No title

Nieuwbouw BMV aan het Nassauplein te Grathem, gem. Leudal Betreft

Geohydrologisch onderzoek

Opdrachtnummer

VH-5775-B

Document

VH-5775-B-01

Opdrachtgever

Gemeente Leudal Postbus 3008 36093 ZG Leudal

Contactbedrijf

Bouwaccent b.v. Postbus 167 5580 AD Waalre

Opgesteld door Gezien Status Codering

: : : :

Ing. H.A.M. Bardoel Ir. G. Jessen Definitief GH

Datum rapport

:

1 december 2010

INPIJN-BLOKPOEL ingenieursbureau Postbus 94, 5690 AB Son T 0499 - 47 17 92

Paraaf : Paraaf :

Tevens vestigingen: Hoofddorp T 023 - 565 58 78 Sliedrecht T 0184 - 61 80 10

Opdracht : VH-5775-B Project : Nieuwbouw BMV aan het Nassauplein Plaats : Grathem, gem. Leudal

INHOUDSOPGAVE 1.

INLEIDING ........................................................................................................................................ 1

2.

PROJECTOMSCHRIJVING ............................................................................................................. 1

3.

ONDERZOEK ................................................................................................................................... 2

3.1 3.2 3.3 4.

BORINGEN ....................................................................................................................................... 2 PROEVEN T.B.V. HET METEN VAN DE DOORLATENDHEID ...................................................................... 2 W ATERPASSING ............................................................................................................................... 2 BODEMOPBOUW EN GEOHYDROLOGIE ..................................................................................... 3

4.1 HOOGTELIGGING MAAIVELD .............................................................................................................. 3 4.2 BESCHRIJVING BODEMOPBOUW ........................................................................................................ 3 4.3 HYDROLOGIE ................................................................................................................................... 3 4.3.1 Waterstanden op locatie ........................................................................................................ 3 4.3.2 Waterstanden in de omgeving ............................................................................................... 3 4.3.3 Doorlatendheden .................................................................................................................... 4 5.

BEOORDELING INFILTRATIEMOGELIJKHEDEN ......................................................................... 5

BIJLAGEN: A. Situatietekening B. Boorstaten C. Doorlatendheidsmetingen D. Verklaring codering E. Waterpasstaat

VERZENDLIJST 3 x Bouwaccent b.v. te Waalre t.a.v. Dhr. G. Theuws



Blz. 1 Opdracht : VH-5775-B Document: VH-5775-B-01 Project : Infiltratie-onderzoek voor BMV aan het Nassauplein Plaats : Grathem, gem. Leudal

1.

INLEIDING

Op verzoek van de Gemeente Leudal is ten behoeve van het project “Nieuwbouw BMV aan het Nassauplein te Grathem, gem. Leudal" een aanvullend geohydrologisch onderzoek uitgevoerd. Het geohydrologisch onderzoek heeft tot doel de relevante bodemparameters te bepalen teneinde de mogelijkheden van infiltratie en retentie van hemelwater op de locatie vast te stellen en de opdrachtgever te faciliteren om eventuele infiltratie- en/of retentievoorzieningen te dimensioneren. Op de projectlocatie is door ons bureau in maart 2010 reeds een Geohydrologisch onderzoek uitgevoerd (rapportnr. VH-5775-A-01; d.d. 12 maart 2010). Onderhavige rapportage kan derhalve gezien worden als aanvulling op het in maart uitgevoerde onderzoek.

2.

PROJECTOMSCHRIJVING

Het plan omvat de nieuwbouw van een BMV. De bouw bestaat uit 1-lagig gebouw. In het ontwerp is onder de nieuwbouw een gedeeltelijke onderkeldering opgenomen. Het niet-onderkelderde gedeelte wordt niet van kruipruimten voorzien. Het begane grondpeil van de nieuwbouw is aangenomen op 28,8 m+ NAP. Het aanlegniveau van de fundering bedraagt dan ca. 28,0 m+ NAP. Voor de kelder is op basis van de aangeleverde informatie uitgegaan van een aanlegniveau van 3,2 m- bouwpeil ofwel ca. 25,6 m+ NAP De nieuwbouw zal op staal worden gefundeerd waarbij grondverbetering is vereist. Het infiltratieplan is nog niet bekend. Geadviseerd wordt de in het bouwplan vermeldde uitgangspunten te verifiëren.




3. 3.1

ONDERZOEK Boringen

Om inzicht te krijgen in de opbouw en samenstelling van de diverse afzettingen zijn ten behoeve van het geohydrologisch onderzoek verdeeld over het Nassauplein 3 boringen uitgevoerd tot een diepte van ca. 3,2 meter en één boring tot 5 meter welke is afgewerkt met een peilbuis. Tijdens de boorwerkzaamheden is het bodemmateriaal lithologisch onderzocht en bemonsterd. Bij het lithologisch onderzoek worden de grondsoorten geclassificeerd volgens NEN-5104. De boorstaten zijn uitgetekend ten opzichte van NAP. Voor de boorprofielen wordt verwezen naar bijlage B; de locatie van de boringen is aangegeven op de situatietekening SIT-01 bijlage A. 3.2

Proeven t.b.v. het meten van de doorlatendheid

Om de doorlatendheid van de bodem te bepalen, zijn een 4-tal putproeven uitgevoerd. Deze zijn genummerd B07 t/m B010 en in de bijlage C gepresenteerd. De proeven zijn boven het grondwaterniveau uitgevoerd wat op 17 november is vastgesteld op 4,20 m minus maaiveld. De doorlatendheid is gemeten van het niet-verstoorde profiel. Het beproefde traject is ca. 2,2 tot 3,2 m- maaiveld. Er wordt als volgt te werk gegaan. Allereerst wordt een gat geboord tot in de te beproeven laag. Vervolgens wordt in het boorgat de apparatuur geplaatst voor de bepaling van de waterdoorlatendheid. Daarna wordt er water in het boorgat gepompt en gemeten hoe snel het water wegstroomt. Bij deze zogenaamde omgekeerde boorgatenmethode (de Porchet-methode) wordt onder gestandaardiseerde omstandigheden de daling van het waterpeil gemeten per tijdsinterval van 30 seconde. Daarna kan met de verkregen veldgegevens de doorlatendheid van de laag worden berekend. Per boorgat is 1 meetsessie uitgevoerd. Van deze meetsessie is de doorlatendheid bepaald. De bodem rondom het boorgat zal voldoende verzadigd moeten zijn, om een goede indruk te verkrijgen van de doorlatendheid. De resultaten zijn gepresenteerd in de bijlage C. De doorlatendheid van de bodem is afhankelijk van het bodemmateriaal, de structuur en de bodemopbouw. 3.3

Waterpassing

De hoogte van het maaiveld ter plaatse van de onderzoekspunten is door middel van een waterpassing ingemeten ten opzichte van NAP. Hierbij is uitgegaan van put I waarvan de NAPhoogte bekend is. Voor de resultaten van de hoogtemetingen wordt verwezen naar de waterpasstaat bijlage E.




4. 4.1

BODEMOPBOUW EN GEOHYDROLOGIE Hoogteligging maaiveld

De hoogte van het maaiveld ter plaatse van de onderzoekspunten varieert van 28,1 m+ tot 28,3 m+ NAP. Voor meer informatie over de hoogteligging wordt verwezen naar de waterpasstaat bijlage E. 4.2

Beschrijving bodemopbouw

De bodemlaag tot 3,2 m- maaiveld bestaat ter plaatse van de projectlocatie uit matig tot zwak siltig, fijn zand. Onder deze toplaag zijn tot ca. 14,5 m+ NAP overwegend matig vast tot vaste zandlagen aanwezig. De diepere lagen tot de maximaal verkende diepte bestaan uit vastgepakte zandgrindafzettingen. 4.3 4.3.1

Hydrologie Waterstanden op locatie

Ten tijde van het onderzoek in maart 2010 grondwaterstand ingemeten op een niveau van ca. 2,15 m- maaiveld hetgeen overeenkomt met ca. 26,0 m+ NAP. Nu is de grondwaterstand aangetroffen op een niveau van 4,20 m- maaiveld hetgeen overeenkomt met ca. 24,22 m+ NAP. Deze grondwaterstand is beduidend lager dan de eerder gemeten waterstanden in maart 2010. Om deze grote fluctuatie in de grondwaterstand te kunnen meten is de peilbuis geplaatst. Wij wijzen erop dat deze waarnemingen momentopnamen zijn en dat onder invloed van seizoensafhankelijke factoren grotere fluctuaties mogelijk zijn. In verband met de aanwezigheid van slecht waterdoorlatende leemlagen, dient ook rekening te worden gehouden met het feit dat lokaal en tijdelijk hogere grondwaterstanden kunnen optreden doordat gedurende natte perioden neerslag boven deze lagen stagneert (zogenaamde schijngrondwaterspiegels). 4.3.2

Waterstanden in de omgeving

Ten behoeve van het vorige Geohydrologisch onderzoek zijn de langjarige grondwaterstand meetgegevens welke op relatief grote afstand (>400 m) van de onderzoekslocatie opgevraagd bij TNO. Deze TNO-peilbuisgegevens dienen dan ook ter indicatie van de werkelijke freatische grondwaterstand op de onderzoekslocatie. Op basis van de verkleuring van de grondslag bij de boringen (geoxideerde zone, roestverschijnselen en gereduceerde grijze zone) en de TNOmetingen, zijn de gemiddeld laagste en gemiddeld hoogste grondwaterstand geschat op 24,25 m+ en 25,25 m+ NAP. De maximale waterstand is via interpolatie ingeschat op ca. 26,0 m+ NAP.




4.3.3

Doorlatendheden

Op grond van de infiltratieproeven zijn de doorlatendheden van de beproefde lagen berekend. De uitkomsten van de berekeningen van de doorlatendheid zijn in de tabel 1 weergegeven. Het betreft de range van de gemeten doorlatendheden. Tabel 1. Gemeten doorlatendheden in situ

Boring B-07 B-08 B-09 B-10

Traject (m- maaiveld) 2,2 – 3,2 2,2 – 3,2 2,2 – 3,2 2,2 – 3,2

Grondsoort Zeer fijn zand, zwak siltig Matig fijn zand, zwak siltig Matig tot zeer fijn zand, zwak siltig en kleiig Zeer fijn zand, zwak siltig en deels kleiig

Doorlatendheid (m/d) 3,37 1,38 0,44 2,75

Opmerking Bij de interpretatie en het gebruik van de weergegeven waterdoorlatendheden dient rekening te worden gehouden met de wijze waarop de resultaten zijn vastgesteld. Opgemerkt wordt dat afhankelijk van ondermeer het vochtgehalte in de bodem, de grondwaterspiegel en de gelaagdheid van de bodem, de werkelijke waterdoorlatendheid kan afwijken van de genoemde waarden.




5.

BEOORDELING INFILTRATIEMOGELIJKHEDEN

Voor de dimensionering van een retentie- of infiltratievoorziening wordt vooralsnog uitgegaan van Uitgaande van de richtlijnen “Hemelwater binnen de perceelgrens”, ISSO publicatie 70-1 kan worden gesteld dat infiltratie van neerslagwater interessant is indien: − de doorlatendheid groter is dan 0,4 m/d, − de gemiddeld hoogste grondwaterstand dieper dan > 0,7 meter minus bodem van het infiltratieelement aanwezig is, − het in te leiden neerslagwater niet is verontreinigd. In navolgende tabel 2 zijn de maatgevende doorlatendheden weergeven ter plaatse van de ste boringen. De bodem is geclassificeerd en tevens is weergegeven of de doorlatendheid aan de 1 eis voldoet. Tabel 2: Beoordeling en classificatie infiltratie mogelijkheden op basis van gemeten doorlatendheid

maatgevende doorlatendheid k (m / d)

classificatie doorlatendheid bodem

geschikt voor infiltratie

B-07

3,37

goed

ja

B-08

1,38

goed

ja

B-09

0,44

matig

ja

B-10

2,75

goed

ja

Boring

De doorlatendheid is ook van grote invloed op de leeglooptijd van een infiltratiesysteem. Wij adviseren een maximale leeglooptijd van 24 uur te hanteren om een hoge grondwaterstand door een schijngrondwaterspiegel te voorkomen. Aan de tweede eis kan worden voldaan door 0,7 m boven de grondwaterstand te blijven met het infiltratie element. Dit zou overeenkomen met een niveau van ca. 26,5 m+ NAP. Aan de derde eis kan worden voldaan door alleen het schone regenwater te infiltreren. Voor infiltratie van het water zal een zand- en slibvangsysteem moeten worden aangebracht. Voor infiltratiesystemen geldt verder dat een controleerbaar en reinigbaar systeem de voorkeur verdient. Ter vermindering van de kans op dichtslibben dienen de hemelwaterleidingen te zijn voorzien van bladafscheiders en een slibvang. Hemelwater afkomstig van de bestrating kan in meer of mindere mate verontreinigd zijn. Gebruik van speciale geotextielen biedt de mogelijkheid tot zuivering binnen de voorziening. Bij de aanleg van het systeem moet worden voorkomen, dat door het infiltrerend regenwater wateroverlast bij de aangrenzende gebouwen ontstaat. Ook kan de stabiliteit van de funderingen negatief worden beïnvloed door een verhoogd grondwaterniveau.




Uitgaande van het feit, dat de locatie gemiddeld voldoet aan de gestelde doorlatendheid, zijn de mogelijkheden voor infiltratie globaal als volgt samen te vatten: 1) Open bestrating: een systeem waarbij het afgekoppeld hemelwater via een doorlatende bestrating wordt geborgen en geïnfiltreerd binnen de wegfundering. Een voorbeeld hiervan is het systeem Aquaflow. Het terrein is hiervoor geschikt; wel zal de humushoudende laag moeten worden weggegraven, voordat het oppervlakkige infiltratiesysteem wordt aangebracht. 2) infiltratie in de ondiepe ondergrond. Hierbij valt te denken aan b.v. infiltratie via een greppel, open vijver, wadi, kratten, infiltratiekoffers en/of infiltratieriool. Uitgaande van een maaiveld van 28,3 m+ NAP en een gemiddeld hoogste grondwaterniveau is de zone om deze systemen aan te leggen beperkt tot een diepte van 2,3 m- maaiveld. 3) infiltratie naar de dieper ondergrond. Dit kan middels grindpalen, diepe putten, etc. naar de diepere zand- en/of zandgrindlagen. Indien gewenst kunnen wij een infiltratiesysteem voor U uitwerken.

HBL



Opdracht : Document: Project : Plaats :

VH-5775-A VH-5775-A-01 nieuwbouw BMV aan het Nassauplein Grathem, gem. Leudal

Bijlage A Situatietekening





Bijlage B Boringen



Opdacht: VH-5775-B Project: Infiltratieonderzoek aan het Nassauplein Plaats: Grathem

Boring:

B-07

Boring volgens NEN 5119

Uitvoering op:

17-11-2010

Maaiveldhoogte:

28,29

m t.o.v. N.A.P.

Grondwaterstand:

420

cm - maaiveld

Uitvoering door:

HBN

Classificatie volgens NEN 5104

0,00

Zand, matig fijn, zwak siltig, geel

28,00 0,65

Zand, zeer fijn, kleiïg, bruin 1,20

27,00 1,55

Zand, zeer fijn, kleiïg, grijs Zand, zeer fijn, kleiïg, bruin

26,00 PB-01

2,85 2,95

Zand, zeer fijn, kleiïg, bruin 25,00

Zand, matig fijn, zwak siltig, geel 3,90

Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin 24,00

23,00

5,50

Boring:

B-08


Uitvoering op:

17-11-2010

Maaiveldhoogte:

Uitvoering door:

HBN

Grondwaterstand:

28,23


m t.o.v. N.A.P. cm - maaiveld

0,00

Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruin, (met een weinig takken)

28,00 0,90

27,00

Zand, zeer fijn, zwak siltig, grijs 1,35 1,55 1,70

Zand, zeer fijn, zwak siltig, geel Zand, matig fijn, zwak siltig, geel

26,00

2,35

Zand, matig fijn, zwak siltig, bruin Zand, matig fijn, zwak siltig, bruingeel

25,00 3,50

INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau

Opdacht: VH-5775-B Project: Infiltratieonderzoek aan het Nassauplein Plaats: Grathem

Boring:

B-09


Uitvoering op:

17-11-2010

Maaiveldhoogte:

Uitvoering door:

HBN

28,3

Grondwaterstand:



0,00

Zand, zeer fijn, kleiïg, zwak humeus, bruin

28,00 0,85 1,20

Zand, zeer fijn, zwak siltig, grijs

1,55

Zand, zeer fijn, kleiïg, geel

27,00

Zand, matig fijn, zwak siltig, geel 26,00 2,90

Zand, zeer fijn, kleiïg, geel 25,00

3,50

Boring:

B-10


Uitvoering op:

17-11-2010

Maaiveldhoogte:

Uitvoering door:

HBN

28,1

Grondwaterstand:

28,00

0,00 0,10 0,20



klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, geel

0,85

27,00

1,20

Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruin Zand, zeer fijn, kleiïg, grijs Zand, zeer fijn, zwak siltig, geel

26,00 2,40 2,50 2,80

Klei, zwak zandig, bruingrijs Zand, zeer fijn, kleiïg, bruingrijs

25,00

Zand, zeer fijn, kleiïg, geel 3,50

INPIJN-BLOKPOEL Ingenieursbureau



Bijlage C Doorlatendheidsmetingen



Projektomschrijving: Nassauplein Lokatie: Grathem Boornummer: B09

Opdrachtnr.

VH-5775-B

Formule om de doorlatendheid volgens Porchet te bepalen : kf = 1,15 * r * (log(h0+r/2)-log(h1+r/2))/dt [cm/s]

Hierbij is : h0 = waterhoogte in boorgat op tijdstip t = t0 h1 = waterhoogte in boorgat op tijdstip t = t1 r = boorgatradius dt = verlopen tijd van t = t0 tot t = t1 Onderzoekswaarden Diepte boorgat Standaardhoogte Radiusboorgat Grondwater

D: M: r: W:

320 0 5 420

cm cm cm cm

120

waterspiegelhoogte (cm)

100

80

60

40

20

0 0

500

1000

1500

tijd (sec) meetsessie 1

Meetsessie 1 kf =

0,44 m/dag

2000


Opdrachtnr.

VH-5775-B



D: M: r: W:

320 2 5 420

cm cm cm cm

180 160


140 120 100 80 60 40 20 0 0

200

400

600

800

1000


Meetsessie 1 kf =

9,31 m/dag

meetsessie 2

meetsessie 3

Meetsessie 2 kf =

1,99 m/dag

Meetsessie 3 kf =

1,38 m/dag


Opdrachtnr.

VH-5775-B



D: M: r: W:

320 3 5 420

cm cm cm cm

120


100

80

60

40

20

0 0

100

200

300

400

500

600

700


Meetsessie 1 kf =

7,99 m/dag

meetsessie 2

meetsessie 3

Meetsessie 2 kf =

5,11 m/dag

Meetsessie 3 kf =

3,37 m/dag


Opdrachtnr.

VH-5775-B

800

1000



D: M: r: W:

320 0 5 420

cm cm cm cm

120


100

80

60

40

20

0 0

200

400

600 tijd (sec) meetsessie 1

Meetsessie 1 kf =

4,03 m/dag

Meetsessie 2 kf =

2,75 m/dag

meetsessie 2

1200



Bijlage D Verklaring Codering





Bijlage E Waterpasstaat



WPS-01

Opdracht : VH-5775-B Project : Infiltratie-onderzoek o/h Nassauplein Plaats : Grathem

WATERPASSTAAT Referentiepunt Hoogteligging referentiepunt Locatie referentiepunt Datum meting

: : : :

Put I 28,44 m + NAP zie situatietekening 17-11-2010

B-07 B-08 B-09 B-10

28,29 28,23 28,30 28,10

m m m m

+ NAP + " + " + "

Peilbuis B-07: maaiveld bovenkant stijgbuis 1 grondwaterstand 1 (17-11-10)

28,29 28,26 24,22

m + m + m +

" " "

Let op: Deze waterpasstaat dient om inzicht te geven in de hoogteligging van de meet- en onderzoekspunten ten opzichte van een referentiepunt. De resultaten dienen niet voor andere doeleinden te worden gebruikt.

INPIJN-BLOKPOEL ingenieursbureau Postbus 94 5690 AB Son

Telefoon/Fax: T 0499 - 47 17 92 F 0499 - 47 72 02

No title

Recommend Documents