Aanwinsten 2015
Emo Verkerk (1955) heeft geen traditionele kunstopleiding genoten. Hoewel hij als kind al veel tekende volgde hij nooit een basisopleiding aan een kunstacademie. Toen hij zich aanmeldde aan de tweede fase-opleiding Ateliers ’63 in Haarlem werd hij ondanks dat toch aangenomen. Daar werd hij door zijn begeleiders gestimuleerd om niet alleen te tekenen maar ook te gaan schilderen.
Verkerk is vooral bekend om zijn portretten. Geen portretten van de werkelijkheid zoals wij die denken te zien, maar conceptuele portretten waarbij Verkerk de persoonlijkheid van de geportretteerde probeert vast te leggen. Hij doet dat intuitief en gebruikt daarbij ongewone oplossingen. Toeval speelt een belangrijke rol in zijn werk. Ook het begrip ruimte is belangrijk in zijn werk. Hij heeft een afkeer van het ruimtelijk perspectief zoals dat vanaf de renaissance wordt gebruikt. Hij sluit zich daarbij aan bij bijvoorbeeld Picasso die met het ontwikkelen van het kubisme een
heel nieuwe kijk op het begrip liet zien. Verkerk vindt dat het weergeven van de ruimte een eigen taal vormt die betekenis kan genereren. Het perspectief uit de renaissance ziet hij als het gebruik van een aantal opgelegde regels, als niet echt, niets zeggend. Uiteindelijk probeert Verkerk met zijn portretten een indruk te geven van het karakter van de geportretteerde maar hij moet ook concluderen dat het portret uiteindelijk vaak over hemzelf en zijn eigen gemoedstoestand gaat. Hij is zich ervan bewust dat de kijker dat er niet allemaal uit zal halen. Dat vindt hij niet erg. Het gaat hem im een indruk achter te laten, een gevoel dat je niet meer los laat. Dat Verkerk een grote fascinatie heeft voor beroemdheden uit de literatuur, de filosofie, de kunst en de muziekgeschiedenis blijkt onder meer uit dit portret van de Russische dichter Poesjkin.
Dina Danish (Parijs, 1981) volgde een opleiding aan de kunstacademie in Caïro (2000-2005) en in San Fransisco (2006-2008) en bracht in 2009 en 2010 een periode door als Artist in residence aan de Rijksakademnie van beeldende kunsten in Amsterdam.
Het werk van Danish valt op door het humoristische, soms zelfs absurdistische, karakter ervan. Ze maakt gebruik van taalgrappen, onverwachte contrasten en combineert zaken die ogenschijlijk niets met elkaar te maken hebben. Bij het zien van het eindresultaat weet je eigenlijk niet waar je naar staat te kijken. In de video Life from the Aquarium onderzoekt Danish menselijk groepsgedrag. We zien beelden van rondlopende bezoekers van een groot aquarium. De beelden zijn gecombineerd met opnames van een uitzinnig publiek tijdens een tenniswedstrijd. De stem van een professionele sportverslaggever geeft net als in een echte wedstrijd commentaar op wat de vissen en de toeschouwers doen: zwemmen, kijken en lopen. Zo geeft Danish haar commentaar op het kijkgedrag van de bezoeker van het aquarium.
Fernando Sánchez Castillo (Madrid, 1970) studeerde onder andere beeldende kunst aan de Universidad Complutense de Madrid en werkte twee jaar aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam (2005-2006).
Sánchez Castillo maakt behalve installaties, video’s, performances en beelden ook schilderijen en tekeningen. Sánchez Castillo stelt zich kritisch op ten opzichte van
politieke en religieuze macht. In zijn werk zet hij vraagtekens bij ingesleten symbolen van autoriteit: imposante standbeelden van wereldleiders of bronzen bustes van grote denkers. Hij plaatst universele machtssymbolen in een ander perspectief om een nieuw bewustzijn te creëren. Daar tegenover stelt hij de persoonlijke verantwoordelijkheid. Dit bronzen beeldje maakte Sanchez Castillo in opdracht van DNB. Het wordt geschonken aan medewerkers bij hun 40-jarig dienstverband. Het idee voor dit beeldje ontstond toen hij iemand zag lopen met een grote doos boven het hoofd. Het figuurtje is een tekenmodel dat bijna iedere kunstenaar wel in zijn atelier heeft staan. Het model is tweezijdig: man en/of vrouw en kan zowel op handen als voeten staan.
Robbert-Jan Gijzen (Weert, 1974) studeerde aan de Stadsacademie van Maastricht (1993-1997) en de Ateliers in Amsterdam (19971999). Hij was in 1999 één van de vier winnaars van de Koninklijke Subsidie voor de Vrije Schilderkunst. Gijzen is een ‘echte schilder’. Hoewel zijn werk expressionistisch is te noemen telt voor hem het concept van zijn schilderijen het zwaarst. Kleur is een belangrijk element in zijn werk dat hij in series maakt. Zo heeft hij zwarte, gele en rood/blauwe periodes gekend.
Hoewel je in eerste instantie zou denken dat het hem om de materie is te doen, is zijn uitgangspunt vaak een tekst die hij op straat is tegengekomen of een frase uit een popsong. Toch gaat het hem bij die tekst niet om de boodschap. De vorm van de tekst en de letters is voor Gijzen de aanleiding om een schilderij te maken waarbij de tekst wordt vertaald naar verf, kleur, ritme en beweging.
Evi Vingerling (Gouda, 1979) volgde een opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag (19887-2002) en was vervolgens als resident verbonden aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam (2005-2006). Zij won in 2012 de Koninklijk Prijs voor de vrije schilderkunst. Evi Vingerling woont en werkt in Eindhoven en Amsterdam.
Vingerling bekijkt de wereld om haar heen en haalt haar inspiratie uit alledaagse dingen. Ze gebruikt niet alleen visuele indrukken maar verwerkt ook geluiden, gedachten en andere vormen van informatie. Ze legt momenten vast zodra een opgedane indruk bij haar stil staat en niet meer verder beweegt. Deze momenten verwerkt zij in haar schilderijen, ontdaan van hun betekenis en context. In dit schilderij zien wij de schittering die de zon veroorzaakt op het water in een zwembad. Een proces van kijken, registreren, bevriezen en vastleggen. Het lijkt een abstract schilderij, maar heeft wel degelijk een verwijzing naar de werkelijkheid om ons heen.
Jean-Baptiste Maitre (Frankrijk, 1978) studeerde tussen 1998 en 2004 in Parijs aan de Ecole Nationale Superieure des Beaux-Arts (kunstacademie), de Sorbonne nstgeschiedenis en archeologie) en aan de Ecole de l'image (fotografie).
In Nederland verbleef hij onder meer aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht en als ‘artist in residence’ aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam (2009-2010). Maitre werkt zowel in Parijs als in Amsterdam. Met zijn werk doet de kunstenaar een poging om ons een ander beeld te geven van bepaalde gebeurtenissen dan het beeld dat ons in de media wordt voorgeschoteld. Hij schildert niet alleen op doek, maar net zo gemakkelijk op papier of touw, gebruikt de collagetechniek of zet de printer in en bewerkt zijn resultaten met spuitverf, textielverf of pigment. De beeldspraak die Maitre gebruikt, vindt zijn oorsprong in het werk van de Duitse Dada kunstenaar Hannah Höch. Zij leverde in 1919 met een werk kritiek op de toenmalige Weimarrepubliek. Het werk bestond uit een collage van afbeeldingen uit kranten waarmee zij de knelpunten van Duitse samenleving verbeeldde. Maitre onderzoekt hoe beelden onbewust in ons collectieve geheugen terechtkomen. Hij richt zich daarbij op gebeurtenissen uit het eerste decennium van de 21e eeuw. In een eerdere aankoop van DNB in 2014 refereert Maitre aan de plundering van het Iraakse nationale museum in Bagdad in 2003. Met dit schildeirj verwijst hij naar de uitspraken die Donald Rumsfeld deed naar aanleiding van de plundering. In een speech stelde Rumsfeld dat de media een schromelijk overdreven weergave van de werkelijkheid hebben geschets. Rumsfeld vraagt zich af of er werkelijk zoveel vazen in het museum aanwezig waren. Het door Maitre gebruikte zigzag patroon verwijst naar de vorm van veel militaire onderscheidingstekens. andra Leykauf (Neurenberg (D), 1976) studeerde aan de kunstacademie in Neurenberg, de Gerrit Rietveld academie in Amsterdam en was als en perioed als Artist in Residence verbonden aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam. Zij leeft en werkt in Berlijn en Amsterdam. Leykauf richt zich graag op plekken waar iets wordt gepresenteerd zoals theaters, bioscopen en musea. De presentaties in die ruimtes lopen door in haar eigen presentaties. Zij eigent zicht de ruimte toe en creeert daarmee haar eigen ruimte. Voor een installatie van een serie vitrines maakte zij foto’s in musea in Berlijn en Neurenberg.Vitrine 5 (Musikintrumente) maakte deel uit van deze serie. De vitrines zijn van alle kanten door het glas heen gefotografeerd waarbij is scherpgesteld op de tentoonstellingsruimte, op dat wat je door de vitrine heen ziet. De objecten zelf, de muziekinstrumenten, hebben een historische waarde. Leykauf speelt zo met de begrippen tijd, plaats en ruimte.De gefotograveerde vitrines zijn op schaal nagebouwd; de foto’s nemen de plaats in van het glas van het origineel en een beeld van de ruimte waar de foto is gemaakt blijft zichtbaar. Jij als kijker bevind je altijd aan ‘de andere kant’van het glas.
Peggy Franck (Zevenaar, 1978) woont en werkt in zowel Amsterdam als Berlijn. Ze werd opgeleid aan de Akademie voor Kunst en Vormgeving in Den Bosch (1996-2001) en vervolgde haar opleiding aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam (2005-2006). Later bracht zij nog periodes door als artist in residence in Berlijn en op Mallorca.
Intuitie staat centraal in haar werk. Schijnbaar willekeurige elementen voegen zich samen en vormen patronen en verbindingen en krijgen daardoor betekenis. De foto’s van Peggy zijn zeer kleurrijk en indrukwekkend. Ze verbeelden meerdere lagen. Peggy schildert op glimmende weerkaatsende vellen karton met een grove snelle toets. Vervolgens fotografeert zij deze schilderijen met een technische camera, en vergroot de foto’s zeer sterk. Door de enorme vergroting wordt de verfstreek sterk in beeld gebracht. Ook de lichtweerkaatsingen van het glimmende vel komen opvallend naar voren als witte details.
Bastien Aubry (Zwitserland, 1974) and Dimitri Broquard (Zwitserland, 1969) studeerden in Zwitserland aan de Ecole d’arts visuels Berne et Bienne. Ze leven en werken in Zurich en geven in hun eigen land les aan diverse kunstinstituten.
In 2014 ontstond een serie keramische werken: Cerebral Boxes die verwijzen naar diverse dozen met ontbijtgranen. Ze zijn bedekt met een kakofonie aan afbeeldingen die zijn geschilderd of als transfers zijn aangebracht. De beeldmerken van de diverse soorten granen en afbeeldingen uit en verwijzingen naar de kunstgeschiedenis mengen zich moeiteloos. Ze geven de keramische dozen een geheel eigen lading mee.
Bob Eikelboom (Leeuwarden, 1991) studeerde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag (2008-2012) en zal zijn studie binnenkort voortzetten aan het Royal College of Art in London. In 2014 won hij de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst.
Bob Eikelboom zoekt in zijn werk naar de fundamenten van de schilderkunst. Het uiterlijk van zijn werk kan enorm verschillen qua vorm en gekozen materiaal. Hij zoekt dan ook niet naar eenheid in zijn werk, maar juist naar onverwachte keuzes en wendingen. In eerste instantie deed hij onderzoek naar monochrome schilderijen, waarbij hij al snel doorhad dat de vorm van het doek daarbij een grote rol speelt. Bij een niet rechthoekig doek kan de lichtval een grote rol gaan spelen waardoor diepte en
kleurverschil gaan ontstaan. Amouba Bouba is een '3D schilderij' waarbij de vorm en de diepte van het werk een rol spelen naast de glans van de (auto)verf die zich als een kameleon gedraagt, en de bovenlaag waarin je jezelf kan spiegelen. Als kijker maak je door de spiegeling ook deel uit van het werk. Het is een monochroom schilderij, op een speelse manier gebracht.
Daniel van Straalen (Woubrugge, 1987) studeerde aan de Koninklijke Academie in Den Haag (2008-2012) en vervolgens aan het Sandberg Instituut in Amsterdam.
Daniel van Straalen houdt zich graag bezig met de vraag wie de eigenaar is van een beeld of van een kunstwerk als je dat kopieert of herinterpreteert. Neem je bij dat laatse alle goede en slechte gedachten die aan het originele beeld kleven mee of kan je die loslaten en eigen, nieuwe ideeen vormen? Ook taal speelt een grote rol in zijn werk. Hij dwingt jou als kijker er toe om over de boodschap na te denken. Van Straalen speelt met de betekenis van de begrippen high art en low culture. Dat komt met name uit in de keuze van het gebruikte materiaal.Thinking sucks is gedrukt op katoenen badstof.
In het werk herkennen wij de figuur van Beavis uit de Amerikaanse tekenfilmreeks Beavis and Butt-head.