Nota regeerakkoord, 8 prioriteiten voor de zelfstandige zorgverstrekkers
Voorwoord In het licht van de verkiezingen op 25 mei 2014 van het Europees en federaal parlement alsook van de regionale parlementen heeft de Federatie Vrije Beroepen een memorandum opgesteld. In navolging van deze verkiezingen richt de Federatie zich met een nota tot de Vlaamse overheid met concrete aanbevelingen. Deze aanbevelingen zijn specifiek gericht op de zelfstandige zorgverstrekkers. De bij de Federatie aangesloten organisaties van de zelfstandige zorgverstrekkers zijn de zelfstandige artsen (VAS), kinesitherapeuten (AXXON, kwaliteit in kinesitherapie), tandartsen (VVT), apothekers (APB-VAN), psychologen (Belgische Psychologencommissie en de Belgische Federatie van Psychologen) verpleegkundigen en vroedvrouwen (NVKVV) en zelfstandige verpleegkundigen (VBZV), de seksuologen (VVS). De zelfstandige zorgverstrekkers vormen een belangrijke schakel voor de gezondheidszorg in Vlaanderen en zeker in de eerste lijn: ze zijn laagdrempelig, regionaal sterk verspreid en genieten een groot vertrouwen bij de bevolking. Als beoefenaars van een vrij beroep stellen zij de gezondheid en het welzijn van de patiënt als uitgangspunt en dragen op die manier bij tot een betere gezondheidszorg.
De Federatie vraagt met deze nota dat de politiek de sector van het vrije beroep de ruimte geeft om te kunnen blijven ondernemen binnen hun specifiek kader. Gezien de blijvende erkenning van de maatschappelijke meerwaarde van het vrije beroep, van de zelfstandige zorgverstrekkers in het bijzonder en de partnerrol van vrije beroepen voor de overheid, zijn we - samen met onze aangesloten beroepsorganisaties - vragende partij om als gesprekspartner blijvend te worden betrokken.
Federatie Vrije Beroepen VZW . Willebroekkaai 37 . 1000 Brussel . T 02 21 22 504 .
[email protected]
8 PRIORITEITEN voor de zelfstandige zorgsector De Federatie vraagt
1. De zelfstandige zorgverstrekkers te erkennen en nauw betrekken in overlegstructuren naar aanleiding van de zesde staatshervorming; bij de organisatie van de eerstelijnszorg in Vlaanderen.
2. Een beleidskader dat samenwerking en associatievorming bij de zelfstandige zorgverstrekkers wil aanmoedigen en ondersteunen, zonder te hervallen in de ‘socialisering’ van het vrije beroep (aanmoedigen medische huizen). Samenwerking in het vrije beroep dient zich binnen een open kader te ontwikkelen.
3. Dat het Participatiefonds (in zijn geregionaliseerde hoedanigheid) een aangepast instrument aanbiedt om de kost van het intreden in een associatie te ondersteunen en het impulsfonds uit te breiden naar zelfstandig zorgverstrekkers op de eerste lijn.
4. Ondernemerschap en management op te nemen in de basisopleidingen, stage en permanente vorming van de vrije beroepsbeoefenaar met gekoppelde instrumenten en acties en een betere omkadering van de stagiair met het oog op deze professionalisering.
5. In overleg met de onderwijssector, om programma’s en structuren uit te tekenen die moeten leiden tot duurzame opleidingsprogramma’s en de toeleiding van goed geschoolde mensen naar assistentieberoepen in het vrije beroep.
6. Opstellen van een centrale databank medische beroepen van erkende zorgverstrekkers .
7. Ondersteunende maatregelen om vooral starten als zelfstandig zorgverstrekker opnieuw aantrekkelijk te maken in tegenstelling tot het blindelings afschaffen van contingentering en ingangsexamen.
8. Vrijwaring van de keuze voor het vrije beroep als zelfstandige. Federatie Vrije Beroepen VZW . Willebroekkaai 37 . 1000 Brussel . T 02 21 22 504 .
[email protected]
TOELICHTING Toekomstige structuren De nieuwe Vlaamse bevoegdheden zullen moeten worden ingebed in nieuwe Vlaamse structuren. Voor de zelfstandige zorgverstrekkers is het niet duidelijk hoe die structuren in Vlaanderen er zullen uitzien. Desalniettemin wensen zij hierover al volgende bekommernissen te formuleren: structuren zijn belangrijk maar gezondheidzorg is uiteindelijk een zaak van mensen. De structuren mogen niet de overhand nemen in de organisatie van de zorg en dienen transparant en eenvoudig te zijn, zonder extra administratieve belasting of kosten voor de zelfstandige zorgverstrekkers. Kwaliteit berust bij de persoonlijke begeleiding van de patiënt waarbij het hoofdaccent ligt op de betrokkenheid van de zorgverstrekkers veeleer dan de uitbouw van structuren op macro-, meso en microniveau. In dit laatste geval wordt de zorgverstrekker gereduceerd tot de uitvoerder van door overheid opgelegde maatregelen. Voor de betrokkenheid en actieve participatie in deze structuren zijn er substantiële middelen nodig, ook voor de zelfstandig zorgverstrekkers. de zelfstandige zorgverstrekkers wensen op een volwaardige manier vertegenwoordigd te worden en inspraak te hebben in de structuren of beleidsdomeinen die hen rechtstreeks aanbelangen. We verwachten dat zowel inzake structuur, strategie en cultuur de overheid rekening houdt met de zelfstandige zorgverstrekkers in Vlaanderen en hun organisaties. De groep van de zelfstandige zorgverstrekkers neemt een belangrijk deel van de eerstelijnszorg in Vlaanderen voor haar rekening. Dit moet weerspiegeld worden in het organisatiemodel.
Woonzorgcentra Bij overheveling van de bevoegdheden kondigt men aan dat het verschil tussen ROB en RVT zal weggewerkt worden. Dit lijkt ook logisch (want vergemakkelijkt de administratie en maakt de financiering van de woonzorgcentra transparanter) en maakt geen verschil voor huisvesting, verzorging, maaltijden, animatie enz. . Voor kinesitherapie stellen er zich toch wel een aantal vragen: welke norm zal gehanteerd worden? M.a.w. hoeveel FTE kinesitherapie per hoeveel bedden? Op welke manier gaat men rekening houden met de zorgbehoevendheid? Hoe gaat men de nood aan kinesitherapie meten? Zal de kinesitherapeutische zorg nog toegankelijk zijn voor elke bewoner die erom vraagt? Kunnen de woonzorgcentra kinesitherapeutische zorg garanderen wanneer de (huis)arts (of CRA) erom vraagt ? Wat met de zelfstandige kinesitherapeuten uit de periferie? Kunnen zij hun patiënt nog verder opvolgen? Hier stelt zich een specifiek aandachtspunt voor de zelfstandige kinesitherapeuten. Meestal is er een combinatie van ROB- en RVT-bedden. Voor de kinesitherapie maakt dat een wezenlijk Federatie Vrije Beroepen VZW . Willebroekkaai 37 . 1000 Brussel . T 02 21 22 504 .
[email protected]
verschil, omdat in RVT kinesitherapie opgenomen is in de personeelsnorm en het woonzorgcentrum hiervoor vergoed wordt vanuit de ligdagprijs. In ROB is kinesitherapie niet inbegrepen, en wordt verstrekt en vergoed volgens de nomenclatuur, door ofwel een loontrekkende of zelfstandige kinesitherapeut die aan de instelling verbonden is, ofwel een zelfstandige kinesitherapeut van buiten uit (die meestal de patiënt gevolgd is vanuit de thuissituatie). Voor de zelfstandige zorgverstrekkers moet elke patiënt toegang hebben tot kinesitherapeutische zorgen wanneer hij/zij daar nood aan heeft. De zorgtoegankelijkheid tot kinesitherapie moet gegarandeerd blijven, ook wanneer deze patiënt in een woonzorgcentrum verblijft en los van de wijze waarop deze zorg gefinancierd wordt. Ook de zelfstandig verpleegkundigen vragen dat ze verder hun rol kunnen opnemen in de woonzorgcentra. De verplichtingen in het huidige woonzorgdecreet –minimumploegen van 7 VTE- beletten vaak dat zelfstandig verpleegkundigen hun diensten kunnen aanbieden. Over de rol van de zelfstandige verpleegkundigen in de zorgcentra moet verder overleg worden gepleegd met de organisaties van zelfstandige verpleegkundigen. Onafgezien van welk financieringsmechanisme zal worden gebruikt, vragen alle zelfstandige zorgverstrekkers dat hun werking met en toegang tot de woonzorgcentra altijd gevrijwaard blijft. Aanvullend aan de bestaande functie van CRA (coördinerend raadgevend arts) vragen we dat er ook een debat wordt gestart hoe andere zelfstandige zorgverstrekkers een gelijkaardige rol kunnen opnemen. Hierbij kan verwezen worden naar de rol die de CRT ( coördinerend raadgevend tandarts) in samenspraak met de CRA toebedeeld is in het Pilootproject Tandheelkundige zorg bij patiënten met bijzondere noden . In de ouderenzorg wordt er toenemend belang gehecht aan multidisciplinair overleg en multidisciplinaire samenwerking. Goede communicatie tussen de verschillende zorgverstrekkers en actoren in een rusthuis zal daarbij noodzakelijk zijn. Het gebruik maken van elektronische patiënten –of farmaceutisch dossiers kan hierin een belangrijke stimulerende rol spelen. Zo bijvoorbeeld moet ook een coördinerend apotheker - om aan de verplichting van farmaceutische zorg te kunnen voldoen - toegang hebben tot bepaalde delen van het rusthuisdossier. Farmaceutische zorg kan slechts voluit en kwaliteitsvol ingevuld worden als de apotheker toegang heeft en daadwerkelijk verantwoordelijkheid heeft bij de opmaak van het elektronisch medicatiedossier van de rusthuisbewoner.
Preventie De zelfstandige zorgverstrekkers hechten veel belang aan preventie in de gezondheidszorg. We pleiten voor maximale homogene bevoegdheidspakketten zodat versnippering over verschillende beleidsniveaus vermeden wordt. Federatie Vrije Beroepen VZW . Willebroekkaai 37 . 1000 Brussel . T 02 21 22 504 .
[email protected]
Als zelfstandige zorgverstrekkers wensen we actief en proactief mee te werken aan preventieve acties. Belangrijk hierbij zal zijn dat er voldoende valorisatie is en aandacht wordt besteed aan de rol van zelfstandige zorgverstrekkers. We vragen bij campagnes volwaardig te worden betrokken, hetgeen meer betekent dan enkel meewerken aan communicatie en informatieverspreiding. De expertise van een specifieke sector moet maximaal ingezet kunnen worden opdat men een optimaal resultaat behaalt ( bv vaccinatiestatus openstellen voor apothekers,…). Evenzeer zal het belangrijk zijn dat er hiervoor voldoende middelen kunnen worden vrijgemaakt.
Eerste lijn De zelfstandige zorgverstrekkers spelen een cruciale rol in de organisatie van de eerstelijnszorg in Vlaanderen. We wensen bij de organisatie hiervan verder te worden betrokken maar vragen wel dat de middelen hiervoor efficiënter worden ingezet. We herhalen dat er beter middelen gaan naar een goede zorg in plaats van naar structuur-ondersteuning. Bij iedere nieuwe organisatiestructuur zullen we er op toezien dat er geen verdere uitbreiding komt van ‘vergaderitis’ of het aantal ambtenaren. Momenteel is het niet duidelijk hoe volgens deze nieuwe bevoegdheidsverdeling de wachtdiensten zullen worden georganiseerd en gefinancierd. Uit de laatste berichten vernemen we dat er nog geen eenduidig antwoord worden geformuleerd op de vraag of naast de huisartsenkringen ook de wachtpostenfinanciering een Vlaamse bevoegdheid wordt. In de meest actuele versie van de toelichting bij het voorontwerp van de bijzondere wet staat nu enkel dat de gemeenschappen bevoegd worden voor de regels met betrekking tot de huisartsenkringen die de wachtdiensten organiseren. De kans is reëel dat de wachtdiensten federaal zullen blijven. We vragen hierover de nodige duidelijkheid. In uitvoering van voorstellen uit de Eerstelijnszorg Conferentie, om de multidisciplinariteit en het centraal plaatsen van de patiënt te bevorderen wordt het federaal begrip “huisartsenkringen” best vervangen door “eerstlijnszorgkringen”. Zoals reeds hogerop vermeld is praktijkondersteuning voor zelfstandige zorgverstrekkers heel belangrijk. Een professionele ondersteuning bij de opstart en verdere uitbouw van een praktijk is noodzakelijk en zal ook een positief effect hebben op de instroom van nieuwe zelfstandige zorgverstrekkers. Het Impulseo-fonds is wat de praktijkondersteuning betreft belangrijk voor de ondersteuning van artsen. Bij een overdracht van bevoegdheden pleiten we voor een behoud van een gelijkwaardige ondersteuning. Tevens moet worden bekeken in welke mate ook andere zorgverstrekkers van dergelijk systeem gebruik kunnen maken. Hiervoor wordt best een knelpuntenanalyse gemaakt om te objectiveren waar de noden het hoogst zijn inzake praktijkondersteuning.
Federatie Vrije Beroepen VZW . Willebroekkaai 37 . 1000 Brussel . T 02 21 22 504 .
[email protected]
Aantrekkelijkheid en professionalisering van het vrije beroep a. Samenwerken in associatie Samenwerken in een associatie is voor vrije beroepen een toekomstgerichte praktijkvorm, niettegenstaande de solopraktijk een belangrijke plaats zal blijven innemen. Toch meent 6 op 10 vrije beroepers dat het in de toekomst steeds moeilijker wordt het beroep in een solopraktijk uit te oefenen (enquête 2010) en vraagt 42 % (bevraging Federatie december 2013) extra informatie of ondersteuning vanuit de overheid om deze tendens naar samenwerken te faciliteren. Meer zelfs, 68 % van de zelfstandige zorgverstrekkers1 die momenteel geen associatie heeft, geeft aan in de toekomst een associatie te willen vormen. Een associatie biedt een maximum aan kansen om enerzijds de kwaliteit en de efficiëntie van de dienstverlening te garanderen. Zo geeft maar liefst 91%2 aan dat samenwerken in associatie zorgt voor een betere kwaliteit van de dienstverlening. Anderzijds zorgen deze organisatievormen voor de aantrekkelijkheid van de zelfstandige beroepsuitoefening en de continuïteit en de overdracht van de praktijken. De scherpere winstmarges, de stijgende administratieve last, de work-life balans, de overgang van soloberoepsbeoefenaar naar een of andere vorm van associatie: de vrije beroeper wordt steeds meer een ondernemer. Hij/zij dient aan bedrijfsvoering en management te doen zonder dat men hiervoor werd opgeleid. Vrije beroepen genieten een goede opleiding wat betreft hun respectievelijke vakgebied. Maar in het curriculum van de verschillende hogere opleidingen die toegang geven tot de verschillende beroepen is een aanpassing aan de huidige tendens tot professionalisering opportuun. Zo geeft maar liefst 74 %3 aan dat men na de opleiding/stage niet voldoende voorbereid is om te starten als zelfstandige De Federatie pleit er nadrukkelijk voor om de voorbereiding tot een autonome praktijkvoering, al dan niet in groepsverband, te integreren in de hogere opleiding, de voorziene stage én permanente vorming voor de verschillende sectoren van het vrije beroep. De praktische modaliteiten worden best vastgelegd na overleg tussen de onderwijs- en beroepswereld.
b. Assistentieberoepen tekort De sector van de vrije beroepen blijft ondanks de economische crisis zoals gezegd een groeisector. Dit creëert, naast ruimte voor verder ondernemen, eveneens arbeidsplaatsen die op vandaag soms moeilijk ingevuld raken, in de eerste plaats omdat er geen of weinig specifieke opleidingen naar ondersteunende jobs in die sectoren voorhanden zijn. Op dit ogenblik behelpen veel sectoren zich met ad-hoc-opleiding en permanente vorming voor praktijkassistentie. Aan de basis is er echter een tekort en raken aantrekkelijke arbeidsplaatsen niet of moeilijk ingevuld Enquête project een zorgzame start 2014 – bevraging zelfstandige zorgverstrekkers (apothekers, artsen, verpleegkundigen, tandartsen, psychologen, kinesitherapeuten) 2 Enquête project een zorgzame start 2014: 91 % van de zelfstandige zorgverstrekkers die momenteel een associatie hebben of een solopraktijk/losse samenwerking maar wel in de toekomst willen associëren. 1,3
Federatie Vrije Beroepen VZW . Willebroekkaai 37 . 1000 Brussel . T 02 21 22 504 .
[email protected]
Voor vele assistentieberoepen is de vraag nog steeds groter dan het aanbod, denken we maar aan de tandartsassistente, juridisch bedienden, enz…. De Federatie vraagt een oplossing opdat de werkgevers in het vrije beroep hun praktijk professioneel kunnen uitbouwen en geschikt personeel kunnen vinden. De Federatie verwacht dat op kruissnelheid jaarlijks enkele duizenden extra banen in dit kader kunnen gecreëerd worden. Dit impliceert : een inventarisatie en coördinatie van de beroepscompetentieprofielen waarop opleidingen gebaseerd zijn. Bij het opstellen van de beroepscompetentieprofielen is het steeds noodzakelijk dat de betrokken sectoren mee aan tafel zitten om een profiel uit te werken dat aansluit bij de realiteit van het beroep. een blijvend overleg tussen vertegenwoordigers uit de beroepssectoren van de vrije beroepen en het onderwijs. Dit moet resulteren in opleidingsprogramma’s en – structuren die afgeleid worden van de beroepscompetentieprofielen. Deze samenwerking moet er voor zorgen dat er een zeer hoog opleidingsniveau kan bereikt worden.
c. Erkenning van de zelfstandige zorgverstrekkers De erkenning van zorgberoepen zal op Vlaams niveau gebeuren op basis van een federale reglementering. Als zelfstandige zorgverstrekkers vragen we dat de erkenning op een administratieve zo eenvoudig mogelijke manier gebeurt en maximaal via elektronische weg. Daarnaast moet er ook afgestemd worden met de manier waarop erkenningsnormen in andere regio’s en in andere Europese landen zal worden toegepast om scheeftrekkingen te vermijden. In het belang van de patiënt dient erover gewaakt dat de federale criteria gelijk worden geïmplementeerd. Een zelfstandige zorgverstrekker is een zorgverstrekker die werkt onder het zelfstandig statuut. Dit statuut kent voor -en nadelen, die bepalend zijn voor de zorgverstrekker om al of niet voor dit statuut te kiezen. Een voldoende grote aantrekkingskracht van zorgverstrekkers in de eerste lijn is belangrijk om een voldoende groot aanbod in Vlaanderen te kunnen bieden. De moeilijkheid van zelfstandig werkende beroepsbeoefenaars ligt in het feit dat ze zowel beroepsinhoudelijk als op bedrijfsmatig vlak uitmuntend moeten zijn. Tegenwoordig zijn elk van deze activiteiten als het ware specialiteiten op zich. Alle kennis en vaardigheden hiervoor verenigen in één persoon is tegenwoordig ondoenbaar. Een praktijk uitbouwen en managen is een complex gebeuren. Een professionele ondersteuning bij de opstart en verdere uitbouw van een praktijk zal helpen bij de toestroom van zelfstandig verstrekkers. Naast het aantrekkelijker maken van het zelfstandig zorgberoep vereist een efficiënt en effectief gezondheidszorgbeleid ook een betere en duidelijke afstemming tussen de beleidsinitiatieven die genomen worden op Vlaams niveau en de initiatieven die op het federaal niveau ontwikkeld
Federatie Vrije Beroepen VZW . Willebroekkaai 37 . 1000 Brussel . T 02 21 22 504 .
[email protected]
worden (volksgezondheid en sociale zaken), zeker nu bij de implementatie van de zesde staatshervorming. De zorgverstrekkers op het terrein hebben absoluut nood aan een eenvormig beleid voor hun zorgpraktijk, en worden nog te vaak geconfronteerd met uiteenlopende of overlappende initiatieven. Ook op het vlak van de manpowerplanning in de gezondheidszorg dient de aandacht voor afstemming te worden opgedreven, bv. tussen de initiatieven die de regio’s nemen op het vlak van de opleiding tot medische beroepen (toegangsexamen, …), en het federaal beleid inzake de toegang tot het beroep (contingentering, erkenningen). Een ander voorbeeld van gebrekkige afstemming betreft de organisatie van een centrale databank met registratie van de erkende zorgverstrekkers. Het beschikken over exacte cijfers met betrekking tot het aantal zorgverstrekkers en de medische activiteiten is essentieel voor een goede beleidsvoering. De Federatie vraagt: een beleidskader dat samenwerking en associatievorming bij vrije beroepen wil aanmoedigen en ondersteunen, zonder te hervallen in de ‘socialisering’ van het vrije beroep (aanmoedigen medische huizen). Samenwerking in het vrije beroep dient zich binnen een open kader te ontwikkelen. dat het Participatiefonds (in zijn geregionaliseerde hoedanigheid) een aangepast instrument aanbiedt om de kost van het intreden in een associatie te ondersteunen en het impulsfonds uit te breiden naar zelfstandig zorgverstrekkers op de eerste lijn. ondernemerschap en management op te nemen in de basisopleidingen, stage en permanente vorming van de vrije beroepsbeoefenaar met gekoppelde instrumenten en acties en een betere omkadering van de stagiair met het oog op deze professionalisering. in overleg met de onderwijssector, om programma’s en structuren uit te tekenen die moeten leiden tot duurzame opleidingsprogramma’s en de toeleiding van goed geschoolde mensen naar assistentieberoepen in het vrije beroep. opstellen van een centrale databank medische beroepen van erkende zorgverstrekkers . ondersteunende maatregelen om vooral starten als zelfstandig zorgverstrekker opnieuw aantrekkelijk te maken in tegenstelling tot het blindelings afschaffen van contingentering en ingangsexamen.
De vrije beroepen in relatie met de overheid a. Vrijwaring van de keuze voor het vrije beroep als zelfstandige In de zorgsector wordt de druk op het zelfstandig uitoefenen van het vrije beroep zeer groot. Zelfstandige zorgberoepen worden meer en meer in de hoek gedrumd in het overlegmodel van het RIZIV. Budgetten worden makkelijker aan ‘structuren’ toegekend. Zelfstandig Federatie Vrije Beroepen VZW . Willebroekkaai 37 . 1000 Brussel . T 02 21 22 504 .
[email protected]
verpleegkundigen, kinesitherapeuten, e.a. moeten van patiënt naar patiënt hollen om zo veel mogelijk nomenclatuurnummers te noteren. Er is een tendens om meer en meer ‘staatsgeneeskunde’ te organiseren onder het mom van de betaalbaarheid van de zorg (cfr. Wijkgezondheidscentra, diverse derdebetalersregelingen). Alleszins dient men de toekomstige financieringsmechanismen te vrijwaren dat een zorgverstrekker als zelfstandige kan actief blijven en niet financieel benadeeld worden ten opzichte van structurele zorgaanbieders. Juist door het systeem van het vrije beroep in de gezondheidszorg is België door de jaren heen op een door andere landen benijd hoog peil blijven staan, hetgeen we niet verloren mogen laten gaan. De zelfstandige zorgverstrekkers vormen immers een cruciale schakel voor de gezondheidszorg in Vlaanderen en zeker in de eerste lijn: ze zijn laagdrempelig, regionaal sterk verspreid, bieden kwaliteitsvolle zorg en genieten een groot vertrouwen bij de bevolking. Als beoefenaars van het vrije beroep stellen zij de gezondheid en het welzijn van de patiënt als uitgangspunt en dragen op die manier bij tot een betere gezondheidszorg.
b. Structurele erkenning van de zelfstandige zorgverstrekkers in het overleg Vrije beroepen zijn vaak niet structureel vertegenwoordigd in overleg- of adviesorganen. De Federatie vraagt een expliciete vertegenwoordiging van het vrije beroep via de erkende professionele en interprofessionele organisaties in de overlegstructuren van het beleid en als vaste gesprekspartners op basis van representativiteit. In het bijzonder geldt dit voor de zelfstandig zorgverstrekkers en de regionale beleidsniveaus naar aanleiding van de zesde staatshervorming. De zelfstandige zorgverstrekkers wensen op een volwaardige manier vertegenwoordigd te worden en inspraak te hebben in de structuren of beleidsdomeinen die hen rechtstreeks aanbelangen. Ze verwachten dat zowel inzake structuur, strategie en cultuur de overheid rekening houdt met de zelfstandige zorgverstrekkers in Vlaanderen en hun organisaties. De groep van de zelfstandige zorgverstrekkers neemt een belangrijk deel van de eerste (en tweedelijns) zorg in Vlaanderen voor haar rekening. Dit moet weerspiegeld worden in het organisatiemodel. Een concreet voorbeeld is de vraag naar een volwaardige erkenning van zorgverstrekkers in de op te richten EVA-entiteit van het Vlaams decreet rond gegevensdeling. De Federatie vraagt: vrijwaring van de keuze voor het zelfstandige vrije beroep. representatieve beroepsorganisaties en interprofessionele organisaties te erkennen en betrekken in overlegstructuren naar aanleiding van de zesde staatshervorming. _______________________________
Federatie Vrije Beroepen VZW . Willebroekkaai 37 . 1000 Brussel . T 02 21 22 504 .
[email protected]