MONDELINGE, SCHRIFTELIJKE EN DIGITALE ZIENSWIJZEN NUMERIEK OVERZICHT REACTIES Nr.
Naam
ROl
Gemeente Wachtebeke B&W, WACHTEBEKE
R02
Gemeente Borsele, B&W, HEINKENSZAND
R03
Plant-Related Environmental Protection, Lebensministerium, WIEN
R04
Waterschap Scheldestromen, DB, MIDDELBURG
ROS
Landesgemeinschaft Naturschutz und Umwelt Nordrhein-Westfalen, ARNSBERG-HÜSTEN
R06
Ministry of the Environment, TALLIN ESTONIA
R07
Ministerium für Klimaschutz, Umwelt, Landwirtschaft, Natur- und Verbraucherschutz des Landes Nordrhein-Westfalen, Der Minister, DÜSSELDORF
ROB
Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, FANC, BRUSSEL
ROg
VMM, Vlaamse Milieu Maatschappij, BRUSSEL
RlO
Vlaamse Overheid Department Leefmilieu, Natuur en Energie, BRUSSEL
Rll
Gemeente Vlissingen, B&W, VLISSINGEN
R12
Provincie Zeeland, GS, MIDDELBURG
R13
College van Burgemeester en Schepenen, ANTWERPEN
3
R0 1 ONT
Gemeente Wachtebeke
23 DEC 2011
Dorp 61 9185 Wachtebeke Tel. 09/3450135 Fax. 09/3429302 UITTREKSEL UIT HET REGISTER DER BESLISSINGEN VAN HET SCHEPENCOLLEGE Zitting van : 15 december 2011 Tegenwoordig: M.M.
W. De Vliegher, Burgemeester P. Penneman, R. Vereecke, L. De Block, N. Bruggeman, E. Wuytack, schepenen; D. Tack, secretaris.
r:ir
Opmerkingen m.b.t. de inplanting van een tweede kerncentrale te Borssele
Het College, Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 57, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen, en latere wijzigingen; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op het schrijven van het Bureau Energieprojecten, Agentschap NL, Postbus 93144 AC Den Haag, dd.6 december 2011, aangaande de vraag om terinzagelegging te doen van de concept-notitie reikwijdte en detailniveau PlanMer tweede kerncentrale Borssele; Overwegend dat de concept-notitie ter inzage ligt van 2 december 2011 tot en met 12 januari 2012, dat tot die uiterste datum opmerkingen of adviezen kunnen overgemaakt worden aangaande deze concept-notitie; Overwegend dat de voorliggende concept-notitie beschrijft wat er in het PlanMer aan bod moet komen, als eerste stap in het kader van de procedure tot het opstellen van een inpassingsplan; Overwegend dat in het PlanMer de locatiekeuze voor de bouw van een tweede kerncentrale te Borssele zal onderzocht worden; Gelet op de plannen van de twee bedrijven, enerzijds Energy Resources Holding BV (ERH) en anderzijds Delta Energy BV om een nieuwe kerncentrale in Borssele te bouwen; Overwegende dat de gemeente Wachtebeke zich aansluit bij de opmerkingen en bezwaren van de betrokken gemeenten en de motie van de Provincieraad m.b.t. de inplanting van een tweede kerncentrale te Borssele; Na beraadslaging, BESLUIT: Artikel 1:
Volgende opmerkingen worden geformuleerd:
Omdat de gemeente Wachtebeke zich bevindt binnen een straal van 30 km ten opzichte van het plangebied en de nadelige gevolgen voor de veiligheid en het milieu bij de bouw van een tweede kerncentrale ontegensprekelijk zullen vergroten, wil de gemeente haar bezorgdheid uiten over deze plannen. De gemeente Wachtebeke vraagt om een aantal onduidelijkheden of bijkomende elementen inhoudelijk verder uit te werken in het PlanMER als volgt:
R0 1
1.
De waarborglocatie Borssele bevindt zich in overstromingsgebied op de provinciale risicokaart. Er wordt op p. 26 van de concept-notitie aangegeven dat door het nemen van mitigerende maatregelen de risico's kunnen worden "voorkomen". Het is sterk aan te bevelen om een duidelijk overzicht te geven van welke specifieke mitigerende maatregelen er zullen worden genomen om de risico's als gevolg van een overstroming uit te sluiten.
2.
Op p. 29 van de concept-notitie wordt voorzien om de verschillende koelingsmogelijkheden te onderzoeken. Er wordt echter niet voorzien om ook alle alternatieven met betrekking tot de lozingsplaatsen van het koelwater naast elkaar af te wegen. De vraag die men zich hierbij dient te stellen is wat de effecten op het ecosysteem van de Westerschelde zullen zijn bij het lozen van het koelwater. Verwacht kan worden dat de effecten minder groot zullen zijn wanneer het lozingspunt het verst gelegen is van de Westerschelde, bijvoorbeeld op de potentiële onderzoekslocatie K5 waar koelwater eerst in het havendok wordt geloosd. Grotere effecten op dat vlak kunnen wellicht verwacht worden wanneer het koelwater rechtstreeks in de Westerschelde wordt geloosd, bijvoorbeeld bij de onderzoekslocatie KI.
3.
In hoofdstuk 6 worden de te verwachten effecten per thema en beoordelingskader opgenomen. Bij het thema verkeer komen de milieueffecten en de veiligheidsrisico's tijdens de transporten met radioactief afval niet aan bod. Het verdient aanbeveling om alle aspecten met betrekking tot het transport van splijtstofelementen en radioactief afval op te nemen in het Mer, waaronder de routes, de frequenties en de mogelijke risico's die hiermee gepaard gaan. Het opwerken van de splijtstofelementen gebeurt in Frankrijk. Dit betekent dat het transport van kernafval langs onze Vlaamse wegen gebeurt en zal toenemen. De vraag stelt zich wat het risico is en de impact van een ongeval bij deze transporten. Ook een beschrijving van de veiligheidsmaatregelen (wat bij ontsporen van de trein, ongeval, aardbeving, aanslag, . . . ) die internationaal moeten genomen worden tijdens deze transporten wordt bij voorkeur opgenomen in het MER.
4.
De gemeente maakt zich grote zorgen inzake de gevolgen bij een natuurramp of ongeval, nu de gebeurtenissen in Japan en de gevolgen ervan voor de onmiddellijke omgeving bijzonder groot zijn en zich nog meerdere jaren zullen laten gevoelen, ook op mondiaal vlak. Daarom vragen we om een een risico-analyse op te maken voor de omgeving in een straal van minstens 50 km ten opzichte van de site en dit voor wat betreft de exploitatie, de gevolgen bij een ramp of ongeval, het beheer van het kernafval evenals de ontmanteling van de stilgelegde centrale(s), achteraf. Hiervoor dienen zowel de mensrisico's als de milieurisico's in kaart te worden gebracht. De opmaak van een veiligheidsplan dient vermeld te worden in het planMER, onder meer de procedure, de vermelding van de overheden en instanties die hierbij betrokken worden, hoe de communicatie verloopt e.d.. Ook de samenwerking tussen Zeeland en Oost-Vlaanderen op het vlak van noodplanning dient geconcretiseerd opgenomen te worden in het planMer.
5.
Met betrekking tot het kernafval wensen wij dat er naast een kwantitatieve ook een kwalitatieve beschrijving van het afval en een beschrijving van de opslagplaats ervan worden opgenomen in het MER.
6.
Verder dringt de gemeente erop aan dat de mogelijke cumulatieve effecten van beide projecten - Delta en ERH worden ingeschat en dat er in het plan-Mer duidelijk wordt aangegeven of het om één (gemeenschappelijk) initiatief gaat, dan wel om twee initiatieven.
Tot slot vraagt de gemeente Wachtebeke om steeds op de hoogte gehouden te worden van alle verdere stappen van het MER-proces en de vergunningsprocedure. ART. 02.
Dit besluit wordt overgemaakt aan het Bureau Energieprojecten, Inspraakpunt Tweede kerncentrale Borssele, postbus 223, 2250 AE Voorschoten.
Namens het college van burgemeester en schepenen, Op bevel, De secretaris,
De Burgemeester-voorzitter,
Get. D. TACK
Get. W. DE VLIEGHER
R0 1
Gezien voor eensluidend uittreksel, Wachtebeke, 16 december 2011
D. TACK
R02
Ministerie van E L&I Directoraat-generaal voor Energie, Telecom en Meded i nging t.a .v. d rs . E.M. van Efferink Postbus 16180 2500 EC D EN HAAG Uw kenmerk: Uw brief van:
U3 Ons kenmerk: '2 I Heinkenszand, JA .
ETM/11156922 1 december 2011
.
2012
Onderwerp: Raad pleging bestuursorganen over concept NRD voor pian M E R tweede kerncentrale Borssele
Geachte mevrouw Van Efferink, De aan ons toegezonden con cept not itie reikwijdte en detailniveau pianM E R tweede kerncentrale Borssele maakt d at wij het onderstaande onder uw aandacht willen b rengen. Het doel van de con cept notitie reikwijdte en detailniveau pianM E R tweede kerncentrale Borssele, met de daaropvolgende vervolgstappen in de vorm van een pianMER en I npassi ngspla n zijn ons genoegzaam bekend . Dat in d it verban d op lokaal niveau d iverse potentiële vestigingslocaties beschouwd moeten worden , is d u idelijk. Wij staan hier dan ook niet afwijzend tegenover. Wel willen wij hierbij onze zorg uitspreken over het opnemen van locatie K1 als potentiële onderzoekslocatie. Vanaf het moment d at de eerste i nitiatiefnemer Ouli 2009) zij n plan tot het bouwen van een tweede kerncentrale kenbaar heeft gemaakt heeft de gemeente Borsele uitgesproken zich n iet te kunnen vinden i n een locatie ten oosten van de huidige kerncentrale. Zowel tijdens de langdurige bouwfase als tijdens de exploitatiefase is de impact van een dergelijke energiecentrale aldaar op relatief korte afstand van het dorp Borssele zodanig i ngrijpend dat een aanvaardbaar woon- en leefklimaat aanzienlijk onder druk komt te staan. Een kernenergiecentrale met een beoogd vermogen van 2500 MW(e) is meer passend in de industriële omgeving ten noorden van de E u ropweg-Zuid. Wij betreure n het dan ook dat deze locatie (onder K 1) is opgenomen a ls potentiële onderzoekslocatie in de concept notitie reikwijdte en detailniveau. Een tweede a spect d at ons overvallen heeft betreft het tekstdeel a a ngaande de ve rschillende koelingsmogelijkheden. Tot voor het openbaar maken van de concept notitie is koel i ng m iddels hybride koeltorens e n/of koeltorens met n atu u rl ijke trek nooit ter sprake geweest. Om die reden hebben wij dan ook tot n u toe n immer u itgesproken d at een koelsysteem middels hyb ride koeling e n/of hoge koeltoren s, vanwege de (landschappelijke) impact op de omgeving, niet gedragen wordt door de gemeente Borsele. Weliswaar is een dergel ijk koelsysteem niet het uitgangspunt in het kader van de op te stellen pianM E R, maar wij zijn van mening dat wij, in het kader van de raadpleging, dit signaal nu aan u moeten afgegeven.
Behandeld door:
J . A.M. Kooien, Doorkiesnummer;
(0113) 23 84
27
1, 4450 AA Hemkenszand·Stenevate 10, Helnkenszand'Telefoon (0113) 238383 Fax (0113) 561385 • E· maIl inf�borse'e.n'·8ank N derlands Gem al'lten 2850.01.345
Po
tbus
Bijlagen:
R02
Voor het overige geeft de concept notitie ons geen aanleiding tot reageren. Wij d ri ngen er bij u op aan bovengenoemde twee aspecten in de verdere planvorming buiten beschouwing te laten.
Hoogachtend, bu rgemeester en wethouders van Borsele, 'n en hen, hoofd afdeling Ruimtelijke Ordening en Milieu,
2
R03
PLANT-RELATED ENVIRONMENTAL PROTECTION D i v i s i o n V /1
Bureau Energieprojecten Inspraakpunkt Tweede kerncentrale Borssele Postbus 223 NL-2250 AE Voorschoten
Vienna, ReferencelYour Your �amtietter dtd.
File
Our File Number
B MLF UWUW.1 . 4.3/0001-V/1/2012
10.01.2012
Official-in-charge/Ext.
Dr.in Platzer-Schneider 12115
[email protected]
Dear Madame or Sir, Austria would like to confirm having received the scoping documents (Notification, Draft Memorandum on Scope and Level of Detail) rega rding the strategie environmental a ssessment for a second nuclear power plant in Borssele. Having exa mined the pertinent do cum ent s Austria wants to express its interest to take part in the strategie environmenta l assessment procedure for the land use plan determining the selection for a second nuclear power plant in Borssele according to Article 10 SEA Protocol and Article 7 SEA Directive. Concerning the substance of the documents the Federal Ministry of Ag riculture, Forestry, Environment and Water Management has commissioned an a ssessment by independent experts. Please find this "Expert Statement on the Draft Memorandum on Scope and Level of Detail" enclosed. This expert statement contains a number of recom mendations. Austria kind ly requests to take them into account in the final scoping documents, the environmental report and during the prepa ration of the plan. All documents of evidence should be sent to D r. U rsula Platzer-Schneider, B MLF UW, Stubenbastei 5, 1010 Vienna, Austria, e-mail:
[email protected] Thank you for your cooperation . With kind regards On behalf of the Minister: Or U rsula Platzer-Schneider Electronically signed .
. Fcderal Minislry of Agricllltllre, Forestry, Environmcnt and Water Management, A-lOl 0 Wicn, Stubenbastei5
Phonc (�43 1) 51522-0. làx (143 I) 51522 -7122, e-mail:
[email protected], www.lebensministerium.at DVR 0000183, Bank PSK 5060904, BLZ 60000, BIC OPSKATWW, IBAN AT 77 6000 0000 0506 0904, UlO A TU 37979906
R03
Signaturwert
X7TMlYb3/IXZrpSk8kPJHhoFlsuYjDOMRyN5dUnju8qIOjXxrIO/xKifNx91+cqOOK/ z+Eej8DqdKU1CijYyKKkODef1qGfdL314p2sWloPmFFGOkSWvn+8ewGLf3LLL +y+f3F rncJu011dJOOFz33HWPS�cNjU4hOOeZx9zNaY= Unterzeichner Datum/Zeit-UTC Aussteller-Zertifikat
1J�'\Wrt T UNI) \'JI\s�r I1WIHT<;CHArT AMTSSIGNATUR
Hinweis Prüfinformation
Serien-Nr. Methode
I
seriaINumber=579515843327,CN=8MLFUW,O=8MLFUW / . Lebensministerium,C=AT 2012-01-1 OT15:44: 13+01 :00 CN=a-sign-corporate-lig ht-02, OU =a-sign-corporate light-02,O=A-Trust Ges. f. Sicherheitssysteme im elektr. Datenverkehr GmbH,C=AT 541402 urn:pdfsigfilter:bka.gv.atbinaer:v1.1.0
Dieses Dokument wurde amtssigniert. Informationen zur Prüfung der elektronischen Signatur und des Ausdrucks finden Sie unter: http://www.bmlfuw.gv.at/amtssignatur
R03
\ .
�trategic' Environmental Assessment
· 1
.. � :�.
khen�11lini"terillm.at
.
: .
R03
STRATEGIC ENVIRONMENTAL ASSESSMENT FOR A SECOND NUCLEAR POWER PLANT IN BORSSELE Expert Statement on the Draft Memorandum on Scope and Level of Detail Antonia Wenisch Patricia Lorenz
Developed on behalf of Bundesministerium für Land- und Forstwirtschaft, Umwelt und Wasserwirtschaft Abteilung V/6 Nuklearkoordination GZ BMLFUW-UW. 1 . 1 .2/0003-V/6/201 1
RE PORT RE P-0359
kl1L'n'>mil1l,>l(:flUt1l.dl
Vienna 20 1 2
R03
Project management Franz Meister, U mweltbundesamt
Authors Antonia Wenisch , Scientific Consultant Patricia Lorenz
Layout and typesetting E l isabeth Riss, U mweltbund esamt
Title photograph © iStockphoto .com/imagestock
For further information about the publications o f the Umweltbundesamt please g o to:
Imprint Owner and Editor:
Umweltbundesamt GmbH Spittelauer Lände 5, 1090 Vienna/Austria
Printed on COrneutral 100% recycled paper © Umweltbundesamt GmbH, Vienna, 2012 All Rights reserved ISBN 978-3-99004-162-8
hnp_:!f�w.:vx._Ym��.I��HI)_c;!!:t!?��J:�V
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 11- Content
CONTENT
. .. .
EXECUTIVE SUMMARY
............................................................... .
The Proposal
5
.. ............
6
......................................................................................................
External Hazards
.
6
.................................................................. ............................
Accidents and trans-boundary emissions Recommendations
. .
8
.......... .. ........................................
.
9
................................................................ ...........................
1
INTRODUCTION
2
THE STRATEGIC ENVIRONMENTAL ASSESSMENT PROCEDURE . .
...............................................................................
.......................... ........... .............................................
13
14
2.1
New legislation on EIA trom July 2010 ........................................... 14
2.2
The Licensing Procedure tor only one merged Initiative
2.3
The Licensing Procedure tor two Initiatives
2.4
Structure Plan tor Electricity Supply
3
THE PROPOSAL
3.1
Site Selection on local level
4
EXTERNAL HAZARDS
4.1
Flooding
4.2
Earthquake
4.3
Explosions, tires and chemical accidents
5
ACCIDENTS & TRANS-BOUNDARY EMISSIONS
5.1
Beyond design basis accidents
5.2
Emergency planning
6
ABBREVIATIONS
7
REFERENCES
.
15
...............
16
...................................
...............................................
.
17
. 19
........... .... .......................... ................................. .
.
.
..................................... ...... ....... .........
20
21
...................................................................
.
21
....................................................................... ......................
.
.
22
... .......... .................................................... .......................
.......................................
23
....................
25
........................................................
25
.
26
...................................... ...................................
27
............................................................................
.
.
28
...... .............................................. ....... ... ..................
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
3
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 1 1 - Executive Summary
EXECUTIVE SUMMARY There are currently two specific plans to build a second nuclear power plant (NPP) in the Sloe area in the municipality of Borssele. Both initiators have al ready taken the first steps of the permitting procedures. Delta Energy B.V. was the first utility to file its application in 2009. The second application came from Energy Ressources Holding B.V (ERH), which issued its notification of the in tent to build a new N PP at Borssele one year later, in 20 1 0. The legal procedures in the Netherlands have changed recently. Thus the ap plication procedure by Delta started under different legal conditions than the one of ERH. The Minister of Economic Affairs, Agriculture and I nnovation has decided to commence the necessary planning procedures for one single new nuclear pow er plant in the Sloe area. However, both initiatives could be followed through. The "Strategic Environmental Assessment for a second N PP : Draft Memoran dum on Scope and Level of Detail" describes the procedures for both options. If the two interested companies merge their plans into one single initiative, than it would be possible to prepare and publish the land-use plan and the Strategic Environmental Assessment (SEA) the applications for permits and the project specific Environmental Impact Report (EIR) as one single coordinated proce dure. In that case, it may be possible to prepare a single integrated E I R rather than a separate SEA report and project-specific E I R. Currently it seems very likely that the two plans wil! be merged into a single in itiative because of the decision of the Minister of Economic Affairs, Agriculture and Innovation to commence the spatial planning procedures req uired for one new nuclea r power plant in the Sloe area. (N L-GOV 201 1 ) It seems likely th at one N PP with a maximum capacity of 2,500 MWe will be realized; this could be either one European Pressurized Reactor (EPR) with 1 ,700 MWe or two smaller reactor units, e.g. the AP 1 000. However, the memorandum is not clear in stat ing whether the construction of a total capacity of 2,500 MW or two N P Ps with 2 , 500 MWe each in the Sloe area is foreseen. Austria has submitted proposals for the requirements in the scoping stage of both E IA procedures for new Dutch N PPs. On behalf of the Federal Environ mental Ministry of Agricu lture Forestry, Environment and Water Management the U mweltbundesamt has commissioned this expert statement on the "Strateg ic Environmental Assessment for a second N PP: Draft Memorandum on Scope and Level of Detail". This expert statement focuses on the actual requirements for the site selection and external impacts the E I R needs to deal with, however, without repeating the req uirements formulated in the two previous expert state ments which covered issues concerning reactor type selection, safety features and severe accidents. ( UMWELTB UNDESAMT 2009 and UMWELTB UNDESAMT 20 1 0)
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
5
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 11- Executive Summary
The Proposal The companies DELTA and EHR have practically applied for the same project: the construction of a nuclear power plant with a maximum capacity of 2 , 500 MWe. This NPP shall consist of one or two units of Generation 111 reac tors: AP 1 000 (Westinghouse ), EPR (AREVA), or ABWR which should come into operation in the Sloe area before 2020. I n the Sloe area ports and other industrial enterprises are situated . "In spatial terms the Sloe area can be described as a very large-scale landscape with a wide zone of (technical) infrastructure. The ports constitute the backbone of the region . Access by land is along the margins. A large part of the area is rec laimed and lies outside the dikes. Towards the Westerschelde the area is open, with no planting to provide shelter." (N L-GOV 20 1 1 ) Preconditions for site selection according to the memorandum ( N L-GOV 201 1 ): •
the physical space necessary for the N P P (2 ,500 MWe) and all associated buildings of 20-25 ha .
•
sufficient cooling water supply (at the Borssele location no cooling towers might be necessary) But if through-flow cooling is not possible, cooling tow ers are needed , which requires additional space (about 6 ha would have to be added to the minimum space for reactor buildings (about 1 5 ha).
Seven potential locations are nominated in the Sloe area where the N PP could be built because these locations have a minimum surface area of 1 5 ha. One is owned by EPe and adjoins the site of the existing NPP and the coal fired plant. The other locations are owned by the Zealand Seaports which has reserved 25 ha for a possible location for the new N PP . Some of the potential sites are also of interest for other enterprises. Three locations are close to the mouth of the harbor and thus through-flow cool ing is a realistic option. Other locations would be investigated only if at the three preferred locations through-flow cooling is not possible.
External Hazards Flooding
Flooding is the most important external hazard for the new NPP, because all 10cations in the port area and very close to sea level. The flood ing hazard for every location considered for siting needs to be assessed. The lessons learned from the Fukushima disaster and the European stress-test on operating N P Ps specific design requirements to prevent fuel meltdown accidents in the new NPP caused by floods should be applied when assessing the different locations. There are many operational records of experience of external flood induced ac cidents in which the functionality of safety related equipment has been impaired . Much evidence has been recorded recently on in-Ieakage, essentially through poor sealing in structural joints or cable conduits and inspection openings.
6
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele ,, - Executive Summary
The Flood Defense Act regulates the sturdiness of d i kes and stone cladding. The standard depends on the damage a storm can cause in a specific area. The design flood is a storm & f100d event which a frequency of occurrence of once in 4 , 000 years. After the Fukushima accident, Minister Verhagen reported that the dike directly protecting Borssele has weakened and is at risk of break ing during a heavy storm with an incidence of once every 4,000 years (TWEE DE KAMER 201 1 b). For most European N PPs the design f100d is determined as the maximum f100d level with an incident once every 1 0,000 years. The IAEA emphasizes that the f100d hazard may change over time as a result of various causes: •
Changes in the physical geography of a drainage basin, including the estuaries;
•
Changes to the offshore bathymetry, coastal profile and catch ment areas;
•
Changes induced by changes in climate.
Climate change leads to more extreme weather conditions such as storminess and higher precipitation. This will be of major importance for new N PPs, be cause of their planned lifetime of 60 years plus another 30 years for decommis sioning and dismantling the plant. ( IAEA 2003b) The plant design should have sufficient margins to cover effects of climate change as wei l as the uncertainties of the estimation of the maximum f100d level.
Earthquake
The G uidelines for the EIR (Annex" of the Memorandum) demand to include a description of the geotechnical and geophysical risks within the study area. These risks consist of soil setting, landslides and earthquake. The preliminary memorandum of Delta and the Notification of ERH does not even mention the earthquake hazard. In general the region's earthquake ha zard is perceived as being smalI. The region has a risk of an earthquake with a magnitude of 5 in the Richter scale of once in 500 years (PGA 0. 1 g ). It is unlikely that such an earthquake would seriously damage a new N P P . =
T h e site investigation needs t o reassess the earthquake risk in t h e Sloe area with state of the art methods for a large area surrounding the potential NPP site. In addition to the earthquake risk a geotechnical evaluation of each location as sessing the stability of the geolog ical set-up is very important for the base of the reactor building.
Explosions, fires and chemical accidents
All sites considered for the new N P P are located in the industrial and port area. Therefore man-made external impacts have to be analyzed regarding the risk of industrial accidents in the vicinity of the NPP location . Transports in the port and ind ustrial area could cause explosions, fires and the release of chemicais.
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
7
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 11- Executive Summary
Other external events as aircraft crash and sabotage are mentioned in the SEA memorandum as risks which have to be analyzed as Beyond Design Basis Ac cidents (BDBA) in the Probabilistic Safety Assessment (PSA). A ra nking of the considered sites according to the hazards mentioned would be an important piece of information .
Accidents and trans-boundary emissions BDBAs are characterized as highly improbable accidents when the reactor can no longer be properly cooled and passive safety systems must limit the effects on the surroundings, of the N PP. If passive systems as the containment fai l , the impact on health and environment can be substantial. For an assessment of accident impacts on a trans-boundary level, the E I R should give a n overview o n the analyzed design base accident (DBA) and beyond design base accident (BDBA) scenarios. •
For the assessment of trans-boundary impacts a complete description of the core inventory, accident sequences, frequency of occurrence and release rates (source terms) for the proposed N PP should be presented in the E I R.
•
The req uirements for the safety systems should be described in detail; the requirements regarding the proof of the functioning of the provisions for pre venting breach of containment and major discharges should be presented .
•
The airplane crash which the shell of the reactor building must be able to withstand should be specified in detail (mass of plane, speed , area of im pact). Analogue requirements for other external impacts (flood , earthquake, explosions, etc. ) should also be specified.
•
I nterim storage of spent nuclear fuel should be described (technical, invento ry, accident prevention and protection from external impacts).
Emergency planning
The G uidelines treat this issue u nder the heading "Risk control and response to calamities" by stating: "Identify the risk contours during normal operation , in the event DBA and BDBA as weil as external calamities and incidents. Describe the measures that will be taken to keep the risk contours within the operating limits to the fullest possible extent. These must be feasible, sufficiently validated , proven measures. And take into account the release of radioactive substances as weil as other ha zardous emissions. (NL-GOV 201 1 , Annex 11) Provide a transparent picture of the routing and volume of traffic in the event of a calamity in relation to the capacity of the present traffic network, taking into account traffic streams in two directions as the population will need to leave the area and the emergency services must enter the area . (NL-GOV 20 1 1 , Annex 11)" Each N PP should publish an emergency plan. The relevant EC directive re commends including the emergency plan into the E I R; the protection measures under severe accident conditions for the population working and living in the Sloe area should be explained in detail. (Ec 1 989)
8
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 1 1 - Executive Summary
The E I R needs to describe internal emergency measures (accident manage ment) in general as wei l as assessing individual events and subsequent fail ures. The following issues deserve special attention: •
Accident management measures for the different stages of loss of core cool ing,
•
Accident management measures for preserving containment integrity after fuel damage (core or spent fuel pond),
Accident management measures for the storage of spent fuel. 1 For each case the prevention of possible "cliff-edge-effects,, needs to be dis cussed. Issues of organization, of availability of equipment and supplies (fuel for the diesel-generators, cooling water etc.), prevention of radioactive releases (also releases of contaminated water) need to be taken into account. Attention should be devoted to possible impacts of a far-reaching destruction of the plant infrastructure, contamination of the plant site and similar effects. (ENSREG 20 1 1 ) •
The discussion needs to determine possible negative impacts on the implemen tation of accident management measures, which might arise due to severe damage at the other reactor units or fuel storages at the site. Guaranteed heat removal from the reactor core and the storage ponds needs to be proven for a long time period after the accident. The IAEA recommends establishing an Emergency Response Center at each nuclear power plant site, which is sufficiently protected against external events and is equipped with displays for the most important safety relevant parameters, which are collected by robust instruments and transferred via robust lines. ( IAEA 20 1 1 )
Recommendations Austria has submitted proposals for the requirements in the scoping stage of both EIA procedures for new Dutch N PPs. The following recommendations fo cus on actual requirements for the site selection and the assessment of external impacts in the E I R, without repeating the requirements formulated in the two previous expert statements on the applications of Delta and ERH for new N PPs in the Netherlands. These statements covered issues concerning reactor type selection, safety features and severe accidents. (U MWELTB UNDESAMT 2009 and U MWELTBUNDESAMT 201 0)
Flooding
For most European N PPs the design f100d is determined as the maximum f100d level with an incident once every 1 0,000 years. The IAEA emphasizes that the f100d hazard may change over time. •
1
Climate change leads to more extreme weather conditions such as stormi ness and higher precipitation. This will be of major importance for new N PPs, because of their planned lifetime of 60 years plus another 30 years for de commissioning and dismantling the plant. (I AEA 2003b)
Cliff edge
=
the point in an event sequence, when a catastrophy cannot be prevented any more.
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
9
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 1 1
•
- Executive Summary
The plant design should have sufficient margins to cover effects of climate change as weil as the uncertainties in assessing the maximu m flood level.
Earthquakes
The reg ion has a risk of an earthquake with a magnitude of 5 on the Richter scale of once in 500 years (PGA 0 . 1 g). It is unlikely that such an earthquake would seriously damage a new N PP. =
•
The site investigation needs to reassess the earthquake risk in the Sloe area with state of the art methods for a large area surrounding the potential N PP site.
•
In addition to the earthquake risk a geotechnical evaluation of each location assessing the stability of the geological set-up is very important for the con struction of the reactor building base.
Explosions, fires and chemical accidents
All sites considered for the new N P P are located in the industrial and port area. •
Man-made external impacts have to be analyzed regarding the risk of indus trial accidents in the vici nity of the N P P location. Transports in the port and industrial area could cause explosions, fires and the release of chemicais. Other external events as aircraft crash and sabotage are mentioned in the SEA memorandum as risks which have to be analyzed as Beyond Design Basis Accidents (BDBA) in the Probabilistic Safety Assessment (PSA).
•
A ranking of the considered sites according to the external hazards men tioned would be an important piece of information.
Emergency planning
The E I R needs to describe internal emergency measures (accident manage ment) in general and to assess individual events and subsequent failures: 2 • For each accident sequence the prevention of possible "cliff-edge-effects,, needs to be discussed . Issues of organization , of availability of equipment and supplies (fuel for the diesel-generators, cooling water etc.), prevention of radioactive releases (also releases of contaminated water) need to be taken into account. Attention should be devoted to possible impacts of a far reaching destruction of the plant infrastructure, contamination of the plant site and similar effects. ( ENSREG 201 1 ) •
The E I R should include an assessment of possible negative impacts on the implementation of accident management measures, which might arise due to severe damage at the other reactor units or fuel storages at the site. Guaran teed heat removal from the reactor core and the storage ponds needs to be proven for a long time period after the accident.
•
Each N PP should publish an emergency plan. The relevant EC directive re commends including the emergency plan in the E I R, the protection measures under severe accident conditions for the population working and living in the Sloe area should be explained in detail. (Ec 1 989)
2
10
Cliff edge
=
the point in an event sequence, when the catastrophy cannot be prevented any more.
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 1 1
•
- Executive Summary
The IAEA recommends establishing an Emergency Response Center at each nuclear power plant site, which is sufficiently protected against external events and is equipped with display panels showing the most important safe ty relevant parameters, which are collected by robust instruments and trans ferred via robust lines. ( IAEA 20 1 1 ). The site selection needs consider the space needed for an emergency center.
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
11
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele II - Introduction
1
INTRODUCTION
The current government of the Netherlands included a section on nuclear ener gy in its government agreement (under the motto "Freedom and Responsibili ty"): "T0 reduce CO2 emissions and energy dependence, more nuclear energy is necessary. Licensing applications to build one or more nuclear power plants that satisfy the requirements will be granted." (NL-GOV 201 1 ) "To keep open the possibility of granting a permit for a new, safe nuclear power plant during this government's period in office, it has commenced the planning procedures required to build a new nuclear power plant in the Sloe area in Zeeland (Sloegebied). Several procedures have to be completed before the process of designing and constructing a nuclear power plant (N PP) can actually start. These procedures are subject to the National Coordination Regulations, which will allow the decision-making process to proceed more q uickly and effi ciently." (NL-GOV 201 1 ) One of these procedures is the amendment of the land use plan and another one is the nuclear licensing procedure . To amend the land use plan a Strategic Environmental Assessment (SEA) is required, while the first step towards a nuc lear license consists of conducting an Environmental Impact Assessment (EIA) of the planned facility. There are currently two specific plans to build a second nuclear power plant in the Sloe area in the municipality of Borssele. Both initiators have already taken the first steps in the necessary procedures. The first initiative is from Delta Energy B.V., who presented a preliminary memorandum for the construction of a new N PP at Borssele in 2009. The second application is from Energy Res sources Holding B.V (ERH), which issued its notification of the intent to build a new N P P at Borssele one year later (20 1 0). It is not excluded, that the two initiatives will be consolidated into a single pro posal. The Minister of Economic Affairs, Agriculture and Innovation has decided to commence the necessary planning procedures for one single new nuclear power plant in the Sloe area. However, both initiatives could be followed through. The Draft Memorandum on Scope and Level of Detail (NL-GOV 20 1 1 ) describes the procedures for both options. However, the memorandum is not clear in stating whether the construction of a total capacity of 2,500 MW or two N PPs with 2 ,500 MWe each in the Sloe area is foreseen .
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
13
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 11
2
2.1
-
The Strategie Environmental Assessment Procedure
TH E STRATEGIC ENVIRONMENTAL ASSESSMENT PROCE DURE New Legislation on EIA trom J uly 20 1 0
The procedure for conducting a n Environmental I mpact Assessment changed substantially with effect from 1 July 20 1 0 as a result of changes in the law. The procedure now starts with a memorandum on scope and level of detail instead of issuing a preliminary memorandum. (N L-Gov 201 1 ). For the purposes of in tegrated decision-making the competent authority has chosen to apply the 'most stringent' regime including the National Coordination Regulations. This means that the extensive procedure is required also for the I ntegrated Environmental Impact Report (EI R): Seven steps of the (integrated) EIR: 1 . Public Notification: of further preparation of the plans. The public notification informs the public about documents which have to be made available for in spection, where and when they can be inspected, who can make statements during which period and in which form; 2. Consultation on Scope and Level of Detail: public authorities who might par ticipate in the E IA procedure and the adoption of the land-use plan will be consulted on the scope and level of detail of the final Environmental I mpact Report (EIR). At the same time, the public will be invited to make submis sions on the proposal . The consultation will be based on the present draft memorandum on scope and level of detail which will be voluntarily made available to the public for inspection . The competent authority will determine the scope and level of detail of the EIR; 3. Drawing up the integrated EIR: in accordance with the guidelines and the prescribed scope and level of detail, as weil as the information to be pro vided pursuant to the Environmental Management Act; 4. I nspection of Documents, Submission of Views: during this stage the inte grated E I R, the draft land-use plan, the permit application, the draft permit under the Nuclear Energy Act and other permits will be available for inspection and consultations with stakeholders will take place. The Netherlands Com mission for Environmental Assessment (NCEA) will review the integrated E I R . The N CEA is legally required to give its opinion on the land-use plan; 5. Statement of Reasons: the final land-use plan will determine how the results of the E I R, the submissions received and the NCEA's opinion will be dealt with ; 6. Notification and Announcement: this step involves the notification and an nouncement of the plan in accordance with the procedure in the land-use plan ; Evaluation : the environmental impact that is actually ca used by the implementa tion of the plan needs to be monitored and assessed . The E I R must already in dicate which aspects of the plan need monitoring. The present draft memorandum (NL-GOV 201 1 ) plays also a role in step two of the procedure, because it contains information about the envisaged scope and level of detail of the EIR and will be submitted to the relevant authorities, who will be invited to give their reactions to it. I n addition to the relevant public au-
14
Umweltbundesamt 11 REP-0359, Vienna 2012
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 11 - The Strategie Environmental Assessment Procedure
thorities, the N CEA will also be asked for its advice on a voluntary basis and anyone who wishes will be allowed to express their views during the period th at the draft memorandum is available for inspection . (NL-GOV 20 1 1 )
2.2
The Licensing Procedu re tor only one merged Initiative
If the two parties merge their plans into one single initiative, the land-use plan and the SEA required for it, the applications for permits and the project-specific E I R can be prepared and published as one single coordinated procedure. In that case, it may be possible to produce a single integrated E I R rather than a separate SEA report and project-specific E I R.
report tor lan d�use p lan
Project�specific EI R tor permit applicati o n
u n d e rp in n i n g of
u n derp t n n in g of fea sibrl ity
cho i c e o f l ocali on
of p e rm it a p p h cations
SEA
u n d er the Nude a r En ergy A ct and other l aws
Souree:
NL -Gov (201 1)
(!) umweltbundesamt
Figure 1: Relationship between the SEA report and the project-specific EIR in a single integrated EIR.
If a single integrated E I R is produced , its contents must comply with all the re quirements ensuing from both the relevant land-use plan and decision ( Nuclear Energy Act permit). I n this case the E I R will have to comply with •
the scope and level of detail th at is eventually adopted for the SEA report on the basis of this draft memorandum on scope and level of detail, the (manda tory) political consultation and the advice of the Netherlands Commission for Environmental Assessment ( NCEA);
•
the requirements laid down in guidelines or the scope and level of detail doc ument that are adopted for the project-specific E I R. ( N L-GOV 201 1 )
Umweltbundesamt - REP-0359. Vienna 2012
15
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 1 1 - The Strategie Environmental Assessment Procedure
. .
A single in tegrated E IA
.
.
.
land-use plan
Nuclear En ergy Act permit
Company Is IN Mln. H&I Is CA
other permits
.
.
umweltbundesamtm
Souree: NL-Gav (20 1 1)
Figure 2: Diagram af the Natianal Coordination Regulations.
Currently it seems very likely that the two plans will b e merged into a single ini tiative since the Minister of Economic Affairs, Agriculture and I nnovation has decided to commence the spatial planning procedures required for one new nu clear power plant in the Sloe area. Accordingly, for the purpose of the planned activity it is assumed that one new nuclear power plant will be constructed with a capacity of maximum 2,500 MWe. (NL-Gov 20 1 1 ). This NPP could be either one EPR ( 1 , 700 MWe) or two smaller units (AP 1 000).
2.3
The Licensing Proced ure tor two Initiatives
In June 2009, Delta Energy B.v. (Delta) submitted a preliminary memorandum as a step of the project-specific EIA proced ure; afterwards the company con ducted and completed the public consultation procedure. In the next step the Netherlands Commission for Environmental Assessment (NCEA) issued an ad visory report. The competent authority adopted the guidelines for the Environ mental Impact Report (EIR) in June 20 1 0. (NL-GOV 20 1 1 ) Energy Resources Holding (ERH) drafted a memorandum on scope and level of detail in September 20 1 0. The public consultation procedure has been com pleted . In December 201 0 the NCEA published its advice on the scope and level of detail of the EIR to be drawn up, and the competent authority published an advisory report on the scope and level of detail of the E I R in April 201 1 . (N L Gov 201 1 ) Hardly any differences can be detected between the guideline and the docu ment on scope and level of detail. Both documents are presented as annexes to the memorandu m .
16
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 11- The Strategie Environmental Assessment Procedure
Since the planning for the two project-specific EIAs and the SEA procedure started at different times, the procedural requirements originally applied also dif fer (in add ition to the National Coordination Regulations): •
the 'extensive' proced ure set out in the Environmental Management Act ap plies to the SEA;
•
ERH's initiative falls under the 'extensive' procedu re;
•
Delta's initiative still falls under the legislation on environmental impact assessments from before 1 J uly 20 1 0.
The existence of two initiatives makes it impossible to conduct a coordinated procedure and permits cannot be prepared at the same time. Accordingly, there will be separate SEA and project-specific EIA procedures. Both initiators will then proceed separately with the permit application and the project-specific E I R a n d the Minister of Economic Affairs, Agriculture a n d Innovation and the Minis ter of Infrastructure and Environment will be responsible for d rawing up the land-use plan and the related SEA report.
. .
.
.
,
. . .
La n d - use pl a n
SEA report
Nuc lear Energy Act permit Kernen ergiewet Project-speclfic E IR
other permits
•
I
•
Souree: NL -Gov (201 1)
umweltbundesamtC!l
Figure 3: Diagram of products if there is no coordinated procedure.
2.4
Structure Plan tor Electricity Supply
In the past years, the government has been pursuing a policy designed to safe guard potential sites for nuclear power facilities. U nder the Third National Struc ture Plan for the Electricity Supply (SEV l i l), the policy to safeguard locations for nuclear power facilities, as laid down in the government's designation order tor sites for n uclear power plants, remains in force for the locations Eemshaven, Maasvlakte l and Borssele. The effect of that policy is to ensure that no devel opments take place that could prevent the construction of nuclear power plants at those locations. These three designated locations were evaluated based on earlier studies in the framework of the Spatial Planning procedure for NPP and the Structure Plans tor the Electricity Supply (SEV 1 1 ) and comply with the IAEA Guidelines for NPP site selection.
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
17
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 11- The Strategie Environmental Assessment Procedure
"The conclusion of the SEA for the 'safeguard policy' was that the three desig nated locations at Borssele, Eemshaven and Maasvlakte I complied weil with the preconditions. The populations and the number of vulnerable objects within a radius of 5 kilometers are smal I. There are also sufficient escape routes to al low the public to leave the area quickly in the event of a disaster. The assess ment of the environmental aspects yielded no clear preference for any one of the locations." (NL-Gov 201 1 )
18
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 11- The Proposal
3
TH E PROPOSAL
Both companies - DELTA and EHR have plans to put a new N P P with a maxi mum capacity of 2 , 500 MWe into operation in the Sloe area before 2020. At present only three types of Generation 1 1 1 reactors are available on the market. The new N PP could consist of one or two units AP 1 000 (Westinghouse), one EPR (AREVA) or one ABWR (no company name given ).The SEA memorandum for the Borssele 11 N PP mainly deals with the selection of an appropriate site in the Sloe area. In the Sloe area ports and other industrial enterprises are situated. "In spatial terms the Sloe area can be described as a very large-scale landscape with a wide zone of (technical) infrastructure at the transition to the agricultural area. The ports constitute the backbone of the region. Access by land is along the margins. A large part of the area is reclaimed and lies outside the dikes. To wards the Westerschelde the area is open, with no planting to provide shelter." (NL-GOV 201 1 ) Several factories such as tin-based chemistry owned by Billiton, a Hoechst manufacture of phosphorus-based products; a petroleum refinery; and an alumi num smelter as weil as diverse transshipment companies and a waste processing company are situated in the Sloe area. The Borssele I NPP operated by E PZ and the COVRA nuclear waste storage are also in this area. But some parts of the area are still undeveloped . However, the Sloe area is developing rapid ly: besides the second nuclear power plant (Delta/ERH) other facilities, among them the Westerschelde Container Terminal and several energy projects such as a combined gasification and power plant (C. G E N ) , a gas-fired power plant (Delta and EDF), a research reactor (PALLAS) and wind energy projects.
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
19
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 1 1 - The Proposal
3.1
Site Selection o n local Level
Sites that could be investigated tor the nuclear plant and laydown area
"'OIltle Re"
wijdte en De
"
PlenMER t\\\9EId e kerncentra/'e Bon;&eIe Seleotie èmch:noeksfocl1lu!lS
Op__11ftJ.e lh t I< 1'\2 10 K4 KS KB 1<7
3J 44 Tl )7 a; � II
P"',,",ê1It o�18 � optll �
IJ
...,.nç-
(lJll>l!l'\'l la Ihlll Sf B2 83
l!l umweltbundesamt
Souree: NL-Gov (20 1 1)
Figure 4:
!O .lI9 15
Sites that could be investigated tor the nuclear plant and laydown area.
Preconditions for site selection according to the memorandum ( N L-Gov 201 1 ): •
the physical space necessary for the N PP (2500 MWe) and all associated buildings of 20-25 ha;
•
sufficient cooling water supply (at the Borssele location no cooling towers might be necessary) But if through-flow cooling is not possible, cooling tow ers are needed , which requires additional space (about 6 ha would have to be added to the minimum space for reactor buildings (ab out 1 5ha).
The figure above shows the 7 potential locations (K 1 -K7) where the N PP could be built because these locations have a minimum surface area of 1 5 ha. K1 is owned by EPe and adjoins the site of the existing N PP and the coal fired plant. The other locations are owned by the Zealand Seaports which has reserved 25 ha for a possible location for the new N PP . Some of the potential sites are also of interest for other enterprises. Out of the 7 sites only K5 is unsuitable for the NPP because of its layout. K1 , K2 and K7 are close to the mouth of the harbor and thus through-f1ow cool ing is a realistic option. K3 and K6 will be investigated only if through-f1ow cool ing proves impossible at the other sites. The first sites to be investigated are K1 , K2, K4 and K7. (NL-GOV 201 1 )
20
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 1 1 - External Hazards
4
EXTERNAL HAZARDS
4. 1
Flooding
Only sites K1 and K3 are situated within the Westerschelde dike. The other five sites are located outside the dikes. However all sites are inside the port area. Thus flooding is the most important external hazard for the new NPP. The flooding hazard for every location con sidered for siting needs to be assessed. The lessons learned from the Fuku shima disaster and the European stress-test on operating N PPs specific design requirements to prevent fuel meltdown accidents in the new N PP caused by f100ds should be applied when assessing the different locations. There are many operational records of experience of external flood induced ac cidents in which the functionality of safety related equipment has been impaired . M uch evidence has been recorded recently on in-Ieakage, essentially through poor sealing in structural joints or cable conduits and inspection openings. The provisions for such events are mainly design related, but attention should be paid to the possibility of the groundwater table rising as a consequence of a f1ood , as its maximum level is a true design basis for the plant. ( IAEA 2003a) Dikes, walls and penetration closures are not to be considered as site protection as such . ( IAEA 2003a) Dikes can be considered as one barrier, but the plant it self must have an absolutely reliable emergency cooling system working also in case of a beyond design f100d event. The cladding of many dikes along the Oosterschelde and Westerschelde is not strong enough. Projectbureau Zeeweringen was commissioned to reinforce the dikes of Zeeland . In case of a so-called super-storm, some stones and concrete could break away although the stone cladding should be strong enough to safely stem the waves of a super-storm. Reinforcement is necessary to protect Zee land and other parts of the Netherlands against f1ooding. The Flood Defense Act reg ulates the sturdiness of dikes and stone cladding. The standard depends on the damage a storm can cause in a specific area. In Zeeland the safety standard is 1 :4,000. This means that a dike should be able to withstand a super-storm which occurs once in 4,000 years. After the Fukushima accident, Minister Ver hagen reported that the dike directly protecting Borssele has weakened and is at risk of breaking during a heavy storm with an incidence of once every 4 , 000 years ( TWEEDE KAMER 201 1 b). For most European N PPs the design flood is de termined as the maximum f100d level with an incident once every 1 0,000 years. (Uncertainties can be substantial over this long time period . ) The IAEA emphasizes t ha t the flood hazard may change over time a s a result of various causes: •
Changes in the physical geography of a drainage basin , including the estuaries;
•
Changes to the offshore bathymetry, coastal profile and catchment areas;
•
Changes induced by changes in climate.
Climate change leads to more extreme weather conditions such as storminess and higher precipitation. This will be of major importance for new NPPs, be cause of their planned lifetime of 60 years plus another 30 years for decommis sioning and dismantling the plant. ( IAEA 2003b)
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
21
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 1 1 - External Hazards
The plant design should have sufficient margins to cover effects of climate change as weil as the uncertainties of the estimation of the maximum flood level.
4.2
Earthq uake
The G uidelines for the E I R (Annex 11 of the Memorandum) demand to include a description of the geotechnical and geophysical risks within the study area. These risks consist of soil setting, landslides and earthquake. The preliminary memorandum of Delta and the Notification of ERH does not even mention the earthquake hazard . In general the region 's earthquake haz ard is perceived as being smal I. The earthquake map below confirms this as sumption . The largest recorded quake in the Netherlands occurred in Roermond in 1 992 and measured 5.4 on the Richter scale; this corresponds to MSK 7 and in terms of peak horizontal acceleration '( PGA) th is is about 0 . 1 5 g. The region has a risk of an earthquake with a magnitude of 5 in the Richter scale of once in 500 years (PGA 0 . 1 g). It is unlikely that such an earthq uake would seriously damage a new N PP. =
Historical earthqua�es in the Netherlands
Red circles indicate 'natural' earthquakes, yellow circles indicate 'induced' earthquakes (e.g. by gas extraction). The blue square indicates the location of the Borssele power plant.
umweltbundesamt�
Souree: VU 20 1 1
Figure 5: Historical earthquakes in the Netherlands.
22
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 1 1 - External Hazards
For the design basis earthquake two levels of g round motion hazard should be evaluated for each plant sited in a seismic area . Both hazard levels should gen erate a number of design basis earthquakes g rouped into two series, seismic level 1 (SL- 1 ) and seismic level 2 (SL-2 ). SL-2 level is the term for a safe shut down earthquake. SL- 1 corresponds to a less severe, more probable earth quake level , where the plant can still be operabie. A seismic level 2 (SL-2) earthquake corresponds directly to u ltimate safety re quirements. The level of ground motion associated with such an earthquake is required to have a very low probability of being exceeded over the plant lifetime. It represents the maximum level of ground motion to be assumed for design purposes. (IAEA 2003c) In highly active areas, where both earthquake data and geological data consis tently reveal short earthquake recurrence intervals, periods of the order of tens of thousands of years may be appropriate for the assessment of capable faults. In less active areas, it is likely that much longer periods may be required . A structural relationship with a known capable fault has been demonstrated such that movement of the one may cause movement of the other at or near the sur face. (IAEA 2004) In some states, SL-2 corresponds to an earthquake level with a probability of exceeding the ten-millennial earthquake (� 1 0 -4/year). (IAEA 2003c) For German N P Ps basic design safety is proven for an earthquake S 1 0-5 /year. Following the assessment of German N PP's according to the German stress test the plant should have safety reserves to resist a quake of 1 or 2 higher lev els of intensity. ( RSK 201 1 ) The size of the relevant reg ion may vary, depending on the geological and tec tonic setting, and its shape may be asymmetric in order to include distant sig nificant seismic sources of earthquakes. lts radial extent is typically 300 km. If it can be demonstrated easily that there are major tectonic structures closer to the site than the radius indicated , then studies should concentrate on this part of the region. (IAEA 20 1 0)
The site investigation needs to reassess the earthquake risk in the Sloe area with state of the art methods for a large area surrounding the potential N PP site. In addition to the earthquake risk a geotechnical evaluation of each location as sessing the stability of the geological set-up is very important for the base of the reactor building.
4.3
Explosions, fires and chemical accidents
All sites considered for the new NPP are located in the industrial and port area. Therefore man-made external impacts have to be analyzed regarding the risk of industrial accidents in the vicinity of the NPP location . Transports in the port and industrial area could cause explosions, fires and the release of chemicais.
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
23
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 11- External Hazards
Other external events as aircraft crash and sabotage are mentioned in the S EA memorandum as risks which have to be analyzed as Beyond Design Basis Ac cidents (BDBA) in the Probabilistic Safety Assessment (PSA). Some sites are next to industrial complexes, which could pose explosion or fire hazards for the new NPP, such as the refinery adjoining K3 and other chemical enterprises, as weil as the transport of chemicals in the neighborhood. A rank ing of the considered sites accord ing to the hazards mentioned would be an im portant piece of information.
24
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 1 1 - Accidents & Trans-Boundary Emissions
ACCIDENTS & TRANS-BOUNDARY EMISSIONS
5 5. 1
Beyond design basis accidents
Beyond Design Basis Accidents (BDBA) are treated in the Guidelines (under the heading "Nuclear safety and radiation ." (NL-GOV 201 1 , Annex 1 1 ) BDBAs are characterized a s highly improbable accidents when the reactor can no longer be properly cooled and passive safety facilities (Iike the building th at acts as a containment system) must limit the effects on the surroundings of the N PP. The probabilistic safety analysis (PSA) method needs to be used to indi cate the effects of beyond-design accidents. A PSA is a safety analysis that ex amines the probabilities, the course and consequences of serious accidents. (NL-GOV 201 1 , Annex 1 1 ) The Austrian interest can b e defined b y quoting the fol lowing key demands i n line with the safety target 0 3 of the WENRA statement o f November 201 0 (WENRA 20 1 0): •
Core melt-accidents, which can lead to early or large releases, must be prac tically eliminated . Accord ing to the IAEA definition a situation is practically " eliminated", if it is either physically impossible to occur, or if the conditions can be considered with a high degree of confidence to be extremely unlikely to arise ( IAEA 2004). The discussion about the physical impossibility has to be continued as far as possible. Otherwise - in the case of high degree of con " fidence, extremely unlikely" a safety claim solely based on probabilistic con siderations is not acceptable. Insecurities are to be taken into account and quantified as far as possible. Sensitivity studies are necessary to avoid ucliff edgeU effects.
•
For core melt-accidents, which cannot be practically eliminated, the design needs to have in place such measures, that only protective measures limited in time and space are necessary for the population (no permanent resettle ment, evacuation only in the immediate surroundings of the plant etc. ) and that enough time is left to implement those measures.
The Guidelines (N L-GOV 20 1 1 , Annex 1 1 ) demand the EIR to analyze the conse quences of BDBA external events such as aircraft crash, earthquake, sabotage etc. and also consequences of other external events (Ucalamities") as explo sions and an accident in the operating Borssele NPP- 1 . For an assessment of accident impacts on a trans-boundary level, the E I R should give an overview o n the analyzed design base accident (DBA) a n d be yond design base accident (BDBA) scenarios. •
For the assessment of trans-boundary impacts a complete description of the core inventory, accident sequences, frequency of occurrence and release rates (source terms) for the proposed N PP should be presented in the EIR.
•
The req uirements for the safety systems should be described in detail; the requirements regarding the proof of the functioning of the provisions for pre venting breach of containment and major discharges should be presented .
•
The airplane crash which the shell of the reactor building must be able to withstand should be specified in detai l (mass of plane, speed , area of im pact). Analogue requirements for other external impacts (flood , earthquake, explosions etc. ) should also be specified.
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
25
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 1 1 - Accidents & Trans-Boundary Emissions
•
I nterim storage of spent nuclear fuel should be described (technica l , inven tory, accident prevention and protection from external impacts).
5.2
Emergency planning
The G uidelines treat this issue under the heading "Risk control and response to calamities" by stating: "Identify the risk contours during normal operation , in the event DBA and BDBA as weil as external calamities and incidents. Describe the measures th at will be taken to keep the risk contours within the operating limits to the fullest possible extent. These must be feasible, sufficiently validated, proven measures. And take into account the release of radioactive substances as weil as other haz ardous emissions. (N L-GOV 201 1 , Annex 1 1 ) Provide a transparent picture of the routing and volume o f traffic i n the event of a calamity in relation to the capacity of the present traffic network, taking into account traffic streams in two directions as the population will need to leave the area and the emergency services must enter the area . (N L-GOV 201 1 , Annex 1 1 )" Each NPP should publish an emergency plan . The relevant EC directive rec ommends including the emergency plan in the EIR, the protection measures under severe accident conditions for the population working and living in the Sloe area should be explained in detail. (Ec 1 989) The EIR needs to describe internal emergency measures (accident manage ment) in general as weil as assessing individual events and subsequent fail ures. The following issues deserve special attention : •
Accident management measures for the different stages of loss of core cool ing,
•
Accident management measures for preserving containment integrity after fuel damage (core or spe nt fuel pond),
•
Accident management measures for the storage of spent fuel.
For each case the prevention of possible "cliff-edge-effects" needs to be dis cussed. Issues of organization , of availability of equipment and supplies (fuel for the diesel-generators, cooling water etc.), prevention of radioactive releases (also releases of contaminated water) need to be taken into account. Attention should be devoted to possible impacts of a far-reaching destruction of the plant infrastructure, contamination of the plant site and similar effects. (ENSREG 20 1 1 ) The discussion needs to determine possible negative impacts on the implemen tation of accident management measures, which might arise due to severe damage at the other reactor units or fuel storages at the site. Guaranteed heat removal from the reactor core and the storage ponds needs to be proven for a long time period after the accident. The IAEA recommends establishing an Emergency Response Center at each nuclear power plant site, which is sufficiently protected against external events and is equipped with displays for the most important safety relevant parameters, which are collected by robust instruments and transferred via robust lines. ( IAEA 201 1 )
26
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 11 - Abbreviations
6
ABBREVIATIONS
ABWR . . . . . . . . . . . . . . . . Advances Boiling Water Reactor AP 1 000 . . . . . . . . . . . . . . Advanced Pass ive Reactor B D BA . . . . . . . . . . . . . . . . . . Beyond Design Basis Accident CA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Com petent Authority COVRA . . . . . . . . . . . . . . . Central Organization for Radioactive Waste (in the N etherland s ) D B A . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Design B a s i s Accident DELTA . . . . . . . . . . . . . . . . Delta Energy B .V. EC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E u ropean Commission EIA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Environmental I mpact Assessment EIR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Enviro n mental I m pact Report ENSREG . . . . . . . . . . . . E u ropean N uclear Safety Reg ulator G roup EPR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E u ropean Press u rized Reactor EPZ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . N . v . Elektriciteits-Prod u ktiemaatschappij Zu id-Ned erland biggest Elec tricity S u pplier in N L E R H . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Energy Resou rces Holding B .v. IN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Initiator IAEA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . International Atomic Energy Agency M i n . EL&I . . . . . . . . . . . . M i n ister of Economic Affa i rs , Ag riculture and Innovation Min. I&M . . . . . . . . . . . . . M i n ister of Infrastructure and Environment N CEA . . . . . . . . . . . . . . . . . Netherla nds Commission for Environmental Assessment N P P . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . N u clear Power Plant PGA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Peak (horizonta l ) Ground Acceleration PSA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Probabil istic Safety Assessment SEA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Strategic Environmental Assessment S EV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Structure Plan for E lectricity Supply SL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Sei smic Level WENRA . . . . . . . . . . . . . . Western E u ropean N uclear Reg u lators Association
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
27
R03
Expert Statement - SEA & EIR Borssele 11 - References
7
REFERENCES
Ec ( 1 989): Council Di rective 89/6 1 8/Eu ratom of 27 November 1 989 on informing the general public about health protection measures to be a ppl ied and steps to be taken in the event of a rad iolog ical emergency.
ENSREG (201 1 ) : E U "Stress tests" specifications, Annex I to Decla ration of ENSREG ( E u ropean N uclear Safety Reg u lators" G roup) of 13 May 2 0 1 1 .
IAEA (2003 a ) : Safety Standard Series No. NS-G- 1 . 5 ; Externa l events exclud i ng earth quakes in the design of N P Ps ; Safety G u ide, Vienna 2003.
IAEA (2003b): Safety Standards Series N o . NS-G-3 . 5 ; F lood Haza rds for N uclear Power Plants on Coastal and River Sites, Safety G u ide, IAEA, Vien na 2003.
IAEA (2003c): Safety Sta ndard Series No. NS-G- 1 .6 ; Seismic design and qual ification for N PPs, Safety Guide Vienna 2003.
IAEA (2004 ) : Safety Standard Series No. NS-R-3 ; Site eval uation for n uclea r i nsta l lations; Safety req u i re ments; Vienna 2004.
IAEA (20 1 0 ): Safety Standard Series No. SSG-9; Seismic hazards i n site eval uation for n uclear insta l l ations; specific safety g u ide, Vienna 20 1 0 .
IAEA (201 1 ): International Fact Finding Expert Mission of the Fukushima Dai-ichi N P P Accident Fol lowi ng t h e Great East J a p a n E a rthquake and Tsu n a m i . - IAEA M is sion Report, J u ne 2 0 1 1 . N L-GOV (20 1 1 ): Strategic Environmental Assessment for a second n uclear power plant i n Borssele: Draft Memorandum o n Scope a n d Level o f Deta i l ; M i n isterie van Economische Zaken, Landbouw en I nnovatie & Min isterie van I nfrastructu u r en M i l i eu , Den Haag, November 2 0 1 1 .
TWEEDE KAMER (20 1 1 ): Kernenergie : B rief van de M i nister van Econom ische Zake n , Landbouw
en
I n novatie,
antwoorden
op
schriftelijke
vragen
over
de
vei ligheidstoestand van de zeewering nabij de kerncentrale te Borsse le Tweede Kamer, vergaderjaar 2 0 1 0-20 1 1 , 32 645, nr. 7 https:/Izoek. officielebekendmakingen . n l/kst-32645-7 .html Accessed : April 2 0 1 1 RSK (20 1 1 ): Anlagenspezifische Sicherheitsüberprüfung (RSK-S Ü ) deutscher Kern kraft werke u nter Berücksichtig u n g der Ereign isse in Fukushi ma-I (Japa n ) ; Reaktor sicherheitskomm ission beim B M U .
UMWELTBUNDESAMT (2009): Wen isch . A . ; H i rsch, H . & Wal I ner, A . : Enviro n mental I m pact Assessment Procedure: Expert Statement on the Preli m inary Memora n d u m for the construction of a second n uclear power station at Borssele (NL) by DEL TA Energy B . v . ; Antonia Wenisch , H e l m ut H i rsch , Andrea Wa l l ner com m issioned by the U mweltbundesamt, Vie n na . ( u n pu blished)
UMWELTBUNDESAMT (20 1 0 ) : Wen isch . A . ; H i rsch, H . & Wa l I ner, A . : Envi ro n mental I m pact Assessment for the construction of a second n uclear power station at Borssele (NL) - Energy Resources Holding ( E R H ) . Reports, Bd . R E P-030 1 . U mweltbundes a mt, Vien n a .
WENRA 20 1 0: Statement on Safety Objectives for N e w Nuclear Power Plants ; Western E u ropean Regu lators Association , November 20 1 0 .
28
Umweltbundesamt - REP-0359, Vienna 2012
R03
Umweltbundesamt GmbH Spitte l a uer Lä nde 5
l OgO Vie n n a/Austria Te l.: +43-(0)1 -313 04 Fa x: +43-(0)1-313 04/4500 office@u mweltbu ndesa mt.at www. u mweltbundesa mt.at
* * *: *' "*
" ---EMAS GeprOftes
Umweltmanagement
R04
Wdterschc
Scheldestrom e n
Bureau Energieprojecten I nspraakpunt Tweede kerncentrale Borssele Postbus 223 2250 AE Voorschoten
uw brief
: 01 - 1 2-201 1
behandeld door
: drs. ing. J .M. Schipper
uw kenmerk
: ETM/ 1 1 1 56922
doorkiesnummer
: 088-2461266
ons kenmerk
: 201 2000992
e-mail
: info@scheldestromen . nl
bij lagen onderwerp
: kaart keurzones waterkeringen bedrijventerrein Sloe : concept notitie reikwijdte en detailniveau planMER 2e kerncentrale in Borssele
VERZO
EN
Middelburg, 1 1 j anuari 20 1 2
1 7 JAN . 2012
Geachte heer, mevrouw, De voorgelegde concept notitie reikwijdte en detai l niveau planMER ' 2e kerncentrale in Borssele ' (versie zonder datum) geeft mij aanleidi ng het volgende op te merken . De conceptnotitie reikwij dte en detai lniveau planMER geeft i nzicht in de te verrichten onder zoeken om de effecten voor het mi lieu in beeld te brengen van de alternatieve locaties waar de 2e
kerncentrale
en
de
tij delij ke
opslag-
en
werkterrei nen
mogelij k worden
aangelegd .
De effecten van de kerncentrale op het oppervlaktewatersysteem in beheer bij het waterschap zij n naar i nschatti ng ni hi l . Contactpersoon voor de verdere uitwerki ng van het plan van de kern centrale is mij n collega dhr. J . M. Schi pper, tel . nr. 088 -246 1 266 . De volgende opmerki ngen hebben betrekki ng op de uitwerki ng van het plan van de kerncentrale en zij n deels relevant voor het onderzoek van de planMER.
Watervei ligheid/waterkeringen In paragraaf 6 . 6 zij n de onderzoeksthema ' s en criteria beschreven voor hoogwatervei ligheid . I n de planMER is het van belang om, naast onderzoek naar de overstromi ngsgevoeligheid en de effecten op watervei ligheid voor het bi nnendijkse gebied , ook i nzicht te krijgen i n de effecten van hoogwater op de kerncentrale zelf. Bij de beoordeli ng van de hoogwatervei ligheid is specifieke aandacht vereist voor de hyd raulische belasti ng en de daarbij behorende hyd raulische randvoorwaarden . De waterkeri ngen en de havendam zij n ontworpen voor een vei ligheidsnorm van 1 : 4000 . Bij een gewenst vei li gheidsniveau van meer dan 1 : 4000 moeten hyd raulische randvoorwaarden voor de buiten- en bi nnendij kse locaties bepaald worden. Bij de huidige kerncentrale wordt de waterkeri ng aangepast, zodat deze niet bezwij kt bij een belasti ng die optreedt bij een 1 : 1 0 . 000 storm . Gezien het voorgaande is het voor de onderzoeksmethode van belang dat naast het raadplegen van bestaande documenten (zoals de kaart waterkeri ngen) ook gekeken wordt naar de hyd raulische belasti ng en de nog nader te bepalen hyd rau lische randvoorwaarden . Voor het tech nische aspect watervei lighei d / waterkeri ngen d h r. J . T.M. van der Sande, tel. nr. 088-2461 3 2 3 .
kunt
u
contact
opnemen
met
t 0 8 8 2461 0 0 0 ( l o k a a l t a r i e f )
Postad res:
Bezoe k a d re s s e n :
Post b u s 1 0 00,
K a n a a l we g 1,
Kennedylaan 1,
e i n fo@ s c h e l d estro m e n . n l
4 3 3 0 Z W M i d d e l b u rg
4337 P A M i d d e l b u r g
4 5 3 8 A E Te r n eu z e n
s w w w . s c h e l dest ro m e n . n l
f 0 8 8 2461 9 9 0
R04
De onderzoekslocaties voor de kerncentrale liggen, met uitzonderi ng van locatie K1 (nabij de h uidige kerncentrale ) , buitendijks . De watervei li gheid wordt i n het buitendij kse gebied niet door het waterschap gegarandeerd . In paragraaf 5 . 1 . 2 en 5 . 1 . 3 is beschreven dat de realisatie van een kerncentrale op de buitendij kse locaties mogelij k is met extra maatregelen , zoals ophogi ng van het terrei n , het aan leggen van een waterkeri ng of het nemen van maatregelen aan de instal latie zelf. Het aan leggen van een dij k om het terrein zal de nodige ruimte i n beslag n,emt,.l\ Het is zaak om dat tij dig i nzichtelij k te maken zodat dit aspect bij de locatiekeuze wordt meegenomen.
Het ontwerpen van een
nieuwe waterkeri ng bi nnen het Sloegebied is een
complexe zaak vanwege de onzekerheid over de mate waari n de voorliggende havendam i ntact blijft bij maatgevende omstandigheden . Bij
de
i n richti ng van
de
locaties
die
grenzen
aan
een
bestaande waterkeri ng
( locaties
K1 , K2 , K3 , K5 en K6 ) moet met de keurzones van de waterkeri ng rekening worden gehouden . De beschermi ngszone A reikt tot ci rca 25 meter uit (de teen van ) de dij k en de beschermi ngs zone B tot ci rca 75 meter. Bi nnen deze keurzones van de waterkeri ngen zij n in de Keur beperkingen vastgelegd voor het bouwen en het gebrui k.
Waterbeheer Het koelwater dat wordt gebruikt tij dens het werkproces van de in bed rij f zij nde kerncentrale wordt i ngenomen en geloosd op de Westerschelde. Rij kswaterstaat Zeeland is de water kwaliteitsbeheerder van dit water. Voor het hemelwater van verharde oppervlakten en het bed rijfs- afvalwater van de kerncentrale en de tijdelij ke opslag- en werkterrei nen wordt ervan uitgegaan dat hiervoor maatregelen worden genomen . I k verzoek u in de nadere uitwerki ng hiervoor het watertoetsproces met de waterbeheerders te doorlopen . I k vertrouw e r o p u hiermee voldoende t e hebben gel"nformeerd . Hoogachtend ,
---
R04
Bij lage : kaart keurzones waterkeri ngen bedrijventerrei n Sloe .
Legenda - Per eiding
Waterstaatswerk (p maire waterkenng )
Beschermingszone A (prunaire v..aterkering)
Beschermingszone B (primaIre waterkering) VValerstaats"Mlrk (regtonale waterkering) Beschermingszone A (regionae ....'3telbring)
Beschermingszone B (regionale waterkering)
Landesgemeinschaft Naturschutz und Umwelt Nordrhein-Westfalen e.V.
Dachverband . Anerkannt nach § 29 Bundesnaturschutzgesetz Mitglied im Deutschen Naturschutzring ( D N R)
Landesgemeinschaft Naturschutz und Umwelt NRW ' Heinrich-Lübke-Str.
1 6 , 59759 Arnsberg
Landesgeschäftsstelle:
B u reau E nerg ieprojekten I nspraakpunt Tweede kerncentra le Borssel e Postbus 223
,' 7\
NL 2250 AE Voorschoten
I h r Zeich e n
I h re Nachricht va m
1
' G E,
1 J JA N 2012
U n ser Zei c h e n
Heinrich- Lü b ke-Str. 1 6 59759 Arnsberg - H üsten Telefon 0 29 32 I 42 01 Telefax 0 29 32 I 5 44 91 e-Mai l : LN U . N
[email protected] www.LN U - N RW.de
Datum
1 1 . 0 1 . 1 2/Fi
E i n s p ru c h gegen den Ba u e i nes zweite n Atom k raftwerkes in Borssel e
Seh r geehrte D a m e n u nd Herren ,
d i e La n desgemei nschaft N atu rschutz u n d Umwelt N RW e . V. erhebt E i nspruch gegen d e n geplanten Bau d e s Atom kraftwerkes Borssel e 2 . S c h o n i m Norm a l betrieb v o n Atomkraftwerken wird Radioaktivität freigesetzt. Das P ro blem der Lageru n g von Ato m m ü l l ist u ng e löst. Weltweit g i bt es kei n sicheres E n dlager. Störfä l l e von Atom kraftwerken kön nen weite L a ndstriche u n bewo h n ba r m ache n . N ord rhei n -Westfal e n kann aufg ru n d der H a u ptwi n d richtung d i rekt von den Folgen eines U nfa l l s betroffen werden . U n se r Verban d l e h nt da her d ie N utzu n g der Atomenerg ie g ru nd sätz l i ch ab. Wir sprechen u ns vie l m e h r für e i n e' verstärkte E i n sparung von E nerg ie und die N utzu n g regenerativer E ne rg ieq uellen a u s .
M it fre u n d lichen Grü f?>en
( D i pl . -Geogr. Rainer Fischer) G esch äftsfü h rer
Cl) " Ol
Varstand: Mark vom Hof� (Vorsitzender), Wemer Gessner-Krone (Stellv, Vorsitzender), Or. Henning Vierhaus (Stellv. Vorsitzender), Fritz Schröder (Schatzmeister), Stefan i Pleines (Scl1 riftfUhn�rin) Beisitzer: Or. Matgret Bunzel-Drüke, Or. Antonia Dinnebier, Prof. Or. Lothar Finke, Axel Freude . , Rainer H OIsheger, Dr. Klaus-Dieter Kleefeld, Gerhard Naendrup, Bemd Rosenkranz, Dr. Martin Sor9, Jörg Werbeck; Prof. Or. Wilfried Stichmann (Ehrenvorsitzender)
Banl
R06 M I N I STRY O F THE ENVI RONMENT
1 4 J, N 20 Î
Bureau Energieproj ecten
Inspraakpunt Tweede kerncentrale B orssele
Postbus 223 2250 AE Voorschoten
A� . January 20 1 2 No. 1 1 -2/ �� - '-'
the N etherlands
Public consultation of the strategie environmental assessment for the Second nuc1ear power plant in Borssele
The Ministry of the Environment of Estonia has received the notice from the Netherlands concerning the public consultation on scope and details of the strategie environmental assessment for the S econd nuc1ear power plant in Borssele. Herewith we would like to thank you for the relevant information and the Draft Memorandum on Scope and Level of Detai l .
Yours sincerely,
Olavi Tammemäe Deputy Secretary General
Rainer Persidski, phone : +
372 6262 973,
e-mail: rainer.persidski 7 a N a rva m n t
@envir. ee
p h o n e + 3 7 2 6 2 6 2 8 0 2 , fa x + 3 7 2 6 2 6 2 8 0 1
Ta l l i n n 1 5 1 7 2 , Esto n i a
Kes k ko n n a m m istee ri u m @ envi r. ee
Reg n r 7 0 0 0 1 2 3 1
w w w . e n vi r. ee
R07 M i n iste ri u m fü r K l imasch utz, U m we lt, La n dwi rtschaft, N atu r- u n d Verbra u c h e rs c h utz d es Landes N o rd rhe i n -Westfa len D e r M i n ister
Ministerium für Klimaschutz, Umwelt, Landwirtschaft, Natur- und Verbraucherschutz NRW
-
401 90 Düsseldorf
B u rea u Energ iep rojekten I nspraakpunt Tweede ke rncentra le Borssele Postbus 2 2 3
Johannes Remme i MdL Seite 1 von 11 Aktenzeichen VIII-0 2- 1 4-2 bei Antwort bitte angeben
N L - 2 2 5 0 AE Voo rsch oten Königreich der N iede rlande
R D ïn Pichocki Telefon:
0 211 4566-474
Telefax:
0 211 4566-4 1 5
Sabine . Pichocki@mkulnv .nrw .d e
G renz ü be rsch re i tende Bete i l i g ung bei d e r Umweltve rträ g l i ch keitsprüfung fü r e in zweites Atomkraftwerk am Standort Borssele H ier: Entwu rf zum Beri cht " G eltungsbereich und Deta i ls in d e r Umweltve rträgl ichke itsprüfung" Stell ungnahme des M in iste ri u rns fü r Kl imaschutz, Umwelt, landwi rtschaft, Natu r- und Verbraucherschutz des landes Nord rhe in-Westfalen
Das M inisteri u m fü r Kl i masch utz, U mwelt, Landwi rtschaft, N atu r- u nd Verb rauchersch utz d es Landes N o rd rh ei n-Westfalen bedankt sich i m Namen d e r h iesigen Landesreg ierung fü r d ie Gelegenh eit z u r Ste l l u ng nah me.
Der P lanung l iegen nach meiner Kenntnis folgende G ru ndsatzpos ition zug runde: Die niederländische Regierung hat in ihrem Koalitionsvertrag einen Abschnitf über Kernkraft eingeführt. A us diesem geh t hervor, dass die Niederlande in Bezug a uf die Energieversorgung ihre Abhängigkeit von anderen Ländern, hohen Preisen und umweltschädlichen Kraftstoffen verringern müssen. Die Energie versorgungssicherheit müsse erhöht werden, und die Renditemöglichkeiten a uf dem Energiemarkt stärker
Dienstgebäude und Lieferanschrift: Schwannstr. 3 40 476 Düsseldorf Telefon 0 211 4566-0 Telefax 0 21 1 4566-388 Infose rvice 0 2 11 4566-666 postste lle@mku lnv .nrw .de
ins Blickfeld gerückt werden . In Bezug a uf nachhaltige Energie versor
www.umwelt. nrw.de
gung seien die a uf europäischer Ebene angestreb ten Ziele mal3geb
Öffentliche Verkehrsmittel: Rheinbahn Linien U78 und U79 Haltestelle Kennedydamm oder Buslinie 721 (Flughafen) und 722 (Messe) Haltestelle Frankenplatz
lich : eine Reduzierung der C02-Emissionen um 20% und die Erhöhung
RO? M i n isteri u m fü r Klimasch utz, Umwelt, Landwi rtschaft, Natur- u nd Verbra ucherschutz des Landes Nord rhein-Westfalen Der M i n ister
des Anteils der eneuerbaren Energien auf
al
14% bis 2020. Um die ange-
strebte C02-Reduktion zu erreichen und die Abhängigkeit bei der Energieversorgung zu verringern, müsse die Nutzung der Atomkraft ausgebaut werden. Genehmigungsanträge für den Bau von einem bzw. mehreren Atomkraftwerken, die den Anforderungen genügen, würden bewilligt.
Die Landesregierung Nord rhein-Westfalen sieht in der fried lichen N ut zung der Atomenergie keinen Weg , d ie Energieprobleme der Zukunft zu löse n . Sie setzt stattdessen auf ein zukunftsfä h iges Energ iekonzept in dessen M ittelp u n kt Energ ieeinsparung, Energ ieeffizienz u nd der Ausbau eneuerbarer Energ ien stehen .
Zwar geht es im Rahmen des jetzigen Verfah rens zur Beteilig u ng der Öffentlich keit i n Nord rhein-Westfalen primär urn d ie Standortsuchver fahren für ein zweites Atomkraftwerk am Standort Borssele. Das Ver fah ren stellt aber doch einen weiteren Schritt in Richtu ng auf den Bau eines weiteren Atom kraftwerkes dar. Daher möchte ich im Folgenden d ie Haltung der nord rhein-westfäli schen Landesregieru ng zum Bau neuer Atom kraftwerke allgemein u nd speziell auch in Borssele zum Ausd ruck bringen .
Die Nutzu ng der Atomkraft ist m it u nbeherrschbaren g lobalen U mwelt gefahren verbunden . Die schweren Reaktoru nfälle in Tschernobyl ( 1 986) und Fukushima (20 1 1 ) machen deutlich , dass U nfälle d ieser Gröf1enordnung immer wieder vorkommen können . Nach d iesen Nuk learkatastrophen sind d ie Folgen der Atomenerg ienutzu ng fü r d ie menschliche Ges u nd heit und d ie U mwelt sowie der rad ioaktiven Ver 'seuch u ng ganzer Reg ionen nach hiesiger Auffassung n icht mehr be streitbar. Die ganze Tragweite der vorgenannten U nfälle ist bis heute n icht absehbar. Es steht indes fest, dass d ie Menschen in den betrof-
Seite 2 van 1 1
RO? M i n isterium fü r Klimasch utz, Umwelt, Landwi rtschaft, Natur- u nd Verbra ucherschutz des Landes Nord rhein-Westfalen Der M i n ister
al
fenen Reg ionen noch jahrzentelang unter den Folgen der Vorfälle lei den werden . Auch in Deutschland sind d ie Auswirkungen von Tscher nobyl heute noch a ufg ru nd der langen Halbwertszeit (30 Jahre) von Cäsium-1 37 in ein igen Medien noch messbar, insbesondere in Wildpil zen aus dem Wald u nd in Wildschweinen . Bei Wildschweinen kommt es immer wieder zu Ü berschreitungen des Grenzwerts von 600 Bq/kg .
Auch wen n a u r1er Frage steht, dass sich d ie N iederlande bei dem Bau eines zweiten Atom kraftwerks am Standort Borssele neuester Techn ik bed ienen werden , verbleiben nach Auffassung der Landesregieru ng unvertretbare Risiken a u ch für d ie Nachbarstaaten .
Die aus möglichen Störfällen des geplanten Atomkraftwerkes auf das Gebiet des Landes Nord rhein-Westfalen ergebenden Auswirku ngen bedürfen nach unserer Mein u ng einer ausfü h rlichen Betrachtu n g . H ier bei sollte u ntersch ieden werden zwischen Störfälle n , fü r d ie ein Atom kraftwerk ausgelegt wird , sowie auslegu ngsüberg reifenden Störfällen bzw. schweren U nfällen . Dabei müssen auch d ie Erkenntn isse aus den zu rzeit europaweit a n den Atomkraftwerken d u rchgeführten "Stress tests" bei den Betrachtungen Berücksichtigu ng finden . Sollten bei ei nem bestimmu ngsgemär1en Betrieb keine nachteiligen Auswirku ngen gesehen werden , wären wir d afü r dankbar, dass d ies ausd rücklich fest gehalten wird . Ein besonderes Augenmerk ist dabei auch auf d ie mög liche Strah lenbelastung der Bevölkeru ng von Nord rhein-Westfalen zu legen .
Ausgehend von d e n aktuellen Planungsu nterlagen , n ach denen ein Neubau eines 2500 Megawatt-Atomkraftwerks mit meh reren Reaktor blöcken ca . 1 80 Kilometer von der Landesgrenze Nord rhein-West falens geplant ist, habe ich vorsorg lich Berech n u ngen zu r Ausbreitung radioaktiver Stoffe im Falie eines gravierenden U nfalls erstellen lasse n .
Seite 3 von 1 1
RO? M i n isteri u m fü r Kl imaschutz, Umwelt, Landwirtschaft, Natu r- und Verbra u cherschutz des Landes Nord rhein-Westfa len Der M i n ister
~
Die Wahl des Standortes füh rt nach h iesiger Einschätzung d azu , dass eine potenzielIe Gefä h rd u ng beim Betrieb der An lage n icht ausgeschlossen werden kan n . Extreme Wetterereignisse (z. B . Stu rmfluten) mit steigenden Wasserständen oder auch Klimaveränderu ngen , d ie einen Anstieg des Meeresspiegels mit sich bringen , kön nen zu Problemen bei Betrieb u nd Kü h l u ng der Reaktoren füh ren .
Über den geplanten Reaktortyp oder d ie thermische bzw. elektrische Leistung der einzelnen Reaktorblöcke gibt es nach h iesigem Ken ntnis stand noch keine endgültigen Entscheidu ngen . Daher habe ich bei den Berechn u ngen zur Ausbreitu ng rad ioaktiver Stofte im Falie eines U n falls Parameter des a ktuell im Betrieb befindlichen Reaktors zug ru nde gelegt. Zu berücksichtigen ist allerdings, dass die Leistung des geplan ten Kraftwerks höher ist als d ie vorhandene Reaktorleistung (500 MW). Damit
kan n
auch
das
zukü nftig
mögliche
rad ioaktive
Frei
setzu ngspotenzial bei dem neuen Kraftwerk höher sein .
Für d ie Ausbreitu ng von rad ioaktiven Stoften bei einem U nfall spielen die konkreten Bedingu ngen des kerntechnischen U nfalls ei ne ent scheidende Rolle, d . h . , ob d ie rad ioaktiven Stofte d u rch eine Explosion in groBe Höhe gelangen (Tschernobyl) oder überwiegend bodennah (Fukushima) emittiert werden . Darüber hinaus ist d ie Wetterlage und hier insbesondere d ie Wind richtu ng entscheidend .
Als "worst-case"-Betrachtung ist dabei fü r den aktiven Druckwasser Reaktor eine Kernschmelze und eine Dampfexplosion vergleichbar mit dem Reaktoru nfall in F u kushima, zugru nde gelegt worden . Ferner wird angenommen , dass die Sicherheitssysteme ausfallen . Auch bei den meteorologischen Parametern wu rde d ie "worst-case"-Betrachtu ng an gesetzt, starker Wind aus Richtung 260/270 Grad ohne N iedersch lag .
Seite 4
von
11
RO? M i n isterium fü r Klimasch utz, Umwelt, Landwi rtschaft, Natur- u nd Verb raucherschutz des Landes Nord rhein-Westfa len Der M i n ister
IJ
Die rad ioaktive Wolke wü rde gemä� d ieser Berechn u ng ca. 6 Stunden nach der Freisetzu ng den nörd lichen N iederrhein bzw. d as Ru h rgebiet erreichen u nd bei d ieser Wind richtung i n nerhalb von 1 0 Stunden darü ber hinweg ziehen . Die berech nete Ortsdosisleistu ng (ODL) ergibt mit ü ber 0 , 1 mSv/h (Mil lisievert pro Stu nde; entspricht 1 00 IJSv/h M ikrosievert pro Stu nde) ei nen Wert, der sogar leicht noch über dem gemessenen Wert im 30 km Rad ius von Fukush ima liegt. Zum Verg leieh : z. B. in Düsseldorf beträgt d ie normale O D L 0 , 09 IJ Sv/h M ikrosievert pro Stunde. I ch weise aus drücklich darauf h i n , dass d ies das Rechenergebn is einer worst case Betrachtung ist. Die o . g . Werte des U nfalls in Fukushima sind Mess werte eines realen U nfalls m it Wind richtu ng i . d . R vom Land weg aufs Meer. Wäre der reale Wind in Richtu ng Land gezoge n , wären in der U mgebung von F u kush ima real höhere Werte gemessen worden .
Es ist zuzugeben , dass es sich bei d iesem Szenarium urn einen relativ unwahrscheinlichem Eintritt handelt. Es ist aber kein u nmög l icher Fall, auch wen n d ie Rea ktoren der 1 1 1 . Generation sicherheitstech n isch wei terentwickelt sind. F ü r den Einzelfall kann also n icht a usgesch lossen werden , dass ei ne Kombination aus Wetterlage (Westanströmung) u nd eventuell weiterer wetterbedingter Einflüsse (I nversionswetterlage etc.) dazu füh ren , d ass bei einer Freisetzung von Radioaktivität in Borselle belastete Luftmassen in n icht u nerheblicher Konzentration das Land NRW erreichen. Aufgru nd der räu mlichen Nähe zum Atomkraftwerk kön nten bei einem gravierenden U nfall m it rad ioaktiven Emissionen u nd bei entsprechen den Windverhältn issen in erheblichen Ausma� Ma�n a h men zum Schutz der Bevölkeru ng in Nord rhein-Westfalen notwendig sei n . Beispielsweise kön nten folgende Ma�nahmen erforderlich werden : a . Warnu ng u nd Aufforderu ng zum Verbleib in gesch lossenen Räu men wäh rend des D u rchzugs der rad ioaktiven Wolke ,
Seite 5
von
11
RO? M i n isterium fü r Klimasch utz, Umwelt, Landwirtschaft, Natu r- und Verbraucherschutz des Landes Nord rhein-Westfa len Der M i n ister
al
b . Vermarktu ngssperren z. B . fü r B lattgemüse und Milch, c. die frü hzeitige Verteilung von Jod-Tabletten (MaBnahme des Katastrophensch utzes) .
Auch wen n keine "worst case"-Bed ing u ngen angenommen werden , wü rde der Durchzug rad ioaktiver Luftmassen über Deutschland und die damit einhergehende Kontamination des Bodens aufgru nd eines Reak toru nfalls in den N iederlanden ggf. regional u nterschiedliche u nd zum Teil erhebliche , von der Jahreszeit abhängige Auswirku ngen habe n .
U nabhängig vom "worst-case" hält eine rad ioaktive Belastung in den Umweltmed ien aufgru nd der langen Halbwertzeit von Cäsiu m 1 37 lan ge an und hat negative Auswirku ngen auf d ie Landwirtschaft und damit auf die Lebensmittel- und Futtermittelprodu ktion allgemein . Neben den betroffenen landwirtschaftlichen E rzeugnisse n , d ie aufgrund der Höhe der Kontamination n icht meh r in den Handel gelangen d ü rfte n , wü rden auch Lebensmittel, d ie wen ig oder gar n icht kontaminiert sind , n u r schwer verkäuflich sei n , da d ie Verbraucherin nen u nd Verbraucher kurz- und langfristig eher auf bereits konservierte Lebensmittel oder auf Waren aus n icht betroffenen Gebieten oder Ländern ausweichen wü r den . Daneben würden sich weitere Fragen wie d ie N utzu ng von Kinder spielplätzen u nd
weiteren öffentlichen Anlagen oder der Wertverlust
von Gru ndstücken stellen . Der Personen- und Warenverkeh r zwischen Deutschland u nd dem betroffen Ausland wäre d u rch einen Reaktoru n fall stark beeinträchtigt.
Die vorgenannten erheblichen Auswirku ngen eines Störfalls im projek tierten Atomkraftwerk Borssele 1 1 erfordern nach meiner Ansicht d ie besonders intensive P rüfu ng von Alternativen .
Seite 6 von 1 1
RO? M i n isteri u m fü r Klimasch utz, Umwelt, landwi rtschaft, Natur- und Verbra ucherschutz des landes Nord rhein-Westfalen Der M i n ister
~
Die Notwendigkeit des Ausbaus der Atom kraftnutzung in den N ieder landen wird mit der a ngestrebten Redu ktion der C02-Emissionen u nd der Reduzieru ng der I mportabhängigkeit bei der Energieversorg u ng und damit dem Ziel der S icherheit der Energ ieversorg u ng begrü ndet. Die Nutzu ng der Atomkraft wird in d iesem Zusàmmenhang als logi scher Ü bergang zu einer nachhaltigen Energ ieversorgu ng gesehen .
Die Energiepolitik der B u ndesrepublik Deutsch land hat sich den g lei chen Herausforderu ngen zu stelle n . Auch Deutsch land bekennt sich in globaler Verantwortung zu den europäischen Klimaschutzzielen u nd ist in Bezug auf P rimärenergieträger weitgehend von Energ ieimporten abhängig . § 1 Abs . 1 des Gesetzes über d ie Elektrizitäts- u nd Gasver sorgung benen nt - insoweit in Äh n lichkeit mit den Zielvorstellungen der N iederlande - eine möglichst sichere , preisgü nstige, verbraucher freundliche , effiziente u nd u mweltverträgliche leitungsgebundene Ver sorgung als Gesetzeszweck. Trotzdem hat d ie amtierende B u ndesregieru ng im Rahmen ihres Ener giekonzepts 20 1 0 - also noch vor dem Atomunfall von Fukushima - auf den Zubau von Atom kraftkapazität verzichtet u nd seinerzeit lediglich d ie im Rahmen des 2002 eingeleiteten Ausstiegs aus der friedlichen Nutzung der Atomenergie begrenzten Laufzeiten der schon existieren den Atomkraftwerke verlängert. Das Energ iekonzept von 20 1 0 belegt, dass mit einer verstärkten N utzu ng der Erneuerbaren Energ ien sowie der Faktoren Energieeffizienz u nd Energieeinsparu ng d ie Treibhaus gasemissionsred u ktionsziele auch ohne erweiterten Einsatz der Atom energie erreicht werden kön nen. Im Rah men der kontrovers gefü h rten energiewirtschaftlichen Fachdiskussion hat darüber h inaus eine Reihe von Gutachten aufgezeigt, d ass d ie Laufzeitverlängerung der deut schen Atomkraftwerke zu r Erreich u ng der klimapolitischen Zielset zu ngen nicht erforderlich war.
Seite 7 von 1 1
RO? M i n iste ri u m fü r Klimasch utz, Umwelt, Landwirtschaft, Natu r- und Verbra ucherschutz des Landes Nord rhein-Westfalen Der M i n ister
al
Die Bewertung der Risi ken der Atomenerg ie hat sich d u rch die Atomkatastrophe von F u kush ima gru ndlegend geändert. Aus d iesem Grund hat der deutsche Gesetzgeber i m Konsens mit einer gesellschaftlichen Meh rheit 2 0 1 1 einen beschleu n igten Ausstieg aus der N utzu ng der Atomenergie besch lossen . Die friedliche N utzung der Atomenerg ie wird danach in 2022 beendet werden . Die parlamentarischen G remien sind von der Überzeugu ng geleitet, dass der beschleunigte Ausstieg aus der Atomenerg ien utzu ng d ie Erreich ung der Klimaschutzziele nicht gefährdet.
Die nordrhein-westfälische Landesregierung hat im letzten Jahr d ie sich aus d ieser G ru ndsatzentscheidu ng fü r sie ergebenden Herausfor derungen angenommen u nd d u rch verstärkte energ ie- u nd klimapoliti sche Aktivitäten aufgegriffen . •
Das in den Landtag eingebrachte Klimasch utzgesetz beke n nt sich verpflichtend zu den Treibhausgasredu ktionszielen von
250/0 für 2020 u nd mindestens 80 oio fü r 2050 . Das Gesetz misst der Steigeru ng des Ressou rcensch utzes, der Ressourcen- u nd Energ ieeffizienz, der Energ ieeinsparung u nd dem Ausbau er neuerbarer Energ ien ausd rücklich besondere Bedeutu ng zu . Klimaschutz wi rd gesetzlich als ei ne alle Lebensbereiche erfas
sende Aufgabe verstande n , was eine entsprechende Ü berprü fu ng aller Normen des Landesrechts beinhaltet. Maf1nahmen des Klimaschutzes werden in einem fortzuschreibenden Klima schutzplan n iedergelegt. D ieser soli u nter möglichst breiter ge sellschaftlicher Beteilig u ng u nd bei möglichst gro f1em gesell schaftlichen Konsens erstellt werden . •
Durch Änderu n g der Gemeindeordnung ist der energ iewirt schaftliche Spielra u m der Kommu nalwirtschaft deutlich erweitert worden . Die kommunal getragene Energ ieversorg u ng wird als
Seite 8 von 1 1
RO? M i n isterium fü r Kl imaschutz, Umwelt, Landwi rtschaft, N atu r- und Verbra u cherschutz des Landes Nord rhein-Westfa len Der M i n ister
al
Hauptakte u r des Einsatzes von dezentra len Erneuerbaren Energien u nd als Moderator entsprechenden B ü rgerengagements verstanden •
Die Regel u ngen zur N utzu ng der Windenerg ie sind verbessert worden , urn insbesondere den Einsatz gröBerer An lagen zu er möglichen. Ziel ist, den Anteil der Windkraft an der Stromer zeugung in Nord rhein-Westfalen bis 2020 von derzeit gut 30/0 auf 15
%
zu steigern . Dies ist d u rch den Einsatz moderner GroBan
lagen oh ne wesentliche Steigeru ng der An lagenanza h l realis tisch zu erreichen (Repowering) . Es ist Aufgabe der Raumord n u ng , der Windenergien utzu ng entsprechend den jeweiligen re gionalen Potenzialen Raum zu verschaffe n . •
Die Stromerzeu g u ng in Kraft-Wärme-Kopplu ng soli nach dem Willen der Landesregieru ng im Einklang mit den Plänen der Bundesregieru ng bis 2020 auf 25 % der erzeugten Elektrizität gesteigert werden . D ies soli d u rch eine Verbesseru ng der bun desgesetzlichen Regelu ngen und ei ne I ntensivieru ng der Förde ru ng d u rch das Land erfolgen . Die Kraft-Wärme-Kopplung ist die zentrale Brückentech nologie in das Zeitalter der Erneuerbaren Energien . D u rch den gekoppelten Prozess kön nen im Verg leich zu der konventionellen getren nten Erzeugung von Elektrizität u nd Wärme ü ber 35
%
an Rohstoffen u nd Koh lendi
oxydernissionen eingespart werden . •
I n N RW (wie a uch in Deutsch land insgesamt) herrscht ein brei-· ter gesellschaftlicher Konsens fü r einen energiepolitischen Wandel hin zu E rneuerbaren Energien . Nach einer repräsentati ven U mfrage von TNS I nfratest (20 1 1 ) halten 94
%
der B u ndes
bürger den verstärkten Ausbau der Erneuerbaren Energien fü r "wichtig" .
Seite 9 van 1 1
RO? M i n isterium fü r Klimasch utz, Umwelt, Landwirtschaft, Natur- und Verbraucherschutz des Landes Nord rhein-Westfalen Der M i n ister
•
Die Energiewende ist eine wirtschaftliche Chance fü r N RW. I nsbesondere der Masch inenba u , d ie Bauwirtschaft u nd d ie l u KTechnologie profitieren davo n . Bereits heute sind i n N RW ru nd 26. 000 Personen in rund 3 . 200 U nternehmen in der Erneuerbaren Energie B ra n che beschäftigt mit jäh rlich zweistelligen Wachstumsraten . Das I nstitut fü r Ökologische Wirtschaftsforsch u ng schätzt den Beitrag der Erneuerbaren Energ ien zu r komm u nalen Wertschöpfu ng im Jahr 20 1 0 auf 1 0 , 5 M rd . €. Ähnliche Chancen d ü rften sich auch für d ie niederländ ische Wirtschaft ergebe n .
Vor diesem H intergru nd ist d ie nordrhein-westfälische Landesregierung der Überzeugung, dass es möglich sein kan n , d u rch einen eh rgeizigen Ausbau der Erneuerbaren Energien u nd verstärkte Anstrengu ngen im Hinblick auf Energ ieeinsparu ng und Energieeffizienz d ie energ iepoliti schen Ziele der Klimaverträglichkeit, der Versorgu ngssicherheit u nd der Preisgü nstigkeit ohne einen weiteren Ausbau der Atomenerg ie nut zung zu erreichen . Wichtig ist in d iesem Zusammenhang zu prüfen , in welchem U mfang MaBnahmen der Energieeinsparu ng und der Ener gieeffizienz und der N utzung erneuerbarer Energien dazu beitragen kön nen , den Energ ieverbrauch so einzuschränken , dass auf den Neu bau von Atom kraftwerken verzichtet werden kan n . Die Praxis in Nord rhein-Westfalen zeigt, dass Konflikte mit Blick auf d ie N utzu ng erneu erbarer Energ iequellen lösbar sind u nd d ass d ie Windenergienutzung eine wichtige Rolle bei der Energ ieversorg u ng spielen kann .
Die vorgesehenen H aftu ngsregelu ngen halten wir, soweit erke n n ba r, fü r nicht zu reichen d . U nter Berücksichtigu ng des erheblichen Scha denspotenzials fü r Lebe n , Gesund heit und materielle Rechtsgüter müssten entsprechende H aftungsregel u ngen dafü r Sorge trage n , dass d ie Geschäd igten Kompensation fü r nuklearu nfallbed ingte Schäden ,
Seite 1 0 van 1 1
RO? M i n isteri um fü r K l i mas ch utz, U mwelt, Landwi rtschaft, N atu r- u n d Verbra u c hersch utz d es La ndes Nord rh e i n -Westfa len Der M i n ister
~
einsch l ie � l ich von Folgesch äden an Vermögen, erlangen können. Haftungsh öchstgrenzen halte ich m it dem Sch u tz der I nteressen der Bevö l kerung fü r nicht vere inbar. D i e Haftu ngsvorsorge m uss dabei beachten, dass e ine nu k leare Havarie nach Auffassu ng versc h iedener G u tach ter Schäden i m h ohen vierste l l igen M i l l iarden E u ro Rah men auslösen kann. Beispie lswe ise m uss nach Expertenschätz u ngen d ie japan ische Betre i berfirma Tepco a l le i ne b is M ärz 2 0 1 3 Entschäd ig u ngen in Höhe von u mgerech net knapp 4 3 M i l l iarden E u ro za h l en. D i e Haf tungsrege l u ngen m üssen ferner so ausgestaltet sein, dass a l le von mög l ichen Störungen Betroffenen in g le icher Weise behand e lt werden. Aus den m ir vorliegend en U nterlagen habe ich nicht d en E ind ruck gewinnen können, d ass dem Rech nung getragen wird . Vie l m e h r gehe ich bei dem in den N iederlanden gesetzl ich vorgese henen H öchstbetrag der Haftung von 340 . 00 0 . 000 € nach den E rfa h rungen von Tschernobyl und F u kush ima davon a u s , d ass der anzu ne h m ende Schaden u m den Faktor 20 ve rfe h lt wi rd u nd der derzeitige H aftu ngsh öchstbetrag dam it unzu re ichend ist.
Im Ü brigen h offe ich , dass fü r den Fa l l , dass das Verfa h ren fortgesetzt wird , bei der nächsten R u nde der Bete i l ig u ng entsprechend d en Rege l u ngen der E U- UVP-Richt l i nie und der d e u tsch-nied erländ isch en Ver e inbarung zu m indest e ine Zusam menfassu ng des U mwe ltberichtes und d ie Unterlagen, d ie für d ie d e u tsche Betroffen heit wichtig sind , in d ie deutsche Sprache ü bersetzt werd en.
Seite 1 1
van
11
ROB
c
Brussel,
1 1 JA N , , n 1 �
federaal agentschap voor nucleaire controle
I
Burea u Energ ieprojecten Inspraakpunt Tweede kerncentra le Borssele
Depa rte ment I n richti ngen en Afva l, Dienst N ucleai re Basi s i n richti n g e n
Uw bericht va n 20 1 1 - 12-06
Betreft: Cc :
Postbus 223 2250 AE Voorschoten Nederland 1
Uw kenmerk
Ons ke nmerk '
ETM/ 1 1 17 1458 ,
'':ft 1Y;-
20 1 2-0 1 -03-FVW-5- 1 - 1 -N L
/
Bij lage(n) 2
Inspraak reikwijdte en detail plan-MER tweede kerncentrale Borssele D ienst MER Departement Leefm i l ieu - Natu u r en Energ ie Provi nciegouverneur van de Provincie Oost-Vlaa nderen
Ge'achte,
Op 6 d ecem ber 20 1 1 ontvi ng h et Federa a l Agentscha p voor N uclea i re Controle de "Concept n otitie rei kwijdte en deta i l n ivea u p l a n - M ER tweede kerncentra le Borssele". Deze meded e l i n g vormt de begi nfase va n de m . e . r. - p roced u re die verbonden is a a n het planolog isch mogelijk m a ken va n een nieuwe kerncentra l e te Borssele ( i n het Sl oegebied ) . Dit betreft o nderm eer een a a n passing va n het beste m m i ngsplan in de vorm va n een i n passi ngspl a n . De "Concept-n otitie rei kwijdte en d eta i l n ivea u " besch rijft wat er i n het pla n - M E R aan bod m oet kom e n ter onderbouwi n g va n d e l ocatiekeuze voor een tweede ke rncentra le door de Nederl a n dse overheid, e n dit zowel o p nationaal n ivea u ( ke uze voor h et Sloegebied) a l s op l o ka a l n ivea u (keuze voo r l ocatie va n kerncentra le en bij horend werk- e n opsl agterrein bin nen het Sloegebied ) . Twee bed rijven ( Delta BV en Energ y Resou rces Holding BV) hebben a l eerder het voornemen ken baar gemaakt o m binnen h et Sl oegebied een kerncentra le te rea l isere n . De project- m . e . r. p roced u re voor beide p rojecten werd gesta rt d oor het opstel len va n een startnotitie ( Delta BV) en een n otitie rei kwijdte en d eta i l n ivea u (Energy Resou rces Holding BV) . Gezien h et g rensoversch rijdend karakter va n de potentiële m i lieueffecten va n d eze nieuwe kerncentra le werd het Agentscha p op d e hoogte gebracht va n deze twee p rojecten en werd er tel kens een a dvies u itgebracht: Delta
BV :
FANC
a dvies
va n
23
septem ber
2009
m et
referentie
3-
1/FVW/09/09/3/6 1 009 (zie bij lage 1 ) . Energy Resou rces Holding BV : FANC a dvies va n 1 8 o ktober 2 0 1 0 m et referentie 20 1 0 - 1 0- 18- FVW-S- 1 - S - N L (zie bij l age 2) . In d eze adviezen vroeg het Age ntschap om bijzondere aa ndacht i n het project- M E R te besteden a a n de radiologische g evolgen va n de routi nelozingen en m ogelijke ongeva l len, h et
Briefwisseling : Ravensteinstraat 36, B- 1 000 Brussel Inlichtingen betreffende dit onderwerp kunnen bekomen worden bij Frederik Van Wonterghem emai l : frederik.vanwonterghem@fa nc.fgov. be
2 0 1 2-01 -03-FVW-S - 1 - 1 - N L
Tel . : +32 ( 0 ) 2 2 8 9 2 1 1 1 Fax : +32 (0)2 289 2 1 12 Tel . : +32 (0)2 289 20 82
1/2
ROB
c federaal agentschap voor nucleaire controle
afva l beheer, de i nternationale sa m e nwerki ng i n za ke n ood p l a n n i ng, h et omgevi ngs toezichtsprog ra m m a rond de centra le en de tra nsporten va n radioactieve m aterialen . Deze a dviezen werden i n reke n i n g genomen in de i n houdelij ke vereisten voor de project M E Rs die voor beide afzonderlij ke p rojecten i n m iddels zij n vastgelegd d oor het Nederlands bevoegd g ezag . In de ken n isgevi ng va n de conce pt- notitie voor de p l a n - M ER (ter o nderbouwi ng va n d e l ocatiekeuze) wordt eveneens benad ru kt d a t zienswijzen d i e i n e e n eerder sta d i u m zij n ingediend op de startnotities va n de project- M E Rs va n Delta BV en Energy Resou rces H o l d i n g BV n iet opnieuw h oeve n te worden i ngediend . Gelet op het voorgaa nde wenst het Agentsc h a p geen nieuwe zienswijze ken baar te m a ken m et
betrekki ng
tot
de
"Concept-n otitie
rei kwijdte
en
deta i l n ivea u
pl a n - M E R
tweede
kerncentra le Borssele". De a a n d achtspu nten die door het Agentscha p werden gefo rm u l ee rd i n haar twee eerdere adviezen over de project- M ERs kunt u ter i nform atie i n bij lage terugvi n d e n . Het Agentschap wenst echter w e l i n de verdere sta ppen va n d e mer-proced u re e n d e verg u n n i ngsproced u re b l ijvend t e worden betrokken . Z o m ogel ijk vaa rdigen wij o o k g raag een vertegenwoordiger af naar d e diverse i n het kader va n d eze proced u res voorziene overl eg m o m enten .
H oogachtend,
Briefwisseling : Ravensteinstraat 3 6 , B- 1000 Brussel Inlichtingen betreffende dit onderwerp kun nen bekomen worden bij Frederik Van Wonterghem ema i l :
[email protected]
2 0 1 2-0 1 -03- FVW- S - 1 - 1 - N L
Tel . : +32 (0)2 289 21 1 1 Fax : + 3 2 (0)2 289 2 1 12 Tel . : +32 (0)2 289 20 82 !
2/2
:3 SEP. -
Brussel,
Depa rtement I n richti n g e n &. Afval Dienst N ucleaire basis i n ri chti ngen
Uw
brief:
1 6/07/2009
Uw
referenties:
RB/2009047365
Ministerie van Vol kshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Mi lieubeheer Directoraat-generaal Milieu Directie Risicobeleid / IPC 645 Postbus 30945 2500 GX Den Haag Nederland Onze referenties: 3- 1/FVW/09/09/3
/b
Bijlagen :
<0:> 3 -
Betreft: Sta rtnotitie M i l ie ueffectra pportage Tweede Kerncentra l e Borssele Advies va n het Federa a l Agentschap voor N u cl ea i re Contro l e i n het kader van de g rensoverschrijdende m i l ie ueffectra pportage
Geachte, Op 16 juli 2009 ontving het Federaal Agentschap voor N uclea i re Controle de Startnotitie voor de m i lieueffectrapportage voor een tweede kerncentrale te Borssele. Het bedrijf Delta heeft belangstelling om i n het Nederlandse Borssele een nieuwe kerncentrale te bouwen en te exploiteren, op een locatie waa r al sinds 1973 een kerncentrale in werking is. Het nieuwe project betreft een centrale met een elektrisch vermogen van maximaal 2.500 MWe, die één of twee reactoreenheden zal omvatten . Het reactortype staat nog niet vast, maar moet van een beproefd type (3e generatie) zij n . Gezien h e t g rensoverschrijdend karakter va n de potentiële milieueffecten van een tweede kerncentrale werden het Federaal Agentschap voor N uclea i re Controle en de Dienst M ER va n het Vlaams Gewest (Departement Leefmilieu, Natuu r en Energie) door het ministerie va n VROM, namens het bevoegd gezag, op de hoogte gebracht van de ontvangst van een startnotitie en van de openbare i nspraakprocedure die daarover volgens de Nederla ndse regelgevi ng wordt gevoerd. Belde instanties worden door het bevoegd gezag aanzien a l s 'wettelijke adviseurs' op basis v a n de Nederla ndse wet milieubeheer (arti kel 7. 14). Het Federaal Agentschap voor N uclea i re Controle heeft a l s opdracht er over te waken dat de bevolking en het leefmilieu i n België op een efficiënte manier beschermd worden tegen de gevaren van ioniserende stra l i ngen . Bij de a nalyse van de startnotitie g i ng de aandacht van het Agentschap dan ook voornamelijk naar de mogelijke ' radiologische' mil ieueffecten die een impact zouden kunnen hebben i n Belgi ë . Voor de niet-radiologische mi lieueffecten is de d ienst M ER van het departement Leefmilieu (Vlaamse overheid) bevoegd en verwijzen wij dan ook naar hu n advies.
Brienvisseling: Ravensteinstraat 36 - B-I000 Brussel
Tel . : +32 (0)2 289 21 1 1 Fax.: +32 (0)2 289 2 1 12
Inlichtingen betreffende dit onderwerp kunnen bekomen worden bij: Frederik Van Wonterghem (email:
[email protected] )
Te! . : +32 (0)2 289 20 82
ROB
Bij de analyse van deze sta rtnotitie heeft het Agentschap ook rekening gehouden met de aanbeveting 1999/829/Euratom van 6 dece mber 1999 van de Europese Commissie betreffende de toepassing van artikel 37 van het Euratom-Verdrag. Deze aanbeveling bevat gedetaiNeerde beschrijving van de gegevens cIe vereist worden in het kader van de beoordeling van een mogelijke radioactieve besmetting van het water, de bodem of het luchtruim van een andere lidstaat ten gevolge van een nucleaire instaNatie. Conform artikel 37 van het Euratom-verdrag dient dit project Jn een latere fase ook aan de Europese Commissie voorgelegd te worden.
een
Het Agentschap heeft deze startnotitie eveneens op 1 1 september 2009 voorgefegd aan zijn Wetenschappelijke Raad voor Ioniserende Straling, die als adviesinstantie tussenkomt bij de vergumingsvertenlng van gelijkaardige Be1gtsche projecten.
Het federaal Agentschap voor Nucleaire Controle adviseert om de onderstaande elementen met de nodige diepgang te onderzoeken In het MER voor een tweede kerncentrale te Borssele, teneinde te kunnen vaststellen wat de mogelijke 'radiologische' I mpact zou kunnen zijn op het Belgisch grondgebied. •
De radiologische gevolgen voor BeIgiê van de (vloeibare en atmosferische) lozingen tijdens normaal bedrijf dienen berekend te worden. Voor de meest blootgestelde plaatsen In België dienen de volgende gegevens bepaald worden: o jaarlijkse gemiddelde activiteitsconcentraties In de lucht op bodemniveau, o adivlteitsconcentraties in oppervtaktewateren o oppervlaktebesmetting Oe hiermee overeenstemmende jaarlijkse bestralingsnfveaus voor de referentiegroep(en) in Belgiê dienen bepaa ld te worden (effectieve dosis voor votwassenen, kinderen en zuigelingen) rekening houdend met ale belangrijke bestralingswegen (zie ook aanbeveling 1999j829/Euratom bijlage 1 §3 en 14). De radiologische gevolgen voor 8e1giê van de lozingen als gevolg va n ontwerpongevaJlen dienen berekend te worden. Deze referentieongevalen dienen beschreven te worden In het MER en de keuze voor deze referentieongevalen dient gemotiveerd te worden. Voor de meest blootgestelde plaatsen In Belgiê dienen de volgende gegevens bepaa ld te worden o maximale concentraties, gëintegreerd over de tijd, van de acttvtteit 1n de atmosfeer op bodemniveau, o maximale depositie op de bodem (bij droog weer en bij regen) De hiermee overeenstemmende maximale bestraUngsniveaus voor de referentlegroep(en) in België
•
•
•
Briefwisseling ; Ravensteinstraat 36 8-1000 Brussel -
InUchtlngen betreffende dit onderwerp kunnen bekomen worden bij! Frederik Van Wonterghem (email: Fredertk.VanwonterghemOtanc.fgov.be )
Tel: +32 (0)2 289 21 Fax.: +32 (0)2 289 21
11 12
Tel.: +32 (0)2 289 20 82
ROB
impact o p de bestaande afvalopslagcapaciteit e n o p d e Nederla ndse strategie voor het lange termijn beheer van radioactief afval dient bekeken te worden . De impact op de samenwerking met de Belgische autoriteiten inzake nucleaire nood planning dient beschreven te worden, met specifieke aandacht voor: de uitwisseling van Informatie/ comm unicatie bij noodsituaties; o o de coördi natie van rampenplannen; De reeds bestaande omgevingstoezichtsprogramma's voor het meten van de radioactiviteit in l ucht, bodem, water, voedselketen i n de onmiddellijke e n ruimere omgeving va n de site van Borssele d ienen besch reven te worden in het MER. De noodzaak tot aanpassi ngen of a a nvu l l i ngen van dit omgevingstoezichtsprogramma dient geëval ueerd te worden . De mobil iteitsaspecten van de te voorziene transportbewegingen van (bestraalde) splijtstofelementen en radioactief afval van en naar de kerncentrale dient beschreven te worden, met specifieke aandacht voor die n ucleaire transporten die mogelijk via Belgisch g rondgebied gebeuren : routes, frequentie, aa ntal bewegingen, . .
Het Agentschap wenst eve neens i n d e verdere stappen van de mer-procedure e n de verg unningsprocedure blijvend te worden betrokken. Zo mogelijk vaardigen wij ook g raag een vertegenwoordiger af naar de diverse I n het kader va n deze procedu res voorziene ove rlegmomente n . Hoogachtend,
Briefwisseling: Ravensteinstraat 36 - B-l000 Brussel
Tel . : +32 (0)2 289 2 1 1 1 Fax.: +32 (0)2 289 21 1 2
Inlichtingen betreffende dit onderwerp kunnen bekomen worden bij: Frederik Van Wonterghem (email:
[email protected] )
Tel.: + 3 2 (0)2 289 2 0 8 2
Brussel, 20 10- 10-18 federaal agentschap voor nucleaire controle
f
;
D epartement Inrichti ngen en Afva l ,Dienst N u cleaire Basisi n ri chti ngen
�
[Ministerie va n ELI (voorheen VROM) T.a .v. Taakveld Strraling Directie Risicobeleid Mevrouw Anneke van Limborgh [Rijnstraat 8 - Postbus 30945 2500 GX Den Haag Nederland !
61- L\."1 �
Uw bericht van
Uw kenmerk
Ons kenmerk
2010-09-23
!RB/201 025872 !
[2010-10-18-FVW-5-1-51N L
I
Bij lage(n)
Betreft: M ededeling voornemen proced u re m i l ieueffectra pportage nieuwe kerncentrale ERH Advies van het Federaal Agentschap voor N uclea i re Controle in het kader van de grensoverschrijdende m i l ie ueffectrapportage Cc:
Dienst M E R Departement Leefmilieu - Natuur en Energ ie Provinciegouverneur va n de Provincie Oost-Vlaanderen
Geachte, Op 23 september 2010 ontvi ng het Federa a l Agentschap voor Nuclea i re Controle de "Mededel i ng va n het voornemen" tot de bouw va n een nieuwe kerncentra le door E nergy Resources Holdin g BV op de locatie Borssele te Zeela n d . Deze mededeling vormt de beginfase va n de mer-procedure die voor dit project gestart wordt in Nederland . Het bedrijf Energy Resources Holding BV heeft bela ngste l l ing om i n het Nederla ndse Borssele een n ieuwe kerncentra le te bouwen en te exploiteren, op een locatie waa r al sinds 1973 een kerncentra le in werki ng is. Het n ieuwe project betreft een centra le met een elektrisch vermogen va n maxi m a a l 2500 MWe, die één of twee reactoreen heden za l omvatten . Het reactortype staat nog niet vast, maar moet van een beproefd type (3e generatie) zij n . Gezien het g rensoverschrijdend kara kter va n d e potentiële m i l ieueffecten va n deze nieuwe kerncentra le werden het Federaa l Agentscha p voor N ucleaire Controle en de Dienst M ER va n het Vlaams Gewest (Depa rtement Leefm ilieu, N atu ur en Energie) door het m i nisterie va n VROM, n a mens het bevoegd gezag, op de hoogte gebracht va n de ontva ngst van deze " Medede l i n g va n het voornemen" en va n de openbare inspraakprocedure die daa rover vo lgens de Nederl andse regelgevi ng wordt gevoerd . Beide i nsta nties worden i n de gelegenheid gesteld om een reactie te geven over de reikwijdte en het deta i l n ivea u va n het door Energy Resources Holding BV te m a ken m ilie ueffectra pport. Het Federa a l Agentscha p voor N uclea i re Controle heeft a ls opdracht er over te waken dat de bevol ki ng en het leefm i l ieu in Bel gië op een efficiënte manier beschermd worden tege n de geva ren va n ion iserende stra l ingen . Bij de analyse van de "mededel i ng van het voorn emen" Briefwisseling: Ravensteinstraat 36, B-1000 Brussel Inlichtingen betreffende dit onderwerp kunnen bekomen worden bij Frederik Van Wonterghem emai l : frederik.vanwonterghem@fa nc.fgov.be
i20 1 0-1O-18-FVW-5-1-5�NL
Tel . : +32 (0)2 289 21 1 1 Fax: + 3 2 (0)2 289 2 1 12
trel . : +32 (0)2 289 20 82 / 1/3
ROB
FA N C federaal agentschap voor nucleaire contrde
ging de aandacht van het Agentschap dan ook voornamelijk naar de mogelijke radiologische milieueffecten die een impact zouden kunnen hebben in België. Voor de niet-radiologische milieueffecten is de dienst MER van het departement Leefmilieu (Vlaamse overheid) bevoegd en verwijzen wij dan ook naar hun advies. Bij de a nalyse van deze "mededeling van het voornemen" heeft het Agentschap ook rekening gehouden met de aanbeveling 1999/829/Euratom van 6 december 1999 van de Europese Commissie betreffende de toepassing van artikel 37 van het Euratom-Verdrag. Deze aanbeveling bevat een gedetailleerde beschrijving van de gegevens die vereist worden in het kader van de beoordeling van een mogelijke radioactieve besmetting van het water, de bodem of het luchtruim van een andere lidstaat ten gevolge van een nucleaire installatie. Conform artikel 37 van het Euratom-verdrag dient dit project in een latere fase ook aan de Europese Commissie voorgelegd te worden. Op 16 juli 2009 ontving het Federaal Agentschap voor N ucleaire Controle de Startnotitie voor de milieueffectrapportage voor een gelijkaardig project van de firma Delta BV (kerncentrale te Borssele met een maximaal vermogen van 2500 MWe). Over deze startnotitie bracht het Agentschap op 23 september 2009 reeds een advies uit (ref. 31/FVW/09/09/3). De aandachtspunten die h ierbij werden geformuleerd worden, gezien de grote gelijkenis tussen beide projecten, ook in functie van het voornemen van Energy Resources Holding BV gehandhaafd en worden hieronder dan ook integraal hernomen. Bovendien wordt er, gezien het voornemen van Energy Resources Holding BV los staat van dit van Delta Energy BV, op aangedrongen dat in het M ER ook de mogelijke cumulatieve effecten ten gevolge van de aanwezigheid van beide centrales, elk met een maximaal vermogen van 2.500 MWe , zouden worden i ngeschat. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle adviseert om de onderstaande elementen met de nodige diepga ng te onderzoeken in het MER voor een nieuwe kerncentrale van Energy Rersources Holding te Borssele, teneinde te kunnen vaststellen wat de mogelijke 'radiologische' impact zou kunnen zijn op het Belgisch grondgebied . •
•
De radiologische gevolgen voor België van de (vloeibare en atmosferische) lozingen tijdens normaal bedrijf dienen berekend te worden . Voor de meest blootgestelde plaatsen in België dienen de volgende gegevens bepaald te worden : o jaarlijkse gemiddelde activiteitsconcentraties in de l ucht op bodemniveau, o activiteitsconcentraties in oppervlaktewateren o oppervlaktebesmetting De hiermee overeenstem mende jaarlijkse bestralingsniveaus voor de referentiegroep(en) in België dienen bepaald te worden (effectieve dosis voor volwassenen, kinderen en zuigelingen) rekening houdend met alle belangrijke bestralingswegen (zie ook aanbeveling 1999/829/Euratom - bij lage 1 §3 en §4). De radiologische gevolgen voor België van de lozingen als gevolg van ontwerpongevallen dienen berekend te worden. Deze referentieongevallen dienen beschreven te worden in het M ER en de keuze voor deze referentieongevallen dient gemotiveerd te worden . Voor de meest blootgestelde plaatsen in België dienen de volgende gegevens bepaald te worden:
Briefwisseling: Ravensteinstraat 36,
B-1000 Brussel
Inlichtingen betreffende dit onderwerp kunnen bekomen worden bij Frederik Van Wonterghem email :
[email protected]
f2010-1Q-18-FVW-S-1-SiNL
Tel. : Fax:
+32 (0)2 289 21 11 +32 (0)2 289 21 12
rrel. : +32 (0)2 289 20 82 1 2/3
ROB
ANC federaal agentschap V()()f nucleaire controle
maximale concentraties, geïntegreerd over de tijd, van de activiteit in de atmosfeer op bodem niveau, maximale depositie op de bodem (bij droog weer en bij regen) o De hiermee overeenstemmende maximale bestralingsniveaus voor de referentiegroep(en) in België dienen bepaald te worden (effectieve dosis voor volwassenen, kinderen en zuigelingen) rekening houdend met alle belangrijke bestralingswegen (zie ook aanbeveling 1999/829jEuratom - bijlage 1 §6). Voor de evaluatie van de lozingen bij normaal bedrijf of als gevolg van de ontwerpongevallen dient een conservatieve bronterm in rekening gebracht te worden (maximaal vermogen van de reactoreenheid, conservatief type splijtstof (mengoxide splijtstof, gerecycled uranium splijtstof), maximale burnup, . . . ). De verwachte hoeveelheden radioactief afval en gebruikte splijtstoffen als gevolg van de exploitatie van een tweede kerncentrale dienen kwantitatief beschreven te worden . Deze hoeveelheden dienen geëvalueerd te worden ten opzichte van de voorziene verwerkings- en opslagcapaciteiten voor radioactief afval. De mogelijke impact op de bestaande afvalopslagcapaciteit en op de Nederlandse strategie voor het lange termijn beheer van radioactief afval dient bekeken te worden . De impact op de samenwerking met de Belgische autoriteiten inzake nucleaire noodplanning dient beschreven te worden, met specifieke aandacht voor: o de uitwisseling van informatief communicatie bij noodsituaties; o de coördinatie van rampenplannen; De reeds bestaande omgevingstoezichtsprogramma's voor het meten van de radioactiviteit in lucht, bodem, water, voedselketen in de onmiddellijke en ruimere omgeving van de site van Borssele dienen beschreven te worden in het MER. De noodzaak tot aanpassingen of aanvullingen van dit omgevingstoezichtsprogramma dient geëvalueerd te worden . De mobiliteitsaspecten van de te voorziene transportbewegingen van (bestraalde) splijtstofelementen en radioactief afval van en naar de kerncentrale dient beschreven te worden, met specifieke aandacht voor die nucleaire transporten die mogelijk via Belgisch grondgebied gebeuren : routes, frequentie, aantal bewegingen, . . o
Het Agentschap wenst eveneens in de verdere stappen van d e mer-procedure e n de vergunningsprocedure blijvend te worden betrokken. Zo mogelijk vaardigen wij ook graag een vertegenwoordiger af naar de diverse in het kader van deze procedures voorziene overlegmomenten . Hoogachtend,
Briefwisseling: Ravensteinstraat 36, B-1000 Brussel Inlichtingen betreffende dit onderwerp kunnen bekomen worden bij Frederik Van Wonterghem email :
[email protected]
!2010-10-18-FVW-5-1-5�NL
Tel.: +32 (0)2 289 21 11 Fax: +32 (0)2 289 21 12
n-el.: +32 (0)2 289 20 82 1 3/3
R09
K n s V a n d e n Belt Vera ntwoord e l ij k e D i e n s t Lokaal Waterbeheer
V L A A M S E MILI E U M A AT SCHAPPIJ
Afd e l i n g Operationeel W aterbeheer Kon i n g A l bert
11
-
laan 20 bus 1 6
M i n i sterie van E co n m i sche Zaken, L a n d bouw e n I n n ovatlf 1 000 Brussel Postbus 20 1 0 1
F a x . ( 0 2 )553 2 1 0 5
2 500 E C D e n H a a g Nederl and
n .. u w kenmerk
o n s kenmerk
ET MI
WT
1 1 1 7 1 458
20 1 1
M
dossier behandeld door
04 1 0
', , J1 ''' I�
,.l ..;� ,I t:,..
contact via
(02)553 ? 1
b .vogels@vm m . be
B ram Vogels
Tel.
11
Adv ies a a n v raag voor concept-notitie reikwij dte e n deta i l n ivea u voor het p l a n -M E R tweede kerncentra l e B orssele - N ed e rl a n d . A a nvrager: M i n isterie van E c o n o m ische z a k e n , La n d bouw e n In novatie
Geachte
Op uw verzoek werd o nderzocht of de VM M - afd e l i ng O perationeel W a terbe h ee r a k koord k a n gaan m e t d e re i k wijdte e n het d eta i l niveau op basIs waa rv a n het plan-M E R za l word e n opgeste l d . In Vlaa nderen i s de V M M bevoegd voor het g ro nd wate rbeheer e n het be heer van d e o nbevaa rb a re waterlopen van eerste categorie. Het plan voorzi et d e bouw van een tweede kernce ntrale in het S loegebied, De k ernce n tral e wordt voorz ien o p d e rechteroever van de Westersch e l d e . Het plange b ied is aanwasgrond in het g e b i ed va n ' Het S l oe ' , H e t ooste lijk deel van h et ge bied is o ntsta a n door afd a m m i ng van ' H et S l oe ' , Het weste l ij k deel l igt ook d ee l s
in een kreek .
Het p l a ngebied l igt ten oosten va n V l i s s i ng e n en
M i d d e l bu rg , Voor d e koel i n g wordt aa ngegeven dat gewerkt za l worden met een doorstroom koel t n g gebru i k m a k ende van o pperv l a ktewater, e nkel i n d ie n d i t n i e t m ogelij k i s z a l g ewerkt word e n m et hybride koe l torens of koeltore n s m et natu u r l ijke trek . Er wordt bijgevolg tijdens de expl oitatie vooral een i m pact op o p pe rvla ktewater verwacht . Aangaande het gro n d wateraspect wordt aan gegeven dat er enkel b ij de a a n l egwerkzaa m h eden b e m a l ingen zu l l e n p l aatsv i nden . De i m pact va n d e be m a l ingen za l gecontroleerd worde n . Op bas is van d e voorl igge nde i nformatie verwachten we a l s gevolg van de a a n leg- en exploitatiefas e m et betre k k i ng tot het grondwateras pect geen i m pact in V l a a n d ere n . I n de h U i d ige situatie verwachten we
eve n m i n een i m pact op de o n bevaarbare waterlopen va n ee rste categorie d ie door de V M M afd e l i ng Operationeel Waterbeheer in Vl aa nderen worde n beheerd . Het
l ijkt
a a ngewezen
om
b ij
de
beoord e l i n g
op
te
ne m e n
wat
de
i m pact
kan
zij n
op
de
watervoorzi e n i ng e n verontre i n i g i ng van Vlaa m se en grensoversch rijd ende gro ndwaterl ich a m e n i n g e v a l va n erns t/ge cal a m iteiten o p d e kerncentral e .
Milatsch pp('ltlk� let�1 A Van d e Maelestr .I t 96
9320 Erembodegem '
www
...mmbe
ROg 2
De conceptnota wordt voorwa a rd e l ij k
g u nstig geadviseerd i n d i e n de i m pact v a n ca l a m iteiten o p
Vl a a m se en gre n soverschrijdende gro ndwaterl ich a m e n word t beschreve n eve n a. l s. d e im pact o p d e
watervoorziening i n Vl a a n de re n i n g e v a l van �rnstige ca l a m iteit e n .
. Kris Van den Belt
. Vera n twoord e l ijke Dienst Lokaal W a terbeheer
ROg
Ministerie van Economische Zake n ,
Al ..�c >
.e ouradres Po
La ndbouw en I nnovatie
M aLt -1 0
bus 20 1 0 1 2 500 EC D,:>n Haag Directoraa
V M M afd o pe ra t i o n e e l b e h e e r K o n i n g A l b e rt - I J - I a a n 2 0 1 00 0 Brussel BELGIË
genera ! v or
Energie, "Te
E
G KO
èOm
n
Mededlnging
Bezoek d res
Bezuidenhou seweg 30
?
2 59 4 AV Oen Haag Po tadr
Postbus 2 0 10 1
2500 E C Oen Haag Factuuradres
Postbus 1 6 180
2 500 BD Den Haag Overhe ds d ntiftcat enr
0000000 1 00 32 1 4 369000
Dat u m
6 decem b e r 2 0 1 1
Bet reft
I n s p ra a k re i kw ij dte en d e ta i l m i l i e ueffectra p p o rtage tweed e k e rn c e nt ra l e Bo rss e l e
T 070 3 79 89 1 1 (alge meen ) www .r1j overheld. nl/elenl 8 handeld door
mevr. drs. E . M . van Efferrnk
T
Geachte h e er, m e v ro u w ,
F
070 379 7495
070 379 7423
e . m.
[email protected]
D el t a E n ergy B V ( De l t a ) h eeft i n j u n i 2 0 0 9 e e n startnotitie i ng ed i e n d v o o r d e b o u w v a n e e n n i e u we k e rncentra l e i n Bo rsse l e . I n j u n i 20 1 0 z ij n d e r i c h t l ij ne n v o o r h et m i l ie ueffect ra p p o rt ( M E R ) voo r Delta vastg este l d . E n e rg y Resou rces H o l d i ng ( E R H ) heeft i n se pte m be r 2 0 1 0 een mede d e l i ng v a n het voo rn e m e n tot d e bo u w v a n e e n n ie u we kernce n t ra l e o p d e l o catie Bo rssel e
Ons kenm rk
ETM 1 1 1 1 7 1 458 8Ijlage ( n )
2
t e Z e e l a n d i n g ed i e n d . I n a p ri l 2 0 1 1 i s h e t a d vi es i nz a ke d e R e i kwij d te e n het Deta i l n i v e a u voo r h e t m i l i e u effectra p p o rt ( M E R ) v o o r ERH vastgeste l d . Zowel de r i c ht l ij n e n a ls het a d v i e s h e b b e n betre k k i n g o p de o n d e rbo u w i n g van d e verg u n n i n g a a n v ra g e n .
U o ntva n g t d ez e b ri e f o m dat u of u w o rg a n t satie i n een e e rd e r stad i u m o v e r d it o n d e rw e r p o o k p e r b rief g eïn fo rm e e rd bent ( b ij de sta rt n o titie v a n D e l ta e n/of b ij de m ed e d e l i ng van E R H ) . Tev e n s h eeft u o n l a n g s d ezelfde I nfo rmatie p e r e m a i l o n tva n g e n . M et I n g a n g v a n v rij d a g 2 d ece m be r 2 0 1 1 tot en m et d o n d e rd a g 1 2 j a n ua ri 2 0 1 2 l i gt d e ' co ncept notitie rei kwij d te e n deta i l n i ve a u p i a n M E R tweede k e rn ce nt ra l e Bo rss e l e ' t e r i nz a g e 7 • De l o catie v o o r een twee d e ke rnce ntra l e z a l w o rd e n vastg e l eg d i n e e n ( rij k s ) - i n passi n g s p l a n . T e r v o o rbere i d i n g v a n d e k e u z e v a n d e l o ca t i e m o et e e n p i a n M E R word e n o pg este l d . Daa rb ij w o rd e n ( mo g e l ij k e ) m i l i e u effect e n , b ij v o o rbee l d o p l e e fo mg evi n g skwa l i teit ( m e n s ) , g ezo n d he i d , l a nd s c h a p , n a t u u r, b o d e m e n water i n b e e l d g e b ra c h t . I n de 'co ncept n otitie re i k wijdte e n d eta i l n ive a u pia n M E R tweede kernce n t ra l e B o rsse l e ' w o rdt a a n g eg even wel ke a s pect e n op we l ke w ij z e en m et w e l k deta i l n iveau o n d e rzocht w o rd e n v o o r een v o l w a a rd i g e ro l bij d e bes l u itvo rm i n g ove r het ( rij k s) i n pa ss I n g s p l a n .
7 ZIe \\ \\ \\ .bureau-energJeprojccten.nl en ujdens regu l i ere opening lijden (op papier) o p d e vol g ode locaties:
- M tn l sten van EL& l , Bezuidenhoutseweg 30 te D n Haag, T (070) 3 9 9 J 1 ; - I n fomlatiecentrum van de provIncie Zeeland Abdij 6 te Middelburg, T (01 1 8) 63 1 0 - Jemeentehui van Borsele, tenc\ate 1 0 te Heinken zand. T (O l I ) 23 83 3 ; - Gemeentehui \-an Temeuz n, tadhuisplein I te Terneuzen, T (01 1 5) 4S 50 00; - GemeentehUis van Vhs l Ogen. P. Kruger traat 1 te V h ssi ng n T ( 0 1 1 ) 4 70 00; - Bel g i " . gemeentehui
Si nt- Laurein . Dorpsstraat 9 1 JO
t nt-Laurems. T
11;
00-32-2-(0)92 1
7640. Pagina 1 van 2
. 1"
'0 '
ROg
l
Directoraat:generaal voor 7
'
1"�..
7
Energie,\.jêl"ec9m ...e �'" Mededinging
Ons ken mer:k ETM
/ 1 1 1 71458
U kunt hi erop tot en met donderdag 1 2 janua ri 20 1 2 uw z ienswijze ken baar " ma ke n . Voor de w ijze waarQp d it ka n, ve rwijs i k u naar bijgevoegde ken nis�eving . Tevens is een kopie van de n otitie b ijgevoegd bij d eze bri ef. Ik hoop u h ie rmee voldoende te hebben geïnformeerd .
De M i n ister van Econ o m ische Zaken, La ndbouw en In n ovatie, namens deze :
�u
m wer Program m a manager riJ kscoördi natiereg"e li ng
Pagina 2 van
2
T
�
r""'\
- .e�
·ï �
ROg
. '"
1 de�emb 201 1 OftlC. ele
u
tga 'e
an
he
onlOknlk der Nederlanden smet
18 4
K e n n isgev i n g tweede kernce ntral e BorsseJe Inspraak
reikwijdte en
-,
�.
t
+
. ... I
...
t
r
'.:ri/dag 2 daGe l b_r 20 1 1 tot e n m et d o n d e r d a g 1 2 j a n u a r I 20 1 2 hg d e
' c o nce pt notitie 's a rtlloti te'} e inzage 'oor d e rm l ie ueffec rapportag voor e .: n tvve cle e Ilcel1tra e I)P d e est igi ngspl ëla s Bo rssele . E !mieder k. a n n a a r a an e idmg v a n aze s Hrtno f� Pro zi�n s . i!lfj inbrengen
et I n g ang
vall
deta i l m i lie u effectra p p ortage
!j dte ell de aW (h ierna 8 ä nHedwct
H et Er
ais
p roject
ijn
nieu
t tee e
mI
iatiefnemers d i e beide een m ededel ing
van
h e t voornemen te de
bouw
van een
erncen rale ) p.bben l Og diend, te lVeten Delta E ne rgy BV Delta } en Energy Resources
H U I d i n g BV E R H ) . B e i d " mitl atie e n h ebben betre k k i n g o p de waa rborg locatie Borssele,
Belde I ni . a 500 M We ,
leven
v a lfen ond .r de riikscoö rd ll1 tieregehng omdat h e geplande ve rmogen gro
er I S
(Ian
Quorlesn<1ven
Steenoven
M i l i e u eff ectrapp o rtage e n b e s l u itvorm i n g O p de b"s ( ' t o rr:1 i n g over
meer
in oal d�
oca
i t project
IS
de f.jkscoórdmatie rege lillg van toepassi ng . O't h o udt
fe voor een tweede ke rncentra l e zal
lo rd n va stg elegd i n e e n
frijks)
onder
d door de M I n isters van Econom ische Zake n, landbouw e n e n 1 d ieu ( Ie n 1 . I n de Staatscourant van 20 apnl 20 1 1 is reeds I ledede'in!J geda<1 n ta 1 het voorbe re l d ! n g sbesllllt voor de tweede kernce n t ra e Borssel e. Ter v oorberei di n g van dp. keuze v a n de locatIe m o t een m i l ieueffect rapport (MER) worden o pgesteld. Da a rbIj wo r d e n ( mogel :jke! m . iieu ffecten, bIjvoorbeeld op f eefo 9 vlngskwa/i eh ( 1 e ns), g e zond h e : ct , l a n dsch a p, n a U l r . bodem en wa er in b e e l d gebracht z odat deze effe cte n een volwaa rdige rol k u n nen s p e l e n bij (le be l uitvorm i n g . Voor d it TIJ ER wor t de zogenoemde u Îtgebrei de pr o ced u re d o o r1 o p p n i n p a ss i n g s p l a n , d a l wordt v<.l stgest
I
H1QVa re
I E l&1 . e n
VB '
Staatscourant 201 1 nr, 21705
I n fra st ruct u u r
1 december 201 1
ROg
Passende beoordeling Ten b e h o ev e v a n h e t p roject wordt e e n p a s s e n d e beoord e l i n g g e m a a kt, om te beoo rde l e n we l ke g e vo l g e n h t p roject heeft voor N at u r a 2000 g e b i e d en .
Ecologi che hoofds tructuur De voo r ge n o m e n a c t i v i t e i t v i ndt m og e l ijk d e e l s p l aa t s in e e n ge b i e d dat d e e l u i t m a a kt v a n d e eco l o g i s c h e h o ofd st r uct u u r.
Voor n e m e n en start n o titie M e t d e z e k e n n i s g ev i n g t nfo rmeert het bevoeg d g ezag u ove r h e t voo r n e m e n een i np a ss i n gs plan v a st te st e l l e n w a a rv o o r e e n M E R m oe t wo rd e n g e m aa kt . D a a r b ij wordt e e n sta rt n ot i t i e t e r I n z a g e g e l e g d w a a r i n i s a a n g e g ev e n o p we l ke
wijze
het m i l i eu o n d e rz o e k t e r o n d e r b o u w i n g v a n d e l ocat i e k e u z e z a t
wo r d e n u it g evoerd. I n e e n e e r d e r s ta d i u m h eb b e n a l d e sta rt n o t i t i es van b e i d e i n i t i a t i e fn e m e rs Delta, r e s pect i e ve l ij k ERH te r i nzage g e l e g e n .
W a a r k u nt u de
tukken i nzien?
De sta rtnoti t I e voor d i t p roject k u n t u m et ; n g o l1 9 van vrijdag 2 d ece m be r 2 0 1 1 tot e n m e t d on d e rd a g
1 2 j a n ua r i 20 1 2 i nli e n o p www. b u re a u·e n erg i e p rojecte n . n l e n t i j d e n s reg u l i e re o p e n i n gstij d e n ( o p p a p i e r) o p d e vo l g e n d e l oc a t i e s : M i n i s t e r i e va n E L&I, B 1Ll l d e n h o lltseweg 30 te De n H a a g , T ( 07 0 ) 379 89 1 1 ; I n fo r m a t iece n t ru m v a n de p rovincie Zee l a n d, Abdij 6 te M i d d e l b u rg , T ( 0 1 1 8) 63 1 0 1 1 ; G e m e e nte h u i s v a n Bo rse le , Ste n evate 1 0 te H e t n ke ns z a n d , T ( 0 1 1 3) 23 83 83; G e m e e n te h u i s van Te r n e u z e n Sta d h u i s p l e i n 1 te Ter n e u ze n , T ( 0 1 1 5 ) 45 50 00; G e m e e n te h u i s v a n V l i s s i n g e n , P. Krug e rstraat 1 te V l i s s i n g e n , T ( 0 1 1 8) 48 70 00; B e l g i e , g e m e e nt e h u i
S i nt-Lau re i n s , Dorpsstraat 91 in S l n t- La u re i n s, T 00-32-2-(0)921 87 640.
I n formatiebijeenkomst De M i n i s t e r s v a n E L&I en va n l e n M o rg a n Is e re n in s a m e nw erki n g m et Delta en E R H e e n i n l oopavo n d . U b e n t v a n h a rt e w e l k o m o m d a a r v ra g e n t e ste l l e n e n I n form a t i e t e k ri j g e n o v e r h e t p roject e n d e p roced u re . D e L e i n l oo p a vo n d wo rdt g e h o u d e n op: d i n sd a g 20 dece m b e r in Ve rgade r- e n C o n g rescent r u m De S t e n g e , S te n g e p l e i n 1 t e H e i n k e n sza n d . Va n 1 9 . 00 u u r t o 2 1 .00 u u r i s d e z a a l o p e n e n h e e ft u d e m og e l i j k h e i d o m d e i n fo rm atIe m a rkt t e b e z o e e n e n vragen te ste l l e n a a n d e a a n we z i g e m ed e w e r k e rs van d e ove r h e i d, Del t a E n e rg y BV, E n ergy R e s o u rc e s H o l d i n g BV. Ook
IS
het m o g e l i j k om m o n de l i ng Z I e nswijzen op de sta rtnotitie
k e n ba a r t e maken. E r i s g e e n centraa l m o m e n t m e t pre s e n taties of toe l i c ht i n g e n . U k u nt vrij in e n u it l ope n e n d e d iv erse m e d ewerkers s p r e k e n o f d e b ovensta a n d e s t a rt n o t i t i e i nz i e n .
Hoe k u nt u uw zienswijze kenba r
m
en'"
E e n ie d e r k a n m o n de l i n g of sch rifte l i j k rea g e r e n o p d e sta rtn ot i ti e . Tot e n m et d o n d e rd a g 12 J a n u a ri
20 1 2 k u r,
ti
g ericht a a n g e ve n wat n a a r uw m e n i n g moet w o rd e n o n d e rzocht e n op we l k deta I l n i v e a u
d a t m o et g e be u r e n o m bij t e d ra g e n a a n e e n g o e d e besl u itvorm i ng . B e n a d ru k t w o rd t d a t d ez e s a r n o t i t I e a l l ee n i n g aat o p h e t o n d e rz o e k d a t g e d a a n z a l w o r d e n t e r o n d erbouwi n g v a n d e l oc a t i e k lIze v a n u i t d e rij sove rh e i d . Z i en s w i j z e n d i e i n e e n e e rd e r sta d I u m z i j n i n g e d i e n d o p d e sta rtno t i t I e s v a n De l t a, re p ect i e v e l ij k E R H i n za ke h e t voo r n e m e n o m te k o m e n t ot d e bouw va n e e n k e r n c e n t r a l e h o even n u n i e t o p n I e u w te w o rd e n i n g e d i e n d . Uw sch r i fte l ij ke z i e n swijze k u n t u stu re n a a n : Bureau E nergiep r oj ecten I n s praakpu n t Tweede kerncentrale Bors ele Postbus 223 2 250 AE Voorschoten
M o n d e l i n g k u n t u uw z i e n sw i j z e i n b re n g e n d oo r t e be l l e n m et B u re a u E n e rg i eproject e n , T (070) 379 89
7 9 . Z I e n s w I j z e n per e m a i l w o r d e n in deze p roced u re n i et g e accepteerd.
St
at cour
Rl 201 1
nr
21 105
1 december 201 1
,
ROg
..
Wat g eb e u rt er d a a r n a ?
De sta rt not i tIe w o r d t ook voo rgelegd a a n d e betrokken ove r h e d e n ( g e m e e n te n , p rov i ncies, e . d . ) e n a a n d I verse a d v Is e u r s, w a a ro n d e r d e Com m i ss i e v o o r d e m i l ie u effectra ppo rtage . A l l e z i e n sw.jz e n , reacti e s e n a d v i ez e n w o r d e n beke k e n d oo r d e M i n i st e rs va n E L& / e n v a n len M e n ve rwerk I n e e n d efi n itIeve ' n o i t i e re i kwij dte e n d e ta i l ' . Da a ri n wordt vastg e l e g d wel ke i nfo rm atie i n h e M E R o p g e n o m e n d i e nt te word e n . A l s h e t M E R i s afgerond, wordt m e d e o p b a s i s d aarva l') d e Jocatieke u z e voorbe re i d e n e e n o n we rp I n passi n g s p l a n opgeste l d . D' t o n tw e rp · i n p a ss i n g s p l a n z a l s a m e n m e t h e t M E R t e r i n z a g e w o rd e n g e l e g d . H i e ro p k a n e e n i e d e r z i j n zienswijze g ev e n D O t wordt te z ij ne r tijd a a n g e k o n d I g d I n o n d e r a nd e re h U is - a a n - h u i s b l a d e n e n o p www. b u re a u-e n e rg i e p roJecte n . n l . N a d e r e i nformatie
Voo r na d e re i nformatie k u nt u contac opnemen met B u re a u E n e rg i e project e n , T (070) 379 89 7 9 Ook vind u i n form a t i e op www. b u re a u -e n e rg i e p rojecte n . n l .
Staatscourant 201 1 n r 21 705
1 december 201 1
ROg
. PIa n M E R tweede kerncentra le Borssele concept- notitie reikwijdte en detailniveau
R1 0 Vlaamse overheid
Departement Leefm i l i e u , N atu u r e n Ene rg ie Afdel i n g M i l i e u -, Natu u r- e n E nerg iebe l e i d
Bureau Energieprojecten I nspraakpunt Tweede kerncentrale Borssele
Dienst Mer
Postbus 223 N L-2250 AE Voorschoten N ED E RLAN D
Tel . : 02/553 . 8 0 . 79
uw bericht van
6
Kon ing Albert I I-Iaan 20 bus 8
1 000 BRUSSEL Fax : 02/553 . 80 . 75 www . mervlaanderen . be
uw kenmerk
ons kenmerk
vrag en naar I e-mail
telefoonnummer
datum
Felix Florq u in
[email protected] n . be
+32 (0)2 553 80 3 1
1 2 januari 2 0 1 2
Betreft:
bijlagen
L N E/M E R/GO-N L/
december 2 0 1 1
1
In spraak reikwijdte en detail milieueffectrapportage tweede kerncentrale te Borssele. Reactie Vlaams G ewest - Departement Leefmilie u , Natuur en Energie (LN E ) in het kader van grensoverschrijdende milieueffectrapportage
Geachte,
Op
6
decem ber 2 0 1 1 ontving het departement Leefm ilieu, N atuur en Energie de concept notitie voor
de inspraak voor het pian M E R voor een tweede kerncentrale te Borssele. In antwoord h ierop hadden wij vanu it het departement Leefm ilieu , N atuu r en Energ ie van het Vlaamse Gewest g raag het volgende gemeld .
Tot de proced u res voor het planologisch m ogelij k m aken van een nieuwe kerncentrale in het Sloegebied , hoort onder meer de aanpassing van het bestemm ingsplan in de vorm van een inpassingsplan : voor het inpassingsplan m oet een planm .e.r. worden doorlopen.
Momenteel lopen reeds parallel twee in itiatieven voor d e opmaak van een projectM E R in functie van de nodige verg u n n ingsaanvragen . Voor deze beide m il ieueffectrapportages heeft het Vlaamse Gewest, departement Leefmilieu , N atuu r en Energie indertijd een advies bezorgd . Als bij lage gaat ter informatie deze b rief nav de startnotitie van Delta Energy B.V . : gezien de bevoegd heidsverdeling bin nen België hebben de opmerkingen betrekking op de niet-rad iologische effecten op het leefmilieu bin nen het Vlaamse G ewest, het Federale Agentschap voor n ucleaire controle is bevoegd voor de rad iologische effecten op het Belgische g rondgebied .
R1 0 De h u idig e concept-notitie beschrijft de reikwijdte en het detailleringsniveau in functie van d e opmaak van het p i an M E R. H et is ons n iet echt helder o p wel ke wijze d eze verschilt van d e scope van het projectM E R o m d at d e voorl iggende notitie anderzijds aangeeft d at h et pianM E R d ient om de locatiekeuze op lokaal n iveau (binnen h et Sloegebied) te bepalen . Bij de kenn isgeving van de inspraak wordt g e m eld dat zienswij zen d i e zij n ingediend naar aanleiding van de startnotities van Delta, respectievelij k ERH inzake het voornemen om te komen tot de bouw van een kerncentrale niet opn ieuw hoeven te word en inged iend .
De conceptnotitie geeft verde r ook aan d at d e mogelij kheid open l igt dat naderhand d e beide in itiatieven samenkomen tot één in itiatief, wat leidt tot één gecoörd ineerde procedure, inbegrepen één geïntegreerd M ER. Desaln iette m in m enen wij dat ons advies n aar aanleiding van de projectm ilieueffectrapportage ook van dienst kan zij n in functie van d e opmaak van een pianM ER.
Het Vlaamse gewest, departement L N E , wenst van d e verdere stappen van d e besluitvorm ing op de hoogte te word en gehou d e n . Hoogachtend, Het afdelingshoofd,
Paul Van S n i ck Algemeen d i recte r Afd e l i n g s h oofd AM N E B
Kopie aan: de Gouverneur van de provincie Oost- Vlaanderen, Provinciehuis, Gouvernementstraat 1, 9000 Gent; FederaalAgentschap voor Nucleaire Controle, t. a. v. dhr. Frederik Van Wonterghem, Ravensteinstraat 36, 1 000 Brussel.
Vlaamse overheid
::J.�
R1 0
� Departement Leefmilieu, Natuur en Energie
AANGETEKEND
�fdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid
M i nisterie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Mil ieubeheer (VROM) Di rectoraat-Generaal Milieu Directie Risicobeleid / I PC645 Postbus 30945 NL - 2500 GX Den Haag N EDERLAN D
Dienst Mer Koning Albert I I-Iaan 20 bus 8
1 000 BRUSSEL Tel . : 021553.80.79 Fax : 02/553.80.75 www. mervlaanderen.be
u w bericht van
uw kenmerk
1 6 juli 2009
RB/2009047365
vragen naar I e-mail Sarah De Munck sarah .demunck @ lne.vlaanderen.be
telefoonnummer +32 (0)2 553 03 80
Francis Van den Noortgaete Francis. vandennoortgaete @ Ine. vlaanderen .be
+32 (0)2 553 71 88
Betreft:
ons kenmerk LN E/M ER/GO- N L KC Borssele/09.
bijlagen -
datum
21 september 2009
Startnotitie M i l ieueffectrapportage Tweede Kerncentrale Borssele (Nederland) Nederlandse Wet m i lieubeheer advisering Vlaams Gewest - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) i n het kader van grensoverschrijdende milieueffectrapportage
G eachte,
M iddels uw schrijven met in rand vermeld kenmerk meldde u het voornemen van Delta Energy B.V. een milieueffectrapport op te stellen met betrekking tot een tweede kerncentrale te Borssele, als noodzakelijk element bij d iverse vergunningsaanvragen volgens Nederlands recht.
G ezien het potentiële g rensoverschrijdende karakter van de m ilieueffecten tengevolge van d it project, werd de dienst Mer van het Departement Leefmilieu, Natuu r en Energie (LNE), naast het Federaal Agentschap voor N ucleaire Controle (FANC), door het m inisterie van VROM aanzien als 'wettelij k adviseur' op basis van d e N ederlandse Wet milieubeheer (artikel 7. 1 4) .
H et Departement Leefm ilieu, Natuur en Energ ie - dienst Mer i s , a l s deel van de Vlaamse Overheid, bevoegd voor de advisering en beoordeling van de n iet-radiologische effecten op het leefm ilieu i n het Vlaamse Gewest. Het Federale Agentschap voor N ucleé!lirè Controle van zijn kant is bevoegd voor de beoordeling van radiologische effecten op het Belgische g rondgebied . Onderstaand advies moet d us binnen deze Belg ische bevoegdheidsverdeling worden gezien en d ient dus ook steeds in combinatie met het advies vanwege het FANC te worden gelezen .
R1 0 Uit de "startnotitie milieueffectrapport tweede kerncentrale Borssele" bl ijkt het voornemen van de initiatiefnemer, Delta Energy B.V. , om elektriciteit op te wekken met een opgesteld vermogen van maximaal 2.500 MWe, door middel van de bouw en exploitatie van een kerncentrale (van de 3de generatie, bestaande uit 1 of 2 een heden) op een nader te bepalen terrein van de waarborglocatie Borssele.
Het Vlaamse Gewest vraagt volgende inhoudelij ke elementen en niet-radiologische m ilieuaspecten/ effecten met de nodige diepgang i n het M ER te onderzoeken teneinde vast te kunnen stellen wat de mogelijke bijdragen en/of effecten zijn op het grondgebied van het Vlaamse Gewest.
De besch rijving van de geplande centrale zal, naast de beschrijving van de deelinstallaties van de kerncentrale stricto sensu, ook voldoende aandacht besteden aan alle met deze centrale gelieerde randinstallaties, nood- en back-up systemen die op de site zullen worden voorzien (of reeds aanwezig zij n). Ook de emissies hiervan zullen bij de effectinschatting mee in rekening worden gebracht en op significantie g etoetst. Een globale vergelij king met andere mogelij kheden tot het opwekken van elektrische energie (centrale op gas, steenkool , mogelijkheden m .b.t. wind, water of zonne-energie, . . . ) zal worden gemaakt. Zo bepaalde van deze alternatieven economisch-technisch haalbaar zij n , zullen de verwachte emissies per geproduceerd kWh en (globqle) effecten van deze alternatieven ten opzichte van elkaar worden vergeleken. Zo bepaalde uitvoeringsalternatieven wat betreft de keuze van reactortype (en bijhorende rand- en neveninstallaties) aanleiding geven tot verschillen in niet-radiologische emissies en/of effecten, zullen deze volwaard ig mee in het MER worden beschreven en geëvalueerd. Een d u idelij k overzicht van de eventuele voorstud ies in functie van de keuze voor Borssele als locatie voor deze nieuwe centrale zal i n het M E R worden gegeven, met i nbegrip van de historiek/argumentatie waardoor tot de voorgestelde locatiekeuze werd gekomen. I ndien zou blijken dat er aanzienlij ke grensoverschrijdende milieueffecten op het grondgebied van het Vlaamse G ewest te verwachten zij n die n iet voldoende kunnen worden gem i lderd, dan zal het locatieaspect met bijpassende diepgang in het M E R worden behandeld, d it met het oog op het milderen of wegnemen van dit aanzienlij ke effect. De effectbespreking in de geplande situatie zal de bestaande kerncentrale te Borssele integraal m ee besch rijven en bij de effectbespreking volwaardig mee in rekening brengen, en dit zowel i n d e effectbeschrijving van de referentiesituatie (huidige s ituatie) als de geplande situatie ( i n d e startnotitie aangeduid als 'voorgenomen activiteit') . Gesproken wordt van een 'maximaal' elektrisch vermogen van 2 .500 MWe. Dit zal i n het M E R als maximalistisch/worst-case scenario worden doorgerekend, ongeacht of later mogelijk gekozen zou worden voor een i nstallatié met lager vermogen. Elke bijdrage van de geplande installatie/activiteit aan imm issiewaarden en/of milieueffecten op het grondgebied van ,het Vlaams Gewest zal worden afgetoetst aan de toepasselijke Vlaamse (of desgevallend Belg ische) norm(en) terzake.
,�
,
R1 0
.-
De l uchtemissies (verbrandingsgassen , fijn stof) ten gevolge van hulp- en backupinstallaties (generatoren, stoomketels, . . . ) en hun mogelij ke impact zullen worden meegerekend e n gemodelleerd. Mogelijke (eco)toxicologische effecten ten gevolge van de depositie van bepaalde stoffen via d e lucht zullen, ook wat betreft hun mogelij ke niet-rad iologische impact, worden beschreven . Alle uitvoeringsalternatieven met betrekking tot het aspect koeling, waaronder de optie via koelto rens, via condensor en eventuele andere (sub)opties of hybride systemen zullen ten g ronde worden toegelicht, gelij kwaardig op effecten worden geëval ueerd en onderling vergeleken. Hierbij zullen effecten op de waterkwaliteit (zowel thermische impact als overige fysico-chemische impact) en hieruit mogelij k resulterende effecten op de mens (via diverse mogelij ke blootstellingsroutes) en op fauna en flora (in casu de ecologie van de Westerschelde en haar getijde- en oeverg ebieden, met bijzondere aandacht voor kwetsbare en bijzonder beschermde soorten, habitats en waardevolle gebieden) worden bestudeerd. De i nvloedssfeer van de koelwaterlozing zal in kaart worden gebracht met aangepast� modellen, rekening houdend met de fysisch-geografische eigenheid en de stromingskarakteristieken van de Westerschelde. De cumulatie met alle andere aanwezige koelwaterlozingen met thermische impact binnen deze invloedssfeer zal eveneens worden bestudeerd in de modellering en effectbepaling. H ierbij zal zowel de huidige als de toekomstige totale therm ische belasting van de Westerschelde (waarbij voor de voorgenomen activiteit te Borssele het maximale scenario van 2.500 MWe wordt meegerekend) worden berekend en geëvalueerd op mogelijke effecten . Aandacht zal u itgaan naar zowel korte, middellange als lange termijngevolgen. De invloed van deze geplande installatie op vogelmigratieroutes zal worden geëvalueerd . D e reikwijdte van d e geluidseffecten e n d e t e verwachten geluidsniveaus ter hoogte van d e g rens met BelgiëNlaanderen zullen worden bepaald en getoetst aan de toepasselijke Vlaamse normen, en d it zowel wat betreft de aan leg- als de eigenlijke exploitatiefase. Wat de landschappelij k / visuele impact betreft zullen visualisaties worden gemaakt waarbij d e zichtbaarheid vanaf diverse relevante g renspu nten met BelgiëNlaanderen zal worden gesimuleerd, en d it voor alle onderzochte uitvoeringsalternatieven (koeltorens, condensor, . . . ) en zowel tijdens dag- als nachtperiode. De mobiliteitsaspecten van de te voorziene transportbewegingen (aanleg- e n exploitatiefase: aanvoer brandstof en h ulpstoffen, afvoer afvalstoffen) zullen u itgebreid worden beschreven (routes, frequentie, aantal bewegingen, bijdrage ten opzichte van de capaciteit en de h uidige verzadigingsgraad van de ontvangende wegen, . . . ) . Ook hierbij zal onderscheid worden gemaakt tussen de diverse mogelij ke uitvoeringsalternatieven (waaronder onder meer de diversificatieopties met betrekking tot de ingezette brandstof, de diverse opties met betre kkin g tot afvoer en verwerking/opwerking afval, . . . ) . Naast de evaluatie van bovenst�ande effecten bij 'normaal bedrijf' zal o o k telkens worden nagegaan i n hoeverre incidentele situaties aanleiding kunnen geven tot n iet-radiologische effecten . Deze zul len volwaardig i n het MER mee worden beschreven en geëvalueerd .
R1 0 Het Vlaamse Gewest, departement LNE wenst in de verdere stappen van m.e.r.- en vergunningsprocedure blijvend te worden betrbkken. Zo mogelij k vaardigen wij ook g raag een vertegenwoordiger af naar de diverse i n het kader van deze procedu res voorziene overlegmomenten .
Hoogachtend,
Paul Van Snick Algemeen Directeu r Afdelingshoofd Milieu-, Natuu r- e n Energiebeleid (AM N EB)
kopie aan: de Gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen, Provinciehuis, Gouvernementstraat 1, 9000 Gent; FederaalAgentschap voor Nucleaire Controle, Ravensteinstraat 36, 1 000 Brt/sse/.
, -'
...
R1 1
1
E
T
I
VLISSINGEN M i n isterie van Economische Zaken , Landbouw e n I nnovatie D i rectoraat-generaal voor Energie, Telecom e n M eded inging Aan mevrouw E . M . van Efferink Postbus 20 1 0 1 2500 EC Den Haag
UW
ONS K E N M E R
DAT UM
BEZOEKADRES
T E L E FOON
BIJLAGEN
Pau l Krugerstraat 1
0 1 1 8-487 1 6 5
UW KENM RK
R I r VAN
0 1 dece mber 20 1 1
ETM 1 1 1 1 56922
B
HAND
LO DOOR
R . Bakker OND RW RP
Reactie startnotitie tweede kerncentra le Borssele
Geachte mevrouw Va n Efferi n k , Op 2 dece m ber j l . hebben wij een brief ontvangen van het M i nisterie van Economische Zake n , La n d bo uw e n I nnovatie met als onderwerp ' Raadplegi ng bestuursorg a nen over concept notitie reikwijd te en deta i l n iveau voor het pia n M E R voor een tweede kerncentrale i n Borssele'. Bij de b rief is d e ' concept-notitie rei kwij d te e n deta i l n ivea u PIa n M E R tweede kern centra le Borssele' ( h ierna : start notitie) gevoegd . In d e brief verzoekt u ons b ij voorkeur voor 1 2 j a nuari 20 1 2 , maar Uite rlijk op 8 februari 20 1 2 te reageren op d e sta rtnotitie.
J> _
z-=
0=
In de sta rtnotitie I S aangegeven op wel ke wijze het m i l Ieuond erzoek ter onderbouwin g van de locatiekeuze voor een tweede kerncentrale binnen de waa rborg locatie Borssele za l worden u itgevoerd . Ten aanzien van een eerd e re versie van de sta rtnotitie hebben wij aandacht gevraagd voor de gevolgen voor de Westerschelde Conta iner Term i n a l (WCT) e n d e i npasbaarheid va n eventuele koeltore n s . U it de startnotitie blijkt d a t . i n de op t e stel le n PIa n M E R , op adeq uate wijze aandacht besteed za l worden a a n d eze a s pecte n . W ij hebben dan ook geen i nhoudelij ke opmerk ingen op d e in d e startnotitie beschreven werkwijze . Voor nadere i nformatie over het bove nstaande, kunt u contact opnemen met de hee r R . Bakker H ij i s telefonisch t e bereiken o p 0 1 1 8-487 1 6 5 of via het volgende emailadre s : é
0= 0=
o --=...
Hoogachten d ,
-
N
-
-
.....::.. 0'1 _
...
m=
burgemee ter e n wethouders van Vlissingen, de bur:gemeester,
de secretaris
-
N
-
tt =
/ d r . Ir. J . J, va n Houdt
drs. R . H . Roep
P O S T B U S 3000 4380 GV VL ISSINGEN T E LE FOON 0 1 1 8 487000 E M A I L G
ME N T
VLISSINGEN NL
FAX 0 1 1 8 ·4 1 02 1 8 BANKR LAT I S AB NfA MRO 48 4 3 25 450 BNG 28 50 08 889 IBAN NL 3� BNGH028"00888
B IC . B NGHNL2G
R1 2
•
Provincie Zeeland
Gedep uteerde Sta ten
M l n lstene v a n E L & I
Postbus 2 04 0 1 2 50 0 EK D E N H AAG
1 2 0025 1 7
ons k nmerk
R U imte riJ I 'IHlltield d Ir cl
A D njgers
(0 1 1 8 ) 6 3 1 936
I k: c;numn' r
ondt: \ol, " ,
Advies PCO
... =
--- (/) -
0:= > ::..z-
v >'lon
r
- 6
n
EB. 2D 12
Iddelburg
31 j a n u a r i 2 0 1 2
0= ... -
-
0= 0--= 0 -=
-
---1\) -
0> =
�=
I\) � -
0> =
.=
Geachte min i ster , H ie rbij gelelden W I J met o n z e i nstemm i n g z o a l s toegezeg d a a n d e l eden v a n de P rovinciale Sta ten a a n duur ; Id d J Vlt�
dil
d t r ,v V l l iclöle
COn"liiSSle Ol ,igev l lîgsb81c,0
G O/ ei d e I I ot,t,é
reik :,iijdt0
é li
u
Dcta i liÎ iV�é..: \..
Tweede Kerncentra le Borssele WIJ p laatsen biJ dit adVies een k a n tteken i n g dat het p leidooI om doorstroomkoe l I n g en l uch tkoe l i n g I n de M E R tegel ij k e rtijd te beZ ie n n ie t
behoort te worden opgevat a ls zou GS van Zee l a n d geen voor k e u r h le n n
hebben Wij volgen daann voo ra l s n og de voorke u r van Delta voor doorstroomkoe l t n g . :> Daarnaast bre n g e n W IJ de wen s U i t PS over, met onze I n stemmi n g , om I n h et M E R het p u n t van C O reduct ie van kernenerg ie te o n derbouwe n va n u it de gehele keten van bra n dstofw i n n i n g tot afva l o p s l a g WIJ g a a n er va n u it d a t u . con fo rm uw eerdere o pste l l i n g , bereid b e n t deze n a g ekomen reactie n o g b i J uw verdere procedu re te betrek ken
H oog achte n d . gede p u teerde staten ,
� ,...J
, voo rz i tter
, secret a n s
PrOVinciehUIS AbdIJ Postbus
6001
6
4330 LA Middelburg
MIddelburg
T: (01 1 8) . 6310 1 1 F: (01 1 8) . 626949
www.zeeland. nl
•
l;.
. . .,
�
R1 2
.b -' I
tV IV 0
�
IV
Advies Provinciale Commissie Omgevingsbeleid m.b.t PIanMER tweede kemceotrale BorS.ele, N�titie Reikwijdte en Detailniveau De Provinciale Commissie Omgevingsbeleid (PCO) brengt een advies uit op hoofdlijnen over de Nota Reikwijdte en Detailn.iveau� waarin zij een positie k�st noch voor en noch tegen kernenergie. Zij wil de aandacht vestigen op enkele �ken die zij van belang vindt om juist in het kader van een . . . milieueffe�trapport (M�R) inzictltèlijk te mal.<en. Hierrriee wordt voorkomen dat er lac�nes en onduidelijkheden optreden in ·ken�is over de effecten van het voornemen die de PCO van belang acht. De PCO adviseert de volgende vier overwe�i�geri in ·het MER mee tê nemen: ,.
2.
3.
4.
Minimale locatieoppeni/aKte
De PCO acht het van belang. om een ev�ntueel alternatief van koeltorens op een realistische wijze in de afweg,ng mee te nemen. Gelet op de mogelijke risico's voor de ecologie van de Westerschelde·door het kQelwater, stelt"de PCO dat een alternatief van koeltorens als . volwaardige variánt van�f h�t tiegin meegenomen dient te worden. ,Doorstroomkoeling wordt thans In de nottlie rei�jdte·,en 'detanni�au a� uitgangspunt genomen. . lo, ls en. koello,ens:met natuurlijke 'trek -oe -peO -acht ftet zaak val ialltel, met .hybricte''Iroelel van�f het begin volWaardig mee te nemen in het MER, en ook rekening te houden met het daarvoor: benodigde ruimtebesIag (oftewel, de 'footprinf van dergelijke . alternatieven). Cumulatieve è�ten Sloegebied
In het Sloegebied kan sprake zijn van cumulatieve effecten, omdat er reeds een aantal radioactieve --bronnen ·m .het .gebied aanwezig �s, te weten: -Covra. -Kerncentrale. Ther-mphos -en Heer ema. Daarom ,acht de peO h,t van belang 9a:Tl in het MER in bee.1d te brengen wat de mogelijke risico's van de geèumuleerde blootstelJingzijn voor menSenidie in hefSloegebied werken en voor inwoners in de directe omgeving daarVan. Hoogwaterveiligheid
Speciale aandacht wordt gevraa�d voor het pers,pedief van hoo,gwaterveiligheid in het MER. De m.�t�lQ..C8ties �ie bezielJ �rderJ �ij� nam�lijk buitendijks gelegen. Een kerncentrale in vol bedrijf kent daarbij andere risico's dan een opslagfaciliteit van kernafval. Hoewel dit aspect in de n�titie reikwijdte en detailniveau wordt on'derkend is de verwijzing naar de oplosbaarheid met mitigerende· maatregelen v�or de PCO' n��t voldoende. Nog afgezien van de kosten die dit met zich brengt kan ook de ber:eikbaafheid van een centrale in· het geding zijn. De peo acht het zaak dat het MER hierop uitvoerig ingaat. Onderbouwing kernenergie als overbrugging naar duurzaamheid
De PCO �t het gewenst dat de·inzet van kernenergie als overbrugging naar duurzaamheid in het M.ER niet àlleen benoemd, maar ook ,nader onderbouwd en verduidelijkt ,wordt. Dit vanwege de mogelijke impli�ties voor. eet:' duurzame energieopwekking en de ruimtelijke' impact van een tweede kemeentfSle.
De PCO, overwegende dat de verantwoordelijkheid van vergunningverlening en ruimtelijke inpassing op het gebied van kernenergie primair· bij het Rijk ligt, verzoekt u. om haar advi� op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau bij de PIanMER tweede kemcentrale Borssele naar de bevoegde instanties in Den Haag door te geleiden.
R13
Alle briefwiSseling te richten aan het college van burgemeester cn
SW/EMA
schepenen, Grote Markt 1, 2000 Antwerpen I .
Mini sterie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Dlrectoraat-generaal voor Energie, Telecom en Mededinging Ter attentie van mevr. Drs. E.M. van Efferink Postbus 20 1 0 1 2500 EC Den Haag Nederland
L
uw bericbt van
uw kenmerk
ons kenmerk
Datum
2 maart 20 1 2 vragen naar Jan Bel
telefoon
Fax
GSM
+32 3 33 8 36 86
+32 3 33 8 20 30
+
32 3 491 35 56 33
jan . bel @stad.antwerpen.be
Negatief advies in verband met het pianMER voor de bouw van een tweede kerncentrale in Borssele
Geachte heer/mevrouw Naar aanleiding van het voornemen om een bijkomende kerncentrale te bouwen in het Nederlandse Borssele heeft de administratie van Vlaams minister voor leefmilieu, Joke Schauvliege, Antwerpen en zes andere gemeenten van de plannen op de hoogte gebracht. In het planMER wordt expliciet aangegeven dat de site van Borssele geschikt is, omdat de bevolkingsaantaJlen en de aantallen kwetsbare objecten binnen een straal van 5 km gering zijn. Het stadsbestuur van Antwerpen stemt in met het besluit uit 1 99 1 van de Commissie voor Infonnatie en OnderL:oek inzake Nucleaire Veiligheid, dat het niet wenselijk is dergelijke centrales te installeren op minder dan 30 kilometer van een grote stad of een stedelijke agglomeratie. Om deze reden wordt het voornemen om een tweede kerncentrale in het Nederlandse Borssele, dichtbij Antwerpen te bouwen, negatief geadviseerd. Met de meeste hoogachting Namens het college van burgemeester en schepenen de stadssecretaris
de burgemeester
RoeI Verhaert
,"
�-
1
STAD ANTWERPEN
2000 Antwerpen
[email protected]:rpen.be
Grote Markt 1
-