ASVA studentenunie Vendelstraat2 1012 XX Amsterdam 020-6225771
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ................................ ................................................................ .................................................... ....................................................3 .................... 3 ................................................................ ............................................................. Inleiding ................................ ............................................................. 5 Faciliteiten inventarisatie 2003 ............................................................... 5 Een nieuw e inventarisatie ....................................................................... 5 Indeling… … … . ........................................................................................ 6 1
Huisvesting studieverenigingen ...................................................... ...................................................... 7 Eigen ruimte........................................................................................... 7 Stellingen .............................................................................................. 7
2 Financiële ondersteuning ................................................................ .................................................................. ..................................9 .. 9 Bestuursmaanden .................................................................................. 9 Inkomstenbronnen ................................................................................. 9 Stellingen .............................................................................................10 ..................................................... .....................11 11 3 Faciliteiten ................................................................ ................................................................ ..................... Computers, ICT...................................................................................... 11 Aantaleigen telefoonlijnen .................................................................... 11 Faxen, printen en kopiëren..................................................................... 11 Postverzending, drukw erk .....................................................................12 4
Inzet ................................ ................................................................ .......................................................... .......................................................... 13 Samenw erking ......................................................................................13 Stellingen .............................................................................................13
5
Discussiepunten................................ .......................................... .......... 15 epunten ................................................................ ................................................................ Huisvesting studieverenigingen ............................................................. 15 Financiële ondersteuning.......................................................................16 Faciliteiten............................................................................................ 17 Inzet… … … . ............................................................................................ 17
6
................................................................ ................................................... Conclusie ................................ ................................................... 19 Huisvesting studieverenigingen .............................................................19 Financiële ondersteuning.......................................................................19 Faciliteiten............................................................................................19 Inzet… … … … ... ...................................................................................... 20
Bijlage I - Aanbevelingen ................................ ................................................................ ................................... ................................... 21 Bijlage II - Vragenl ................................................................ ....................................... Vragenlijst................................ st................................ ....................................... 215 215
Inleiding Studieverenigingen nemen allang een belangrijke plaats in op de agenda van de ASVA studentenunie. Om goed op de hoogte te blijven van w ater speeltonder de studieverenigingen organiseertASVA alenige jaren regelmatig hetstudieverenigingenoverleg (SVO). Tijdens een SVO in bestuursjaar 2001-2002 bleek datmetname de kleinere studieverenigingen niettevreden w aren metde faciliteiten die voor verenigingen aan de UvA beschikbaar w aren. ASVA heeft geprobeerd een minimaalbasispakketvoor studieverenigingen te laten vastleggen in de faculteitsreglementen, maar stuitte op onw ilbijde faculteiten.
FACILITEITEN INVENTARISATIE 2003 Daarom w erd besloten eens te inventariseren hoe de zaken er w erkelijk voor stonden bijde studieverenigingen. Alle studieverenigingen die verbonden w aren aan de UvA kregen een vragenlijstopgestuurd w aarin zijkonden aangeven over w elke middelen zijbeschikten en in hoeverre die door de UvA w erden gefaciliteerd ofvoor eigen rekening vielen. Uitde reacties van de studieverenigingen bleek destijds datde situaties voor verenigingen op de verschillende faculteiten aanzienlijk uiteen liepen. M etname de verenigingen verbonden aan de FGW hadden een groottekortaan voorzieningen. Hier w as voor de studieverenigingen nauw elijks w erkruimte beschikbaar en zaken als computers en telefoonlijnen w aren daarom ook niet voorhanden. Studieverenigingen van FEE bleken veelvoor elkaar te krijgen methun ervaring in het fondsenw erven. Hier w erden veelvoorzieningen buiten de faculteitom geregeld. De verenigingen van FNW I kw amen dankzijde w elw illendheid van de faculteitminder problemen tegen dan de eveneens kleine verenigingen van FGW . De meestvoorkomende problemen voor studieverenigingen w aren verouderde computers, en telefoonlijnen w aarmee bellen metmobiele nummers onmogelijk w as. Ook gaven verenigingen vaak aan datze graag serverruimte zouden krijgen van de faculteit.
EEN NIEUW E INVENTARISATIE Nu, een aantaljaar later, is de vraag ofde situatie voor studieverenigingen veranderd is. Vandaar een nieuw e inventarisatie van studieverenigingenfaciliteiten. De vragenlijsten – ietsje aangepast, maar grotendeels gelijk aan die van een aantaljaar geleden - w erden zow elnaar verenigingen verstuurd als uitgedeeld tijdens hetSVO. Een totaalvan 26 verenigingen vulde de vragenlijstin en retourneerde deze aan hetonderzoeksbureau van de ASVA studentenunie. Ditverslag is het resultaatvan deze inventarisatie. Bijde hier volgende gegevens moetw orden opgemerktdatop verzoek van een aantal studieverenigingen zorgvuldig moestw orden omgegaan metde verstrekte informatie. De beschrijving is ietw atalgemeen gehouden om verenigingen nietin verlegenheid te brengen. Ondanks datbiedtditverslag een goed overzichtvan de voor studieverenigingen beschikbare faciliteiten.
INDELING Ditverslag is verdeeld over een viertalonderw erpen: huisvesting, financiële ondersteuning, faciliteiten en samenw erking metde universiteit. Naastconcrete vragen over hoeveelheden en beschikbaarheid w erden de studieverenigingen ook een aantalstellingen voorgelegd. Samen vormen de antw oorden hierop steeds één hoofdstuk. In hetlaatste hoofdstuk zijn een aantaldiscussiepunten die volgen uitde resultaten van het onderzoek opgenomen. Deze discussiepunten w erden op 8 maart2006 voorgelegd aan de aanw ezige studieverenigingen op hetSVO. Ook de uitkomsten van de discussie die volgde w orden beschreven in dithoofdstuk. Aan de hand van de resultaten van ditonderzoek hebben hetASVA bestuur en de coördinator studieverenigingen aanbevelingen toegevoegd die de positie van de studieverenigingen moeten verbeteren. Samen metde vragenlijstzijn deze aanbevelingen als bijlage toegevoegd aan dit verslag.
Namens de ASVA studentenunie, M aartje Schrama medew erker Onderzoeksbureau 24 maart2006
1 Huisvesting studieverenigingen EIGEN RUIM TE Van de 26 studieverenigingen die de enquête invulden w aren er 12 die aangaven datze hun ruimte deelden metanderen. Tw ee verenigingen konden helemaalgeen gebruik maken van een eigen ruimte. M etname op de FGW delen studieverenigingen ruimtes metandere verenigingen. Hier zijn de studieverenigingen overigens over hetalgemeen w atkleiner dan op andere faculteiten; ze hebben gemiddeld zow elminder leden als minder bestuursleden.
STELLINGEN De enquête bevatte een tw eetalstellingen metbetrekking totde huisvesting van studieverenigingen. 1: “DE UVA HOUDT GEEN REKENING M ET DE HUISVESTING VAN STUDIEVERENIGINGEN IN HAAR KAM ERBELEID.” De antw oorden op deze stelling zijn opvallend genoeg vrijevenredig verdeeld over de antw oordcategorieën. Tien verenigingen antw oorden datze hetmetde stelling eens zijn, negen antw oorden datze heter nietmee eens zijn. Zes verenigingen laten zich er nietduidelijk over uit en geven aan datze heter nietmee eens, maar ook nietmee oneens zijn. Opvallend genoeg zijn de verenigingen die nietde beschikking over een eigen ruimte hebben of een ruimte moeten delen metandere verenigingen ook tamelijk verdeeld over de stelling. Een aantalvan hen(5) geeftaan datde UvA inderdaad geen rekening houdtmetstudieverenigingen in hetkamerbeleid. Ongeveer evenveel(6)zijn hetechter nieteens metdeze stelling. 2: “DE UVA IS W EINIG BEHULPZAAM RUIM TE.”
BIJHET VINDEN VAN RUIM TE VOOR STUDIEVERENIGINGEN OF HET VERBETEREN VAN DE
M eer studieverenigingen zijn hetmetde stelling eens dan oneens (12 tegen 7). Vier hiervan zijn heter zelfs helemaalmee eens. Zes verenigingen zijn heter nietmee eens ofmee oneens. Over hetalgemeen zijn hetde grotere studieverenigingen (zow elqua leden als bestuursleden)die aangeven heteens te zijn metde stelling. De zeven verenigingen die hetnieteens zijn metde stelling zijn bijna allemaalverenigingen die hun ruimte delen metanderen. Ook hier lijken deze verenigingen dus goede ervaringen te hebben metde inzetvan de UvA voor huisvesting van verenigingen.
2 Financiële ondersteuning BESTUURSM AANDEN Bestuursleden van studieverenigingen kunnen aanspraak maken op een financiële vergoeding van de studievertraging die ze door hun bestuursfunctie oplopen. In de Regeling Bestuursbeurzen is aangegeven w atdaarvoor de uitgangspunten en voorw aarden zijn. Ook is hierin aangegeven w atper studievereniging hetmaximale aantalbestuursmaanden is. Ditw ordtmede bepaald door hetaantalleden per vereniging. Aantalleden 50 – 99 100 – 250 251 – 500 501 – 1000 1001 – 1500 1501 – 2000 2001 – meer
Aantalbestuursmaanden per vereniging per jaar* aar* 8-12 maanden max. 15 maanden max. 32 maanden max. 45 maanden max. 58 maanden max. 71 maanden max. 80 maanden
* Gegevens naar de Regeling Bestuursbeurzen 2005
Uitde reacties van de studieverenigingen blijktdatde meeste verenigingen inderdaad ongeveer de hoeveelheid bestuursmaanden krijgen w aar ze gezien hun ledentalrechtop hebben. Opvallend is hetaantaluitgekeerde bestuursmaanden per bestuurslid. Over alle studieverenigingen genomen bestaater een grootverschiltussen hetaantalbestuursmaanden datstudieverenigingen per jaar per bestuurslid ontvangen. Bijeen enkele vereniging, de kleinere, is er slechts één maand financiële vergoeding beschikbaar per bestuurslid, bijde grote verenigingen soms maar liefsttien tottw aalfmaanden. Ofbestuursleden bijgrotere verenigingen ook daadw erkelijk meer w erk hebben aan hun bestuurstaken is nietop te maken uitdit onderzoek.
INKOM STENBRONNEN In de vragenlijstw erd de studieverenigingen gevraagd w elke drie inkomstenbronnen voor hen de grootste zijn. Hieruitblijktdatde contributie van leden en verscheidene soorten subsidies (van onderw ijsinstituten, faculteiten en overkoepelende organisaties)veruitde belangrijkste inkomstenbronnen zijn. Van de 24 verenigingen die antw oordden op deze vraag w aren er 11 die de inkomsten uitledencontributie noemden als belangrijkste inkomstenbron. 11 anderen noemden hier subsidie. Een enkele vereniging geeftaan de meeste inkomsten te verkrijgen uitsponsoring ofuit boekenverkoop. Deze w orden echter vaker aangegeven als tw eede ofderde bron van inkomsten na de contributie van leden en subsidies. Tw ee verenigingen gaven aan ook een grote inkomstenbron te hebben aan de rente die ze ontvangen over heteigen vermogen.
STELLINGEN 1: “STUDIEVERENIGINGEN KRIJGEN EEN REDELIJKE SUBSIDIE VAN DE UVA VOOR HET ORGANISEREN VAN ACTIVITEITEN EN STUDIEREIZEN .” Op deze stelling reageerden 25 studieverenigingen. De meerderheid van de verenigingen (16)is heteens metdeze stellingen. Vier verenigingen w eten hetnietzo goed, en vijfzijn hetermee oneens. Tw ee daarvan zijn heter zelfs helemaalmee oneens. 2: “DE UVA GEEFT VOLDOENDE SUBSIDIE AAN STUDIEVERENIGINGEN .” Deze stelling w ordtnetals de vorige vrijpositiefbeantw oord. 16 verenigingen vinden inderdaad datde UvA studieverenigingen genoeg subsidie geeft. Vijfverenigingen zijn hethier nietmee eens, en vier geven aan datze heter noch mee eens noch mee oneens zijn. De meeste studieverenigingen lijken dus tevreden te zijn metde financiële steun die ze ontvangen van de universiteit. Ditis w ellichtook nietverw onderlijk aangezien subsidies van de UvA voor een grootdeelvan de studieverenigingen ook een van de grootste inkomstenbronnen zijn.
3 Faciliteiten COM PUTERS, ICT De meeste studieverenigingen geven aan over één oftw ee computers te beschikken. M etname de kleinere verenigingen van FGW hebben maar één computer tothun beschikking. Slechts 3 verenigingen hebben meer dan vijfcomputers. Ditzijn dan ook de grootste verenigingen. Uitde antw oorden op de vraag w ie er voor de computers heeftbetaald blijktdatde verenigingen metmeer dan één oftw ee computers hun computers zelfbetalen. Op de FGW w orden computers vaak door de universiteitbetaald, op FEE en FNW I zijn hetmeestalde verenigingen zelfdie opdraaien voor deze kosten. Vrijw elalle studieverenigingen hebben een internetaansluiting via hetUvA netw erk. Slechts drie verenigingen hebben ditniet. Deze drie verenigingen hebben echter ook geen eigen w erkruimte. Op die manier is een internetaansluiting ook nietmogelijk. Veelverenigingen beschikken over eigen serverruimte. W anneer w e de verenigingen zonder vaste w erkruimte nietmeerekenen zijn er tw ee verenigingen, allebeivan FEE, die geen serverruimte hebben. De serverruimte w ordtechter maar w einig door de UvA beschikbaar gesteld. Slechts 7 verenigingen - 3 van FM G, 2 van FNW I en 2 van FGW – kunnen van serverruimte via de UvA gebruik maken. Op w elke manier verenigingen die hetbuiten deze dienstvan de UvA moeten stellen hun serverruimte regelen kon uitdeze vragenlijstnietw orden opgemaakt. Alle studieverenigingen, metuitzondering van 1, hebben een eigen e-mailadres. AANTAL EIGEN TELEFOONLIJNEN Hetaantaltelefoonlijnen w aarover de verenigingen beschikking hebben varieertvan 0 tot2, met één uitschieter van 4 telefoonlijnen. Van de 26 verenigingen heefthetmerendeel(15)slechts 1 telefoonlijn. De verenigingen zonder eigen telefoonlijn (5)zijn metname verbonden aan FGW , maar ook verenigingen aan FEE en AM C kampen metditprobleem. Over hetalgemeen w orden de kosten voor de telefoonlijnen gedragen door de universiteit (onderw ijsinstituutoffaculteit). In vier gevallen betalen de verenigingen hun telefoonkosten zelfFNW I springthierbijin hetoog. De verenigingen zonder telefoonlijn bellen in een aantalgevallen methun eigen mobiele telefoon. De kosten zijn dan voor rekening van de bestuursleden. In de vragenlijstis deze keer geen aandachtbesteed aan hetbellen metmobiele nummers. Uithet vorige onderzoek bleek dathetvaak voor verenigingen nietmogelijk w as methun vaste lijn naar mobiele nummers te bellen, hetgeen bestuursleden verplichtte zelfkosten te maken. Ofditnog steeds een probleem is w erd helaas nietduidelijk. FAXEN , PRINTEN EN KOPIËREN Er zijn maar w einig verenigingen die een eigen fax tothun beschikking hebben (5). Ofhet ontbreken van een fax echter een w erkelijke beperking is voor hetfunctioneren van een studievereniging is echter te betw ijfelen.
W ellichtbelangrijker is de beschikking over een printer. De meeste verenigingen hebben een printer, ofmaken gebruik van een gedeelde printer. Slechts een paar verenigingen hebben meerdere printers. W ie er betaaltvoor printkosten blijktw elerg te verschillen. Van de 22 verenigingen die antw oord gaven op deze vragen w aren er 9 gevallen w aarin deze kosten door de universiteit(faculteit)op zich genomen w orden. Echter, 13 verenigingen betalen zelfvoor de kosten van hetprinten. De verenigingen die zijn verbonden aan FNW I hoeven nietzelfte betalen voor hun printkosten. Dit geldtook voor een deelvan de verenigingen van FM G en FGW . Aan FEE en FdR betalen verenigingen deze kosten zelf. Bijkopieerkosten ligthetanders. M etuitzondering van slechts vier verenigingen komen deze kosten voor rekening van de verenigingen zelf. Eén vereniging gafaan datde bestuursleden zelf voor de kopieerkosten betaalden. POSTVERZENDING , DRUKW ERK De helftvan de verenigingen verstuurthaar postop eigen kosten, de andere helftop kosten van de universiteit(faculteit, secretariaat). BijFEE en FdR betalen verengingen zelf, bijde andere faculteiten ziter nietechteen lijn in. W atbetreftde kosten van drukw erk, deze zijn eigenlijk bijna overalvoor de verenigingen zelf.
Stellingen In de vragenlijstw as een tw eetalstellingen opgenomen die betrekking hadden totde faciliteiten die studieverenigingen tothun beschikking hebben. 1: “DE UVA BIEDT VOLDOENDE FACILITEITEN AAN STUDIEVERENIGINGEN .” De antw oorden van de studieverenigingen vertonen een neiging naar hetbeamen van deze stelling. Van de 25 verenigingen die deze vraag beantw oorden w aren er 13 die hethier mee eens w aren. Er w aren er 6 die heter nietmee eens, maar ook nietoneens w aren metde stelling. 6 verenigingen w aren heter mee oneens. 2: “DE UVA LEVERT VOLDOENDE KANTOORFACILITEITEN ZOALS COM PUTERS, PRINTERS E.D. OM DRAAIENDE TE KUNNEN HOUDEN .”
DE VERENIGING
De meeste verenigingen zijn hetmetdeze stelling eens (14, w aarvan vier “helemaalmee eens”). Vijfzijn hetermee oneens en nog eens tw ee zijn heter helemaalmee oneens. Slechts vier verenigingen w eten geen eenduidig antw oord te geven. Stelling 2 heeftveelw eg van stelling 1, maar is specifieker gerichtop kantoorfaciliteiten. De antw oorden op de tw ee stellingen zijn ook vrijgelijk verdeeld: metbeide stellingen is de meerderheid heteens. De tw eede stelling w erd echter netiets negatiever beantw oord dan de eerste (minder verenigingen die tw ijfelden, meer verenigingen die hethelemaaloneens w aren metde stelling).
4 Inzet SAM ENW ERKING De verenigingen die antw oord gaven op de vraag metw elk onderdeelvan de UvA ze goed konden samenw erken, noemden vaak meerdere onderdelen. Hetmeestnoemden de verenigingen het onderw ijsinstituutw aarmee ze te maken hebben (9 keer). Daarna volgden hetsecretariaaten de vakgroep van betreffende studie (ieder 4 keer). Drie studieverenigingen van FGW gaven aan datde samenw erking metAlpha goed verloopt. Andere antw oorden w aren onder andere: de faculteit, FSR, OC en een enkele keer ASVA. Op de vraag metw elk onderdeelvan de UvA de studieverenigingen minder goed contacthebben kw amen gafpraktisch de helftvan de respondenten, 12 van 25, aan dater niemand, ofgeen onderdeelvan de universiteitw as w aarmee ze minder goed samenw erkten. Van de verenigingen die w eleen onderdeelaanw ezen w aarmee de samenw erking minder w as noemden er drie de ICT en/ofhelpdesk afdeling, nog eens drie de facilitheek en in 2 afdeling die verantw oordelijk is voor huisvesting. Eén vereniging gafaan nietzo goed overw eg te kunnen metde facultaire studentenraad (FSR). De restvan de verenigingen geven minder eenduidige antw oorden als: ‘dat is afhankelijk van de persoon’. Hetis nietzo datmetname op één bepaalde faculteitde contacten metbijvoorbeeld de facilitheek minder goed zijn. De gegeven antw oorden lijken vrijw illekeurig gespreid te zijn over alle studieverenigingen.
STELLINGEN 1: “W ANNEER ONZE VERENIGING NIEUW E PLANNEN HEEFT, IS DE UVA GRAAG BEREID ONS HIERM EE TE HELPEN .” Deze stelling bleek lastig te beantw oorden, 13 verenigingen w aren heter nietmee eens en ook nietmee oneens. Er w as echter maar 1 vereniging die hetermee oneens w as, 10 w aren heter w el mee eens. Eén vereniging gafgeen antw oord op de stelling. 2: “DE UVA GEEFT ONVOLDOENDE HULP BIJHET ORGANISEREN VAN ACTIVITEITEN EN STUDIEREIZEN .” Ook deze stelling bleek w atlastig om eenduidig te beantw oorden. 8 verenigingen geven aan dat ze hetnieteens, maar ook nietoneens zijn metde stelling. 7 zijn hetermee eens (w aarvan 1 “helemaalmee eens”). 10 verenigingen zijn hetermee oneens. 3: “ONZE VERENIGING KAN GOED SAM ENW ERKEN M ET DE UVA.” Ten slotte de stelling die hetpositiefstw erd beantw oord; geen van de respondenten w as het oneens metde stelling. 17 verenigingen gaven aan datze goed metde UvA kunnen samenw erken. De 8 resterende studieverenigingen lieten ditmethun antw oord in hetmidden.
5 Discussiepunten Op w oensdag 8 maart 2006 w erden de resultaten van de inventarisatie voorgelegd aan alle studieverenigingen die aanw ezig w aren op het SVO. Per onderw erp w aren een of tw ee discussiepunten opgesteld. Deze zijn tijdens het overleg stuk voor stuk besproken. Hieronder de discussiepunten en een kortverslag van de discussie die volgde.
HUISVESTING STUDIEVERENIGINGEN DISCUSSIEPUNT
Nietalle studieverenigingen hebben een eigen ruimte. Bijna de helftvan de verenigingen moet zijn w erkruimte delen metanderen, en een enkeling heefthelemaalgeen eigen w erkruimte. Toch lijkteen grootdeelvan de verenigingen zonder geheeleigen ruimte geen problemen te hebben metde inzetvan de universiteitop ditgebied. Zijn zijtevreden metde huidige situatie en hebben zijgoede ervaringen metde behulpzaamheid van de UvA? De discussie over huisvesting van studieverenigingen w erd voor een grootdeelgedomineerd door de geplande invoering van hetHuurderVerhuurder-model. Hetis mogelijk dater door ditnieuw e modeleen aantalzaken voor studieverenigingen gaan veranderen. Hetoorspronkelijke discussiepuntw erd hierdoor w atminder uitgediept. HetHuurderVerhuurder-modelw ordtgeïntroduceerd om de ruimtetoew ijzing op de UvA transparanter te maken. De bedoeling is datfaculteiten ruimte inkopen bijde Universiteit. Op die manier is er op centraalniveau een beter overzichtvan de gebruikte en ongebruikte ruimte. De faculteiten zullen moeten betalen per vierkante meter gebruiksruimte. Servicekosten komen daar nog eens bovenop. Ofen hoe de situatie voor studieverenigingen zalveranderen is op ditmomentnog nietduidelijk. M arieke Neervoort, medew erkster van hetFacilitair Centrum van de UvA, adviseertde studieverenigingen daarover contactop te nemen metde faculteiten. Hetis volgens haar van belang datde verenigingen van zich laten horen en hun w erkruimtes claimen. Ongeachtde besluiten die nog zullen volgen over de financiële afw ikkelingen. Omdatook de facultaire studentenraden zich bezig houden metde uitw erking van het HuurderVerhuurder-modellijkthetde deelnemers van hetSVO verstandig één en ander in overleg te doen. W ellichtligthier een taak voor ASVA. Geopperd w ordtdateen standaard meteen aantal basisvoorzieningen handig zou zijn. De studieverenigingen geven aan regelmatig problemen te hebben metzaalhuur. Verenigingen die momenteelhun kantoorruimte delen metandere organisaties hebben regelmatig een zaaltje nodig om te kunnen vergaderen. Op een aantalfaculteiten, en dan metname op FGW , levertdit problemen op omdatzalen voorafmoeten w orden gereserveerd.
Zaalverhuur zalin hetnieuw e stelselook centraalverlopen. Echter, de compensatie van kosten van verenigingen voor hethuren van zaaltjes verlooptnog altijd via de faculteiten. Op ditgebied zijn volgens de deelnemers van hetSVO problemen te verw achten.
FINANCIËLE ONDERSTEUNING DISCUSSIEPUNT
De verdeling van bestuursmaanden naar hetaantalleden van de studievereniging is oneerlijk. De hoeveelheid leden per vereniging zegtnietalles over de hoeveelheid tijd die bestuursleden kw ijt zijn aan hun w erkzaamheden voor de vereniging. Een aantalstudieverenigingen onderkentdathethuidige systeem - datuitgaatvan hetaantal leden per verenigingen voor de bepaling van de hoogte van de bestuursbeurs – w ellichtniet helemaaleerlijk is. De grootte van een vereniging staatnietperse in directverband metde hoeveelheid w erk die een vereniging kw ijtis aan haar activiteiten. HetlijkthetSVO echter w el moeilijk om de activiteiten per vereniging te meten en datals uitgangspuntte nemen.
DISCUSSIEPUNT
Studieverenigingen moeten meer w erk maken van fondsenw erving om minder afhankelijk te w orden van subsidies van de universiteit. Op datgebied is voor veelverenigingen nog veelte w innen. Fondsenw erving is voor de aanw ezige studieverenigingen een beladen onderw erp. Er zijn inderdaad studieverenigingen die veelbaathebben bijhetbenaderen van sponsoren. Echter, niet alle studieverenigingen zijn even ‘sponsorbaar’. Hetzou daarom verkeerd zijn er vanuitte gaan datalle verenigingen financieelonafhankelijk van de UvA zouden kunnen w orden. Bovendien zou afhankelijkheid van externe subsidies en sponsorgelden studieverenigingen teveelcommercialiseren. Hetzou beter zijn w anneer studieverenigingen meer samenw erkten metzusterverenigingen om kosten te besparen. De studieverenigingen vinden datde universiteitnietaltijd even duidelijk is in w atnu w el, en w at nietw ordtgefinancierd. Hetzou voor de verenigingen w ellichtgoed zijn als er naasteen richtlijn voor hetuitkeren van compensatie voor bestuursleden ook een richtlijn voor een basisbudgetvoor activiteiten van de studieverenigingen zou zijn.
FACILITEITEN DISCUSSIEPUNT
Veelstudieverenigingen hebben zelfeen oplossing gevonden voor hetgebrek aan serverruimte. Er bestaatechter nog steeds de behoefte aan centraalgeorganiseerde serverruimte. Op die manier zijn de w ebsites van studieverenigingen beter te vinden. Gebruik maken van serverruimte van de universiteitzou in principe mogelijk zijn. Hetprobleem hiermee is echter datde UvA erg striktis methaar format. Studieverenigingen zouden zich daar precies aan moeten aanpassen; een eigen verenigingstijlis dan nietmogelijk. De verenigingen w illen daarom w erk maken van centraalserverruimte aanbod meteen minder dw ingend design. ASVA zaldaarin hetvoortouw moeten nemen.
DISCUSSIEPUNT
Er zouden centrale richtlijnen moeten komen voor de kosten van faciliteiten. Hetis nieteerlijk dat sommige verenigingen w elbetalen voor bijvoorbeeld de kosten van postverzending en andere niet. Ook uitde discussie tijdens hetSVO blijktdatde mate van beschikbaarheid van faciliteiten voor studieverenigingen onder de aanw ezigen enorm uiteenloopt. Sommige verenigingen betalen bijvoorbeeld zelfvoor postverzending terw ijlanderen datnietdoen. Ook de beschikbaarheid van computers varieerthevig. De verenigingen besluiten ditonderw erp metde opmerking datalle studieverenigingen ten minste een eigen bureau en een eigen computer zouden moeten hebben.
INZET DISCUSSIEPUNT
Over hetalgemeen lijktheterop datde studieverenigingen redelijk goed metde UvA kunnen samenw erken. W elw ordteen aantalonderdelen w atvaker genoemd w anneer hetgaatom een minder goede samenw erking (Computer-helpdesks en facilitheken ). Deze onderdelen zouden meer rekening moeten houden metstudieverenigingen. Tijdens hetSVO erkennen de aanw ezige studieverenigingen dathetcontactmeteen aantal diensten van de UvA inderdaad nietaltijd goed verloopt. M etname samenw erking metde facilitheek en metICT diensten verlooptstroef. Ook Rian Verpalen, van hetFacilitair Centrum, is hiermee bekend. Zijgeeftaan zich in te zetten voor betere communicatie. Totdie tijd zullen verenigingen moeten investeren in goede persoonlijke contacten. Daarmee is hetvaak een stuk makkelijker om de zaken voor elkaar te krijgen.
6 Conclusie HUISVESTING STUDIEVERENIGINGEN Veelstudieverenigingen – netals in hetvorige onderzoek, metname verenigingen aan de FGW moeten hun w erkruimte delen metanderen, en een enkele vereniging heefthelemaalgeen eigen ruimte. Toch heefteen grootdeelvan deze verenigingen – een paar uitzonderingen daargelaten - geen problemen metde manier w aarop de UvA omgaatmetditonderw erp. De verenigingen van hetSVO w illen er w elvoor pleiten datalle studieverenigingen ten minste ruimte zouden moeten hebben voor een bureau en een computer.
FINANCIËLE ONDERSTEUNING De meeste studieverenigingen krijgen ongeveer de hoeveelheid bestuursmaanden w aar ze gezien hun ledentalrechtop hebben. Een gevolg van de regeling die hetledentalaanhoudtals basis voor hetuitkeren van bestuursbeurzen is datbestuursleden van grote verenigingen een relatiefhogere vergoeding krijgen dan bestuursleden van kleine verenigingen. En datterw ijler niets bekend is over de hoeveelheid tijd die bestuurleden aan hun taken kw ijtzijn. Ledencontributie en subsidies van de UvA zijn voor de meeste verenigingen de belangrijkste inkomstenbronnen. De meeste verenigingen zijn dan ook tevreden over de hoogte van de subsidies die ze van de universiteitontvangen. Slechts een klein aantalverenigingen geeftzaken als boekverkoop ofsponsoring op als belangrijkste inkomstenbron. De verenigingen van hetSVO zijn echter nietvan mening dater meer gedaan moetw orden aan het aantrekken van geld van buiten de universiteit. Sommige verenigingen zijn nu eenmaalminder sponsorbaar dan andere, en teveelafhankelijkheid van buitenuniversitaire spelers zou nietgoed zijn voor verenigingen. Daar komtbijdater vanuitde UvA meer duidelijkheid zou moeten zijn over de hoogtes van subsidies.
FACILITEITEN De meeste verenigingen hebben één ofmeerdere computers tothun beschikking. W ie er voor de kosten van deze computer(s)opdraaitverschiltvaak per faculteit. Vrijw elalle verenigingen met een computer hebben ook toegang totinternet. Ook serverruimte is iets w aarover de meeste verenigingen beschikken. Er zijn echter maar w einig verenigingen die gebruik maken van serverruimte via de universiteit. HetSVO vindtdatalle verenigingen een computer metinternetaansluiting zouden moeten hebben. Ook zou hetvoor de herkenbaarheid en de vindbaarheid van studieverenigingen goed
zijn w anneer ze van UvA-serverruimte gebruik konden maken. De UvA zou dan w elminder strenge eisen aan hetformatvan w ebsites moeten stellen. Een aantalstudieverenigingen heeftgeen eigen telefoonlijn ofkan nietbellen met06- nummers. Bijdeze verenigingen moeten de bestuursleden persoonlijk kosten maken. Volgens hetSVO zou de universiteitmeer één lijn moeten trekken bijhetvergoeden van bepaalde kosten. Ditis overalnamelijk erg verschillend geregeld.
INZET Studieverenigingen zijn over hetalgemeen vrijgoed te spreken over de inzetdie de universiteit toontvoor de verenigingen. De samenw erking is voor veelverenigingen hetbeste methet onderw ijsinstituut, hetsecretariaaten de vakgroep van hun studie. M etICT diensten en helpdesks is de samenw erking soms w atminder goed. Hetduurtvaak erg lang om dingen voor elkaar te krijgen. Er zou w orden gew erktaan betere communicatie tussen verschillende diensten van de UvA. Tot die tijd zullen studieverenigingen moeten investeren in goede persoonlijke contacten metde juiste mensen. Daarmee is vaak nog hetmeestte bereiken.
Bijlage I Aanbevelingen naar aanleiding van het ‘Faciliteitenonderzoek Studieverenigingen’ Inleiding
In het ‘Faciliteitenonderzoek Studieverenigingen’ van het ASVA onderzoeksbureau is een inventarisatie gemaakt van de faciliteiten die studieverenigingen aan de UvA tot hun beschikking hebben1. Uit het onderzoek, in combinatie met de ervaringen van meerdere studieverenigingenoverleggen, is gebleken dat er veelverschillen zijn tussen studieverenigingen op het gebied van facilitering2. De studieverenigingen geven w el aan dat ze in het algemeen tevreden zijn, maar dater op sommige gebieden nog veelonduidelijkheid bestaat. Het onderzoek gaat in op verschillende onderw erpen, namelijk: huisvesting, financiële ondersteuning, faciliteiten en samenw erking met de UvA. W ij geven in deze aanbeveling de belangrijkste punten w eer w aarop de studieverenigingen graag nog verbetering zien. In zijn algemeenheid kan gezegd w orden dat het sommige studieverenigingen aan een basisgarantie voor faciliteiten ontbreekt en ze aan de w elw illendheid van het OW I zijn overgeleverd. Door de komst van het Huurder Verhuurder-M odel (HVH-M odel), dat de ruimtetoew ijzing op de UvA transparanter moet maken, is het goed mogelijk dat er voor studieverenigingen een aantalzaken gaatveranderen. Studieverenigingen zullen zich binnen hun OW I sterk moeten profileren en zich bijhetOW I hard moeten maken voor het krijgen ofbehouden van een ruimte; iets w atw ellichtonmogelijk w ordtgemaaktdoordatde OW I’s er voor gaan kiezen om de huisvestingskosten te drukken. Derhalve stelt de ASVA studentenunie voor om voor alle UvA studieverenigingen centraal een basisgarantie voor faciliteiten te geven. W ij doelen dan op huisvesting, ICT voorzieningen, telefoonaansluiting, een minimale jaarlijkse subsidie en een soepele samenw erking met de UvA; w aardoor de communicatie tussen universitaire diensten en studieverenigingen transparanter zal verlopen.
1 2
Aan hetonderzoek hebben in hettotaal26 studieverenigingen van de UvA hun medew erking verleend. Vooralop de FaculteitFGW is hetmetde facilitering van studieverengingen erg matig gesteld.
Concreet beveelt de ASVA studentenunie aan: Huisvesting: W erkruimte: De ASVA studentenunie pleit er voor dat alle studieverenigingen van de UvA de beschikking krijgen over een kantoorruimte met computer, internetaansluiting en telefoon. Bij kleine verenigingen moet gedacht w orden aan een gedeelde w erkplek, bij grote verenigingen aan een zelfstandig kantoor. De grootte van de vereniging mag uitgangspuntzijn voor de grootte van hetkantoor. Zaalverhuur: M et het HVH-M odel op komst pleit de ASVA studentenunie er voor dat zaalverhuur (voor bijvoorbeeld activiteiten of vergaderingen) goed centraalgecoördineerd zal w orden. Er valt te verw achten dat er grote problemen gaan optreden bij het centraal regelen van zaalverhuur, daar de compensatie van kosten van verenigingen voor het huren van zaaltjes nog altijd verlooptvia de faculteiten. Kosten voor kantooruimte en zaalhuur: Tevens w illen w ijaangeven dat het nooit zo mag zijn dat de doorberekende kosten, binnen het HVH-M odel, voor het huren van een zaal of een kantoor bijde UvA nadelig voor de studievereniging mag uitvallen. Alle meerkosten die een vereniging zal krijgen moeten derhalve direct door de UvA w orden gecompenseerd. Een studievereniging mag namelijk in de ogen van ASVA nooit de dupe w orden van nieuw e regelingen van bovenaf. Financiële ondersteuning: W at w ordt w el en w at w ordt niet gesubsidieerd?: Studieverenigingen zijn van mening dat de UvA niet altijd even duidelijk is in w at nu w el, en w at niet w ordt gesubsidieerd. De ASVA studentenunie is van mening dat er centrale richtlijnen nodig zijn om voor studieverenigingen in een basisbudgette voorzien. Daarbijmoetduidelijk w orden gemaakt w elke activiteiten w elvoor UvA subsidie in aanmerking komen en w elke niet, tevens moet bijaanvang van hetstudiejaar duidelijk zijn w athetminimumbudgetis datde vereniging te beschikking w ordtgesteld, ditalles om een goede jaarbegroting op te kunnen stellen. Kosten voor post en telefoon: Op het moment is er veelverschilen onduidelijkheid over de eigen bijdrage van studieverenigingen aan de kosten van postverzending en de telefoonaansluiting. De ASVA studentenunie w il in eerste instantie duidelijkheid over de kosten van posten telefoon (w atzijn de kosten nu w erkelijk?). DaarnaastpleitASVA er voor datde UvA een aanzienlijk deelvan deze kosten vergoedt, daar zijgemaaktmoeten w orden om de vereniging optimaal te laten functioneren (dergelijke kosten w orden voor UvAmedew erkers immers ook vergoed). Bij sommige studieverenigingen is dit een erg grote kostenpost, dit zou gecompenseerd moeten w orden, zeker met het oog op het HVH-M odel, w aarin servicekosten w orden doorberekend aan de gebruiker. Faciliteiten: Computers: Veruit de meeste verenigingen hebben de beschikking over een eigen computer, echter in vele gevallen is de kw aliteit van de computer gering evenals het onderhoud. De ASVA studentenunie pleit er voor dat studieverenigingen minimaal één goed w erkende computer met internetaansluiting tot hun beschikking krijgen, die door de UvA goed onderhouden w ordt. De grootte van de vereniging moet hier ook een maatstaaf
zijn voor de hoeveelheid computers die ter beschikking w orden gesteld. Het kan namelijk niet zo zijn dat een vereniging met 1800 leden net als een vereniging met 50 leden één computer krijgttoebedeeld. Alles dientredelijk en billijk te zijn. Serverruimte: Iedere studievereniging krijgt van de UvA een stuk serverruimte aangeboden, helaas heeft deze geste een aantalnadelen die vele studieverengingen heeft doen besluiten geen gebruik te maken van deze regeling. De herkenbaarheid en de vindbaarheid van studieverenigingen is namelijk zeer slecht op de UvA site. Daarnaast is het format van de UvA-site zeer dw ingend en biedt geen enkele mogelijkheden voor de verenigingen om zich op een eigen manier te uiten. Dit is zeer te betreuren aangezien de UvA zich profileert als een brede universiteit met vele gezichten. De ASVA studentenunie stelt derhalve voor dat de UvA minder strenge eisen aan het format van w ebsites stelt, opdat de verenigingen, die zeer zeker bereid zijn samen te w erken met de UvA, tegemoet w ordtgekomen. Telefoon: Het is duidelijk dat iedere vereniging een telefoonaansluiting dient te hebben; toch is dit niet altijd het geval. Aan deze situatie dient een einde te komen. Daarnaast maken studieverenigingen grote kosten doordat het op vele telefoons niet mogelijk is om 06-nummers te draaien. Dit is een onw enselijke situatie die door de UvA dan ook aangepaktmoetw orden.
Inzet: Samenw erking met Diensten van de UvA: Studieverenigingen zijn over het algemeen zeer tevreden over de ondersteuning die zijn krijgen van de UvA. Toch is de samenw erking met de Facilitheek vaak zeer matig, evenals met de helpdeks die ICT-problemen moeten oplossen. Chagrijnige medew erkers en onbehulpzame zaalverhuurders zijn niet zeldzaam. ASVA w ilgraag datUvA Diensten zich behulpzaam opstellen, proactiefhandelen en nietde bootafhouden w anneer een vereniging om hulp vraagt. Centrale Belangstelling: Tenslotte zouden w ij graag namens de ASVA studentenunie w illen aangeven dat de belangstelling die studie- en studentenvereniging krijgen van het CvB zeer gering is. Op de VU heeft de rector jaarlijks met alle studieverengingen één persoonlijk contactmoment en organiseert men voor alle studentenverengingen een diner. Dat de UvA zich als maatschappelijk georiënteerde universiteit hierin laat voorbijstreven door de VU is nietalleen te betreuren, maar ronduitlaakbaar. ASVA w ildathetbestuur van deze universiteitkiestvoor de studenten en datin belangstelling laatdoorklinken.
Conclusie Uiteindelijk kan de ASVA studentenunie niet anders concluderen dan dat er veelgoed gaat, maar veelook niet. Toch zien w ij geen problemen, maar mogelijkheden en oplossingen. M iddels deze aanbevelingen w illen w ij de situatie van de Facilitering voor studieverenigingen ter discussie stellen. M etde komstvan hetHuurder Verhuurder-M odelzou de ruimtetoew ijzing op de UvA transparanter w orden. De ASVA studentenunie pleit ervoor dat dit niet in het nadeel w erkt voor studieverenigingen. W ij w illen niet alleen transparantie in ruimtetoew ijzing, maar w ij w illen ook w eten w aar een studievereniging recht op heeft; de communicatie op dit vlak moet verbeterd w orden. De verschillen tussen de studieverenigingen zijn te groot en er is niet duidelijk gesteld w atde rechten van een studievereniging zijn op hetgebied van faciliteiten. De ASVA studentenunie pleitvoor centrale regelgeving op de volgende gebieden: • Huisvesting • Financiële ondersteuning • Faciliteiten • Inzet Hierbij denken w ij aan een basisgarantie van minimaal één w erkruimte met computer, internetaansluiting en telefoon. Tevens pleiten w ij er voor dat de studieverenigingen bijaanvang van het studiejaar duidelijkheid hebben over hetminimumbudgetdatvoor de vereniging ter beschikking w ordtgesteld, ditom een goede jaarbegroting op te kunnen stellen. Daarnaastmoeten zaken als postverzending en telefoonkosten duidelijk geregeld w orden en moet transparant zijn w ie w at betaald. W aarbij moet w orden opgemerkt dat het doorberekenen van dergelijke kosten aan de verenigingen nietw enselijk is. Ook de beschikking over serverruimte en een duidelijk vindbare w ebsite is essentieel voor het goed functioneren van een vereniging. Hierbij moet de identiteit van de vereniging duidelijk uit kunnen komen, w aarbijzijnietgebonden zijn aan hetzeer dw ingende UvA format. Bovenal moet voor de UvA duidelijk zijn dat studieverenigingen zeer belangrijk zijn voor de universitaire w ereld. De UvA erkent dat belang door middel van het toekennen van bestuursbeurzen, maar verder is de belangstelling op centraal, evenals van decentraal niveau, niet overalgelijk. W ijpleiten er dan ook voor dat het CvB zich toegankelijk toont en jaarlijks met studie-, maar ook studentenverenigingen, in contacttreed om zo haar interesse te tonen. Amsterdam, 7 april2006
Guusje Smit Coördinator studieverenigingen
Niels W eitkamp Voorzitter 05|06
Bijlage II - vragenlijst
Naam respondent Functie respondent Naam vereniging Opleiding(en) Onderw ijsinstituut/uten Faculteit Jaar van oprichting
Aantalbestuursleden Aantalleden Aantalbestuursmaanden Aantalactieve leden Aantalcommissies
Als de vereniging de beschikking heeftover een van de volgende zaken, zetdan hetaantalvan de ‘faciliteit’in hethokje rechts: Faciliteit Computer(s)
Aantal
Eigen telefoonlijn Fax Printer
Bezitde vereniging een eigen ruimte?
ja/nee
Zijn er openingstijden voor deze ruimte?
ja/nee
Zo ja, w elke?
… … ...
Heeftde vereniging de beschikking over een borrelruimte? ja/nee
Heeftde vereniging de beschikking over de volgende faciliteiten: ja/nee Internetaansluiting via universiteitsnetw erk Softw are Serverruimte (ruimte voor een w ebsite) Serverruimte via UvA E-mailadres
W ie betaalt/betalen de volgende kostenposten van de vereniging? Zeteen kruisje bijde juiste instantie(s) Vereniging
Secretariaat
Onderw ijs instituut
Faculteit
Universiteit
Anders nml
Telefoonrekening Computers Serverruimte Postverzending Kopieerkosten Printen Drukw erk
Deelje de faciliteiten van vraag 3 (zoals kamers, computerfaciliteiten en kantoorfaciliteiten)? Zo ja, w elke deelje? Zo ja, metw ie deelje ze?
W atzijn de drie grootste inkomstenbronnen voor de vereniging? 1. 2. 3.
Nu volgen een aantalstellingen over de samenw erking metde UvA en de hoeveelheid faciliteiten en subsidie de universiteitbiedt. In aldeze vragen bedoelen w ijmetde UvA alle verschillende onderdelen w aar de vereniging mee te maken krijgt, van secretariaattotfaculteitofCollege van Bestuur. Omcirkelhetdoor jou geprefereerde antw oord. De UvA biedtvoldoende faciliteiten aan studieverenigingen 1. 2. 3. 4. 5.
helemaalmee eens mee eens nietmee eens, nietmee oneens mee oneens helemaalmee oneens
De UvA houdtgeen rekening metde huisvesting van studieverenigingen in haar kamerbeleid 1. 2. 3. 4. 5.
helemaalmee eens mee eens nietmee eens, nietmee oneens mee oneens helemaalmee oneens
Studieverenigingen krijgen een redelijke subsidie van de UvA voor hetorganiseren van activiteiten en studiereizen 1. 2. 3. 4. 5.
helemaalmee eens mee eens nietmee eens, nietmee oneens mee oneens helemaalmee oneens
De UvA geeftonvoldoende hulp bijhetorganiseren van activiteiten en studiereizen 1. 2. 3. 4. 5.
helemaalmee eens mee eens nietmee eens, nietmee oneens mee oneens helemaalmee oneens
De UvA levertvoldoende kantoor faciliteiten zoals computers, printers e.d. om de vereniging draaiende te kunnen houden 1. helemaalmee eens
2. 3. 4. 5.
mee eens nietmee eens, nietmee oneens mee oneens helemaalmee oneens
De UvA is w einig behulpzaam bijhetvinden van ruimte voor studieverenigingen ofhetverbeteren van de ruimte 1. 2. 3. 4. 5.
helemaalmee eens mee eens nietmee eens, nietmee oneens mee oneens helemaalmee oneens
W anneer onze vereniging nieuw e plannen heeft, is de UvA graag bereid ons hiermee te helpen 1. 2. 3. 4. 5.
helemaalmee eens mee eens nietmee eens, nietmee oneens mee oneens helemaalmee oneens
De UvA geeftvoldoende subsidie aan studieverenigingen 1. 2. 3. 4. 5.
helemaalmee eens mee eens nietmee eens, nietmee oneens mee oneens helemaalmee oneens
Onze vereniging kan goed samenw erken metde UvA 1. 2. 3. 4. 5.
helemaalmee eens mee eens nietmee eens, nietmee oneens mee oneens helemaalmee oneens
M etw elk onderdeelvan de UvA heeftde vereniging een goede samenw erking?
M etw elk onderdeelvan de UvA heeftde vereniging een mindere samenw erking?
Heb je nog opmerkingen naar aanleiding van deze vragenlijst?