Notulen van de openbare vergadering van de raad van de gemeente De Marne gehouden op dinsdag, 27 november 2012 om 20.00 uur in het gemeentehuis, R. Ritzemastraat 2 in Leens. Aanwezige raadsleden: de heer M.A. Buikema de heer H. Gesink de heer H. van der Heide de heer S.M. Hielema mevrouw M.K. Leffers-Koning de heer J. Roffel de heer J.B. Schouten van Schagen de heer V. van der Veen de heer R.A. Veenwijk de heer J.P. van der Vis mevrouw J.H. Vogel de heer R. Vogel de heer T.M. de Vries mevrouw A.A. Waal-van Seijen de heer F.P. van der Zee Voorzitter:
de heer F.H. Wiersma
- tevens burgemeester
Griffier:
mevrouw M. Hegeman-van Eisden
Aanwezige leden burgemeester en wethouders: de heer K.P. Berghuis de heer H.W. van Gelder de heer B.W. Verwey de heer H.E. Waalkens
- wethouder - wethouder - gemeentesecretaris - wethouder
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1. Opening, vaststelling agenda en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering, heet de aanwezigen welkom. De heer Buikema stelt voor om een motie vreemd aan de orde van de dag als agendapunt toe te voegen. De voorzitter stelt voor om dit te doen als toegevoegd agendapunt onder punt 13a en constateert dat met inachtneming daarvan de gewijzigde agenda wordt vastgesteld. 2. Spreekrecht voor het publiek. Geen van de aanwezigen maakt gebruik van het spreekrecht. 3. Aanwijzen van de primus bij hoofdelijke stemming. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad wordt overgegaan tot aanwijzing van een primus. Daartoe wordt getrokken nummer 5, de heer Hielema. 4. Vaststelling van de notulen van de raadsvergaderingen van 16 oktober en 6 november 2012 alsmede de lijst van toezeggingen. 16 oktober 2012 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. 1
6 november 2012 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld. Lijst van toezeggingen Hierover worden geen op- of aanmerkingen gemaakt. 5. Ingekomen stukken. Opiniërende bespreking: Hierover worden geen op- of aanmerkingen gemaakt. Besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de voorstellen besloten. 6. Klimaatbeleidsplan 2014-2020. Opiniërende bespreking: De heer Hielema is erg tevreden over dit voorstel. Hoe gaat de gemeente deze materie aanpakken op Lauwersoog en hoe wil ze invulling geven aan haar regierol die zij in dit verband heeft. Gaat de gemeente zich aansluiten bij een energiebesparingsplatform welke per 1 januari 2013 door de gemeente Groningen in het leven wordt geroepen. Schouwerzijl en Pieterburen fungeren als voorbeelddorpen. Wordt nog bekeken of de energiebesparende maatregelen daar nog kunnen worden uitgebreid. Omdat het inkoopcontract van energie afloopt doet hij de suggestie dat indien dat leidt tot een financieel gunstiger contract dit te storten in een speciaal fonds waaruit initiatieven gestimuleerd kunnen worden. Dit geldt ook voor besparingen als gevolg van de plaatsing van 21 zonnepanelen. De publiciteit daarover was minimaal en is voor verbetering vatbaar. De heer Van der Veen is ingenomen met dit voorstel. Dit stuk richt zich meer op het aspect energie dan op het aspect klimaat. Op het energiegebruik kan worden bespaard door bezuiniging en door gedragsbeïnvloeding. De aandacht moet meer worden gericht op de voorbeeldrol die de gemeente in dezen heeft. De besparingen die dit oplevert zouden weer ingezet kunnen worden voor bepaalde initiatieven. Zodoende krijgt dit plan een steviger basis en wordt een en ander structureel gefinancierd. De heer De Vries vindt dat op een goede en verantwoorde wijze met het milieu moet worden omgegaan ook omdat de fossiele brandstoffen in snel tempo opraken. De gemeente moet pleitbezorger zijn van een goed milieubeleid en zichzelf daarbij tot voorbeeld stellen en zonnepanelen installeren. Het is de vraag of de gestelde ambities in dit plan, haalbaar zijn want dat hangt ook af van rijks- en provinciale stimuleringssubsidies. Initiatieven van burgers worden gestimuleerd en samen met verenigingen en Wierden en Borgen wordt er naar gestreefd daar inhoud aan te geven. Het is een goede zaak dat de beschikbare € 85.000,-- wordt aangewend voor cofinanciering. Het ontbreekt aan een prioritering van projecten die de gemeente wil ondernemen. Mevrouw Leffers vindt het een goede zaak dat met zo weinig mogelijkn middelen zo veel mogelijk initiatieven ter hand worden genomen. Met het inzetten van de website en burgerparticipatie kan het draagvlak voor dit plan worden vergroot. De heer Van der Zee merkt op dat in 2010 wethouder Van Gelder stelde dat initiatieven van inwoners moesten worden aangemoedigd. De ambities van het college overstijgen de hoge ambities in Europees verband en van het rijk. Het is duidelijk dat op het punt van de energiebesparing van woningen nog veel voordeel behaald kan worden en dat geldt ook voor de eigen gebouwen en voorzieningen. Misschien kan er zo veel worden bespaard dat de gestelde bezuiniging op het zwembad in één keer gehaald kan worden. Het rijtje te onderzoeken zaken is groot en ze kosten veel geld maar deze kosten worden steeds als pro memorie geraamd. Voor 2013 en 2014 is € 10.000,-- beschikbaar voor communicatie en voor het doen van investeringen. Er moeten heldere keuzes worden gemaakt want die geven doorgaans het meeste rendement. Op oplaadpunten voor elektrische fietsen kan bespaard worden want dat is door ondernemers al opgepakt. De concrete voorstellen die het college aankondigt, worden met belangstelling tegemoet gezien. Besparingen op energie zijn mooi maar hij vreest dat financiële ingrepen van het rijk, roet in het eten gooien. De heer Van Gelder zegt dat de gemeente haar ambities zo heeft geformuleerd dat ze aansluiten bij de beperkte middelen die voorhanden zijn. De gemeente kan met behulp van communicatie een stimulerende rol spelen en dorpen met elkaar in contact brengen als er in een bepaald dorp goede initiatieven zijn ondernomen. Als dat mogelijk is dan wil hij zeker aanhaken bij het energieplatform Groningen. Aan de plaatsing van de zonnepanelen had inderdaad wat meer publiciteit gegeven kunnen worden. Dat in deze nota het accent zwaarder op energiebesparing ligt dan op het klimaat, klopt. Er is onlangs een behoorlijke opruimactie gehouden van allerlei financiële potjes. Er staat geld gereserveerd voor de ambities van dit beleidsplan en hij vindt dat er geen
2
andere speciale kleine financiële potjes van middelen, die voortkomen uit energiebesparende maatregelen, naast deze moeten worden gevormd. De heer Van der Veen vindt dat die houding getuigt van weinig visie en ambitie. De heer Van Gelder legt uit dat het vormen van financiële potjes afhangt van de omvang van de baten die een bepaald plan oplevert. Het is juist de ambitie om meer te kunnen ondernemen dan in dit plan staat aangegeven. Met het nu beschikbaar gestelde geld kunnen initiatieven worden opgepakt maar je weet van tevoren niet wat je onderweg tegenkomt. De heer Buikema vindt dat uit de stellingname van GroenLinks niet blijkt dat zij bereid is tot het doen van integrale afwegingen. De heer Van der Veen vindt dat hij op basis van het gepresenteerde overzicht niet in staat is om keuzes te maken omdat relatief kleine baten verdwijnen op een bepaalde post. Hij denkt dat door het doen van bepaalde ingrepen zoals het beperken van CO2 uitstoot als neveneffect de werkgelegenheid kan worden vergroot. Met de nu gehanteerde werkwijze kunnen die effecten niet zichtbaar worden gemaakt. De heer Buikema is niet zo ver dat hij nu al een keuze wil maken in de besteding van de baten die dit plan oplevert. De heer Van der Zee vindt het bedrag van € 85.000,-- een mooie start is en als er acceptabele initiatieven komen die dat bedrag te boven gaan dan wordt daarvoor dekking gezocht. Geld dat binnenkomt, komt ten goede aan de algemene middelen en je kunt geen geld uitgeven waarover je niet beschikt. De heer Van Gelder verklaart uitdrukkelijk dat dit plan niet gezien moet worden als een beperking van de ambities die zij heeft. Op de laatste bladzijde van het plan wordt er voor gekozen om in te zetten voor “brede” maatregelen. Het realiseren van oplaadpunten voor fietsen is niet iets wat alleen door ondernemers kan worden opgepakt maar afhankelijk van de plaatselijke situatie ook door de gemeente. De heer Hielema zegt dat direct kan worden aangesloten op energieplatforms waar je ten allen tijde terecht kunt met vragen en problemen want dat kan hier niet. De heer Van der Veen doelt in zijn betoog op investeringen die zichzelf terugverdienen en dus een bepaalde waarde hebben. Als je als gemeente stelt dat je een voorbeeldfunctie hebt en niet voor ogen hebt wat de consequenties zijn van bepaalde uitgaven dan ben je op een bepaald moment ook niet in staat om bepaalde afwegingen te maken en ga je die discussie uit de weg. De heer Van Gelder zal nagaan of het zinvol is om aan te sluiten bij bepaalde energieplatforms. De heer Van der Veen stelt voor om de rendementen van investeringen op dit vlak beter zichtbaar te maken zodat er ten tijde van de behandeling van de Kadernota bepaalde keuzes gemaakt kunnen worden. De heer Buikema is het eens met het voorstel van de heer Van der Veen. De heer Van der Vis stelt vast dat de wethouder al heeft aangegeven hoe zal worden omgegaan met de situatie rond bezuinigingen en investeringen. Mevrouw Leffers is het met de heer Van der Vis eens. Met dit plan kan van start worden gegaan en zodra zich afwijkingen voordoen dan zal de raad daarover worden geïnformeerd. De heer De Vries is het ook met de heer Van der Vis eens. De heer Van der Veen blijft vinden dat de investeringen wel zichtbaar worden in de begroting maar de besparingen niet. De heer Van Gelder antwoordt dat deze discussie ook is gevoerd in het college. Anderzijds wil hij niet voor elk wissewasje naar de raad. Als zich steekhoudende initiatieven aandienen dan zal de raad daar bij worden ingeschakeld. De heer Buikema suggereert om de omvang van de besparingen te relateren aan het totale energiegebruik want op die manier ontstaat er inzicht in de situatie. De heer Van Gelder wijst er op dat dit gecompliceerd ligt want bij plaatsing van zonnepanelen op scholen vloeien de baten niet naar de gemeente maar naar schoolbesturen. Besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 7. Beleidsplan beschoeiingen, kademuren en steigers 2014-2023. Opiniërende bespreking: De heren Van der Vis en Van der Heide vinden het een goede zaak dat er inzicht is ontstaan over de situatie maar maken zich zorgen om het kostenaspect.
3
De heer Van der Veen vindt dat het stuk weinig serieuze keuzemogelijkheden biedt. De toeristische- en recreatieve ambities van de gemeente zijn duidelijk en tegen die achtergrond kunnen duidelijke keuzes worden gemaakt. Als er een bredere kosten-baten analyse was gemaakt dan hadden duidelijker keuzes gemaakt kunnen worden. De heer De Vries concludeert dat in de Kadernota over de bekostiging nadere keuzes gemaakt zullen worden. De heer Vogel stemt ook in met het collegevoorstel. De heer Berghuis maakt zich ook zorgen over de financiering. Hij is het met GroenLinks eens dat duidelijke prioriteiten moeten worden gesteld. Dit plan geeft de stand van zaken aan en op basis daarvan wordt aan een integrale aanpak gewerkt. De gepresenteerde kostenbedragen zijn reëel en met dat gegeven in het achterhoofd kan aan fondswerving worden gedaan. Besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. De voorzitter schorst de vergadering. Na heropening wordt aan de orde gesteld: 8. Bebording evenementen. Opiniërende bespreking: Mevrouw Vogel vindt dat het hier gaat om een forse investering maar het leidt wel tot een besparing van € 10.000,--. Ze stemt in met het collegevoorstel. De heer Vogel geeft met het noemen van een aantal grote evenementen (Halve Marathon, Pinksterfeesten, Carnaval, Hemelvaartsmarkt enzovoorts) aan waardoor een dorp leefbaar wordt en hoe daarmee veel mensen op de been gebracht kunnen worden. In dat gebeuren spelen vrijwilligers een cruciale rol en verdienen daarvoor een compliment. Vrijwilligers weten waaraan ze beginnen om een evenement mogelijk te maken. Het kan en mag niet de bedoeling zijn dat je ten allen tijde en voor alle doeleinden een beroep mag doen op vrijwilligers. Hij waardeert dit collegevoorstel want als je een commerciële prijs zou moeten betalen voor de bebording van evenementen dan was het met die evenementen snel afgelopen. De vraag rijst wat de criteria zijn om het onderscheid tussen grote- en kleine evenementen (b.v. een braderie) te bepalen. De heer Van der Vis stemt ook in met het collegevoorstel maar is benieuwd hoe groot het draagvlak is voor dit voorstel. Hij informeert ook naar het onderscheid dat wordt gemaakt tussen grote- en kleine evenementen. Een vraag is ook waarom er geen veegauto meer kan worden ingezet en of dat toch niet gerealiseerd kan worden. De heer Van der Heide merkt op dat eerst een brief is gestuurd die de nodige onrust teweegbracht. Daarin werd gewag gemaakt van het in rekening brengen van 50 % van de kosten maar over de omvang van de kosten werd geen opgave gedaan. Op het eerste gezicht lijkt het betalen van € 300,-- heel acceptabel maar het vergt een behoorlijk grotere inzet van vrijwilligers. Goed beschouwt kost de nu gepresenteerde investering (€ 18.000,--) de gemeente maar een klein beetje meer dan dat de zaak nu kost (€15.500,--). Daarom doet hij de suggestie om de afschrijvingstermijn met twee jaar te verlengen. Van de nu gepresenteerde rekensom begrijpt hij niets. Verenigingen lopen bij de organisatie van evenementen aan tegen veel verplichtingen en regelgeving, tijdsinzet van leden, kosten enzovoorts. De heer Berghuis antwoordt dat met de verenigingen waaraan in december een brief werd gestuurd, gesprekken zijn gevoerd. Dat heeft geleid tot dit voorstel. Dit leidde in eerste instantie tot een besparing voor de gemeente vanwege het herstelplan. Daar kwam voor de gemeente een extra besparing van € 10.000,-- bovenop wat beschouwd kan worden als een voorschot op de besparing op de post voorzieningen. De feitelijke kosten van de Halve Marathon komen voor de gemeente nu neer op rond € 4.200,--. De heer Van der Heide begrijpt de gevolgde redenering niet. De kosten van € 15.500,-- vallen weg en er wordt € 18.000,-- geïnvesteerd voor aankoop van borden. Omdat die kosten door de verenigingen worden betaald verloopt een en ander budgettair neutraal. Hoe kan het dan dat de gemeente hierdoor € 10.000,-- bespaart. De heer Berghuis legt uit dat niet alleen voor bebording maar ook voor inzet van materieel en personeel door de gemeente kosten worden gemaakt. Als je daar ook rekening mee houdt bespaart de gemeente € 10.000,-- extra, bovenop de besparing van het herstelplan. De werkzaamheden die aan de borden moeten worden gedaan worden dan door verenigingen gedaan. De heer Van der Vis vindt dat het voor de verenigingen leidt tot een aanzienlijke kostenpost. De heer Van der Heide zou graag toewillen naar een langere afschrijvingstermijn omdat dit voor de verenigingen leidt tot lagere kosten. Mevrouw Vogel merkt op dat er hoe dan ook bezuinigingen moeten plaatsvinden en tegen die achtergrond is dit collegevoorstel acceptabel. 4
De heer Vogel herhaalt de vraag inzake het onderscheid tussen grote- en kleine evenementen. De heer Van der Veen stemt in met het collegevoorstel. De heer Berghuis merkt op dat over het onderscheid tussen grote en kleine evenementen lastig is in te vullen. Hierover beraadt hij zich nader en anderzijds lijkt het hem raadzaam dat in overleg te doen met de verenigingen en te laten afhangen van de situatie. De heer Buikema dringt er op aan om de afschrijvingstermijn op te rekken van 10 naar 12 jaar en een staffel aan te brengen in de kosten die in rekening worden gebracht. Op die manier kom je gemeenten financieel aanzienlijk tegemoet zonder dat het de gemeente uiteindelijk geld kost. De heer Van der Vis is het niet eens met de heer Buikema. De heer Berghuis houdt vast aan het gepresenteerde collegevoorstel ook omdat de verenigingen daarop positief hebben gereageerd. Besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 9. Controleprotocol accountantscontrole 2012 inclusief normenkader. Opiniërende bespreking: Hierover worden geen op- of aanmerkingen gemaakt. Besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 10. Sisa verantwoording over de jaren 2008-2010 inzake Brede doeluitkering (BDU) Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Opiniërende bespreking: De heer Van der Veen vraagt of dit voorstel financiële consequenties heeft. De heer Waalkens antwoordt dat dit voorstel geen effect heeft voor de vastgestelde jaarrekeningen. Het gaat hier uitsluitend om de financiële verantwoording die aan het rijk moet worden gedaan. Besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. De heer Gesink neemt het voorzitterschap over van de heer Wiersma. 11. Programma actualisering verordening 2e tranche Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en Erfgoedverordening. Opiniërende bespreking: De heren Roffel en De Vries merken op dat in artikel 16 van de Erfgoedverordening het gemeentelijke archeologiebeleid niet is meegenomen waardoor de bescherming daarvan onvoldoende lijkt te zijn gewaarborgd. Mevrouw Waal heeft opgemerkt bij onderdeel I, nummers 1 en 2 van de APV dat het in bezit hebben van inbrekerstuig verboden is, behalve als je het voor wat anders gaat gebruiken. Dat roept vragen op. De heer Wiersma legt uit dat de wijziging van de APV zo wordt voorgesteld door de VNG. De heer Van Gelder antwoordt dat de bedoelde bescherming is vastgelegd in het bestemmingsplan. Deze zijn, behalve voor het Lauwersmeergebied en Marnewaard, allemaal geactualiseerd. De Provinciaal Archeoloog heeft het college er op gewezen dat een andere benadering van het archeologisch beleid voor het Waddengebied met meerdere gemeenten gewenst is en het college staat hier positief tegenover. De heer Roffel vindt dat door activiteiten van amateurarcheologen de bescherming in het gedrang kan komen. De heer De Vries vraagt of een en ander dan volledig in bestemmingsplannen geregeld gaat worden. De heer Van Gelder blijft er bij dat het bestemmingsplan voldoende bescherming biedt. Als in samenspraak met de Provinciaal Archeoloog het gemeentelijke archeologiebeleid wordt vastgesteld, zal ook artikel 16 van de Erfgoedverordening verder worden ingevuld. Besluitvorming: De heer Roffel is er niet van overtuigd dat de lacunes zijn weggewerkt bij het toepassen van het bestemmingsplan in plaats van het toepassen van artikel 16 van de Erfgoedverordening zoals is gesteld door de heer Van Gelder. Op dat onderdeel van de Erfgoedverordening maakt hij een voorbehoud. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de voorstellen besloten met inachtneming van vorenstaande. De heer Wiersma neemt het voorzitterschap over van de heer Gesink. 12. Verslaggeving vertegenwoordigers in organen van gemeenschappelijke regelingen enzovoorts. Geen van de leden doet verslag van een bijgewoonde vergadering.
5
13. Rondvraag. (Opmerking notulist: Eerst wordt de schriftelijk gestelde vraag aangehaald en vervolgens wordt de beantwoording weergegeven) Vraag van de fractie van ChristenUnie In diverse kranten zijn de afgelopen weken stukken verschenen over de haven van Lauwersoog. Uit de stukken blijkt een stuk frustratie over de gang van zaken rond Lauwersoog en dat er bij veel ondernemers en vissers onduidelijkheid wordt gevoeld over welke richting het college met de haven opwil. De CU fractie is van mening dat dit een onwenselijke situatie is en dat bij voortduring van die onduidelijkheid dit uiteindelijk schade kan opleveren aan de haven van Lauwersoog. De fractie heeft daarom de volgende vragen: - Is het college van mening dat zonder de visserij de haven van Lauwersoog geen bestaansrecht heeft; - is het college ook de mening toegedaan dat de berichtgeving over de haven van Lauwersoog schadelijk is voor de haven en haar ontwikkeling; - welke stappen gaat het college nemen om de frustratie en onduidelijkheid die er heerst weg te nemen, en hoe snel gaat het college dat doen? - blijft er ruimte in de haven van Lauwersoog voor bedrijven en nieuwe bedrijven die geen bijdrage leveren aan de toeristische sector maar wel werkgelegenheid bieden? Antwoord: De heer Waalkens stelt dat de recreatie en het toerisme in ProLoog is afgeleid van de visserij. De perspectieven van de visserij bepalen het beleid dat de gemeente voert en dat geldt ook bij de realisatie van havenvoorzieningen. Het heeft het college erg gestoord en het klopt ook niet dat in de pers stond dat de gemeente zich alleen zou inzetten voor de belangen van toerisme en recreatie. Er wordt een reconstructie van de oostkant van de haven meegenomen omdat een en ander 40 jaar oud is en het is de bedoeling om het perspectief en de inpassing van de Visafslag daarin nadrukkelijk te betrekken. Het college heeftj geen enkel belang bij de negatieve berichtgevingen omdat dit erg schadelijk is voor de haven, de ondernemers en verdere ontwikkelingen op Lauwersoog. Daar waar een verkeerde beeldvorming werd geponeerd is dat gecorrigeerd en het college doet erg zijn best om die ontstane beeldvorming te veranderen. Er is een team gevormd om de informatievoorziening te stroomlijnen ook omdat binnenkort besluiten worden genomen over de aanpak van de oostkant van de haven en aan de visserij gerelateerde voorzieningen maar over de westkant voor toeristischeen recreatieve voorzieningen. Het is zodoende duidelijk dat het om een gecombineerde en ondeelbare aanpak gaat. Er blijft beslist ruimte voor nieuwe bedrijven aan de oostkant van de haven om zich te vestigen ook al hebben ze geen binding met de recreatieve sector. De heer De Vries dringt er op aan om in gesprek te gaan met de ondernemers om de ontstane onrust weg te nemen. De heer Waalkens legt uit dat alle ondernemers gezamenlijk zijn geïnformeerd over de plannen die op stapel staan. Verder zijn er veel bilaterale gesprekken geweest met individuele ondernemers. De heer Stevens en de provinciale projectleider gaan alle ondernemers bij langs om te vernemen welke mogelijkheden en plannen zij hebben. Vraag van de fractie van de PvdA (de heer Van der Heide) "Dag van de Garnaal Lauwersoog op losse schroeven" Het is onzeker of 'De Dag van de Garnaal' in Lauwersoog volgend jaar doorgaat. De Stichting Promotie Lauwersoog organiseert de 'Dag van de Garnaal' eens in de twee jaar. Vorige week maandag wilde het bestuur een datum voor de volgende editie vaststellen, maar dat is er nog niet van gekomen. Dit alles staat in een persartikel dat vorige week dinsdag in het DvhN verscheen. De PvdA fractie was verbaasd over deze actie van de Stichting Promotie Lauwersoog. Wij zijn althans niet op de hoogte van mogelijke belemmeringen om deze dag gewoon door te laten gaan. De Stichting zegt niets te hebben gehoord van de gemeente. Als er geen enkele reden is waarom deze dag niet normaal door zou kunnen gaan behoeft de gemeente in deze toch ook geen actie te ondernemen. Volgens de Stichting is de onzekerheid een gevolg van verschil van inzicht tussen enerzijds de gemeenten De Marne en Dongeradeel, en anderzijds het havenbedrijf EHL.
6
De PvdA fractie heeft inmiddels begrepen dat er een gesprek heeft plaatsgevonden met onze wethouder H.E. Waalkens en de Stichting. De fractie heeft de volgende vragen: - heeft de wethouder in dat gesprek duidelijk gekregen waarom de Stichting de publiciteit zocht alvorens contact met de gemeente op te nemen? - heeft de wethouder mogelijke onduidelijkheden weg kunnen nemen en is helder geworden dat niets de organisatie in de weg staat? - Zo ja, heeft de Stichting in dat gesprek aangegeven de organisatie op te pakken? Antwoord: De heer Waalkens zegt dat met de organiserende stichting de volgende afspraken zijn gemaakt: - Voor de organisatie van dit evenement komt er voor deze stichting één aanspreekpunt op het gemeentehuis. - Over activiteiten die gevolgen hebben voor de organisatie van de Dag van de Garnaal zal noodzakelijke informatie worden uitgewisseld waarbij te denken valt aan het moment waarop wegen worden aangepakt en over het afsluiten van wegen wegens onderhoud. - De gemeente zal meewerken aan het verkrijgen van de benodigde vergunningen. Het is jammer dat niet vooraf de gemeente over de kwestie is geïnformeerd maar na het voorval heeft de gemeente direct contact gezocht met de betrokken organisatie. Het is jammer dat de betreffende organisatie niet heeft gereageerd op de aangegane afspraken. 13a. Motie vreemd aan de orde van de dag (artikel 34 Reglement van Orde). Opiniërende bespreking: De heer Buikema presenteert de motie welke in de vergadering van 6 november 2012 is aangehouden. Dat gebeurde doordat er van rijkswege onduidelijkheid was over de situatie. Enkele weken geleden heeft minister Blok verklaard dat startersleningen door moeten kunnen gaan en dat na 1 januari de bestaande vertrekbaarheid blijft voortbestaan: De raad van de gemeente De Marne, in vergadering bijeen 27 november 2012 Constaterende dat; • de woningmarkt op dit moment geringe toegankelijkheden biedt voor starters; • ingegeven door de huidige economische situatie de doorstroming op de lokale woningmarkt stagneert (zowel van huurwoning naar koopwoning als tussen koopwoningen ); • het verbeteren van de werking van de lokale woningmarkt één van de gemeentelijk prioriteiten zou moeten zijn; • uitgeven van startersleningen door de gemeente bij bestaande bouw een impulsieve werking kan hebben op de doorstroming op de lokale woningmarkt; • het uitgeven van startersleningen, naast het bevorderen van doorstroming, ook andere voordelen met zich meebrengt (leefbaarheid, behoud jonge mensen). Is van mening dat; • de hypotheekbanken een gat laten vallen bij het verstrekken van hypotheken aan starters op de woningmarkt; • een starterslening een positieve bijdrage kan leveren om de toegankelijkheid voor starters te bevorderen; • startersleningen als een revolving fund bezien kan worden (waarbij opbrengsten terugvloeien in een fonds en weer aangewend worden voor nieuwe startersleningen). Verzoekt het college van burgemeester en wethouders; • onderzoek te doen naar de mogelijkheden van startersleningen, inclusief financiële dekking; • daarbij in ieder geval in te gaan op de maximale verwervingskosten (woningwaarde) en de maximale starterslening, evaluatiecriteria en risico's; • de stichting Wierden & Borgen te informeren en vragen om aan het onderzoek deel te nemen. En gaat over tot de orde van de dag, De heer Gesink denkt dat het hier gaat om iets dat landelijk speelt. Starters hebben er belang bij dat ze een hypotheeklening kunnen krijgen maar als neveneffect kan dat ook weer leiden tot prijsstijgingen van woningen. In het verleden is dit ook aan de orde geweest en vanwege het feit dat je hier verschillend tegenaan kunt kijken, pleit hij er voor om in dezen het landelijke beleid te volgen. 7
Op verzoek van de heer Schouten van Schagen schorst de voorzitter de vergadering. Na heropening deelt de heer Van der Veen mee dat hij sympathiek staat tegenover de motie maar is er niet van overtuigd dat hierdoor leegstand kan worden voorkomen en ook niet van het instrumentarium van startersleningen. Dat maakt hij het eens is met de heer Gesink. De heer Van der Vis betwijfelt ook de positieve effecten van de ingediende motie. De heer De Vries staat sympathiek tegenover deze motie maar vindt dat aansluiting gezocht moet worden bij de landelijke ontwikkelingen. De heer Van Gelder legt uit dat ook het college sympathiek tegenover deze motie staat maar vindt ook dat er niet alleen een voorziening moet komen voor starters maar ook voor andere specifieke groepen op de woningmarkt. De mogelijkheden worden in een breder perspectief geplaatst dan alleen voor starters en dat is de reden dat het college deze motie niet overneemt. De heer Van der Heide merkt op dat in omliggende gemeenten positieve ervaringen zijn opgedaan met een gelijksoortige regeling als door hem gepresenteerd. Deze zaak is in de raad al eerder besproken. Met de toezegging van de wethouder om in een breder verband te onderzoeken, is hij tevreden. Dat is voor hem reden om de gepresenteerde motie in te trekken. Besluitvorming: Motie ingetrokken 14. Sluiting. De voorzitter sluit de vergadering om 22.35 uur.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 26 februari 2013.
, voorzitter.
, griffier.
8