ACE-GROEP T Anticipative Continuing Education Vesaliusstraat 13 3000 Leuven Telefoon: 016/30 10 30 Fax: 016/30 10 40 Email:
[email protected]
Leerplan Graduaat
Fiscale Wetenschappen
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
1
Inhoudsopgave 1. Structuur van de afdeling en de lessentabel (document 8)
3
2. Beginsituatie
4
3. Doelstellingen
5
4. Leerinhouden: doel, inhoud en bibliografie
6
5. Methodologische wenken
68
6. Evaluatie
68
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
2
Structuur van de afdeling en de lessentabel Afdeling:
Fiscale Wetenschappen
Categorie:
Economisch Hoger Onderwijs
Aantal weken:
40 weken
Duur van de lestijd:
50 minuten
Aantal studiejaren:
3
Aantal lestijden: - Eerste jaar: - Tweede jaar: - Derde jaar:
1000 360 320 320
Lessentabel:
Eerste jaar
360 lestijden
Tweede jaar
320 lestijden
Derde jaar
320 lestijden
Inleiding tot het belastingrecht BTW Personenbelasting Vennootschapsbelasting Registratierechten Successierechten BTW Personenbelasting Vennootschapsbelasting Procedure inkomstenbelasting Fiscaal strafrecht Met de inkomstenbelasting gelijkgestelde belastingen Lokale belastingen Douane en accijnzen BTW Personenbelasting Vennootschapsbelasting Fiscale planning Internationale fiscaliteit Ondernemingsproject
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
40 lestijden 80 lestijden 120 lestijden 40 lestijden 40 lestijden 40 lestijden 40 lestijden 40 lestijden 80 lestijden 40 lestijden 40 lestijden 20 lestijden 20 lestijden 40 lestijden 40 lestijden 40 lestijden 80 lestijden 40 lestijden 80 lestijden 40 lestijden
3
Beginsituatie Worden toegelaten tot de opleiding (bron: www.ond.vlaanderen.be): - houders van een diploma van secundair onderwijs; - houders van een diploma van een hogere secundaire technische leergang; - houders van een brevet van het aanvullend secundair beroepsonderwijs; - houders van een diploma van voltijds hoger onderwijs. Studenten die niet in het bezit zijn van één van de bovenvermelde diploma's en die uiterlijk op 31 december van het kalenderjaar waarvoor men zich inschrijft de leeftijd van 21 jaar bereiken, worden eveneens toegelaten indien ze slagen voor een toelatingsproef. Zij nemen een voorlopige inschrijving en volgen best vanaf het begin van het academiejaar nauwgezet alle lessen. In de tweede helft van oktober (week 7 in de kalender) worden ze ondervraagd over de leerstof die tijdens de eerste 6 lesweken werd gezien. Men slaagt voor de toelatingsproef indien men een totale score van 50% of meer behaald. De voorlopige inschrijving wordt dan definitief. Is de totale score lager dan 50% dan wordt de voorlopige inschrijving geannuleerd en wordt het inschrijfgeld (uitgezonderd € 25) teruggestort. Studenten die al met succes hoger of universitair onderwijs volgden kunnen voor één of meerdere opleidingsonderdelen een vrijstelling krijgen. De ervaring leert dat motivatie en doorzettingsvermogen in vrijwel alle gevallen van doorslaggevend belang zijn.
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
4
Doelstellingen Onze fiscale wetgeving wordt met het jaar complexer en verandert in steeds sneller tempo. Van bedrijven over diverse instellingen tot de individuele burger toe, allen hebben nood aan deskundigen op fiscaal gebied en deze nood groeit van jaar tot jaar. Diverse juridische en economische opleidingen voorzien weliswaar fiscaliteit in hun programma of bieden een optierichting fiscaliteit. Maar zelfs in dit geval blijkt deze fiscale vorming tekort te schieten waar ze geplaatst wordt voor situaties die de doorsnee fiscale problematiek overstijgen. Een specifieke opleiding tot expert in fiscaliteit is derhalve een noodzaak. De wet van 22 april 1999 (B.S. 11-05-1999) heeft wettelijk de titel van “belastingconsulent en boekhouder-fiscalist” beschermd en erkend. Wie boekhouder-fiscalist of belastingconsulent wil worden vindt in deze opleiding de noodzakelijke basisvorming. Het graduaat ‘Fiscale Wetenschappen’ is erkend door het Instituut der Accountants en Belastingconsulenten (IAB) en door het Beroepsinstituut van Boekhouders en Fiscalisten (BIBF). Het studieprogramma werd opgesteld uitgaande van het profiel en de taken van de belastingconsulent of fiscalist. Alle domeinen van de fiscaliteit worden zowel vanuit theoretisch als vanuit praktisch standpunt behandeld, met bijzondere aandacht voor de concrete toepassingen. Deze doelstelling wordt in eerste instantie gerealiseerd door het tot stand brengen van een actieve wisselwerking tussen docenten uit de praktijk en studenten uit diezelfde praktijk. Aandacht wordt vooral besteed aan de ‘Personenbelasting’, de ‘Vennootschapsbelasting’ en de ‘BTW’, omdat de afgestudeerden hoofdzakelijk met de problematiek van deze vakken zullen worden geconfronteerd. Verder worden, op grond van de wetgeving en de rechtspraak, de diverse aspecten betreffende directe en indirecte belastingen geschetst en verklaard. Zij worden verduidelijkt door praktijkvoorbeelden en gevalstudies. Ruime aandacht gaat hierbij uit naar de steeds belangrijker wordende internationale fiscaliteit. Aangezien de cursussen worden gedoceerd door docenten met ruime ervaring inzake fiscaliteit blijven de vakinhouden voortdurend fiscaal actueel.
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
5
Leerinhouden: doel, inhoud en bibliografie Eerste jaar
Inleiding tot het belastingrecht BTW Personenbelasting Vennootschapsbelasting Registratierechten Successierechten
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
6
Inleiding tot het belastingrecht
1/4
Situering in het studieprogramma Eerste jaar – 40 lestijden Doel In de cursus zullen geen abstracte rechtsregels gepresenteerd worden die dan uit het hoofd geleerd moeten worden. Het gebruik van wetboeken en –teksten zal het uitgangspunt zijn, zowel tijdens de lessen als op het examen. Het aanleren van het gebruik van wetboeken zal een garantie zijn dat de student in de toekomst de oplossing voor een eenvoudig probleem zelf zal kunnen terugvinden, ook al is hij de regels dan al vergeten. Inhoud
Deel 1: Omschrijving van het fiscaal recht 1. Algemene oorsprong en ontwikkeling van de belastingen 2. Definitie van belasting
2.1. Definitie 2.2. Bespreking 2.2.1. Bijdrage 2.2.2. Opgelegd door openbare instellingen 2.2.3. Met het oog op diensten van algemeen nut 2.2.4. Aan een belastingplichtige 2.2.5. Die door de Wet als een belasting wordt erkend
3. Bronnen van het belastingrecht
3.1. De grondwet 3.1.1. Art. 170: Legaliteitsbeginsel 3.1.2. Art. 171: Annaliteitsbeginsel 3.1.3. Art. 172: Gelijkheidsbeginsel 3.1.4. Art. 173: Bevoegdheidsbeginsel 3.2. De verdragen 3.3. De wet 3.3.1. Belastingwetten 3.3.2. Internationale overeenkomsten, die deel uitmaken van de Belgische wetgeving 3.3.3. Het gemeenrecht 3.4. Besluitwetten 3.5. Koninklijk Besluit 3.6. Circulaires (omzendbrieven en dienstorders) 3.7. Rechtspraak 3.8. De gewoonte 3.9. Rechtsleer 3.10. Billijkheid
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
7
Inleiding tot het belastingrecht
2/4
4. Soorten belastingen
4.1. Directe belastingen versus indirecte belastingen 4.2. Zakelijke belastingen versus persoonlijke belastingen
5. Overzicht van de Belgische belastingen 5.1. 5.2. 5.3. 5.4.
Belastingen ten behoeve van het Rijk Inkomsten van regionale en lokale overheden De belastingadministraties Gemeenschappelijke structuur van alle belastingen 5.4.1. Toepassingsgebied van de belasting 5.4.2. Grondslag 5.4.3. Tarief 5.4.4. Procedure 5.4.5. Sancties
Deel 2: Grondbeginselen van het fiscaal recht 1. Grondwettelijke beginselen
1.1. Het begin van de toepasselijkheid van de wet 1.1.1. De bekendmaking 1.1.2. Niet-retroactiviteit 1.1.3. De nieuwe wet en reeds bestaande feiten 1.2. Het einde van de toepasselijkheid van de wet
2. Niet-grondwettelijke beginselen
2.1. Het fiscaal recht is onderworpen aan het gemeenrecht 2.2. Het fiscaal recht is van openbare orde 2.2.1. Strijdige handelingen zijn absoluut nietig 2.2.2. Geen overeenkomst mogelijk in strijd met de bepalingen van openbare orde 2.3. Het territorialiteitsprincipe 2.4. De derdenproblematiek 2.4.1. Gemeenrechtelijke regeling 2.4.2. Fiscaalrechtelijke regeling 2.5. De morele neutraliteit van het fiscaal recht
3. Beginselen, regels en spreuken 3.1. Algemene rechtsbeginselen 3.2. Algemene rechtsregels 3.3. Rechtsspreuken
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
8
Inleiding tot het belastingrecht
3/4
Deel 3: Inkomen – Interpretatie - Bewijsvoering 1. Het begrip inkomen in de inkomstenbelasting
1.1. Het begrip ‘Inkomen’ 1.2. Gevolgen van de definitie 1.2.1. Het vermogen zelf is niet belastbaar 1.2.2. Vermogensverliezen zijn niet aftrekbaar 1.2.3. Enkel het netto-inkomen is belastbaar 1.3. Enkel wat de wet uitdrukkelijk bepaalt is belastbaar 1.4. Belastbaar tijdstip
2. Interpretatie van de belastingwet
2.1. Algemene regels 2.1.1. De interpretatieve wet 2.1.2. De suppletieve interpretatiemiddelen van het Burgerlijk Wetboek (B.W.) 2.2. De twee fasen van interpretatie van de fiscale wet 2.2.1. De tekstuele interpretatie 2.2.2. Historische interpretatie 2.3. Blijvende onduidelijkheid na toegelaten interpretatiemiddelen 2.3.1. In dubiis contra fiscum? 2.3.2. In fiscaal recht verboden interpretatiemethodes
3. Bewijsvoering in fiscale zaken
3.1. Algemene beginselen 3.1.1. Soorten bewijs 3.1.2. De problematiek van de bewijslast 3.1.3. Het bewijs moet wettig verkregen zijn 3.1.4. Het sluiten van een overeenkomst omtrent de bewijsvoering 3.2. De bewijsmiddelen 3.2.1. Het geschrift 3.2.2. De bekentenis 3.2.3. De getuigenis 3.2.4. De eed 3.2.5. Het vermoeden
Handboek SBB Fiscale Gids Uitgverij: De Standaard Boekhandel
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
9
Inleiding tot het belastingrecht
4/4
Bibliografie Het Belgisch belastingrecht J.J. Couturier, B. Peeters Uitgeverij: Maklu, Antwerpen, 1993 Grondslagen: inleiding tot het Belgisch fiscaal recht A. Tiberhien Uitgeverij: Kluwer Rechtswetenschappen, Antwerpen, 1986 De grondregels van het Belgisch fiscaal recht S. Van Crombrugge Uitgeverij: Biblo, Kalmthout, 1992 Beginselen van het Belgisch belastingrecht J. Van Houtte Uitgeverij: Story, Gent, 1979 Fiscaal Recht. Deel 1: Inkomstenbelasting F. Vanistendael Uitgeverij: ACCO, Leuven, 1997
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
10
BTW
1/6
Situering in het studieprogramma Eerste jaar – 80 lestijden Doel Doel van de cursus is de bespreking van de artikelen 1 t.e.m. 44bis W.BTW en de hierop betrekking hebbende koninklijke besluiten, administratieve standpunten en rechtspraak. Gedurende het jaar wordt een basis aangereikt van waaruit de leerlingen verder hun vaardigheden kunnen aanscherpen door middel van zelfstudie en ervaringen in de dagelijkse praktijk. Het is naast het bijbrengen van de basisprincipes inzake BTW vooral de bedoeling om hen een manier van redeneren en gebruik van bronnen (ook nieuwe technologieën zoals internet) bij te brengen om een BTW-probleem te doorgronden en aan te pakken aan de hand van praktische voorbeelden. Het komt er vaak op aan om te “leren lezen” (gebruik van wetboek!), begrijpen en de correcte conclusies te trekken. Inhoud
Deel 1: Algemene inleiding 1. Bronnen inzake BTW (Europees en Belgisch) 2. Hoe los ik een BTW-probleem op: 5 basisvragen 3. De werking van de BTW: een praktisch voorbeeld
Deel 2: De belastingplichtige 1. Inleiding
1.1. Rol van de bealstingplichtige
2. Definitie van de belastingplichtige
2.1. Overzicht van de verschillende elementen van de definitie 2.2. Essentiële en bijkomstige elementen 2.3. Voorbeelden
3. Begin en einde van de belastingplicht 3.1. Inleiding: belang van belastingplicht 3.2. Begin van belastingplicht 3.3. Einde van belastingplicht 3.4. Voorbeelden
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
11
BTW
2/6
4. Soorten belastingplichtigen en een aantal specifieke gevallen
4.1. Belastingplichtigen zonder recht op aftrek 4.2. Belastingplichtigen met een gedeeltelijk recht op aftrek 4.3. Gedeeltelijk belastingplichtigen 4.4. Niet-belastingplichtige rechtspersonen 4.5. Kleine ondernemingen 4.6. De van rechtswege toevallige belastingplichtigen 4.7. De optionele toevallige belastingplichtigen 4.8. Voorbeelden (o.a. verkoop van nieuwe gebouwen met of zonder BTW: implicaties en optimalisaties)
Deel 3: De belastbare handelingen 1. Overzicht
1.1. Types belastbare handelingen 1.2. Verschillende stappen in determineren van BTW-behandeling per type belastbare handeling (definitie, plaats, tijdstip en opeisbaarheid van de BTW)
2. De levering van goederen
2.1. Definitie 2.1.1. Principe: definitie van een goed en levering van een goed 2.1.2. Specifieke gevallen: vordering door of namens een overheid, ruil en verbruiklening 2.1.3. Gelijkstellingen met een levering van een goed: onttrekkingen en ingebruiknemingen 2.1.4. Gelijkstelling met een levering van een goed: de overbrenging van goederen 2.1.5. Uitzondering: overdracht van een algemeenheid van goederen of een bedrijfstak 2.1.6. De commissionair (in tegenstelling tot gewone tussenpersoon) 2.1.7. Voorbeelden 2.2. Plaats van de levering van een goed 2.2.1. Algemene inleiding: belang 2.2.2. Algemeen principe 2.2.3. Uitzonderingen 2.2.4. Een weerlegbaar wettelijk vermoeden 2.2.5. Voorbeelden 2.3. Tijdstip van de levering 2.3.1. Algemene inleiding: belang 2.3.2. Algemeen principe 2.3.3. Uitzonderingen 2.3.4. Weerlegbaar vermoeden 2.3.5. Voorbeelden 2.4. Opeisbaarheid van de BTW 2.4.1. Algemene inleiding: belang 2.4.2. Algemeen principe 2.4.3. Uitzonderingen: de drie subsidiaire oorzaken van opeisbaarheid 2.4.4. Specifiek geval: opeisbaarheid naarmate van incassering 2.4.5. Voorbeelden
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
12
BTW
3/6
3. De diensten
3.1. Definitie 3.1.1. Belang van onderscheid tussen leveringen van goederen en dienstverrichtingen 3.1.2. Algemene definitie 3.1.3. De niet-exhaustieve opsommingen van diensten 3.1.4. Specifieke gevallen: vordering door of names een overheid en ruil 3.1.5. Gelijkstellingen met een dienst: gebruik van een bedrijfsgoed voor andere dan economische activiteiten en werken in onroerende staat voor eigen economische activiteit of voor privédoeleinden 3.1.6. Uitzondering: ‘diensten’ in kader van een overdracht van een algemeenheid van goederen of een bedrijfstak 3.1.7. De commissionair (in tegenstelling tot gewone tussenpersoon) 3.2. Plaats van de levering van een dienst 3.2.1. Algemene inleiding: belang 3.2.2. Algemeen principe 3.2.3. Uitzonderingen 3.2.4. Een weerlegbaar wettelijk vermoeden 3.2.5. Voorbeelden 3.3. Tijdstip van de dienst 3.3.1. Algemene inleiding: belang 3.3.2. Algemeen principe 3.3.3. Uitzonderingen 3.3.4. Weerlegbaar vermoeden 3.4. Opeisbaarheid van de BTW 3.4.1. Algemene inleiding: belang 3.4.2. Algemeen principe 3.4.3. Uitzonderingen: de 3 subsidiaire oorzaken van opeisbaarheid 3.4.4. Specifiek geval: opeisbaarheid naarmate van incassering 3.4.5. Voorbeelden
4. De intracommunautaire verwerving van goederen
4.1. Definitie 4.1.1. Inleiding: situering in wordingsgeschiedenis van de Europese Unie (1 januari 1993) en kaderen in het volledig beeld van een intracommunautaire goederentransactie (intracommunautaire levering annex intracommunautaire verwerving) 4.1.2. Definitie van een intracommunautaire verwerving (als spiegelbeeld van een intracommunautaire levering) 4.1.3. Definitie van een belaste intracommunautaire verwerving 4.1.4. Voorbeelden 4.2. Plaats van de levering van een intracommunautiare verwerving van goederen 4.2.1. Algemene inleiding: belang 4.2.2. Algemeen principe 4.2.3. Uitzondering: de vangnetbepaling 4.2.4. Weerlegbaar vermoeden 4.2.5. Voorbeelden 4.3. Tijdstip van een intracommunautaire verwerving van goederen 4.3.1. Algemene inleiding: belang 4.3.2. Algemeen principe 4.3.3. Voorbeelden
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
13
BTW
4/6
4.4. Opeisbaarheid van de BTW 4.4.1. Algemene inleiding: belang 4.4.2. Algemeen principe 4.4.3. Uitzondering: subsidiaire oorzaak van opeisbaarheid 4.4.4. Voorbeelden 4.5. Driehoekstransacties 4.5.1. Inleiding: wat wordt bedoeld 4.5.2. Het gewone driehoeksverkeer 4.5.3. Het vereenvoudigd driehoeksverkeer 4.5.4. Voorbeelden
5. Invoer van goederen
5.1. Definitie 5.1.1. Inleiding: situering in de wordingsgeschiedenis van de Europese Unie (1 januari 1993) 5.1.2. BTW-gebied van de Europse Unie 5.1.3. Wie kan optreden als geadresseerde bij invoer 5.1.4. Definitie: wanneer is er sprake van invoer? (overschrijden van buitengrens of onttrekken aan douaneregeling) 5.1.5. Voorbeelden 5.2. Plaats van de invoer van geoderen 5.2.1. Plaats van binnenkomen in de Europese Unie 5.2.2. Plaats van onttrekken aan douaneregeling of andere fiscale regeling 5.2.3. Voorbeelden 5.3. Tijdstip en opeisbaarheid van BTW bij invoer 5.3.1. Principes 5.3.2. Voorbeelden
Deel 4: De maatstaf van heffing 1. Inleiding
1.1. Belang van de maatstaf van heffing inzake BTW
2. Samenstelling van de maatstaf van heffing
2.1. Leveringen van goederen, diensten en intracommunautaire verwervingen van goederen 2.1.1. Principe 2.1.2. Elementen die tot de maaststaf van heffing behoren 2.1.3. Elementen die niet tot de maatstaf van heffing behoren 2.1.4. Maatstaf van heffing uitgedrukt in een vreemde munteenheid 2.1.5. Specifieke gevallen 2.1.6. Voorbeelden 2.2. Invoeren van goederen 2.2.1. Principe: douanewaarde 2.2.2. Elementen die tot de maatstaf van heffing behoren 2.2.3. Elementen die niet tot de maatstaf van heffing behoren 2.2.4. Maatstaf van heffing uitgedrukt in een vreemde munteenheid 2.2.5. Voorbeelden
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
14
BTW
5/6
Deel 5: De BTW-tarieven 1. Inleiding
1.1. Belang van BTW-tarieven en implicaties bij niet correct toegepaste tarieven
2. Indeling van de tarieven
2.1. Het vastleggen van de tarieven 2.2. Overzicht van de tarieven 2.2.1. Het ‘nultarief’ 2.2.2. Het tarief van 6% 2.2.3. Het tarief van 12% 2.2.4. Het resttarief van 21% 2.3. Voorbeelden
3. Tijdstip van bepalen van het BTW-tarief
3.1. Leveringen van goederen, diensten en intracommunautaire verwervingen van goederen 3.2. Invoer 3.3. Wijzigingen van BTW-tarieven: de impact inzake het bepalen van het BTW-tarief 3.4. Voorbeelden
Deel 6: De BTW-vrijstellingen 1. Inleiding
1.1. Soorten vrijstellingen: vrijstellingen met behoud en zonder behoud van het recht op aftrek 1.2. Belang van dit onderscheid
2. Vrijstellingen met behoud van recht op aftrek
2.1. Uitvoer van goederen 2.1.1. Definitie 2.1.2. Voorwaarden voor de toepassing van de vrijstelling afhankelijk van de contractpartij die het vervoer doet 2.1.3. Bewijs van de voorwaarden 2.1.4. Specifieke gevallen: diensten aan goederen die worden uitgevoerd en uitvoer door reizigers 2.1.5. Voorbeelden 2.2. Intracommunautaire leveringen 2.2.1. Definitie 2.2.2. Voorwaarden voor de toepassing van de vrijstelling 2.2.3. Bewijs van de voorwaarden 2.2.4. Specifieke gevallen: overbrengingen, intracommunautaire leveringen van accijnsproducten en intracommunautaire levering van nieuwe vervoermiddelen 2.2.5. Voorbeelden 2.3. Vrijstellingen in het kader van invoer en intracommunautaire verwervingen 2.4. Vrijstellingen in het kader van douane- en andere fiscale regelingen
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
15
BTW
6/6
2.5. Andere vrijstellingen met behoud van recht op aftrek 2.5.1. Vervoer van personen 2.5.2. Vervoer van goederen en ermee samenhangende diensten 2.5.3. Diensten van tussenpersonen 2.5.4. Leveringen van vlieg- en vaartuigen en leveringen van goederen en diensten aan vlieg- en vaartuigen 2.5.5. Leveringen aan ambassades en internationale instellingen 2.5.6. Voorbeelden
3. Vrijstellingen zonder behoud van recht op aftrek
3.1. Vrijstellingen die gebonden zijn aan een bepaalde persoon (o.a. advocaten en artsen) 3.2. Vrijstellingen in de caritatieve sfeer 3.2.1. Ziekenhuizen 3.2.2. Diensten voor gezinshulp 3.3. Vrijstellingen in de wetenschappelijke, sportieve en culturele sfeer en in het kader van vermakelijkheidsactiviteiten 3.3.1. Scholen, universiteiten en onderwijsinstellingen 3.3.2. Musea, monumenten, allerlei voorstellingen 3.4. Vrijstellingen in het kader van verkopen of terbeschikkingstelling van uit zijn aard onroerende goederen. 3.5. Vrijstellingen in de verzekerings- en financiële sector 3.6. Andere vrijstellingen zonder behoud van recht op aftrek 3.7. Voorbeelden
Handboek SBB Fiscale Gids Uitgverij: De Standaard Boekhandel Bibliografie BTW-wetboek BTW-aangifte
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
16
Personenbelasting
1/4
Situering in het studieprogramma Eerste jaar – 120 lestijden Doel De cursus beoogt een grondige inleiding te geven op de Belgische personenbelasting. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan de onroerende inkomsten, roerende inkomsten en beroepsinkomsten. Waar nodig worden de nodige links gelegd naar de onroerende voorheffing, roerende voorheffing en bedrijfsvoorheffing zonder dat dit evenwel een doel op zich uitmaakt. Als zodanig wordt er geen aandacht besteed aan aftrekbare bestedingen andere dan de bijkomende intrestaftrek. De problematiek “kostenbewijzers”, “personen ten laste”, “uitgaven die recht geven op belastingsvermindering”, “economische vrijstellingen” en “berekening van de belasting” wordt verwezen naar volgende jaren. Na het volgen van de cursus wordt van de toekomstige fiscalist (erkende beroepstitel) verwacht om met kennis van zake de relevante vakken in de aangifte personenbelasting te kunnen invullen rekening houdende met gebeurlijke alternatieve mogelijkheden in de meest ruime fiscale context. Inhoud 1. Grondslag van de personenbelasting
1.1. Principe 1.2. Categorieën van inkomsten 1.2.1. Indeling naar hun aard 1.2.2. Indeling naar hun herkomst 1.3. Netto-inkomen
2. Inkomen van onroerende goederen
2.1. Belastbare inkomsten van onroerende goederen 2.1.1. In België gelegen onroerende goederen 2.1.2. In het buitenland gelegen onroerende goederen 2.1.3. Bedragen verkregen bij vestiging of overdracht van een recht van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten 2.2. Vrijgestelde inkomsten van onroerende goederen 2.2.1. Onroerende goederen gebruikt voor het openbaar uitoefenen van een eredienst of van de vrijzinnige morele dienstverlening, voor onderwijs, enz… 2.2.2. Onroerende goederen onder loopbaanpacht 2.2.3. Gronden die worden verhuurd ingevolge van bepaalde pachtovereenkomsten 2.2.4. Vermindering van het KI wegens onproductiviteit, verlies of ontbreken van het genot van inkomsten 2.2.5. In het buitenland gelegen onroerende inkomsten
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
17
Personenbelasting
2/4
2.3. Aftrekken 2.3.1. De gewone interestaftrek en de aftrek van erfpacht- en opstalvergoedingen en andere gelijkaardige vergoedingen 2.3.2. De woningaftrek
3. Inkomen van roerende goederen en kapitalen
3.1. Belastbare inkomsten 3.1.1. Bedoelde inkomsten 3.1.2. Dividenden 3.1.3. Interest 3.1.4. Inkomsten van verhuring, verpachting, gebruik en concessie van roerende goederen 3.1.5. Inkomsten begrepen in sommige lijrenten of tijdelijke renten, pensioenen uitgezonderd 3.1.6. Andere vrijgestelde inkomsten van roerende goederen en kapitalen 3.2. Vaststelling van het netto-inkomen 3.2.1. Inkomsten van kapitalen 3.2.2. Inkomsten van roerende goederen 3.3. Aftrekbare kosten en niet-aftrekbare bestanddelen 3.3.1. Aftrekbare kosten 3.3.2. Niet-aftrekbare bestanddelen 3.4. Bevrijdende roerende voorheffing
4. Beroepsinkomen
4.1. Vrijgestelde toelagen en vergoedingen, ongeacht de hoedanigheid van de verkrijger 4.1.1. Algemeen 4.1.2. Vrijgestelde toelagen en vergoedingen 4.2. Winst 4.2.1. Ondernemingen die winst voortbrengen 4.2.2. Belastbare winst van nijverheids-, handels- en landbouwondernemingen 4.2.3. Vaststelling van de belastbare winst in de praktijk 4.2.4. Meerwaarden 4.2.5. Vrijgestelde waardeverminderingen voor waarschijnlijke verliezen (op vorderingen) 4.2.6. Beroepskosten 4.2.7. Economische vrijstellingen 4.3. Baten 4.3.1. Bedoelde inkomsten 4.3.2. Belastbare bestanddelen 4.3.3. Vaststelling van de belastbare baten in de praktijk 4.3.4. Meerwaarden 4.3.5. Beroepskosten 4.4. Winst en baten van een vorige beroepswerkzaamheid 4.4.1. Algemeen 4.4.2. Stopzettingsmeerwaarden 4.4.3. Winst en baten die na de stopzetting voortkomen uit de vorige beroepswerkzaamheid 4.4.4. Vergoedingen van alle aard die na de stopzetting zijn verkregen 4.4.5. Vrijgesteld meerwaarden bij stopzetting 4.4.6. Stopzetting binnen de herbeleggingstermijn of tijdens de periode van gespreide belasting van meerwaarden verwezenlijkt tijdens de uitoefening van de beroepswerkzaamheid 4.4.7. Beroepskosten
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
18
Personenbelasting
3/4
4.5. Beroepsinkomsten van vennoten in burgerlijke vennootschappen of verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid 4.5.1. Algemeen 4.5.2. Rangschikking van de inkomsten 4.5.3. Vaststelling van de belastbare inkomsten van elke vennoot 4.5.4. Beroepskosten 4.5.5. Beroepsverliezen 4.5.6. Bijzonder geval: burgerlijke bosgroeperingsvennootschappen 4.6. Bezoldigingen van werknemers 4.6.1. Bedoelde personen 4.6.2. Belastbare inkomsten 4.6.3. Vrijgestelde inkomsten 4.6.4. Beroepskosten 4.7. Bezoldigingen van bedrijfsleiders 4.7.1. Bedoelde personen 4.7.2. Belastbare inkomsten 4.7.3. Vaststelling van de belastbare brutobezoldigingen 4.7.4. Vrijgestelde inkomsten 4.7.5. Beroepskosten 4.8. Pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen 4.8.1. Belastbare inkomsten 4.8.2. Volledig vrijgesteld inkomsten 4.8.3. Beroepskosten 4.9. Gemengde gevallen 4.9.1. Vaststelling van de belastbare bruto-inkomsten 4.9.2. Vaststelling van de beroepskosten 4.10. Aftrek van beroepsverliezen 4.10.1. Bepaling 4.10.2. Beroepsverliezen van het belastbare tijdperk 4.10.3. Beroepsverliezen van vorige belastbare tijdperken 4.11. Toekenning aan de meewerkende echtgenoot 4.11.1. Bestaansreden 4.11.2. Voorwaarden en beperkingen 4.11.3. Toegelaten inkomsten van de meewerkende echtgenoot 4.11.4. Berekening van het meewerkinkomen 4.12. Huwelijksquotiënt 4.12.1. Algemeen 4.12.2. Berekeningsregels 4.12.3. In aanmerking te nemen beroepsinkomsten 4.12.4. Fiscale aard van het huwelijksquotiënt
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
19
Personenbelasting
4/4
Handboek SBB Fiscale Gids Uitgverij: De Standaard Boekhandel Bibliografie Handleiding Beroepsopleiding – Personenbelasting Uitgeverij: Ministerie van Financiën Fiscaliteit Nu Uitgeverij: MIM
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
20
Vennootschapsbelasting
1/2
Situering in het studieprogramma Eerste jaar – 40 lestijden Doel De cursus beoogt een grondige inleiding te geven op de Belgische vennootschapsbelasting. Er wordt uitgegaan van de aangifte in de vennootschapsbelasting. De verschillende rubrieken van de aangifte worden besproken. Het voordeel van deze benaderingswijze is dat ze zeer praktijkgericht is. Bijkomend is geen voorkennis boekhoudrecht vereist. De cursist zou na het einde van deze cursus in staat moeten zijn om een aangifte in de vennootschapsbelasting te kunnen opstellen en te optimaliseren. Tevens dient hij/zij in staat te zijn om met de aangifte verwante fiscale vraagstukken op te lossen. Naast de aangifte in vennootschapsbelasting wordt elke les gewerkt met het wetboek inkomstenbelasting. Het aanleren van het gebruik van het wetboek is een garantie dat de student in de toekomst de oplossing voor problemen op het vlak van vennootschapsbelasting kan terugvinden, ook al is hij de regels vergeten. Inhoud 1. Inleiding 1.1. 1.2.
Toepassingsgebied van de vennootschapsbelasting Overzicht van de samenstelling van de belastbare grondslag
2. Fiscale winstbegrip en boekhoudkundig resultaat 3. Reserves 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7. 3.8. 3.9. 3.10. 3.11. 3.12. 3.13. 3.14.
Begrip aangroei belastbare reserves Belaste reserves in kapitaal Belastbare herwaarderingsmeerwaarden Boekhoudkundige reserves Aangroei van de reserves Belastbare waardeverminderingen Verdoken reserves Afschrijvingsexcedenten Onderwaarderingen van activa Overschattingen van passiva Voorzieningen voor risico’s en kosten Toewijzingen aan belastingsvrije reserves Correcties van de aangroei van de reserves in min of meer Opneming van de reserves
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
21
Vennootschapsbelasting
2/2
Handboek SBB Fiscale Gids Uitgverij: De Standaard Boekhandel Codex Fiscaal Recht Uitgeverij: Die Keure Bibliografie Fiscaal Compendium Uitgeverij: Ced.Samson Vennootschapsbelasting Nu Uitgeverij: De Standaard Boekhandel Commentaar op het Wetboek Inkomstenbelasting Uitgeverij: Ministerie van Financiën
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
22
Registratierechten
1/3
Situering in het studieprogramma Eerste jaar – 40 lestijden Doel In een eerste algemeen deel worden een aantal elementaire beginselen en regels van het registratierecht uiteengezet. In een tweede bijzonder deel van de cursus wordt dieper ingegaan op de verschillende soorten registratierechten en hun toepassingsgebied. Actuele wetgeving en casussen wordt op een interactieve wijze besproken. De studenten dienen op het examen een aantal beginselen en begrippen te analyseren en een praktijkoefening met gebruik van het wetboek op te lossen. Inhoud
Deel 1: Algemeen deel 1. Werkingssfeer registratierechten 2. Formaliteit van de registratie 3. Indeling van de rechten volgens tarief 4. Algemene heffingsregels 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5.
Noodzaak van een geschrift De regel van non bis in idem Afhankelijke en onafhankelijke beschikkingen Modaliteiten: opschortende en ontbindende voorwaarde Fiscus is een derde
5. De registratieplicht
Deel 2: Bijzonder deel 4. Overdracht ten bezwarende titel van onroerende goederen
4.1. Regime 12,5% 4.1.1. Werkingssfeer 4.1.2. Belastbare grondslag: volle eigendom, naakte eigendom, vruchtgebruik 4.2. Gunstregimes 4.2.1. Verkopen aan sociale bouwmaatschappij 6% 4.2.2. Verkopen met regeringspremies 1,5% 4.2.3. Verkopen van kleine landeigendommen en landgoederen en bescheiden woningen 6%
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
23
Registratierechten
2/3
4.3. Aankopen door handelaars in onroerende goederen 5% 4.3.1. Grondvoorwaarden 4.3.2. Vormvoorwaarden 4.3.3. Verplichtingen 4.4. Aankopen onder BTW-regime 21% 4.4.1. Grondvoorwaarden 4.4.2. Vormvoorwaarden 4.5. Recht op teruggave
5. Akten van vennootschappen
5.1. Inbreng van goederen 5.1.1. Toepassingsgebied 5.1.2. Maatstaf van heffing 5.1.3. Tarief 0,5% 5.1.4. Figuur gemengde inbreng 5.2. Verhoging van het maatschappelijk kapitaal 5.3. Herstructureringen; fusies en splitsingen
6. Huurcontracten
6.1. Toepassingsgebied 6.2. Modaliteiten 6.3. Maatstaf van heffing en belastbare grondslag 6.4. Gevolgen van de registratie voor huurder en verhuurder
7. Zekerheden
7.1. Hypotheken 7.2. Pand op handelszaak 7.3. Landbouwvoorrecht
8. Openbare verkoop van onroerende goederen 5% 9. Onverdeeldheden 1%
9.1. Toepassingsgebied en voorwaarden 9.2. Belastbare grondslag
10. Huwelijkscontracten 11. Schenkingen
11.1. Toepassingsgebied en voorwaarden 11.2. Belastbare grondslag 11.3. Tarief
12. Vonnissen en Arresten 13. Specifieke vaste rechten 14. Sancties
14.1. Preventieve 14.2. Repressieve 14.3. Opsporingsmaatregelen
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
24
Registratierechten
3/3
15. Bewijsmiddelen 16. Verjaring Handboek Collegedictaat SBB Fiscale Gids Uitgverij: De Standaard Boekhandel Bibliografie Grondige studie van het registratie- en successierecht Prof.Dr. L. Weyts Handboek registratie- en successierechten M. Ghijselen
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
25
Successierechten
1/2
Situering in het studieprogramma Eerste jaar – 40 lestijden Doel Na een situering van het successierecht in het fiscaal recht wordt in een eerste deel een aantal elementaire beginselen en regels van het successierecht uiteengezet. Het eerste gedeelte van het examen is geweid aan het uitleggen en verklaren van deze beginselen zonder dat hierbij gebruik mag gemaakt worden van het wetboek. De studenten worden verder aangeleerd op welke wijze een aangifte van nalatenschap dient worden opgesteld zowel naar inhoud als naar vorm. Op het examen dienen zij een casus op te lossen waarin naast het opstellen van een aangifte, de belastbare grondslag, de toepasselijke tarieven dienen worden berekend rekeninghoudend met de wettelijke vrijstellingen en verminderingen. Hier is het gebruik van het wetboek wel toegelaten. In de cursus worden actuele wetgeving en praktijkgevallen aangesneden. Inhoud
Deel 1: Algemeen deel 1. Plaats van de successiebelasting in het geheel van de fiscaliteit 2. Oorsprong en evolutie van de successiebelasting 3. Onderscheid tussen successierecht en recht van overgang 4. Enkele beginselen van het erfrecht
Deel 2: Bijzonder deel 1. Toepassingsgebied 2. Belastbaar actief: wat maakt deel uit van de nalatenschap? 3. Aftrekbaar passief 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5.
Bestaande schulden Begrafeniskosten Uitgesloten schulden Bewijs Balans
4. Fictie-bepalingen: afzonderlijke bespreking van art. 7, 8, 9, 10 en 11 W.Succ.
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
26
Successierechten
2/2
5. Aangifte van nalatenschap 6. Berekening van de verschillende rechten, tarieven en verminderingen 7. Bespreken van de onderscheiden regelingen in Vlaanderen, Brussel en het Waals Gewest 8. Betalingsmodaliteiten 9. Bewijsmiddelen Handboek Collegedictaat SBB Fiscale Gids Uitgeverij: De Standaard Boekhandel Bibliografie Grondige studie van het registratie- en successierecht Prof.Dr. L. Weyts Handboek registratie- en successierechten M. Ghijselen Successierechten J. Decuyper Uitgeverij: Ced.Samson Vlaamse successierchten: commentaar bij het Decreet Vlaamse Gemeenschap van 20/12/1996 J. Verstappen Uitgeverij: Kluwer Rechtswetenschappen
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
27
Leerinhouden: doel, inhoud en bibliografie Tweede jaar
BTW Personenbelasting Vennootschapsbelasting Procedure inkomstenbelasting Fiscaal strafrecht Met de inkomstenbelasting gelijkgestelde belastingen Lokale belastingen Douane en accijnzen
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
28
BTW
1/5
Situering in het studieprogramma Tweede jaar – 40 lestijden Doel Doelstelling van de cursus is de bespreking van de artikelen 45 tot en met 98 van het Belgisch BTW-Wetboek (WBTW)en de hierop betrekking hebbende Koninklijke Besluiten. De leerstof besproken tijdens het eerste jaar is hiertoe een noodzakelijke basis (hoedanigheid belastingplichtige, BTW-belastbare handelingen, vrijstellingen). Inhoud
Deel 1: Recht op aftrek 1. Algemene principes van de aftrek van de voorbelasting
1.1. Het aftrekmechanisme en de begrippen “aftrekbare” BTW en “verschuldigde” BTW 1.1.1. Mechanisme van de aftrek van de voorbelasting 1.1.2. Aftrekbare belasting 1.1.3. Verschuldigde belasting 1.2. Het begrip “onmiddelijke aftrek” van de voorbelasting 1.3. De begrippen “ontstaan” en “uitoefening” van het recht op aftrek 1.3.1. Ontstaan van het recht op aftrek (opeisbaarheid van de BTW) 1.3.2. Uitoefening van het recht op aftrek 1.4. Vrijstellingen met en zonder recht op aftrek 1.4.1. Oneigenlijke vrijstellingen (art. 39 tot 42 van het WBTW) 1.4.2. Eigenlijke vrijstellingen (art. 44 van het WBTW)
2. Materiële voorwaarden voor de uitoefening van het recht op aftrek
2.1. Het bestemmingsprincipe (art. 45 § 1 van het WBTW) 2.1.1. Omschrijving 2.1.2. Overzicht van de handelingen opgesomd in art. 45 § 1 van het WBTW 2.1.3. Uitsluiting van het recht op aftrek (op basis van het bestemmingsprincipe) 2.2. Belastingsplichtigen met recht op aftrek van de voorbelasting 2.2.1. Belastingsplichtigen met recht op aftrek van de voorbelasting 2.2.2. Belastingsplichtingen zonder recht op aftrek van de voorbelasting (art. 44 van het WBTW) 2.3. Verschuldigheid van de afgetrokken belasting
3. Formele voorwaarden voor de uitoefening van het recht op aftrek
3.1. De aanwezigheid van een factuur (artikel 3 KB nr. 3) 3.1.1. Doel van de verplichting van de aanwezigheid van een factuur 3.1.2. Regelmatige factuur 3.1.3. Originele factuur 3.1.4. Invoerdocument of bijzonder stuk 3.2. Uitoefening van de aftrek in de BTW-aangifte (artikel 4 § 1 KB nr. 3)
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
29
BTW
2/5
4. Wettelijke beperkingen en uitsluitingen van het recht op aftrek
4.1. Overzicht (art. 45 §§ 2-5 van het WBTW) 4.2. Beperkte aftrekbaarheid van de voorbelasting geheven van voertuigen (art. 45 § 2 van het WBTW) 4.2.1. Algemeen principe 4.2.2. Voertuigen waarop de aftrekbeperking van toepassing is 4.2.3. Goederenleveringen en dienstprestaties waarop de aftrekbeperking van toepassing is 4.2.4. Uitzonderingen op de regel van de aftrekbeperking 4.2.5. Toepassingen 4.3. Tabaksfabrikanten (art. 45 § 3, 1° van het WBTW) 4.4. Geestrijke dranken (art. 45 § 3, 2° van het WBTW) 4.5. Kosten van logies, spijzen en dranken (art. 45 § 3, 3° van het WBTW) 4.5.1. Algemeen principe 4.5.2. Uitzonderingen 4.6. Kosten van onthaal (art. 45 § 3, 4° van het WBTW) 4.7. Kosten gemaakt door reisbureaus (art. 45 § 4 van het WBTW) 4.8. Geen aftrek in geval van toepassing van de margeregeling voor tweedehandsgoederen
5. Termijnen voor de uitoefening van het recht op aftrek
5.1. Uitgangspunt: de regel van de onmiddelijke aftrek van de voorbelasting 5.2. Ontstaan van het recht op aftrek (artikel 2 KB nr. 3) 5.2.1. Ontstaan van het recht op aftrek gekoppeld aan de verkrijging van de hoedanigheid van belastingplichtige 5.2.2. Tijdstip van het ontstaan van het recht op aftrek van de voorbelasting op inkomende handelingen (art. 17-22 van het WBTW) 5.3. Uitoefening van het recht op aftrek waarvoor een bijzondere beslissing is vereist 5.4. Verval van het recht op aftrek 5.4.1. Verlies van hoedanigheid van belastingplichtige 5.4.2. Verstrijken van de termijn voor de uitoefening van het recht op aftrek
6. Uitoefening van het recht op aftrek door gemengde belastingplichtigen
6.1. Definitie van gemengde belastingplichtige (art. 46 van het WBTW) 6.2. Volgorde van de toepassing van de regels van de aftrek van de voorbelasting 6.3. Berekening van de voorbelasting die voor aftrek in aanmerking komt 6.3.1. Aftrek van de voorbelasting volgens de regel van het algemene verhoudingsgetal (artikel 12 en volgende KB nr. 3) 6.3.2. Aftrek van de voorbelasting volgens de regel van het werkelijke gebruik (artikel 19 en volgende KB nr. 3)
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
30
BTW
3/5
7. Herziening van de aftrek van de voorbelasting
7.1. Overzicht 7.2. Spontane regularisatie van ontoereikende heffingen 7.2.1. Omschrijving en onderscheid met herzieningen 7.2.2. Regularisatie wegens ontoereikende heffing op uitgaande factuur 7.2.3. Regularisatie wegens ontoereikende heffing op invoerdocumenten 7.2.4. Regularisatie wegens vergissingen in de boekhouding en in de BTW-aangifte 7.2.5. Regularisatie wegens een nieuw feit 7.2.6. Regularisatie wegens misbruik van vrijstelling 7.3. Herziening van de aftrek van de voorbelasting 7.3.1. Omschrijving 7.3.2. Herziening van de gewone aftrek (art. 5 KB nr. 3) 7.3.3. Herziening van de aftrek inzake bedrijfsmiddelen (art. 48 § 2 van het WBTW, art. 6 en volgende KB nr. 3) 7.3.4. Herziening van de aftrek en de gemengde belastingplicht 7.4. Formaliteiten: tabel voor bedrijfsmiddelen (art. 11 § 4 van het KB nr. 3)
8. Sancties inzake de aftrek van de voorbelasting
8.1. Algemene geldboete (art. 70 § 1 bis van het WBTW) 8.2. Verminderde geldboete (KB nr. 41 van het WBTW, tabel H)
Deel 2: Teruggave van BTW 1. Teruggave van een BTW-overschot aan BTW-belastingplichtigen 1.1. Teruggave van een BTW-tegoed dat blijkt uit de BTW-aangifte 1.2. Voorwaarden waaronder teruggave wordt verleend 1.2.1. Indiening van alle BTW-aangiften 1.2.2. Minimum bedrag 1.2.3. Formaliteiten 1.2.4. Termijn 1.3. Maandelijkse teruggave
2. Teruggave van BTW aan buitenlandse ondernemingen
2.1. Teruggave van BTW aan buitenlandse ondernemingen die niet zijn geregistreerd in België 2.1.1. Buitenlandse ondernemingen gevestigd binnen de Europese Unie 2.1.2. Buitenlandse ondernemingen gevestigd buiten de Europese Unie 2.2. Formaliteiten en termijn
3. Teruggave van BTW in de gevallen zoals bedoeld in het artikel 77 van het WBTW
3.1. Opsomming van de gevallen waarin teruggave kan worden verkregen 3.1.1. Onverschuldigde betaling van BTW 3.1.2. Prijsvermindering 3.1.3. Terugzending verpakkingsmiddelen 3.1.4. Verbreking van de overeenkomst 3.1.5. Ontbinding of tenietgaan van de overeenkomst 3.1.6. Terugname van het goed 3.1.7. Verlies van de schuldvordering 3.2. Formaliteit: verbeterend stuk (art. 79 van het WBTW, art. 4 van het KB van het WBTW)
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
31
BTW
4/5
Deel 3: Formaliteiten voor de heffing van de BTW 1. Voldoening van de BTW
1.1. Schuldenaar van de BTW (art. 51 van het WBTW) 1.1.1. De belastingplichtige die in België een belastbare levering van goederen of dienst verricht (art. 51 § 1, 1° van het WBTW) 1.1.2. Schuldenaar van de BTW bij verlegging van heffing 1.1.3. Schuldenaar van de BTW bij invoer (art. 52 van het WBTW, art. 6 van het KB nr. 7 van het WBTW) 1.1.4. Specifieke gevallen 1.2. Voorbeelden
2. Registratie als belastingplichtige voor de toepassing van de BTW
2.1. Inleiding 2.2. Algemene regel: verplichting tot registratie (art. 50 § 1 van het WBTW) 2.3. Buitenlandse belastingplichtigen (art. 55 van het WBTW, KB nr. 31 van het WBTW) 2.4. Specifieke regels 2.4.1. Toevallige belastingplichtigen 2.4.2. Kleine ondernemingen 2.5. Uitsluitingen van de registratie voor BTW-doeleinden 2.5.1. Occasionele handelingen (Aanschrijving 30/1975) 2.5.2. Uitvoer en intracommunautaire leveringen (Aanschrijving 30/1975) 2.5.3. Diensten met verlegging van heffing 2.5.4. Aanschrijving 4/1979 (Aanschrijving 30/1975) 2.6. Vereenvoudigde regimes 2.6.1. Invoer gevolgd door intracommunautaire levering 2.6.2. Intracommunautaire verwerving gevolgd door uitvoer 2.6.3. Eenmalige BTW-aangifte
3. Formaliteiten na te komen door belastingplichtigen
3.1. Indienen van een aangifte tot aanvang, wijziging en stopzetting van de werkzaamheid (art. 53, 1° van het WBTW) 3.2. Uitreiking van een factuur (art. 53, 2° van het WBTW, art. 1 en volgende van het KB nr. 1 van het WBTW) 3.2.1. Algemene verplichting tot uitreiking van een factuur voor leveringen en gepresteerde diensten 3.2.2. Ontheffing van de facturatieplicht (art. 1 § 2 van het KB nr. 1 van het WBTW) 3.2.3. Uitzonderingen op de ontheffing van de facturatieplicht (art. 1 § 2 van het KB nr. 1 van het WBTW) 3.2.4. Tijdstip waarop de factuur moet worden uitgereikt (art. 4 van het KB nr. 1 van het WBTW) 3.2.5. Verplichte vermeldingen op de factuur (art. 5 van het KB nr. 1 van het WBTW) 3.2.6. Vervanging van de factuur door een stuk (art. 6 van het KB nr. 1 van het WBTW) 3.2.7. Verplichtingen tot opstellen van een stuk 3.2.8. Verplichting tot uitreiking van ontvangstbewijzen
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
32
BTW
5/5
3.3. Verplichting tot het voeren van een boekhouding overeenkomstig de BTW-wetgeving 3.3.1. Verplichting tot het voeren van een boekhouding (art. 14 van het KB nr. 1 van het WBTW) 3.3.2. Overzicht van de te houden boeken 3.4. Indienen van een BTW-aangifte en andere aangiften 3.5. Overige registers te houden door BTW-belastingplichtigen 3.5.1. Register van verzonden of vervoerde goederen 3.5.2. Register van toegezonden materialen en voorwerpen 3.5.3. Register van niet-overbrengingen
4. Aangiften en opgaven in te dienen door de belastingplichtige
4.1. BTW-aangifte 4.1.1. Algemene regels inzake de BTW-aangifte 4.1.2. Overzicht van de regels voor de invulling van de BTW-aangifte 4.2. Jaarlijkse klantenlisting 4.3. Kwartaalopgave van de intracommunautaire handelingen 4.4. Oefeningen
Handboek Collegedictaat SBB Fiscale Gids Uitgeverij: De Standaard Boekhandel Bibliografie BTW-Wetboek Handleiding van de BTW-administratie
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
33
Personenbelasting
1/2
Situering in het studieprogramma Tweede jaar – 40 lestijden Doel De cursus is een vervolg op de cursus ‘Personenbelasting’ gegeven in het eerste jaar. De cursus heeft als doel een grondige inleiding te geven op de Belgische personenbelasting. De basisstructuur is deze van het wetboek inkomstenbelasting. Dit wetboek wordt dan ook als basiswerk gebruikt in de lessen. Bij elke rubriek worden verschillende praktische toepassingen uitgewerkt. Inhoud 1. Diverse inkomsten
1.1. Occasionele winsten of baten 1.2. Onderhoudsuitkeringen 1.3. Inkomsten uit onderverhuring van onroerende goederen 1.4. Meerwaarden op ongebouwde onroerende goederen 1.5. Meerwaarden verwezenlijkt naar aanleiding van de overdracht van belangrijke deelnemingen 1.6. Meerwaarden verwezenlijkt naar aanleiding van de overdracht van gebouwde onroerende goederen
2. Aftrekbare bestedingen
2.1. Onderhoudsgelden 2.2. Bezoldigingen aan huisbedienden 2.3. Uitgaven voor kinderopvang 2.4. Interesten voor hypothecaire leningen 2.5. Begrenzing van de aftrek 2.6. Omslag tussen de echtgenoten 2.7. Aanrekening van de bestedingen
Handboek SBB Fiscale Gids Uitgeverij: De Standaard Boekhandel Codex Fiscaal Recht Uitgeverij: Die Keure
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
34
Personenbelasting
2/2
Bibliografie Fiscaal Compndium Uitgeverij: Ced.Samson Personenbelasting Nu Uitgeverij: De Standaard Boekhandel Commentaar op het Wetboek Inkomstenbelasting Uitgeverij: Ministerie van Financiën
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
35
Vennootschapsbelasting
1/2
Situering in het studieprogramma Tweede jaar – 80 lestijden Doel De cursus beoogt een grondige inleiding te geven op de Belgische vennootschapsbelasting. Er wordt uitgegaan van de aangifte in de vennootschapsbelasting. De verschillende rubrieken van de aangifte worden besproken. Het voordeel van deze benaderingswijze is dat ze zeer praktijkgericht is. Bijkomend is geen voorkennis boekhoudrecht vereist. De cursist zou na het einde van deze cursus in staat moeten zijn om een aangifte in de vennootschapsbelasting te kunnen opstellen en te optimaliseren. Tevens dient hij/zij in staat te zijn om met de aangifte verwante fiscale vraagstukken op te lossen. Naast de aangifte in vennootschapsbelasting wordt elke les gewerkt met het wetboek inkomstenbelasting. Het aanleren van het gebruik van het wetboek is een garantie dat de student in de toekomst de oplossing voor problemen op het vlak van vennootschapsbelasting kan terugvinden, ook al is hij de regels vergeten. Inhoud 1. Vak II – Verworpen uitgaven 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. 1.7. 1.8. 1.9. 1.10. 1.11.
Algemeen Niet-aftrekbare belastingen Niet-aftrekbare boetes Niet-aftrekbare autokosten en minderwaarden op personenwagens Niet-aftrekbare restaurant- en receptiekosten en kosten voor relatiegeschenken Niet-aftrekbare kledijkosten Ovderdreven interesten Abnormale en goedgunstige voordelen Liberaliteiten en giften Terugname van vrijstellingen Andere
2. Vak III – Uitgekeerde winst 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5.
Toekenning van dividenden of inkomsten van belegde kapitalen Verkrijging eigen aandelen Overlijden, uittreding of uitsluiting van een vennoot Verdeling van maatschappelijk vermogen AFV-aandelen
3. Vak IV – Bepaling van het fiscaal resulaat 4. Omdeling naar oorsprong 4.1. 4.2. 4.3.
Belgische oorsprong Landen waarmee een verdrag gesloten is Landen waarmee geen verdrag gesloten is
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
36
Vennootschapsbelasting
2/2
5. Niet-belastbare bestanddelen 5.1. 5.2. 5.3.
Giften Personeel aanvullend onderzoek Andere
6. Definitief belaste inkomsten en vrijgestelde roerende inkomsten 6.1. 6.2.
Algemeen Vak VI
7. Vorige verliezen 7.1. 7.2.
Algemeen Vak VII
8. Investeringsaftrek 9. Bepaling van de belastbare grondslag 9.1. 9.2.
Afzonderlijke belastbare meerwaarden Gewoon en verlaagd tarief – vak VIII
10. Oefeningen 11. Voorafbetalingen en verrekenbare voorheffingen 11.1. Voorafbetalingen 11.2. Niet-terugbetaalbare voorheffingen 11.3. Terugbetaalbare voorheffingen
12. Diverse bescheiden, opgaven en inlichtingen Handboek SBB Fiscale Gids Uitgverij: De Standaard Boekhandel Codex Fiscaal Recht Uitgeverij: Die Keure Bibliografie Fiscaal Compendium Uitgeverij: Ced.Samson Vennootschapsbelasting Nu Uitgeverij: De Standaard Boekhandel Commentaar op het Wetboek Inkomstenbelasting Uitgeverij: Ministerie van Financiën
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
37
Procedure inkomstenbelasting
1/5
Situering in het studieprogramma Tweede jaar – 40 lestijden Doel Dit vak bestaat uit twee delen: procedure en invordering. Het deel procedure behandelt de volledige belastingprocedure inzake inkomstenbelastingen: de aangifte door de belastingplichtige, het onderzoek en de controle van de aangifte door de belastingadministratie, de bewijsmiddelen die de belastingsadministratie hanteert, de aanslagprocedure zelf, het bezwaar, de ontheffing van ambtswege en tenslotte de gerechtelijke fase (Rechtbank van 1° aanleg, Hof van Beroep, Cassatie). Het deel invordering behandelt de inning en de invordering van de belastingen: wie is met de invordering belast, wat is de inningstitel inzake belastingen, welke zijn de betalingstermijnen, wat zijn de interesten die worden aangerekend, wanneer verjaart de belastingvordering, hoe worden betwiste belastingen ingevorderd, welke vervolgingen zijn mogelijk,… ? Beide delen vormen een gestructureerd geheel en worden gedetailleerd gedoceerd met verwijzing naar recente rechtspraak. Het geheel beperkt zich omzeggens tot de procedure inzake inkomstenbelastingen, vermits er bij de studie van de andere belastingtakken een zekere plaats wordt ingeruimd voor de telkens desbetreffende procedure. Inhoud
Deel 1: Procedure 1. De aangifte
1.1. Soorten aangifteformulieren 1.2. De aangifteplichtigen 1.3. De aangiftetermijnen 1.3.1. Begrip toekomen 1.3.2. Aangiftetermijn voor natuurlijke personen 1.3.3. Aangiftetermijn voor vennootschappen 1.3.4. Uitstel 1.3.5. Verlening van rechtswege 1.4. Bijlagen bij de aangiften 1.4.1. Bescheiden gevraagd in het aangiftebiljet 1.4.2. Bescheiden gevraagd in de verklarende nota 1.4.3. Eensluidend- of echtverklaring van de bijlagen 1.5. Geldigheidsvereisten 1.5.1. Laattijdige aangifte 1.5.2. Onregelmatige aangifte
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
38
Procedure inkomstenbelasting
2/5
1.6. Rechtskarakter van de aangifte 1.6.1. Hulpmiddel voor het opleggen van de aanslag 1.6.2. Herroepelijk 1.6.3. Jaarlijks karakter 1.7. Sancties 1.7.1. Ambtshalve aanslag 1.7.2. Administratieve sancties 1.7.3. Strafrechtelijke sancties 1.8. Aangifte inzake roerende voorheffing en bedrijfsvoorheffing
2. Onderzoek en controle
2.1. Inzamelen van informatie (controle van de aangifte) 2.1.1. Verplichtingen van de belastingplichtige 2.1.2. Verplichtingen van derden 2.2. Sancties bij weigering om medewerking te verlenen 2.2.1. Ambtshalve aanslag 2.2.2. Administratieve sancties 2.2.3. Strafrechtelijke sancties 2.3. Werkwijze van de administratie 2.3.1. Wie onderzoekt de aangifte? 2.3.2. Informatie van andere administraties 2.4. Onderzoekstermijnen
3. Bewijsmiddelen
3.1. Algemene beginselen inzake bewijslevering 3.1.1. De bewijsregeling 3.1.2. De bewijslast 3.1.3. Medewerking aan de bewijslevering 3.1.4. Het bewijs moet wettig verkregen zijn 3.1.5. Openbaarheid van bestuur 3.1.6. Keuze van bewijsmiddel 3.2. Bewijsmiddelen gemeenrecht 3.2.1. Het schriftelijk bewijs 3.2.2. Het bewijs door vermoedens 3.2.3. Het bewijs door getuigen 3.2.4. De bekentenis 3.3. Bewijsmiddelen fiscaal recht 3.3.1. Tekenen en indiciën 3.3.2. De vergelijking met drie soortgelijke belastingplichtigen
4. Aanslagprocedure
4.1. Wijzigingsprocedure 4.1.1. Vorm 4.1.2. Inhoud 4.1.3. Substantiële formaliteit 4.1.4. Antwoord van de belastingplichtige
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
39
Procedure inkomstenbelasting
3/5
4.2. Aanslag van ambtswege 4.2.1. Definitie 4.2.2. Gevallen waarin een ambtelijke aanslag kan worden opgelegd 4.2.3. Gegevens waarop de ambtelijke aanslag wordt gesteund 4.2.4. Kennisgeving van de aanslag van ambtswege 4.2.5. Antwoord van de belastingplichtige 4.2.6. Gevolgen van de aanslag van ambtswege
5. De aanslag
5.1. Relatie aanslagjaar – relatie belastbaar tijdperk 5.2. Aanslagtermijnen 5.2.1. De gewone aanslagtermijn 5.2.2. De buitengewone aanslagtermijn van drie jaar 5.2.3. De buitengewone aanslagtermijn van vijf jaar 5.2.4. Uitzonderlijke termijnen
6. De bezwaarprocedure
6.1. Inleiding 6.1.1. Terminologie Wetboek 6.1.2. Verlies jurisdictioneel karakter 6.1.3. Bezwaarrecht feitelijk gescheiden echtgenoot 6.2. Bezwaar 6.2.1. Voorwerp van het bezwaar 6.2.2. Geldigheidsvereisten 6.2.3. Ontvangstbewijs 6.2.4. Behandeling van het bezwaar 6.2.5. Beslissing m.b.t. het bezwaarschrift 6.3. Ontheffing van ambtswege 6.3.1. Voorwerp van de ambtshalve ontheffing 6.3.2. Onderzoek, behandeling, uitspraak en betekening
7. De gerechtelijke fase
7.1. Datum van inwerkingtreding van de nieuwe gerechtelijke procedure 7.2. Regels van toepassing op de oude procedure 7.2.1. Hoger beroep 7.2.2. Cassatie 7.3. Regels van toepassing op de nieuwe procedure 7.3.1. Rechtbank van Eerste Aanleg 7.3.2. Hof van Beroep 7.3.3. Cassatie
Deel 2: Invordering 1. Algemene bepalingen
1.1. Ambtenaren die met de invordering belast zijn 1.1.1. Wie? 1.1.2. Aansprakelijkheid van de Ontvanger 1.1.3. Bevoegdheid van de Ontvanger
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
40
Procedure inkomstenbelasting
4/5
1.2. Motivering van de bestuurshandelingen 1.3. Openbaarheid van bestuur
2. Betaling van de belastingschuld
2.1. De inningstitel inzake belastingen: het kohier 2.2. Het aanslagbiljet 2.3. Betalingsmodaliteiten 2.3.1. Betalingstermijn 2.3.2. Bijkomende betalingstermijnen 2.3.3. Betalingswijze en kwitanties
3. Interesten
3.1. Interestvoet 3.2. Nalatigheidsinteresten 3.2.1. Algemeen 3.2.2. Interesten bij inning aan de bron 3.2.3. Vrijstelling van nalatigheidsinteresten 3.2.4. Berekening van nalatigheidsinteresten 3.2.5. Nalatigheidsinteresten en bezwaar 3.3. Moratoriuminteresten 3.3.1. Algemeen 3.3.2. Berekening van moratoriuminteresten
4. De verjaring van de belastingvordering
4.1. Algemeen 4.2. De verjaring inzake inkomstenbelasting 4.3. Handelingen die de verjaring stuiten 4.4. Handelingen die de verjaring schorsen
5. De belastingschuldige
5.1. Wie is belastingschuldige? 5.2. Begrip woonplaats 5.3. Beperkingen van de invorderingsmogelijkheden 5.3.1. Buitenland 5.3.2. Gerechtelijk akkoord – Faillissement 5.3.3. Onvermogen 5.4. Belastingen ingekohierd op naam van meerdere personen 5.4.1. Algemeen principe 5.4.2. Invordering van belastingen ingekohierd tlv gehuwden 5.4.3. Invordering bij feitelijk gescheiden echtgenoten 5.4.4. Invordering bij ontbinding van het huwelijk 5.5. De invordering tlv derden 5.5.1. Invordering tlv de ergenamen 5.5.2. Invordering tlv de nieuwe eigenaar van een onroerend goed 5.5.3. Invordering tlv medeplichtigen aan bepaalde misdrijven in belastingzaken 5.5.4. Invordering tlv persoonlijke borgen 5.5.5. Invordering tlv vennoten in sommige vennootschappen 5.5.6. Invordering tlv overnemers van een handelszaak 5.5.7. Invordering tlv niet-geregistreerde aannemers
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
41
Procedure inkomstenbelasting
5/5
6. Voorrechten en hypotheken
6.1. Algemene begrippen inzake voorrangsregels 6.1.1. Voorrecht 6.1.2. Hypotheek 6.1.3. De rang van het voorrecht en de hypotheek 6.1.4. Openbaarheid van voorrecht en hypotheken op onroerende goederen 6.2. Het voorrecht inzake inkomstenbelasting 6.2.1. Welke goederen zijn aan het voorrecht onderworpen? 6.2.2. Rang van het voorrecht 6.2.3. Duur 6.2.4. Bijzondere kenmerken 6.3. De wettelijke hypotheek van de schatkist inzake inkomstenbelasting 6.3.1. Welke goederen zijn voor hypotheek vatbaar? 6.3.2. Inschrijving van de hypotheek 6.3.3. Duur 6.3.4. Kostprijs
7. Vervolgingen inzake directe belastingen
7.1. Voorafgaande kennisgevingen 7.1.1. Aanslagbiljet 7.1.2. Aanmaning 7.2. Het dwangschrift 7.3. Soorten vervolgingen 7.3.1. Rechtstreekse (=eigenlijke) vervolgingen 7.3.2. Onrechtstreekse vervolgingen 7.4. Bewarend beslag
Handboek Collegedictaat SBB Fiscale Gids Uitgeverij: De Standaard Boekhandel Bibliografie Fiscaal Compendium Uitgeverij: Ced-Samson, Brussel
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
42
Fiscaal strafrecht
1/3
Situering in het studieprogramma Tweede jaar – 40 lestijden Doel In de cursus zullen geen abstracte rechtsregels gepresenteerd worden die dan uit het hoofd geleerd moeten worden. Het gebruik van wetboeken en –teksten zal het uitgangspunt zijn, zowel tijdens de lessen als op het examen. Het aanleren van het gebruik van wetboeken zal een garantie zijn dat de student in de toekomst de oplossing voor een eenvoudig probleem zelf zal kunnen terugvinden, ook al is hij de regels dan al vergeten. Inhoud
Deel 1: Gemeen strafrecht – Fiscaal strafrecht 1. Gemeen strafrecht
1.1. Grondbeginselen 1.1.1. Legaliteitsbeginsel 1.1.2. De interpretatie van de strafwet 1.1.3. Toepassing van de strafwet in de tijd 1.2. Het misdrijf 1.2.1. Definitie 1.2.2. Constitutieve bestanddelen van het misdrijf 1.2.3. Indeling van de misdrijven 1.3. Uitbreiding van de strafbaarheid: de strafbare deelneming 1.4. Beperking of uitsluiting van de strafbaarheid 1.4.1. Rechtvaardigingsgronden 1.4.2. Schulduitsluitingsgronden 1.5. De sancties 1.5.1. Kenmerken van de strafrechtelijke straf 1.5.2. Indeling van de straffen 1.5.3. De straftoemeting
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
43
Fiscaal strafrecht
2/3
2. Fiscaal strafrecht
2.1. Toepassing van gemeen strafrecht op fiscaal strafrecht 2.2. De fiscale misdrijven 2.2.1. De overtreding van de fiscale wetten of van ter uitvoering daarvan genomen besluiten 2.2.2. Valsheid in geschriften 2.2.3. Valsheid in getuigschriften 2.2.4. Gebruik van valse stukken en getuigschriften 2.2.5. Andere fiscale misdrijven 2.3. Strafrechtelijke sancties 2.3.1. Hoofdstraffen 2.3.2. Bijkomende straffen 2.4. Administratieve sancties 2.4.1. Belastingverhogingen 2.4.2. Administratieve boete 2.4.3. Verval van het recht om belastingplichtigen te vertegenwoordigen
Deel 2: Gemeen strafprocesrecht – Fiscaal strafprocesrecht 1. Gemeen strafprocesrecht
1.1. Grondbeginselen 1.1.1. De rechten van verdediging 1.1.2. Andere grondrechten 1.2. Overzicht van het strafproces 1.2.1. Het voorlopig onderzoek 1.2.2. Het onderzoek ten gronde 1.3. Vorderingen die uit het misdrijf voortvloeien 1.3.1. De strafvordering 1.3.2. De burgerlijke vordering 1.4. Het onderzoek voor de terechtzetting 1.4.1. Wijze waarop misdrijven ter kennis komen van de overheid 1.4.2. Personen belast met de opsporing en vaststelling van misdrijven 1.4.3. Het opsporingsonderzoek 1.4.4. Het gerechtelijke onderzoek 1.5. Het onderzoek ter terechtzetting
2. Fiscaal strafprocesrecht
2.1. De strafvordering 2.1.1. Initiatief tot uitoefening van de strafvordering 2.1.2. De schorsing van de strafvordering 2.2. De burgerlijke vordering 2.3. Het onderzoek voor de terechtzetting 2.3.1. Substituut-Procureur des Konings, gespecialiseerd in fiscale aangelegenheden 2.3.2. Fiscale ambtenaren in het vooronderzoek
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
44
Fiscaal strafrecht
3/3
Handboek Collegedictaat SBB Fiscale Gids Uitgeverij: De Standaard Boekhandel Bibliografie
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
45
Met de inkomstenbelasting gelijkgestelde belastingen
1/3
Situering in het studieprogramma Tweede jaar – 20 lestijden Doel In de cursus ‘MIBGB’ wordt gepoogd vanuit de theoretische kennis op een voortdurende manier te linken aan de praktijk. De eigen inzet en inbreng van de studenten is hierbij van uitzonderlijk belang en verhoogt hun betrokkenheid bij deze eerder minder gekende aspecten van de fiscaliteit. De cursus heeft zijn doelstellingen bereikt wanneer de student op een zelfstandige manier de al dan niet belastbaarheid kan onderkennen, vrijstellings- en verminderingsregels kan toepassen, en op basis van zelf aangereikte concrete voorbeelden zijn kennis kan toetsen aan de theorie terzake. Inhoud
Deel 1: Verkeersbelasting 1. Belastbare voertuigen
1.1. Voertuigen 1.2. Categorieën 1.2.1. Geautomatiseerde voertuigen 1.2.2. Niet-geautomatiseerde voertuigen
2. Vrijstellingen
2.1. Algemeen 2.2. Wettelijke vrijstellingen 2.3. Impliciete vrijstellingen 2.4. Vrijstellingen in internationaal verband 2.5. Vrijstellingen krachtens bijzondere wetten
3. Belastingschuldigen
3.1. Geautomatiseerde voertuigen 3.2. Niet-geautomatiseerde voertuigen
4. Belastbare grondslag en berekening van de belasting
4.1. Algemeen 4.2. Personenauto’s, auto’s voor dubbel gebruik, minibussen 4.2.1. Gewone verkeersbelasting 4.2.2. Aanvullende verkeersbelasting voor LPG-voertuigen (AVB) 4.2.3. Accijnscompenserende belasting voor dieselvoertuigen (ACB) 4.3. Motorvoertuigen voor goederenvervoer MTM < 3.500 kg 4.4. Motorvoertuigen voor goederenvervoer MTM >= 3.500 kg (nieuw regime sinds 1/1/2002) 4.4.1. Alleenrijdende motorvoertuigen 4.4.2. Samengestelde voertuigen
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
46
Met de inkomstenbelasting gelijkgestelde belastingen
2/3
4.5. Aanhangwagens en opleggers 4.6. Niet-vrijgestelde autobussen en autocars 4.7. Motorfietsen 4.8. Forfaitair belaste voertuigen 4.9. Minimumbelasting
5. Verminderingen
5.1. Algemeen 5.2. Voertuigen sedert meer dan 5 jaar in het verkeer gebracht 5.3. Voertuigen uitsluitend gebruikt binnen de havenomheining 5.4. Vermindering voor autoparken
6. Ontstaan van de belastingschuld en belastbaar tijdperk
6.1. Algemeen 6.2. Voertuigen sedert meer dan 5 jaar in het verkeer gebracht 6.3. Voertuigen uitsluitend gebruikt binnen de havenomheining 6.4. Vermindering voor autoparken
7. Aangifte - Invordering
7.1. Geautomatiseerde voertuigen 7.2. Niet-geautomatiseerde voertuigen
8. In het buitenland of tijdelijk in België ingeschreven voertuigen 9. Sancties
9.1. Geautomatiseerde voertuigen 9.2. Niet-geautomatiseerde voertuigen
Deel 2: Belasting op inverkeerstelling 1. Algemeen 2. Belastbare voertuigen 3. Vrijstellingen 4. Belastbare grondslag en tarief 5. Inning 6. Bezwaarschriften en ontheffing van ambtswege
Deel 3: Eurovignet 1. Algemeen 2. Belastbare voertuigen
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
47
Met de inkomstenbelasting gelijkgestelde belastingen
3/3
3. Ontstaan van de belastingschuld 3.1. Belgische voertuigen 3.2. Buitenlandse voertuigen
4. Vrijstellingen 5. Belastingschulden 6. Belastbaar tijdperk – Inningsmodaliteiten 7. Tarief 8. Praktische modaliteiten 9. Terugbetaling eurovignet 10. Wat bij diefstal of verlies? 11. Sancties
Deel 4: Belasting op spelen en weddenschappen 1. Beginselen 2. Vrijstellingen 3. Aanslagvoet 4. Procedure en diversen 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6.
Schuldenaars van de belasting Aangifte en inning Controle Ambtshalve aanslag Rechten van ondergeschikte baten Sancties
5. Belasting op de automatische ontspanningstoestellen 6. Belastingen op paardenwedrennen Handboek SBB Fiscale Gids Uitgeverij: De Standaard Boekhandel
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
48
Lokale belastingen
1/2
Situering in het studieprogramma Tweede jaar – 20 lestijden Doel In de cursus ‘Lokale Belastingen’ wordt gepoogd een overzicht te geven van de Belgische regionale (gewesten en gemeenschappen) en lokale (provincies, agglomeraties, gemeenten) belastingen. Aan de basis liggen nog steeds een aantal federale basisregels die een en ander in goede banen moet leiden. De financieringswet van 1989 - en haar wijzigingen - is het uitgangspunt van waaruit de regionale fiscaliteit zich is gaan ontwikkelen. Een aantal Vlaamse gewest- en gemeenschapsheffingen worden besproken. Verder dienen de studenten een korte paper van een vijftiental pagina’s individueel voor te bereiden, waarbij zij – voor een gemeente naar hun keuze – zowel een gemeentebelasting als een gemeentelijke retributie dienen te behanden. De cursus heeft zijn doelstellingen bereikt wanneer de student op een zelfstandige manier de al dan niet belastbaarheid kan onderkennen, vrijstellings-en verminderingsregels kan toepassen, en op basis van zelf aangereikte concrete voorbeelden zijn kennis kan toetsen aan de theorie terzake. Inhoud 1. Inleiding
1.1. De staat en zijn onderverdelingen 1.2. De fiscale financieringsvormen: de financieringswet van 1989
2. Regionale belastingen
2.1. Voorgeschiedenis: indeling van de Belgische Staat in Gemeenschappen en Gewesten 2.2. Financiering door overdrachten van rijksmiddelen 2.3. De autonome belastingen 2.3.1. De belastingheffende bevoegdheid van de deelstaten 2.3.2. Het autonome belastingrecht in het Waalse Gewest 2.3.3. Het autonome belastingrecht in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest 2.4. Bespreking van een aantal Gewestbelastingen (capita selecta) 2.4.1. Vlaamse oppervlaktewaterheffing 2.4.2. Vlaamse grondwaterheffing 2.4.3. Vlaamse heffing op watervang 2.4.4. Vlaamse afvalstoffenheffing 2.4.5. Vlaamse heffing op meststoffenverontreiniging (mestdecreet) 2.4.6. Vlaamse grindheffing 2.4.7. Vlaamse leegstandsheffing woningen en gebouwen 2.4.8. Vlaamse heffing op leegstand van bedrijfsruimten 2.4.9. Retributie bodemattest 2.4.10. Dossiertaks
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
49
Lokale belastingen
2/2
3. Belastingen van Provincies en Gemeenten
3.1. Fiscale bevoegdheid van gemeenten en provincies 3.2. Het ontstaan van de gemeente- en provinciebelasting 3.3. De belastingheffing 3.4. De geschillenprocedure
Handboek SBB Fiscale Gids Uitgeverij: De Standaard Boekhandel
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
50
Douane en accijnzen
1/3
Situering in het studieprogramma Tweede jaar – 40 lestijden Doel In de cursus zullen geen abstracte rechtsregels gepresenteerd worden die dan uit het hoofd geleerd moeten worden. Het gebruik van wetboeken en –teksten zal het uitgangspunt zijn, zowel tijdens de lessen als op het examen. Het aanleren van het gebruik van wetboeken zal een garantie zijn dat de student in de toekomst de oplossing voor een eenvoudig probleem zelf zal kunnen terugvinden, ook al is hij de regels dan al vergeten. Inhoud
Deel 1: Het gemeenschappelijk douanetarief (GDT) 1. Ontstaan en evolutie
1.1. Verdrag van Rome 1.2. Verschil tussen vrijhandelszone, douaneunie en economische unie 1.3. GATT 1.4. Structuur van het GDT
2. Tijdelijke afwijkingen van het GDT 2.1. Tariefschorsingen (S) 2.2. Tariefcontingent (C) 2.3. Tariefplafond
3. Tijdelijke invoer
3.1. Wat 3.2. Voorwaarden voor toepassing van stelsel 3.3. Onderscheid volledige vrijstelling
4. Definitieve invoer
4.1. Autonoom – conventioneel 4.2. Wetenschappelijke instrumenten 4.3. Medische instrumenten 4.4. Goederen met het oog op klantenwerving 4.5. Verplaatsing van vestiging 4.6. Persoonlijke bagage
5. Bestemmingsrechten 5.1. Wat
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
51
Douane en accijnzen
2/3
6. Terugkerende goederen 6.1. Wat 6.2. Voowaarden
Deel 2: Preferentiële handelsakkoorden 1. Associatie en samenwerkingsverdragen
1.1. Oorspronkelijke doelstelling van het GDT 1.2. Huidige toestand 1.3. Doelstelling van de preferentiële akkoorden 1.4. Toepassingsvoorwaarden
2. SAP
2.1. Toepassingsgebied 2.2. Jaarlijks 2.3. Eenzijdig
Deel 3: Toepassing van het GDT – Preferentiële handelsakkoorden 1. Douanegebied 2. Tariefindeling
2.1. Structuur 2.2. Soorten invoerrechten en heffingen 2.3. Interpretatie van GS
3. Waardebepaling
3.1. Belang van de regels van de waardebepaling 3.2. Methoden (toepassingsmodaliteiten) 3.3. Procedure
4. Oorsprongsregels
4.1. Wat 4.2. Niet-preferente oorsprongsregels (economische oorsprong) 4.3. Preferente oorsprongsregels (fiscale oorsprong)
Deel 4: Economische douaneregelingen 1. Algemeen: douanebestemming
1.1. Vijf mogelijke bestemmingen 1.2. Begrip douaneregeling
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
52
Douane en accijnzen
3/3
2. Actieve veredeling
2.1. Wat 2.2. Doelstelling 2.3. Methode 2.4. Toelatingsvoorwaarden
3. Behandeling onder douanetoezicht 3.1. Doelstelling 3.2. Toepassingsvoorwaarden
4. Passieve veredeling
4.1. Wat 4.2. Toepassingsvoorwaarden 4.3. Modaliteiten 4.4. Berekening van de vrijstelling
Deel 5: Strafrecht en procedure inzake douane 1. Afwijkingen van het gemeen strafrecht 1.1. Opzet 1.2. Verzachtende omstandigheden
2. Procedure inzake douane en accijnzen 2.1. Uitoefening van de strafvordering 2.2. Transactie
Handboek SBB Fiscale Gids Uitgeverij: De Standaard Boekhandel Bibliografie
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
53
Leerinhouden: doel, inhoud en bibliografie Derde jaar
BTW Personenbelasting Vennootschapsbelasting Fiscale planning Internationale fiscaliteit Ondernemingsproject
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
54
BTW
1/2
Situering in het studieprogramma Derde jaar – 40 lestijden Doel Voortbouwend op de algemene principes van het BTW-systeem die uitvoerig werden besproken in de twee eerste jaren zal in het derde jaar worden ingegaan op meer specifieke BTW-vraagstukken. In dit verband komen volgende onderwerpen gedetailleerd aan bod: de BTW-verplichtingen van buitenlandse ondernemingen die wensen te investeren in België, de BTW-gevolgen van fusies, splitsingen en overdrachten in het algemeen, de herzieningen en de onttrekkingen alsmede de specifieke BTW-aspecten verbonden aan onroerend goed transacties. Voornoemde onderwerpen zullen verder worden uitgediept aan de hand van praktijkvoorbeelden. Bij elk van de onderwerpen wordt er eveneens een terugkoppeling naar de BTW-aangifte gemaakt. Inhoud 1. Overdracht van een algemeenheid van goederen en een bedrijfsafdeling (artikel 11 WBTW)
1.1. Overdracht van activa die niet kwalificeert als een algemeenheid van goederen of bedrijfsafdeling 1.1.1. Definities 1.1.2. Specifieke aandachtspunten 1.1.3. Formaliteiten 1.2. Overdracht van activa die wel kwalificeert als een algemeenheid van goederen of bedrijfsafdeling 1.2.1. Definities 1.2.2. Specifieke aandachtspunten 1.2.3. Formaliteiten
2. Onroerende goederen en BTW
2.1. Wanneer valt de levering van een gebouw onder de toepassing van de BTW 2.2. Vestiging en overdracht van zakelijke rechten
3. Aansprakelijke vertegenwoordiging in België 3.1. Nieuwe verlegging van heffing 3.2. Mogelijke BTW-registratie 3.2.1. Voor EU ondernemingen 3.2.2. Voor niet-EU ondernemingen 3.3. Gevolgen van de keuze 3.4. Procedures 3.5. Bijzonder geval: werken in onroerende staat 3.6. Facturatie vermeldingen
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
55
BTW
2/2
4. Onttrekkingen en herzieningen 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5.
Recht op aftrek Gewone herzieningen Herzieningen inzake bedrijfsmiddelen Onttrekkingen Met een dienst onder bezwarende titel gelijkgestelde handelingen
Handboek SBB Fiscale Gids Uitgeverij: Standaard Boekhandel Bibliografie BTW-Wetboek Handleiding van de BTW-administratie Parlementaire Vragen en Beslissingen Administratieve Circulaires
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
56
Personenbelasting
1/2
Situering in het studieprogramma Derde jaar – 40 lestijden Doel De cursus is een vervolg op de cursus ‘Personenbelasting’ gegeven in het eerste en het tweede jaar. De cursus heeft als doel een grondig inzicht te geven in de Belgische personenbelasting. De basisstructuur is deze van het wetboek inkomstenbelasting. Dit wetboek wordt dan ook als basiswerk gebruikt in de lessen. Bij elke rubriek worden verschillende praktische toepassingen uitgewerkt. Aan het eind van de cursus worden tevens een aantal aangiftes personenbelasting als casus bestudeerd. Inhoud 1. Samenvoeging van de inkomsten van echtgenoten en kinderen 2. Belastingberekening 3. Belastingvrije som 4. Belastingvermindering voor het langetermijnsparen 5. Belastingvermindering voor het bouwsparen 6. Belastingvermindering voor PWA-cheques 7. Belastingvermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten 8. Belastingvermindering voor inkomsten uit het buitenland 9. Bijzondere stelsel van aanslag 10. Verrekening van de voorheffingen 11. Belastingkrediet 12. Voorafbetalingen 13. Toepassingen
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
57
Personenbelasting
2/2
Handboek SBB Fiscale Gids Uitgeverij: De Standaard Boekhandel Codex Fiscaal Recht Uitgeverij: Die Keure Bibliografie Fiscaal Compndium Uitgeverij: Ced.Samson Personenbelasting Nu Uitgeverij: De Standaard Boekhandel Commentaar op het Wetboek Inkomstenbelasting Uitgeverij: Ministerie van Financiën
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
58
Vennootschapsbelasting
1/3
Situering in het studieprogramma Derde jaar – 80 lestijden Doel De ganse opbouw en de bepaling van de belastbare grondslag vanuit het boedhoudkundig resultaat is gekend vanuit de voorbije twee jaar. De berekening van de vennootschapsbelasting wordt gedetailleerd bekeken. Aan de hand van een praktijkvoorbeeld wordt het hoofddoel van de cursus over de drie jaar afgesloten: de berekening van de fiscale provisie evenals de reconciliatie met het boekhoudkundig resultaat en de opstelling van de aangifte inzake vennootschapsbelasting wordt geïllustreerd. Vervolgens komen reorganisaties aan bod: inkoop eigen aandelen, gedeeltelijke verdeling van maatschappelijk vermogen, gehele verdeling van maatschappelijk vermogen en tenslotte de verschillende vormen van fusie en opslorping. In deze cursus wordt een uitweiding gemaakt naar de rechtspersonenbelasting en de taxatie van buitenlandse vennootschappen die actief zijn in België. Inhoud
Deel 1: Vennootschapsbelasting 4. Berekening van de vennootschapsbelasting (fiscale provisie)
4.1. Verminderd basistarief 4.2. Gewone tarief 4.3. Vermindering voor buitenlandse inkomsten 4.4. Bijzondere aanslagen – Aanslag geheime commissielonen 4.5. Schema van de verschillende stadia in de berekening 4.5.1. Verrekening van de verschillende bestanddelen zoals het belastingkrediet, forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting, roerende voorheffing, … 4.5.2. Belastingvermeerdering wegens onvoldoende voorafbetalingen 4.5.3. Belastingverhogingen
5. Inkoop eigen aandelen
5.1. Verrichtingen na 1 januari 1991 5.1.1. Vennootschapsregels 5.1.2. Fiscale regels: begrippen, taxatieproces 5.2. Praktische gevallenstudie
6. Gedeeltelijke verdeling van het maatschappelijk vermogen 6.1. Verrichtingen na 1 januari 1991 6.1.1. Fiscale regels: begrippen, taxatieproces 6.2. Praktische gevallenstudie
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
59
Vennootschapsbelasting
2/3
7. Verdeling van het maatschappelijk vermogen naar aanleiding van ontbinding 7.1. Verrichtingen na 1 januari 1991 7.1.1. Fiscale regels: begrippen, taxatieproces 7.2. Praktische gevallenstudie 7.2.1. Voorbeeld van een éénmalige uitkering 7.2.2. Voorbeeld van een trapsgewijze uitkering
8. Fusies, splitsingen, opslorpingen
8.1. Overzicht van de wettelijke bepalingen inzake het nieuwe wetboek der vennootschappen 8.2. Belastbare en belastingvrije operaties 8.3. Nieuwe mogelijkheden 8.4. Voorbeelden: belastbare en niet-belastbare reorganisaties
Deel 2: Belasting der niet-inwoners (inrichtingen van buitenlandse vennootschappen) 1. Algemeen
1.1. Wie is onderworpen? 1.2. Soorten B.N.I.-vennootschappen
2. Belastbare inkomsten 2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
Onroerende inkomsten Roerende inkomsten Bedrijfsinkomsten Diverse inkomsten
3. Vrijgestelde inkomsten 4. Vaststelling van de belastbare grondslag
4.1. Begrip: Belgische inrichting 4.2. Bepaling van de winstallocatie aan de vaste inrichting 4.2.1. Winst: korte verwijzing naar de verschillende winstbepalingsmethodes 4.2.2. Aftrekbare bedrijfsuitgaven 4.3. Forfaitaire minimumwinsten van buitenlandse ondernemingen
5. De wijze van belastingheffing 6. Berekening van de belasting
Deel 3: Rechtspersonenbelasting 1. Algemeen
1.1. Wie is onderworpen?
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
60
Vennootschapsbelasting
3/3
2. Soorten inkomsten
2.1. Onroerende inkomsten 2.2. Roerende inkomsten 2.3. Bedrijfsinkomsten 2.4. Diverse inkomsten
3. Aanslagstelsel 4. Bespreking wetsontwerp inzake vzw’s
4.1. Wijzigingen op het gebied van het vennootschapsrecht 4.2. Taks ter vergoeding van de successierechten 4.3. Private stichting
Handboek SBB Fiscale Gids Uitgeverij: Standaard Boekhandel Bibliografie Fiscaal Compendium Uitgeverij: Ced-Samson, Brussel Vennootschapsbelasting 2001 Claude Chevalier Vennootschapsbelasting Luc Tailleu Uitgeverij: MIM Handboek Vennootschapsbelasting P. Beghin, K. Flamant Uitgeverij: Intersentia Rechtswetenschappen Handboek Vennootschapsbelasting Yves Verdingh Handboek voor Fiscaal Recht Tiberghien Uitgeverij: Larcier Commentaar I.B. Circulaires van de Administratie
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
61
Fiscale planning
1/3
Situering in het studieprogramma Derde jaar – 40 lestijden Doel In deze cursus wordt gepoogd vanuit de praktijk op bevattelijke wijze een basis te geven in de veelheid van aspecten bij taxplanning, waarbij de nadruk wordt gelegd op de Belgische aspecten. Internationale belastingplanning van ondernemingen komt quasi niet aan bod en wordt voorbehouden voor het vak ‘Internationale fiscaliteit’. De cursus heeft haar doelstelling bereikt als de student in staat is eventuele fiscale problemen te voorzien en desgevallend opportuniteiten te onderkennen. Het is onmogelijk (daarvoor is de materie te veel in beweging) en onaanvaardbaar in een democratisch staatsbestel (hierdoor wordt een verkeerd beeld gekregen van belastingadvies) om een cursus aan te reiken van fiscale planningstechnieken die uitsluitend aangewend worden om geen of toch zo weinig mogelijk belastingen te betalen. Het heffen van belastingen is noodzakelijk om de staatsuitgaven te financieren. Fiscale planning betekent in de eerste plaats “belastingen voorzien en voorspellen” zodat onverwachte gebeurtenissen zo veel mogelijk vermeden worden zodat de belastingplichtige deze op voorhand kan berekenen en inschatten; in tweede orde zal de totale belastingdruk van een verrichting of gebeurtenis dienen te worden beperkt. Inhoud 1. Belastingvriendelijke bezoldigingstechnieken voor kaderleden 1.1. Fiscale waardering van voordelen van alle aard 1.2. Vergoeding van kosten eigen aan de werkgever 1.3. Niet-belastbare sociale tegemoetkomingen 1.4. Pensioenvorming en afzonderlijke belastbare bedrijfsinkomsten 1.5. Toekenning van winstbewijzen 1.6. Aandelenoptiewetgeving 1.7. Aankoop van aandelen van de werkgevers 1.8. Werknemersparticipatie – Investeringsspaarplan 1.9. Salarissplitsing 1.10. Fiscaal regime van buitenlandse kaderleden 1.11. Sociaal zekerheidsstatuut als werknemer of zelfstandige 1.12. Managementvennootschap – Vennootschap van kaderleden
2. Topics bezoldigingsaspecten van bedrijfsleiders
2.1. Aftrek van intresten om aandelen te verwerven 2.2. De tenlastneming van verliezen door bestuurders 2.3. De pensioenvorming via de bedrijfsleidersverzekering, de interne pensioenbelofte 2.4. Bijzonderheden: de herkwalificatie van intresten in dividenden, het attractiebeginsel, …
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
62
Fiscale planning
2/3
3. De overgang van éénmanszaak naar vennootschap
3.1. Het verschillend belastingsregime 3.2. Fiscale aspecten van de vennootschapsvorm: voor- en nadelen 3.3. Juridische en bedrijfseconomische aspecten van de vennootschapsvorm: voor- en nadelen 3.4. Fiscale aspecten bij de overgang van éénmanszaak naar vennootschap: overdracht van de handelszaak 3.4.1. Op het gebied van de directe belastingen 3.4.2. Op het gebied van de registratierechten 3.4.3. Op het gebied van de BTW
4. Overdracht van KMO’s
4.1. Overdracht van de KMO in de vorm van éénmanszaak: fiscaal 4.1.1. Op het gebied van de successierechten 4.1.2. Op het gebied van de registratierechten 4.2. Overdracht van de KMO in de vorm van éénmanszaak: juridisch 4.2.1. De juridische aspecten van de contractuele overdracht van de handelszaak 4.3. Overdracht van de KMO in vennootschapsvorm: fiscaal 4.3.1. Verkoop van aandelen: inkomstenbelasting, registratie- en successierechten 4.3.2. Schenking van aandelen: familiale opvolging in de KMO (registratie- en successierechten) 4.4. Overdracht van de KMO in vennootschapsvorm: juridisch 4.4.1. Verkoop van aandelen (NV/BVBA) 4.4.2. Schenking van aandelen (juridische aspecten van de opvolgingsregeling) 4.4.3. Andere juridische mogelijkheden bij familiale opvolging 4.5. Aandeelhoudersovereenkomsten, corporate governance, …
5. Rulings inzake directe en indirecte belastingen – Comité voor voorafgaande beslissingen
5.1. Verschillen, bevindingen: vb. meer open houding van de DVB vergeleken met de rulingcommissie 5.2. Welke verrichtingen? 5.3. Procedure, betekenis van de beslissing
6. Antirechtsmisbruikbepaling (art. 344§1 WIB) versus de simulatieleer 7. Praktisch: AOIF-controle (organisatie van de belastingadministratie) Handboek SBB Fiscale Gids Uitgeverij: Standaard Boekhandel Bibliografie Vennootschap en belastingen Uitgeverij: Kluwer Rechtswetenschappen, losbladige uitgave
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
63
Fiscale planning
3/3
Tijdschriften Tijdschrift voor Fiscaal Recht Uitgeverij: Larcier, mandelijks tijdschrift Fiscale Koerier Accountancy & Tax Uitgeverij: IAB, driemaandelijkse uitgave Fiscale Actualiteit Uitgeverij: Ced-Samson, wekelijkse nieuwsbrief Accountancy & Fiscaliteit Uitgeverij: Standaard, wekelijkse nieuwsbrief F.J.F. A.F.T. Fiscoloog Websites www.larcier.be www.taxup.com www.ibc.tax.be
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
64
Internationale fiscaliteit
1/2
Situering in het studieprogramma Derde jaar – 80 lestijden Doel In de cursus zullen geen abstracte rechtsregels gepresenteerd worden die dan uit het hoofd geleerd moeten worden. Het gebruik van wetboeken en –teksten zal het uitgangspunt zijn, zowel tijdens de lessen als op het examen. Het aanleren van het gebruik van wetboeken zal een garantie zijn dat de student in de toekomst de oplossing voor een eenvoudig probleem zelf zal kunnen terugvinden, ook al is hij de regels dan al vergeten. Inhoud 1. Internationale dubbele belasting
1.1. Vormen en oorzaken 1.2. Interne remedies (algemeen en concreet) 1.3. Internationale remedies: inleiding op het OESO-modelverdrag (bespreking art. 23) 1.4. Voorrang internationale verdragsrecht op interne recht 1.5. Bespreking van de opeenvolgende artikelen van het OESO-modelverdrag (art. 1-22)
2. Methoden van internationale belastingvermijding 2.1. Inleiding 2.2. Emigratie en verplaatsing van fiscaal domicilie 2.3. Winstverschuiving d.m.v. transfer pricing 2.4. Gebruik van ‘base companies’ 2.5. Tax treaty shopping
3. Maatregelen tegen internationale belastingvermijding
3.1. Internationale administratieve bijstand 3.1.1. Vestigingsbijstand 3.1.2. Invorderingsbijstand 3.1.3. Onderling overleg 3.2. Anti-verdragsmisbruikbeleid volgens de OESO en in België 3.3. OESO-richtlijnen inzake transfer pricing 3.4. Overzicht Belgische, Franse en USA-maatregelen
4. Bijzondere belastingregimes
4.1. Holdingstructuren in diverse landen (België, Luxemburg, Denemarken) 4.2. Bijzondere vehikels in diverse landen 4.2.1. Coördinatiecentra 4.2.2. Distributiecentra 4.2.3. Shared service center 4.2.4. Financieringsvennootschap 4.2.5. Stichting administratiekantoor
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
65
Internationale fiscaliteit
2/2
5. Europees fiscaal recht
5.1. Europese verdragen (in het bijzonder de diverse vrijheden) 5.2. Overzicht relevante Europese rechtspraak 5.3. Korte bespreking van de fusierichtlijn en de moeder-dochterrichtlijn 5.4. Code of Conduct en Harmul Tax Competition: vergelijking met het optreden van de OESO 5.5. Harmonisatie van de spaarfiscaliteit 5.6. Regelgeving inzake uitwisseling van inlichtingen, vergelijking met het OESO-modelverdrag 5.7. Non-discriminatie: vergelijking met het OESO-modelverdrag 5.8. Arbitrageverdrag: vergelijking met het OESO-modelverdrag
6. Bijzondere topics
6.1. Cash-pooling 6.2. Nederlandse pensioenen
Handboek SBB Fiscale Gids Uitgeverij: Standaard Boekhandel
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
66
Ondernemingsproject
1/1
Situering in het studieprogramma Derde jaar – 40 lestijden Doel en opzet van het ondernemingsproject Het ondernemingsproject wordt gerealiseerd in een onderneming, in teamverband en onder begeleiding van een promotor en copromotor uit de onderneming. Met het ondernemingsproject leveren de studenten het bewijs dat zij in staat zijn om: - een probleem, zowel in zijn praktische als theoretische dimensie te vatten; - de informatie, nodig om dit probleem op te lossen, zelfstandig te vinden en te hanteren; - de oplossingsmethoden te kiezen, correct te hanteren en zowel keuze als gebruik kunnen verantwoorden; - de gekozen oplossing aan de realiteit kunnen toetsen; - het project op een professionele manier kunnen communiceren in een schriftelijk rapport en een mondelinge presentatie voor een jury.
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
67
Methodologische wenken De lessen worden voornamelijk gegeven door docenten uit de fiscale praktijk zodat de praktijkgerichtheid van de opleiding gewaarborgd is. Tijdens de opleiding wordt niet alleen de nodige theoretische kennis aangereikt maar ligt het accent voornamelijk op de toepassing ervan in concrete situaties. De opleiding wordt afgesloten met de realisatie van een ondernemingsproject waarbij in een reële bedrijfssituatie een project wordt aangepakt. Teamwork en communicatievaardigheden (schriftelijke rapportering en mondelinge presentatie) komen hierbij eveneens aan bod.
Evaluatie Per schooljaar worden twee examenzittijden georganiseerd. De eerste examenzittijd wordt verdeeld over twee ondervragingsperiodes op het einde van elk semester. De tweede examenzittijd wordt georganiseerd in augustus. Een cursist mag in de loop van hetzelfde schooljaar maximaal tweemaal examen afleggen over een bepaald vak. Naast een permanente evaluatie tijdens het jaar op basis van het uitvoeren van laboproeven, gevallenstudies, verslagen van bedrijfsbezoeken, bedrijfspractica, ... worden de colleges geëvalueerd door middel van een mondeling en/of schriftelijk examen. Het ondernemingsproject wordt enerzijds permanent geëvalueerd door de promotor (in samenspraak met de copromotor) en anderzijds door een team van juryleden op basis van de tekst, de presentatie en de verdediging van het project. De resultaten van zowel de permanente evaluatie als van de examens worden in rekening genomen voor de bepaling van het eindresultaat. Als gewichtsfactor wordt het aantal wekelijkse lestijden voor een bepaald vak genomen (20 punten per wekelijkse lestijd). Voor het ondernemingsproject van het derde studiejaar wordt een vast puntenaantal van 60 als maximale score in rekening genomen. Om te slagen voor een studiejaar moet de cursist ten minste 60% halen op het totaal aantal punten van het studiejaar. Cursisten die niet slagen voor de eerste examenzittijd worden verwezen naar de tweede examenzittijd met overdracht van het resultaat voor vakken waarop hij/zij minstens 12/20 scoort. Vakken met permanente evaluatie worden automatisch overgedragen naar de tweede examenzittijd tenzij de examencommissie anders beslist.
Leerplan graduaat Fiscale Wetenschappen
68