de gewenste gezondheidswinst te kunnen bereiken.
7.4
Slotconclusie Deze nota maakt duidelijk hoe in Twente de preventie ten aanzien van alcohol, roken, overgewicht en depressies moet worden opgepakt in het LGB. Op welke wijze deze initiatieven concreet vorm krijgen, staat centraal in de derde fase van het ontwikkeltraject 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid'. De uitkomsten van de derde fase worden in het voorjaar van 2008 verwacht. Naast een specifieke aanpak van de vier centrale gezondheidsthema's heeft de werkgroep Lokaal Gezondheidsbeleid ook een aantal algemene beleidsadviezen opgesteld om het gezondheidsbeleid effectief te kunnen uitvoeren. Integraliteit, samenwerking en afstemming van de werkzaamheden zijn daarin sleutelbegrippen, ongeacht het gezondheidsthema dat voorligt. Van belang is dat een goed gezondheidsbeleid een zaak wordt van iedereen. Dat alle relevante partijen zich verantwoordelijk voelen om met elkaar aan een goede gezondheid van de Twentenaar te werken. Dit wordt één van de belangrijkste uitdagingen voor de komende vier jaar. Want werken aan gezondheid en preventie is een opgave voor ons allemaal. Daarom 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid!'
Pagina 37 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2: Thema's uitgewerkt
8
Literatuurlijst —
College voor Zorgverzekeringen (CVZ). Van preventie verzekerd. Diemen, juli 2007.
—
B. Duzijn. Ouderen en gezondheid. Verslag van onderzoek naar psychische gezondheid en toekomstige zorgvraag van vijftigplussers in Twente. Hengelo, Mediant, juni 2006.
—
O. Haitsma, J. Visser. Gezond ouder worden in Twente. Ouderenonderzoek GGD 2005. Enschede, GGD Regio Twente, juni 2006.
—
L. Lammers. Factsheet gezond leven: Alcoholmisbruik door Jongeren. Woerden, NIGZ/Centrum voor Review en Implementatie, 2001.
—
Ministerie van VWS. Kiezen voor gezond leven. Den Haag, 2007.
—
Ministerie van VWS. Gezond zijn, gezond blijven: een visie op gezondheid en preventie. Den Haag, september 2007.
—
Mrazek P.J. & Haggerty R. (red). Reducing risks of mental disorder: Frontiers for preventive intervention research. Washington: National Academy & Press.
—
Stuurgroep Jeugd en Alcohol. Projectplan Happie Fris?. Twente, 2007.
—
Stichting Tactus verslavingszorg. Inhoudelijke rapportage Productenboek Regio Twente 2006. Deventer, maart 2007.
—
H. van der Vorst. The key to the cellar door. The role of the family in adolescents' alcohol use. Nijmegen, Radboud Universiteit, september 2007.
—
E.A. van der Wilk, J.M. Melse, J.M. den Broeder, P.W. Achterberg. Leren van de Buren, Beleid publieke gezondheid internationaal bezien: roken, alcohol, overgewicht, depressie, gezondheidsachterstanden, jeugd, screening. RIVM, 2007.
Pagina 38 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2 Thema's uitgewerkt
Bijlage 1 Inventarisatie regionaal aanbod voor de gekozen thema's De themawerkgroepen hebben de verschillende activiteiten die worden uitgevoerd geïnventariseerd. Ze hebben zich daarbij vooral beperkt tot het regionale aanbod van activiteiten. Zonder te pretenderen volledig te zijn, geven de onderstaande tabellen een overzicht van de verschillende activiteiten
Pagina 39 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2 Thema's uitgewerkt
Inventarisatie regionaal aanbod thema Alcohol
Jonge jeugd (tot 15 jaar)
Soort preventie Universeel
Selectief
Voorlichtingslessen in het basisonderwijs: — 'De gezonde school en genot middelen' — Doorontwikkeling elektronisch leerprogramma groep 7/8 basisonderwijs ('Op tijd voorbereid')
— Vakantieweek kinderen van verslaafde ouders — Doe-praatgroepen kinderen van verslaafde ouders
Voorlichting in het voortgezet onderwijs: — 'Maak er geen gewoonte van' — Specifieke acties op scholen (alcoholestafette 'ikkenalcohol' — Voorlichting ROC's** — Verkeersmarkt voor brugklassers
— Vakantieweek kinderen verslaafde ouders — Doe-praatgroepen kinderen verslaafde ouders — Aanpak van keten en hokken
Algemene voorlichting gericht op jongeren: — www.drankendrugs.nl — Peer education in de horeca — Activiteiten voor de landelijke campagne 'Drank, de kater komt later' — 'Ik ben zat, wie ben jij?' (gericht op studenten)
Ondersteuning jongerencentra, — Voorlichting via sociaal cultureel werk — Contact met jongerencentra/ welzijnswerk
— Opvoedingsondersteuning
— Versterken gezinnen met verslavingsproblemen
Geïndiceerd
— Deskundigheidsbevordering van intermediairs (huisartsen, leerkrachten, welzijnswerkers etc.), gericht op vroegtijdig herkennen van beginnende problematiek) — Samenwerking jeugdhulp verlening en Tactus verslavingszorg (Consultatieteam Jeugd) — Halt afdoening — Opvoedingsondersteuning gericht op alcoholgebruik — Reach out (gericht op jongeren die in aanraking komen met politie vanwege alcoholmisbruik**
Publieksinformatie: — Bureaudiensten Tactus verslavingszorg — Folderverstrekking — Deelname aan publieksevenementen — Voorlichting zwangerschap en alcohol
— Voorlichting over o.a. alcohol aan cliënten van collegainstellingen — Voorlichting op verzoek
Beleid sportkantines/horeca: — Samenwerking Sportraad** — Intensiveren IVA** — Pilot handhaving horeca door gemeenten**
— Deskundigheidsbevordering van intermediairs (huisartsen, leerkrachten, welzijnswerkers, medewerkers zorginstellingen, etc.), gericht op vroegtijdig herkennen van (beginnende problematiek) — Cursus alcohol en verkeer (Educatieve maatregel alcohol en verkeer) — Zelfhulpgroepen — Internetbehandeling (Alcohol de baas).
— Deskundigheidsbevordering
Ouderen
Volwassenen/ algemene populatie
Oudere jeugd (15-25 jaar)
— My way groepen Voorlichting gericht op ouders: — Ouder voor ouders en Homeparty — Cursus Alcohol drugs en opvoeding — Cursus Pubers en alcohol
gericht op medewerkers van zorginstellingen
** Activiteiten voorgenomen of in ontwikkeling
Pagina 40 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2 Thema's uitgewerkt
Inventarisatie regionaal aanbod thema Roken Soort preventie Universeel ― ― ―
Oudere jeugd (12-25 jaar)
Jonge jeugd (tot 12 jaar)19
― ― ― ―
― ― ―
Niet roken advies voor conceptie/ tijdens zwangerschap Niet laten meeroken 'Roken, niet waar de kinderen bij zijn' Gezonde school en genotmiddelen. Kinderen kopiëren . Lespakket:'ik (r)ook niet' Op tijd voorbereid (digitale module basisonderwijs voor roken en alcohol) Leskisten Creëren van een Rookvrije Basisschool Rookvrije sportkantine
Geïndiceerd Tijdens zwangerschap: stopadvies op maat
12 – 15 jaar ― Niet beginnen met roken en creëren van een rookvrije omgeving ― Rookvrije school VO ― Rookvrije sportkantine ― Actie tegengif20 ― Leskisten ― 'Maak er geen gewoonte van'21 15 -19 jaar ― Rookvrije school VO ― Rookvrije sportkantine Rookvrije stations Rookvrije treinen Rookvrije werkplek Binnenkort Rookvrije Horeca/ rookvrije terrassen
Volwassenen
― ― ― ―
Ouderen
Selectief
Zie volwassenen
―
Pakje Kans22 (ondanks reductie van de cursusprijs worden risicogroepen moeizaam bereikt)
―
―
Landelijke actie 24-uur niet roken
―
Rook-stop-therapie (RST); intensieve interventie (met groepscounseling en farmacotherapie voor rokende COPD-patiënten Rook-stop-poli: laagdrempelige kortdurende (L-MIS conform) individuele begeleiding (op door verwijzing door specialisten en soms huisartsen)
Zie volwassenen
19
Deze leeftijdsindeling is gebaseerd op de knip van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs en wijkt daarom af van de leeftijdsindeling van de overige thema’s. 20
Een klassikale niet-roken wedstrijd voor 1e en 2de klassen VO. Doel: motiveren niet-roker te blijven of te worden. 21
Preventie-interventie in het VO, gericht op leerlingen, schoolmanagement, zorgteams, docenten en ouders.
22
De doelstelling is om rokers in groepsverband te helpen bij het definitief stoppen met roken. De cursus is er op gericht de roker gedurende een aantal weken voldoende handreiking te geven om de stoppoging succesvol te laten zijn. Uitgangspunten daarbij zijn inzicht in het eigen rookgedrag, het leren toepassen van ontwenningstechnieken en het werken aan een goede motivatie.
Pagina 41 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2 Thema's uitgewerkt
Inventarisatie regionaal aanbod Overgewicht 23
Universeel
Selectief
Geïndiceerd
Kies voor Hart en Sport Signaleringsprotocol overgewicht Gezonde schoolkantine Leskisten BO Lekker fit in je vel Traktatiemap Docentenvoorlichting over voeding Voorlichting over voeding Sportshake FC Twente, scoren in de wijk Duale vakleerkracht
— Club Extra — Overbruggingsplan overgewicht
— — — —
Jonge jeugd (tot 15 jaar)
— — — — — — — — — — —
Rondhangen in sport Stay Tuned WhoNext Signaleringsprotocol overgewicht Gezonde schoolkantine Leskisten VO Docentenvoorlichting over voeding Voorlichting over voeding Voedingsadvies Etiketten ontrafelen Sportief afvallen Sportshake 30 minutenbewegen FC Twente scoren in de wijk
— — — —
Allochtonen en Sport Overbruggingsplan overgewicht Online zelfhulp bij overgewicht Bewegen op recept
— Dieetadvies — Eetstoornissen — Previtas: kliniek voor gewichtsmanagement Obesitas Losser/Oldenzaal
Oudere jeugd (15-25 jaar)
— — — — — — — — — — — — — —
Docentenvoorlichting over voeding Voedingsadvies Etiketten ontrafelen Sportief afvallen Oudervoorlichting over voeding Zorg- en fitcentrum Hengelo Sportshake 30minuitenbewegen Fit – No Fat (30-60 jarigen) Ambassadeur Gezond Leven Gezondheidsmeubel bibliotheek Bewegen op recept
— — — — — — — —
BOOST Borstvoeding Cursus Online zelfhulp bij overgewicht Happy Weight Liever bewegen dan moe Diabetes Mellitus Door dik en dun Bewegen op recept
— Dieetadvies — Previtas: kliniek voor gewichtsmanagement Obesitas Losser/Oldenzaal
Volwassenen
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Voedingsadvies Etiketten ontrafelen Sportief afvallen Zorg- en fitcentrum Hengelo Sportshake 30minutenbewegen Seniorenconsultatiebureau Activiteiten SWO Sport voor ouderen (55+) Galm (55+/65+) Meer bewegen voor ouderen (55+) Fittest voor senioren (65 jarigen)
— Online zelfhulp bij overgewicht — Bewegen op recept
— Dieetadvies — Previtas: kliniek voor gewichtsmanagement Obesitas Losser/Oldenzaal
Ouderen
Soort preventie
Dieetadvies VetFit ControlXL Multidisciplinaire behandeling van obese kinderen — Fit Cool programma voor XL kinderen
23
Diverse activiteiten worden uitgevoerd in het kader van de B(uurt) O(nderwijs) S(port)-impuls en de Brede School.
Pagina 42 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2 Thema's uitgewerkt
Inventarisatie regionaal aanbod Depressie
Universeel
Selectief
Geïndiceerd
― Digitale vraagbaak op websitevoor breed publiek en doelgroepen; ― Voorlichtingsavonden
― Familieondersteuning /Kinderen van Ouders van Psychiatrische problemen (KOP-groepen) ― Moeder en baby interventies
― Preventie van depressie bij jongerengericht op jongeren van 14–22 jaar met depressieve klachten; Head Up' online voor jongeren met depressieve klachten22
― Digitale vraagbaak op website voor breed publiek en doelgroepen. ― Voorlichtingsavonden
― Familieondersteuning; Het voorkomen van overbelasting en ps. problemen bij familieleden en naasten van mensen met een psychische stoornis
― Grip op je dip online;
― Voorlichtingsavonden (kennis overbrengen aan een breed publiek); ― Digitale vraagbaak op website voor breed publiek en doelgroepen.
― Cursus 'Gezond blijven in moeilijke situaties' voor Migrantenvrouwen en vluchtelingenvrouwen (AZC) met spanningsklachten; ― Cursus 'Lichte dagen, donkere dagen' voor Turkse vrouwen vanaf 18 jaar met; ― Familieondersteuning; Het voorkomen van overbelasting en ps. problemen bij familieleden en naasten van mensen met een psychische stoornis ― 'Daadkrachtig Communiceren': Het voorkomen van psychosociale problematiek bij mantelzorgers ― Mantelzorgondersteuning volgens de POM-methodiek (preventie op maat)
― 'Cursus 'Leven met een chronische ziekte' voor Volwassen en ouderen met een chronische lichamelijke aandoening ― Liever bewegen dan moe; wandelgroepen in combinatie met psycho-educatie. Geschikt voor allochtone doelgroep. ― 'In de put, uit de put'/Hoe omgaan met depressie ― Cursus op zoek naar zin' en cursus 'het verhaal van mijn leven' voor volwassen en ouderen met depressieve klachten en zingevings problematiek en rouw.
— Digitale vraagbaak op website voor breed publiek en doelgroepen;
— Cursus 'Leven met een chronische ziekte' voor Volwassen en ouderen met een chronische lichamelijke aandoening; — Familieondersteuning: Omgaan met dementie; — Daadkrachtig communiceren: Het voorkomen van psychosociale problematiek bij mantelzorgers — Verlies en hoe verder; voorkomen van depressies bij weduwen door middel van het aanleren van eenzaamheidsvoorkomende leefstijl — Bezoekdienst voor en door weduwen ('De Pioen')/setting welzijnswerk; — Mantelzorgondersteuning volgens de POM-methodiek
— 'In de put, uit de put'/Hoe omgaan met depressie: — Cursus op zoek naar zin' en cursus 'het verhaal van mijn leven' voor volwassen en ouderen met depressieve klachten en zingeving problematiek en rouw.
Volwassenen
Oudere jeugd (15-25 jaar)
Jonge jeugd (tot 15jaar)
Soort preventie
Ouderen
— Voorlichtingsavonden
22
Het is mogelijk dat problemen met de verzekering kunnen ontstaan in verband met het anoniem deelnemen door verzekerde.
Pagina 43 van 44
Nota 'Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid' | Fase 2 Thema's uitgewerkt
Bijlage 2 Samenstelling werkgroep en themawerkgroepen
Werkgroep Lokaal Gezondheidsbeleid Theo Hijkoop, voorzitter Betty Sibbel, secretaris Margriet de Jager Lokke de Haan Marjoke Hobert Trijny Hoff Rein Staijen Jan Roorda Sylvia Geerdsen Liza Cremer
gemeente Enschede GGD Regio Twente extern adviseur namens gemeente Haaksbergen gemeente Borne gemeente Tubbergen gemeente Hengelo GGD Regio Twente GGD Regio Twente gemeente Enschede gemeente Borne
Themawerkgroep Alcohol Marjoke Hobert, voorzitter (Tubbergen) Jan Roorda, secretaris (GGD) Mieke Platenkamp (Tactus verslavingszorg ) Marianca Hümmels (Enschede, namens centrumgemeenten) Themawerkgroep Roken Trijny Hoff, voorzitter (Hengelo) Betty Sibbel, secretaris (GGD) Mieke Platenkamp (Tactus verslavingszorg ) Judith Boonstra (GGD) Marcel Pieterse (Universiteit Twente) Ilonka Doornekamp (Livio), Karin Leferink (Roset-Twente) Rein Ruijsch (Agendalid Menzis) Monique de Beer, (agendalid Stivoro) Themawerkgroep Overgewicht Lokke de Haan, voorzitter (Borne), Rein Staijen, secretaris (GGD) Marlie Cerneüs, Twente In Balans JGZ/GGD Wijnand van der Werf (Voedingscentrum) Leonard Koppelman of Carmen Valk (Twenterand) Irma Schwering (Carint) Themawerkgroep Depressie Margriet de Jager, voorzitter, (extern adviseur namens Haaksbergen) Betty Sibbel, secretaris (GGD) Kristel Jutten (Adhesie) Greetje Senhorst (Mediant) Ria Jaspers (Roset-Twente) Marcel Garritsen (agendalid Informele Zorg Twente)
Pagina 44 van 44