D RAAIBOEK INSTALLATIE
POLITIEKE ORGANEN
Stappenplan voor voordrachten, installatie gemeenteraad, OCMW-raad, politieraad e.a. aangepaste versie 5 december 2006
Voor alle Vlaamse gemeenten, met uitzondering van Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-GenesiusRode, Voeren, Wemmel en Wezembeek-Oppem 1. Er werd in dit draaiboek nog geen rekening gehouden met het ontwerp van decreet dat ondermeer het gemeentedecreet zal wijzigen – zie www.vlaamsparlement.be documentnr. 1009 2. Dit draaiboek werd, voor de politieraden, aangepast aan de wet van 1 december 2006 tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, Belgisch Staatsblad 4 december 2006, blz. 67014.
1. Na de verkiezingen van 8 oktober – najaar 2006 1.1. Coalitiegesprekken en beleidsprogramma 1.2. Voordracht van de kandidaat burgemeester 2. Indienen voordrachtsakten (burgemeester uitgezonderd) – uiterlijk 22 december 2006 2.1. Voordrachtsakte kandidaat-voorzitter gemeenteraad 2.2. Gezamenlijke voordrachtsakte kandidaat-schepenen 2.3. Voordracht OCMW-raadsleden 3. Uitnodiging voor de installatievergadering van de gemeenteraad – uiterlijk 22 december 2006 4. Afstand van mandaat – ten laatste op de installatievergadering van de gemeenteraad 5. Installatievergadering van de gemeenteraad – dinsdag 2 januari 2007 om 20u 5.1. De uittredende voorzitter van de gemeenteraad zit de installatievergadering voor 5.2. Kennisneming geldigverklaring gemeenteraadsverkiezingen 5.3. Mededeling van benoeming en van eedaflegging burgemeester 5.4. Installatie gemeenteraadsleden en eedaflegging 5.5. Verkiezing van de voorzitter van de gemeenteraad 5.6. Verkiezing van de schepenen na een gezamenlijke voordrachtsakte - eedaflegging 5.7. OCMW-voorzitter al dan niet in het college opnemen 5.8. Fractievorming 5.8.1. Kartels die in twee splitsen om twee fracties te vormen. 5.8.2. Partijen kunnen zich verenigen om één fractie te vormen 5.9. De samenstelling van het nieuwe OCMW-bestuur 5.9.1. Hoeveel OCMW-raadsleden? 5.9.2. Verkiesbaarheidsvoorwaarden 5.9.3. Verkiezing van de OCMW-raadsleden 5.9.4. Onverenigbaarheden voor OCMW-raadsleden 6. Na de installatievergadering van de gemeenteraad 6.1. Namen van de mandatarissen doorgeven aan de Vlaamse regering 6.2. Vertegenwoordigers gemeenteraad in de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden aanduiden Draaiboek installatie politieke organen – VVSG - 15 oktober - 1/38
6.3. Andere beslissingen 7. De installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn – vrijdag 5 januari 2007 om 20u 7.1. Uitnodigen van de raadsleden 7.2. Agenda van de installatievergadering 7.3. Voorzitterschap van de vergadering 7.4. Installatie raadsleden en eedaflegging 7.5. Verkiezing van de voorzitter van het OCMW 7.6. Verkiezing van de leden van het vast bureau 7.7. Verkiezing van één of twee ondervoorzitters 7.8. Oprichten van één of meerdere bijzondere comités en verkiezing van hun leden 7.9. Eventueel: verkiezing van de OCMW-raadsleden die deel uitmaken van de delegatie van de raad voor maatschappelijk welzijn in het overlegcomité met de gemeente 7.10. Na de installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn 8. De politieraad 8.1. Bepalen evenredige samenstelling politieraad 8.2. ndienen voordrachtakte kandidaat-leden politieraad: in principe uiterlijk vrijdag 29 december 8.3. Welke voorbereidingen worden getroffen voor de verkiezingen? 8.4. De verkiezing van de politieraadsleden – dinsdag 2 januari 2006 8.4.1. Wie kan verkozen worden? 8.4.2. Aantal leden van de politieraad 8.4.3. Alle gemeenten zijn vertegenwoordigd in de politieraad 8.5. Hoe verloopt de verkiezing van de politieraadsleden? 8.6. Telling van de stemmen 8.7.Wat gebeurt na de stemverrichting? 9. De installatie van de politieraad – in principe donderdag 1 februari 2007
1. Na de verkiezingen van 8 oktober – najaar 2006 1.1 Coalitiegesprekken en beleidsprogramma Tenzij er, na de verkiezingen, in het bestuur een absolute meerderheid is, is er een coalitie nodig. Er moeten dus gespreken plaatsvinden tussen partijen die samen een meerderheid in de gemeenteraad willen vormen. Daarnaast moeten er in alle gemeenten vóór de installatievergaderingen van de gemeente- en OCMW-raden, heel wat afspraken worden gemaakt over de functies die moeten worden ingevuld. Bovendien kunnen de voordrachtsakte voor de uitvoerende mandatarissen een einddatum van het mandaat en eventueel de naam van de opvolger bevatten.
Wie is kandidaat-burgemeester? Hoeveel schepenen nemen we op in het college? Het gemeentedecreet voorziet in de mogelijkheid om het aantal schepenen te verminderen (elk college moet minstens twee schepenen tellen). Wie neemt een schepenmandaat op? Wie wordt voorzitter van de gemeenteraad? Wie wordt OCMW-voorzitter? Komt de OCMW-voorzitter in het college van burgemeester en schepen? Voor alle duidelijkheid: de OCMW-voorzitter komt bovenop het aantal schepenen waarin het gemeentedecreet voor een gemeente van een bepaald inwoneraantal voorziet. Wie worden er voorgedragen als kandidaat-OCMW-raadsleden? Welke gemeenteraadsleden zullen de gemeenten vertegenwoordigen in de politieraad?
Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
2
1.2 Voordracht van de kandidaat burgemeester
De verkozenen voor de gemeenteraad dragen uit hun midden een kandidaat voor door middel van een gedagtekende voordrachtsakte die ze voorleggen aan de gouverneur.
Een ontvankelijke voordrachtsakte moet: 1. ondertekend zijn door meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen; 2. en ondertekenend zijn door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat-burgemeester werden verkozen. Als de lijst waarop de naam van de kandidaat-burgemeester voorkomt slechts twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van één van hen.
Niemand kan meer dan één akte van voordracht ondertekenen. De persoon die er meer dan één ondertekent kan voor de duur van de zittingsperiode niet worden benoemd of verkozen als burgemeester, schepen, voorzitter van de gemeenteraad, voorzitter van een gemeenteraadscommissie of OCMW-raadslid. Bovendien mag de betrokkene de gemeente niet vertegenwoordigen of namens de gemeente een mandaat opnemen in een extern verzelfstandigd agentschap of andere verenigingen, stichtingen of vennootschappen. Bekleedt de betrokkene al zo een mandaat dan, dan vervalt dit van rechtswege.
De voordrachtakte kan een einddatum en eventueel de naam van de opvolger bevatten.
De Vlaamse Regering, die de burgemeester benoemt, gaat na of de akte van voordracht ontvankelijk is.
In een bepaald aantal situaties wordt de burgemeester als verhinderd beschouwd en moet hij of zij, tot zolang de verhindering duurt, worden vervangen. In twee gevallen is de vervanging verplicht in de andere gevallen is het op verzoek van de burgemeester. De burgemeester die tijdelijk wordt vervangen blijft titelvoerend burgemeester. de schepen die lid is van de federale of Vlaamse Regering of van de Europese Commissie; de schepen die lid is van de bestendige deputatie van de provincieraad of van het college, ingesteld bij artikel 83quinquies, §2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen; de schepen die het mandaat uitoefent van federaal, Vlaams of Europees parlementslid, voorzover de schepen hiertoe uitdrukkelijk verzoekt. (vervanging op vraag en dan voor zolang de schepen het mandaat van federaal, Vlaams of Europees parlementslid uitoefent); een afwezigheid van minstens twaalf weken wegens medische redenen, studieredenen of verblijf in het buitenland (vervanging op vraag; Is een zieke mandataris niet meer zelf om staat om zijn vervanging te vragen dan wordt hij van rechtswege als verhinderd beschouwd vanaf de derde vergadering waarop hij niet aanwezig kan zijn en dit zolang zijn afwezigheid duurt.); ouderschapsverlof voor de geboorte of adoptie van een kind (vervanging op vraag);
Zie artikel 59 en 48 van het gemeentedecreet Het model van voordrachtsakte voor de kandidaat-burgemeester is te vinden op website van het Agentschap Binnenlands Bestuur in word- of pdf-formaat. http://www.binnenland.vlaanderen.be/verkiezingen/formulieren/akte-voordracht-burgemeester.doc http://www.binnenland.vlaanderen.be/verkiezingen/formulieren/pdf/akte-voordracht-burgemeester.pdf Wat als? 1. De voordrachtsakte voor de kandidaat-burgemeester pas na de installatievergadering wordt voorgelegd? (zie blz. 34) 2. Er een burgemeester buiten de raad moet worden benoemd? (zie blz. 34) Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
3
2. Indienen voordrachtsakten (burgemeester uitgezonderd) – uiterlijk 22 december 2006 2.1 Voordrachtsakte kandidaat-voorzitter gemeenteraad
De voordrachtsakte wordt uiterlijk acht dagen voor de installatievergadering van de gemeenteraad aan de gemeentesecretaris overhandigd. Dit is ten laatste op maandag 25 december. Maar omdat het een feestdag is, wordt de voordrachtsakte ten laatste op vrijdag 22 december afgegeven.
De akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter moet ondertekend zijn: 1. door meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen 2. door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaat werden verkozen. Als de lijst waarop de naam van de kandidaat-voorzitter voorkomt slechts twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan één akte van voordracht ondertekenen.
Niemand kan meer dan één akte van voordracht ondertekenen. De persoon die er meer dan één ondertekent kan voor de duur van de zittingsperiode niet worden benoemd of verkozen als burgemeester, schepen, voorzitter van de gemeenteraad, voorzitter van een gemeenteraadscommissie of OCMW-raadslid. Bovendien mag de betrokkene de gemeente niet vertegenwoordigen of namens de gemeente een mandaat opnemen in een extern verzelfstandigd agentschap of andere verenigingen, stichtingen of vennootschappen. Bekleedt de betrokkene al zo een mandaat dan, dan vervalt dit van rechtswege.
De voordrachtakte kan een einddatum en eventueel de naam van de opvolger bevatten.
Zie artikel 8 §1 van het gemeentedecreet Het model van voordrachtsakte voor de kandidaat-voorzitter van de gemeenteraad is te vinden op website van het Agentschap Binnenlands Bestuur in word- of pdf-formaat. http://www.binnenland.vlaanderen.be/verkiezingen/formulieren/akte-voordracht-voorzittergemeenteraad.doc http://www.binnenland.vlaanderen.be/verkiezingen/formulieren/pdf/akte-voordracht-voorzittergemeenteraad.pdf Wat als? 3. Er geen (ontvankelijke) voordracht voor de kandidaat-voorzitter is. (zie blz. 34)
2.2 Gezamenlijke voordrachtsakte kandidaat-schepenen
De gezamenlijke voordrachtsakte wordt uiterlijk acht dagen voor de installatievergadering van de gemeenteraad aan de gemeentesecretaris overhandigd. Dit is ten laatste op 25 december. Maar omdat het feestdag is, wordt de voordrachtsakte ten laatste op vrijdag 22 december afgegeven.
De gemeentesecretaris bezorgt een afschrift van de akte aan de burgemeester.
De gezamenlijke akte van voordracht van de kandidaat-schepenen moet ondertekend zijn: 1. door meer dan de helft van de verkozenen op de lijsten die aan de verkiezingen deelnamen; 2. door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst werden verkozen als de voorgedragen kandidaten. Als de lijst waarop een kandidaat-schepen voorkomt slechts twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van één van hen. Niemand kan meer dan één gezamenlijke akte van voordracht ondertekenen. Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
4
Niemand kan meer dan één akte van voordracht ondertekenen. De persoon die er meer dan één ondertekent kan voor de duur van de zittingsperiode niet worden benoemd of verkozen als burgemeester, schepen, voorzitter van de gemeenteraad, voorzitter van een gemeenteraadscommissie of OCMW-raadslid. Bovendien mag de betrokkene de gemeente niet vertegenwoordigen of namens de gemeente een mandaat opnemen in een extern verzelfstandigd agentschap of andere verenigingen, stichtingen of vennootschappen. Bekleedt de betrokkene al zo een mandaat dan, dan vervalt dit van rechtswege.
De voordrachtakte kan voor elke kandidaat-schepen een einddatum en eventueel de naam van de opvolger bevatten.
Er moeten minstens twee kandidaten worden voorgedragen. Het gemeentedecreet legt een minimum en een maximum op. Het college kan dus minder schepenen tellen dan de vorige bestuursperiode. De OCMW-voorzitter moet niet op deze voordrachtsakte staan. Hij of zij komt bovenop het aantal schepenen.
Zie artikel 45 §1 van het gemeentedecreet Het model van gezamenlijke akte van voordracht van de kandidaat-schepenen is te vinden op website van het Agentschap Binnenlands Bestuur in word- of pdf-formaat. http://www.binnenland.vlaanderen.be/verkiezingen/formulieren/akte-voordracht-schepenen.doc http://www.binnenland.vlaanderen.be/verkiezingen/formulieren/pdf/akte-voordracht-schepenen.pdf Wat als? 4. Er geen (ontvankelijke) gezamenlijke voordracht voor de kandidaat-schepenen is. (zie blz. 34)
2.3 Voordracht OCMW-raadsleden
De kandidaat-werkende leden en de kandidaat-opvolgers worden schriftelijk voorgedragen door de gemeenteraadsleden. Uiterlijk acht dagen voor de installatievergadering van de gemeenteraad worden de voordrachtakten in tweevoud aan de gemeentesecretaris overhandigd. Dit is ten laatste op maandag 25 december 2006. Omdat dit een feestdag is, wordt de voordrachtsakte ten laatste op vrijdag 22 december 2006 afgegeven. De indiener van de voordrachtsakte krijgt het tweede exemplaar terug nadat hierop voor ontvangst getekend werd.
De gedagtekende voordrachtsakte moet ondertekend zijn door ten minste de meerderheid van de verkozenen van eenzelfde lijst. Als een lijst maar twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van één van hen. Kandidaten stemmen in met hun voordracht door een ondertekende verklaring op de voordrachtsakte.
Een gemeenteraadslid kan maar één voordrachtsakte ondertekenen. Ondertekent hij er meer dan één, dan kan hij voor de hele duur van de legislatuur niet worden benoemd of verkozen voor een heleboel mandaten: burgemeester, schepen, voorzitter van de gemeenteraad, voorzitter van een gemeenteraadscommissie of lid van de raad voor maatschappelijk welzijn; hij kan de gemeente niet vertegenwoordigen of namens de gemeente een mandaat bekleden in gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen of andere verenigingen, stichtingen of vennootschappen en hij kan het OCMW niet vertegenwoordigen of namens het OCMW een mandaat bekleden in verenigingen, stichtingen of vennootschappen. Bekleedt de betrokkene al zo een mandaat, dan vervalt dit van rechtswege.
Een voordrachtsakte moet kandidaat-werkende leden van verschillend geslacht bevatten. Hoewel de volgorde waarin kandidaten-werkende leden worden voorgedragen op de voordrachtakte in principe geen belang heeft, kan die volgorde toch wel gaan spelen wanneer vervangingen moeten worden doorgevoerd omdat geen personen van verschillend geslacht werden verkozen (zie onder). Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
5
De voordrachtsakte vermeldt voor elk kandidaat-werkend lid ook de kandidaat-opvolgers. Hier gebeurt dit wel in de volgorde waarin ze zijn voorbestemd om het lid te vervangen.
De wet sluit niet uit dat eenzelfde persoon enerzijds als kandidaat-werkend lid wordt voorgedragen, en anderzijds als kandidaat-opvolger van een ander kandidaat-werkend lid.
Zie artikel 11 van de OCMW-wet Het model van voordrachtsakte van de kandidaat-werkende leden van de OCMW-raad en hun opvolgers is te vinden op website van het Agentschap Binnenlands Bestuur in word- of pdf-formaat. http://www.binnenland.vlaanderen.be/verkiezingen/formulieren/akte-OCMW-raadsleden.doc http://www.binnenland.vlaanderen.be/verkiezingen/formulieren/pdf/akte-OCMW-raadsleden.pdf
3. Uitnodiging voor de installatievergadering van de gemeenteraad – uiterlijk 22 december 2006
Het gemeentedecreet bepaalt dat de installatievergadering moet plaats vinden op de eerste werkdag van januari. Normaal gesproken is dit dus 2 januari. Al kan het volgens ons ook 3 januari zijn als er op 2 januari in het gemeentebestuur niet wordt gewerkt. Kan het ook een andere dag zijn? In principe niet. Er staat echter geen sanctie op het feit dat de installatievergadering op een andere dag de eerste werkdag wordt gehouden. Voor de timing in dit draaiboek zijn we uitgegaan van 2 januari als de dag van de installatievergadering. Vindt de installatie op een latere datum plaats dan moeten ook de andere data, die van de installatievergadering afhangen, worden aangepast.
Ook al vindt de installatievergadering van de gemeenteraad van rechtswege plaats op de eerste werkdag van januari, toch is het volgens de memorie van toelichting bij het gemeentedecreet aangewezen om de vergadering bijeen te roepen volgens de regels van art. 21 van het gemeentedecreet.
De uittredende voorzitter van de gemeenteraad verstuurt de uitnodiging met de agenda aan de verkozenen voor de gemeenteraad dus het best op vrijdag 22 december 2006.
De uittredende voorzitter van de gemeenteraad is, op het ogenblik van de bijeenroeping op 22 december 2006, de uittredende burgemeester.
Op de agenda: 1. Kennisneming geldigverklaring gemeenteraadsverkiezingen 2. Mededeling benoeming en eedaflegging burgemeester 3. Installatie gemeenteraadsleden en eedaflegging 4. Verkiezing van de voorzitter van de gemeenteraad 5. Verkiezing van de schepenen en eedaflegging 6. Beslissing over het lidmaatschap van de OCMW-voorzitter van het college (Wanneer de voorzitter niet in het college wordt opgenomen dan moet dit punt zeker op de agenda staan.) 7. Fractievorming 8. Verkiezing van de OCMW-raadsleden 9. …
4. Afstand van mandaat – ten laatste op de installatievergadering van de gemeenteraad
Een verkozen gemeenteraadslid dat vóór zijn installatie afstand wil doen van zijn mandaat, brengt de gemeentesecretaris daarvan schriftelijk op de hoogte. Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
6
Zie artikel 9 van het gemeentedecreet
Afstand doen van mandaat gebeurt best zo snel mogelijk maar kan uiterlijk nog op de installatievergadering voor de installatie van de gemeenteraadsleden. Maar ook dan moet het schriftelijk gebeuren, dus via een schrijven met datum en handtekening van de betrokkene.
5. Installatievergadering van de gemeenteraad – dinsdag 2 januari 2007 om 20u
Het gemeentedecreet legt vast dat de installatie van de gemeenteraad moet plaatsvinden op de eerste werkdag van januari. We zijn er in dit draaiboek van uitgegaan dat de eerste werkdag dinsdag 2 januari is.
Indien de gemeenteraad later zou worden geïnstalleerd dan heeft dat ook gevolgen voor de installatievergadering van de OCMW-raad. Deze moet immers van rechtswege plaatsvinden op de derde werkdag na de installatievergadering van de gemeenteraad.
Zie artikel 7 §1 van het gemeentedecreet
5.1 De uittredende voorzitter van de gemeenteraad zit de installatievergadering voor
De uittredende voorzitter (in dit geval de uittredende burgemeester) zit de vergadering voor tot er formeel een voorzitter wordt verkozen. Wordt de burgemeester als voorzitter verkozen dan blijft hij de vergadering verder voorzitten, anders moet hij of zij het voorzitterschap doorgeven.
Indien de uittredende voorzitter van de gemeenteraad de installatievergadering niet kan voorzitten, wordt de vergadering voorgezeten door een uittredend lid van het college van burgemeester en schepenen in volgorde van hun rang.
Zie artikel 7 van het gemeentedecreet Wat als? 5. Er bezwaar werd ingediend tegen de gemeenteraadsverkiezingen? (zie blz. 34) 6. Door een wijziging van de zetelverdeling, door de Raad voor de Verkiezingsbetwistingen, de installatievergadering niet kan plaatsvinden op 2 januari 2007? (zie blz. 35)
5.2 Kennisneming geldigverklaring gemeenteraadsverkiezingen 5.3 Mededeling van benoeming en van eedaflegging van de burgemeester 5.4 Installatie gemeenteraadsleden en eedaflegging
Aanwezigheden nakijken: - Wie deed afstand van mandaat – pas definitief als de gemeenteraad er kennis van neemt; - Wie zit in een situatie van onverenigbaarheid en wordt dus verondersteld afstand van mandaat te doen; - Wie is verontschuldigd en kan dus pas op een volgende vergadering de eed afleggen; - Wie is zonder reden afwezig (is die persoon ook na uitdrukkelijk te zijn opgeroepen zonder geldige reden afwezig op de daaropvolgende vergadering dan wordt hij verondersteld afstand van mandaat te doen); - Wie is aanwezig; ·
Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
7
De gemeenteraad onderzoekt de geloofsbrieven van de verkozen gemeenteraadsleden. Dit wil zeggen dat de raad moet nagaan of de verkozene voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden. Bovendien moet de raad ook nakijken of er geen onverenigbaarheden zijn waardoor een bepaalde verkozene het mandaat niet kan opnemen.
Verkiesbaarheidsvereisten: Er zijn drie hoofdvoorwaarden om verkiesbaar te zijn als gemeenteraadslid: 1. de Belgische nationaliteit bezitten of onderdaan zijn van een andere lidstaat van de EU; 2. de volle leeftijd van 18 jaar bereikt hebben; 3. ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de gemeente. Daarnaast gelden er nog bijkomende vereisten. Kandidaten mogen niet door een veroordeling ontzet zijn uit het recht om gekozen te worden. Bovendien mag de betrokkene ook niet uitgesloten of geschorst zijn van het kiesrecht als gemeenteraadskiezer. En ook niet veroordeeld zijn in de uitoefening van een gemeenteambt wegens verduistering, knevelarij, aanvaarden van giften of beloften, omkoping en belangenvermenging. Deze laatste onverkiesbaarheid eindigt twaalf jaar na de veroordeling. De bijkomende verkiesbaarheidsvereisten moeten voldaan zijn uiterlijk op de dag van de verkiezing. Zie artikel 1, 1bis en 65 van de gemeentekieswet.
Onverenigbaarheden: Bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad of echtgenoten kunnen niet samen in de gemeenteraad van een zelfde gemeente zitten. Het gemeentedecreet stelt personen met wettelijk samenlevingscontract gelijk met echtgenoten. Naast bepaalde familieleden kunnen volgende personen geen deel uitmaken van de gemeenteraad: - de provinciegouverneurs, de gouverneur en de vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en de adjunct van de gouverneur van de provincie VlaamsBrabant, de provinciegriffiers, de arrondissementscommissarissen en de adjunctarrondissementscommissarissen voorzover de gemeente in kwestie deel uitmaakt van hun ambtsgebied; - de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Arbitragehof; - de leden van het operationeel kader van de politie - de leden van het administratief of logistiek kader van de politiezone waar de gemeente toe behoort; - de personeelsleden van de gemeente in kwestie of van de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen van de gemeente, met uitzondering van de vrijwillige brandweerlieden en de vrijwillige ambulancediensten; - de leden van een districtsraad; - de personen die in een lokale decentrale overheid van een andere lidstaat van de Europese Unie een ambt of een mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, voorzitter van de gemeenteraad, schepen of burgemeester. In tegenstelling tot zes jaar geleden kunnen OCMW-personeelsleden nu wel een mandaat als gemeenteraadslid opnemen. Naast de onverenigbaarheden in het gemeentedecreet verbieden ook andere wetten dat bepaalde personen, omwille van hun functie, een mandaat in de gemeenteraad opnemen (zoals bijv. art. 127 van de wet op de geïntegreerde politie, het Gerechtelijk Wetboek, en andere) Zie artikel 11 en artikel 12 van het gemeentedecreet
De verkozen gemeenteraadsleden van wie de geloofsbrieven werden goedgekeurd, leggen, vóór ze hun mandaat aanvaarden, in openbare vergadering de volgende eed af in handen van de voorzitter Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
8
van de installatievergadering: “Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.” De volgorde waarin de nieuwe raadsleden de eed afleggen is niet bepaald, het kan bijv. alfabetisch. Wie aanwezig is maar geen eed aflegt wordt geacht afstand te hebben gedaan van het mandaat.
De voorzitter van de installatievergadering legt, indien hij herkozen is als gemeenteraadslid, de eed af in handen van de burgemeester. Indien de uittredende burgemeester de installatievergadering voorzit en herkozen is als gemeenteraadslid, legt hij de eed af in handen van het oudste gemeenteraadslid (het oudste in leeftijd).
Rangorde van de raadsleden vaststellen. Hoewel niet wettelijk verplicht, is het toch handig om de rangorde te kennen omdat er soms een beroep moet worden gedaan op het raadslid met de meeste anciënniteit (bijv. om de voorzitter van de raad bij afwezigheid te vervangen – art. 8 §4 tweede lid).
Wie is verhinderd en moet dus tijdelijk worden vervangen nadat hij de eed aflegde.
Zijn er raadsleden die zich door een vertrouwenspersoon willen laten bijstaan? De vertrouwenspersoon moet een gemeenteraadskiezer zijn en mag zich niet in een situatie van onverenigbaarheid of verhindering bevinden.
Zie artikel 7, 8, 9, 11, 12 §1, 14, 16, 18 van het gemeentedecreet
5.5 Verkiezing van de voorzitter van de gemeenteraad
De voorzitter wordt door de gemeenteraadsleden verkozen op basis van een akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter.
Nadat de gemeenteraadsleden de eed hebben afgelegd, overhandigt de gemeentesecretaris de akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter aan de voorzitter van de installatievergadering.
De voorzitter van de installatievergadering gaat na of de akte van voordracht ontvankelijk is.
In voorkomend geval wordt de voorgedragen kandidaat- voorzitter verkozen verklaard.
De nieuwe voorzitter neemt desgevallend het voorzitterschap van de uittredende voorzitter (de uittredende burgemeester) over.
Wanneer de voorzitter van de gemeenteraad verhinderd is dan moet die tijdelijk worden vervangen. Naast de situaties waarin elk raadslid verhinderd is (medische of studieredenen, verblijf in het buitenland in opdracht, ouderschapsverlof) zijn er twee situaties van verhindering die enkel voor de voorzitter gelden: wanneer de voorzitter van de gemeenteraad lid is van de federale of Vlaamse regering of lid is van de Europese Commissie; wanneer de voorzitter van de gemeenteraad het mandaat uitoefent van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Zie artikel 8 §2 en 14 van het gemeentedecreet Wat als? 7. Er geen (ontvankelijke) voordrachtsakte is voor de kandidaat-voorzitter van de gemeenteraad? (zie blz. 35)
Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
9
5.6 Verkiezing van de schepenen na een gezamenlijke voordrachtsakte - eedaflegging
Nadat de gemeenteraadsleden de eed hebben afgelegd, overhandigt de gemeentesecretaris de gezamenlijke akte van voordracht van de kandidaat-schepenen aan de voorzitter van de gemeenteraad.
De voorzitter van de gemeenteraad gaat na of de gezamenlijke akte van voordracht ontvankelijk is in overeenstemming met de voorwaarden (o.a. onverenigbaarheden, werd de akte ondertekend door raadsleden die ondertussen de eed aflegden)
In voorkomend geval worden de voorgedragen kandidaat- schepenen verkozen verklaard en is het aantal schepenen vastgelegd tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad.
Voor ze hun mandaat aanvaarden, leggen de schepenen in openbare vergadering van de gemeenteraad de volgende eed af in handen van de burgemeester: “Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.” De schepen die de eed na twee achtereenvolgende uitnodigingen niet aflegt, wordt geacht zijn schepenmandaat niet te aanvaarden.
Er moet minstens één persoon van het andere geslacht in het college zitten (kan ook de OCMWvoorzitter zijn die er op het ogenblik van de installatievergadering nog niet is).
Vaststellen welke schepen verhinderd is. Deze persoon moet binnen de twee maanden als schepen worden vervangen (via een voordrachtsakte) voor zolang de periode van verhindering duurt. de schepen die lid is van de federale of Vlaamse Regering of van de Europese Commissie; de schepen die lid is van de bestendige deputatie van de provincieraad of van het college, ingesteld bij artikel 83quinquies, §2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen; de schepen die het mandaat uitoefent van federaal, Vlaams of Europees parlementslid, voorzover de schepen hiertoe uitdrukkelijk verzoekt. (vervanging op vraag en dan voor zolang de schepen het mandaat van federaal, Vlaams of Europees parlementslid uitoefent); een afwezigheid van minstens twaalf weken wegens medische redenen, studieredenen of verblijf in het buitenland (vervanging op vraag; Is een zieke mandataris niet meer zelf om staat om zijn vervanging te vragen dan wordt hij van rechtswege als verhinderd beschouwd vanaf de derde vergadering waarop hij niet aanwezig kan zijn en dit zolang zijn afwezigheid duurt.); ouderschapsverlof voor de geboorte of adoptie van een kind (vervanging op vraag);
De rang van de schepenen wordt bepaald door de rangorde op de gezamenlijke akte van voordracht. De OCMW-voorzitter als lid van het college van burgemeester en schepenen is steeds de laatste schepen in rang.
Zie artikel 44, 45 §4, 46, 48, 50 van het gemeentedecreet Wat als? 8. Er geen (ontvankelijke) gezamenlijke voordrachtsakte voor de kandidaat-schepenen is? (zie blz. 35) 9. Er geen persoon van het andere geslacht in het college van burgemeester en schepenen zit? (zie blz. 36)
5.7 OCMW-voorzitter al dan niet in het college opnemen
De gemeenteraad kan eventueel beslissen om de voorzitter van het OCMW niet in het college op te nemen. Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
10
Doet de gemeenteraad hierover geen uitspraak dan komt de voorzitter van rechtswege in het college van burgemeester en schepenen.
De voorzitter telt mee om te bepalen of het college rechtsgeldig is samengesteld naar geslacht.
Zie artikel 44 van het gemeentedecreet
5.8 Fractievorming 5.8.1 Kartels die in twee splitsen om twee fracties te vormen.
Een kartellijst kan in twee fracties splitsen. Daarvoor moesten de kandidaten op die kartellijst samen met de voordrachtsakten voor de gemeenteraadsverkiezingen een akte van fractievorming indienen (dit had op 9 of 10 september moeten gebeuren). Om te kunnen splitsen moet aan volgende voorwaarden worden voldaan: 1. De naam van de lijst bestaat uit meerdere woorden of afkortingen die minstens de twee fractienamen omvatten; 2. De kandidaat-gemeenteraadsleden beslissen bij de indiening van de voordrachtsakte of verbeteringsakte dat de op de lijst verkozen gemeenteraadsleden twee fracties vormen of kunnen vormen; in dat laatste geval wordt overgegaan tot de vorming van twee fracties als een meerderheid van de verkozen gemeenteraadsleden die potentieel een afzonderlijke fractie kunnen uitmaken, daartoe op de installatievergadering van de gemeenteraad beslist; 3. De in 2. bedoelde beslissing wordt genomen in een afzonderlijke akte inzake fractievorming, die wordt ondertekend door alle kandidaat-gemeenteraadsleden op de lijst; 4. De akte inzake fractievorming bevat alle kandidaat-gemeenteraadsleden van de lijst, in dezelfde volgorde als de voordrachtsakte of de verbeteringsakte die bij de voorzitter van het hoofdstembureau wordt ingediend; 5. In principe vermeldt de akte inzake fractievorming voor alle kandidaat-gemeenteraadsleden tot welke fractie zij zullen behoren in geval van verkiezing; 6. Er worden op de akte inzake fractievorming slechts twee verschillende fracties vermeld; 7. De akte inzake fractievorming is als bijlage gevoegd bij de voordrachtsakte of de verbeteringsakte die, overeenkomstig artikel 23 van de Gemeentekieswet, tegen ontvangstbewijs aan de voorzitter van het hoofdstembureau wordt overhandigd; 8. Aan de gemeentesecretaris wordt tegen ontvangstbewijs een afschrift van de akte inzake fractievorming overhandigd uiterlijk de eerste werkdag na de dag dat de voordrachtsakte of de verbeteringsakte bij de voorzitter van het hoofdstembureau werd ingediend.
Als een kandidaat-gemeenteraadslid op de akte inzake fractievorming zich niet tot een fractie bekent, wordt het betrokken kandidaat-gemeenteraadslid geacht bij verkiezing te opteren voor de grootste fractie. Als beide fracties in de gemeenteraad even groot zijn, wordt hij geacht bij verkiezing te opteren voor de fractie waartoe de aanvoerder van de lijst behoort, behalve ingeval de lijstaanvoerder op de akte van fractievorming zich niet tot een fractie heeft bekend. In dat geval wordt het kandidaat-gemeenteraadslid geacht te opteren voor de fractie waartoe het kandidaatgemeenteraadslid behoort dat de hoogste plaats op de lijst inneemt en die zich tot een fractie heeft bekend.
Indien aan de voormelde regeling niet is voldaan kunnen er geen aparte fracties worden gevormd. Ingeval de kandidaat-gemeenteraadsleden, die op eenzelfde lijst verkozen zijn, om twee fracties te vormen, spreekt de gemeenteraad zich op de installatievergadering bij besluit uit of aan de voorwaarden vermeld in het eerste lid is voldaan.
De vorming van twee fracties geldt tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad.
Zie artikel 38 van het gemeentedecreet Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
11
5.8.2 Partijen kunnen zich verenigen om één fractie te vormen
Het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die verkozen zijn op lijsten die zich uiterlijk op de installatievergadering onderling hebben verenigd, vormen één fractie. Tot onderlinge vereniging van de lijsten kan slechts beslist worden als de meerderheid van de verkozenen op elk van die lijsten daarmee instemt.
De onderlinge vereniging tot één fractie geldt tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad.
Zie artikel 38 van het gemeentedecreet
5.9 De samenstelling van het nieuwe OCMW-bestuur
Het OCMW wordt bestuurd door een raad voor maatschappelijk welzijn, die een vast bureau en eventueel bijzonder(e) comité(s) moet aanstellen. De voorzitter van het OCMW wordt verkozen uit de leden van de raad.
De gemeenteraad verkiest de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn in openbare zitting. De verkiezing van de OCMW-raadsleden en het onderzoek van hun geloofsbrieven gebeurt voortaan tijdens de installatievergadering van de gemeenteraad. Met deze versnelde installatie wil men het politieke beleid van gemeente en OCMW zo snel mogelijk parallel laten lopen. De voorzitter van de gemeenteraad kondigt onmiddellijk de verkiezingsuitslag af.
Zie artikel 12 van de OCMW-wet
5.9.1 Hoeveel OCMW-raadsleden? Het aantal leden van de raad voor maatschappelijk welzijn is wettelijk vastgelegd en dit in verhouding tot het aantal inwoners van de gemeente op 1 januari van het jaar van de gemeenteraadsverkiezingen. Het aantal OCMW-raadsleden varieert van negen tot vijftien. De raad mag voor maximaal één derde uit gemeenteraadsleden bestaan. Aantal inwoners gemeente Aantal OCMW-raadsleden tot 15 000 van 15 001 tot 50 000 van 50 001 tot 150 000 meer dan 150 000
9 11 13 15
Maximum aantal gemeenteraadsleden (1/3) 3 3 4 5
De burgemeester kan met raadgevende stem de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn bijwonen. Hij kan zich ook laten vertegenwoordigen door een schepen, ingeval van een voorafgaandelijk en gemotiveerde afwezigheid. Dit kan ook als de OCMW-voorzitter zelf deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen. Zie artikel 6, §, 10 en 26 van de OCMW-wet
5.9.2 Verkiesbaarheidsvoorwaarden
Om tot werkend lid van een raad voor maatschappelijk welzijn of tot opvolger te kunnen worden verkozen moet men op de dag van de verkiezing van de raad voor maatschappelijk welzijn: 1. Belg zijn; 2. gemeenteraadskiezer zijn; 3. de volle leeftijd van achttien jaar hebben bereikt; 4. ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente die door het OCMW wordt bediend; Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
12
5. zich niet bevinden in een van de gevallen van onverkiesbaarheid vermeld in artikel 65 van de Gemeentekieswet.
De wet vereist dus niet dat men kandidaat was voor de gemeenteraadsverkiezingen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om een persoon voor te dragen die deskundig is op vlak van sociaal beleid i.p.v. omwille van diens politieke ambities.
Opmerkelijk is ook dat de nationaliteitsvereiste voor OCMW-raadsleden gewijzigd is t.o.v. de vorige verkiezing: voortaan moet men Belg zijn, terwijl men bij de vorige verkiezing EU-onderdaan moest zijn. Gemeenteraadsleden daarentegen hoeven geen Belg te zijn, doch enkel EU-onderdaan.
Zie artikel 7 van de OCMW-wet
5.9.3 Verkiezing van de OCMW-raadsleden
De gemeenteraad verkiest de OCMW-raadsleden tijdens een openbare vergadering. De verkiezing verloopt volgens een procedure die de de evenredige vertegenwoordiging nastreeft, zodat ook de minderheid of de oppositie in de OCMW-raad vertegenwoordigd is. Belangrijk is altijd voor ogen te houden dat de raad voor maatschappelijk welzijn uit personen van verschillend geslacht moet bestaan.
De OCMW-raadsleden worden verkozen volgens het stelsel van het meervoudig stemrecht. Elk gemeenteraadslid beschikt dus over meerdere stemmen. Het aantal stemmen wordt bepaald door het aantal te verkiezen raadsleden: vijf stemmen indien er negen leden te verkiezen zijn; zes stemmen indien er elf leden te verkiezen zijn; acht stemmen indien er dertien of vijftien leden te verkiezen zijn.
Elk gemeenteraadslid ontvangt zoveel stembiljetten als hij stemmen heeft. Op elk stembriefje stemt hij voor een effectieve kandidaat.
De stemming is geheim en gebeurt in één stemronde. Men kan dus geldig stemmen voor een bloedof aanverwant.
Elke kandidaat die het verkiesbaarheidscijfer haalt, is in principe rechtstreeks verkozen. De overige nog te verdelen zetels worden toegekend aan de kandidaten met het hoogst aantal behaalde stemmen. Het verkiesbaarheidscijfer wordt bekomen door het totaal aantal door de gemeenteraadsleden uit te brengen stemmen te delen door het totaal aantal te begeven zetels in de raad voor maatschappelijk welzijn, vermeerderd met één. Bijv. : in een gemeente met een gemeenteraad met 21 leden en een OCMW-raad met 9 leden bedraagt het totaal aantal uit te brengen stemmen 21 x 5 = 105; het verkiesbaarheidscijfer bedraagt 105 gedeeld door 10 (nl. 9 + 1) = 10,5 dus afgerond 11. Een kandidaat-OCMW-raadslid die 11 stemmen of meer behaalt is zeker verkozen.
De kandidaten die als opvolgers van een verkozen lid werden voorgedragen, zijn van rechtswege de opvolgers van dat lid. Er wordt dus niet afzonderlijk gestemd voor de kandidaten-opvolgers.
Onmiddellijk nadat het proces-verbaal van de stemopneming is opgemaakt, kondigt de voorzitter van de gemeenteraad de verkiezingsuitslag af in openbare zitting.
De kandidaten worden in de praktijk meestal geselecteerd uit de niet-verkozen gemeenteraadsleden van de verschillende politieke partijen, maar ook andere kiezers die aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoen, komen in aanmerking om voorgedragen te worden als OCMW-raadslid. De raad mag ook voor maximaal één derde uit gemeenteraadsleden bestaan. Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
13
De techniek van het meervoudig stemrecht brengt met zich mee dat de politieke fracties er goed aan doen om vóór de verkiezing te beraadslagen. Ze moeten vooraf nagaan hoe ze het best hun stemmen uitbrengen om met de stemmen waarover ze beschikken, het grootste aantal zetels in de wacht te slepen. Op iedere kandidaat die men wil verkozen zien, zal men bijgevolg niet meer dan het minimaal aantal stemmen uitbrengen dat nodig is om verkozen te zijn (= om het verkiesbaarheidscijfer te behalen).
De kandidaten die de meeste stemmen hebben verkregen, zijn dus verkozen tot werkende leden.
Bij staking van stemmen wordt voorrang verleend in de volgende orde: 1. aan de kandidaat die, op de dag van de verkiezing, een mandaat in een OCMW bekleedt. Zijn twee of meerdere kandidaten in dat geval, dan wordt voorrang verleend aan wie zijn mandaat onafgebroken het langst heeft uitgeoefend; 2. aan de kandidaat die vroeger een mandaat in een OCMW heeft uitgeoefend. Zijn twee of meerdere kandidaten in dat geval, dan wordt voorrang verleend aan hem die zijn mandaat onafgebroken het langst heeft uitgeoefend en, bij gelijke duur, aan hem die het laatst is afgetreden; 3. aan de jongste kandidaat.
Is men verkozen maar wordt zijn verkiezing vernietigd wegens onverkiesbaarheid, dan wordt men vervangen door zijn opvolger. Kandidaten die als opvolgers van een verkozen werkend lid werden voorgedragen, zijn opvolgers van dat werkend lid.
Nieuw is wel dat bij de verkiezingen én eventuele opvolging altijd zowel mannen als vrouwen in de raad moeten zetelen.
Zie artikel 12 tot 15 van de OCMW-wet Wat als? 10. De raad voor maatschappelijk welzijn na de verkiezing geen mannen én vrouwen telt? (zie blz. 37) 11. Er bij de verkiezing van de OCMW-raadsleden onregelmatigheden vastgesteld worden? (zie blz. 37)
5.9.4 Onverenigbaarheden voor OCMW-raadsleden
Net als voor gemeenteraadsleden gelden ook voor OCMW-raadsleden een aantal onverenigbaarheden. In de raad voor maatschappelijk welzijn mogen geen bloed- of aanverwanten zetelen tot en met de tweede graad, noch gehuwden of wettelijk samenwonenden. Aanverwantschap die na de verkiezing tot stand komt, maakt geen einde aan het mandaat.
Daarnaast kunnen de verkozen OCMW-raadsleden enkel effectief zitting hebben indien zij geen ambt of functie bekleden die onverenigbaar is met hun mandaat. Zo is er onverenigbaarheid met het mandaat van OCMW-raadslid voor: de burgemeester en de schepenen, behalve voor wat betreft de OCMW-voorzitter die lid wordt van het college van burgemeester en schepenen; de provinciegouverneurs, de gouverneur en de vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad en de adjunct van de gouverneur van de provincie VlaamsBrabant, de provinciegriffiers, de arrondissementscommissarissen en de adjunctarrondissementscommissarissen voor zover het ambtsgebied van het OCMW in kwestie deel uitmaakt van hun ambtsgebied; de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Arbitragehof; de gemeentesecretaris van de gemeente die door het OCMW wordt bediend; dit impliceert dat andere personeelsleden van de gemeente wèl zitting kunnen hebben in de OCMW-raad, wat een wijziging is t.o.v. vroeger; Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
14
het door het OCMW bezoldigde personeel en alle medische en paramedische beroepen die in het OCMW of een instelling ervan werkzaam zijn; de personen die een ambt of een mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van werkend lid van de OCMW-raad in een lokale basisoverheid van een andere lidstaat van de Europese Unie.
Zie artikel 8 en 9 van de OCMW-wet.
6. Na de installatievergadering van de gemeenteraad 6.1 Namen van de mandatarissen doorgeven aan de Vlaamse regering De Vlaamse regering moet op de hoogte worden gebracht binnen de twintig dagen, dus ten laatste op 22 januari: na de eedaflegging wie als raadslid de eed afgelegde Zie artikel 7 §3, tweede lid van het gemeentedecreet na de verkiezing wie voorzitter van de gemeenteraad is Zie artikel 8 §2, tweede lid van het gemeentedecreet na de eedaflegging wie als schepen de eed aflegde Zie artikel 46 §1, tweede lid van het gemeentedecreet
6.2 vertegenwoordigers van de gemeenteraad in de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden aanduiden
Interlokale verenigingen Na de installatie van de gemeenteraad: vervanging van de bestuurders in de beheerscomités van de interlokale verenigingen waarin de gemeente eventueel participeert, conform de statuten van deze verenigingen en de bepalingen van het huishoudelijk reglement van het beheerscomité ervan.
Zie artikel 9 van het Decreet op de Intergemeentelijke Samenwerking (DIS)
Projectverenigingen In de loop van januari: aanduiden van de nieuwe bestuurders (stemgerechtigde en waarnemende) in de raden van bestuur van de projectverenigingen waarin de gemeente eventueel participeert. Deze nieuwe bestuurders treden aan op 1 februari daaropvolgend. De aanduiding gebeurt door de gemeenteraad. Daarbij moet men rekening houden met de onverenigbaarheden vermeld in het decreet.
Zie artikel 16 en 19 van het DIS.
Opdrachthoudende en dienstverlenende verenigingen In de loop van het eerste trimester van 2007: hersamenstelling van de raden van bestuur van de opdrachthoudende en dienstverlenende verenigingen waarin de gemeente eventueel participeert. Deze hersamenstelling gebeurt door de Algemene Vergadering van de betrokken verenigingen. Mogelijke bestuurders worden voorgedragen door de gemeenteraad. De gemeenten kunnen ook voorstellen om een gemeenteraadslid van een lijst, waarvan geen verkozene deelneemt aan het schepencollege of de OCMW-voorzitter heeft mogen leveren, voor te dragen als raadgevend lid van de raad van bestuur van de betrokken verenigingen. Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
15
Zie artikel. 46, 48, 52 en 57 van het DIS.
6.3 Andere beslissingen De gemeenteraad moet een huishoudelijk reglement aannemen (of minstens bevestigen). Zie artikel 40 van het gemeentedecreet
De gemeenteraad moet een deontologische code aannemen. Er moet trouwens ook een deontologische code voor het college van burgemeester en schepenen en voor het personeel zijn. Zie artikel 41 van het gemeentedecreet
De gemeenteraad kan gemeenteraadscommissies oprichten. De mandaten in de commissies worden evenredig verdeeld over de fracties waaruit de gemeenteraad is samengesteld. Zie artikel 39 van het gemeentedecreet
Het aanduiden van de vertegenwoordigers van de gemeenteraad in de autonome gemeentebedrijven en andere verzelfstandigde entiteiten.
7. De installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn – vrijdag 5 januari 2007 om 20u
De aanstelling van de OCMW-raadsleden en dus de installatie van de OCMW-raad vindt vanaf 2007 van rechtswege plaats op de zetel van het OCMW, op de derde werkdag na de installatievergadering van de gemeenteraad en dit om 20 uur. Concreet is dit op vrijdag 5 januari 2007.
Wanneer ingevolge een onregelmatigheid een nieuwe verkiezing nodig is, vindt de installatievergadering plaats op de zetel van het OCMW, de tiende werkdag die volgt op de dag dat de uitslag van de verkiezing werd afgekondigd, om 20 uur. De leden van de OCMW-raad blijven hun mandaat uitoefenen tot de installatie van de leden die hen zullen opvolgen.
De installatievergadering is openbaar. Het verkiezen van de leden van de beleidsorganen en het eventueel aanduiden van vertegenwoordigers namens het OCMW (zie verder onder 7.5 tot en met 7.9) gebeurt echter bij geheime stemming omdat het over personen gaat.
7.1 Uitnodigen van de raadsleden
De gemeentesecretaris brengt de voorgedragen kandidaat-raadsleden ten minste acht dagen voor de installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn op de hoogte van de datum, het uur en de plaats van de installatievergadering. Bij een normale installatievergadering op 5 januari 2007 moeten de kandidaat-raadsleden dus ten laatste op 28 december 2006 verwittigd worden.
De OCMW-secretaris van zijn kant moet uiterlijk op de installatievergadering de voorgedragen kandidaat-raadsleden inlichten of zij verkozen werden en of hun geloofsbrieven door de gemeenteraad goedgekeurd werden. Gelet op de korte tijdsspanne tussen de installatievergadering van de gemeenteraad en de installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn bezorgt de gemeentesecretaris best onmiddellijk na de installatievergadering van de gemeenteraad de nodige informatie aan zijn OCMW-collega.
Het op de hoogte brengen van de kandidaat-raadsleden van een aantal practica i.v.m. de installatievergadering is niet hetzelfde als het bijeenroepen van de raad voor maatschappelijk welzijn met vermelding van de agenda. Dit laatste valt onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter van Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
16
het OCMW en de OCMW-wet maakt hierop voor de installatievergadering geen uitzondering. Bijgevolg gelden voor de bijeenroeping van de eerste raadsvergadering dezelfde procedurevoorschriften en termijnen als voor elke raadsvergadering, nl. een schriftelijke bijeenroeping aan huis, ondertekend door de OCMW-voorzitter en de OCMW-secretaris, ten minste vijf vrije dagen vóór de dag van de vergadering, met vermelding van de agenda en met de voorziene kennisgeving aan het publiek.
Deze bijeenroeping moet dus gebeuren ten laatste op 30 december 2006. Omdat op dat moment de raadsleden nog niet door de gemeenteraad verkozen zijn, is de enige praktische oplossing dat deze uitnodiging aan alle kandidaat-raadsleden verstuurd wordt.
Zie artikel 19, §1 en 29 van de OCMW-wet.
7.2 Agenda van de installatievergadering
Op de installatievergadering moeten minstens volgende onderwerpen geagendeerd worden: Kennisgeving van de verkiezing van de OCMW-raadsleden en het onderzoek van hun geloofsbrieven door de gemeenteraad Eedaflegging OCMW-raadsleden Verkiezing van de voorzitter Verkiezing van de leden van het vast bureau Eventueel: verkiezing ondervoorzitter (s) Oprichting bijzondere comités Eventueel: verkiezing van de leden van de bijzondere comités Eventueel: verkiezing van de OCMW-raadsleden die deel uitmaken van de delegatie van de raad voor maatschappelijk welzijn in het overlegcomité met de gemeente
Op de installatievergadering of op een volgende vergadering dienen bovendien volgende onderwerpen geagendeerd te worden: Aanduiden van de vertegenwoordigers van het OCMW in externe organisaties en verenigingen Vaststelling huishoudelijk reglement van de raad, het vast bureau, de bijzondere comités en de diensten en instellingen van het OCMW Goedkeuring deontologische code van de raad voor maatschappelijk welzijn
7.3 Voorzitterschap van de vergadering In afwachting van de verkiezing van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt de installatievergadering voorgezeten en de eed afgenomen door de voorzitter van de gemeenteraad. Wanneer deze nalaat dit te doen, door de burgemeester of een schepen volgens de rangorde. Zie artikel 19, eerste lid, artikel 20 en 20bis van de OCMW-wet
7.4 Installatie raadsleden en eedaflegging
Alvorens in functie te treden, leggen de OCMW-raadsleden de eed in principe af in handen van de voorzitter van de gemeenteraad. Bij een volledige vernieuwing van de raad heeft de eedaflegging plaats tijdens de installatievergadering.
Elke andere eedaflegging gebeurt enkel ten overstaan van de voorzitter van de gemeenteraad en in aanwezigheid van de gemeentesecretaris. Beiden ondertekenen hiervan het proces-verbaal dat naar de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gestuurd.
Als de voorzitter van de gemeenteraad nalaat de eed af te nemen wordt de eed afgenomen door een lid van het college van burgemeester en schepenen volgens de rangorde, te beginnen bij de Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
17
burgemeester. In dat geval maakt de OCMW-secretaris van deze eedaflegging een proces-verbaal op dat hij samen met de gemeentesecretaris ondertekent en aan de voorzitter van het OCMW bezorgt. Deze weigering tot eedafneming kan zich voordoen op de installatievergadering of bij de vervanging van een raadslid op een later tijdstip en uiterlijk vóór de eerstvolgende vergadering van de OCMW-raad na het ontslag van het betrokken raadslid. Zie artikel 19, 20 en 20bis van de OCMW-wet
7.5 Verkiezing van de voorzitter van het OCMW
De raadsleden verkiezen op hun installatievergadering een voorzitter. Die moet Belg zijn en mag geen personeelslid zijn van de gemeente. Hij leidt de activiteiten van het OCMW. Vanaf 2007 maakt de Voorzitter van de raad deel uit van het College van Burgemeester en Schepenen. De gemeenteraad kan wel beslissen om dat lidmaatschap uit te stellen tot 2013; vanaf dan wordt het verplicht.
De voorzitter wordt verkozen op basis van een akte van voordracht. Die voordrachtsakte moet: - ondertekend zijn door meer dan de helft van de verkozen raadsleden, - en ondertekend zijn door een meerderheid van de personen die op dezelfde voordrachtsakte tot raadslid werden verkozen. Als die oorspronkelijke voordrachtsakte waarop de naam van de kandidaat-voorzitter voorkomt slechts twee verkozenen telt, dan volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan één akte van voordracht ondertekenen.
De voordrachtsakte wordt vóór de installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn aan de secretaris van het OCMW overhandigd.
Nadat de eedaflegging van de raadsleden, overhandigt de OCMW-secretaris de akte van voordracht van de kandidaat-voorzitter aan de voorzitter van de installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn. Die gaat na of de akte van voordracht aan alle voorwaarden voldoet. Alleen de handtekeningen van de raadsleden die de eed hebben afgelegd, worden in aanmerking genomen, met inbegrip van de handtekeningen van de opvolgers die de akte van voordracht hebben ondertekend en die als raadslid de eed hebben afgelegd. Is alles correct verlopen, dan wordt de voorgedragen kandidaat-voorzitter verkozen verklaard.
Nieuw is dat de akte van voordracht een einddatum van het mandaat van de kandidaat-voorzitter kan vermelden, en de naam van degene die hem zal opvolgen voor de resterende duurtijd van het mandaat. In dat geval is de voorzitter bij het bereiken van de einddatum van het mandaat van rechtswege ontslagnemend en wordt hij van rechtswege opgevolgd door de persoon die in de akte van voordracht als opvolger staat vermeld. Als het mandaat eindigt voor de einddatum, vermeld in de akte, dan neemt de opvolger vervroegd het mandaat op. Als de persoon die als opvolger is vermeld, het mandaat niet kan opnemen, wordt een nieuwe voorzitter verkozen.
Als de voorzitter het mandaat niet aanvaardt, wordt tot een nieuwe verkiezing van voorzitter overgegaan op de eerstvolgende vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Zie artikel 25 van de OCMW-wet Het model van voordrachtsakte van de kandidaat-voorzitter OCMW-raad is te vinden op website van het Agentschap Binnenlands Bestuur in word- of pdf-formaat. http://www.binnenland.vlaanderen.be/verkiezingen/formulieren/akte-OCMW-voorzitter.doc http://www.binnenland.vlaanderen.be/verkiezingen/formulieren/pdf/akte-OCMW-voorzitter.pdf Wat als? 12. Er geen ontvankelijke akte van voordracht van kandidaat-voorzitter aan de voorzitter van de installatievergadering wordt overhandigd? (zie blz. 38) Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
18
7.6 Verkiezing van de leden van het vast bureau
Elk OCMW richt in de schoot van zijn raad een vast bureau op. Dit bestuursorgaan is belast met het dagelijks bestuur. Het aantal leden kan variëren van drie tot vijf (met inbegrip van de voorzitter), afhankelijk van het aantal leden in de raad: bij negen raadsleden telt het vast bureau drie leden, bij elf en dertien raadsleden zijn er vier bureauleden en bij vijftien raadsleden vijf.
De leden van het vast bureau worden, met uitzondering van de voorzitter, bij geheime stemming en in één enkele stemronde verkozen door de leden van de raad, waarbij elk raadslid over één stem beschikt. Behalen twee of meer leden hetzelfde aantal stemmen, dan is de jongste kandidaat in jaren verkozen. Dit is nieuw; vroeger was het de oudste kandidaat in jaren. De voorzitter van de raad is van rechtswege lid en voorzitter van het vast bureau. Het vast bureau kan een plaatsvervangend voorzitter aanduiden, die de voorzitter bij afwezigheid op de vergaderingen van het vast bureau vervangt. Als er geen plaatsvervangend voorzitter is aangeduid, neemt bij afwezigheid van de voorzitter het raadslid met de meeste anciënniteit het voorzitterschap van de vergaderingen waar.
Ook het vast bureau moet uit personen van verschillend geslacht bestaan.
Zie artikel 27 van de OCMW-wet Wat als? 13. Het vast bureau geen mannen én vrouwen telt ? (zie blz. 38)
7.7 Verkiezing van één of twee ondervoorzitters
Een OCMW kan naast een voorzitter ook één of twee ondervoorzitters kiezen. Hiervoor is wel vereist dat het aantal schepenmandaten met hetzelfde aantal daalt. Dit moet blijken uit een machtiging die op straffe van nietigheid verleend wordt via een verklaring op een ontvankelijke akte van voordracht van een schepen of door een beslissing van de gemeenteraad, genomen op zijn installatievergadering.
De ondervoorzitter(s) word(t)(en) gekozen onder de leden van het vast bureau, in evenveel stemrondes als er in te vullen functies zijn. Ondervoorzitters kunnen in geval van feitelijke afwezigheid vervangen worden door een plaatsvervangend ondervoorzitter, aangeduid door de raad voor maatschappelijk welzijn.
Zie artikel 25 §5 van de OCMW-wet.
7.8 Oprichten van één of meerdere bijzondere comités en verkiezing van hun leden
De raad voor maatschappelijk welzijn kan bijzondere comités oprichten voor welomschreven bevoegdheden en voor een bepaalde of onbepaalde duur, maar dit is geen verplichting. Er moet wel altijd eerst een bijzonder comité voor de sociale dienst worden opgericht vooraleer men andere bijzondere comités kan aanduiden. Vaak worden bijzondere comités opgericht omdat de agenda van de raad anders te veel bezwaard wordt door specifieke dossiers, bijvoorbeeld individuele steundossiers.
Het aantal leden van de bijzondere comités wordt door de raad zelf bepaald. Elk comité moet wel minstens, de voorzitter inbegrepen, drie leden tellen voor een raad van negen leden, vier voor een raad van elf of dertien leden en vijf voor een raad van vijftien leden. De voorzitter van de raad is van rechtswege lid en voorzitter van de bijzondere comités. Er kan een plaatsvervangend voorzitter Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
19
aangeduid worden, die de voorzitter bij afwezigheid op de vergaderingen van het bijzonder comité vervangt. Als er geen plaatsvervangend voorzitter is aangeduid, neemt bij afwezigheid van de voorzitter het raadslid met de meeste anciënniteit het voorzitterschap van de vergaderingen waar.
De raad voor maatschappelijk welzijn kan in zijn huishoudelijk reglement bepalen dat raadsleden als plaatsvervangers worden aangewezen die de effectieve leden van de bijzondere comités mogen vervangen wanneer die belet zijn. De plaatsvervangers moeten op dezelfde voordrachtsakte voorkomen als de betrokken effectieve leden.
Bijzondere comités hoeven niet uit personen van verschillend geslacht te bestaan.
De leden van elk bijzondere comité worden, met uitzondering van de voorzitter, bij geheime stemming en in één enkele stemronde verkozen door de leden van de raad, waarbij elk raadslid over één stem beschikt. Behalen twee of meer leden hetzelfde aantal stemmen, dan is de jongste kandidaat in jaren verkozen. Dit is nieuw; vroeger was het de oudste kandidaat in jaren.
7.9 Eventueel: verkiezing van de OCMW-raadsleden die deel uitmaken van de delegatie van de raad voor maatschappelijk welzijn in het overlegcomité met de gemeente
Het gemeentedecreet bepaalt dat de voorzitter van het OCMW lid wordt van het college van burgemeester en schepenen, tenzij de gemeenteraad op zijn installatievergadering er uitdrukkelijk voor kiest dat de voorzitter niet toegevoegd wordt aan het college.
Als de voorzitter toegevoegd wordt aan het college, wordt het overleg in het overlegcomité gemeente-OCMW afgeschaft en vervangen door een procedure waarbij de raad voor maatschappelijk welzijn advies vraagt aan het college van burgemeester en schepenen.
Voor die gemeenten waar de voorzitter van het OCMW niet toegevoegd wordt aan het college, blijft de oude werkwijze bestaan en zal het overlegcomité gemeente-OCMW zijn rol blijven spelen.
Deze OCMW’s zullen hun delegatie in het overlegcomité moeten samenstellen. De afgevaardigde raadsleden worden in evenveel stemrondes gekozen als het aantal mandaten die te begeven zijn.
Zie artikel 312 gemeentedecreet, artikel 26, §2, 26bis, 26ter en 104bis van de OCMW-wet.
7.10
Na de installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn
De Vlaamse regering wordt binnen de 20 dagen op de hoogte gebracht van de eedaflegging van de raadsleden, van de verkiezing van de voorzitter en eventuele ondervoorzitters en van de verkiezing van de leden van het vast bureau. Zie artikel 20, vierde lid; artikel 25,§1, derde lid en §5; artikel 27, §3, zesde lid, van de OCMW-wet.
Aanduiden van de vertegenwoordigers van het OCMW in externe organisaties en verenigingen Vaststelling huishoudelijk reglement van de raad, het vast bureau, de bijzondere comités en de diensten en instellingen van het OCMW Goedkeuring deontologische code van de raad voor maatschappelijk welzijn
Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
20
8. De politieraad Dit draaiboek werd aangepast aan de wet van 1 december 2006 tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, Belgisch Staatsblad 4 december 2006, blz. 67014. Zie voor het wetgevingsdossier: www.dekamer.be documennr. 2719 Voor bijkomende inlichtingen: mailto:
[email protected] of mailto:
[email protected] Met dank aan: - Kris Croonen, politiesecretaris PZ GAOZ; - Tim Bruynlandts, politiesecretaris PZ Neteland; - Didier Pillaert, politiesecretaris PZ RIHO; - Wim Vandevyvere, politiesecretaris PZ SPOORKIN. Versie: 4 december 2006
8.1 Bepalen evenredige samenstelling politieraad
Artikel 12, 5e lid van de WGP bepaalt dat de uittredende politieraad het aantal leden dat iedere gemeenteraad telt in de politieraad bepaalt. De wetgever achtte het onlogisch om aan de gemeenteraadsleden die kandidaat zijn voor de politieraad de bevoegdheid toe te vertrouwen om hun aantal te bepalen.
Zie artikel 12 van de Wet van 7 december 1998 op de geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus.
8.2 Indienen voordrachtakte kandidaat-leden politieraad: in principe uiterlijk vrijdag 29 december
De burgemeester, bijgestaan door de gemeentesecretaris en in tegenwoordigheid van een gemeenteraadslid van elke politieke fractie die een kandidatenlijst indient, neemt de akten van voordracht in ontvangst.
Zie artikel 16 van de Wet van 7 december 1998 op de geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus zoals gewijzigd door de wet van 1 december 2006 tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (artikel 2). Overgangsbepaling voor de verkiezing van de politieraadsleden in 2007 De burgemeester, bijgestaan door de gemeentesecretaris, neemt de akten van voordracht in ontvangst uiterlijk op de laatste werkdag die voorafgaat aan de verkiezing van de leden van de politieraad. Zie art. 5 van de wet van 1 december 2006 tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, Belgisch Staatsblad 4 december 2006, blz. 67014.
De verkiezing van de leden van de politieraad heeft plaats tijdens de installatievergadering van de gemeenteraad of ten laatste binnen de tien dagen na de installatievergadering van de gemeenteraad. (zie punt 4) Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
21
De laatste werkdag voor de verkiezing, als de verkiezing op 2 januari 2007 plaats vindt, is dus in principe 29 december 2006. Is de installatievergadering van de gemeenteraad op 3 januari, dan moeten de voordrachten ook op 29 december 2006 binnen zijn.
De kandidaat-effectieve leden en de kandidaat-opvolgers worden schriftelijk voorgedragen door één of meer verkozenen voor de gemeenteraad. De kandidaten stemmen in door een ondertekende verklaring op akte van voordracht. Elke akte van voordracht moet in dubbel exemplaar worden ingediend.
Zie artikel 16 van de Wet van 7 december 1998 op de geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus zoals gewijzigd door de wet van 1 december 2006 tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (artikel 2).
De indiener van de voordrachtsakte krijgt het tweede exemplaar terug nadat hierop voor ontvangst werd afgetekend. Dit ondertekenen gebeurt door de burgemeester en de gemeentesecretaris.
Zie artikel 2 van het KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad.
Een verkozene voor de gemeenteraad mag niet meer dan één voordrachtsakte voor diezelfde verkiezing ondertekenen.
Zie artikel 5 van het KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad.
In tegenstelling tot de voordrachten voor de OCMW-raad moet er geen man/vrouw verhouding worden gerespecteerd bij de voordracht van kandidaat-politieraadsleden.
Wie is bevoegd voor het indienen van de voordrachtsakte? De verkozene of één van de verkozenen die de voordrachtsakte ondertekenden, of hij die daartoe door de voormelde verkozene(n) is aangeduid is, bevoegd om de voordrachtsakte in te dienen.
Zie artikel 2 van het KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad.
Geen model voordrachtsakte: een model van voordrachtsakte voor kandidaat-politieraadsleden wordt niet opgelegd. De omzendbrief "PLP 2 van 21 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad in een meergemeentezone" voorziet wel in één als bijlage (bijlage A bij de omzendbrief).
De voordrachtsakte moet wel volledig zijn en zo zijn gesteld dat het formulier aan de gestelde voorwaarden beantwoordt. Deze voorwaarden vindt u terug in Titel 4 “Indiening van de kandidatenlijsten” van de PLP 2.
Het KB van 20 december 2000 legt nadere voorwaarden op voor de verkiezingen. We weten op dit ogenblik (1 december) niet of het nog zal worden aangepast. Hou er rekening mee dat dit nog kan gebeuren er zijn immers bepalingen die niet meer overeenstemmen met de wijzigingen aan de WGP bijv. inzage in de voordrachtsakten vanaf de elfde dag voor de verkiezingen van de politieraadsleden.
Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
22
8.3 Welke voorbereidingen worden getroffen voor de verkiezingen?
Onmiddellijk na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de voordrachtsakten, sluit de burgemeester de kandidatenlijsten af en rangschikt de kandidaat effectieve leden in alfabetische orde.
Zie artikel 7 van het KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad.
De burgemeester laat de stembiljetten drukken of vermenigvuldigen. Het is verboden enig ander stembiljet te gebruiken. Deze biljetten moeten eenvormig van kleur en van formaat zijn. Het stembiljet vermeldt in alfabetische volgorde de namen van de kandidaat-effectieve leden, alsook de namen van hun kandidaat-opvolgers in de precieze volgorde, zoals vermeld in de voordrachtsakte. De stemvakjes worden evenwel alleen geplaatst naast de namen van de kandidaat-effectieve leden. De stembiljetten worden verdere aan geen andere vereisten onderworpen.
Zie artikel 9 van het KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad.
De verkiezing van de leden van de politieraad vindt in principe plaats tijdens de installatievergadering van de gemeenteraad op de eerste werkdag van de maand januari om 20 uur; of ten laatste binnen de tien dagen na de installatievergadering van de gemeenteraad. In dat laatste geval wordt de oproeping ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering aan het gemeenteraadslid bezorgd (zie voor oproeping gemeenteraad artikel 21 van het Gemeentedecreet). Een exemplaar van de kandidatenlijst dient als bijlage bij oproeping voor de vergadering waarop de politieraadsleden worden verkozen te worden gevoegd.
Zie artikel 8 van het KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad.
8.4 De verkiezing van de politieraadsleden – dinsdag 2 januari 2006
De verkiezing van de leden van de politieraad heeft plaats tijdens de installatievergadering van de gemeenteraad of ten laatste binnen de tien dagen na de installatievergadering van de gemeenteraad.
Zie volledig vernieuwd artikel 18 van de Wet van 7 december 1998 op de geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus zoals ingevoegd door de wet van 1 december 2006 tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (artikel 3). Overgangsbepaling voor de verkiezing van de politieraadsleden in 2007 De verkiezing voor de politieraadsleden mag in 2007 later plaatsvinden dan de tien dagen volgend op de installatievergadering van de gemeenteraad. Het moet echter ten laatste tien dagen voor de eerste werkdag van februari 2007 gebeuren. Dat is dus maandag 22 januari 2007. Met andere woorden indien men dit wenst kan men de verkiezing van de politieraadsleden nog voor één keer op 22 januari houden. Zie art. 5 van de wet van 1 december 2006 tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, Belgisch Staatsblad 4 december 2006, blz. 67014. Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
23
8.4.1 Wie kan verkozen worden?
De hoedanigheid van gemeenteraadslid is de enige verkiesbaarheidsvoorwaarde om deel te kunnen uitmaken van de politieraad. De kandidaat-politieraadsleden moeten dus op het moment van de verkiezing van de politieraadsleden deel uitmaken van één van de gemeenteraden van de politiezone.
De onverenigbaarheden met het mandaat van gemeenteraadslid voorzien in artikel 11 van het gemeentedecreet zijn hier onrechtstreeks van toepassing op het mandaat van politieraadslid, vermits men noodzakelijkerwijs gemeenteraadslid moet zijn om te kunnen solliciteren voor het mandaat van politieraadslid. De WGP voegt hier geen enkele bijkomende functionele onverenigbaarheid aan toe. OCMW-raadslid kan zich kandidaat stellen; Schepenen kunnen zich kandidaat stellen.
Daarnaast zijn er wel een aantal onverenigbaarheden die voortvloeien uit het feit dat er bloedverwantschap of aanverwantschap is met een persoon die dezelfde functie uitoefent, of zal benoemd worden als politieraadslid. Effectieve leden van de politieraad mogen namelijk geen bloedof aanverwanten zijn tot en met de tweede graad, noch door de echt verbonden zijn.
Zie artikel 15 van de Wet van 7 december 1998 op de geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus.
8.4.2 Aantal leden van de politieraad Aantal inwoners politiezone
Aantal politieraadsleden
tot 15 000 van 15 001 tot 25.000 van 25.001 tot 50 000 van 50 001 tot 80 000 van 80.001 tot 100.000 van 100.001 tot 150.000 meer dan 150 000
13 15 17 19 21 23 25
De burgemeesters van de gemeenten die deel uitmaken van de meergemeentezone zijn van rechtswege lid van de politieraad. Zij worden toegevoegd aan het aantal leden zoals hierboven bepaald. Zie artikel 12 van de Wet van 7 december 1998 op de geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus.
8.4.3 Alle gemeenten zijn vertegenwoordigd in de politieraad
De politieraad wordt evenredig samengesteld uit leden van de gemeenteraden van de verschillende gemeenten die samen de meergemeentezone vormen. Elke gemeenteraad beschikt over minstens één vertegenwoordiger in de politieraad, ook als volgens de evenredige verdeling zou blijken dat de gemeente niet vertegenwoordigd zou zijn. Die gemeente krijgt dan toch één zetel in de politieraad. Maar net zoals bij de burgemeesters, komt die boven op het wettelijk voorziene aantal leden.
Voor het bepalen en het verdelen van het aantal leden worden de bevolkingscijfers in aanmerking genomen die als basis hebben gediend voor het bepalen van de samenstelling van de verschillende gemeenteraden in de overeenkomstige meergemeentezone (dus die van 1 januari 2006). Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
24
De volgende formule wordt hiervoor gebruikt: Bevolkingscijfer gemeente x aantal leden politieraad Totale bevolking meergemeentezone
Een voorbeeld: De gemeenten Jongenaarde, Belleschelle en Wittenberge vormen samen een politiezone. De drie gemeenten samen tellen 48.414 inwoners. De politieraad zal dus bestaan uit (minstens) 20 personen: 17 leden + 3 burgemeesters. Om te bepalen hoeveel politieraadsleden elke gemeente moet afvaardigen, moeten we van elke gemeente het bevolkingscijfer kennen. Jongenaarde: 32.202 Belleschelle: 978 Wittenberge: 15.234 Voor elke gemeente passen we de hierboven vermelde formule toe: Jongenaarde: (32.202 x 17) : 48.414 = 11,307 dus 11 leden Belleschelle: (978 x 17) : 48.414 = 0,343 dus geen lid Wittenberge: (15.234 x 17) : 48.414 = 5,349 dus 5 leden Zestien van de zeventien zetels zijn al toegewezen. Naar welke gemeente gaat de andere zetel? Deze plaats wordt gegeven aan de gemeente die het grootste cijfer na de komma heeft. Dus krijgt Wittenberge (0,349) er één lid bij. De kleine gemeente Belleschelle krijgt van rechtswege één lid want anders zou ze niet vertegenwoordigd zijn in de politieraad. De politiezone “JoBelWit” zal in het totaal bestaan uit 21 leden: Jongenaarde: 11 leden + de burgemeester Belleschelle: 1 lid + de burgemeester Wittenberge: 6 leden + de burgemeester Zie artikel 12 van de wet van 7 december 1998 op de geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus; K.B. van 20 december 2000 betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad (B.S. 29 december 2000).
8.5 Hoe verloopt de verkiezing van de politieraadsleden?
Het kiesbureau voor de verkiezing van de politieraadsleden wordt gevormd door de burgemeester, bijgestaan door de twee jongste gemeenteraadsleden. Het kiesbureau is belast met het verzekeren van de goede gang van de verrichtingen van de stemming en voor de stemopneming die in de openbare vergadering plaatsvindt.
Zie artikel 10 van het KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad. Merk wel op dat artikel 8, §1 van het gemeentedecreet het mogelijk maakt dat de gemeenteraad niet langer wordt voorgezeten door de burgemeester maar door een daartoe aangeduide voorzitter onder de leden van de gemeenteraad. We weten op dit ogenblik (4 december) niet wat het standpunt van de bevoegde overheid is. Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
25
De verkiezing van de politieraadsleden gebeurt bij geheime stemming en in één enkele stemronde. Dit wil evenwel niet zeggen dat alle kandidaten in één stemronde moeten worden aangewezen. De gemeenteraadsleden zijn vrij hun stem naar believen uit te brengen: blanco, stem op het even welke kandidaat. Dit kan met zich meebrengen dat het aantal kandidaten dat stemmen heeft ontvangen onvoldoende is om alle mandaten toe te wijzen. In dat geval is een aanvullende vervolledigende stemming nodig waarbij de resterende mandaten op dezelfde wijze worden toegekend in één stemronde. Het stemmenaantal waarover de gemeenteraadsleden beschikken worden beperkt in functie van het aantal nog te begeven mandaten. De kandidaat met de meeste stemmen is in dat geval verkozen.
Zie artikel 13 van het KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad.
Dat de verkiezing bij geheime stemming is verlopen moet uitdrukkelijk worden vermeld in het proces-verbaal van de zitting.
Al naargelang het aantal politieraadsleden dat moet worden verkozen, krijgen de gemeenteraadsleden één of meer stemmen. - één stem indien er minder dan vier leden te verkiezen zijn; - drie stemmen voor vier of vijf leden; - vier stemmen voor zes of zeven leden; - vijf stemmen voor acht of negen leden; - zes stemmen voor tien of elf leden; - en acht stemmen indien er twaalf of meer leden te verkiezen zijn.
Elk gemeenteraadslid krijgt zoveel stembiljetten als hij stemmen krijgt. Op elk stembiljet brengt hij een stem uit voor een kandidaat-politieraadslid.
Zie volledig vernieuwd artikel 16 van de Wet van 7 december 1998 op de geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus zoals ingeveogd door de wet van 1 december 2006 tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (artikel 2).
De verkiezing gebeurt dus volgens het meervoudig stemrecht. Elke kandidaat die het verkiesbaarheidscijfer haalt is ook effectief verkozen. Dit verkiesbaarheidscijfer wordt aan de hand van volgende breuk berekend: in de teller vermenigvuldigt men het aantal gemeenteraadsleden met het aantal stemmen dat elk gemeenteraadslid mag uitbrengen en in de noemer verhoogt men het aantal leden van de politieraad dat moet worden verkozen met één. De uitkomst van deze breuk – afgerond naar boven – geeft het minimum aantal stemmen dat een kandidaat moet ontvangen om zeker te zijn verkozen.
Bij staking van stemmen wordt voorrang verleend in de volgende orde: - aan de kandidaat die, op de dag van de verkiezing, een mandaat in de politieraad uitoefent. Indien één of meerdere kandidaten in dit geval verkeren wordt de voorrang verleend aan degene die zonder onderbreking zijn mandaat het langst heeft uitgeoefend; - aan de kandidaat die, voorheen, een mandaat in de politieraad heeft uitgeoefend. Indien één of meerdere kandidaten in dit geval verkeren, wordt voorrang verleend aan degene die zonder onderbreking het langst zijn mandaat heeft uitgeoefend, en bij gelijke duur, aan degene die het het laatst heeft beëindigd; - aan de oudste kandidaat in jaren die de leeftijd van zestig jaar niet heeft bereikt; - aan de jongste in jaren van de kandidaten die de leeftijd van zestig jaar hebben bereikt.
Zie artikel 17 van de Wet van 7 december 1998 op de geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus. Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
26
Om verkozen te kunnen worden moet een kandidaat daadwerkelijk stemmen hebben behaald bij de verkiezing. Minstens één gemeenteraadslid moet één stem op de kandidaat hebben uitgebracht. Er kan dan ook geen sprake zijn van staking van stemmen onder kandidaten die geen stemmen hebben bekomen. De Gemeenteraad mag aldus, bij aanwijzing van een verkozene, in geen enkel opzicht rekening houden met de kandidaten die geen enkele stem behaalden.
Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
27
Een voorbeeld: De gemeenten Belleschelle en Barnem vormen samen een politiezone. De twee gemeenten samen tellen 37.600 inwoners. De politieraad zal dus bestaan uit (minstens) 19 personen: 17 leden + 2 burgemeesters. Om te bepalen hoeveel politieraadsleden elke gemeente moet afvaardigen, moeten we van elke gemeente het bevolkingscijfer kennen. Barnem:
31.300
Belleschelle:
6.300
Voor elke gemeente passen we de hierboven vermelde formule toe: Barnem:
(31.300 x 17): 37.600 = 14,151 = 14 leden
Belleschelle
(6.300 x 17): 37.600 = 2,848 = 3 leden
Verkiezing van de politieraadsleden in Belleschelle (6.300 inwoners) Berekening van de zetelverdeling over de partijen 17 gemeenteraadsleden en 3 politieraadsleden te verkiezen Elk gemeenteraadslid beschikt over 1 stem (want minder dan 4 leden te verkiezen) Verkiesbaarheidscijfer = 17 x 1 = 17 : 4 = 4,25 = 5 3+1 Kandidaten die 5 of meer stemmen halen zijn rechtstreeks verkozen. De gemeenteraad is uit drie partijen samengesteld met een zetelverdeling van 3, 11 en 3 leden. Partij Centrum
Partij Oost
Partij West
3 leden x 1 = 3 stemmen
11 leden x 1 = 11 stemmen
3 leden x 1 = 3 stemmen
3:5
11: 5
3: 5
= geen rechtstreeks = 2 rechtstreeks =geen rechtstreeks verkozen raadslid verkozen raadsleden verkozen raadsleden (overschot 3 stemmen) (overschot 1 stem) (overschot 3 stem) Zie artikel 16 en 17 van de Wet van 7 december 1998 op de geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus; K.B. van 20 december 2000 betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad (B.S. 29 december 2000); Omzendbrief PLP 2 van 21 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad in een meergemeentezone (B.S. 29 december 2000).
Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
28
Om problemen te voorkomen met onverenigbaarheden tussen kandidaten voor de politieraad binnen de gemeenteraad alsook tussen de kandidaten afkomstig van de gemeenten die meergemeentezone vormen kan de burgemeester bij aanvang van de verkiezing de gemeenteraadsleden hieraan herinneren.
8.6 Telling van de stemmen .
Wanneer de stemming is gesloten, wordt staande de vergadering, overgegaan tot de stemopneming. De geldige stembiljetten worden gerangschikt en geteld volgens de naam van het kandidaat-effectief lid waarvoor een stem is uitgebracht. De blanco of ongeldige stemmen worden apart gelegd
Zie artikel 11 van het KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad.
Na de stemopneming stelt de burgemeester de lijst op van de verkozen effectieve leden en van hun opvolgers
Zie artikel 12 van het koninklijk besluit betreffende de verkiezing in elke Gemeenteraad van de leden van de Politieraad.
De kandidaten die met toepassing van de principes van het meervoudig stemrecht de meeste stemmen hebben bekomen, zijn verkozen tot effectieve leden.
Zie artikel 17 van de Wet van 7 december 1998 op de geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus.
Bij staking van stemmen moet voor het bepalen van de lijst van de verkozen effectieve leden de voorrangsregel van artikel 17, eerste lid, WGP worden gerespecteerd zoals hierboven vermeld. Let op! Er kan echter geen sprake van zijn dat, wanneer er minder kandidaten stemmen hebben bekomen dan er mandaten te begeven zijn, de resterende mandaten met toepassing van de voorrangsregels bedoeld in artikel 17, eerste lid, WGP, worden verdeeld onder de voorgedragen kandidaten die geen stemmen hebben behaald. De "staking van stemmen" die tot de toepassing van de voorrangsregels aanleiding geeft, kan zich derhalve alleen voordoen tussen kandidaten die effectief stemmen, ten minste één, hebben behaald
Over het hele verloop van de verrichtingen van de stemming en van de stemopneming wordt, staande de vergadering, een proces-verbaal opgemaakt dat wordt overgeschreven in het register der notulen van de Gemeenteraad. Het moet uitdrukkelijk vermelden dat de stemming geheim was.
Zie artikel 13 van het KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad.
Het proces-verbaal wordt ondertekend door de burgemeester, de gemeenteraadsleden die hem bijstaan en de gemeentesecretaris, alsmede door de gemeenteraadsleden die daartoe de wens uitdrukken.
Zie artikel 13 van het KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad.
Buiten het vermelden dat de verkiezing heeft plaatsgehad bij geheime stemming, in een stemronde en in openbare vergadering, zal het proces-verbaal de volgende gegevens bevatten: Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
29
totaal aantal gemeenteraadsleden en het aantal hiervan dat aan de stemming heeft deelgenomen; aantal door de gemeente te verkiezen leden van de Politieraad en aantal stemmen waarover elk gemeenteraadslid beschikt; de lijst van de effectieve en plaatsvervangende kandidaten; totaal aantal uitgebrachte stembiljetten waarvan de stemopneming zal gebeuren; totaal aantal blanco en ongeldige stembiljetten; totaal aantal vernietigde stembiljetten die tijdens de stemming vervangen worden; naam, voornamen, geboortedatum en beroep van de verkozen effectieve leden; aantal stemmen door elk van hen bekomen en eventueel de reden waarom, bij staking van stemmen, voorrang werd verleend; naam, voornamen, geboortedatum en beroep van de opvolgers, met aanduiding van het verkozen effectief lid van wie zij opvolger zijn, alsook van hun orde van voordracht en dus ook van voorrang; in voorkomend geval, vermelding van de verkozenen die zich in een toestand van onverenigbaarheid (artikel 17, tweede lid, WGP) bevinden en de reden hiervan. Zie punt 46 van de omzendbrief PLP 2 van 21 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad in een meergemeentenzone.
Het model van proces-verbaal is niet aan enige wettelijke of reglementaire vorm onderworpen. Het formulier C bij PLP2 kan nuttig als model dienen.
Niets belet dat de gemeentesecretaris reeds voor de vergadering die gedeelten invult waarvan de gegevens hem bekend zijn (bijvoorbeeld de inhoud van de voordrachtakten en de kandidatenlijst).
De burgemeester kondigt de verkiezingsuitslag af in openbare zitting, onmiddellijk na de ondertekening van het proces-verbaal. Dat aan deze vereiste van afkondiging is voldaan, zal moeten blijken uit de notulen van de gemeenteraadszitting.
8.7 Wat gebeurt na de stemverrichting?
Het dossier van de verkiezing van de leden van de politieraad wordt door elke gemeente onverwijld toegezonden aan de bestendige deputatie.
Het dossier moet alle stukken bevatten die de bestendige deputatie toelaat om te oordelen over de regelmatigheid van de kiesverrichting: twee afschriften van het proces-verbaal met de stembiljetten; alle uitgereikte stembiljetten (ook de vernietigde die vervangen werden en de blanco stembiljetten) moeten bij het verkiezingsdossier worden gevoegd; alsook de stukken die toelaten te bepalen dat de verkozenen aan de voorwaarde van verkiesbaarheid voldoen.
Zie artikel 15 van het KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad.
Om rechtsgeldig het dossier te kunnen samenstellen, moeten de respectievelijke gemeenten van de politiezone hun volledige dossier ook overmaken aan de secretaris of de korpschef – naargelang wie in de zone instaat voor de voorbereiding van het dossiers voor de politieraad – van die politiezone. Bij de installatievergadering kan immers iedere belanghebbende vragen de stukken van het dossier in te kijken. Vermits de installatievergadering steunt op de beslissingen van de respectievelijke gemeenteraden is het wenselijk over het volledige dossier te beschikken. Buiten de Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
30
beslissingen van de gemeenteraden zelf, belet niets dat in het dossier van de politiezone kopijen worden gestoken van de stukken. Met het oog de installatievergadering van de politieraad is het aangewezen dat de secretaris of de korpschef van de politiezone – naargelang wie in de zone instaat voor de voorbereiding van het dossiers voor de politieraad – binnen de kortste tijd de verkiezingsuitslag en de stukken ontvangt die toelaten mogelijke onverenigbaarheden tijdig te onderzoeken. De onverenigbaarheden die voortvloeien uit bloedbaanverwantschap of uit aanverwantschap kunnen zich immers ook voordoen tussen kandidaat politieraadsleden uit de verschillende gemeenten die de meergemeentezone vormen.
De uitnodiging voor de installatievergadering wordt 7 vrije dagen voor de installatievergadering van de politieraad verstuurd. De installatievergadering vindt plaats op 1 februari 2007. Concreet betekent dit dat in het geval de verkiezing van de politieraadsleden in één van de gemeenten die deel uitmaakt van de politiezone op 22 januari gebeurt (uiterste termijn) er slechts 1 werkdag overblijft om de onverenigbaarheden op te sporen en de uitnodiging op te maken. Want de uiterlijk op 24 januari 2007 moet de uitnodiging worden verstuurd. Artikel 87 van de nieuwe gemeentewet is krachtens artikel 27 van de Wet van 7 december 1998 op de geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus van toepassing.
9. De installatie van de politieraad – in principe donderdag 1 februari 2007
Het mandaat van de verkozen leden van de politieraad vangt aan op de eerste werkdag van februari, tenzij ze rechtsgeldig vroeger bijeengeroepen zijn. Indien bezwaar is aangetekend tegen de verkiezing, dan worden de leden pas bijeengeroepen binnen vijftien dagen nadat de verkiezing definitief is geworden. De uittredende leden blijven hun mandaat uitoefenen tot de nieuwe politieraad is geïnstalleerd.
Zie artikel 20 van de Wet van 7 december 1998 op de geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus zoals gewijzigd door de wet van 1 december 2006 tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (artikel 4).
Een vroegere rechtsgeldige bijeenroeping wil zeggen dat het politiecollege de politieraad eventueel vroeger zou kunnen bijeenroepen indien nodig (op basis van artikel 27 WGP dat verwijst naar art. 86 NGW)
Alvorens in functie te treden, worden de gemeenteraadsleden die overeenkomstig artikel 18 WGP verkozen zijn om deel uit te maken van de Politieraad, tot de eedaflegging opgeroepen door de voorzitter van het Politiecollege.
Zij leggen in zijn handen de volgende eed af : "Ik zweer getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgische volk.". Er is geen volgorde voorzien voor de eedaflegging.
Indien de voorzitter van het politiecollege nalaat de leden van de Politieraad tot de eedaflegging op te roepen, dan worden de leden opgeroepen door de gouverneur en leggen ze de eed af in zijn handen of in handen van een door hem aangewezen commissaris.
De gouverneur neemt deze maatregelen binnen dertig dagen nadat hij van het verzuim kennis heeft gekregen. Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
31
De kosten van deze procedure komen ten laste van de voorzitter van het politiecollege die verzuimd heeft uitvoering te geven aan artikel 20bis, §1 WGP.
De invordering van die kosten geschiedt door de bijzondere rekenplichtige ten laste van de voorzitter van het politiecollege, nadat de gouverneur het bevelschrift uitvoerbaar heeft verklaard.
De installatievergadering van de politieraad wordt in de eerste plaats gewijd aan de eedaflegging en aanstelling van politieraadsleden. Eens de politieraad is geïnstalleerd kan zij een volwaardige agenda behandelen. Agendapunten die tijdens de installatievergadering dus nog aan bod kunnen komen zijn: Kennisname huishoudelijk reglement; Vastleggen presentiegelden.
Overzicht Bepalen evenredige samenstelling politieraad De uittredende politieraad bepaalt het aantal leden dat iedere gemeenteraad zal tellen in de politieraad.
Installatie politieraad
Voordracht van de kandidaten
Installatie gemeenteraad
Verkiezing politieraads-leden
Uiterlijk de laatste werkdag die voorafgaat aan de verkiezing van de politieraadsleden.
02/01/2007
01/02/2007 Op 2 januari indien verkiezing plaats vindt tijdens de installatievergadering gemeenteraad. In elk geval uiterlijk voor 22/01/2007.
Bijlagen Voordrachtsakte politieraad http://www.vvsg.be/nl/veiligheid/detail.shtml?number=15965 Modelakte van eedaflegging http://www.vvsg.be/nl/veiligheid/detail.shtml?number=15967 Model PV installatie politieraad http://www.vvsg.be/nl/veiligheid/detail.shtml?number=15969 Regelgeving Wet van 1 december 2006 tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, Belgisch Staatsblad 4 december 2006, blz. 67014. KB van 20 december 2000 betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad. http://www.vvsg.be/nl/veiligheid/detail.shtml;jsessionid=g0p2qseftkn06?number=14847 PLP 2 van 21 december 2000 betreffende de verkiezing van de leden van de politieraad in een meergemeentenzone. http://www.vvsg.be/nl/veiligheid/detail.shtml;jsessionid=g0p2qseftkn06?number=14849
Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
32
Nota van 20 november 2006 van de minister van Binnenlandse Zaken over de verkiezing en installatie van de nieuwe politieraden. (http://www.vvsg.be/nl/veiligheid/detail.shtml?number=15394)
Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
33
Wat als? 1. De voordrachtsakte voor de kandidaat-burgemeester wordt pas na de installatievergadering voorgelegd. Een akte van voordracht die wordt voorgelegd na de installatievergadering van de gemeenteraad is slechts ontvankelijk indien ze ondertekend is door meer dan de helft van de gemeenteraadsleden, alsook door een meerderheid van de gemeenteraadsleden die op dezelfde lijst als de voorgedragen kandidaatburgemeester verkozen zijn. Zie artikel 59 §1 van het gemeentedecreet 2. Er moet een burgemeester buiten de raad worden benoemd. Wordt er onder de raadsleden geen burgemeester gevonden dan kan er, op eensluidend advies van de Bestendige Deputatie van de provincieraad, een burgemeester worden benoemd die geen gemeenteraadslid is. Het moet wel een gemeenteraadskiezer zijn die minstens vijfentwintig jaar oud is. De burgemeester die buiten de gemeenteraad is benoemd, is aanwezig op de vergaderingen van de gemeenteraad. Hij beschikt in de gemeenteraad enkel over een raadgevende stem. Zie artikel 59 §2 van het gemeentedecreet 3. Er is geen (ontvankelijke) voordracht voor de kandidaat-voorzitter. Zie vraag 7 4. Er is geen (ontvankelijke) gezamenlijke voordracht voor de kandidaat-schepenen. Zie vraag 8. 5. Er werd bezwaar tegen de gemeenteraadsverkiezingen ingediend. a. Ingeval bezwaar werd ingediend tegen de verkiezing en als die vervolgens toch geldig werd verklaard, worden de nieuw verkozen raadsleden door de uittredende voorzitter van de gemeenteraad bijeengeroepen op de installatievergadering binnen tien dagen na de dag waarop de uitslag van de verkiezing definitief is. Als de nieuw verkozen raadsleden niet binnen tien dagen zijn bijeengeroepen door de uittredende voorzitter, gebeurt de bijeenroeping door een uittredend lid van het college van burgemeester en schepenen in volgorde van rang. b. Als bezwaar werd ingediend tegen de verkiezing en als die verkiezing vervolgens ongeldig werd verklaard en er een nieuwe verkiezing gehouden moet worden, worden de nieuw verkozen raadsleden door de uittredende voorzitter van de gemeenteraad bijeengeroepen op de installatievergadering binnen tien dagen na de dag waarop de uitslag van de nieuwe verkiezing definitief is. Als de nieuw verkozen raadsleden niet binnen tien dagen zijn bijeengeroepen door de uittredende voorzitter, gebeurt de bijeenroeping door een uittredend lid van het college van burgemeester en schepenen in volgorde van rang. Zie artikel 7 van het gemeentedecreet
Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
34
6. Door een wijziging van de zetelverdeling, door de Raad voor de verkiezingsbetwistingen, kan de installatievergadering niet plaats vinden op 2 januari 2007. De Raad voor de Verkiezingsbetwistingen kan ambtshalve of na een bezwaar, de zetelverdeling wijzigen. Een beroep tegen dergelijke beslissing bij de Raad van State is opschortend. Wanneer de Raad van State zich niet tijdig over het beroep kan uitspreken kan de installatie van de gemeenteraad niet van rechtswege plaatsvinden op 2 januari 2007. De nieuw verkozen raadsleden worden dan bijeengeroepen zoals beschreven in (5.a.) nadat de zetelverdeling definitief is. Zie artikel 7 van het gemeentedecreet 7. Er is geen voordrachtsakte voor de kandidaat-voorzitter van de gemeenteraad Als er geen (ontvankelijke) akte van voordracht is, kiest de gemeenteraad binnen de veertien dagen een voorzitter. Dit gebeurt ook op basis van een voordrachtsakte maar met een enkele meerderheid en met een echte verkiezing in plaats van een verkozenverklaring. Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht ondertekend zijn door ten minste een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst werden verkozen als de voorgedragen kandidaat. Zijn er slechts twee verkozen dan is één handtekening voldoende. Elk raadslid kan slechts één akte van voordracht ondertekenen. Drie dagen voor de volgende vergadering van de gemeenteraad moet de gemeentesecretaris de voordrachtsakte in handen hebben. De verkiezing gebeurt bij geheime stemming. Er zijn verschillende mogelijkheden: een kandidaat behaalt de volstrekte meerderheid van de stemmen: hij is verkozen; geen enkele kandidaat krijgt een volstrekte meerderheid van de stemmen. Dan vindt een tweede stemronde plaats waarin wordt gestemd op de twee kandidaten die in de eerste stemronde de meeste stemmen behaalden. Bij staking van stemmen in de eerste stemronde komt de kandidaat die bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste naamstemmen heeft behaald, in aanmerking voor de tweede stemronde. De kandidaat die in de tweede stemronde de meerderheid van de stemmen heeft behaald, is verkozen tot voorzitter. Bij staking van stemmen is de kandidaat die bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste naamstemmen heeft behaald, verkozen tot voorzitter. Als de naamstemmen bepalend zijn en de kandidaten een gelijk aantal naamstemmen hebben behaald, is de voorgedragen kandidaat verkozen van wie de lijst bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste stemmen heeft behaald. Zie artikel 8 en 44 van het gemeentedecreet 8. Er is geen (ontvankelijke) voordrachtsakte voor de kandidaat-schepenen Als geen ontvankelijke gezamenlijke akte van voordracht van kandidaat- schepenen aan de voorzitter van de installatievergadering wordt overhandigd, beslist de gemeenteraad op de installatievergadering over het aantal te verkiezen schepenen en wordt binnen veertien dagen overgegaan tot afzonderlijke verkiezing van de schepenen onder de gemeenteraadsleden. De gemeenteraadsleden kunnen hiertoe kandidaat-schepenen voordragen. Per schepenmandaat wordt uiterlijk drie dagen voor de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad een gedagtekende akte van voordracht aan de gemeentesecretaris bezorgd. Om ontvankelijk te zijn, moet de akte van voordracht ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de personen die op dezelfde lijst werden verkozen als de voorgedragen kandidaat. Als de lijst Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
35
waarop de kandidaat-schepen voorkomt slechts twee verkozenen telt, volstaat de handtekening van een van hen. Elk gemeenteraadslid kan slechts één akte van voordracht ondertekenen per schepenmandaat. Als de schriftelijk voorgedragen kandidaturen niet volstaan om het college volledig samen te stellen, kunnen kandidaten mondeling op de zitting worden voorgedragen. De verkiezing gebeurt bij geheime stemming, door evenveel afzonderlijke stemmingen als er schepenen te kiezen zijn. De kandidaat die de volstrekte meerderheid van de stemmen heeft behaald, is verkozen tot schepen. Als geen enkele kandidaat de volstrekte meerderheid van de stemmen heeft behaald en als meerdere kandidaten werden voorgedragen voor het vacante schepenmandaat, vindt een tweede stemronde plaats. Daarin wordt gestemd op de twee kandidaten die in de eerste stemronde de meeste stemmen hebben behaald. Bij staking van stemmen in de eerste stemronde komt de kandidaat die bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste naamstemmen heeft behaald, in aanmerking voor de tweede stemronde. De kandidaat die in de tweede stemronde de meerderheid van de stemmen heeft behaald, is verkozen tot schepen. Bij staking van stemmen is de kandidaat die bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste naamstemmen heeft behaald, verkozen tot schepen. Als de naamstemmen bepalend zijn en de kandidaten een gelijk aantal naamstemmen hebben behaald, is de voorgedragen kandidaat verkozen van wie de lijst bij de gemeenteraadsverkiezingen de meeste stemmen heeft behaald. In geval van afzonderlijke verkiezing van de schepenen wordt de rang van de schepenen bepaald door de volgorde van de stemmingen. De schepenen die op grond van art. 45 § 1, derde lid, § 3, tweede lid, of op grond van artikel 44, § 4, tweede lid, een schepen opvolgen, nemen de rang in in volgorde van hun verkiezing of benoeming. De schepen van rechtswege overeenkomstig artikel 44, § 3 (de OCMWvoorzitter), is steeds de laatste schepen in rang. Zie artikel 45 §3 en §4 gemeentedecreet 9. Er zit geen persoon van het andere geslacht in het college van burgemeester en schepenen Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 15, § 2, van de Nieuwe Gemeentewet, bestaat het college van burgemeester en schepenen uit personen van verschillend geslacht. (rechtstreekse verkiezing van de schepenen in de randgemeenten en Voeren). Indien het college van burgemeester en schepenen na de verkiezing van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn niet rechtsgeldig blijkt te zijn samengesteld overeenkomstig het eerste lid, wordt de laatste overeenkomstig artikel 45, § 3, of 50, § 1, verkozen schepen in rang, van rechtswege vervangen door het op dezelfde lijst verkozen gemeenteraadslid van het andere geslacht met de meeste naamstemmen. Als verschillende raadsleden van het andere geslacht een gelijk aantal naamstemmen hebben behaald, geniet het raadslid dat de hoogste plaats op de lijst bekleedt voorrang onder die raadsleden. Als er geen verkozen gemeenteraadsleden van het andere geslacht op die lijst voorkomen, wordt de schepen van rechtswege vervangen door de eerste opvolger van het andere geslacht op die lijst. In afwijking van het tweede lid wordt, indien het college van burgemeester en schepenen na de verkiezing van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn niet rechtsgeldig blijkt te zijn samengesteld overeenkomstig het eerste lid, en ingeval de overeenkomstig artikel 45, § 3, of 50, § 1, laatst verkozen schepen in rang, bij de verkiezing van de gemeenteraadsleden verkozen werd op een lijst die maar één kandidaat bevat, de voorlaatste schepen in rang vervangen overeenkomstig de bepalingen van het tweede lid. Als ook de voorlaatste schepen in rang verkozen werd op een lijst die Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
36
maar één kandidaat bevat, wordt de derde laatste schepen in rang, of in voorkomend geval de eerstvolgende laatste schepen in rang, vervangen overeenkomstig dezelfde bepalingen. Zie artikel 44 § 4 gemeentedecreet 10. De raad voor maatschappelijk welzijn telt na de verkiezing geen mannen én vrouwen Dan zal de laatst verkozen persoon (d.i. de persoon die het minst aantal stemmen heeft behaald) die voorkomt op de voordrachtsakte waarvan het hoogste aantal leden is verkozen, van rechtswege vervangen worden door de persoon van het andere geslacht die op diezelfde voordrachtsakte voorkomt en het meeste stemmen heeft behaald. Bij gelijk aantal of geen stemmen is dit de eerste persoon van het andere geslacht op die voordrachtsakte. In dit laatste geval wordt de volgorde van de namen op de voordrachtsakte dus wèl belangrijk. Doordat men de stemmenverdeling zo efficiënt mogelijk moet doen, is het natuurlijk ook mogelijk dat verschillende verkozen personen hetzelfde aantal stemmen halen. Wie is dan te vervangen persoon? Hoewel de wet dit niet duidelijk zegt gaan we ervan uit dat in dat geval de voorrangsregels uit artikel 15 OCMW-wet toegepast worden. Stel nu dat meerdere voordrachtsakten het hoogst aantal verkozenen tellen (dus een gelijk aantal verkozenen), dan wordt de laatst verkozen persoon die voorkomt op die voordrachtsakten, van rechtswege vervangen door de persoon van het andere geslacht van dezelfde voordrachtsakte als het raadslid dat vervangen wordt, die het meeste stemmen heeft behaald. Ook hier geldt bij gelijk aantal of geen stemmen dat de eerste persoon van het andere geslacht op die voordrachtsakte genomen wordt. Wanneer die persoon van het andere geslacht die via vervanging lid van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt, verwant is, gehuwd is of wettelijk samenwoont met een lid van de raad voor maatschappelijk welzijn, dan gaat die vervanging niet door en komt de eerstvolgende persoon van het andere geslacht die op dezelfde voordrachtsakte voorkomt in de raad. Het kan gebeuren dat men de voorgaande regels niet kan toepassen, b.v. omdat men tijdens de legislatuur na verloop van tijd vaststelt dat er door verschillende vervangingen geen personen van het andere geslacht meer voorhanden zijn op de voordrachtsakten. In dat geval kunnen de gemeenteraadsleden die de voordracht van het te vervangen lid hadden ondertekend, gezamenlijk een kandidaat-werkend lid en een of meer kandidaat-opvolgers voordragen. Als hiermee aan de voorwaarde van verschillend geslacht wordt voldaan, worden deze kandidaten gekozen verklaard. Is dit niet zo, dan wordt in de vervanging voorzien bij een geheime stemming waarbij elk gemeenteraadslid over één stem beschikt en de kandidaat die de meeste stemmen behaalde, als verkozen wordt verklaard. Bij staking van stemmen, geldt de bovenvermelde rangorde. Zie artikel 15bis van de OCMW-wet 11. Bij de verkiezing van de OCMW-raadsleden worden er onregelmatigheden vastgesteld. Enkel de gemeenteraadsleden en de kandidaten die voorkomen op de voordrachtakten voor de verkiezing van de OCMW-raadsleden kunnen bezwaar aantekenen. Bezwaren tegen de verkiezing worden niet langer ingediend bij de bestendige deputatie van de provincie waartoe de gemeente behoort, maar bij een administratief rechtscollege dat bevoegd is om bezwaren te behandelen tegen zowel de verkiezing van de gemeenteraadsleden als van de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn. Dit is de raad voor verkiezingsbetwistingen die in elke provincie opgericht wordt. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, uiterlijk de vijfde dag die volgt op de afkondiging van de verkiezingsuitslag. Het is niet opschortend. Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
37
De raad voor verkiezingsbetwistingen doet binnen de dertig dagen na de ontvangst van het dossier een uitspraak. Als binnen die termijn geen uitspraak volgt, wordt de verkiezing als regelmatig beschouwd. Tegen die uitspraak of wanneer geen uitspraak werd gedaan, kan beroep worden ingesteld bij de Raad van State. Zie artikel 18 van de OCMW-wet, artikel 85bis van de Gemeentekieswet en het besluit van de Vlaamse regering van 16 september 2006 houdende de aanstelling van de leden van de Raden voor verkiezingsbetwistingen en de vaststelling van hun vergoedingen. 12. Er is geen ontvankelijke voordracht voor de kandidaat voorzitter van het OCMW. Is er geen ontvankelijke akte van voordracht van kandidaat-voorzitter aan de voorzitter van de installatievergadering overhandigd, dan gaat de raad onmiddellijk over tot verkiezing van een voorzitter. De verkiezing gebeurt bij geheime stemming. De kandidaat die de volstrekte meerderheid van de stemmen heeft behaald, is verkozen tot voorzitter. Als geen enkele kandidaat de volstrekte meerderheid van de stemmen heeft behaald, vindt een tweede stemronde plaats, waarin wordt gestemd op de twee kandidaten die in de eerste stemronde de meeste stemmen hebben behaald. Bij staking van stemmen in de eerste stemronde komt de kandidaat die bij de verkiezing van de raad voor maatschappelijk welzijn de meeste stemmen heeft behaald, in aanmerking voor de tweede stemronde. De kandidaat die in de tweede stemronde de meerderheid van de stemmen heeft behaald is verkozen tot voorzitter. Als op basis van die regeling niet kan worden bepaald wie in aanmerking komt voor de tweede stemronde, wordt voorrang verleend overeenkomstig de algemene rangorde uit artikel 15, tweede lid. Bij staking van stemmen is de kandidaat die bij de verkiezing van de raad voor maatschappelijk welzijn de meeste stemmen heeft behaald, verkozen tot voorzitter. Als op basis van die regeling geen voorzitter kan worden aangewezen, wordt voorrang verleend overeenkomstig artikel 15, tweede lid. 13. Het vast bureau telt geen mannen én vrouwen. In dat geval wordt de verkozene die de minste stemmen heeft behaald vervangen door een raadslid van het andere geslacht dat voorgesteld was op dezelfde voordrachtsakte die gebruikt wordt voor de voordracht van de kandidaat-OCMW-raadsleden aan de gemeenteraad. Bij staking van stemmen is de jongste kandidaat in jaren verkozen. Bij gebrek aan leden van het andere geslacht op deze voordrachtsakte, mag eender welk raadslid van het andere geslacht verkozen worden. Zie artikel 27, §3bis van de OCMW-wet.
Draaiboek installatie politieke organen - VVSG - 15 oktober 2006
38