WIN AAN:
WEBSITE EFFECTIEVE ARBEIDSTOELEIDING
Interventie WIN (Werken in Nederland) Beschrijving van de interventie
Datum beoordeling panel: Datum eerste herziening: Datum tweede herziening:
[03-07-2008] [dd-mm-jjjj] / nvt [dd-mm-jjjj] / nvt
Inhoudsopgave 1
Werkblad: Beschrijving van de interventie...................................................................................... 3 1.1 Toelichting op de naam van de interventie ................................................................................. 3 1.2 Doel van de interventie............................................................................................................... 3 1.3 Doelgroep van de interventie...................................................................................................... 4 1.4 Omschrijving van de interventie................................................................................................. 4 1.4.1 Methodiek............................................................................................................................... 4 1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse ........................................................................... 8 1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak ................................................................ 8 1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging............................................................................... 9 1.5 Beschrijving onderzoek effectiviteit........................................................................................... 9 1.6 Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit ............................................................. 13 1.7 Overige voorwaarden voor toepassing ..................................................................................... 15 1.8 Overige informatie.................................................................................................................... 16
1
Werkblad: Beschrijving van de interventie
1.1
Toelichting op de naam van de interventie
WIN, staat voor Werken In Nederland. De methodiek is ontwikkeld met steun van het Europees Subsidie Fonds EQUAL.
1.2
Doel van de interventie
Hoofddoelstelling van het project WIN is het ontwikkelen van een nieuwe methodiek voor integratie in de samenleving en op de arbeidsmarkt op basis van bestaande bouwstenen d.m.v. de keten- en casemanagementbenadering. Via deze methodiek kunnen oud- en nieuwkomers succesvol integreren in de Nederlandse samenleving en de regionale arbeidsmarkt van de provincies Limburg en Noord-Brabant. De methodiek is conform de uitgangspunten en kaders van het regeringsbeleid en houdt rekening met de komst van het nieuwe inburgeringsstelsel van minister Verdonk in 2006." Subdoelstellingen Kwalitatief: 1. Lokaliseren van overeenkomstige belangen en acties tussen de ketenpartners in plaats van het benadrukken van de verschillen; 2. Stimuleren van de samenwerking in de keten door opzetten van een netwerk dat in gezamenlijkheid de knelpunten die een integrale aanpak in de weg staan, wegnemen; 3. Onderzoek naar en het beschrijven van een overdraagbaar proces waarmee de ketenpartners kunnen samenwerken om integratie te stimuleren en waarbij de eigen verantwoordelijkheid van de oud- of nieuwkomer centraal staat; 4. Ontwikkelen van overdraagbare tools waarmee de gegevens over oud- en nieuwkomers kunnen worden verspreid onder en tussen de ketenpartners; 5. Het zo vroeg mogelijk aanbieden van trajecten (al in de centrale opvang); 6. Trajecten individualiseren naar maatwerk tot de uiterste mogelijkheden; 7. Structurele implementatie van de projectresultaten (oftewel mainstreaming). 8. In het project zal nadrukkelijk aandacht worden geschonken aan participatie door vrouwen opdat ook de gendermainstreaming gegarandeerd is. Kwantitatieve doelstelling: 400 oud- en nieuwkomers uit de provincies Limburg en Noord-Brabant worden voorbereid op de regionale arbeidsmarkt en starten met inburgering 100 oud- en nieuwkomers uit de provincies Limburg en Noord-Brabant beschikken over betaald werk aan het einde van het traject, tenminste drie maanden na afloop van het traject. Toets Theoretisch Effectief Zijn er expliciete doelen geformuleerd?
Ja X
Nee
1.3
Doelgroep van de interventie
Voor wie is de interventie bedoeld? De doelgroep zijn volwassen oud- en nieuwkomers uit Noord-brabant en Limburg die starten met inburgering en uiteindelijk de doelstelling hebben om te werken (doelperspectief arbeid). Prevalentie en spreiding De resultaten van de Wet Inburgering blijven al jaren achter, het gewenste taalniveau wordt in veel gevallen niet behaald en de arbeidsparticipatie van oud- en nieuwkomers ligt beduidend lager dan bij autochtonen. De WIN-pilot is regionaal uitgevoerd, maar de resultaten zijn nationaal verspreid. Indicatie- en contra-indicatiecriteria Inburgering heeft vaak plaats gevonden in leslokalen. Eerst de taal leren en daarna op zoek naar werk was en is een aanname die allang geldt. Het trajecten naar werk zijn hierdoor onnodig erg lang, bieden nauwelijks maatwerk en dit is demotiverend voor de personen in kwestie.
Toets Theoretisch Effectief Ja Bevat de documentatie een definitie van de doelgroep met demografische kenmerken en/of X aard van de problematiek?
1.4
Omschrijving van de interventie
1.4.1 Methodiek De WIN-wijze biedt integrale trajecten voor oud- en nieuwkomers, die voorbereiding op het inburgeringexamen en taalonderwijs combineert met sociale participatie en een gerichte beroepsopleiding. De methodiek sluit naadloos aan bij de verhoogde ambities van het Deltaplan Inburgering: “Het verbeteren van de kwaliteit van de inburgering, zodat meer mensen hun inburgering afronden met een hoger niveau en economisch, sociaal en cultureel participeren in de samenleving."
Nee
De WIN-wijze sluit aan op het kennis- en ervaringsniveau van de inburgeraar. Hierdoor neemt de kans op succesvolle participatie significant toe. En dat is uiteindelijk waar het allemaal om draait: meedoen in Nederland. Het hebben van werk en inkomen verschaft financiële onafhankelijkheid en eigenwaarde. Via werk ontstaat contact met andere bevolkingsgroepen en is er daadwerkelijk sprake van participatie. 3 fasen Een WIN-traject duurt maximaal een jaar en bestaat uit drie fasen:
. Iedere deelnemer wordt eerst gescreend. Om een pluriforme groep migranten in maximaal een jaar voor te bereiden op de Nederlandse arbeidsmarkt moet het onderwijs aansluiten bij individuele capaciteiten, kennis, ervaring en beroepswensen. In leerwerkbedrijven worden tegelijkertijd beroepscompetenties en de bijbehorende vaktaal geleerd. Sociale en communicatieve vaardigheden vormen gedurende het gehele traject een rol. Het traject wordt afgesloten met een stage en bemiddeling naar werk. Het geïntegreerde aanbod vergroot het succes op de afzonderlijke delen. Fase 1: diagnose Fase 1 is gericht op een uitgebreide diagnose en assessment in combinatie met Nederlandse taal. Het traject werd afgesloten met een stage en een opgesteld Persoonlijk Ontwikkelings Plan waarmee de vergunninghouder in de gemeente mee aan slag kan. Doel van dit traject was vierledig: Bepalen doelperspectief: sociaal, arbeid, educatie In kaart brengen van de aanwezige en de nog te ontwikkelen competenties Toeleiding naar het inburgeringsexamen Output van een POP:
Getoetst taalniveau en verwacht tijdspad voor het behalen van het inburgeringsexamen Vastgesteld doelperspectief Vastgestelde competenties op basis van EVC, belastbaarheid en werkstijl Advies mbt in te zetten instrumenten voor de nog te ontwikkelen competenties en bijbehorend tijdspad
Produkten 1. Intake 2. Assessment · Beroepsoriëntatie · Skills-audit · Centrum Arbeid Training (C.A.T.) · EVC’s · Belastbaarheid, werkstijl · Tijdspad 3. Voorbereiding inburgeringsexamen · Educatie NT2 Basis · Maatschappij-oriëntatie · Praktische vaardigheden · Houding en culturele vaardigheden 4. Diagnose / POP-Portfolio 5. Regionale uitplaatsing 6. Dossieroverdracht Fase 2 Opleiding Deelnemers wordt een traject aangeboden waaraan zij op individueel niveau behoefte hebben om uiteindelijk te kunnen participeren op de arbeidsmarkt en het inburgeringsexamen haalbaar wordt. Praktijk leerwerk situaties, stages en NT2 vormen een vast onderdeel in deze fase, onderdelen zoals sollicitatietrainingen en beroepsvaardigheden kunnen indien nodig ingezet worden. Output: inburgeraar beschikt over praktische kennis en vaardigheden die door werkgever gevraagd wordt en nodig zijn om het inburgeringsexamen succesvol af te leggen. Werkwijze: Leerwerkbedrijven: In het duale leerproces dat voor dit project is ontworpen besteedt de medewerker 50% van zijn opleiding als werktijd ‘op’ de werkvloer en 50% in de vorm van cursussen ‘naast’ de werkvloer. In leerwerkbedrijfjes met een omvang van maximaal 15 personen worden op de werkvloer de verlangde competenties aangeleerd, geoefend en getoetst, terwijl naast de werkvloer theoretische verdieping en (zelf) reflectie plaatsvindt. Elk leerwerkbedrijf is een gesimuleerde werkomgeving, waarbij de contextrijke leeromgeving ertoe bijdraagt om de werknemer in spé sneller en gerichter zijn taalvaardigheden te trainen. Door middel van geïntegreerde trajecten worden specifieke vakgerichte competenties en daarop toegespitste taalvaardigheden ontwikkeld, waarvan de vorderingen met behulp van een digitaal portfolio worden vastgelegd. Het leerwerkbedrijf biedt tevens de mogelijkheid om eerder of elders verworven competenties aan te tonen en digitaal te laten vastleggen. Niet in de laatste plaats biedt het leerwerkbedrijf ook de mogelijkheid om de sociale competenties van elk van de medewerkers te ontwikkelen. De bedrijfsregels
bieden daarvoor een duidelijke opstap. Producten 1. Leren naast de werkvloer 2. Nederlands op de werkvloer 3. Sociale vaardigheden 4. Digitale vaardigheden 5. Loopbaanoriëntatie 6. Maatschappelijke oriëntatie 7. Classroom-recruitment 8. ETV 9. Digitaal Portfolio Fase 3: Bemiddeling naar werk Tijdens deze laatste fase wordet arbeidsbemiddeling, plaatsing en nazorg aangeboden. De trajectbegeleider voortdurend in de weer zijn om vertegenwoordigers van het bedrijfsleven te interesseren voor de opleidingsresultaten van werknemers van het leerwerkbedrijf. Excursies, kortlopende stages, uiteenlopende benaderingswijzen zullen worden benut om de overstap naar de arbeidsmarkt voor te bereiden. Output: inburgeraar beschikt over passend betaald werk voor tenminste drie maanden en heeft het inburgeringsexamen succesvol afgelegd. Uitvoerders: K'Pabel Breda, uitvoerder van het diagnosetraject in Noord-Brabant voor vergunninghouders uit de centrale opvang van het COA in Gilze. ROC Arcuscollege, Heerlen, uitvoerder van het gehele traject voor middelbaar opgeleide inburgeraars uit Heerlen, Maastricht en omliggende kleine gemeenten. Stichting Wereldwijd, Eckelrade, uitvoerder van fase 2 voor niet opgeleide inburgeraars uit Heerlen, Maastricht en omliggende kleine gemeenten. Re-integratiebureau’s Serin (NB. Eind 2008 failliet gegaan) en Via Iro, Maastricht, uitvoerder van gehele traject voor hoger opgeleide inburgeraars uit Heerlen, Maastricht en omliggende kleine gemeenten. Stichting Wel.kom, Venlo, uitvoerder van fase 1 voor inburgeraars uit Venlo. De gehele methodiek is vastgelegd op een DVD-rom
Toets Theoretisch Effectief Bevat de methodiek een protocol dat / een handleiding die de benodigde handelingen (volgorde, duur, frequentie, intensiteit) en materialen aangeeft?
Ja X
Nee
1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse Participatie van oud- en nieuwkomers is van belang voor de inburgeraars zelf, maar natuurlijk evengoed van belang voor het Nederlandse bedrijfsleven en de Nederlandse samenleving in zijn geheel. Er zijn nu steeds meer onvervulbare vacatures, er is allerlei werk dat niet gedaan wordt, terwijl er wel een potentieel aanbod aanwezig is. Mensen die op hun beurt niet in staat gesteld worden om te participeren vormen dan vanzelfsprekend niet enkel een probleem voor zichzelf, maar ook voor de lokale gemeenschap en Nederland in zijn geheel. Het probleem is te omschrijven als de afwezigheid van een integrale, op de persoon gerichte aanpak. Inburgering vindt vaak separaat plaats in leslokalen. Ook opleiding voor beroep is vaak niet met een werklek verbonden. Eerst de taal leren en beroep en daarna op zoek naar werk was en is een aanname die allang geldt. Trajecten naar werk zijn hierdoor onnodig erg lang, bieden nauwelijks maatwerk en dit is demotiverend voor de personen in kwestie. Door de traditionele ladder-aanpak is het perspectief van de betrokkene vaak niet het leidende principe voor de inrichting van het traject. Het gaat vaak om stapeling van modules die niet per se direct aangrijpen op het persoonlijke ontwikkelingsplan van de betrokkene. Daardoor gaat motivatie verloren en renderen trajecten niet optimaal. Toets Theoretisch Effectief Ja Is het probleem duidelijk omschreven? X Is duidelijk wie het probleem heeft? X Is er een analyse gemaakt van de met het probleem samenhangende oorzakelijke, risico-, in stand houdende of verzachtende factoren?
Nee X
1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak
Samenvatting werkzame ingrediënten 1. Integrale maatwerk benadering: Het WIN-project (Werken in Nederland) streefde naar een nieuwe methode van integratie in de Nederlandse samenleving en op de Nederlandse arbeidsmarkt, gebaseerd op bestaande bouwstenen en via een benadering van ketensamenwerking en case management. 2. Combinatie van taal, beroepsonderwijs, zoekvaardigheden naar werk: Het bood deelnemers duale trajecten aan waarin onderwijs in de Nederlandse taal werd gecombineerd met beroepseducatie en waarin deelnemers werden begeleid in het zoeken van werk. Het had dus een opleidings- en een arbeidsmarktcomponent. 3. Variëteit in lengte trajecten: De lengte en inhoud van de programma’s verschilde in Limburg en Noord-Brabant. 4. Samenwerking tussen vele partners: Een groot aantal organisaties participeerde in het WIN-project. In dit monitoring & evaluatie-onderzoek hebben we een aanpak gekozen waarin we naast de resultaten wat betreft aantallen deelnemers ook kijken naar de samenwerking tussen alle partners in de keten. In dat proces hebben we gefocust op de kwaliteit van dienstverlening. 5. De activiteiten die in de procesevaluatie naar voren komen en succesvol zijn gebleken in de bemiddeling naar werk zijn: Bedrijfsleven betrekken / verantwoordelijk maken voor de opleiding (Horeca, Zorg en ICT)
Banenmarkt; speeddating tussen werkgevers en deelnemers Samenwerking met CWI werkplein en Tence uitzendbureau Actieve bemiddeling op persoonsniveau door trajectbegeleiders
Toets Theoretisch Effectief Is de verantwoording gebaseerd op een samenhangend betoog (een theorie) over met het probleem samenhangende factoren en de veronderstelde werkzame ingrediënten in de interventie (er wordt méér beschreven dan een algemene verwijzing naar een theorie zoals “De interventie is gebaseerd op de sociale leertheorie”)? Sluit de keuze van de doelen van de interventie aan bij de probleemanalyse? Is aannemelijk gemaakt dat de veronderstelde werkzame factoren in de methodiek leiden tot het bereiken van de genoemde doelen (uit onderzoek, theorie en / of praktijk blijkt dat de methodiek de beoogde doelen bij de doelgroep kan bereiken)?
Ja X
Nee
X X
1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging Eisen uitvoerders en begeleiders In de WINpilot is enkel gewerkt met professionele assessoren, docenten, trajectbegeleiders, casemanagers, en supervisors. Er zijn vanuit de projectorganisatie geen aparte eisen gesteld m.b.t. kwalificaties en of anderszins. Uitgaande van de verantwoordelijkheid voor professionaliteit van de uitvoerders zelf.
Borging: Voortgang- en kwaliteitbewaking Stichting HIT heeft zelf toegezien op kwaliteitsbewaking. In deelnemersoverleggen op regelmatige basis is de voortgang van het traject bewaakt van alle deelnemers. Deelnemers zelf hebben begeleidingsgesprekken gehad met trajectbegeleiders om de voortgang te bespreken. Naast HIT heeft het ITTA docenten
1.5
Beschrijving onderzoek effectiviteit
Onderzoek Bureau E’til, onderdeel van de universiteit van Maastricht (externe partij) heeft activiteiten in het kader van evaluatie en monitoring uitgevoerd. De mate van doelrealisatie, de procesevaluatie, de resultaatevaluatie zijn hierin onderwerp van EQUAL-studie geweest en worden hieronder uitgewerkt. Het verrichtte onderzoek richt zich primair op het onderdeel monitoring (geen controlegroepen) en evaluatie van het (beoogde integratieproces van het) WIN-project. Zowel de output als het proces worden geëvalueerd. Gezien het innovatieve karakter van het EQUAL-project ligt op het laatste de nadruk. Bovendien dienen de pijlers van het EQUAL-programma te worden getoetst. De focus in het
onderzoek ligt dient te gevolge primair op een aantal thema’s: Focus EQUAL onderzoek 1. Vernieuwing: werkt de voorgestelde innovatieve aanpak (vooral de ketensamenwerking) zoals beoogd? Wat zijn meer en minder succesvolle onderdelen en waarom? Wat kan er beter en op welke wijze? 2. Gelijke kansen: is er een representatieve groep van begunstigden bereikt ? 3. Empowerment: heeft de doelgroep actief kunnen participeren in het project en een bijdrage kunnen leveren aan het ontwerp van methodieken en producten? 4. Partnerschap: was de samenwerking in het ontwikkelingspartnerschap (OP) effectief, wat kan er beter en hoe kan deze vorm van samenwerking worden nagebootst? 5. Mainstreaming: wat is het replicatiepotentieel van het project? Welke invloed heeft het project (gehad) op lokaal/regionaal/nationaal/Europees beleid van partners? 6. Transnationale samenwerking: dit thema valt buiten deze M&E opdracht en zal separaat worden geëvalueerd. De hoofddoelstelling van de M&E is: ‘door middel van systematisch en afgewogen analyse te komen tot een gefundeerd oordeel over het proces van ketensamenwerking en de uitkomsten voor de deelnemers, met aandacht voor succes- en faalfactoren en mogelijkheden tot verbeteringen. De leer- en aandachtspunten kunnen gebruikt worden bij het doorvertalen naar regulier beleid (mainstreaming) van de aanpak van het WIN-project.’ Benaderwijze onderzoek Etil onderscheidt twee subdoelstellingen: o op operationeel niveau: het gedurende de looptijd van het WIN-project twee maal (2006 en 2007) op beknopte wijze meten van de projectvoortgang en -resultaten op basis van een concrete indicatorenset, waarbij bij de organisatie van de benodigde werkzaamheden uitgegaan wordt van een minimale belasting van betrokkenen. o op strategisch niveau: het, in samenwerking met een aantal gerenommeerde wetenschappers, toetsen van de uitgangspunten en vooronderstellingen (hypothesen) ten aanzien van het thema ‘ketensamenwerking’ die ten grondslag liggen aan het wetenschappelijk model inzake de kwaliteit van dienstverlening (in ketens) dat Etil zal hanteren. Hoewel het om een toetsing met wetenschappelijk basis gaat, zal hieraan op praktische wijze uitvoering worden gegeven. De bovenstaande benaderwijzen kunnen beknopt samengevat worden in de volgende vraagstelling: operationeel niveau: ‘Doen we de dingen goed?’ Door middel van interviews en een digitale enquete zijn bovenstaande onderdelen geëvalueerd. 1. Mate van doelrealisatie Er wordt overall geconcludeerd dat WIN een succesvol project is geweest. Beoogde Resultaten Een opgebouwd, uitgediept en (her)gestructureerd netwerk van alle ketenpartners
Gerealiseerde resultaten Vooral in Limburg waar de deelnemers het gehele traject hebben doorlopen is het netwerk omtrent inburgering flink veranderd. Dat betekent met name dat er naast de partijen die zich reeds met inburgering bezig hielden het netwerk is uitgebreid met partijen die zich bezig houden met werk, zoals het bedrijfsleven, intermediairs en andere werkgevers.
Een beschrijving van de manier waarop bestaande trajecten kunnen worden ingezet op individuele behoeften van deelnemers. Beschrijving van persoonsspecifieke uitplaatsing van de centrale opvang naar huisvesting in de gemeente met als resultaat dat het inburgeringtraject zo min mogelijk onderbroken wordt en zo veel mogelijk op elkaar kan aansluiten. Wanneer bij de vergunninghouder de toekomstige woonplaats bekend is kan hij zich namelijk ook beter oriënteren op de mogelijkheden binnen die regio. Aanbevelingen met betrekking tot het realiseren en gebruiken van een goed functionerend landelijk overdrachtdossier tussen de casemanagers van COA en de gemeente.
De DVD-rom, de volledige beschrijving van de methodiek gaat ook in op het leveren van maatwerk. Er is een complete beschrijving van het WIN project in Brabant waarin het onderdeel persoonspecifieke uitplaatsing een onderdeel van vormt. De beschrijving bestaat uit: Procedure WIN Brabant en een Stroomschema WIN Brabant
Het ontwikkelde overdrachtsdossier van het WIN project bestaat uit het POP en het persoonsdossier van de COA-casemanager. Gemeenten zijn uitermate tevreden over deze vorm van overdracht en dit dossier dient dan ook als voorbeeld van een goed functionerend landelijk overdrachtsdossier. Methodieken en hulpmiddelen voor het stimuleren van Het stimuleren van ondernemerschap vormt een ondernemerschap. Deelnemers die beogen om als onderdeel van de gehele methodiek. Al in de zelfstandige werkzaam te zijn in Nederland, zullen via eerste fase van het traject, diagnose en de reguliere kanalen van de Kamer van Koophandel assessment wordt gesproken over begeleid worden in het maken van een deugdelijk ondernemerschap. Binnen het project zijn drie ondernemingsplan en de uitvoer daarvan. deelnemers gestart met een eigen onderneming. Onderzoek (op hoofdlijnen) naar de mogelijkheden of o Het Arcuscollege heeft de volledige deze werkwijze als spin-off ook voor andere methodiek geïmplementeerd in het reguliere doelgroepen kan worden ingezet aanbod en zal ook na afloop van het project de methodiek hanteren in het inburgeringsaanbod: de ''samenlooptrajecten'' o De diagnose en assesmentfase wordt momenteel breed ingezet in het gehele volwassenonderwijs van Arcus. Kritische succesfactoren zullen onderdeel uitmaken Kritische succesfactoren voor integratie zijn het van de evaluatie. onderwerp geweest in de transnationale samenwerking en hebben dus een grote plaats binnen het project gekregen.
2. Procesevaluatie De belangrijkste conclusies die op procesniveau getrokken worden zijn: Vanaf het begin waren er veel deelnemers. Uitvoerders hebben in beginsel tijd nodig gehad om de organisatie neer te zetten en de Leerwerkbedrijven te laten functioneren zoals gewenst is. Uitvoerders hadden kwaliteit in huis op het gebied van taal óf op het gebied van re-integratie, maar geen van de partijen had ervaring met de uitvoering van beide componenten op een geïntegreerde wijze. Maar uiteindelijk wordt de conclusie getrokken worden dat de combinatie van inburgering en re-integratie goed werkt, op de eerste plaats zijn de deelnemers zeer tevreden over het aanbod, wat betekent dat de motivatie om iets te bereiken hoog is en er hard gewerkt wordt. Op de tweede plaats zorgen stage en werk ervoor dat deelnemers kunnen participeren in
Nederland, dit is de basis voor duurzame integratie. Het project WIN heeft een dusdanige invloed gehad, dat participerende gemeenten en uitvoerders er voor gekozen hebben de methodiek integraal over te nemen na afloop van het project. Het ROC Arcuscollege heeft de methodiek als reguliere methodiek geïmplementeerd en alle gemeenten in Zuid-Limburg hebben middels aanbestedingen de trajecten ingekocht bij Arcus voor de komende 3 jaar. Gemeente Maastricht heeft zelfs de voorkeur gegeven aan de inburgeringstrajecten van Arcus in Heerlen boven het ROC in Maastricht zelf. Samenwerkingsverbanden met het bedrijfsleven en of andere educatieve organisaties leveren een win- win situatie op, het bedrijfsleven betrekken en inzetten in het educatietraject zorgt voor stage- en arbeidsplaatsen voor de deelnemer en aan de andere kant kan de werkgever de deelnemer opleiden naar de behoeften die er zijn op de arbeidsmarkt. De ervaringen uit dit innovatieproject hebben laten zien dat alleen maatwerk, waarbij de leerlingcentraal staat, kan leiden tot succesvolle participatie van migranten. Hier ligt een taak voor alle organisaties die bij inburgering betrokken zijn. Gemeenteambtenaren moeten hierop inkopen, opleidingscentra moeten het hun programma’s aanpassen en het bedrijfsleven moet stageplaatsen organiseren en zich openstellen voor anderstaligen. Migranten kunnen het niet alleen, de ontvangende gemeenschap heeft ook een grote rol in het integratieproces, richt de activiteiten ook hierop. Ketensamenwerking stimuleert het integratieproces doordat er tijdswinst geboekt kan worden en activiteiten op elkaar aan kunnen sluiten. o o o o
De activiteiten die succesvol zijn gebleken in de bemiddeling naar werk zijn: Bedrijfsleven betrekken / verantwoordelijk maken voor de opleiding (Horeca, Zorg en ICT) Banenmarkt; speeddating tussen werkgevers en deelnemers Samenwerking met CWI werkplein en Tence uitzendbureau Actieve bemiddeling op persoonsniveau door trajectbegeleiders
In de WIN-keten werden drie ‘risicovolle schakelmomenten’ geïdentificeerd: 1. op het moment dat bewoners van een asielopvangcentrum naar een eigen woning in een gemeente verhuizen vindt geen of slechts beperkte overdracht van informatie plaats tussen de ketenpartners; 2. wanneer deelnemers hun WIN-opleiding op BBL-1-niveau afronden en hun opleiding willen voorzetten in een gecombineerd werk-scholingstraject op BBL-2-niveau is de voortzetting van de (bijstands)uitkering niet gegarandeerd; 3. wanneer deelnemers het WIN-opleidingstraject beëindigen en de arbeidsmarkt betreden, is ondersteuning en bemiddeling naar werk nog geen standaard onderdeel van het programma. Er zijn een aantal aanbevelingen geformuleerd die relevant zijn voor vergelijkbare initiatieven en beleidsontwikkeling. De top-3 van lessen die geleerd kunnen worden uit het WIN-project ziet er als volgt uit: 1. Voldoende aandacht is nodig voor het onderdeel arbeidsmarkt van inburgering, zowel in het curriculum van het traject als door deelname van werkgevers in het bestuur van het project. 2. De inburgeringsketen moet verder versterkt worden door het duidelijk vaststellen van rollen en verantwoordelijkheden en het formuleren van gemeenschappelijke doelstellingen en wederzijdse belangen van ketenpartners. 3. De evaringen die worden opgedaan in het case management moeten worden gebruikt voor een flexibele interpretatie en vaststellen van beleid.
3. Resultaatevaluatie o De resultaten van WIN zijn positief. Veel deelnemers (49) is het gelukt om én te voldoen aan het inburgeringexamen, het behalen van een beroepskwalificatie én het vinden van passend werk, en dat allemaal binnen één jaar of maximaal anderhalf jaar. Daarnaast zijn 61 deelnemers doorgestroomd naar een vervolgopleiding, in veel gevallen is dit een BBL opleiding (vier dagen werk en één dag naar school, wat natuurlijk ook een succesvol resultaat is. o Het uitvalpercentage was 23%; 77% van de deelnemers zijn nog bezig met hun opleiding of hebben hun opleiding succesvol beëindigd met werk, verdere opleiding of een combinatie van beide. Dit kan beschouwd worden als een redelijk goede score voor dit type project. o Het WIN-project kan een tamelijk succesvol project genoemd worden. Het had een hoog aantal deelnemers en redelijke output wat betreft de aantallen opleidingstrajecten die succesvol werden afgerond. Het verbeterde de ketensamenwerking in enkele gevallen – maar niet in alle. En het leidde tot opname in regulier beleid van duale inburgeringtrajecten bij het belangrijkste opleidingsinstituut in het project, ROC ARCUS te Heerlen. Tijdens de uitvoering hebben enkele zaken een nog succesvollere output verhinderd: de zwakke schakel tussen case management en beleid in gemeenten; een gebrek aan opvolging van het project in regulier beleid in NoordBrabant en (in deze vorm, dat wil zeggen met een arbeidsmarktcomponent in het curriculum) bij het COA. Gezien het uiteindelijke doel van het WIN-project, het verbeteren van de toegang tot de arbeidsmarkt van nieuwkomers in Nederland, is de belangrijkste omissie van het project de nog steeds zwakke verbinding met de arbeidsmarkt. o Door het WIN-project werd de integratieketen versterkt tussen: • gemeenten en opleidingsinstellingen, met name ARCUS (in Limburg); • COA en opleidingsinstituut K’pabel (in Noord-Brabant). o Zwakke schakels bleven bestaan tussen: • case managers van gemeenten en gemeentelijke beleidsafdelingen (in Limburg) • case managers en bemiddelaars op de arbeidsmarkt (in Noord-Brabant en Limburg) • COA case managers en gemeenten (relevant in Noord-Brabant).
1.6
Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit
Inhoudelijk gezien wordt gezocht naar onderbouwing van de hypothese dat oud en nieuwkomers met een integrale maatwerk benadering, gebaseerd op bestaande bouwstenen (interventies) via een benadering van ketensamenwerking en case management, waarin taal, beroepsonderwijs, zoekvaardigheden naar werk worden gecombineerd in een afgestemd proces van dienstverlening de kans op succesvolle participatie significant toeneemt in vergelijking met een aanpak waarin separate interventies worden gestapeld (ladderaanpak). Methodisch wordt aangesloten bij persoonlijke ontwikkelingsplannen van betrokkenen. Deze worden, inclusief vorderingen, vastgelegd met behulp van een digitaal portfolio. Hiermee wordt een goede basis voor motivatie gelegd, die juist in de ladderaanpak achterwege blijft. Door middel van geïntegreerde trajecten worden in leerwerkbedrijven specifieke vakgerichte competenties en daarop toegespitste taalvaardigheden ontwikkeld. Het leerwerkbedrijf biedt tevens de mogelijkheid om eerder
of elders verworven competenties aan te tonen en de mogelijkheid om de sociale competenties van elk van de medewerkers te ontwikkelen. De bedrijfsregels bieden daarvoor een duidelijke opstap. In algemene termen wordt geduid dat oud- en nieuwkomers het meest gebaat zijn met zulk integraal maatwerk. Het is echter onduidelijk wat het analyseniveau van de klantkenmerken is .. Zo zijn b.v. eerder verworden competenties (EVC) bij deelnemers geanalyseerd, doch zijn aspecten als (1) opleidingen in eigen land, (2) gezondheidsproblematiek, (3) psychosociale problematiek niet in de dossiers terug te vinden., terwijl deze wel van invloed zijn op het traject en het uiteindelijke resultaat. In de methodische integrale aanpak is er relatief weinig aandacht voor (1) de functie bemiddeling naar werk en (2) en in hoeverre de deelnemer gebruik maakt c.q. aangewezen is op flankerend beleid (b.v m.b.t. kinderopvang, financiën, hulpverlening). De verwachte effectiviteit zou kunnen winnen door deze elementen in de integrale aanpak te betrekken. Verbreding van de sectoren (nu vooral op de onderkant gericht) zou verder de interventie voor meerdere doelgroepen geschikt maken. Daarnaast zijn is er maar ten dele sprake van een aanpak op maat omdat er sprake is van een beperkt aantal opleidingsrichtingen waaruit deelnemers kunnen kiezen en is er onvoldoende ruimte om binnen het programma rekening te houden met niveauverschillen tussen de deelnemers. Verder wordt ten dele nagegaan hoe dit maatwerk uitwerkt op de verschillende doelgroepen en welke lessen daaruit getrokken zijn. Niet duidelijk wordt welke elementen van de methodiek precies welke bijdrage leveren aan het gewenste en gerealiseerde resultaat. De procesevaluatie zou aan kracht winnen als er onderscheid gemaakt zou worden in deelpopulaties. Kwalificatie Theoretisch onderbouwd
Keuze
Operationalisering niveaus Een adequate theoretische onderbouwing ontbreekt
X
Er is een probleemanalyse en een duidelijke en expliciete redenering op welke factoren de interventie aangrijpt en waarom deze zou werken Deze redenering is bovendien gebaseerd op (getoetste) wetenschappelijke inzichten / theorieën, c.q. er worden technieken gebruikt die in de literatuur bekend staan als bewezen effectief.
Toelichting In de theoretische onderbouwing worden problemen die oud- en nieuwkomers hebben wel geduid en aannemelijk gemaakt, maar slechts in algemene termen. Onderlinge relaties tussen taal, sociale en beroepscompetenties, en zoekvaardigheden worden wel aangegeven maar niet systematisch geanalyseerd. Als er een specifieke redenering opgebouwd zou worden voor groepen ouden nieuwkomers met verschillende kenmerken, zou de interventie aan richting winnen.
Procesevaluatie
Een adequate procesevaluatie ontbreekt De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht
X
In het onderzoek zijn bovendien de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context betrokken
Toelichting In algemene termen wordt geduid dat oud- en nieuwkomers gebaat zijn met integraal maatwerk. Daarbij worden een aantal methodieken systematisch beschreven. Ook wordt ten dele nagegaan hoe deze uitwerken op de doelgroep en welke lessen daaruit getrokken zijn. Niet duidelijk wordt welke methodiek precies welke bijdrage levert aan de gerealiseerde resultaten. De procesevaluatie zou verder aan kracht winnen als er onderscheid gemaakt zou worden in deelpopulaties.
Resultaatevaluatie
Een adequate effectevaluatie ontbreekt X
Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden met een voor- en een nameting zonder controlegroep (veranderingsonderzoek) Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden waarin gebruik is gemaakt van een experimentele groep en een controlegroep
Toelichting Met de resultaatevaluatie wordt de effectiviteit van de integrale aanpak in algemene termen van participatie en regulier werk aannemelijk gemaakt. De effectiviteit van de interventie zou aan overtuigingskracht winnen als er vergelijkend onderzoek zou worden gedaan op meerdere lokaties.
1.7 -
Overige voorwaarden voor toepassing
-
Kosten van een totaal WIN traject van een jaar per persoon varieert tussen de € 3.500 en12.000 Kosten van een WIN diagnosetraject van 10 weken bij K'Pabel: € 2.950 pp
Financiering WIN: Gemeente Heerlen Gemeente Maastricht Gemeente Venlo Provincie Limburg OC&W Equal TOTAAL
100.000 50.000 100.000 100.000 200.000 950.000 1.900.000
Door inburgering te combineren met beroepsvaardigheden kan er ook aanspraak gemaakt worden op reguliere OC&W-gelden (WEB, BOL, WIN)
Overige voorwaarden voor toepassing Geen indicatie vereist Overige randvoorwaarden uitvoering
1.8
Overige informatie
Indiener: Carrie van Schaayk HIT Foundation
[email protected] +31(0)6-52584678 Uitvoerende organisatie ROC Arcuscollege in Heerlen, heeft de methodiek volledig geïmplementeerd in regulier onderwijs.
Overeenkomsten met andere interventies Korte beschrijving van soortgelijke interventies eventueel met verwijzingen/links.
Opgeleverde producten De WINpilot heeft de volgende produkten opgeleverd. - DVD-rom, volledige methodiekbeschrijving van de WIN-wijze; arbeidsmarktgericht inburgeren - DVD, korte film over de WIN-wijze - AO procesbeschrijvingen - Fototentoonstelling: Meedoen in Nederland, 8 portretten van inburgeraars. - Boekje: Kritische succesfactoren voor integratie - Conferentie 'Changes in migrationpaterns' in samenwerking met 7 andere lidstaten in het Europees Parlement in Brussel.
Lijst met aangehaalde literatuur Beschrijving volgens format: Pawson, R. & Tilley, N (1997). Realistic Evaluation. Londen: Sage Publications MONITORING & EVALUATION WIN PROJECT, Final report, Maastricht, August 2007, Prof. Dr. J.D.P. Kasper, Drs. M.W.J. Cremers, Drs. V.H.P. Backerra