http://comcom.uvt.nl/e-view/07-1/inhoud.htm
Gerlinda Heywegen (
[email protected]) Seks in film: fascinerend en ongemakkelijk Inleiding De wereld is gefascineerd door seks. In de huidige beeldcultuur neemt het een voorname plek in want seks is er altijd en overal. Op televisie kronkelen vrouwen in videoclips onder gespierde mannen door. Commerciële zenders proberen met schaars geklede vrouwen kijkers over te halen te bellen voor geile praat. Internet is van seks vergeven, maar ook glossy damesbladen puilen uit van het naakt. Overgestileerde reclames voor parfums, lingerie en andere vaak moeilijk direct te herkennen producten verkopen door te refereren aan seks. In films, die voor het ‘gewone’ publiek, neemt het expliciet tonen van seks de laatste jaren ook toe. In het filmtheater krijg je op onverwachte momenten, in ‘keurige’ films van regisseurs met uitstekende reputaties penetraties, fellatio’s en meer te zien. Verschuiving in artfilms – seks wordt expliciet in beeld gebracht In Nederland zijn trends in de film het beste te spotten op het International Filmfestival Rotterdam. Daar worden nieuwe regisseurs ontdekt, is een selectie best of the fests te zien, kortom de wereld van de cinema laat zich daar vrij overzichtelijk aanschouwen. Toen in de jaren negentig, in het kielzog van Quentin Tarantino (en hij weer –als echte postmodernistgeïnspireerd door obscuurder, onbekender werk) expliciet geweld bon ton werd, was dat ook in de “kleinere” films terug te vinden. Cinefielen met een zwakke maag waren ineens niet meer in zomaar elk filmvoorstelling veilig. Zo goed als te zien was hoe een kurkentrekker in een knieschijf geboord kan worden, is tegenwoordig veelvuldig te zien hoe seks er uit ziet. Met name in artfilms. Seks in dat soort films is niet alleen erg expliciet, vaak is het ook meerduidig. En dus is dat net wat lastiger aan te zien dan hoe Hollywood seks toont. In Twentynine Palms van Bruno Dumont (2003) is de seks tussen acteurs Katia Golubeva en David Wissak lelijk, agressief en soms ook teder. Maar eigenlijk altijd moeilijk. Tijdens een vertoning van de film op het filmfestival in Rotterdam in 2004, was het doodstil wanneer Golubeva als een varken krijste wanneer ze seks had. Commentaar van toeschouwers na afloop van de film was bijvoorbeeld dat het wel een bijzonder onnatuurlijke manier van neuken was. Maar het stel liet helemaal niet zulke vreemde dingen zien. Het meest opvallende betrof eigenlijk het aanhoudende gegil en gekreun. En verder zag de seks er niet bijzonder mooi uit. Een regisseur die de grenzen van seksualiteit in film opzoekt is de Franse regisseur Catherine Breillat. In een gesprek over seks in artfilms valt haar naam al snel. Breillat baart opzien met films als Romance (1999) en op datzelfde filmfestival Rotterdam in 2004 met Anatomie de l’enfer. Veel publiciteit kreeg ze door in genoemde films gebruik te maken van de Italiaanse pornoacteur Rocco Siffredi. De verantwoording die ze daarvoor geeft, betreft de gaven van een pornoacteur. Gedurende langere tijd een erectie kunnen hebben en tegelijk ook nog dialogen afwerken. Ondanks al het uitgebreide tonen van geslachtsdelen zijn Breillats films nooit opwindend (bedoeld). Breillat doet –naar eigen zeggen- slechts onderzoek naar machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen. Zij laat daarbij haar geheel eigen intellectualistische wereldbeeld los op haar scenario’s. In Anatomie de l’enfer gaat ze zover dat Siffredi de stok van bepaald tuingereedschap in de kont van de vrouw die hij vernedert, stopt. Bizar, bijna belachelijk, zeker in combinatie met Breillats tekst in de voice over. Maar tegelijk
1
ook prachtig gefilmd door d.o.p. Yorgos Avanitis. Breillat onderzoekt hier niet wat seks is maar gebruikt het slechts om in extremo over relaties die nooit kunnen slagen te vertellen. Net zoals in een Hollywoodfilm is seks een middel, geen doel. 2006 was een nog mooier jaar dan 2004. Dat jaar bracht het vuurspuitende orgasme en het neuken van een kruiwagen vol vlees van Taxidermia (György Pálfi, 2006), ‘heftige’ seks van twee dikzakken in Batalla en el cielo (Carlos Reygadas, 2005, zie verderop) en meloenenporno van The Wayward Cloud van Tsai Ming-liang (2005) met een van de allermooiste en allerzwaarste slotscènes ooit. Een fellatio die in ieder geval niets met geilheid te maken heeft. Onvermogen tot macht en liefde leidt tot deze ultiem wanhopige daad. Gluren in het donker Film leent zich per definitie voor gluren naar wat je anders niet ziet. In het donker bestaan enkel de kijker en de film. Maar je zit niet alleen in een bioscoopzaal. Andere mensen bekijken de film tegelijk met jou. Goede films doen je dat meestal vergeten. Overdonderd word je door special effects, door aangrijpenden scènes, prachtige cinematografie. Ze kunnen je laten vergeten dat je met nog tien, vijftig of vijfhonderd andere mensen kijkt. Toch kun je je bij bepaalde scènes ook ineens weer erg bewust worden van die anderen. Hevig emotionele scènes of bijvoorbeeld geweld kunnen dermate aangrijpend zijn dat het zoveel reactie oproept bij de kijker dat hij de ander bewust maakt van zijn aanwezigheid. Denk aan tearjerkers die het publiek laten sniffen en snotteren. Wanneer Lars von Trier in Dancer in the Dark (2000) -na een hele film lang te hebben opgebouwd naar de climax- Björk de doodstraf door verhanging geeft, laat dat weinig mensen onberoerd. Het zal niemand doen denken aan eigen ervaringen en toch raakt het je diep. Tranen vloeien gemakkelijk. Je hoeft je niet te schamen voor het feit dat zulke scènes je aangrijpen tenslotte. Een van de eerste scènes van Irréversible (2002), de opzienbarend gewelddadige film van Gaspar Noé, betreft de brandblussermoord. Zeker zo onaangenaam om naar te kijken als de verkrachtingsscène die halverwege de film te vinden is. Zoveel buitensporig geweld bleek voor veel kijkers niet te doorstaan zonder afkeurende geluiden of kreten van ongeloof te laten horen. Dood, verdriet en geweld kunnen moeilijk zijn en confronterend. Maar geweld creëert ook afstand. Dat doe of onderga je zelf niet of nauwelijks. Hetzelfde geldt voor verdrietige gebeurtenissen. Sterfgevallen of verdriet maak je niet zo vaak mee als de gemiddelde mens seks heeft. Seksscènes wekken net zulke primaire en directe reacties op als het zien van iets verdrietigs of geweldddadigs. Maar waar je je voor wat tranen of zuchten van afschuw minder schaamt, is elke reactie bij het zien van seks moeilijker en misschien zelfs gênant. Het komt veel dichterbij. Zuchten, kreunen, onrustig worden of lachen bij een geile scène werkt al snel een gevoel van opgelatenheid bij jezelf en anderen in de hand. Wie gaat er uitgebreid en duidelijk genieten van een expliciete pijpscène? Anderen zouden merken dat je jezelf overduidelijk niet meer in de hand hebt waar de ‘hele wereld’ bij is. En dus is het vooral vaak doodstil als er seks op het grote doek te zien is. Over seks praten de meesten doorgaans niet met wildvreemden, laat staan dat je je eigen staat van zijn toont bij het zien van welke seks dan ook. Wat doet je lijf? Onderzoek heeft jaren terug aangetoond dat zowel mannen als vrouwen opgewonden raken als ze naar porno kijken. Dat geldt dus ook voor diegenen die stellen dat ze een hekel hebben aan porno of beweren dat het toch echt niet zo is dat het hen wat doet. Ook al zou je het niet eens aan jezelf merken, het blijkt dat er direct wat in je onderbuik en je hormoonhuishouding gebeurt bij het zien van seks. Daar zijn allerlei middelen voor om dat te onderzoeken. Door bijvoorbeeld de penis te meten in alle staten van opwinding. Bij een vrouw is de mate van vochtigheid in de vagina een indicatie. Je kunt dus verdringen dat het zo is, je lichaam “weet” en “zegt” bij het zien van porno dat er geen houden meer aan is. Het kijken naar seks in andere dan pornofilms kan een zelfde reactie teweeg brengen. Dat in aanwezigheid van vele anderen. En je kunt niet weg! Het kan je het betrapte gevoel geven dat iedereen weet dat jij bij het zien van (de suggestie van) bijvoorbeeld een penetratie in enorme staat van opwinding raakt. De rest van de zaal voelt zich vermoedelijk net zo opgelaten als jijzelf. En dus wordt het typische van filmkijken, namelijk voyeur zijn, eigenlijk omgedraaid. Je gluurt niet alleen, je kunt het gevoel hebben dat jouw aanwezigheid, jouw gevoel van dat
2
moment juist ook door anderen wordt opgemerkt. Iets wat heel privé is, seks, en iets wat heel solitair is, filmkijken, zijn plotseling niet meer alleen van jezelf. Hollywood Hollywood heeft van seks iets heel moois gemaakt, esthetisch verantwoord om naar te kijken. Iets onnatuurlijks dus, iets wat niet bestaat, zoals al het andere van een Hollywoodfilm ook pure fictie is. Mannen en vrouwen doen het in die films altijd soepel, elegant, precies geil genoeg, met de juiste geluiden. Opwindend met andere woorden. Net opwindend genoeg dus en zelden of nooit meerduidig. Nooit zal er in een Hollywoodfilm zo hard gekrijst worden als Katia Golubeva doet in Twentynine Palms. Nooit zal iemands huid zo rood worden omdat ze vreselijk hard wordt geknepen zoals Valeria Bruni-Tedeschi in 5 x 2 van François Ozon (2004). En nooit zal verkrachting toch nog in liefde kunnen eindigen zoals in Oasis van Lee Chang-dong (2002). Het is daarom een stuk gemakkelijker om naar Hollywoodseks te kijken dan naar seks in die “andere” films. Dat past bij die typische Hollywoodstijl die er voor zorgt, door het gebruik van bijvoorbeeld camera, montage en muziek dat wij in een verhaal worden meegesleurd, even onze eigen sores vergeten. Een cinema die draait om veel geld verdienen en dus door zoveel mogelijk mensen gezien moet kunnen worden. Kortom zichzelf censureert. Dat heeft ervoor gezorgd dat in die filmtaal vele symbolen bestaan voor seks. Wanneer champagneflessen spuiten, komt een man klaar. Als er een stoomtrein met een flinke rookpluim door het landschap raast, is er eveneens sprake van een orgasme en spetterende seks. Zonder er ook maar iets van te laten zien, weet je bij een (klassieke) Hollywoodfilm ook wel wanneer de daad heeft plaatsgevonden en hoe heftig die was. Zo voorkomt niets zien misschien dat je (al te) opgewonden raakt. Evengoed brengen zulke scènes de kijker op de gedachte aan seks en seks alleen. En zelfs daarbij kan publiek zich trouwens al gegeneerd voelen. Kinderen vinden een zoen in een film al snel ‘way too much’. In De Griezelbus (Pieter Kuijpers, 2005) gaat het naast griezelen over verliefd zijn. En daar hoort ook zoenen bij. Kinderen in de filmzaal reageren daar niet, zoals ze als volwassenen later misschien wel zullen doen, geluidloos op. Vol afschuw, gelach en gejoel wordt die ene zoen die in de film te zien is, ontvangen. Ook hier geldt overigens de suggestie van Hollywood. Want na die ene zoen zie je de hoofdrolspeler kijken naar dat zoenende stelletje. Zoengeluiden zijn zacht te horen. Maar je ziet niets. Geen reden voor de kinderen in de zaal hun afschuw dan maar te onderdrukken. Suggestie is ook zien! Het is stom, het is gênant. Van dat gevoel komen de meeste mensen eigenlijk nooit meer af. Ook en zelfs Hollywoodseks roept dat op. Misschien ook juist omdat zo angstvallig wordt vermeden dat er geslachtsdelen in beeld komen. Borsten, dat kan nog net, maar een shot van een penis is bijna ondenkbaar. Natuurlijk is het dan vreemd om naar een vrijscène te kijken. Als de makers zo erg hun best doen iets te laten zien en tegelijkertijd ook niet, snap je als kijker ook wel dat, hoe soepel het er ook uit ziet, je iets ziet dat kennelijk gevoelig ligt. Confronterende artfilm Als suggestie al gêne op kan roepen, zal het artfilm-publiek de komende jaren vele zeilen moeten bijzetten. Heeft een film als het eerder beschreven Twentynine Palms over tien jaar een heel andere betekenis? Zul je je dan de beschreven reacties van het publiek na afloop van de film moeilijk kunnen voorstellen? Net als de film van Dumont heeft ook Intimacy (Patrice Chéreau, 2001) dat ongemakkelijke. Want er wordt niet verklaard waarom twee mensen het de hele film lang met elkaar doen. Je kunt zien dat het een geile maar ook pijnlijke ervaring voor ze is. En je ziet dat ze (de acteurs) het echt doen. Je ziet de man een condoom om doen, de vrouw neuken en daarna het ding ook weer afdoen. Niet bepaald het meest opwindende om te zien waardoor weinig regisseurs vaak maar doen alsof safe sex niet echt nodig is. Door dat realistische in Intimacy is de seks niet bijzonder fraai. Geen vloeiende bewegingen, geen prachtige uitgelichte benen, ‘lekkere’ borsten, goed getrainde torso’s. Seks is niet mooi. Neuken is wat het is in Intimacy. Een man ligt op een vrouw of zij op hem, je ziet ze wat bewegen, soms onzeker naar elkaar kijken, nog een tijd lang wat bewegen, klaarkomen en uit elkaar gaan. Voor de mooie plaatjes hoef je niet naar dit soort films te kijken. Niemand ligt er thuis, in zijn eigen bed, bij als Brad Pitt of Sharon Stone en iedereen weet dat van zichzelf. Op het filmfestival in Rotterdam in 2006 kreeg de Mexicaanse film Batalla en el cielo (Carlos Reygadas, 2005) veel aandacht van pers en publiek. Het verhaal was de film sinds de première
3
tijdens het filmfestival in Cannes (2005) vooruitgesneld. De film begint en eindigt met een pijpscène. En tussendoor zit ook nog eens heftige, pornografische seks! Tenminste zo werd die genoemd, en dat was in sommige recensies over de film tijdens zijn release (9 februari 2006) te lezen. Het fascinerende is dat de film juist geen heftige seks laat zien en al helemaal geen pornografische. Wat je ziet is seks die expliciet in beeld is gebracht. Levensgroot mag je zien dat een meisje een man pijpt. Dat dat niet zo eenvoudig is om naar te kijken is begrijpelijk. Zeker omdat de regisseur dat erg mooi in beeld brengt. Dat doet hij ook wanneer hij twee dikke mensen –een echtpaar- met elkaar laat vrijen. Of wanneer hij in zijn eerste film Japón (2002) een man op leeftijd en ook nog eens mank met een erg oude vrouw laat neuken. Het is zo buitengewoon ongewoon om dat op het grote doek te brengen dat het een veelheid aan opwinding oplevert. Reygadas filmt zijn seks ook nog eens met een vaak complexe cameravoering, met klassieke muziek op de geluidsband, met alle filmische middelen die passen bij high art. Batalla en el cielo is een schoolvoorbeeld om het ongemakkelijke van het kijken naar seks in films te bespreken. Volgens de regisseur zelf zou het overigens vreemd zijn als hij seks in zijn films geen rol zou laten spelen. Immers iedereen doet het, het hoort als tanden poetsen bij het leven. En als iedereen het heeft, is het ook niet vreemd dat je in films dikke, of oude of gehandicapte mensen het laat hebben. Waar binnen de narratieve cinema, zoals Hollywood, de seks best alleen gesuggereerd kan worden, stelt Reygadas, is het binnen de non narratieve cinema zoals zijn eigen films, juist noodzakelijk om het wel te laten zien. Er gebeurt iets ‘binnen die seks’ dat essentieel is voor de vertellingen. De seks van Twentynine Palms, Intimacy of Batalla en el cielo komt dichtbij, het herinnert je, meer dan de glossy Hollywood-seks, aan het meest intieme van jezelf en confronteert je daardoor met de onvolmaaktheid van iets wat in onze cultuur altijd perfect moet zijn. Dat je je realiseert dat je misschien zelf wel rare geluiden maakt of geen goddelijk lichaam hebt en al helemaal niet in allerlei standjes, is confronterender dan velen zouden willen. Films die laten zien dat seks een constante wisseling in stemmingen kan zijn en een potje neuken een al dan niet subtiel machtsspel, zijn niet altijd plezierig. Overgang? Wanneer seks dus vrij gladjes of subtiel in beeld wordt gebracht, met andere woorden als seks niet nadrukkelijk aanwezig is, kun je je daar als kijker gemakkelijk, eenduidig, toe verhouden. Maar nu films steeds explicieter worden, kan dat in eerste instantie lastig(er) zijn voor het publiek. Opgewonden zitten in een volle zaal vol opgewonden mensen, de adem inhouden, het zal nog wel even voor een ongemakkelijk gevoel zorgen. En niet alleen dat maakt ongemakkelijk. Weinig mensen zullen opgewonden raken van het kijken naar de seks van bijvoorbeeld de oude vrouw in Japón of van de twee dikke mensen in Batalla en el cielo. Weinigen zullen begrijpen wat Tsai Ming-liang nu precies met zijn meloenenseks wil. Opwinding wordt er wellicht direct ongemak. En dus nog meerduidiger dan de andere voorbeelden. Toch zal er geen mens om uit de filmzaal wegblijven. Seks is nu eenmaal behalve ongemakkelijk vooral ook te fascinerend. Zou het zo kunnen zijn dat nu we bijvoorbeeld min of meer pornografische scènes steeds vaker zien in “gewone” films, we dat uiteindelijk dan ook maar gewoon gaan accepteren, het misschien minder moeilijk zullen gaan vinden om aan te zien? Michael Winterbottom (In This World, 24 hour Party People) maakte in 2004 een film met expliciete seksscènes, grenzend aan pornografie, 9 Songs, die eigenlijk alleen maar om muziek en seks draait. Live-optredens van bands als Franz Ferdinand en Dandy Warhols worden afgewisseld met seks. Een jong stel, vreselijk verliefd en vooral vreselijk geil, heeft tijdens elk intermezzo seks en heel veel meer is er niet te zien. Hun liefde maakt wel wat ontwikkeling door maar meer dan dat wil Winterbottom hun seksleven laten zien. Daarbij vermijdt hij niets, hij laat zijn acteurs alles doen en filmt dat. Wat is het verschil met porno? Wellicht alleen dat Winterbottom liefde in het spel brengt en daardoor datgene dat we zien geil maar ook kwetsbaar en ontroerend is. Handelingen komen nadrukkelijk in beeld en het veelvuldig tonen van geslachtsdelen hoort daarbij. Bondage, masturbatie, het is wat het is. Niet mooier gemaakt zoals in Hollywood maar ook niet lelijker zoals in Intimacy gebeurt. In een interview zei de filmmaker dat 9 Songs voor hem een onderzoek is naar de grenzen van film. Met elke film die hij maakt wil hij die opzoeken, wat verklaart dat zijn films zo verschillend zijn van elkaar. Een van die grenzen met 9 Songs was ook voor Winterbottom de vraag, wat seks en wat porno is.
4
Maar 9 Songs doet nog iets anders. Want de film roept niet zozeer gêne op als wel het gevoel dat je iets ziet wat jou helemaal niet aangaat. Juist omdat er geen ander verhaal dan liefde via seks te zien is, is de film intiemer dan vele andere artfilms met expliciete seks. Of dat enkel ongemak veroorzaakt, is de vraag. Hoe meer de seks het doel is, hoe minder ongemakkelijk? Winterbottom maakt in die zin een bijzonder interessante film. Een voorbeeld voor al die regisseurs die seks onvermijdelijk in hun film willen hebben maar bijna spastisch proberen te vermijden om te laten zien hoe twee lichamen op elkaar aansluiten. Tegenover deze optimistische stemmende filmmaker staat Lukas Moodyssons A Hole in my Heart (2004), die tegelijk met 9 Songs te zien was. Moodyssons in-en-in cynische film toont een amateur-pornograaf in een miniflat ergens in een naargeestige woonwijk in Zweden. De man is alleen maar bezig om pornovideo’s met een vriend en een jong meisje van 21 te maken. In kille stijl laat Moodysson de boel escaleren. Hij reflecteert op het verhaal door barbiepoppen agressieve en zielige seks met elkaar te laten hebben en laat diezelfde seksuele handelingen ook de personages ondergaan. Meegaand met de trend van vandaag wordt niet bepaald geprobeerd geslachtsdelen te vermijden. In de claustrofobische film die A Hole in my Heart is, is het ook onmogelijk om om de seks heen te filmen. Explicieter nog spreekt Moodysson zich uit als hij je een kijkje in de vagina van het meisje geeft en haar daarmee objectiveert. Niet zoals dat met pornoactrices gebeurt. Elke vorm van lust wordt daardoor uit de film geweerd. Hier zijn mensen alleen nog maar marionetten in een wereld waar elk gevoel verdwenen is. Het interesseert geen van de personages wat het leven nog brengen zal en zelfs agressie lijkt ze niet te raken. Al zou de dood volgen op een van hun porno-escapades. Die porno is voor hen de enige uitweg in een wereld die hen al in de steek gelaten heeft. Het geeft even een zweem van bevrediging. Een gevoel van controle door alle controle uit handen te geven. De film werd weinig enthousiast door het publiek tijdens het filmfestival in Gent (2004) en dat van Rotterdam (2005) ontvangen. En in weinig landen is de film uitgebracht. Waar Michael Winterbottom de deuren opent met zijn onderzoek naar seks in film, gooit Moodysson die eigenlijk direct weer dicht. Bij Winterbottom is het zien van de seks intiem. Zo intiem als het ook werkelijk is. Daarmee zou hij best eens baanbrekend voor andere regisseurs kunnen leveren. Als je seks wilt laten zien, om welke reden ook, laat het dan zien. Seks is eerder functioneel als je het laat zien voor wat het is dan wanneer een plichtmatige subplot het gebruik ervan moet legitimeren. Misschien is dat wel waar Moodysson het zijn publiek ook zo moeilijk maakt. Zijn film gaat over het einde van de wereld en in die wereld is alles tot porno en seks verworden. Seks is het middel (zoals ook Catherine Breillat toepast) om het doel –het einde der tijden- te bereiken. En in die zin is Moodysson onoprecht. Daarmee is het shockeffect van de film het ook. De films van Carlos Reygadas zullen om andere redenen dan A Hole in my Heart niet direct voor een opgewonden lichaam zorgen maar dat lichaam vooral verontrusten. Reygadas creëert eveneens afstand. Een afstand die bedoeld is om de kijker juist te laten voelen. Niet meegesleurd te raken maar met open blik te zien wat hij wil. Waar Breillat met een dergelijke filmstijl de kijker een ideologie opdringt, vraagt Reygadas om overgave. Om, desnoods ook via seks, zijn kunst te ‘voelen’. De hypocrisie van de Westerse samenleving wordt daarmee op originele wijze bekritiseert. Reygadas’ films of die van Tsai Ming-liang en Pálfi zijn daarmee bijna een symbool voor ongemak en fascinatie. En om die reden alleen al een grote verrassing die getuigt van veel lef. In Skrien verscheen in 2004 van dezelfde auteur een eerdere en kortere versie van dit artikel.
Gerlinda Heywegen is werkzaam voor het Nederlands Instituut voor Filmeducatie en is redacteur van filmmaandblad Skrien. Daarnaast verzorgt zij lezingen en cursussen over diverse (film)onderwerpen. Vermelde films 5 x 2, François Ozon. Frankrijk 2004 9 Songs, Michael Winterbottom. Groot Brittannie 2004 Anatomie de l’enfer, Catherine Breillat. Frankrijk 2004 Batalla en el cielo, Carlos Reygadas. Mexico 2005* Dancer in the Dark. Lars von Trier. Denemarken 2000*
5
De Griezelbus, Pieter Kuijpers. Nederland 2005 A Hole in my Heart, Lukas Moodysson. Zweden 2004* Intimacy, Patrice Chéreau. Frankrijk 2001* Irreversible, Gaspar Noé. Frankrijk 2002 Jápon, Carlos Reygadas. Mexico 2002* Oasis, Lee Chang-dong. Zuid-Korea 2002 Romance, Catherine Breillat. Frankrijk 1999 Taxidermia, György Pálfi. Hongarije 2006* Twentynine Palms, Bruno Dumont. Frankrijk 2003* The Wayward Cloud, Tsai Ming-liang. Taiwan 2005* * Alleen de ‘eerste’ productielanden staan hier vermeld. Zie www.imdb.com voor een volledige opsomming
6