Gemeente Meerssen t.a.v. de leden van de gemeenteraad Postbus 90 6230 AB Meerssen
Maastricht, 15 juni 2015 Onderwerp Contact
: APV regels voor paracommerciële activiteiten in kantines bij sportverenigingen in de gemeente Meerssen : 06-51157522 /
[email protected]
Geachte leden van de raad in Meerssen, Koninklijke Horeca Nederland (KHN) afdeling Maastricht en Heuvelland geeft graag haar visie op de concept APV-regels voor paracommerciële activiteiten in kantines bij sportverenigingen in de gemeente Meerssen. Dit onderwerp wordt 17 juni besproken in de raadsadviesvergadering. 1. Proces Vooropgesteld: het was een zware bevalling. De nieuwe drank- en horecawet uit 2013 bepaalde dat elke gemeente uiterlijk 1 januari 2014 een paracommerciële verordening moest hebben vastgesteld. Deze termijn is in Meerssen niet gehaald. Wel zijn er eind 2013 verschillende informatieavonden, meedenkbijeenkomsten, workshops en discussieavonden georganiseerd, maar daarna werd het stil. KHN heeft meermaals aangedrongen op versnelling van het proces, maar het heeft tot nu geduurd voordat er een concept voorligt. Jammer, want in de tussentijd was er veel onduidelijkheid voor horecaondernemers wat de verengingen zo al wel en niet mochten qua activiteiten. KHN vindt het fijn dat er nu een voorstel ligt waarin voorwaarden voor paracommerciele inrichtingen zijn geregeld. Wel zijn er zaken die wij graag vanuit de kant van de commerciële horeca nog willen toelichten. 2. Standpunt KHN algemeen: gelijke monniken, gelijke kappen. De voorwaarden waaronder horecadiensten in de markt mogen worden aangeboden dienen altijd gelijk te zijn aan die van de reguliere horeca: gelijke monniken, gelijke kappen. KHN pleit voor dezelfde spelregels voor en fiscale behandeling van elke aanbieder in de markt van horecadiensten. Dat houdt in het afschaffen van de BTW-vrijstelling (de zogenaamde "kantineregeling") en het werken met “vrijwilligers” bij de paracommerciële rechtspersonen. Verder geen subsidies verstrekken en een halt toeroepen aan het niet tegen marktconforme tarieven verlenen van diensten door gemeenten ten behoeve van de kantines (verbouwingen, isolatie, onderhoud etc.). Daarnaast blijft voor ons het maatschappelijk gegeven dat de combinatie sport- en sociaal-culturele activiteiten en alcoholverkoop vanuit de principiële aard der zaak niet spoort. De kantineomzet is vaak de bestaansbron van instellingen geworden. Om u inzicht te geven in wanneer KHN een extra speler als eerlijke concurrent beschouwd, hebben wij hiertoe een stroomschema “eerlijke mededinging” bijgevoegd.
reactie voorstel wijziging APV juni 2015
3. Inhoud APV-regels die nu voorliggen a. Begripsbepaling: 2.11.1.a. Definitie Paracommercieel rechtspersoon Hierin zijn verschillende groepen opgenomen zoals recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijk of godsdienstige organisaties die een horecabedrijf in eigen beheer exploiteren. In de regels die daarop volgen zijn alleen regels opgenomen voor sportverenigingen. Vraag onzerzijds is welke regels gelden voor bijvoorbeeld gemeenschapshuizen die als vereniging of stichting exploiteren en waar liggen deze vast? b. Openingstijden versus schenktijden Er wordt een onderscheid gemaakt tussen openings- en schenktijden. Op zich is dat mogelijk. KHN denkt echter dat er nauwelijks controle mogelijk is op de schenktijden als een kantine een uur langer open mag zijn dan de officiële schenktijden. In een voorbeeld. Door de week is de openingstijd van een sportvereniging 1 uur voor aanvang van de activiteit tot 24.00 uur. De schenktijden daarentegen zijn van 18.00 tot 23.00 uur. Er mag dus tussen begin van activiteiten en 18.00 uur en tussen 23.00 en 24.00 uur niet geschonken worden. Vraag is of dit ook in de praktijk zo toegepast wordt en of de gemeente dit kan handhaven? KHN acht einde schenktijd is einde openingstijd realistischer. KHN vindt bovendien de schenktijden erg ruim, de kantines kunnen zich compleet als een café profileren; een grotere relatie met sportactiviteiten blijft op zijn plaats. Met name in de weekenden zou een eerdere sluitingstijd op zijn plaats zijn, op zaterdag mag men acht uur schenken en op zondag zelfs 10 uur. c. Bijeenkomsten van persoonlijke aard Er wordt vermeld dat bijeenkomsten van persoonlijke aard niet zijn toegestaan. Dat was in het verleden zo en blijft de regel. KHN is hier voorstander van. Bij de begripsbepaling van bijeenkomsten van persoonlijke aard is echter ook omschreven dat deze niet mogen als er alcoholhoudende dranken worden geschonken. Dit werkt verwarrend. Het zou duidelijker zijn als er in zijn totaliteit geen bijeenkomsten van persoonlijke aard mogen worden georganiseerd, met of zonder alcohol. KHN pleit er voor dat, zoals voorheen ook in de wet was opgenomen, er geen bijeenkomsten van persoonlijke aard mogen plaatsvinden in de paracommerciële instellingen. Deze hebben immers ook geen betrekking op de hoofddoelstelling. Aan de opsomming van bijeenkomsten in artikel 2.11.1.h zouden wij ook graag communiefeesten toegevoegd willen zien. d. Bijeenkomsten bij kantines van sportverenigingen, niet behorend bij de uitoefening van de hoofdfunctie Onder artikel 2.11.4 staan twee tegenstrijdigheden: lid a meldt dat er geen ontheffing zal worden verleend op basis van artikel 4, lid 4 van de drank- en horecawet en lid b meldt dat er voor artikel 2.11.1g geldt dat er een maximum van 12 per kalenderjaar geldt. Wellicht is het voor de duidelijkheid beter dat beide artikelen naast elkaar worden gezet:
reactie voorstel wijziging APV juni 2015
2/5
artikel 4, lid 4 van de drank- en horecawet De burgemeester kan met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen ontheffing verlenen van de bij of krachtens dit artikel gestelde regels. Artikel 2.11.1g activiteiten die onlosmakelijk zijn verbonden met de statutaire doelstelling, maar niet zijn genoemd in de statuten van de paracommerciele rechtspersoon In artikel 2.11.4 a staat dat er geen ontheffing zal worden verleend voor een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard en artikel b stelt dat dit maximaal 12 keer per jaar mag. Wellicht dat de term “aaneengesloten dagen in combinatie met ten hoogste” in de drank- en horecawet voor verwarring heeft gezorgd, maar er zal een herformulering in het concept beleid moeten plaatsvinden of het al dan niet mag. KHN gaat er van uit dat de gemeente de intentie heeft om 12 ontheffingen te verlenen per paracommerciele instelling. Wij vinden dit te ruim. In een overzicht dat wij in februari 2014 van de gemeente ontvingen zijn 12 sportverenigingen met een paracommerciële vergunning opgenomen. Mocht bij al deze verenigingen 12 dagen ontheffing worden verleend, komt dit binnen de gemeente Meerssen uit op een totaal van 144 dagen per jaar dat een paracommerciële instelling alcohol kan schenken buiten welke doelstelling dan ook om. Bovendien gebeurt dit in een periode van zo’n 6 maanden (buiten zomer- en winterstop om) zodat dat uitkomt op gemiddeld 2 dagen per vereniging per maand. Wij vinden het onwenselijk deze vrijbrief te geven. Een aantal van maximaal 5 per locatie per jaar achten wij redelijker. Daarbij kan dan gekozen worden uit: Ontheffing voor a. feest voor leden, vrijwilligers, donateurs en sponsoren van de betreffende vereniging in verband met een behaald kampioenschap of promotie (max. 1 x per jaar); b. jaarfeest voor leden, vrijwilligers, donateurs en sponsoren van de betreffende vereniging in verband met het begin van een nieuw seizoen of afsluiting van een lopend seizoen (max. 2 x per jaar); c. nieuwjaarsreceptie voor leden, vrijwilligers, donateurs en sponsoren van de betreffende vereniging; d. carnavalsavond voor leden, vrijwilligers, donateurs en sponsoren van de betreffende vereniging (max. 1 x per jaar); e. thema-avond voor leden, vrijwilligers, donateurs en sponsoren van de betreffende vereniging (max. 1 per jaar). De ontheffingen die worden verleend zouden dan moeten worden gepubliceerd zodat ook helder is wanneer er activiteiten plaatsvinden.
reactie voorstel wijziging APV juni 2015
3/5
e. Handhaving Wij missen de handhavingsparagraaf in het voorstel. Wij zouden graag een duidelijk handhavingstraject willen zien als verenigingen zich niet aan de opgestelde regels houden. Hierbij de formulering zoals wij deze graag toegepast zien: Handhaving activiteiten zonder vergunning. Wanneer een paracommerciële rechtspersoon zonder vergunning horeca-activiteiten uitoefent, zal het volgende handhavingstraject worden gevolgd om de illegale situatie op te heffen: 1. Na constatering zal het bestuur van de rechtspersoon worden aangeschreven om de illegale activiteiten onmiddellijk te beëindigen en beëindigd te houden. Tevens zal hen de mogelijkheid worden geboden om binnen veertien dagen een vergunning aan te vragen. 2. Is na het verstrijken van de termijn geen gehoor gegeven aan de aanschrijving, dan zal door de burgemeester een voornemen tot sluiting worden uitgevaardigd. Gedurende twee weken wordt het bestuur in staat gesteld om hun zienswijze op het voornemen van de gemeente kenbaar te maken. Handhaving strijdige activiteiten. Wanneer overtredingen worden geconstateerd van de Drank- en Horecawet en/of deze verordening zal het onderstaande handhavingstraject worden gevolgd: 1. Na de eerste constatering volgt een vooraankondiging last onder dwangsom waarbij de rechtspersoon op de overtreding wordt gewezen en waarbij wordt aangekondigd dat bij een volgende overtreding een last onder dwangsom of bestuurlijke boete kan worden opgelegd. 2. Na de volgende constatering binnen een periode van één jaar na de laatste waarschuwing wordt een last onder dwangsom (artikel 5:32b Algemene wet bestuursrecht) dan wel een bestuurlijke boete (artikel 44a Drank- en Horecawet) opgelegd. 3. Indien de last onder dwangsom of de bestuurlijke boete is verbeurd en de illegale activiteiten vinden nog steeds doorgang, dan is de burgemeester bevoegd tot intrekking van de vergunning (artikel 31, lid 2 Drank- en Horecawet, artikel 175 Gemeentewet). Wanneer de vergunning wordt ingetrokken, wordt op grond van artikel 31, lid 3 van de Drank- en Horecawet de bevoegdheid om aan de betrokken instelling een nieuwe vergunning te verlenen opgeschort tot één jaar nadat het besluit tot intrekking onherroepelijk is geworden. Wij baseren deze standpunten mede op het beleid dat in omringende gemeenten is vastgesteld en de ervaringen die we daarmee tot op heden hebben. Vandaar vragen wij: vaste schenktijden die tevens als openingstijden gelden, en meer beperkt dan nu, uitsluiten van feesten en partijen van persoonlijke aard, een maximum van 5 in aantal ontheffingen en een handhavingparagraaf
reactie voorstel wijziging APV juni 2015
4/5
KHN afdeling Maastricht en heuvelland wenst gebruik te maken van de gelegenheid tot inspraak op 17 juni a.s. Een samenvatting van deze punten zal dan aan de orde komen. Wij vertrouwen er op dat u onze visie meeneemt in uw besluitvorming. Hoogachtend, namens Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Maastricht en Heuvelland
Harrie Beaumont Vice-voorzitter Bijlage: stroomschema eerlijke mededinging
cc. College van B&W van Meerssen
reactie voorstel wijziging APV juni 2015
5/5