BWR BETREFT:
WEBSITE INTERVENTIESNAARWERK.NL
BWR Beschrijving van de interventie
Bewegen als Warming-up voor Re-integratie
Datum beoordeling panel: Datum eerste herziening: Datum tweede herziening:
www.interventiesnaarwerk.nl
[28-10-2008] [dd-mm-jjjj] / nvt [dd-mm-jjjj] / nvt
1
Inhoudsopgave 1. Beschrijving van de interventie Beweging als Warming-up voor Re-integratie (BWR) ................... 3 1.1 Kernachtige omschrijving ...................................................................................................... 3 1.2 Doel van de interventie .......................................................................................................... 3 1.3 Doelgroep van de interventie ................................................................................................. 4 1.4 Omschrijving van de interventie ............................................................................................ 5 1.4.1 Methodiek .......................................................................................................................... 5 1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse....................................................................... 6 1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak............................................................ 7 1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging .......................................................................... 7 1.5 Overige voorwaarden voor toepassing ................................................................................... 8 1.6 Beschrijving onderzoek effectiviteit ...................................................................................... 8 1.7 Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit ......................................................... 11 1.8 Overige informatie ............................................................................................................... 12
www.interventiesnaarwerk.nl
2
1. Beschrijving van de interventie Beweging als Warming-up voor Re-integratie (BWR) 1.1
Kernachtige omschrijving
Naam interventie: Methodiek Beweging als Warming-up voor Re-integratie (BWR) Kernachtige omschrijving interventie: BWR is een intensief bewegings- en gezondheidsprogramma, dat wordt ingezet als onderdeel van een re-integratietraject. Het programma is primair gericht op de verbetering van de fitheid en gezondheid. Daarnaast ligt het accent op het integreren van regelmatig bewegen in het leven van de klant, het verbeteren van arbeidsrelevante vaardigheden en eventueel het borgen van hulpverlening. Het voldoen aan de fit- en beweegnorm tijdens en na het programma staat centraal. Daartoe worden passende en pakkende activiteiten aangeboden. Hierbij is sprake van maatwerk: uit een database van ca. 50 leergangen wordt een selectie van ca. 20 beweegactiviteiten gemaakt, op basis van doelen en interesses van deelnemers. Het gaat dan om: - verbetering van het algemeen uithuidingsvermogen (wandelen, fietsen, zwemmen, joggen) - specifieke conditieprogramma’s (circuittraining, fitness en spinning) - ontspanningsactiviteiten (ontspanningsoefeningen, yoga, tai chi) Het programma is gestart in 1999 en wordt op circa 40 plaatsen in Nederland toegepast. De context waarin BWR wordt ingezet, kan verschillen (bijvoorbeeld in het kader van een Work First-aanpak, of in combinatie met een cognitief deel). BWR wordt in elk geval nooit als enige middel binnen een interventie ingezet. Er is bovendien een opvallende diversiteit binnen het programma.
1.2
Doel van de interventie
Hoofddoel interventie: het bevorderen van de gezondheid van, alsmede bewerkstelligen van een gedragsverandering bij langdurig uitkeringsgerechtigden. De interventie is gericht op het beter functioneren van de deelnemer, opdat werkhervatting mogelijk wordt. Ook wel als volgt omschreven: ‘Spelenderwijs ontdekken dat je meer kunt dan je had gedacht.’ Er is sprake van een geslaagd traject (waarvan BWR dus onderdeel vormt) als a) er een substantiële en blijvende verbetering van het algemeen dagelijks functioneren te constateren is (waartoe de deelnemers worden getest), en b) 80% van de deelnemers aan een vervolgtraject gaat meedoen. Meer in detail gaat het erom de volgende doelstellingen te bereiken: -meer structuur in de dag-en weekindeling -een beter sociaal netwerk -een gezondere leefstijl -stimuleren van de motivatie om te werken - een betere aansluiting op vervolgtrajecten voor re-integratie De resultaten die men na een 12 weken durend intensief programma (3 x per week 3uur) bereikt wil hebben zijn: -het verbeteren van de fysieke conditie -het indirect verbeteren van het psychisch en sociaal functioneren. -het prikkelen van de deelnemer om veranderingen in leefstijl en (gezond) gedrag zelfstandig te continueren na afloop van het programma www.interventiesnaarwerk.nl
3
-het hiermee verbeteren van de uitgangspositie in de weg naar werk of sociale activering Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelen van de interventie?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Zijn er expliciete doelen geformuleerd?
Ja X
Nee
1.3
Doelgroep van de interventie
Voor wie is de interventie bedoeld? BWR is bedoeld voor werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt die weliswaar beschikken over re-integratiepotentieel, maar de benodigde structuur en/of fysieke en mentale fitheid missen om succesvol te kunnen deelnemen aan een re-integratietraject. Vaak gaat het om laag opgeleide mensen van diverse nationaliteit. Beoogde cursusdeelnemers zijn, ondanks hun lichamelijke en/of psychische klachten goedgekeurd voor werk door een arbeidsmedisch toetsbedrijf. Voornoemde verminderde fysieke en mentale fitheid of structuur worden bij vrijwel alle klanten uit de doelgroep veroorzaakt door een combinatie van de volgende (leefstijl)factoren: · weinig aandacht voor de fysieke conditie · een slecht bewustzijn met betrekking tot de eigen gezondheid · een slecht voedingspatroon · (te veel) roken · een ergonomisch slecht gebruik van het lichaam · weinig structuur in dag- en weekindeling · verminderde sociale vaardigheden · een verschrompeld sociaal netwerk · weinig aandacht voor uiterlijke verzorging · weinig zelfvertrouwen · nauwelijks motivatie tot het ondernemen van nieuwe activiteiten · slecht kunnen samenwerken Prevalentie Het betreft een algemeen verschijnsel: veel werkzoekenden (niet alleen formeel geregistreerde arbeidsgehandicapten) zijn door een langdurige aandoening, ziekte of handicap belemmerd bij het uitvoeren of verkrijgen van werk. (Vlg. CBS, november 2002, betrof het in 2001 1,5 miljoen mensen tussen de 15 en 64 jaar; toegespitst naar fase 3 en 4 gaat het in 1998 om resp. 185.000 en 238.000 mensen.) Indicatie- en contra-indicatiecriteria Indicatiecriteria: werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, veelal laag opgeleid, wier gezondheid mogelijk de terugkeer op de arbeidsmarkt bemoeilijkt. Contra-indicatiecriteria: wie om gezondheidsredenen is afgekeurd voor fysieke activiteiten door de sportarts van Ergo Control of door een arbeidsmedisch toetsbedrijf, komt niet in aanmerking voor de training. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelgroep van de interventie? www.interventiesnaarwerk.nl
Ja X
Nee
4
Toets theoretische onderbouwing Is er een duidelijke definitie van de doelgroep en de aard van de problematiek?
1.4 1.4.1
Ja X
Nee
Omschrijving van de interventie Methodiek
Diagnose Werving door klantmanagers/re-integratiecoaches op grond van voornoemde doelgroepcriteria. Deelnemers vullen een lijst in met vragen over gezondheid, medicijngebruik, rook- en drinkgedrag, voedingspatroon en lichamelijke activiteit. De fitheid van de deelnemers wordt getest met een 0- en een nameting. Gemeten worden: bloeddruk, gewicht, vetpercentage, uithoudingsvermogen, lenigheid, kracht van de buikspieren en sprongkracht. De uitslag wordt besproken met een sportarts. Uitvoering De sport- en bewegingsactiviteiten worden uitgevoerd in een groep van ongeveer 15 tot maximaal 20 deelnemers. Het aanbod is gevarieerd, vindt zowel buiten als binnen plaats, en bestaat uit conditieverbeterende activiteiten, zoals fitness, aerobics, zwemmen, wandelen,fietsen, joggen,schaatsen, en activiteiten als yoga en tai chi. Ook is er aandacht voor groepsactiviteiten, met name spelsporten als volleybal, korfbal en voetbal. Om rekening te houden met de individuele interesses en de individuele mogelijkheden van de deelnemers, wordt tijdens de lessen veel gedifferentieerd. Het aanbod is zo samengesteld dat sociale processen uitgelokt worden, waardoor er veel (positieve) communicatie tussen de deelnemers kan plaatsvinden. Tijdens theorielessen, aangeboden door de sportdocent, wordt via praktische oefenvormen gesproken over een gezonde levensstijl en elementen die daaraan bijdragen. Dit deel is gericht op het verbeteren van het klachteninzicht , het ontstaan en voortbestaan van klachten en het vergroten van het probleemoplossend vermogen van de deelnemer. Hierbij leert de deelnemer vaardigheden als steun vragen, omgaan met stress, grenzen stellen en luisteren. Naast de geboden sportactiviteiten wordt nadruk gelegd op bewegen in algemene zin, zoals wandelen. Voordelen: (bijna) kosteloos, altijd en overal te doen, laagdrempelig, uiterst laag blessurerisico. Achterliggende gedachte: door regelmatig met de groep te gaan wandelen, groeit bij de deelnemers het besef dat zij op eenvoudige wijze kunnen werken aan de eigen gezondheid. Alle deelnemers krijgen een informatieboek en een logboek. Iedere week worden leefstijlthema’s met de groep behandeld waarop de huiswerkopdrachten gebaseerd zijn, b.v. gezondheid en voeding, gezondheid en bewegen, het verkennen van de bewegingsmogelijkheden in de omgeving. De bedoeling is dat ook na de cursus een gezonde en actieve leefstijl gecontinueerd wordt. Protocol/handleiding met procedures: Er is een handboek BWR voor trainers beschikbaar waarin de achtergrond, de uitvoering en de inhoud van de interventie beschreven staan. Het handboek vormt de basis voor een ‘train de trainer’ aanpak. De resultaten van het onderzoek naar de effectiviteit van de interventie worden in deze aanpak worden verwerkt. Voor deelnemers is er een informatiemap met informatie en opdrachten over BRAVO (Bewegen, Roken, Alcohol, Voeding en Ontspanning). Tevens is er een logboek, waarin de deelnemer activiteiten en
www.interventiesnaarwerk.nl
5
huiswerk noteert. Locatie van uitvoering BWR wordt uitgevoerd op circa 40 locaties, verspreid over Nederland. Er wordt gebruik gemaakt van faciliteiten in de gemeente/wijk, zoals wijkcentrum, fitnesscentrum, sporthal, zwembad, sportvelden, park, bos, strand etc. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is de methodiek van de interventie beschreven? Bevat de methodiek een handleiding ten aanzien van de benodigde handelingen?
Ja X X
Nee
Toets theoretische onderbouwing
Ja
Nee
Bevat de methodiek een handleiding die de benodigde handelingen (volgorde, duur, X frequentie, intensiteit) en materialen aangeeft?
1.4.2
Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse
Kenmerken risico of probleem Veel werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt beschikken weliswaar over reintegratiepotentieel, maar zij missen structuur en/of fysieke en mentale fitheid. Ongezondheid, zowel psychisch als lichamelijk, beïnvloedt het zoekgedrag en de re-integratiekans van langdurig uitkeringsgerechtigden negatief. Het verband tussen werkloosheid en een slechte gezondheid is vastgesteld in wetenschappelijk onderzoek (o.m. Claussen B.: Health and re-employment in a five-year follow-up of long-term unemployed.
Scand J Public Health 1999 en Janlert U.: Unemployment as a disease and diseases of the unemployed. Scand J Work Environ Health 1997). Niet alleen ziekte komt relatief vaker voor bij werklozen, ook sterftecijfers liggen hoger (Morris JK, Cook DG, Shaper AG. Loss of employment and mortality. BMJ 1994). Werkloosheid kan een slechte gezondheid tot gevolg hebben, maar andersom geldt ook: een slechte gezondheid vergroot de kans dat iemand werkloos is (o.m. Schuring M, Burdorf A, Kunst AE, et al.: The effect of ill health on entering and maintaining paid employment: evidence in European countries. J Epidemiol Community Health 2007).
Veelal komt men in het (para)medische circuit terecht. Wanneer behandelingen niet aanslaan, wordt dit vaak gezien als een legitimering van de uitkeringsstatus. Men blijft hangen in niet-effectieve zorgtrajecten, waardoor er een vicieuze cirkel ontstaat van persisterende problemen en inactiviteit richting de arbeidsmarkt. Toets Theoretisch Effectief Is het probleem duidelijk omschreven? Is duidelijk wie het probleem heeft? Is er een analyse gemaakt van de met het probleem samenhangende oorzakelijke, risico-, in stand houdende of verzachtende factoren?
www.interventiesnaarwerk.nl
Ja X X X
Nee
6
1.4.3
Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak
Koppeling risico/probleem - doelen - aanpak Hypothese Het bevorderen van de gezondheid, alsmede teweegbrengen van een gedragsverandering vormt een belangrijke voorwaarde om de kans op werk te vergroten. Onderbouwing De ontwikkeling van de interventie is gebaseerd op literatuuronderzoek, expertmeetings en gesprekken met deskundigen. Uit literatuuronderzoek blijkt dat fysiek actief worden/blijven en het verminderen van bewegingsangst de prognose gunstig beïnvloeden van personen met klachten aan het bewegingsapparaat, chronische pijn of depressie (zie onder ‘lijst met aangehaalde literatuur, achterin de beschrijving). Het literatuuronderzoek heeft vooral de theoretische onderbouwing versterkt. Expertmeetings en gesprekken met inhoudsdeskundigen hebben inzicht gegeven in de praktische toepasbaarheid van de interventie. Samenvatting werkzame bestanddelen Conditieverbeterende activiteiten Groepsgewijze aanpak van fysieke activiteiten met differentiatiemogelijkheden Een focus op mogelijkheden en het uitbouwen daarvan Aandacht voor ‘warme overdracht’ naar opvolgende activiteiten binnen het re-integratietraject Door combinatie van theorie (voorlichting), praktijk (training) en bewustzijnsbevordering t.a.v. het eigen handelen (logboek bijhouden) duurzame gedragsverandering teweegbrengen. Toets Theoretisch Effectief Is de verantwoording gebaseerd op een samenhangend betoog (een theorie) over met het probleem samenhangende factoren en de veronderstelde werkzame ingrediënten in de interventie (er wordt méér beschreven dan een algemene verwijzing naar een theorie zoals “De interventie is gebaseerd op rationeel emotieve therapie”)? Sluit de keuze van de doelen van de interventie aan bij de probleemanalyse? Is aannemelijk gemaakt dat de veronderstelde werkzame factoren in de methodiek leiden tot het bereiken van de genoemde doelen (uit onderzoek, theorie en / of praktijk blijkt dat de methodiek de beoogde doelen bij de doelgroep kan bereiken)?
1.4.4
Ja X
Nee
X X
Eisen begeleiding, uitvoering en borging
Eisen uitvoerders en begeleiders BWR is altijd onderdeel van een re-integratieketen, waarin meerdere partijen tezamen het logistieke proces goed moeten laten verlopen. Een klantmanager/re-integratiecoach begeleidt de klant door de hele keten en moet de regie goed regelen, ofwel zorgen dat hij goed en tijdig wordt geïnformeerd door alle partijen en voor goede documentatie zorgt. De BWR-docent is gediplomeerd docent lichamelijke opvoeding. Hij moet sterk rekening houden met differentiatie in het aanbod door in de groepsactiviteiten rekening te houden met het niveau van belastbaarheid van het individu. Daarnaast moet de docent goed met weerstand van deelnemers om kunnen gaan en duidelijk grenzen en regels aangeven, zoals het respecteren van fatsoensnormen, deelnameplicht, op tijd komen. Tot slot moet hij de doelgroep, divers qua
www.interventiesnaarwerk.nl
7
leeftijd, achtergrond en etniciteit en bovendien overwegend een inactief leven leidend, kunnen inspireren, ‘raken.’ De BWR-docent heeft daarnaast een rol w.b. het coördineren en afstemmen binnen de keten, betrekken van klantmanagers/re/integratiecoaches. Overige eisen N.v.t.
1.5
Overige voorwaarden voor toepassing
Overige voorwaarden voor toepassing Voldoende deelnemers om een groep te kunnen vormen. Groepsactiviteiten zijn een wezenlijk onderdeel van de methodiek. Beschikbaarheid van beweeg- en sportfaciliteiten. Kosten De kosten zijn groepsgerelateerd en worden berekend op basis van afspraken die met de opdrachtgever worden gemaakt omtrent de duur van het contract en het minimale aantal deelnemers per groep.
1.6
Beschrijving onderzoek effectiviteit
Er zijn diverse proces- en resultaatevaluaties verricht, zowel door Ergo Control zelf als externe instanties. Procesevaluatie Op basis van procesevaluaties die in de loop der jaren zijn uitgevoerd, zijn opzet en uitvoering van de methode gegroeid. Bij de uitvoering van de methode werd men aanvankelijk geconfronteerd met een hoge uitval van kandidaten tijdens het programma en een hoog ziekteverzuim. Oorzaken hiervoor waren overwegend organisatorisch van aard: te lange communicatielijnen tussen diverse partijen, slechte bereikbaarheid van re-integratiecoaches, onduidelijkheid t.a.v. de rolverdeling. Ook de communicatie richting deelnemers was onvoldoende, waardoor kandidaten niet goed wisten wat hen te wachten stond. Bij de eerste trainingsgroepen waren fysiotherapeuten betrokken als trainer. Hierdoor kregen de deelnemers zelf, zonder dat de trainers daarop aanstuurden, meer aandacht voor hun klachten dan voor hun mogelijkheden. Op basis van de procesevaluaties zijn de volgende kritische succesfactoren vastgesteld: - aanstellen verzuimcoördinator (met als gevolg betere opkomst en daling verzuim) - goede voorlichting aan kandidaten: waarom zijn zij uitgenodigd deel te nemen, verhelderen van de onlosmakelijke verbinding tussen het bewegingsprogramma en het totale re-integratietraject. - heldere afspraken over rolverdeling begeleiders (BWR-docent, verzuimcoördinator, re-integratiecoach, re-integratiebedrijf) - niet onnodig medicaliseren en/of de aandacht vestigen op gebreken, maar juist focussen op mogelijkheden van deelnemers (inmiddels zijn geen fysiotherapeuten meer betrokken bij de interventie) - zo mogelijk sportaccommodatie zoeken in directe nabijheid van woonomgeving
www.interventiesnaarwerk.nl
8
- binnen re-integratietraject zorgen voor warme overdracht van BWR – vervolgactiviteiten - Heterogene samenstelling van de groep, waardoor weerstand van enkele deelnemers wordt ‘uitgedempt’ door anderen. Resultaatevaluatie BWR is gevalideerd in een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen. In een eerste onderzoek doorliepen twee groepen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een re-integratietraject: één groep met BWR en één (schaduw)groep zonder. Resultaten - Positieve effecten op het welbevinden- en depressiescores bleken 15 maanden na start van het onderzoek bij de deelnemers nog steeds aanwezig te zijn, terwijl bij de schaduwgroep deze scores over dezelfde periode significant verslechterd zijn. - De verwachte gezondheids- en conditieverbetering van het programma is aangetoond alsmede een daarmee samenhangende verbetering in het dagelijks functioneren en welzijn van de klanten. - Vijftien maanden na de start van het programma is arbeidsparticipatie meer verbeterd in de BWR-groep dan bij de schaduwgroep. NISB (Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen) heeft in Arnhem het project BWR gemonitord (2002). De conclusies waren vergelijkbaar. Erasmus Universiteit De resultaten van een onderzoek naar de effecten van Gezond aan de Slag (Gads, een aan BWR gelieerd programma), door de Erasmus Universiteit door middel van een Randomized Clinical Trial zijn in september 2009 gepubliceerd. Een samenvatting daarvan is te vinden op http://jech.bmj.com/content/63/11/893.abstract Dit programma betrof een combinatie van bewegen en psycho-educatie. Dit op basis van een specifiek verzoek van de gemeente Rotterdam voor de ontwikkeling van GadS. Het programma had een duur van 9 weken met een intensiteit van 2 dagdelen bewegen en 1 dagdeel psycho-educatie per week. De conclusie van het onderzoek luidt dat GadS geen bewezen effect heeft ten aanzien van werkhervatting voor deze populatie. De belangrijkste redenen die hiervoor worden benoemd: 1. Het programma was mogelijk te kort (9 weken = 18 dagdelen beweging), zeker voor deze doelgroep (zeer lage scores op oa uithoudingsvermogen bij intake). Bij het eerder in Groningen onderzochte programma (BWR) was de doelgroep minder zwaar en het programma twee keer zo intensief (36 dagdelen bewegen). 2. Er was geen goede aansluiting op de re-integratieketen, waardoor geen vervolg werd gegeven op het activeringsprogramma. Het klantmanagement van de gemeente Rotterdam en de invulling van reintegratieactiviteiten waren niet op orde om klanten tijdig op te vangen tijdens of na GadS. Hierin speelde ook een faillissement van het gekoppelde re-integratiebedrijf. 3. De gemeten ervaren gezondheid werd 3 tot 6 maanden na afsluiting van het activeringsprogramma gemeten. Er is wel (statistisch) vastgesteld dat de tussenliggende periode niet statistisch van betekenis was, maar door gebrek aan een vervolg (zie punt 2) kan dit mogelijk toch een effect hebben gehad op het gebrek aan relatie tussen fysieke fitheid (verbetering, niet significant) en ervaren gezondheid (geen toename). Ergo Control heeft op basis van dit onderzoek de conclusie getrokken dat voor mensen die aangeven vanwege fysieke klachten niet te kunnen werken, geen consessies gedaan moeten worden aan de intensiteit van het programma, zelfs wanneer de opdrachtgever daar wel om vraagt. Daarnaast stelt Ergo Control tegenwoordig meer eisen aan de gemeente en een eventueel betrokken re-integratiebedrijven wat betreft de aansluiting op het programma. Al tijdens BWR worden driegesprekken met klant, klantmanager gemeenten en de BWR-docent georganiseerd om het vervolg al in dat stadium expliciet te
www.interventiesnaarwerk.nl
9
maken.
BWR in de oude vorm - zoals in Groningen onderzocht, zie boven - was al wel effectief gebleken. Aan deze opzet (18 weken, 2 dagdelen) wordt verder gesleuteld aan de hand van inzichten verkregen uit het onderzoek van de Erasmus Universiteit, in het streven het programma nog effectiever te maken. Daarover lopen twee onderzoeken: in Arnhem met de RUG en in Den Haag met het Erasmus MC.
Samengevat zijn er meetbare resultaten te zien op het gebied van: - Verbetering van de fysieke en mentale conditie van klanten - Het letterlijk weer in beweging krijgen van klanten, die daardoor: * uitstromen uit de uitkering of, * doorstromen in een vervolgtraject (sociale activering, scholing, re-integratie) * starten met een behandelingstraject waar men eerder niet aan toe was * een wsw-indicatie krijgen Het feit dat klanten gedurende meer dan 100 uur gezien en geobserveerd worden, leidt ertoe dat er een goed beeld over de klant en zijn/haar ontwikkelingsmogelijkheden te geven is. In de meeste gemeenten is te zien dat ca. 80% van de klanten een vervolgstap kunnen maken. Daarmee is de doelstelling gerealiseerd. Ook vermeldenswaard is dat de methodiek van BWR is beoordeeld door BIMRA (Beoordelen van Interventies en Meetinstrumenten bij Re-integratie naar Arbeid; zie www.bimra.nl). BIMRA beoordeelt o.m. de effectiviteit van de interventie als goed. De catalogus van BIMRA is te downloaden vanaf de desbetreffende site. Tot slot is vermeldenswaard dat Ergo Control jaarlijks meedoet aan een Klanttevredenheidsonderzoek dat door de stichting Blik op Werk (RWI) in opdracht van het ministerie van SoZaWe wordt uitgevoerd bij bedrijven die actief zijn in de re-integratiebranche. De in 2005 ondervraagde circa 600 klanten en 20 opdrachtgevers in dit onderzoek geven Ergo Control een 7,3 (klanten) en 7,8 (opdrachtgevers). Het gemiddelde cijfer voor bedrijven met Borea keurmerk bedraagt 6,6 en 6,6. Het gemiddelde cijfer voor bedrijven zonder keurmerk bedraagt 7,0 en 7,1. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de uitgevoerde effectiviteitonderzoeken (proces en resultaat)?
Ja X
Nee
Toets Procesevaluatie Ja Is de interventie uitontwikkeld en stabiel? X Is de werking van de interventie zelf in kaart gebracht alsmede de uitwerking op de X doelgroep? Zijn de organisatorische context en de randvoorwaarden in kaart gebracht? X
Nee
Toets Resultaatevaluatie Ja Heeft het onderzoek betrekking op de ingediende interventie zelf (direct bewijs)? X Wordt voor de onderbouwing gesteund op onderzoeken die elders zijn uitgevoerd (indirect bewijs)? Is het onderzoek gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie? X Is een voormeting uitgevoerd? X Is een nameting uitgevoerd? X Is een follow-up meting uitgevoerd na minimaal 6 maanden? (duurzaamheid) X
Nee
www.interventiesnaarwerk.nl
10
Is er een experimentele of controlegroep gehanteerd?
1.7
X
Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit
Kwalificatie Theoretisch onderbouwd
Keuze
Operationalisering niveaus Een adequate theoretische onderbouwing ontbreekt Er is een probleemanalyse en een duidelijke en expliciete redenering op welke factoren de interventie aangrijpt en waarom deze zou werken
X
Deze redenering is bovendien gebaseerd op (getoetste) wetenschappelijke inzichten / theorieën, c.q. er worden technieken gebruikt die in de literatuur bekend staan als bewezen effectief.
Toelichting De hypothese is inhoudelijk aannemelijk gemaakt en overtuigend onderbouwd. Ook wordt verwezen naar literatuurstudies en onderzoek. Procesevaluatie
Een adequate procesevaluatie ontbreekt De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht X
In het onderzoek zijn bovendien de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context betrokken
Toelichting Worden de werkende bestanddelen met de procesevaluatie getoetst? Het wordt aannemelijk gemaakt dat de werkende bestanddelen bijdragen aan het resultaat - en op welke wijze. Echter volledig bewijsbaar is dit niet. W.b. de ‘stabiliteit’ van de interventie: er is een grote diversiteit w.b. de uitvoering van het programma. Dit heeft te maken met de diversiteit binnen de doelgroep en de grote variatie aan gezondheidsklachten, maar ook met het feit dat de organisatorische inbedding steeds anders is. BWR vormt immers per definitie een onderdeel van een interventie. Resultaatevaluatie
Een adequate effectevaluatie ontbreekt Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden met een voor- en een nameting zonder controlegroep (veranderingsonderzoek) X
www.interventiesnaarwerk.nl
Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden waarin gebruik is gemaakt van een experimentele groep en een controlegroep
11
Toelichting Zoals vermeld hebben diverse resultaatevaluaties plaatsgevonden waarin een vergelijking is gemaakt met een controlegroep. Vastgesteld is dat beoogde doelstellingen zijn bereikt. Bovendien is aangetoond dat het positieve gezondheidseffect ook op de langere termijn beklijft.
1.8
Overige informatie
Uitvoerende organisatie Ergo Control B.V. Contactpersoon drs. Jan Plat, Buurserstraat 214, 7544 RG Enschede, tel. 053-4776604. e:
[email protected]; internet www.ergocontrol.nl
Overige informatie N.v.t. Lijst met aangehaalde literatuur 1. Schrijvers CTM, Lenthe FJ van, Droomers M, Joung IMA, Louwman WJ, Mackenbach JP. De achtergronden van sociaal-economische gezondheidsverschillen: resultaten uit het GLOBE onderzoek. In: Stronks K, Hulshof J (red). De kloof verkleinen. Assen: Van Gorcum, 2001, p. 22-28. 2. Hoff S, Jehoel-Hijsbers G, Wildeboer-Schut JM. De uitkering van de baan. Den Haag: SCP, 2003. 3. Miedema HS, Loon L van. Rugscholing in beweging: een overzicht van rugscholingsprogramma’s in Nederland. Maarssen: Elsevier, 2003. 4. Bosscher RJ. Over de effectiviteit van runningtherapie bij depressie. Bewegen & hulpverlening 1996;13:246-58.
www.interventiesnaarwerk.nl
12