Thee met koekjes//Ajita Ramautar//28-02-2015 ‘Emilie, kom terug aan tafel,’ sist maman. ‘Je ziet er belachelijk uit.’ ‘Nee.’ Op mijn knieën, met mijn handen op het vensterbank, kijk ik uit het woonkamerraam van ons Parijse appartement. Er is niets anders dan kilte, wreedheid. Zien zij dat niet? vraag ik me af over de soldaten die door onze straat patrouilleren en niets anders dan onheil veroorzaken. ‘Er gaat geen maaltijd voorbij zonder dat je hém ter sprake brengt,’ zeg ik met opeengeklemde kaken. Maman is de beste pianiste die Parijs te bieden heeft. Sinds een paar maanden speelt ze op feestjes van de Duitsers. Afschuwelijk, dat wij eten van het geld dat zij verdient door de slechteriken te vermaken. Op een van die feestjes heeft ze luitenant Hugo Giese leren kennen. Hij is geen mens, maar een machine. Achtentwintig, dus tien jaar ouder dan ik. Drie jaar ouder dan Jean. Ik kan me niet voorstellen dat ik een relatie zou hebben met hem, mijn dappere beste vriend, laat staan dat monster. ‘Heeft hij geen vrouw in Duitsland?’ vraagt Hetty. In de weerspiegeling van de ruit zie ik dat maman haar een boze blik toewerpt. Hetty speelt met de brij in haar kom en ziet het niet, maar ze voelt het wel. Ik haat maman omdat ze haar een slecht gevoel geeft vanwege Hugo. Ik kom overeind en strijk mijn rok glad. De riem waarmee ik hem op zijn plek houd, kan wel drie keer om mijn middel. Uiteindelijk draai ik me om en kijk maman aan. Ik heb mijn gouden haar van papa, maar mijn smaragdgroene ogen zijn van haar. ‘Papa is al twee jaar dood. Niemand zal het u kwalijk nemen als u verdergaat, dus waarom biedt u uzelf niet aan? Jullie schelen maar zestien jaar.’ Maman’s ogen spuwen vuur. ‘Blijf zo verdergaan als je de pijn wilt voelen die mijn vlakke hand kan veroorzaken.’ Ik zet een stap in haar richting. Elke dag leven Jean en ik met de angst om betrapt te worden voor het drukken van kranten met artikelen waarvan de Duitsers niet willen dat die worden gelezen. Ik vrees voor dat moment dat de Duitsers ons te grazen nemen, maar ik vrees nog meer voor een toekomst waarin ze de oorlog hebben gewonnen. Ik vrees echter niet voor haar.
Thee met koekjes//Ajita Ramautar//28-02-2015 Drie stappen voor haar staak ik mijn pas. Ik heb dan haar ogen, maar de strijdlust daarin is van papa. ‘Ik heb geen honger,’ is het enige wat ik zeg. Leugens. Honger lijden is onderdeel van het leven geworden. Maman knippert zelfs niet. Ik loop langs de eettafel, krijg het voor elkaar geruststellend naar Hetty te glimlachen, gris mijn jas van de kapstok en loop de deur uit. Mijn voetstappen galmen tegen de verlaten muren van het appartementencomplex. ‘Jean, waarom ben je niet getrouwd?’ vroeg ik hem een van de eerste keren, inmiddels twee jaar geleden. Papa was ‘verdwenen’ en ik was niet zo naïef als maman om te denken wat er was gebeurd. Alles bij elkaar maakte me woedend. Het liefst blies ik elke Duitse soldaat op, maar in plaats daarvan ging ik kranten drukken voor het verzet. Jean haalde diep adem. Hij was vuil van het inkt en het was donker in de kelder, maar ik zag genoeg om te weten dat hij knap was. Een man als hij had vele meisjes zo gek kunnen krijgen om met hem te trouwen. ‘Liefde, Emilie,’ zei hij triest, ‘maakt je zwak en in deze wereld is geen plek voor zwakte.’ Mijn hart zakte in een klap naar mijn knieën. Wat hij zei klopte. Toch had ik lief. Het soort liefde dat je zwak maakt. Mijn voetstappen worden sneller naarmate ik het einde van de straat bereik. Ik sla het hoekje om en bots bijna op tegen een vrouw met een stokbrood. Ze kijkt me verschrikt aan en klemt het brood tegen haar borst. ‘Pardon, madam,’ mompel ik in het voorbijgaan. Drie straten achter ons woont Dianne, mijn beste vriendin, in een van de grotere huizen. Lekker dichtbij, dacht ik altijd, maar tegenwoordig is het niet dichtbij genoeg. Ik klop op de deur. Het is Dianne die hem beantwoord. Ze is verrast mij te zien. ‘Emilie, moet jij je niet klaarmaken voor je... afspraakje?’ Zonder een uitnodiging laat ik mezelf binnen. ‘Heb je het hem verteld?’ vraag ik op fluistertoon nadat ik de voordeur heb gesloten. Ze slaat haar blik neer. ‘Dianne!’ Onschuldig houdt ze haar handen omhoog. ‘Ik vond dat hij het moest weten.’ Alsof ik het niet zou vertellen! Zonder op Dianne te wachten of iets te zeggen, open ik het luik van de kelder. Het is brutaal, maar op dit moment ben ik te razend om me daar zorgen over te maken. De kelder van Dianne’s
Thee met koekjes//Ajita Ramautar//28-02-2015 familie is zo groot dat ik rechtop kan staan. Mathias is langer en moet altijd een beetje bukken, maar hij verlaat zijn hoekje zelden. ‘Hij is in de bibliotheek,’ fluistert ze hard, ook al is er op haar ouders na niemand die haar zou kunnen horen. Ik draai me om en loop naar de bibliotheek. Voor die ruimte heb ik haar altijd benijd. Ik klop op de deur en open hem zonder een antwoord af te wachten. Mathias zit in de leesstoel van Dianne’s vader, zijn knieën opgetrokken. Het is een massief ding en hij is zo fragiel. Elke keer wanneer ik zijn ondervoede lichaam zie, breek ik nog een stukje. Maar hij leeft, dat is het enige wat belangrijk is. Ik loop naar hem toe en terwijl ik dat doe trek ik mijn jas en sjaal uit. Ze vallen op de tapijtenvloer. Vlak voor hem laat ik me door mijn knieën zakken. Als hij niet zo breekbaar was geweest, was ik op zijn schoot geklommen. Mathias buigt zich naar voren en onze monden botsen onhandig tegen elkaar. Mathias. Mijn geschenk. ‘Milly,’ fluistert hij. Mathias is de enige die me zo noemt en ik vind het heerlijk. Hij streelt mijn lippen met de zijne, maar kust me niet. Mijn ogen vullen zich met tranen. ‘Ik wil je mee uiteten nemen. Gewoon een jongen en een meisje die van elkaars gezelschap genieten. Formele kleding. Dansen in het openbaar. Een wandeling door het park. Je hoort niet genoeg te nemen met dit,’ zegt hij om zich heen wijzend. Ik neem zijn gezicht in mijn handen. Geen zachte plekken, alleen beenderen, maar nog steeds de knapste jongen die ik ooit heb gezien. ‘Ik zou niets en niemand boven jou verkiezen.’ Ik kus zijn voorhoofd, zijn beide oogleden, het puntje van zijn neus en uiteindelijk zijn mond. Die mond is ervoor gemaakt om mij te kussen. ‘Want ik hou van je.’ ‘Ik hou ook van jou,’ zegt hij, zijn ogen ook vol tranen. Voorzichtig klim ik bij hem op schoot. Ik sla mijn armen om zijn nek en verlies mezelf in de kus, in hem. Elke keer wanneer ik naar adem snak, grijp ik de kans om hem te vertellen hoeveel ik van hem houd en elke keer meen ik het nog meer dan de vorige keer. ‘Ze is vast hier,’ hoor ik Dianne’s moeder vriendelijk zeggen. ‘Je weet hoe dol ze is—’ Ik wil verdwijnen, naar de deur rennen en die blokkeren. Ik wil van alles, maar voor ik het gevaar heb gesignaleerd, is het al te laat.
Thee met koekjes//Ajita Ramautar//28-02-2015 De deur zwaait open. Mathias en ik springen op. Dianne’s moeder staat in de deur opening, haar ogen groter dan ooit. Achter haar staat maman. Het duurt een moment voordat ze Mathias herkent, de zoon van de Joodse zakenpartner van Dianne’s vader. ‘Emilie, kom mee,’ zegt ze. Dat is alles. Ze klinkt vermoeid, bijna spijtig. Ik knik, want dit is niet het moment om stennis te schoppen. Voordat ik Mathias achterlaat, kus ik hem nog een keer. Maman heeft ons al gezien en ze is van alles, maar ze is niet dom. ‘Thee met koekjes,’ fluister ik in zijn oor. Voor een fractie van een seconde ontmoeten onze ogen elkaar. Dat ene moment houdt zoveel emoties en herinneringen vast, maar ook iets anders: een overeenkomst. Mamam verspeelt kostbare tijd en wacht drie dagen om Dianne’s familie aan te geven. Ik vraag me af waarom ze zo lang gewacht heeft. Op het moment dat het gebeurt ben ik niet thuis, maar universiteiten aan het bezoeken met Jean. Ik wil lerares worden. Lesgeven aan kinderen zonder de angst dat ze een voor een zullen verdwijnen. Ik wil dat ze opgroeien met de waarheid, hoe lelijk die ook is. In het voorbijgaan hoor ik groepjes mensen smoezen over de inval. Iemand had gezegd dat daar een Joodse jongen ondergedoken zat. Ik wist dat dit zou gebeuren, maar dat maakt de pijn niet minder. Mijn borst knelt. Ik begin het steeds warmer en warmer te krijgen, terwijl de tempratuur sinds twee dagen dramatisch is gedaald. ‘Het bleek vals te zijn,’ zegt een vrouw. ‘Ze zeggen dat het een wraakactie was. Gewoon iemand die wilde dat ze de boel daar overhoop haalden, en dat hebben ze gedaan.’ ‘Jean zegt,’ zei ik vorige week, en Mathias begon zachtjes te grinniken. Ik kwam altijd met weetjes van Jean. Soms klopten ze, soms niet. Ze waren wel altijd interessant. ‘Mathy,’ zei ik zogenaamd bestraffend omdat hij me onderbrak. ‘Sorry, mijn liefde.’ Hij kuste me vluchtig op mijn lippen en even was ik vergeten wat ik wilde zeggen. Ik schraapt mijn keel. ‘Dus Jean zei, dat er vanuit Calais een boot naar Amsterdam gaat. Soms stopt de kapitein op de Britse Kanaaleilanden voor onderhoudsredenen.’ Ik keek hem veel betekend aan. Mathias kneep zijn ogen sceptisch samen. ‘Je moet vragen of hij graag koekjes bij zijn thee heeft.’
Thee met koekjes//Ajita Ramautar//28-02-2015 De Gestapo heeft niemand gevonden. Mathias is weg. Ik zal hem niet meer zien. Niet tot de oorlog voorbij is en God mag weten wanneer dat is. Misschien zie ik hem wel nooit meer. De boot naar Amsterdam, met de tussenstop die levens kan redden, kan een mythe zijn – een valstrik zelfs. Twee keer eerder is Mathias ternauwernood ontsnapt aan de Duitsers en ik moet blijven geloven dat het zijn lot is om hier heelhuids uit te komen.