HieperdeFien… HOERA!
Boeken van Harmen van Straaten Kleintje Beer en de baby Ik wil voor altijd bij je zijn Mijn autoboek Kleintje Beer en de grote wereld Herrie in de huttenclub (e-book) Het geheim van de smokkelbende (e-book) Dierenhotel – Apenstreken (e-book) Hup Fien!
Harmen van Straaten
HieperdeFien... HOERA!
Leopold / Amsterdam
Eerste druk 2014 © Tekst en illustraties 2014: Harmen van Straaten / www.harmenvanstraaten.nl Omslagontwerp: Petra Gerritsen Uitgeverij Leopold, Amsterdam / www.leopold.nl isbn 978 90 258 6630 3 / nur 282
Uitgeverij Leopold drukt haar boeken op papier met het fsc®-keurmerk. Zo helpen we waardevolle oerbossen te behouden.
Inhoud Een stinkwinkel, trouwen en afwasmachines 7 Blaffende honden bijten niet 16 Jankende honden bijten wel of niet 23 Harige honden, zeerovers en bewakers 30 Feestelijk geopend en toch geen prijs! 37 Muitende piraten en toch weer een goed humeur 43 Een feestelijke opening met een staartje (1) 51 Een feestelijke opening met een staartje (2) 56 Een geheim heb je nooit alleen 66 We zijn er bijna 71 We zijn er bijna maar nog niet helemaal 79
Een stinkwinkel, trouwen en afwasmachines Fien zit buiten op een stenen paaltje bij de winkel van de sigarenmeneer. Om precies te zijn: bij wat ooit een sigarenwinkel was. De winkel is weg. De ramen zijn al een poosje wit geverfd. Fien kijkt om zich heen. Wat zal ze vandaag eens gaan doen? Aan de overkant is het piratenschip, verstopt tussen de struiken. Fien, Sjoerd en Juliano spelen er vaak. De roestige boot ligt daar al jaren en overal in de boot groeit gras. Niemand weet van wie de boot is. Maar volgens Fien is hij van haar. Omdat zij hem heeft gevonden. Met elkaar zijn ze de piraten van de Kariben en spelen ze hun zelfverzonnen avonturen. Waren haar twee 7
vrienden er maar, dan konden ze ernaartoe. Op de boot maken ze altijd van alles mee. Vooral als Fien een avontuur bedenkt, dan gebeurt er echt van alles. Maar Sjoerd is nu nog bij muziekles en Juliano is niet thuis, want toen ze net aanbelde, deed er niemand open. Sjoerd en Juliano hebben allebei geen papa meer. De papa van Sjoerd is dood. Dat heeft Fien zelf gezien. Nou ja, ze was er niet bij toen hij doodging. Maar ze waren een keer op de begraafplaats en toen hebben ze even op de steen op het graf gezeten. Het moet best wel koud zijn als je dood bent, want die steen voelde ijs- en ijskoud onder hun billen. De papa van Juliano is weggelopen. Maar voor de mama van Juliano kan hij net zo goed dood zijn. Laatst zei ze nog dat hij kon doodvallen. Fien en Sjoerd hebben wel eens geprobeerd een man te zoeken voor de mama van Sjoerd. Ze hadden een advertentie bij de kopieermachine van de Jumbo opgehangen, maar dat heeft niks opgeleverd. ‘Je moeder kan misschien ook op de mama van Juliano zijn,’ stelde Fien laatst voor. ‘Mijn oom Ben en oom Ger zijn ook op elkaar, dus als het met mannen kan, dan kan het ook met twee mama’s.’ 8
‘Echt niet,’ gilde Sjoerd. ‘Eén mama is echt wel genoeg.’ Fien knikte toen. De moeder van Juliano is best wel bazig. Ze gaat staan. In de verte ziet ze Peggy aan komen lopen, met haar moeder. Peggy heeft een Juwelen-Barbie, een angorakonijn en ze zit bij de majorettes. Misschien gaat Peggy iets leuks doen. ‘Hoi,’ zegt Fien. ‘Doorlopen,’ sist de moeder van Peggy. Ze lopen naar de winkel. ‘Hij is dicht, hoor!’ zegt Fien. ‘Niet op ingaan,’ zegt de moeder van Peggy. ‘Het gaat haar niks aan!’ Fien komt erbij staan. De moeder van Peggy rommelt met een sleutel in het slot van de deur. ‘Wat gaan jullie doen?’ vraagt Fien. ‘Gaat je niks aan,’ zegt de moeder van Peggy. Ze houdt haar hand op de mond van Peggy. 9
‘Ik weet het toch al,’ zegt Fien. ‘Iedereen weet het.’ Peggy rukt zich los uit de greep van haar moeder. ‘Je bent stikjaloers, dat wij een dierenwinkel beginnen in de winkel van de sigarenmeneer.’ ‘Pff,’ zegt Fien. ‘Een dierenwinkel stinkt nog erger dan een sigarenwinkel, het trekt ook in je kleren en in je haren.’ Ze knijpt haar neus dicht. ‘Ik ben blij dat ik er niet bij ben,’ zegt ze. Ze steekt haar tong uit en dan loopt ze met haar neus dichtgeknepen de Transvaalstraat in, op weg naar het huis van Sjoerd.
10
Hopelijk is Sjoerd al terug van muziekles. De mama van Sjoerd probeert hem elke keer weer een nieuw instrument aan te praten. Maar tot nu toe wil het allemaal niet zo lukken. De buren worden er ook gek van. Vooral van de blokfluit en het drumstel. Nu zit hij op pianoles. In de verte ziet ze Sjoerd al aan komen rennen. Hij kijkt nijdig. ‘Hoi,’ zegt Fien. ‘Ben je boos?’ ‘De pianojuf zegt dat ik nooit Mozart word!’ ‘Wie is Mozart?’ vraagt Fien. ‘Toch geen voetballer?’ Sjoerd schudt zijn hoofd. ‘Hij is al lang dood. Vroeger was hij heel beroemd. Overal werd zijn muziek gespeeld. Er zijn wel tienduizend straten naar hem genoemd!’ ‘Daar heb je toch niks aan als je dood bent!’ roept Fien. ‘Je kunt beter voetballer worden. Dan word je heel beroemd en dan ga ik met je trouwen en dan ga ik elke dag winkelen, desnoods in de Mozartstraat. Dan ga ik ook sieraden en ondergoed bedenken, want dat doen alle voetbalvrouwen, en dan worden we nog rijker.’ ‘Moet ik dat ondergoed dan ook aan?’ vraagt Sjoerd. 11
‘Als je per se wilt, mag je die bh’s aan,’ zegt Fien lachend. ‘Echt niet!’ gilt Sjoerd. ‘En je kettingen ook niet! Ik heb ook helemaal geen zin om voetballer te worden.’ Fien denkt even na. ‘Hoeft ook niet. Ik word gewoon autocoureur en dan doe jij thuis alles in de afwasmachine.’ Sjoerd trekt een vies gezicht. ‘Mag ik bedanken?’ zegt hij. ‘Dat moet ik nu ook al van mijn moeder. Als ik ergens een hekel aan heb, is het wel de afwasmachine inruimen. Dat geldt ook voor de klerenkast netjes houden en speelgoed in de speelgoedkist doen. Kun je niet iets anders verzinnen? En we hoeven toch helemaal niet te trouwen? Voor mijn mama hoeft het ook niet meer.’ Fien lacht. ‘Dat zegt mijn mama ook altijd, dat als ze alles van tevoren had geweten, ze nooit meer zou trouwen. Weet je wat, we gaan lekker niet trouwen en blijven gewoon piraten van de Kariben. Die doen niet aan afwas. Ze gooien alle vuile borden gewoon in zee. En als de borden op zijn, enteren ze een boot en dan hebben ze weer nieuwe borden.’ 12