Biomechanical Cross Links Congres
Pediatrisch – podiatrische crosslinks : biomechanische problemen bij het opgroeiende en sportende kind.
25/04/2015
Inleiding ∗ Twee domeinen waar betere samenwerking tussen kinderartsen – sportartsen en podologen in de toekomst het verschil kan maken. 1.
Francis Lemmens ZOL Genk 25 April 2015
Begeleiding van het opgroeiende kind ∗ Tijdens eerste 7 levensjaren belangrijke evolutie in anatomie en functionaliteit van onderste lidmaat bij opgroeiend kind. Deze evolutie vereist belangrijke biomechanische aanpassingen en leidt soms tot afwijkende motoriek of pathologie.
Inleiding 2. Begeleiding van het sportende kind ∗ Aantal en ernst van letsels en frequentie van burn out bij sportende jongeren kent onrustwekkende stijging door o.a. ∗ toenemende obesitas en dalende basis fitheid van jeugd , waardoor te overbruggen kloof naar vereisten van (top) sport alsmaar groter wordt. ∗ Toenemende tendens tot vroege specialisatie, groter aandeel en belang van competitie en opvoeren van fysische (trainingsbelasting, bijna jaar rond) en mentale (grote verwachtingen van coach en omgeving) druk op sportend kind.
Motorische ( r )evolutie tijdens het eerste decennium. ∗ Zelfstandig stappen tussen 12 en 18 m; geen verband tussen leeftijd van eerste stapjes en kwaliteit van motoriek. Rol van kruipfase ? ∗ Evolutie ∗ VAN fysiologische platvoet (AI ≈ 0,32 op 1 jr) ∗ Aanwezigheid van vetkussentje op mediale gedeelte van voetzool met obliteratie. ∗ Valguspositie van spronggewricht
∗ NAAR normaal voetgewelf ( AI ≈ 20)
Powered by www.BORGinsole.com
Het opgroeiende kind
Motorische ( r )evolutie tijdens het eerste decennium. ∗ Interne rotatie van tibia bij leuters met eerst fysiologische varus ( 1 – 3 j) en later valgus (3 – 6j) t.h.v. Knieën ∗ Knieën eerst in flexie (zuigeling, peuter), later in hyperextensie (kleuter).
∗ Globaal meer hyperlaxiteit bij het jonge kind, progressief afnemend met de leeftijd. ∗ Toegenomen anteversie van femurhals (tot 30°) met secundair “kneeing-in” en “toeing-in” (tot leeftijd 6j). ∗ Efficiënte voortbeweging vereist exorotatie van voet van minstens 10°. Hiervoor progressieve afname van femurhals anteversie (tot 15°) en progressieve detorsie van femur en tibia noodzakelijk ∗ Mature gang meestal bereikt rond leeftijd 7 j.
1
Biomechanical Cross Links Congres
Evaluatie van voeten en gangpatroon. ∗ Klinisch Statisch Dynamisch
∗ “Objectieve screening” EMG tijdens beweging (gouden standaard volgens Benno Nigg), praktisch niet realiseerbaar 2-3D bewegingsanalyse : overeenkomst externe markers interne structuren? Dynamische drukmeting via drukmatten (vb Emed pressure distribution platform) of insole pressure device (vb. Pedar insole pressure system):
25/04/2015
Evaluatie van voeten en gangpatroon. ∗ Enkele conclusies: Continue evolutie in vorm van voet o Kinderen hebben relatief grotere voeten dan volwassenen, groei van voet stopt sneller dan lengtegroei o Voet breedte/lengte ratio neemt af met leeftijd en bereikt volwassen ratio van 0,37 rond 8 j. o Hoger gewicht zorgt voor relatief bredere voeten met hogere AI (Arch index) o Hogere lengte (vb + 5 cm) zorgt voor relatief langere (+ 0,4 cm), smallere (- 0,3 cm) voeten met lagere AI
bij kinderen wrschl nog te grote sensoren en te geringe densiteit van sensoren, sampling frequentie OK (tot 5 à 8 x Nyquist frekwentie)
Evaluatie van voeten en gangpatroon. Continue evolutie in differentiële belasting van de voet o Eerste maanden van stappen : “hallux loading” o Nadien piekdrukken in achtervoet regio o Midvoet regio krijgt progressief minder belasting, terwijl piekdrukken t.h.v. voorvoet progressief toenemen (door geleidelijke ontwikkeling van normaal voetgewelf en meer dynamische en volledige voetafwikkeling). o Bij overgewicht significante toename van piekdruk en contactoppervlakte t.h.v. middenvoet. o Toegenomen gastrocnemius activiteit zorgt voor grotere stabiliteit (grotere contactzone bij landing) en betere propulsie bij afstoot. o Grotere lengte : grotere belasting op globale voet behalve middenvoet. o Schoeisel vermindert piekdrukken door groter contact oppervlak en verplaatst belasting van lateraal naar mediaal.
Powered by www.BORGinsole.com
Enkele courante “afwijkingen” in praktijk ∗ Pes planovalgus (obliteratie van voetgewelf en hielvalgus) Onderscheid flexibele – rigide platvoet (correctie van gewelf bij teenstand?) Meestal geen klachten en spontane resolutie rond 4 jr. Bij uitgesproken hyperlaxiteit wel vaak opvallende doorzakking en opvallende misvorming van schoenen (zonder klachten) Soms diffuse pijn in voeten en onderbenen Behandeling volgens pijnklachten en bij persisterende platvoet na leeftijd 10 j (tailor made steunzolen en aandacht voor schoeisel)
2
Biomechanical Cross Links Congres
25/04/2015
Enkele courante “afwijkingen” in praktijk
Enkele courante “afwijkingen” in praktijk
∗ Pes cavus of holvoet (hoog voetgewelf, hiel neutraal)
∗ Genua valga en vara
Onderscheid klassieke holvoet – cavovarusvoet ( ! onderliggende neurologische problematiek) Blijft veelal stabiel, weinig klachten Behandeling bij pijn t.h.v. hiel of metatarsaal regio (tailormade steunzolen)
∗ !! Gelocaliseerde pijn in de voet : avasculaire necrose os naviculare (spontaan herstel) of 2 de metatarsaal kop (soms HK nodig) hielpijn: Haglund misvorming, Sever
Normaal “varus” tot 3 j, “valgus” van 4 tot 7 j. Behandeling bij afwijkingen van fysiologisch patroon.
∗ Toeing in en Toeing out Bijna nooit veroorzaakt door voetproblemen (behalve metatarsus adductus) Toeing in : o tussen 2 en 5 j : interne rotatie van tibia (meten van hoek tussen dij as en voetas bij knie in 90° flexie: nrl 15° exorotatie) o Boven 5 j veelal interne rotatie van femur (vergelijken exoen endorotatie)
Enkele courante “afwijkingen” in praktijk ∗ Beenlengteverschil 1 – 2 cm : shoe lift > 2 cm : ev epiphysiodesis > 5 cm : verlengingsprocedures
Powered by www.BORGinsole.com
Het sportende kind
3
Biomechanical Cross Links Congres
25/04/2015
Acute sportletsels ∗ Belangrijke verschillen tussen groeiend en matuur bot : Dikkere kraakbeenlaag en meer neiging tot remodellering bij groeiend bot Junctie tussen groeikraakbeenschijf en metafyse is kwetsbaar tijdens groei Apophyses zijn zwakke kraakbeenderige aanhechtingspunten en predisposeren tot avulsie fracturen (in plaats van ligamentair letsel) Metafyse is weerstandiger en elastischer in groeiend bot. Groenhoutfractuur Fractuur doorheen groeikraakbeenschijf vooral in groeispurtperiode.
Overbelastingsletsels ∗ Typisch voor opgroeiende kinderen Osteochondrosen o Articulair (Perthes – Kohler) o Niet articulair (Osgood- Schlatter, Sinding – Larsen – Johanson, Sever) o Groeischijf : Scheuermarnn
Stressfracturen o spondylolyse (L5) o tractieapophysitis
Predisponerende factoren o Malalignment, hyperlaxiteit, gebrekkige spierkracht, onaangepaste training, onaangepast schoeisel
Powered by www.BORGinsole.com
Acute sportletsels ∗ Duidelijke toename van kruisbandletsels (ACL) Vaak geassocieerde meniscusscheuren en fracturen tibiaplateau. Vaak vroegtijdige osteoarthritis na herstel Voorbeschiktheid: knie valgus, gecombineerd met interne rotatie van knie (lagere ratio hamstrings / quadriceps activatie) vooral tijdens groeispurt (minder neuromusculaire controle, gebrekkige proprioceptie) en bij plotse deceleratie, richtingsveranderingen en landingen. Evaluatie : landingsmaneuvers Behandeling : neuromusculaire training prepubertair
Overbelastingsletsels Evaluatie o Biomechanische screening ∗ Statisch : ∗ ∗ ∗ ∗
Voet : FPI ( foot posture index), range 1 ste MTP gewricht Enkel + ligamenten Knie : tibio femoraal alignment Bekken : beenlengte verschil?
∗ Dynamisch ∗ ∗ ∗ ∗ ∗
1 been stand 1 been stand + teenstand (tibialis posterior) eendengang (knie) één been hop ( links en rechts; enkel) landing na sprong
4
Biomechanical Cross Links Congres
25/04/2015
Overbelastingsletsels Core stability ∗ ∗ ∗ ∗ ∗
Powered by www.BORGinsole.com
Prone bridge : diepe buikspieren en lange rugspieren Lateral bridge : schuine buikspieren Flexor endurance test : rompflexoren Extensor endurance test : rompextensoren Single leg squat : knie, heup en rompmusculatuur, coördinatie.
5
Biomechanical Cross Links Congres
25/04/2015
Overbelastingsletsels ∗ Hyperlaxiteit : ∗ Beighton score (links + rechts) o o o o o
Duim – voorarm approach Hyperextensie pink t.o.v.metacarp. 1 > 90° Hyperextensie elleboog > 10° Hyperextensie knie > 10° Hand-vloercontact
∗ GJH : Beighton ≥ 4 ( ≥5 bij kinderen) ∗ JHS : Brighton criteria o Zeer diverse functionele klachten ( arthralgieën, spierpijnen ,rugpijn, groeipijnen, bekkenbodemdysfunctie).
Powered by www.BORGinsole.com
6
Biomechanical Cross Links Congres
25/04/2015
Powered by www.BORGinsole.com
7
Biomechanical Cross Links Congres
25/04/2015
Overbelastingsletsels Oplossing: ∗ = Krachttraining (Position statement on youth resistance training : 2014 international concensus; BJSM 2013) ∗ Bewezen effecten o Bevordert gezondheid en basisfitheid (vetreductie; verbeterde insulinesensitiviteit, botdensiteit en myocard functie) o Verbetert sportprestaties (spierkracht, loopsnelheid, richtingsveranderingen, motorische coördinatie) o Vermindert kans op kwetsuren (acuut en overbelasting) en verkort rehabilitatie na kwetsuur
Powered by www.BORGinsole.com
8
Biomechanical Cross Links Congres
Overbelastingsletsels
25/04/2015
Overbelastingsletsels ∗ Adiuvante therapie
∗ Krachttraining ∗ Best op relatief jonge leeftijd ( 8 à 10 j),vóór optreden van neuromusculair deficit. ∗ Competent toezicht, aangepast materiaal ∗ Trage progressie ∗ 2 – 3 sessies per week, nooit opeenvolgende dagen ∗ gans het jaar door.
Take home messages Zowel in begeleiding van het opgroeiende kind als in de begeleiding van het sportende kind hebben kinderartsen/sportartsen en podologen een complementaire rol. Een standaard multidisciplinair consult bij het begin van het eerste leerjaar (samen met de schoolarts) is een streefdoel De biomechanische ( r ) evolutie bij het opgroeiende kind kan nog zeker niet optimaal gedocumenteerd worden met de huidige tools ( 2 – 3D bewegingsanalyse – drukplaten). Een goede klinische blik blijft belangrijk. Een goede standaard onderzoeksstrategie en adiuvante behandeling waar nodig zijn prioritair.
Jeugd RSCA
Powered by www.BORGinsole.com
∗ Orthosen : effect duidelijker dan mechanisme o controleren voetmotoriek en verhogen biomechanische efficiëntie o Dempend effect op plaatsen van overdreven impact o Proprioceptieve input door contact met voetzool stimuleert neuromusculaire adaptatie.
∗ Correcte voeding
Take home messages Het (top)sportende kind vergt een multidisciplinaire begeleiding. Speciale aandacht voor een goede biomechanische screening en onderkennen van “hyperlaxiteit”. Tijdige krachttraining (vanaf 8 à 10 jaar), aangepaste voeding en adiuvante therapie (vooral voor hyperlaxiteit) zijn belangrijk. Houd steeds rekening met ongewenste bias ! ∗ Vb . Relative age effect
∗ Combinatie van Mattheus effect en 10 000 uur regel ∗ Bij sporten waar lichaamsbouw en kracht een belangrijke rol spelen hebben vroeg mature kinderen een belangrijk voordeel op hun leeftijdsgenoten : o fysische rijpheid ≈ prestatie o Prestatie ≈ talentdetectie o Talentdetectie ≈ topsportcircuit
Jeugd KRC
9
Biomechanical Cross Links Congres
25/04/2015
Bedankt voor uw aandacht en geduld
Powered by www.BORGinsole.com
10