No title

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015

PEDAGOGISCH BELEIDS-/ WERKPLAN KINDEROPVANG DURFAL (BUITENSCHOOLSE OPVANG) Durfal/09-2015

Buitenschoolse Opvang Durfal

Van Rijslaan 10, 2625 KX

1


Voorwoord In dit pedagogisch beleids-/werkplan zijn in overleg met pedagogische medewerkers, oudercommissie en directie de visie op het pedagogisch handelen en de doelen van de werkwijze beschreven. Het beleidsplan geeft de relatie weer tussen kind en de (professionele) opvoeder. Het geeft de opvoeder handvatten voor het handelen om tot de gewenste ontwikkelingsdoelen te komen bij het kind. Het pedagogisch handelen is een dynamisch proces waarin het kind centraal staat. De directie van Durfal vindt het van belang om met de pedagogisch medewerkers en ouders onderwerpen te bespreken uit het pedagogisch plan. Beiden hebben het beste met het kind voor en dragen een belangrijk deel bij aan de opvoeding van de kinderen.

.



2

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 Titelpagina Voorwoord

Blz. 1 2

Inhoudsopgave 1. Inleiding

3/4 5

2.

6 6 6 7 7 7

Algemeen 2.1 Lokaties, (basis)groepen, openingstijden, 2.2 Diensten/pakketten BSO Durfal 2.3 Administratie 2.4 Inschrijving/planning/plaatsing 2.5 Incidentele opvang

3.

Doelstelling 3.1. Pedagogische visie Durfal 3.2. Relevante pedagogische stromingen 3.3. Pedagogische uitgangspunten 2.3.1. Een kindvriendelijke locatie en horizontale groepsindeling 2.3.2. Inspelen op de behoeften van het kind 2.3.3. Inspelen op de behoeften van de ouders

7 8 8 8 8/9 9 9

4.

De vier opvoedingsdoelen in de Wet kinderopvang en de werkwijze 4.1 Bieden van veiligheid 4.1.1 Fysieke Veiligheid 4.1.1.1 Vergunningen, procedures, kwalificaties 4.1.1.2 Gebouwen, ruimte en ontruiming 4.1.1.3 Risico-inventarisatie en Evaluatie (RIE) 4.1.1.4 Veiligheid- en Hygienebeleid 4.1.1.5 Ongevallenverzekering 4.1.2. Sociaal emotionele veiligheid 4.1.2.1 interactie groepsleiding-kind 4.1.2.2 Binnen- en buitenruimte 4.1.2.3 De groep 4.1.2.4 Activiteitenaanbod 4.1.2.5 Spelmateriaal 4.2 Ontwikkelen sociale competenties 4.2.1 interactie groepsleiding-kind 4.2.2 Binnen- en buitenruimte 4.2.3 De groep 4.2.4 Activiteitenaanbod 4.2.5 Spelmateriaal 4.3 Ontwikkelen persoonlijke competenties 4.3.1 interactie groepsleiding-kind 4.3.2 Binnen- en buitenruimte 4.3.3 De groep 4.3.4 Activiteitenaanbod 4.3.5 Spelmateriaal 4.4 Kinderen kans bieden om waarden en normen, de cultuur van een samenleving eigen te maken. 4.4.1 interactie groepsleiding-kind 4.4.2 Binnen- en buitenruimte 4.4.3 De groep 4.4.4 Activiteitenaanbod 4.4.5 Spelmateriaal

9/10 10 10 10 10 10 11 11 11 12 12 12 12/13 13 13/14 14 14 14 14 14 14 15 15 15 15 15 16



16 16 16 17 17

3

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 5.

Omgang met kinderen/groep 5.1 Opvang in (basis)groep 5.2 Vakantieopvang 5.3 Woensdag- en vrijdagmiddagen, vakantieperioden 5.4 VSO en TSO 5.5 Dagindeling 5.6 Verstrekking voeding 5.7 Rituelen 5.8 Activiteiten 5.9 Vrijspelen binnen/buiten en uitstapjes 5.10 Inrichting binnen en buiten 5.11 Speelgoedvisie 5.12 Sporten en Bewegen 5.13 Kinderinspraak 5.14 Regels en afspraken 5.15 BSO is vrije tijd van het kind 5.16 Zelfstandigheid 5.17 Ophalen van kinderen 5.18 Ontwikkelingsachtersand/Huiswerkbegeleiding 5.19 Zwemles-/bredeschoolbegeleiding 5.20 Uitstapjes 5.21 Feesten in de groep 5.22 Verjaardagen 5.23 Creativiteit 5.24 Overgang KDV naar BSO e n doorstroom BSO-kinderen 5.25 Wennen 5.26 Verdriet en troosten 5.27 Observaties kinderen 5.28 Opvallend gedrag 5.29 Pesten 5.30 Corrigeren en belonen 5.31 Voorbeeldfunctie 5.32 Medisch handelen en ziektebeleid 5.33 Kindermishandeling 5.34 Privacyrichtlijnen 5.35 Klachtenregeling/-procedure

17 17 17 17/18 18 18 18/19 19 19 19 19/20 20 20 20 20/21 21 21 22 22 22 22 22 22 22/23 23 23 24 24 24/25 25 25/26 26 26 26 26 26/27

6.

Contacten met ouders/verzorgers 6.1 Haal- en brengcontacten 6.2 Intakegesprek 6.3 Oudercommissie 6.4 Overige contacten met ouders/verzorgers

27 27 27/28 28 28

7.

Team Durfal 7.1 Deskundigheidsbevordering 7.2 Werkoverleg 7.3 Stagiaires 7.4 Oproepkrachten 7.5 Achterwachtregeling

28/29 29 29 29 29 30

8.

Samenwerking derden

30

9..

Protocollen

30

10.

Slotwoord

31



4


1. Inleiding Durfal is opgericht vanuit de gedachten van de ouder. Wat wil en verwacht een ouder van kinderopvang? Ouders die hun kind(eren) plaatsen, geven de opvoeding en verzorging van hun kind uit handen. Als werkende ouder weet ik hoe moeilijk dit is. Kinderopvang moet zoveel mogelijk aansluiten op de thuissituatie en tegemoet komen aan de wensen van de ouders en kinderen. Ouders moeten veel regelen, ook met betrekking tot de (sport)activiteiten van hun kind. Durfal biedt servicediensten zoals het brengen en halen van de kinderen naar zwemles, een sport- of bredeschoolactiviteit of een kinderpartijtje. Communicatie vinden wij erg belangrijk. Naast het overleg met de ouders (oudercommissie), wordt er ook nagegaan wat de kinderen leuk vinden of juist niet leuk vinden. We doen ons uiterste best om, voor zover mogelijk, aan de wensen te voldoen. Durfal streeft geen specifieke pedagogische stroming na maar heeft een open beleid. Ons pedagogisch beleidsplan is tot stand gekomen in samenspraak met ouders, leiding en directie van Durfal en een externe pedagoge. Elk kind krijgt de mogelijkheid om zich individueel in een eigen tempo te ontwikkelen. De pedagogische medewerkers van Durfal volgen deze ontwikkeling en het is hun taak om deze zo optimaal mogelijk te ondersteunen en te stimuleren. In elk kind schuilt een kleine Durfal en ik denk dat elk kind bij ons op zijn plek is!



5


2. ALGEMEEN 2.1 Locaties, groepen en openingstijden Lokaties De buitenschoolse opvang van Durfal heeft de beschikking over1 locatie: Durfallocatie aan Van Rijslaan 10, 2625 EB Delft. Basisgroep(en) Er is 1 gemengde groep van Durfjes en Durfit met 30 kindplaatsen per dag. Deze is weer verdeeld in twee basisgroepen naar leeftijd, te weten Durfjes (4-7 jaar) en Durfitters (8-12 jaar). De kinderen eten met de eigen groep. De groepen doen de (sport)activiteiten elke dag afzonderlijk van elkaar, m.u.v. dagen waarop het aantal kinderen de helft of minder dan het aantal kindplaatsen per dag bedraagt. In dit geval gaat de groep gezamenlijk sporten of een activiteit doen. Hierbij wordt rekening gehouden met het aanbieden van leeftijdgebonden activiteiten. Vanaf 17.30 uur wordt 1 groep gevormd. De groepen hebben de beschikking over een speelruimte, rustruimte, de gang met voetbaltafel en de speelzaal in het gebouw en de buitenspeelplaats (schoolpleinen). Durfal heeft een samenwerkingscontract met de Titus Brandsma basisschool en verzorgt voor deze basisschool het gehele dagarrangement (VSO, TSO en BSO). Openinstijden Schoolweken: maandag, dinsdag/donderdag: 15.00-18.30 uur Woensdag en vrijdag : 12.00-18.30 Vakanties : maandag t/m vrijdag : 08.00-18.30 uur VSO en TSO: De openingstijden van de VSO zijn maandag t/m vrijdag van 07.30-08.30 uur De openingstijden van de TSO zijn maandag t/m vrijdag van 12.00-13.00 uur (m.u.v. woensdag). 2.2 Diensten BSO Durfal  Buitenschoolse Opvang (BSO); dit is naschoolse – en vakantieopvang.  Voorschoolse opvang  Tussenschoolse opvang Pakketten BSO Durfal:  40 weken  49 weken  52 weken 2.3 Administratie Durfal heeft haar gehele administratie, te weten de planning, plaatsing, contract, debiteurenbeheer etc. uitbesteed aan Debicare Nederland (DC) BV.    

Betalingsvoorwaarden: Met het ondertekenen van het inschrijfformulier is ouder/verzorger gebonden aan een opzegtermijn van 1 maand. Betalingen worden geïncasseerd door DC. Betaling wordt op de eerste van elke maand vooraf geïncasseerd. Bij een achterstand van twee maanden kan de plaatsing worden stopgezet, mits ouder/verzorger hiervoor een regeling treft.



6

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 2.4

 



2.5

Inschrijving/planning/plaatsing De inschrijving geschiedt middels een inschrijfformulier dat naar Debicare wordt verstuurd (kan ook via Durfal). 3 maanden vóór startdatum ontvangen ouders/verzorgers een aanbieding van Debicare. Als ouders/verzorgers akkoord gaat, stuurt DC een contract aan ouders/verzorgers, dat door de ouders/verzorgers wordt ondertekend en retour gezonden naar DC. Indien een inschrijving op korte termijn ingaat, wordt door Debicare gekeken naar de planning, eventueel overlegd met Durfal, en wordt een contract gestuurd naar ouders/verzorgerss. Zodra het contract ondertekend retour is gezonden door ouders/verzorgers, wordt door Debicare een kindkaart gestuurd naar Durfal. De leiding van Durfal maakt een afspraak met ouders/verzorgers voor een wendag en intake-gesprek. (zie verder bij punt “Communicatie ouders, intake-gesprek”). Incidentele opvang/Extra dagdelen/flexibele opvang Durfal biedt Incidentele Opvang aan met een studie-/sluitingsdag school (m.u.v. nationale feestdagen). Ouders worden middels de mail en een brief op het prikbord van de BSO op de hoogte gebracht van de aanbieding van Incidentele Opvang. De aanmeldingstermijn hiervoor is drie weken en dient schriftelijk te geschieden (middels email of aanmeldingsformulier). Twee weken van te voren ontvangt(t)en de ouder(s)/ verzorger(s) een bevestiging of de opvang doorgaat. Het minimum aantal kinderen is vastgesteld op 5. Minder dan 5 aanmeldingen wordt geen opvang aangeboden. Indien de opvang is bevestigd en wel wordt aangeboden en een ouder/verzorger besluit af te zien van de aanmelding, dan zijn de ouders/verzorgers verplicht de kosten te betalen. Ook is de mogelijkheid om extra dagdelen in te kopen. In dit geval bellen ouders naar de BSO en vragen of het kind op betreffende dag gebruik zou kunnen maken van de opvang. Indien er nog ruimte is qua aantal aanwezige kinderen op die dag, kan het kind op die dag komen. De aanmelding voor extra dagdeel geschiedt eveneens schriftelijk en de ouder/verzorger stuurt een mail of vult een aanmeldingsformulier in. Ouders met een flexibel rooster kunnen aangeven welke dagen vast zijn en welke flexibel. De flexibele dagen worden dan uiterlijk een week van te voren doorgegeven. De fakturatie van deze dagen vindt dan achteraf plaats (maand later).

Ruilen van dagen De dagen worden niet geruild omdat wij veel belang hechten aan stabiliteit van de groepssamenstelling. Ondanks deze regelgeving staan wij wel open voor vragen van ouders voor een ruildag in verband met een bijzonderheid (werk ouders of een overlijdensgeval in de familie). Het ruilen van dag(en) dient dan wel binnen een maand plaats te vinden. Het ruilen van dagen is alleen mogelijk indien er plaats is. Dit is afhankelijk van het totaal aantal kinderen én van de groepssamenstelling en/of de personele bezetting. Het ruilen van dagen waarop de opvang gesloten is (denk aan Kerst of Pasen), is niet mogelijk. Een al eerder aangevraagde extra dag, kan niet met terugwerkende kracht omgezet worden in een ruildag. Een naschoolse dag ruilen voor een vakantie-opvangdag en het ruilen van een ziektedag is niet mogelijk.

3. DOELSTELLING Durfal vindt dat kinderopvang voor iedereen toegankelijk moet zijn en tegemoet dient te komen aan het zich ontwikkelende kind en de behoeften van de ouder(s). Het pedagogische doel is: eraan bij te dragen dat kinderen zich ontwikkelen tot evenwichtige mensen, die vertrouwen hebben in hun eigen kunnen.



7

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 Dit willen wij bereiken door in de kinderopvang situaties te creëren, waarin kinderen zich:  Optimaal kunnen ontplooien;  Prettig voelen;  Voor zichzelf opkomen;  Respect ontwikkelen voor zichzelf en anderen;  Positief en zelfstandig in de maatschappij staan;  Sociaal vaardig zijn. 3.1 Pedagogische visie Durfal Wij gaan er vanuit dat ieder kind uniek is en dat het zich ontwikkelt op zijn eigen manier. Op basis van aanleg, binnen de mogelijkheden die hem daartoe worden aangeboden. De omgeving en de wisselwerking tussen kinderen en volwassenen zijn daarbij belangrijk. Door middel van een kwalitatief goede opvang, willen wij de juiste voorwaarden scheppen; zo dat ook tijdens afwezigheid van hun ouders de kinderen zich kunnen ontwikkelen en ontplooien als zelfstandige en zelfbewuste kinderen, die elkaar respecteren en accepteren. Dit kan mede mogelijk gemaakt worden door ieder kind in zijn eigen tempo en binnen zijn mogelijkheden op sociaal emotioneel gebied te ondersteunen, waardoor ze zullen opgroeien tot volwaardige personen in deze samenleving. Elk kind is uniek en de ontwikkeling van de eigen persoonlijkheid staat centraal in de opvang waarbij aandacht is voor de natuurlijke talenten en kwaliteiten van het kind. Kinderen doen in de buitenschoolse opvang tevens ervaringen op die van belang zijn voor hun deelname aan de maatschappij. Reden voor Durfal om aandacht te besteden aan het samenspelen en het samenleven in groepsverband. Kinderen leren functioneren in een groep, spelen met kinderen met verschillende achtergronden, overleggen samen en lossen conflicten op. Ze oefenen met verschillende groepsrollen (leiden en volgen), incasseren verlies, nemen verantwoordelijkheid en denken mee over omgangsregels. 3.2 Relevante pedagogische stromingen Durfal deelt de mening van Tavecchio dat de kinderopvang een volwaardig opvoedingmilieu naast het gezin moet zijn en een diversiteit aan ervaringen biedt. Het is van belang om spel en ontwikkeling te stimuleren, persoonlijke en sociale competenties te ontwikkelen en het leven in groepen aandacht te schenken waarbij pedagogisch meewerkers letten op het gedrag en de situatie van het kind. De visie en het pedagogisch handelen van durfal zijn geïnspireerd op een aantal pedagogische stromingen. Thomas Gordon, Bereidheid tot actief luisteren naar wat een kind te vertellen heeft. Niet meteen met oplossingen klaarstaan, laat het kind zelf een oplossing bedenken; Gebruik van de “ik-boodschap”. Wat je zegt tegen een kind is belangrijk, maar vooral hoe je het zegt; Pedagoog Loris Malaguzzi, (Reggio Emilia) die ervan uit gaat dat een kind 100 talen heeft om zich uit te drukken. Respect voor het kind; niet blindstaren op de beperkingen maar geloof hebben in een enorm potentieel aan mogelijkheden en creativiteit van ieder kind; Kinderen zijn erg nieuwsgierig naar hun omgeving; het zijn ontdekkers, uitvinders, creatieve denkers en daar moet je als volwassene op aansluiten; Het kind leert het meest van zijn leeftijdsgenootjes, vervolgens van volwassenen en ten derde van zijn omgeving; Ieder kind is anders: de opvoeder kijkt steeds opnieuw, interpreteert en onderzoekt het specifieke van het kind;



8

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 3.3 Pedagogische uitgangspunten BSO Durfal hanteert de volgende pedagogische uitgangspunten die de basis vormen voor haar werkwijze, begeleiding van de kinderen en pedagogisch handelen: 3.3.1 Een kindvriendelijke locatie en horizontale groepsindeling Een locatie voor buitenschoolse opvang behoort een plek te zijn waar kinderen graag komen, een plek die een kindvriendelijke sfeer uitstraalt, waarin het kind zijn eigen weg kan vinden. We veranderen de inrichting niet te vaak. De ruimte is niet alleen in figuurlijke, maar ook in letterlijke zin veilig. De keuze voor een horizontale groepsopbouw is gedaan omdat wij het belangrijk vinden dat er meer leeftijdgenoten in de groep zijn en daardoor een grotere keuzemogelijkheid van vriend(innet)jes. De (groeps)activiteiten kunnen worden afgestemd op de interesses die bij de leeftijdsgroep horen en de inrichting van de ruimte en keuze voor (spel)materiaal kan worden afgestemd op de leeftijdsgroep. Bovendien kan goed worden ingespeeld op de specifieke interesses en behoeften van de kinderen. 3.3.2 Inspelen op de behoeften van het kind. Het is belangrijk dat het kind zich veilig voelt in de groep en in het contact met de leiding. De BSO moet een plek zijn waar het kind zich thuis voelt. Geborgenheid, vertrouwen, aandacht en een luisterend oor zijn daarbij belangrijke voorwaarden. Maar ook een gezellige, huiselijke, warme sfeer draagt daaraan bij. Wil een kind zich bij ons prettig voelen, dan moeten we de behoeften van het kind kennen, begrijpen en hierop inspelen. Het is belangrijk dat een kind gestimuleerd wordt in zijn haar ontwikkeling. De BSO van Durfal wil een voorwaardenscheppende omgeving bieden waarin kinderen zich verder en breder kunnen ontwikkelen. Individuele aandacht voor- en positieve bejegening van ieder kind is daarbij belangrijk, evenals het, aanbieden van gevarieerde(groepsgerichte) activiteiten zodat kinderen zich kunnen oriënteren op wat zij leuk vinden. Een kind leert doordat het ergens aandacht voor heeft en hiermee ervaring opdoet. Een kind is van nature nieuwsgierig en wil graag dingen uitproberen. We bieden kinderen de ruimte dingen te ontdekken, ervaringen op te doen. BSO-tijd is ook vrije tijd. Vrije tijd wordt gekenmerkt door het speelse, niet functionele bezig zijn:~ het bezig zijn zelf is belangrijker dan de prestatie die geleverd wordt en de sociale contacten van kinderen zijn belangrijker dan het product van een activiteit'. Een kind moet na een drukke schooldag zelf kunnen bepalen wat het op de BSO wil doen. Kinderen op de BSO maken onderdeel uit van een groep, waarin zij te maken krijgen met zowel kinderen (leeftijdgenoten, jongere en oudere kinderen) als de leiding. Sociale contacten en sociale vaardigheden spelen in de BSO-groepen een belangrijke rol. De kinderen worden gestimuleerd om met andere kinderen en volwassenen contact te leggen en om te gaan, een sociale omgeving waarin respect is voor elkaar, voor eikaars normen, waarden en cultuur.

3.3.3 Inspelen op de behoeften van de ouders. Een goed contact en samenwerking met de ouders is belangrijk. De ouders en Durfal zijn er samen verantwoordelijk voor dat de opvang en begeleiding van de kinderen zo optimaal mogelijk verloopt. (zie verder bij punt 5 “communicatie en samenwerking met ouders”.

4. DE VIER OPVOEDINGSDOELEN IN DE WET KINDEROPVANG EN WERKWIJZE In de basisschoolperiode verandert een kind van een afhankelijke kleuter in een zelfstandige 12-jarige. Er vindt een verschuiving plaats in de tijd die wordt doorgebracht met volwassenen naar de tijd die wordt doorgebracht met leeftijdsgenoten. Het kind maakt in de basisschoolperiode een belangrijk ontwikkelingsproces door op het gebied van de emotionele, sociale, morele (waarden en normen), lichamelijke en verstandelijke ontwikkeling.



9

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 In de Wet kinderopvang wordt onder andere aangegeven wat de overheid verstaat onder kwaliteit in de kinderopvang: "verantwoorde kinderopvang is kinderopvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige omgeving". In de beleidsregels (behorende bij de Wet Kinderopvang) wordt de kinderopvang gevraagd aan te geven hoe zij werken aan de vier opvoedingsdoelen:  Bieden van veiligheid,  Ontwikkelen sociale competenties,  Ontwikkelen persoonlijke competenties en  Kans bieden om waarden en normen, de “cultuur”van een samenleving eigen te maken. Prof. J.M.A. Riksen-Walraven geeft aan dat de sensitieve houding van de pedagogisch medewerker van invloed is op de uitwerking van de vier opvoedingsdoelen maar ook de invloed van leeftijdsgenootjes en ruimte spelen een grote rol. 4.1. Bieden van veiligheid. Het bieden van een veilige opvoedingsomgeving splitst zich in twee delen:  fysieke veiligheid  sociaal, emotionele veiligheid 4.1.1 Fysieke veiligheid Fysieke veiligheid biedt Durfal door de binnen- en buitenruimte veilig in te richten. Kinderen in ontwikkeling zijn ondernemende persoontjes die hun omgeving onderzoeken. Onze organisatie heeft procedures en protocollen omtrent o.a. ziekten, agressie, calamiteiten, hygiëne en kindermishandeling. 4.1.1.1 Vergunningen procedures en kwalificaties Onze organisatie heeft voor alle gebouwen gemeentelijke vergunningen en de door de brandweer afgegeven gebruikersvergunningen. Daarnaast worden door de GGD periodiek inspecties uitgevoerd. Onze organisatie heeft procedures en protocollen omtrent o.a. ziekten, agressie, calamiteiten, hygiëne en kindermishandeling (als bijlage bijgevoegd). Pedagogisch medewerkers, leidinggevenden en directie handelen hier naar. In de procedures wordt besproken wat de te ondernemen stappen zijn en wie waar verantwoordelijk voor is. In de protocollen zijn stapsgewijze handelingsinstructies. Elke vestiging is in het bezit van een procedure map. Verder hebben alle groepen een map met kindgegevens, waarin telefoonnummers staan van ouder(s)/verzorger(s) en huisarts. Ook een allergieën- en diëten lijst is op de groep aanwezig en wordt bijgehouden. Alle pedagogische medewerkers zijn in het bezit van minimaal een SPW 3 (of gelijkwaardig) diploma en een geregistreerd „bewijs van goed gedrag‟. 4.1.1.2 Gebouwen, ruimte en ontruiming Ons gebouw en ruimten voldoen aan de eisen opgenomen in de categorie „minimaal‟ van de handleiding kwaliteitsnormen voor accommodaties in de kinderopvang. Er is een plattegrond van het gebouw en gebruikte ruimtes, waar vluchtroutes in zijn verwerkt. De entree is niet direct toegankelijk voor bezoekers. Er wordt door ouders en derden aangebeld en de deur wordt door de leiding geopend. Één keer per jaar is er een ontruimingsoefening. Ontruimingsplan/-oefening Durfal beschikt over een ontruimingsplan. Hierin staat duidelijk beschreven hoe te handelen in noodsituaties, de taken van medewerkers, directie en BHV’ers. Het plan heeft tot doel om in geval van noodsituaties tijdig en snel in actie te komen en doelmatig te kunnen optreden om de kans op negatieve gevolgen of slachtoffers te voorkomen of zo klein mogelijk te maken. De ontruiming wordt 1x per jaar geoefend met onze medewerkers en kinderen



1 0

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 4.1.1.3 Risicoinventarisatie en evaluatie (RIE) Ieder jaar inventariseren wij onze groepen op eventuele risico`s die letsel kunnen veroorzaken. Hieronder valt: het meubilair, speelgoed, binnen- en buitenruimten, gezondheid. In de actieplan staat beschreven hoe de risico‟s zijn afgedekt. Jaarlijks worden de ruimten doorlopen en wordt een update gemaakt van de RIE. Pedagogisch medewerkers kennen de risico-inventarisatie en handelen hier naar. Ons speelgoed, meubilair en buitentoestellen voldoen aan de wettelijke normen. Pedagogisch medewerkers controleren of materiaal heel en veilig is, zonodig wordt het vervangen. Schoonmaakmiddelen staan hoog of achter slot en grendel.. De GGD controleert jaarlijks de BSO op de handhaving van de kwaliteitsregels van de Wet Kinderopvang. Onderdeel hiervan is de RIE en sturen van het jaarverslag van de klachtenregeling ouders en oudercommissie. 4.1.1.4 Veiligheid- en hygiënebeleid Veiligheid Voor elk (bijna) ongeval wordt een registratieformulier ingevuld (vereiste GGD). Hierin wordt het incident vermeld en hoe je dit in het vervolg kunt voorkomen. Eind van elk schooljaar wordt een verslag hiervan verstuurd naar de GGD. Dit wordt met elkaar besproken en indien verbetering gewenst oftewel hoe je het ongeval kunt voorkomen of het risico daarop verminderen worden de maatregelen getroffen. Elk werkoverleg staat een vast agendapunt “Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Hygiëne”. Er is een protocol Veiligheid waarin de afspraken en regels omtrent de veiligheid binnen en buiten is vastgelegd. Hygiënebeleid Er wordt niet op schoenen gelopen in de zaal. Voor ouders en overigen liggen blauwe hoesjes in een bakje bij de ingang.  De kinderen lopen op slofjes of sokken in de opvangruimte.  Voor het eten handen wassen en aan tafel.  Na het eten krijgen de kinderen een nat doekje om hun gezicht en handen te vegen. In nodige gevallen, worden de handen gewassen bij de wasbak in de wc‟s.  Voordat iedereen naar buiten gaat om te spelen, worden de kleintjes naar de wc gestuurd. De oudere kinderen worden erop geattendeerd en kunnen nog naar de wc.  Bij constatering van hoofdluis of ziektes etc. worden ouders/verzorgers geïnformeerd middels het ophangen van een brief op de deuren van de ingang. Pedagogisch medewerkers zijn op de hoogte van de huisregels rondom hygiëne, handelen hiernaar en wijzen kinderen op de regels. Er wordt schoongemaakt volgens de hygiënecode van kleine instellingen in de branche jeugd, welzijn, maatschappelijke dienstverlening (JWMD) en kinderopvang. Na elke maaltijd en tussendoortjes wordt er door pedagogisch medewerkers schoongemaakt. Dit wil zeggen de tafel afgenomen en de vloer geveegd. Na de tussendoortjes en aan het eind van de dag wordt er afgewassen. Vestigingsgebonden regels rondom schoonmaken staan vermeld in de “checklist afsluiten”. Aan het einde van de dag worden de groepsruimtes, de keuken en de toiletten schoongemaakt. De ruimtes worden door de medewerkers zelf aan het eind van de dag schoongemaakt. Het bereiden en bewaren van voedsel gebeurt volgens de richtlijnen van de hygiënecode voor JWMD en Kinderopvang. Hierin staan alle eisen die worden gesteld aan een goede werkwijze voor de hygiëne. Het aanbod van voeding staat vermeld in het pedagogisch werkplan. Het beleid van Durfal is, dat er liever geen snoep, koek of chips getrakteerd wordt. Wanneer dit toch voorkomt, kan het zijn dat het mee naar huis wordt gegeven. Er is een protocol Gezondheid/Hygiëne waarin de afspraken en regels omtrent de gezondheid en hygiëne is vastgelegd.



1 1

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 4.1.1.5 Ongevallenverzekering Voor al haar kinderen heeft Durfal een aansprakelijkheid- en ongevallenverzekering afgesloten.

4.1.2 Sociaal emotionele ontwikkeling De sociaal, emotionele veiligheid. Kinderen hebben behoefte aan een liefdevolle benadering en willen ook zelf genegenheid kunnen geven. Kinderen willen gehoord, gezien en gewaardeerd worden. Om zich te kunnen ontwikkelen moet een kind zich voldoende veilig voelen. 4.1.2.1 Interactie tussen pedagogisch medewerker (PM’er) en kind De PM’er geeft het kind het gevoel welkom te zijn en gezien te worden. De PM’er zegt elk kind bij binnenkomst/contact persoonlijk gedag en stelt geïnteresseerde vragen. Hiervoor gebruikt de PM’er informatie dat het eerder van het kind gehoord heeft (hoe is het nu met jullie hond, is hij al beter? Etc). Door open te staan voor en te reageren op signalen van de kinderen: troosten, bevestigen, verzorgen, uitleggen, wel/niet aandacht geven, reageren met respect en aandacht voor ieder kind, zonder voorkeuren, benadert de PMér de kinderen op een sensitieve wijze. De communicatie van de groepsleiding kenmerkt zich door: opvangen van signalen en het interpreteren daarvan, structuur aanbrengen in de gesprekken, creatief taalgebruik, juiste woorden taal gebruik en het voeren van dialogen. De groepsleiding heeft respect voor de autonomie van het kind, waardoor kinderen zichzelf kunnen zijn. Dit komt tot uiting in: aandacht voor de eigen rituelen van het kind, kennis over en aansluiten op de eigenaardigheden, het gedrag, de eetgewoonten, de wensen, het ontwikkelingsstadium en de sociale context van het kind. 4.1.2.2 binnen en buitenruimte De binnen en buiten ruimte hebben een warme uitstraling en zijn bekend en vertrouwd voor het kind. Inrichting van de speelruimte binnen/buiten Een nette, goedverzorgde en opgeruimde ruimte nodigt uit tot “kom maar binnen”. In de ruimteverdeling en in het gebruik ervan is aandacht voor afwisseling tussen: rust en actie, spannend en veilig, stilte en geluid en alleen en samen . Kinderen komen veel sneller en beter tot spel als de ruimte, de spelletjes en het speelgoed geordend is. Alles wat aangeboden wordt is compleet. Voorbeelden: • Een spel moet kloppen, er mag niets ontbreken • Een (strip)boek moet niet uiteen vallen. De buitenruimte van Durfal/dependance Titus Brandsma school grenst aan het gebouw. Dit is het schoolplein. Ook wordt gebruik gemaakt van het schoolplein van het hoofdgebouw van Titus Brandsma school. De kinderen spelen altijd onder toezicht buiten. De oudere kinderen, 8-12 jaar, mogen zelfstandig buitenspelen, mits ouders hiervoor een verklaring hebben ondertekend. In deze verklaring staat o.a. dat het kind onder verantwoordelijkheid van ouder(s)/verzorger(s) buiten mag spelen. Met de leiding worden afspraken gemaakt over het tijdstip dat het kind weer binnen moet zijn. Op deze manier leert het kind ook omgaan met regels, afspraken en grenzen en krijgt het ook de mogelijkheid om de zelfstandigheid te ontplooien. Het schoolplein is een openbare speelplaats en is ook toegankelijk voor andere kinderen uit de wijk dan de BSO-kinderen alleen. 4.1.2.3 de groep De BSO heeft de groep van 30 kindplaatsen verdeeld over twee groepen, te weten de Durfjes (4-8 jaar) en Durfit (8-12 jaar). Op deze manier kan de leiding leeftijdsgebonden activiteiten aanbieden an de kinderen. Conform de beleidsregels kwaliteit kinderopvang bedraagt de verhouding tussen het aantal gekwalificeerde pedagogisch medewerkers en het aantal feitelijk aanwezige kinderen ten minste 1 beroepskracht per 10 kinderen (voor de 4-8 jarigen) en 1 beroepskracht per 15 kinderen (voor de 8-12 jarigen) met een volwassene. Afhankelijk van het aantal kinderen staat het aantal verplichte leiding op de groep, eventueel met een hulpkracht/stagiaire.



1 2

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 Het dagprogramma is herkenbaar en vertrouwd voor de kinderen. Het programma biedt mogelijkheden om vrij te spelen en heeft vast terugkerende onderdelen als samen eten/drinken. De PM’er bevordert het groepsproces door samen met de kinderen plezier te maken, grapjes te maken, ondeugend te zijn. Regels en afspraken op de groep zorgen voor structuur en duidelijkheid. 4.1.2.4 Activiteitenaanbod In alle groepen geldt dat de kinderen de keuze hebben voor vrij spelen of meedoen met een activiteit die door de leiding wordt georganiseerd. Iedere dag staat een activiteit op de planning en wordt ook gewerkt met thema’s. Elk schooljaar wordt een themaplanning voor het hele schooljaar samengesteld. Een thema beslaat 4-6 weken. Aan de hand van de themaplanning wordt een activiteitenplanning gemaakt vóór de start van het thema. Deze dient als leidraad; als de kinderen aangeven om een andere activiteit te doen, passend in het thema waar op dat moment mee wordt gewerkt, wordt hier ook aandacht aan besteed door de PMér. Herkenbare dagindeling biedt structuur, duidelijk en dus veiligheid, zoals samen met de groepsleiding lopen van school naar de opvang, samen eten en drinken, samen een activiteit doen. De activiteiten zijn afgestemd op de leeftijdsgroep en wordt ook rekening gehouden met de wensen van kinderen (kinderinspraak). De kinderen hebben op de maandag, dinsdag en donderdag altijd een beweegactiviteit. Dit gaat als volgt: de Durfitters (8-12 jaar) gaan na schooltijd meteen naar de gymzaal of met mooi/droog weer buiten op het speelplein een beweeg/sportactiviteit doen met de sportleider van de BSO. Voordat ze starten met de activiteit wordt er fruit en drinken aangeboden aan de kinderen. Na de sportactiviteit komen zij naar de BSO en eten een boterham/rijstewafel en drinken wat. Hierna mogen zij kiezen wat zij willen doen. Buitenspelen behoort ook tot de mogelijkheden. De Durfjes (4-8 jaar) gaan na schooltijd met de leiding naar de BSO. Hier eten zij fruit en eventueel een boterham/rijstewafel en drinken wat. Na het eten mogen zij kiezen wat wij willen doen. Door de leiding wordt ook een knutselactiviteit aangeboden waar zij aan deel mogen nemen. Als de Durfit-groep naar de BSO komt, gaan zij aan tafel om te eten en worden de Durfjes door de sportleider meegenomen voor een bewegingsactiviteit in de gymzaal van de kleuters (in het gebouw zelf) of eventueel buiten met mooi/droog weer. Vanaf 17.30 uur spelen de kinderen verder gezamenlijk in de diverse ruimtes die hiervoor beschikbaar zijn (BSO activiteinruimte, rustruimte (lezen, puzzelen, huiswerk maken of op de computer een spel doen), speelzaal, de brede gang en natuurlijk het speelplein buiten. 4.1.2.5 spelmateriaal De zelfstandigheid en betrokkenheid van kinderen wordt gestimuleerd door ze zelf regelmatig spelmateriaal te laten kiezen, dit zelfstandig te gebruiken, inzicht te geven in de manier waarop het is geordend en ze zelf op te laten ruimen. Spelletjes rouleren, zodat de uitdaging erin blijft. Bijvoorbeeld: aantal spelletjes weghalen van groep en deze na 4 a 6 weken weer op de groep plaatsen. Op Durfal zijn kinderen en PM’ers samen verantwoordelijk voor het spelmateriaal en de ruimtes. Voorbeeld: Wanneer iets stuk is gemaakt door kinderen kunnen zij dit terug verdienen door goed gedrag. Zij kunnen het speelgoed terugverdienen door bijvoorbeeld twee weken lang te laten zien dat ze zuinig kunnen omgaan met speelgoed, door te helpen met opruimen, etc. Voorbeeld: Buitenspelmateriaal raakt regelmatig zoek. Bij kinderen vanaf 7 jaar wordt één kind verantwoordelijk gemaakt voor bijvoorbeeld de bal en dan wordt er zorgvuldiger mee om gegaan Een aantal spellen met kleine kwetsbare onderdelen staat in gesloten kast, kinderen moeten erom vragen en aan tafel spelen.

4.2. Ontwikkelen sociale competenties. Het begrip sociale competenties omvat een scala aan sociale kennis en vaardigheden: communiceren, samenwerken, conflicthantering, verantwoordelijkheid en begrip voor elkaar hebben. Door het verblijven in een groep kunnen ook jonge kinderen deze kennis en vaardigheden ontwikkelen. Door het opdoen van negatieve ervaringen bestaat het risico dat een kind zich agressief of juist teruggetrokken ontwikkeld.



1 3

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 Goede relaties van kinderen onderling en met de groepsleiding bevorderen het gevoel van veiligheid, verbondenheid en betrokkenheid. Spelen vinden wij een waardevol onderdeel om de sociale ontwikkeling te stimuleren. In spel oefent het kind vaardigheden die nodig zijn om in een groep te kunnen functioneren. We houden hierbij rekening met de leeftijd van het kind. De groepen zijn ingedeeld op leeftijd. Een kind op schoolleeftijd zoekt andere kinderen op en bij voorkeur leeftijdgenootjes. Bij een groep horen is belangrijk. In een groep gelden duidelijke regels en wie zich niet aan de regels houdt ervaart consequenties uit de groep. Het willen winnen gaat een rol spelen en kinderen proberen om de slimste of sterkste te zijn. Durfal vindt het in het licht van deze ontwikkeling belangrijk dat kinderen elkaar en de leiding groeten. Tijdens de gezamenlijke momenten, zoals aan tafel, kunnen de kinderen vertellen wat ze hebben meegemaakt. Van de overige kinderen wordt verwacht dat ze luisteren en elkaar uit laten praten. Bij onderlinge conflicten leren we kinderen om erover te praten. Wanneer de leiding weet welk kind de aanstichter is en duidelijk is dat andere kinderen benadeeld zijn maken wij dit duidelijk voor de kinderen. Het met elkaar praten en uitleggen wat er aan de hand is vinden wij een belangrijk onderdeel van de sociale omgang. 4.2.1 interactie groepsleiding kind De interactie die de groepsleiding aangaat met de individuele kinderen heeft een voorbeeldfunctie. De manier waarop de leiding omgaat met regels en asfspraken, met ruzies, met pijn of verdriet, boosheid, angst etc. Waarom moet een kind met zijn beker aan tafel zitten als jij met een beker in de hand rondloopt? Als jij een beker water haalt voor je huilende collega, laat jij zien dat het goed is om aandacht te hebben voor verdriet of pijn van anderen. De groepsleiding wil het samenwerken, samen delen, op elkaar wachten en samen leren stimuleren en is zich bewust dat zij deze onderdelen bij de kinderen kan stimuleren,. Bijvoorbeeld: samen eten, wij wachten op elkaar. Afhankelijk van de situatie heeft de groepsleiding de rol van sturend, stimulerend, corrigerend, gangmaker, bruggenbouwer, gezagsrelatie en het voeren van een dialoog. 4.2.2 binnen en buiten ruimte De ruimte biedt de mogelijkheid tot gezamenlijk en individuele spelactiviteiten. Er is sprake van rustige en actieve plekken, harde en zachte elementen, natte en droge elementen, georganiseerde en ongeorganiseerde plekken. De binnen- als buitenruimte biedt voldoende spelmateriaal om gezamenlijk te spelen, zoals groepsspellen (monopolie, twister etc.), samen knutselen, dansen, voetballen buiten, in de zandbak spelen.

4.2.3 de groep Leren van elkaar wordt bevorderd door de gemengde samenstelling van kinderen met een verschillende achtergrond en verschillende kenmerken. Door het hele jaar door nieuwe kinderen te plaatsen ontstaat een combinatie van vertrouwde en nieuwe groepsgenoten. De verbondenheid met elkaar wordt gestimuleerd door gebeurtenissen in de groep, het gezin en het land met elkaar te bespreken. Door vriendschappen met andere kinderen leren en ervaren ze emoties, plezier, verdriet. Ze krijgen zelfrespect en leren “dit kan ik en dit ben ik”. Ze krijgen zelfrespect en leren ik mag zijn wie ik ben! 4.2.4 activiteiten De activiteiten zijn afgestemd op de leeftijdsgroep. Zo wordt bijvoorbeeld bij een bepaald thema rekening gehouden met de moeilijkheidsgraad van een activiteit voor de 4-8 en 8-12 jarigen. Er is een duidelijke en vaste verdeling tussen groepsmomenten en tijd voor individuele activiteiten. Het activiteitenaanbod stimuleert tot samen spelen, praten, luisteren en leren en het hebben van plezier en succes. Er is ook gelegenheid tot competitie en het ontwikkelen van verantwoordelijkheidsgevoel.



1 4

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 4.2.5 spelmateriaal Er is spelmateriaal voor gezamenlijk en individueel spel. Het aanbod is grensverleggend en ontwikkelingsgericht. En het aanbod sluit aan bij de diversiteit in de groep voor wat betreft leeftijd, sekse, sociale- en culturele achtergrond.

4.3. Ontwikkelen persoonlijke competenties Ontwikkeling van persoonlijke competentie is het bevorderen van persoonskenmerken zoals flexibiliteit, creativiteit, zelfvertrouwen, zelfstandigheid, veerkracht en probleemoplossend vermogen. Kinderen moeten deze vaardigheden eigen maken net zoals praten, denken en bewegen. Door na te doen, uit te proberen en uitgedaagd te worden, worden al deze vaardigheden ontwikkelt. Elk kind is uniek en ontwikkelt op zijn eigen manier en tempo. Een kind moet de kans krijgen om zelfvertrouwen en zelfstandigheid te ontwikkelen. Het kind moet leren om allerlei verschillende problemen op een juiste manier aan te pakken en op te lossen. 4.3.1 interactie groepsleiding kind Deelnemen aan activiteiten in een vertrouwde omgeving laat kinderen ontdekken wie ze zijn. De grenzen waarbinnen kinderen mogen ontdekken worden door de begeleiders aangegeven. Als kinderen de ruimte en tijd krijgen om te spelen leren ze belangrijke vaardigheden op een natuurlijke en vanzelfsprekende manier. Door het kind te stimuleren, aan te moedigen, samen naar oplossingen zoeken en te belonen/complimenten geven bevorder je het zelfvertrouwen en de zelfredzaamheid van het kind. Bijvoorbeeld een kind dat de veters niet goed kan strikken, laat je zelf doen en hierbij geef je reacties als “goed zo”, “ja, je kan het wel” etc. 4.3.2 binnen en buiten ruimte De kinderen worden gestimuleerd gebruik te maken van de ruimten door gelegenheid te bieden voor eigen initiatief, een herkenbare indeling en heldere afspraken over omgangsvormen en gedragsregels in de ruimten. Het adequaat omgaan met (on)veilige situaties wordt bevorderd door (bijna)ongelukken en mogelijke risico's te bespreken met elkaar. Deze worden ook geregistreerd middels het formulier “ongevallen registratie”. Er wordt uitdaging en stimulans geboden door het creëren van verschillende hoekjes, niveau verschillen aan te brengen en door de indeling niet helemaal vast te leggen. Ruimte is zodanig ingericht dat kinderen zelf het spel- of knutselmateiraal kunnen pakken. 1 keer in het jaar wordt in het werkoverleg (einde schooljaar) de ruimte-indeling besproken en eventueel veranderd. Dit biedt weer uitdaging. 4.3.3 de groep Er wordt zorg gedragen voor het individuele kind binnen de groep door rituelen die het 'zien' van het individuele kind duidelijk maken, door het gezamenlijk eten en drinken; dit is een terugkerend vast ritueel. We wachten op elkaar totdat iedereen eten en drinken heeft en wensen elkaar een smakelijk eten. Het gedag zeggen bij binnenkomst en vertrek van de kinderen, het vieren van een verjaardag en het welkom heten van een nieuw kind in de groep zijn eveneens vaste onderdelen. De dagindeling voor het kind kan dan indien mogelijk aangepast worden. Er wordt hierbij altijd rekening gehouden met het aantal kinderen, pedagogisch medewerkers, behoefte van de groep, kennis van pedagogisch medewerkers en financiën 4.3.4 activiteitenaanbod Door het aanbod aan activiteiten af te stemmen op de individuele behoeften van het kind worden de beste kansen geboden voor het ontwikkelen van persoonlijke kwaliteiten. Dit wordt ook bevorderd door te werken in kleine groepjes, bijvoorbeeld bij een workshop. Er is een variatie in het aanbod (muziek, dans, beweging, creativiteit). Voor het ontwikkelen van de persoonlijke kwaliteiten is spel voor een kind de belangrijkste leervorm. Door spelend leren ontdekt het zijn eigen grenzen.



1 5

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 De aanwezigheid van leeftijdsgenoten bevordert de kwaliteit van uitwisseling van ideeën en ervaringen en het spel zelf. Zoveel mogelijk stabiliteit bij het samenstellen van de groep is dus belangrijk voor zowel het creëren van een gevoel van veiligheid als voor de kwaliteit van het spel van de kinderen. De PMér laat de kinderen zelf kiezen welke activiteit ze willen doen en bieden daarbij nieuwe mogelijkheden zzn. Kinderen mogen zich ook even”vervelen” als ze niet weten wat ze willen doen. Dit stimuleert de kinderen om zelf een oplossing te bedenken voor hun probleem. 4.3.5 spelmateriaal Doordat het spelmateriaal een mix is van spannend, uitdagend, interessant, vertrouwd en haalbaar sluit het aan bij het individuele kind en nodigt het uit tot ontdekken en spel. Het materiaal nodigt uit tot individueel- en samenspel. Er zijn verschillende spelletjes waarbij kinderen oefenen in tactisch spel, kennis van cijfers, algemene kennis, motoriek en geduld. Er worden afspraken gemaakt over wanneer er gekozen kan worden, hoe het materiaal gebuikt wordt en hoe en wanneer het wordt opgeruimd. Er zijn ook gedragsregels over het gebruik van het materiaal en over individueel of gezamenlijk spel. Bijvoorbeeld een puzzel kan het kind alleen maken, maar een “mens erger je niet”of “monopolie”speel je samen.

4.4. Kinderen kans bieden om waarden en normen, de cultuur van een samenleving eigen te maken. Leren wat wel en niet mag: hoe je sociaal acceptabel te gedragen. Spelenderwijs en in de dagelijkse omgang met de kinderen proberen we ze bij te brengen hoe ze kunnen functioneren in een groter geheel: in de groep, in het centrum, in de maatschappij. Dit basisdoel beschouwen we als de kern van de opvoeding. We laten de kinderen kennismaken met grenzen, normen en waarden maar ook met de gebruiken en omgangsvormen in onze samenleving. Waarden zijn die grondbeginselen die ons vertellen wat wel of niet belangrijk is in het leven, wat wel of niet wenselijk is, wat wel of niet goed is etc. Normen zijn de geschreven en ongeschreven regels en afspraken die gebaseerd zijn op de waarden. Als pedagogisch medewerkers zien we samen met de ouder(s)/verzorger(s) de BSO als onderdeel van de maatschappij, waarin kinderen relaties met elkaar, met de pedagogisch medewerkers en met ouder(s)/verzorger(s) aangaan. Kinderen groeien op met verschillende gezinssituaties, met mensen uit allerlei culturen in een snel veranderende samenleving. Van huis uit krijgt het kind normen, waarden (met betrekking tot de manier van omgaan met elkaar, beleefdheid, taalgebruik etc.) en cultuur mee. Wij vinden het belangrijk dat kinderen elkaar respecteren en accepteren. Elk kind mag er zijn met zijn eigen gevoelens, gedragingen en behoeften. 4.4.1 interactie groepsleiding kind De PM’er ondersteunt de vorming van normen en waarden door het tonen van basale omgangsvormen als het elkaar met de naam aanspreken, op je beurt wachten en niet door elkaar praten. Ook omgangsvormen in speciale situaties worden getoond: hoe je te gedragen tijdens de maaltijd, bij het naar het toilet gaan, bij ruzie en bij het kiezen van spelmateriaal. Een kind leert respect voor anderen en zijn omgeving te hebben als het zelf met respect behandeld wordt. Dit willen wij bereiken door ons te verplaatsen in het gedrag van het kind en door duidelijk met het kind te praten over zijn gedrag. PM’ers zijn het voorbeeld voor kinderen en daarom dienen zij ook met respect om te gaan met elkaar en kinderen, zich houden aan afspraken en regels, hanteren van normaal taalgebruik, aardig doen tegen elkaar (niet schelden, slaan, schoppen etc.). Door het systeem van corrigeren en belonen te ervaren, krijgen de kinderen begrip voor het effect van het wel/niet houden aan afspraken. Respect en waardering voor de diversiteit in de groep ontstaat door het beschrijven van en deelnemen aan de verschillende omgangsvormen, de aandacht voor verschillende rituelen en feesten en het omgaan met kinderen die 'anders' zijn. Het begrip gezag wordt aangeleerd door inzicht te geven in gemaakte afspraken, hoe je daaraan te houden, die te controleren en afspraken te maken over bevoegdheden als een besluit nemen, bepalen wat er wel/niet gebeurt.



1 6

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 Ook in de manier van met elkaar communiceren vindt overdracht van normen en waarden plaats. Concreet door: structuur te geven aan het gesprek, elkaar laten uitpraten, niet door elkaar praten, de woordkeus en het taalgebruik. 4.4.2 binnen en buiten ruimte Door heldere afspraken te maken over wat wel en niet kan in een ruimte wordt de omgang met elkaar in die ruimte geregeld. Er wordt een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de ruimten gecreëerd door afspraken te maken over en bij te dragen aan het schoonhouden en opruimen. Bijvoorbeeld : “niet rennen in de binnenruimte, dit doen wij buiten”, “we ruimen speelgoed netjes op waarmee wij gespeeld hebben”. 4.4.3 de groep Het onderdeel zijn van de groep maakt het voor de kinderen duidelijk dat er samen emoties worden ervaren: iets leuks, iets verdrietigs. Hierdoor ontstaat betrokkenheid en respect voor elkaars gedrag en inzicht in ongewenst gedrag. 4.4.4 activiteitenaanbod De aard van de activiteiten maakt overdracht van normen en waarden mogelijk. De diversiteit van de activiteiten maakt de verschillen en de overeenkomsten tussen de verschillende culturen duidelijk. De groepsleiding kan in de activiteiten verschillen en overeenkomsten in cultuur bespreekbaar maken. Bijvoorbeeld aandacht besteden op de groep aan een feestdag uit een andere cultuur. 4.4.5 spelmateriaal Het spelmateriaal sluit aan bij het dagelijkse leven van de kinderen en geeft de diversiteit aan. Bijvoorbeeld bij verkleedspullen heb je ook kleding uit andere culturen. Door afspraken te maken over het gebruik van het spelmateriaal worden kinderen zich bewust van hoe ermee om te gaan. Bijvoorbeeld een monopoliespel speel je samen met andere kinderen, een puzzel kun je ook alleen maken.

5.

OMGANG MET KINDEREN/GROEP

5.1 Opvang in de groep Het kind zoekt een plaats voor zichzelf in de groep. Tijdens vrij spel kan het kind een plaats veroveren. Door het georganiseerde aanbod zorgen de leidsters ervoor dat het kind bij de groep wordt betrokken. De groep biedt veel uitdagingen. Kinderen leren sociale vaardigheden: delen van speelgoed en aandacht, omgaan met regels en conflicten. Zij zien voorbeelden bij het zoeken van oplossingen. De leidster leidt dit in goede banen. Waar nodig biedt zij individuele aandacht. Alle kinderen krijgen gelijke kwalitatieve aandacht. Wat de leidster voor ogen staat, is dat het kind zich in de groep welkom voelt en vooral geprezen wordt voor wat het kan en wat het doet. Het kind heeft het gevoel dat het bij de groep en de leidster hoort en geaccepteerd wordt. Het individu staat centraal. Alle kinderen in de groep zijn uniek. Er wordt bewust aandacht geschonken aan het versterken van de eigenwaarde van de kinderen. In de volgende gevallen gaan de kinderen niet meteen naar hun basisgroep:  Zwemles  Bredeschoolactiviteit  Workshops die vanuit de kinderopvang zijn georganiseerd op een andere locatie.  Bewegingsactiviteit maandag, dinsdag en donderdag.  Kinderen die op zwemles zitten op betreffende dag gaan niet mee om te sporten, maar gaan meteen naar de basisgroep/zwemles. In de volgende gevallen mag/kan een kind van de Durfit-groep naar de Durfjes:  Kind voelt zich niet lekker en kan daarom niet meedoen aan de sportactiviteit



1 7

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 

Op aanvraag van ouders/verzorgers, omdat het kind zich niet lekker voelt, ziek is geweest of anderszins.

5.2 Vakantie-opvang Er worden in de vakantie ook wel uitjes gepland. Ouders worden hiervan op de hoogte gesteld, zodat zij rekening kunnen houden met de ophaaltijd. In de vakantie wordt aandacht besteed aan de dagbesteding dat deze goed is ingevuld met activiteiten, omdat het lange dagen zijn. Het programma wordt ook afgestemd op de leeftijd van de kinderen en wordt dus rekening gehouden met de activiteiten. 5.3 Woensdag- en vrijdagmiddagen, vakantieperioden. Met ingang van schooljaar 2015-2016 biedt Durfal ook de woensdag en vrijdag naschoolse opvang. Omdat deze dagen niet druk bezocht zijn met aantal kinderen, wordt in de vakantie overlegd met ouders of het kind wel of niet komt. Als een kind alleen is op een dag wordt dat ook overlegd met ouders, daar het anders niet gezellig is voor het kind om hele dag alleen op de opvang te zijn. Ten allen tijde geldt dat Durfal ook voor ouders is en als ouders niets anders kunnen regelen dan gaat de opvang gewoon door. 5.4 VSO en TSO(voor- en tussenschoolse opvang) Het doel van de VSO is om ouders/verzorgers een uitkomst te bieden die te maken hebben met vroege werktijden en files. De kinderen komen na het ontbijt naar de opvang. Er zijn ook kinderen die ontbijten bij Durfal. De medewerksters zorgen ervoor dat de kinderen ontspannen en gezellig kunnen ontbijten. Hebben de kinderen al ontbeten dan mogen zij zelfstandig spelen. Zij mogen gebruikmaken van speelen knutselmateriaal. De medewerksters brengen de jonge kinderen naar de klas. De oudere kinderen spelen voor schooltijd nog even op de schoolspeelplaats waar een pleinwacht (leerkracht) van school staat. De leiding van Durfal draagt het kind over aan de pleinwacht en het kind gaat, nadat de bel is gegaan, met de pleinwacht naar binnen. Kinderen met een zelfstandigheidsverklaring gaan om 08.15 uur zelfstandig op het schoolplein spelen en gaan zelfstandig naar de klas. Hiervoor ondertekenen ouders een zelfstandigheidsverklaring. . Het doel van de TSO is dat kinderen in een veilige en gezellige omgeving over kunnen blijven. Dat zij zich kunnen ontspannen en uitleven zodat zij fris aan het middagprogramma kunnen beginnen. In de klassen wordt gezamenlijk gegeten. Vervolgens wordt een spelprogramma aangeboden. De tussenschoolse opvangmedewerkers zijn geschoold in de organisatie van spel op het speelplein en het begeleiden hiervan. Zij krijgen hierbij ondersteuning van de sportleiders. 5.5 Dagindeling De dag bij Durfal start met de voorbereiding van de groepen, t.w. het klaarzetten van het eten (fruit en boterhammen, drinken). De tafel wordt gedekt voor de kinderen, zodat het de kinderen een thuisgevoel geeft. Er wordt kort overlegd met elkaar over de dag, activiteiten en werkindeling. Hierna gaat de leiding de kinderen ophalen (lopend en met de bus van Durfal voor de scholen die op een afstand zitten). Kinderen worden opgevangen in hun eigen groep, waar de kinderen gezamenlijk eten en na het eten starten de activiteiten.



1 8

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 Een dag op de BSO tijdens de schoolweek ziet als volgt uit: 15.00-15.30 uur ophalen en verzamelen kinderen 15.30 -16.30 uur sportactiviteit Durfitgroep/ eten en activiteiten op groep Durfjes 16.30-17.30 uur sportactiviteit Durfjes/eten Durfit-groep 17.30 -18.30 uur gezamenlijk spelen en ophalen kinderen door ouders/verzorgers. Een dag tijdens de vakantie ziet als volgt uit: 08.00-09.30 uur inloop kinderen 09.30-10.00 uur vrij spelen 10.00-10.30 uur gezamenlijk ontbijtkoek eten 10.30-11.30 uur gezamenlijk sporten 11.30-12.00 uur vrij spelen 12.00-13.00 uur gezamenlijk lunchen 13.00-15.30 uur activiteitenaanbod. Ook mogelijkheid buitenspelen 15.30-16.15 uur fruit eten en eventueel een boterham/rijstewafel 16.15-18.30 uur vrij spelen. Mogelijkheid voor buitenspelen en ophalen kinderen door ouders/verzorgers. Tijdens de zomervakanties worden ook dagjes uit gepland, bijvoorbeeld naar de dierentuin of park etc. In dit geval worden alle kinderen tot 10.00 uur verzameld. De leiding legt alles klaar voor het uitje en vertrekt rond 10.00 uur. Terugkomst is rond 16.30/17.00 uur. Hierna mogen de kinderen hun tijd zelf indelen en worden zij opgehaald door ouders/verzorgers. 5.6 Verstrekking van voeding:  Kinderen krijgen in de middag na schooltijd fruit en brood:  Fruit= appel en banaan  Beleg boterham: kaas, smeerkaas, pindakaas, appelstroop, kipfilet, chocopasta.  Regel is 1 boterham met zoet dan is de tweede met hartig. 2x hartig mag.  Als een kind een (speciaal) dieet heeft, ontvangt de opvang hier een schriftelijke overleg van ouders/verzorgers en hoe te handelen/toediening.. Speciale voeding kan op de opvang worden achtergelaten. De leiding houdt dit bij en informeert ouders/verzorgers als iets aangevuld moet worden.  Op de groep houdt de leiding een “lusten en lastenlijst”bij. Hierop staan de kinderen vermeld met een speciaal dieet of allergie. Zo kan iedere leiding zien (ook oproepkrachten) of er bijzonderheden zijn met betrekking tot het eten. 5.7 Rituelen De structuur in de BSO is eveneens terug te vinden in een vaste dagindelingen met vaste haal- en brengtijden. Het gezamenlijk eten en drinken is een terugkerend vast ritueel. We wachten op elkaar totdat iedereen eten en drinken heeft en wensen elkaar een smakelijk eten. Het gedag zeggen bij binnenkomst en vertrek van de kinderen, het vieren van een verjaardag en het welkom heten van een nieuw kind in de groep zijn eveneens vaste onderdelen. De dagindeling voor het kind kan dan indien mogelijk aangepast worden. Er wordt hierbij altijd rekening gehouden met het aantal kinderen, pedagogisch medewerkers, behoefte van de groep, kennis van pedagogisch medewerkers en financiën. Tijdens vakantieperioden zijn er inlooptijden. Kinderen kunnen op afwijkende tijden worden gebracht terwijl dit het programma van activiteiten niet belast. Het hebben van rituelen vinden wij belangrijk, omdat je daarmee het groepsgevoel vergroot. Een moment of gebeurtenis wordt speciaal doordat je steeds dezelfde vormen en gebruiken in acht neemt. 5.8 Activiteiten Elk schooljaar wordt een jaarschema gemaakt met thema’s. Aan de hand van dit schema wordt met elk nieuw thema een activiteitenplanning gemaakt. Met een aantal thema’s wordt gekozenom 1 activiteit eruit te laten springen. Bijvoorbeeld in de feestmaand of het thema ‘eten en drinken’ wordt een activiteit ‘koken’ gepland die in die 4 weken steeds terugkomt voor elke groep met eventueel een



1 9

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 afsluiting met ouders/verzorgers in de laatste week. Verder worden ook kleine uitjes georganiseerd als naar de kinderboerderij, Science Center (voor techniekactiviteiten), de Papaver (natuuractiviteiten) etc. De Durfit-groep 8-12 jaar doet een sport-/spelactiviteit op de maandag, dinsdag en donderdag in de gymzaal op de Van Rijslaan, speelplein school of een andere (sport)lokatie, afhankelijk van het programma. Ouders worden door middel van de nieuwsbrief op de hoogte gesteld van de locatie waar de bewegingsactiviteit wordt gehouden en over de ophaaltijd. De Durfjes sporten in de gymzaal van de kleuters. Dit bevindt zicht in hetzelfde gebouw waar de BSO is gevestigd en grenst aan de gang van de BSO. Zie verder onder punt “sporten en bewegen”. 5.9 Vrijspelen binnen en buiten In alle groepen geldt dat de kinderen de keuze hebben voor vrij spelen of meedoen met een activiteit die door de leiding wordt georganiseerd. Iedere dag staat een activiteit op de planning en wordt ook gewerkt met thema’s/feestdagen etc. In de winter spelen de kinderen minder buiten als in de zomer, maar zodra er kans is wordt er buiten gespeeld met de kinderen. Het streven is minimaal een half uur per dag (dit geldt m.n. voor de vakantiedagen).We vinden buiten spelen dan ook een belangrijk onderdeel van de dagindeling. Tijdens de schoolweken spelen kinderen al veel buiten tijdens de schooltijd. 5.10 Inrichting van de speelruimte binnen/buiten De binnenruimtes zijn ingericht met speelhoeken waarin ruimte is voor de ontwikkelingsgebieden voor de leeftijdsgroep. Er is spelmateriaal aanwezig die past bij de leeftijdgroepen. Schoolplein Titus Brandsma De kinderen spelen op het schoolplein van Titus Brandsmaschool, onder toezicht van leiding, omdat het schoolplein niet is voorzien van hekken. Het is een openbare speelplaats voor ook kinderen uit de buurt. Pedagogische medewerkers zien erop toe dat er geen papier, hondenpoep en dergelijke op het speelplein ligt. Ook worden tijdens het buitenspelen de eventueel aanwezige toestellen gecontroleerd op schade of andere risico’s voor de veiligheid van de kinderen. Eventuele schade wordt doorgegeven aan de directie van school. 5.11 Speelgoedvisie Op Durfal zijn kinderen en pedagogisch medewerkers samen verantwoordelijk voor het spelmateriaal. Na het spelen wordt speelgoed opgeruimd en zorg gedragen dat het spel compleet is. Pedagogische medewerkers zien erop toe dat op een juiste manier wordt omgegaan met (spel)materiaal. 5.12 Sporten en bewegen Sinds 2002 biedt Durfal beweegactiviteiten aan de groep van 8-12 jaar. Dit initiatief ontstond indertijd door signalen in de media en natuurlijk ook van ouders/verzorgers die van mening waren dat kinderen weinig bewegen en dat Nederland steeds meer “dikke”kinderen telt. Durfal heeft een sportleider aangenomen die de beweegactiviteiten dagelijks op vaste momenten aanbiedt. De sport-/groepsleider is in het bezit van een diploma Sport en Bewegen of een vergelijkbare opleiding. In de vakanties wordt iedere dag een sportactiviteit aangeboden. Bij een klein aantal (15 of minder kinderen) aanwezige kinderen wordt gezamenlijk een bewegingsactiviteit gedaan. Wij willen kinderen plezier laten beleven aan bewegen en kennis laten maken met diverse takken van sport. Op die manier hopen wij kinderen te stimuleren om lid te worden van een sportvereniging. Een voorbeeld van een programma: - Blok van 4 à 6 weken Voetbal - Blok van 4 à 6 weken Tennis - Blok van 4 à 6 weken Teakwondolessen - Blok van 4 à 6 weken Korfbal/handbal - creatief kringspel (de aap en de kokosnoot)



2 0

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 Ook worden tikspelletjes etc. gedaan. De variatie in spelen en de opbouw van de programma’s zorgen ervoor dat ieder kind gestimuleerd wordt tot bewegen en sluiten af met een rustig gedeelte zodat kinderen de tijd hebben om te verwerken. 5.13 Kinderinspraak Kinderen van 4 jaar kunnen op de BSO al aardig aangeven wat ze willen en naarmate kinderen ouder worden weten ze nog beter onder woorden te brengen wat ze wel en niet leuk vinden, goed vinden, eerlijk vinden, missen op de BSO. Daarom hebben kinderen inspraak op de BSO. Kinderen worden betrokken bij het plannen van activiteiten en dagelijkse gang van zaken. Kinderen hebben inspraak in wat voor soort speelgoed er wordt aangeschaft . Dit gebeurt door middel van een gesprek door de leiding met de kinderen. De wensen en vragen van kinderen worden door de leiding meegenomen in het maandelijks werkoverleg en besproken met het team en directie. Op de Durfit-groep (8-12 jaar) wordt zo nodig overlegd met de kinderen. De groepsleid(st)er bespreekt het vervolgens in het maandelijks werkoverleg van het team. Kinderen brengen natuurlijk dagelijks ideeën en wensen in en hier wordt aandacht aan besteed door deze serieus te nemen en in het team te bespreken wat de (on)mogelijkheden zijn. Indien nodig wordt dit ook overlegd met de Oudercommissie. 5.14 Regels en afspraken Groepsregels bieden kinderen veiligheid en duidelijkheid. We blijven steeds kritisch kijken naar de regels. De regels worden zo nodig samen met de kinderen besproken en eventueel aangepast. Wanneer kinderen inspraak hebben in de regels houden ze zich hier eerder aan. Ook worden de regels nog een keer besproken/herhaald als een nieuw kind komt. Naarmate de kinderen ouder en zelfstandiger worden, laten we ze vrijer. Dit zie je terug in onze regels. Voorbeelden: • Kinderen vanaf 8 jaar (in overleg met en schriftelijke verklaring van de ouders/verzorgers mogen ze zelfstandig naar de BSO lopen/fietsen. • Oudere kinderen mogen zelfstandig buiten spelen op het schoolplein en in de vakantie zelfstandig met vrienden zwemmen in zwembad Kerkpolder (in overleg met en schriftelijke verklaring van ouders). Regels zijn niet om de kinderen in een keurslijf te dwingen, maar om ervoor te zorgen dat de kinderen veilig met elkaar kunnen spelen en dat ieder kind de ruimte krijgt om zich te kunnen ontplooien. Kinderen hebben veel vrijheid op de BSO, maar er zijn een aantal huisregels die voor alle kinderen gelden. Deze regels hangen in de BSO-ruimte. De kinderen worden consequent aangesproken als zij zich niet aan de regels houden. Groepsprocessen Groepsprocessen worden gestimuleerd door samen activiteiten te ondernemen, zoals bijvoorbeeld het sporten en in de vakanties uitjes (kleine en grote). De hele groep neemt dan deel aan de activiteit. Dit vergroot groepsbinding en de sociaal emotionele ontwikkeling (samen spelen/delen, winnen/verliezen, gezelligheid etc.). We vinden het belangrijk dat kinderen en pedagogisch medewerkers naar elkaar luisteren en elkaar respecteren. Dit uit zich bijvoorbeeld doordat we kinderen apart nemen bij ruzies en de ruzie uit praten met elkaar. Wij hanteren op Durfal bij pestgedrag onder kinderen het pestprotocol. 5.15 BSO is vrije tijd van het kind Kinderen die de buitenschoolse opvang bezoeken doen dat in hun vrije tijd. Ze komen direct van school naar de buitenschoolse opvang, vakanties en studiedagen van scholen uitgezonderd, en hebben al een deel van de dag met schoolse activiteiten doorgebracht. De buitenschoolse opvang heeft daarom nadrukkelijk de opzet om de tijd die kinderen hier doorbrengen zoveel mogelijk te laten aansluiten op wat kinderen normaal in hun vrije tijd doen, los van schoolse activiteiten



2 1

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 5.16 Zelfstandigheid Pedagogische medewerkers passen hun verwachtingen aan de leeftijd en persoonlijkheid van het kind. Ontwikkelen houdt in veranderen. Als we praten over verandering in gedrag, dan hebben we het over het doormaken van ontwikkelingsfases. Uitdagingen vormen de basis voor zelfstandigheid. Pedagogisch medewerkers spelen in op wat het kind kan en wil en bieden verschillende gerichte activiteiten aan die zelfstandig kunnen worden uitgevoerd en waar een vrije keuze mogelijk is. Het maken van een werkstuk of het zelf bedenken van een oplossing voor een probleem. Ook het oplossen van conflicten tussen kinderen onderling. We leren kinderen voor zichzelf op te komen en ondersteunen het ontwikkelen van zelfvertrouwen door het kind te complimenteren wanneer iets goed gaat. Ook verwachten we dat kinderen mee helpen met opruimen en de grote kinderen helpen de kleinere kinderen bijvoorbeeld met veters strikken. We geven ze zo een extra stukje verantwoording. Zelfstandigheidsverklaring Voor de kinderen die zelfstandig naar de BSO komen, vanuit de BSO naar een les/activiteit gaan, naar huis gaan, buitenspelen, tekenen de ouders/verzorgers een zelfstandigheidsverklaring. Zodra een kind zelfstandig vertrekt van de opvang of zelfstandig buiten speelt, zijn de ouders/verzorgers verantwoordelijk. Bevorderen zelfstandigheid van kinderen op de BSO Op Durfal stimuleren wij de zelfstandigheid van kinderen aangepast aan de leeftijd met als doel kinderen zelf te leren nadenken en daarbij hun mening te vormen. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat kinderen zelf leren om hulp te vragen. Voorbeeld: een kind leren om zelf te veters te strikken en dit stimuleren door te zeggen “dat is harstikke goed van jou”of “ dat doe je heel goed”. Kinderen ruimen na het eten zelf hun bord, beker en bestek op. De borden, bekers, bestek worden netjes opgestapeld en de leiding brengt deze naar de keuken. Van de Durfjes worden de vier-/vijfjarigen bijvoorbeeld gestimuleerd om zelf hun boterham te smeren. 5.17 Ophalen van kinderen Als het kind door iemand anders dan de ouder(s)/verzorger(s) wordt opgehaald moet dit van te voren aan de pedagogisch medewerkers doorgegeven worden. Het kind wordt anders niet meegegeven. Als een kind regelmatig door opa/oma of door vrienden van ouders worden opgehaald dan tekent de ouder hier een verklaring voor en weet de leiding dat ze het kind mee mogen laten gaan. 5.18 Ontwikkelingsachterstand/huiswerkbegeleiding Kinderen met een “rugzakje” krijgen extra aandacht, wanneer dat op verzoek van de ouders/verzorgers is; wij dwingen de kinderen niet. Op school is al genoeg „met het hoofd” geleerd. Bij een eventuele achterstand op sociaal emotioneel gebied ondersteunen en stimuleren wij de kinderen wel. Durfal heeft wel de mogelijkheid om huiswerkbegeleiding aan te bieden. Kinderen die op Durfal verblijven hebben de mogelijkheid om rustig hun huiswerk te kunnen maken. Ook hier geldt: wij dwingen niet, wij begeleiden wel. Wij stimuleren elk kind om mee te doen aan de verschillende activiteiten die aangeboden worden op Durfal. Het sporten/ workshops bij Science Center (Techniek activiteit), kook-/knustelactiviteiten in groepen etc. BSO is en blijft vrije tijd van het kind en mag het natuurlijk zelf kiezen of hij/zij wil meedoen aan een activiteit. Activiteiten waar de hele groep naar toe gaat, zoals uitstapjes in de vakantie is dan niet mogelijk dat kinderen achterblijven op Durfal. 5.19 Zwemles/bredeschoolactiviteiten Durfal biedt als service de begeleiding van kinderen naar zwemles, bredeschool, sport-/muzieklessen etc. De ouders hebben de mogelijkheid om Durfal te vragen voor begeleiding van het kind. Tijdens de zwemles ligt de verantwoordelijkheid geheel bij de zwemleraar en zwembad.



2 2

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 Voor de begeleiding naar de zwemles, bredeschool of sportvereniging wordt een verklaring ondertekend door ouders/verzorgers. Hierin staat o.a. tot waar de verantwoordelijkheid van Durfal geldt. De begeleiding is een service en vindt plaats, mits de bezetting van leiding dit toelaat. Als dit niet het geval is, worden ouders telefonisch of per mail op de hoogte gesteld. Dit kan ook op de dag van de zwemles zelf zijn. 5.20 Uitstapjes In de zomervakantie worden uitstapjes gemaakt met de kinderen. Durfal informeert de ouders over het programma en er gaat voldoende leiding mee. Durfal gaat uit van 1 pedagogisch medewerker op 5 ά 6 kinderen. De leiding is mobiel bereikbaar voor de overige medewerkers van de BSO. Voordat je weg gaat is een goed overleg essentieel. Wie let waarop en wat neem je mee voor onderweg, denk aan drinken, eten, zakdoekjes, ehbo-doos etc. Er is een protocol uitstapjes aanwezig op de groep. 5.21 Feesten in de groep Feesten op de BSO worden “gevierd”, door middel van aandacht besteden aan activiteiten rondom bekende feesten (Sinterklaas/Kerstmis etc.). Deze keuze hebben wij gemaakt omdat de scholen al aandacht besteden aan vieringen. Op de nationale feestdagen is de opvang gesloten (zie schema sluitingsdagen). Aan vader- en moederdag wordt ook aandacht besteed door alle groepen. De kinderen knutselen een moeder/vaderdagkadootje. Er wordt met elkaar overeengestemd wat er dat jaar gemaakt wordt. Dit wordt in de teamvergadering besproken. Kinderen zijn vrij om een eigen creatie of idee te knutselen voor de ouder/verzorger. 5.22Verjaardagen. De verjaardag van een kind wordt in de groep gevierd. Er mag worden getrakteerd en het kind is heel de dag jarig. Er is in alle groepen een verjaardagsprotocol aanwezig. 5.23 Creativiteit Kinderen worden gestimuleerd in hun creatieve ontwikkeling. Creatief zijn is meer dan werken met verschillende materialen; kinderen geven vorm aan hun eigen belevingswereld. Kinderen mogen met allerlei materialen en met allerlei verschillende technieken uiting geven aan hoe zij de wereld om zich heen ervaren. Kinderen worden uitgedaagd, er worden zo min mogelijk kant en klare materialen of activiteiten aangeboden. Zo wordt er een beroep gedaan op de eigen inbreng en de fantasie van het kind. Op muzikaal gebied worden activiteiten gedaan als muziek maken, dansen, zingen etc. 5.24 Overgang KDV naar BSO en doorstroom BSO-kinderen Wanneer een kind van de halve dagopvang van Durfal doorstroomt naar de BSO van Durfal, vindt een overdracht plaats tussen de pedagogische medewerkers van beide groepen. Er worden bijzonderheden en kindgegevens uitgewisseld. De gegevens van de vierjarige worden ook overgedragen aan de school waar het kind naar toe gaat, met toestemming van ouders/verzorgers. Doorstroom Wanneer een kind er eerder aan toe is om door te stromen naar de andere leeftijdsgroep houden we hier rekening mee. Maar andersom gebeurt het ook dat kinderen later overgaan naar een volgende groep, omdat ze nog niet toe zijn aan de overstap. Dit geschiedt in overleg met leiding van Durfal en ouders/verzorgers van het kind. De doorstroom is dus niet alleen afhankelijk van de leeftijd, maar ook de ontwikkeling van een kind en of het kind zich prettig en gelukkig voelt in de groep. 5.25 Wennen Wennen en afscheid nemen van de ouder in de groep. De wenperiode van een nieuw kind in de groep wordt in overleg besproken. Er wordt aandacht besteed aan de kennismaking met de medewerkers en de kinderen. Dit betekent dat een nieuw kind pas kan wennen als er een plaats in de groep over is. De groepsgrootte wordt hierbij niet overschreden. In deze periode kunnen het kind, de ouders/verzorgers en de pedagogisch medewerkers wennen aan elkaar, de groep, het dagritme, regels en gewoonten. Er wordt rekening gehouden met emoties van het



2 3

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 kind tijdens het wennen. Het kind is gewend wanneer het een plaats in de groep gevonden heeft. Tot die tijd houden pedagogisch medewerkers dit proces nauwlettend in de gaten. Wanneer kinderen echt niet kunnen wennen wordt dit eerst besproken met de ouders/verzorgers en leidinggevende. Broertjes en zusjes mogen in dezelfde groep worden geplaatst, voor zover dit geen problemen geeft voor het ontwikkelingsproces van elkaar. In dit geval zal een overleg komen met ouders/verzorgers en hier afspraken over gemaakt. Ook is mogelijk om in dit geval, na overleg met ouders/verzorgers en met toestemming van ouders/verzorgers, het oudere kind te laten doorstromen naar een andere groep. Hierbij geldt de regel dat het kind zich in de andere groep goed kan aansluiten (ontwikkeling, sociaal en emotionele veiligheid). Bij het brengen van een nieuw kind is het ook van belang dat er met de ouders/verzorgers wordt afgesproken wat de prettigste manier is van afscheid nemen. In de meeste gevallen is een vlot afscheid het fijnste voor het kind. Als leidster heb je de taak de ouders/verzorgers een vertrouwd gevoel te geven, het is hun kostbaar bezit dat ze in „vreemde‟ handen achterlaten. Het opbouwen van een vertrouwensrelatie met de ouders/verzorgers staat dan ook hoog in het vaandel bij onze kinderopvang. Wenprocedure Als een kind geplaatst is belt de pedagogisch medewerker, die belast is met de taak om de intake en wendag af te spreken, met ouders/verzorgers voor een afspraak. Op de wendag komt het kind een paar uur wennen op de groep waar hij/zij komt. De ouders/verzorgers komen deze dag mee op de groep en maken kennis met de leiding en de opvangplek.. Hierna blijft het kind op de groep en wordt het intakegesprek gevoerd met de ouders/verzorgers. Dit gesprek wordt gevoerd met de directie van Durfal. Bij afwezigheid van haar wordt dit overgenomen door een van de leiding van de desbetreffende groep. De wendag is voor het kind prettig om zich veilig te voelen binnen de groep en geeft het kind het gevoel, dat hij of zij welkom is. Het intakegesprek bestaat uit voorstellen medewerkers Durfal, een rondleiding door het gebouw, algemene informatie over Durfal en de werkwijze op de BSO. De ouders/verzorgers ondertekenen de checklist waarop alle onderwerpen staan waarover informatie wordt gegeven aan ouders/verzorgers. Dit is als controle voor de leiding dat zij alle informatie die ouders/verzorgers moeten ontvangen, hebben verstrekt. Ook wordt tijdens het intake-gesprek de vragenlijst die ouders/verzorgers reeds hebben ingevuld doorgenomen met ouders/verzorgers. Als een ouder/verzorger deze niet kan invullen, wordt deze tijdens de intake samen met de directie of leiding van Durfal ingevuld. 5.26 Verdriet en troosten Kinderen krijgen de ruimte om hun emoties te tonen. Soms is een kind boos, omdat het een conflict heeft. Kinderen met verdriet krijgen ook de ruimte om aan te geven of zij getroost willen worden. Kinderen die hun tranen wegslikken worden gestimuleerd om hun emoties te uiten. Verdriet wordt bespreekbaar gemaakt door bijvoorbeeld te zeggen: 'Vind je het erg dat mama weggaat?" in plaats van te zeggen "Niet huilen, mama komt toch terug." Leidsters waken ervoor dat zij niet de emoties van kinderen invullen. Om kinderen te troosten is het bieden van geborgenheid het belangrijkste. Het kan voorkomen dat een huilend kind even moet wachten op persoonlijke aandacht, het is belangrijk dat kinderen weten dat de medewerkster er is. 5.27 Observaties kinderen Er wordt jaarlijks een observatie gedaan naar het welbevinden van de bso-kinderen. Ouders/verzorgers worden op de hoogte gebracht van de uitkomst van de observatie door de leiding tijdens de overdrachtmomenten aan het einde van de dag. Ouders/verzorgers ondertekenen het overdrachtformulier voor akkoord, zodat de leiding weet dat een overdracht reeds heeft plaatsgevonden. Kinderen worden nader geobserveerd wanneer pedagogisch medewerkers opvallend gedrag signaleren in de ontwikkeling en/of welbevinden van het kind. Voorbeeld: een kind is erg stil en teruggetrokken, hoe komt dit? Door een kind te observeren proberen we erachter te komen op welke momenten het kind zich terugtrekt en waardoor dat zou kunnen komen. Dit geschiedt in overleg met ouders/verzorgers. De taak van de pedagogische medewerker is om te signaleren, observeren en doorverwijzen.



2 4

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 Pedagogisch medewerkers observeren kinderen in hun spel met andere kinderen, tijdens individuele contacten, in hun omgang met volwassenen, hun ontwikkeling naar zelfstandigheid. Durfal gaat ervan uit dat de school primaire verantwoordelijkheid heeft in het signaleren van eventuele cognitieve, sociale en persoonlijke ontwikkelingsachterstanden. De pedagogische medewerkers van Durfal zijn echter in staat om ontwikkelingen die afwijken te signaleren. Als er iets aan de hand is, wordt eerst het kind geobserveerd om het probleem met de ouders/verzorgers te kunnen bespreken. Pedagogisch medewerkers waken ervoor iets te noemen zonder dat zij dit concreet kunnen omschrijven. In eerste instantie zal een gesprek met een ouders/verzorgers verkennend zijn. Zien de ouders/verzorgers hetzelfde gedrag thuis? Hoe kijken ouders/verzorgers er tegenaan? Beschouwen de pedagogisch medewerkers het als een serieus probleem, dat wil zeggen als er niets mee gedaan wordt, blijft het probleem bestaan of wordt het erger, dan wordt de situatie besproken met de directie van de BSO. De directie besluit of de situatie opgelost kan worden binnen het team en in samenspraak met de ouders/verzorgers. Wanneer dit noodzakelijk wordt geacht wordt de deskundigheid van een pedagoog ingeroepen worden. De volgende stap is een pedagogische observatie met daaraan gekoppeld een handelingsplan. In dit geval worden ouders/verzorgers altijd op de hoogte gesteld. Indien er noodzaak bestaat tot extra/ speciale begeleiding van een individueel kind zal in overleg met ouders/verzorgers bekeken worden of dit haalbaar is of dat er contact wordt gezocht met andere instanties . Durfal werkt samen met de maatschappelijk werker in de wijk Buitenhof, die ook de zorgcoördinator is op de scholen in de wijk. Het welbevinden van ieder kind wordt besproken tijdens het maandelijkse werkoverleg. Dit is een vast agendapunt “pedagogisch handelen/kwaliteit en bijzonderheden groep/kind”. 5.28 Opvallend gedrag Ten aanzien van de ontwikkeling en het gedrag van het kind vervult BSO Durfal een signalerende functie. Indien de leiding zich zorgen maakt over een kind zal dit met de ouders/verzorgers besproken worden. Samen met de ouders/verzorgers zal worden gekeken naar wat er met het kind aan de hand kan zijn en op welke manier het kind op de BSO het beste kan worden begeleid. Indien er sprake is van onduidelijke of complexe problematiek, dan kan de pedagogisch medewerker, als de ouders/verzorgers dat wensen ,informatie vertrekken over instanties waarbij zij met hun (hulp)vraag terecht kunnen Opvallend gedrag is gedrag dat binnen de groep afwijkt. Dit kan van alles zijn; van erg druk tot teruggetrokken gedrag. Zodra een kind opvallend gedrag vertoont, proberen we te begrijpen waarom het kind zich zo gedraagt en zoeken we naar een aanpak die zowel voor het kind, de leidster en de groep werkt. Het is ontzettend belangrijk de positieve kwaliteiten van een kind te zien en te benoemen. We accepteren het kind, maar niet zijn ongewenste gedrag. We willen de kinderen helpen om manieren van gedrag te ontwikkelen, die hen kunnen helpen om plezieriger met andere personen en ook met zichzelf om te gaan. Wij benadrukken nogmaals het belang van een goed contact met ouders/verzorgers. Samen afspraken maken over de aanpak van een kind, zodat we daar één lijn in kunnen trekken. Indien een probleem aanwezig is met betrekking tot ontwikkeling of gedrag wat niet door de hulp van de BSO kan verbeteren, wordt ouder/verzorger doorverwezen. 5.29 Pesten De BSO is een uitermate geschikte plek om bij te dragen aan de sociale ontwikkeling van kinderen. Het is een plek waar kinderen kunnen ontdekken wie ze zelf zijn en wie de ander is. Ontdekken wat ze wel en niet leuk vinden maar ook ontdekken wat de ander wel of niet leuk vindt. Het streven van de pedagogisch medewerkers is te zorgen dat de kinderen zich veilig en vertrouwd in de groep voelen. Sociale omgang met elkaar is o.a. rekening houden met de ander, met zijn of haar gevoelens en hier respectvol mee omgaan. Een BSO zonder regels bestaat niet. Waar gespeeld en gegeten wordt moet worden opgeruimd. Waar men met elkaar “leeft” dient rekening gehouden te worden met elkaar. Binnen Durfal kennen we de kinderinspraak. Dit houdt in dat kinderen inspraak hebben voor zowel de activiteit maar ook v.w.b. de sfeer en afspraken in de groep. Op elke groep hangen deze afspraken/regels. Er is een pestprotocol aanwezig op de groep.



2 5

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 5.30 Corrigeren en belonen Kinderen hebben grenzen nodig en die proberen wij aan te geven. Het team zit omtrent corrigeren (straffen) en belonen op één lijn. Ervaringen worden uitgewisseld in kindbesprekingen tijdens het werkoverleg. Het aangeven van grenzen gebeurt altijd met respect voor het kind. Met belonen zijn wij continu bezig, het is een vorm van stimuleren en het gebeurt op de volgende manieren: aandacht geven (positief), aankijken, vriendelijke woorden, glimlachen, aai over het hoofd etc. Durfal is van mening dat tegenover 1 keer corrigeren kinderen 10 keer beloond horen te worden. Zij gaat er van uit dat een kind juist veel leert van de situaties waarin het hoort dat het iets goed doet (en wát het goed doet), een compliment of aai over de bol krijgt. Het positief stimuleren van kinderen en zeggen wat ze goed doen stimuleert het leren. Ook het reageren op kleine verbeteringen. Kinderen leren niet alles in een keer. Kinderen krijgen zelfvertrouwen. De groepsleiding gaat daarom bewust om met het belonen en geven van positieve aandacht aan het kind. De pedagogisch medewerkers verwachten geen gedrag van het kind waar het niet aan kan voldoen. Het kind leert de grenzen kennen door duidelijk en consequent gedrag van de medewerker. De medewerkers corrigeren het gedrag van het kind door een bewuste keuze te maken hoe zij zal optreden. Wanneer een kind iets doet wat niet kan en/of mag, wanneer een kind niet luistert of brutaal is, zal de leiding uitleg geven over de consequenties van het gedrag. Een kind dat het gedrag blijft herhalen wordt even apart gezet aan tafel of even op de bank of een stoel. Een kind wordt niet buiten de groep geplaatst. Het is de bedoeling dat een kind hierdoor ervaart dat zijn negatieve gedrag niet wordt geaccepteerd in de groep. Wanneer een kind goed gedrag vertoont, mag dit ook wel eens benadrukt worden. Wij belonen de kinderen door ze een compliment te geven of door bijvoorbeeld een stickertje (voor zover dit is afgesproken met elkaar voor een bepaald kind). Een positieve benadering kan voor een kind al heel wat zeggen. Indien een kind gecorrigeerd wordt krijgt het eerst de kans te vertellen wat er is gebeurd. We leggen het kind rustig en zonder stemverheffing uit welk gedrag niet kan. De pedagogisch medewerker die een conflict behandelt, rondt het ook af. Is er een conflict tussen medewerker en kind ontstaan dan wordt naderhand duidelijk aangegeven dat de medewerkster het gedrag van het kind niet accepteert. Indien nodig biedt het kind of medewerkster excuses aan. Het kind krijgt de kans zijn/haar gedrag te veranderen en wordt na het corrigeren afgeleid om iets anders te doen. We melden de ouders/verzorgers altijd de voorgaande stappen. 5.31 Voorbeeldfunctie Doordat pedagogisch medewerker voorbeeldgedrag aan kinderen tonen, wordt het besef van normen en waarden bij de kinderen gestimuleerd. Daarnaast wordt er uitgelegd waarom bepaald gedrag wenselijk is of juist niet. Kinderen proberen we normen en waarden spelenderwijs mee te geven. Door ze bijvoorbeeld en verhaaltje te vertellen, waar in een kindje geplaagd wordt en ze uit te leggen wat het geplaagde kindje ervaart. Aan tafel laten we zien hoe je netjes eet. 5.32 Medisch handelen en ziektebeleid. Er is een protocol aanwezig waar de richtlijnen in staan wat betreft ziekte van kinderen. Kinderen mogen niet komen, als zij meer dan 38,5 koorts hebben, wanneer zij een besmettelijke ziekte hebben en wanneer een kind ontroostbaar is op de groep. Een kind kan zich ook wel eens een dagje niet lekker voelen en wil dan het liefst vertroeteld worden. Dan is de thuissituatie beter geschikt dan de opvang. Als een kind ziek is of zich niet lekker voelt worden de ouders/verzorgers zo snel mogelijk ingelicht. Er wordt duidelijk verteld wat de reden is als het kind door de ouders/verzorgers moet worden opgehaald. Medicijngebruik: Afspraken: - Niet zelf toedienen bij kinderen, altijd in overleg met arts/ouders/verzorgers



2 6

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 - Ouders/verzorgers moeten schriftelijk de procedure van het toedienen van medicijn overdragen. Dit i.v.m. communicatiestoornis. Onduidelijkheden bespreken met de ouders/verzorgers. - In de overdracht wordt vermeld aantal medicijnen per keer, het tijdstip en de eventuele bijwerking van het medicijn. - Leiding verstrekt medicijn alleen indien noodzakelijk, anders moeten ouders/verzorgers dit zelf doen of het kind wordt door ouders/verzorgers geïnstrueerd om dit zelf in te nemen in bijzijn van de leiding. 5.33 Kindermishandeling/meldcode en meldplicht Durfal gebruikt het landelijk protocol van Branche Organisatie Kinderopvang. Deze meldcode voor de kinderopvang is gebaseerd op de basis meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ontwikkeld in opdracht van Brancheorganisatie Kinderopvang. In samenwerking met BOinK, Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang, MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland. Protocol is aanwezig op alle groepen. Ook staat hierin vermeld hoe de melding dient te geschieden en wie de verantwoordelijke is intern aan wie de Pedagogisch Medewerker dit moet melden. De verantwoordelijke zal dan de melding doen, nadat de vermelde stappen in het protocol zijn doorlopen. De leiding is ook op de hoogte van de meldplicht. Bij de meldplicht gaat het om geweld en mishandeling door professionals. Instellingen moeten gevallen van mishandeling door professionals melden bij de betrokken inspecties. Het gaat om het beschermen van het slachtoffer en het vertrouwen in de zorg. 5.34 Privacy richtlijnen: Durfal verstrekt geen privé-gegevens van ouders/verzorgers/kinderen aan derden zonder toestemming van of melding aan ouders/verzorgers. De kinderopvang is niet verantwoordelijk en/of aansprakelijk voor het kwijtraken van sieraden of andere persoonlijke bezittingen die kinderen meenemen naar de kinderopvang. Het stukgaan van speelgoed dat van thuis wordt meegenomen, valt niet onder de verantwoordelijkheid van de opvang. 5.35 Klachtenregeling/-procedure Durfal heeft een klachtenreglement en is aangesloten bij de ZcKK (Zuid-Hollandse centrale Klachtencommissie Kinderopvang). Dit reglement voldoet aan de Wet Klachtenrecht Cliënten Zorgsector. Durfal heeft een procedure klachtafhandeling, waarin de verdere afhandeling uitgelegd wordt. Ook is een aansluiting bij ZcKK voor de oudercommissie. Jaarlijks wordt aan de GGD een verslag gestuurd van de klachten(regeling) van het afgelopen jaar. Elk jaar ontvangt Durfal een jaarverslag van de ZcKK. Contactgegevens ZcKK / ZcKK-OC Nieuwe Gouwe Westzijde 1, 2802 AN Gouda Postbus 540, 2800 AM Gouda T 0182 547888 E [email protected] I www.zckk.nl

6 CONTACT MET OUDERS/VERZORGERS Communicatie op Durfal vindt plaats tijdens het brengen haalcontact. Als kinderen zelfstandig naar de BSO komen en naar huis gaan vindt telefonisch contact plaats met ouders/verzorgers. Een ouder/verzorger kan altijd telefonisch contact opnemen met Durfal van 09.00-18.00 uur. Durfal verstrekt om de twee maanden een nieuwsbrief aan ouders waarin alle nieuwtjes over de BSO worden verteld (ontwikkelingen, personeelszaken, activiteiten kinderen etc.). Wanneer een kind een dag niet naar Durfal komt vragen wij ouders/verzorgers om af te bellen. Het telefonisch afmelden dient vόόr 14.00 uur te geschieden. Bij geen gehoor kunnen ouders/verzorgers het antwoordapparaat inspreken. Ook kunnen ouders/verzorgers een email sturen naar het algemeen emailadres van Durfal: [email protected].



2 7

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 Elk jaar is een observatie van de kinderen en een overdracht naar ouders/verzorgers (zie observatie kinderen). Wanneer ouders/verzorgers tussendoor behoefte hebben aan een extra gesprek kunnen zij daarvoor een aparte afspraak maken met de pedagogisch medewerkers. 6.1 Haal- en brengcontacten In de schoolweken worden de kinderen door de leiding opgehaald op school. De ouders/verzorgers halen het kind op en tijdens het ophalen is een overdrachtmoment. De leiding vertelt hoe de dag is gegaan en/of bijzonderheden zijn, zowel positief als negatief, die voor de ouder/verzorger van belang is om te weten. Ouders/verzorgers dienen de kinderen te begeleiden naar de opvang en de aanwezigheid te melden bij de leiding (tijdens vakantiedagen). Bij de brengen haalmomenten is er dan ook voldoende gelegenheid om even een praatje te maken met de ouder/verzorger. Het kan wel eens druk zijn in de groep, maar de leiding probeert iedere ouder/verzorger even aandacht te geven. Er is ook mogelijkheid tot telefonische overdracht met de ouders/verzorgers of een aparte afspraak indien meer tijd nodig is of om bepaalde zaken met ouders/verzorgers te bespreken of andersom dat ouder/verzorger iets met de leiding wil bespreken. De leiding maakt in het laatste geval een aparte afspraak met ouders/verzorgers. Tijdens het ophalen eind van de dag dient de ouder/verzorger het kind af te melden bij de leiding voordat het kind meegaat naar huis. Indien een kind door een ander wordt opgehaald van school of bso, dient de leiding hiervan op de hoogte te worden gebracht door ouders/verzorgers. Als dit niet bekend is, wordt het kind niet meegegeven. In dit geval belt de leiding de ouders/verzorgers voor verificatie. Als een kind regelmatig door iemand anders wordt opgehaald, kan een verklaring worden ondertekend door ouders/verzorgers met daarin de vermelding van de naam/namen van de persoon/personen die het kind mag/mogen ophalen. Kinderen afmelden bij de administratie bij afwezigheid of ziekte. 6.2 Intakegesprek Na plaatsing van een kind wordt een intakegesprek en wendag afgesproken met ouders/verzorgers. De leiding die belast is met deze taak maakt de afspraak met ouders/verzorgers. Tijdens het intakegesprek ontvangen ouders/verzorgers informatie over de gang van zaken op de groep. Er wordt onderling informatie uitgewisseld aan de hand van de procedure intake. Ouders/verzorgers tekenen aan het eind van het gesprek de checklist waarop de onderwerpen zijn vermeld waarover ouders/verzorgers informatie heeft gekregen. Tijdens de intake wordt de ingevulde vragenlijst over het kind gezamenlijk doorgenomen of ingevuld (dit met name bij allochtone ouders die hulp nodig hebben bij het invullen. De ouders/verzorgers krijgen de volgende documenten mee:  Lijst sluitingsdagen  Eventueel een verklaring voor het meegaan met uitstapjes of zelfstandigheidverklaring, verklaring zwemlesbegeleiding/sport-/muziekles etc. worden ondertekend door ouders/verzorgers. Ook geeft ouder/verzorger op de vragenlijst een akkoord voor wel of niet filmen of foto’s maken van het kind tijdens de bso (activiteit op groep of feestdag). 6.3 Oudercommissie BSO Durfal beschikt over een oudercommissie die de belangen behartigt van de ouders. De oudercommissie bestaat uit minimaal 3 en maximaal 5 leden. De vertegenwoordiging van de leden dient bij voorkeur te bestaan uit ouders van beide basisgroepen (Durfjes en Durfit). De BSO heeft een Reglement Oudercommissie en een Huishoudelijk Reglement Oudercommissie. In het laatste is de werkwijze van de oudercommissie beschreven. 6.4 Overige contacten met ouders/verzorgers zijn: Internetsite Kinderopvang Durfal heeft een internetsite om ouders/verzorgers en geïnteresseerden te informeren over nieuwe ontwikkelingen, veranderingen en andere praktische zaken. Mededelingenbord



2 8

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 Hierop wordt belangrijke informatie vermeld zoals sluitingsdagen, besmettelijke ziektes, geboortekaartjes, verslagen oudercommissie. De informatie kan afkomstig zijn van pedagogisch medewerkers, directie en/ of oudercommissie. Nieuwsbrief Bij Durfal wordt periodiek (per maand) een nieuwsbrief uitgebracht. In deze nieuwsbrief staan feiten, gebeurtenissen van de afgelopen weken, dingen die gaan komen, activiteiten, vakanties, verjaardagen kinderen/leiding etc. om ouders/verzorgers op de hoogte te houden. Oudergesprek en ouderavonden Ouders/verzorgers kunnen ten alle tijden een individueel gesprek aanvragen om geïnformeerd te worden over de ontwikkeling van hun kind en ter wederzijdse uitwisseling. Tevens wordt gesprekken gepland met ouders/verzorgers indien de pedagogische medewerkers vragen hebben over een observatie of zich zorgen maken over het gedragen van een kind. Minimaal één keer per jaar wordt er voor de ouders/verzorgers een avond georganiseerd met een thema in overleg met oudercommissie.

7. PERSONEEL/STAGIAIRES Durfal stelt met zorg het team samen. Het team bestaat uit pedagogisch medewerkers en sportleiders. Ook werken wij met een vaste invalpool en stagiaires. Iedere leidster moet in het bezit zijn van een afgeronde Mbo-opleiding met pedagogische achtergrond. De pedagogisch medewerker verzorgt en begeleidt de kinderen met respect, zonder onderscheid te maken in levensbeschouwing, waarden, normen en gewoonten van een kind. Zij geeft ouders/verzorgers het vertrouwen dat het kind in goede handen is door kennis van zaken te tonen, vakkundig te handelen en de privacy te waarborgen. Ze heeft een professionele houding en is zich bewust van haar verantwoordelijkheden ten opzichte van kind, ouders/verzorgers, organisatie en haar beroep. Zij handelt bewust op grond van de kennis en ervaring die zij in de opleiding en de praktijk heeft opgedaan. Ze kan haar handelen altijd verantwoorden en bespreekbaar maken vanuit die kennis en ervaring. Daarbij maakt ze gebruik van de pedagogische inzichten die binnen de kinderopvang gangbaar zijn. In een situatie waar specifieke vaardigheden nodig zijn, die haar deskundigheid overtreft, geeft zij aan dat haar grenzen overschreden worden. Zij verwijst dan naar andere deskundigen binnen of buiten de organisatie. De vaste leidsters zijn uw aanspreekpunten op de groep. Zij zijn mede verantwoordelijk voor het opzetten en bijhouden van een systeem om gegevens van de kinderen te bewaren. Zij zorgen ervoor dat de gegevens over het kind zo objectief mogelijk vastgelegd worden. Zodra er sprake is van een eigen interpretatie of mening, is deze in de wijze van vastlegging duidelijk te onderscheiden van de feiten. Het personeel van Durfal rouleert om de half jaar. Dit systeem wordt gehanteerd zodat kinderen alle leiding van Durfal leert kennen en heeft een kind een half jaar een vast gezicht op de groep en ook de ouders. Ouders worden middels de nieuwsbrief geïnformeerd welke pedagogisch medewerker op de groep staat van zijn/haar kind. 7.1 Deskundigheidsbevordering Steeds opnieuw zal er kritisch gekeken moeten worden naar de kennis en beroepshouding van pedagogisch medewerkers. Geschoolde en gemotiveerde pedagogisch medewerkers zijn de basis voor een hoog kwaliteiten dienstverleningsniveau. Dit uit zich in: · Kindbesprekingen · Pedagogische vergaderingen waarin punten uit het beleid op de agenda staan · Supervisie · Intervisie · Thema-avonden · Cursussen voor een geheel team Vakliteratuur en tijdschriften zijn op locatie aanwezig voor pedagogisch medewerkers. De leidinggevende ziet hierop toe. Directie behandelt aanvragen voor nieuwe abonnementen.



2 9

Pedagogisch beleids-/werkplan Durfal 2015 7.2 Werkoverleg Het team vergadert 1 x per maand met de directie. Op de agenda staan de volgende onderwerpen standaard op de agenda:  Pedagogisch handelen/pedagogisch beleid  Veiligheid/Gezondheid/Welzijn en Hygiene (Protocollen)  Bijzonderheden kind/groep Op deze vergaderingen wordt via agendapunten de gang van zaken op de BSO besproken. Als er tegen problemen aangelopen wordt is er de mogelijkheid dit te bespreken en terug te koppelen naar collega`s. Tijdens de vergadering wordt een punt uit het pedagogisch beleids- of werkplan besproken. Zo wordt duidelijk of het team handelt volgens het pedagogisch beleid van de instelling. Per jaar wordt een overlegschema gemaakt met de vaste te bespreken agendapunten. 7.3 Stagiair(e)s Durfal is een erkend leerbedrijf. Onze organisatie werkt naast gediplomeerde beroepskrachten met stagiair(e)s. Deze worden altijd boventallig op de groep geplaatst. Wanneer de stagiair(e) aan het einde van de studie is en al de benodigde studieonderdelen heeft afgerond en de pedagogisch medewerkers weten dat zij/hij de taken aankan, is er een mogelijkheid dat de stagiair(e) meer bevoegdheden krijgt. De stagiair(e) volgt minimaal SPW 3 of gelijkwaardige opleiding. Per opleidingsjaar verwachten we andere vaardigheden van stagiair(e)s en ze worden daar waarnodig begeleidt om deze te bereiken. Iedere stagiair(e) krijgt een eigen pedagogisch medewerker toegewezen voor de periode die hij/zij binnen onze organisatie stage loopt. Vanuit school verwachten we dezelfde inzet en begeleiding naar de stagiair(e) toe. Verder verwachten we dat stagiair(e)s zichzelf voorstellen aan ouders/verzorgers en een positieve beroepshouding uitstralen. In het stagebeleid staat hoe de begeleiding wordt aangeboden, wat verwacht wordt van de stagiaire etc. 7.4 Oproepkrachten Binnen de organisatie zijn enkele vaste oproepkrachten. Indien ziekteverzuim, vakantie- of snipperdagen niet intern op te lossen zijn wordt de invalkracht op de groep geplaatst en worden werkafspraken gemaakt. In uitzonderlijke gevallen, dit wil zeggen wanneer er niemand intern of van de vaste oproepkrachten beschikbaar is worden in noodzaak hulpkrachten ingezet. 7.5 Achterwachtregeling. De achterwacht van BSO Durfal is als volgt geregeld:  Indien slechts één beroepskracht op de BSO wordt ingezet, omdat het aantal aanwezige kinderen minder is dan het beroepskracht-kind-ratio (BKR), wordt een achterwacht geregeld die niet perse in het gebouw aanwezig hoeft te zijn.  Deze achterwacht is een andere medewerker of volwassene (18 jaar en ouder) die in geval van nood binnen de aanrijtijd van een ambulance aanwezig kan zijn op de opvang.  Bij calamiteit wordt de houder/directie op de hoogte gesteld.  Indien, vanwege een calamiteit of anderszins uitval van personeel, slechts één beroepskracht aanwezig is op de BSO met meer kinderen dan het BKR, wordt een volwassene (stagiaire/vrijwilliger) ingezet op de groep samen met de beroepskracht.  In de vakanties kan een beroepskracht alleen op de groep staan tussen 8.00-09.30 uur en tussen 17.00-18.30 uur. Tussen deze tijden, te weten tussen 08.00-09.30 uur en 17.00-18.30 uur wordt een achterwacht ingeschakeld.  De naam van de achterwacht staat op de personeelsplanning.  De medewerkers, directie Durfal en vrijwilligers die kunnen invallen, kunnen binnen de aanrijtijd van een ambulance op de locatie zijn. 8. SAMENWERKING SCHOLEN/DERDEN  Durfal heeft een samenwerkingsverband met de Titus Brandsma school voor het gehele dagarrangement, te weten VSO, TSO,BSO. Binnen het dagarrangement is gekozen voor de buurtprofiel “Techniek”. Titus Brandsma school doet mee met Verbreding van Techniek en Wetenschap in het Basisonderwijs (VTB). Het doel van het Programma VTB is kinderen in aanraking te brengen met wetenschap en techniek, zodat zij hun talenten ontdekken en een



3 0




 

positieve houding ten aanzien van wetenschap en techniek ontwikkelen. Durfal richt zich op de BSO ook op Techniekactiviteiten en betrekt hierbij ook buurtkinderen. Deze activiteit wordt georganiseerd op een woensdagmiddag omdat deze middag een rustige middag is op de BSO. Met de Delftse Daltonschool is een samenwerking met betrekking tot de peuters(voor- en vroegschoolse educatie) op de dagopvang. Periodiek is een overleg met bovenstaande scholen. Samen mogelijkheid om onder BSO-tijd zwemlessen te volgen. Verder werkt Durfal ook met anderen scholen samen in de wijk met betrekking tot overdrachten van gegevens van kinderen die vier jaar worden en naar school gaan.

Durfal haalt kinderen op van de volgende scholen: Titus Brandsmaschool,    

Delftse Daltonschool, Rembrandtschool, De Bron, De Bontepael.

Als een nieuwe aanvraag binnenkomt wordt gekeken of deze school binnen de ophaalroute van Durfal zit. De ouders/verzorgers van kinderen die met de bus/auto worden opgehaald betalen vervoerskosten.

9. PROTOCOLLEN/BELEID Durfal heeft de volgende protocollen:  Protocollen gezondheidsbeleid  Protocollen Veiligheidsbeleid  Protocollen Ouderbeleid  Protocollen Personeelsbeleid  Protocollen Kinderen-groep.

10.

SLOTWOORD

In dit pedagogisch beleids-/werkplan is datgene wat de directie en pedagogisch medewerkers belangrijk vinden vastgelegd op het gebied van voorwaardenscheppend pedagogisch klimaat en middelen, en datgene wat zij wil uitdragen in de werkwijze, begeleiding en omgang met het kind en in relatie tot de ouders/verzorgers.



3 1

No title

Recommend Documents