Van het bestuur Voor u ligt alweer het winternummer van 2006. Ook dit jaar is het gelukt om het laatste nummer van het jaar een wat royalere uitvoering te geven. Het afgelopen jaar heeft weer vele momenten gekend waarop onze actieve leden zich hebben ingezet voor de vereniging. Het verzorgen van de entdagen in het voorjaar en in het najaar bezig zijn met determineren en het verzorgen van de p.r. op de vele evenementen die overal hebben plaats gevonden. Het gehele jaar door is er de gebruikelijke inzet geweest voor bestuurszaken, de verenigingsadministratie, het onderhouden van de website en de zorg voor de inhoud en het uitbrengen van de Pomospost. Daarbij kwam dit jaar nog de tentoonstelling “Souvenirs van Eeuwen” waar vele vrijwilligers van de NPV en de Fruithof zich voor het welslagen hiervan hebben ingezet. Aan een ieder die zich hiermee heeft beziggehouden: bedankt voor jullie geweldige inzet en enthousiasme! De nieuwe spullen die we hebben aangeschaft voor onze presentatie in kramen, zoals spandoeken en NPVmappen die gevuld konden worden met folders en infobladen, bleken bij bezoekers zeer in de smaak te vallen. Het bevorderde de discussie met bezoekers aan onze kramen. Op een goed bezochte open dag van Tuingoed Foltz in Meeden leverde dit zelfs acht nieuwe leden op. We zijn met dit materiaal blijkbaar op de goede weg. Vaak namen mensen fruit mee om te laten determineren. In de meeste gevallen is het gelukt om kundige determineerders aanwezig te laten zijn. Waar dit niet lukte is het fruit ingenomen en naderhand aan de determineerders aangeboden. De uitslagen hiervan zijn via e-mail of telefonisch aan betrokkenen meegedeeld. De reacties op het geleverde determineerwerk zijn doorgaans zeer waarderend. Over bijzondere vondsten van de determineercommissie leest u verder in deze Pomospost. De redactie van de Pomospost heeft het afgelopen jaar getracht het blad, zowel uiterlijk als inhoudelijk, zo aantrekkelijk mogelijk te presenteren aan u als lid en lezer. Zowel bestuur als redactie hecht er echter aan om van u te vernemen of deze opzet geslaagd is, dan wel of een aantal zaken nog voor verbetering/wijziging in aanmerking komt. Daarom vindt u in dit blad tevens de mogelijkheid om te reageren op een enquête waarin u uw kritiek en suggesties voor veranderingen of verbeteringen kunt aangeven. Namens het bestuur wens ik iedereen prettige feestdagen en een goed uiteinde. Dick Smith
Pomospost Winter 2006-2007
2
NPV nieuws Verslag van de Excursie naar Noord-Duitsland Het was een lang verbeide wens, zowel van mij als vele Groninger leden om eens een excursie te ondernemen in Noord-Duitsland. Aan de andere kant van de grens zie je nog veel hoogstamfruit en vooral de kennis en het gebruik van bakken, braden en koken met fruit is van een hoog niveau. Noord-Duitsland bestaat grotendeels uit plattelands- gemeenschappen. Van oudsher kende men een grote mate van zelfvoorziening, vooral fruit was hierbij een wezenlijk onderdeel. Vanwege de geringe mobiliteit koesterde de bevolking hun eigen fruitrassen, hetzij rassen die men zelf zaaide of die men als jonge boom op een jaarmarkt kocht. Behalve individuele interesse in historisch fruit zijn er ook gezamenlijke fruiterven en streuobstwiesen die onderhouden worden door heimat / dorpsverenigingen. Op zaterdagmorgen 23 september, had zich een groep van zo’n 50 deelnemers verzameld bij de grensovergang te Nieuwe Schans. De meeste deelnemers waren afkomstig uit de provincie Groningen, uniek was de aanwezigheid van de familie Olijslager, helemaal uit Lievelde, Gelderland. Na de eerste kennismaking onder het genot van vers geperst appelsap, werden de auto’s na de carpoolselectie voorzien van witte lintjes. Dit voor de herkenbaarheid van de deelnemende auto’s tijdens de reis op Duitse wegen. Na uitreiking van de routebeschrijving werd om 9 uur de excursie gestart. Het eerste doel was de boomkwekerij van Gerold Brüntjen te Edewecht nabij Bad Zwischenahn. Gerold Brüntjen is één van de mensen die in 1985 de Deutsche Pomologen Verein opnieuw heeft opgericht. Om 10 uur werden we hartelijk ontvangen door Gerold en zijn vrouw. Eerst werden we getrakteerd op een fruitshow, in een grote kasruimte waren zo’n 80 appel en perenrassen te bewonderen. Het was voor velen een eerste en inspirerende ontmoeting met het rijke aanbod van nationale en regionale Duitse fruitrassen. Vervolgens werden we uitgenodigd om plaats te nemen op het terras. Hier werden we behoorlijk verwend met koffie, gebak en broodjes. Gerold vertelde hier over de historie en de toekomst van
Pomospost Winter 2006-2007
zijn kwekerij en over de aanwezigheid van de vele boomkwekerijen in de omgeving. Zijn specialiteit is, naast het normale aanbod van sierbomen, het kweken van fruitbomen voornamelijk op sterke onderstammen. Zijn rassenlijst telt alleen al 102 appelrassen waarvan de Elstar het enige moderne ras is. De verkoop gaat voor 80% naar de groothandel en andere fruitboomverkopers. De rest verkoopt hij zelf aan particulieren, afkomstig uit de wijde omtrek. Hij heeft een eigen visie over de wijze hoe hij zijn appelbomen veredelt, als onderstam gebruikt hij de Grahams Royal Jubilee en als tussenstam de Maunzenappel. Hiermee verkrijgt hij de sterkste combinatie om ook op de meest slechte gronden goed fruit te kunnen telen. De sterke punten zijn; goede beworteling, geen last van woelmuizen en weinig kanker. Hierna leidde hij ons rond over het uitgebreide terrein van zijn kwekerij en moederboomgaard waar tevens van het fruit kon worden gesnoept. Een smaaktopper volgens Gerold, was de Himbeerappel von Holowaus. Het einde van ons bezoek vond plaats op een groot bomenveld, 3 kilometer verderop, hier stonden in lange rijen vele fruitboomsoorten. Al wandelend tussen de rijen gaf Gerold ons uitgebreid en op een zeer plezierige wijze uitleg over de door hem gehanteerde veredelingstechnieken. Gerold Brüntjen een gedreven boomkweker die zichtbaar genoot van de vele vragen en onze aanwezigheid. Om 12 uur namen we afscheid en werd de reis vervolgd. Na Bremen, bij Bockel was het tijd voor de lunchpauze. Hier streken we neer op een Blumenwiese, een groot grasveld met daarin vele bloemperken. Deze bloemen mag je zelf plukken en per bos deponeer je een geldbedrag in een melkbus. Op deze prachtige locatie was het zeer goed ontspannen na 130 kilometer autobahn. Met moeite, mede door het prachtige weer en de gezellige sfeer, kwam iedereen weer op gang voor de laatste 90 kilometer richting Großenwörden, ten noorden van das Alte Land. De route voerde ons langs mooie dorpjes en fotogenieke landschappen. Om half vier stond Eckart Brandt bij zijn boomgaard ons op te wachten. Hier werden we eerst getrakteerd op koffie, thee, appelsap en appelkoeken
3
ken. Na de versnaperingen volgde een 2 uur durende rondleiding door de smalle en zeer lange boomgaard. Eckart liet ons vele rassen proeven en vertelde enthousiast in prima Nederlands, over zijn speciale rassencollectie. Een smaaktopper hier was de appel Rotfranchen. Tijdens de rondleiding legde hij uit waarom en op welke wijze hij zich sterk maakt voor het behoud van regionale fruitrassen. Vanaf 1980 is hij bezig om oude rassen veilig te stellen, tot nu toe heeft hij 800 rassen opnieuw geënt en uitgeplant in verschillende boomgaarden, totaal zo’n 20 hectare. In de nu door ons bezochte
boomgaard wordt een groot deel geplukt voor directe verkoop op dagmarkten in en rondom Hamburg. Overig fruit, afkomstig van de andere boomgaarden wordt geperst en verkocht als Ekosap. Om 6 uur namen we uiteindelijk afscheid van elkaar en wachtte ons nog een lange terugreis naar de grens. Uit alle reacties over en weer bleek dat deze dag bijzonder in de smaak was gevallen en als geslaagd mag worden genoemd. Met dank aan Roelof Kuper voor de reisvoorbereiding en Roelof Koning voor de reisbegeleiding . Harry van der Laan
Enkele excursiefoto’s vindt u op blz. 19. Wilt u meer plaatjes zien van deze excursie, bezoek het ledengedeelte van de www.npv-pomost.nl .Als u uw inlogcode niet meer weet, stuur dan een mailtje naar
[email protected]
Welkom nieuwe leden, herfst 2006. M. Aalders B. van Andel X. Bakker P. Bell E. Bolhuis F.E. Bosman F. Broekhof Th.H.M. Brouwer J. Dix B. Ekkelboom Free Ender J.J. Engelhart J. Goense M. Hoekenga E. Hofsteenge J.W. Kompagne P. Korstanje A.E. Lagendijk K. Lansu A.J. van Liere W. Mattheij A. van Meerkerk B. Mulder H. Nieuwenhuis H. Nieuwkamp A. Nijhof-Reuvenkamp L. Reinders G. de Rink
Pomospost Winter 2006-2007
Groningen Babyloniënbroek Den Bosch Utrecht Stadskanaal Zandeweer Doorn Haren Vollenhove Markelo Midwolda Delfzijl Appingedam Oosterleek Anloo Niebert Oostkapelle Eelde Gees Kapelle IJzendoorn Beets Jubbega Loenen Winschoten Borculo Paterswolde Assen
D. Schreurs B. Slomp J. Smittenberg C. Spek H. Spiering J. Stadman Cipke Uri M. Velders I. de Vries W.Y. de Vries D. de Vriese B.J. Wegman F.S. Wolters S. van Zanen C.Tj.Zelverder-van der Laan
Zwolle Veeningen Ter Apel Winterswijk-Woold Hoogezand Assen Amen Culemborg Loon Eelde Lochristi (België) De Lutte Bierum Zwolle Nagele
4
Excursie naar Noord-Duitsland. Zie pag 3
Harry van der Laan verwelkomt de deelnemers
Gerold Brüntjen geeft uitleg tussen zijn verzameling bomen met oude fruitrassen
Gerold Brüntjen had speciaal een en tentoonstelling van oude fruitrassen ingericht
Gerold Brüntjen krijgt als dank enkele CD-roms van de NPV
Eckart Brandt trakteert in zijn boomgaard op koffie, thee, en appelkoeken
Eckhart Brandt laat oude fruitrassen proeven
Pomospost Winter 2006-2007
5
Stony Pit, het ziet er niet uit en is niet te pruimen Bobbels en bulten, ingevallen plekken en totaal misvormde peren kenmerken de virusaandoening Stenigheid, ook wel Stony Pit genoemd. Eerst denkt men nog aan zuigende luizen of wantsen, wat eigenlijk wel logisch is omdat ze dezelfde symptomen geven. Echter als de peer meer volgroeid is neemt de vervorming een zodanige omvang aan dat alleen Stenigheid dit kan veroorzaken. Meestal heb ik een opbeurend woordje voor u, zo in de trend van “ Er is iets aan te doen” of “We kunnen het voorkomen” maar deze keer moet ik verstek laten gaan. Rooien is de enige oplossing. Stenigheid of wantsen- en luizenschade Het is een normaal verschijnsel dat bij peren rondom het klokhuis cellen voorkomen die een harde wand hebben. De aanwezigheid van deze steencellen, zoals ze genoemd worden, hebben een andere oorzaak dan steencellen die veroorzaakt zijn door het virus Stenigheid.
De door Stenigheid aangetaste peren bevatten groepjes harde steencellen ter grootte van een kersenpit en hebben een bobbelig misvormd uiterlijk. De verschijnselen zijn vaak moeilijk te onderscheiden van zuigschade van wantsen. Bij wantsen- en luizenschade ontstaat meestal dode plekjes en inzinkingen op de plaatsen waar gestoken is, doch er bevinden zich geen bruine groepen van steencellen in het binnenste van de vruchten. Wantsen- en luizenschade blijft meestal beperkt tot een klein aantal vruchten per boom, terwijl bij Stenigheid een hoog percentage vruchten aan een met het virus besmette boom voorkomt. Voorts komt Stenigheid meestal jaar op jaar bij dezelfde bomen voor. De mate van optreden en de heftigheid van de symptomen kunnen van jaar tot jaar sterk verschillen. Bij vatbare perensoorten verschijnen de eerste symptomen al aan de, in hazelnootgrootte verkerende stadium, jonge vruchten. Bij mindere vatbare soorten treedt het virus Stenigheid later op. Hoe vroeger de verschijnselen zich voordoen des te meer de vruchten bultig worden en gaan misvormen. Als eerste verschijnen op de schil donkergroene ronde plekjes. Op deze plaatsen blijft de diktegroei sterk achter. Hierdoor ontstaan op die plaatsen misvormingen en steenachtige cellen.
Steencellen rond het klokhuis zijn een normaal verschijnsel
Pomospost Winter 2006-2007
Om de oorzaak van de schade vast te stellen is het belangrijk dat de peren onbeschadigd zijn.
6
Bevinden zich in de inzinkingen kurkachtige plekken dan is de vervorming ontstaan door wantsen en luizen die het sap uit de sapstroom hebben leeg gezogen, waardoor de groei op die plekken achter gebleven. Het door Stenigheid beschadigde vruchtvlees is licht tot donker bruin gekleurd. Deze plekken met steencellen geven de vruchten een zeer onsmakelijk karakter, mede doordat de minerale samenstelling en het suiker- en zuurgehalte van de vruchten afwijken t.o.v. gezonde peren.
Onderzoek Het is lange tijd onbekend geweest welk soort virus de oorzaak van Stenigheid was. Pas in 1985 slaagde men erin om uit aangetaste bomen het virus over te brengen naar de tabaksplant Nicotiana occidentalis. Bij vervolgonderzoek bleek dat dit virus voorkwam in alle tot nu toe onderzochte bomen met stenige vruchten. Die resultaten vormen een sterke aanwijzing dat het gevonden virus inderdaad de oorzaak is van Stenigheid. Een sluitend bewijs is nog niet geleverd, omdat het nog niet gelukt is het virus van de tabak terug te brengen naar de peer. Draadvormig virus Het betrokken virus is draadvormig, maar kan niet volledig worden gekarakteriseerd omdat het zeer moeilijk te zuiveren is. Om die reden kan er ook nog geen antiserum tegen gemaakt worden. Het virus vertoont enige gelijkenis met appelhoutgroefvirus en met een virus dat in Zuid-Amerika in de aardappel voorkomt. Bij deze virussen is zaadoverdracht waargenomen, maar voor het met Stenigheid verband houdende virus is dat nog niet onderzocht.
Vervorming door een wantsenbeet Verspreiding door enten. De ziekte die in 1939 voor het eerst duidelijk is beschreven, komt sinds een aantal jaren vrij algemeen in Nederland voor, evenals in vele andere landen waar peren geteeld worden. Stenigheid kan bij veel verschillende rassen voorkomen. Natuurlijke verspreiding, anders dan door enten, is nooit met zekerheid vastgesteld. Evenmin zijn herinfecties in virusvrije aanplantingen gevonden. Het omenten van besmette bomen leveren niet altijd een gunstig resultaat op, de vruchten van de “verjongde” boom leveren vaak hetzelfde resultaat op. Men krijgt de indruk dat er van de onderstam of de standplaats een invloed uitgaat die het virus veroorzaakt.
Pomospost Winter 2006-2007
Stony pit of stenigheid
7
Toetsing van Stenigheid Toetsing van moederbomen op Stenigheid, gebeurt door enting op het perenras Durondeau, een toets die vijf tot zes jaar duurt. Immers de boom moet eerst vruchten dragen om besmetting vast te kunnen stellen. Als door verder onderzoek bewezen kan worden dat het op tabak overgebrachte virus inderdaad de oorzaak is van Stenigheid, dan zou deze tabakssoort in het vervolg als toetsplant gebruikt kunnen worden om de diagnose veel sneller vast te stellen.
Perenrassen die vatbaar zijn voor Stenigheid: • • Beurré d’Anjou, • • Calebasse Bosc, • • Doyenné du Comice, • • Beurré Hardy, • • Bonne Louise d’Avranches. Wat minder vatbaar zijn: • Conférence, • Madame Verté.
Jans Koops. Geraadpleegde literatuur: Het leerboek der fruitteelt, prof. Ir. A.M. Sprenger, Zwolle, 1948. Kijk op vruchtkwaliteit, J. Tromp en S.J. Wertheim, Proefstation voor de Fruitteelt, mededeling nr 16, 1977. Kernobst, prof. Dr. Spaar, Kleinhempel en Fritzsche, Springer Verlag GMBH, Heidelberg, 1989. De Peer, onder redactie van S.J. Wertheim. Wilhelminadorp. 1990
Ingezonden vraag over muizenvraat Aan redactie Pomospost Hoe is dit te voorkomen?, zou het motto bij bijgaande foto kunnen zijn. Al langere tijd loop ik met de vraag hoe je het fruit beste kunt opslaan. Als je niet over professionele voorzieningen als een grote koelkast beschikt. Met name bescherming tegen muizen speelt bij ons in huis (een kleine boerderij) een grote rol. Het houden van katten zal voor velen een oplossing kunnen zijn, maar wij kunnen geen katten houden o.a. vanwege het drukke verkeer op de weg waar wij aan wonen. Zit er niets anders op dan om de kisten fijnmazig gaas te plaatsen of de kistjes in een afgedankte diepvrieskist te plaatsen? Wellicht dat u als redactie van Pomospost een oproep kunt plaatsen voor tips van de lezers of dat u er een redactioneel artikel aan zou kunnen wijden. Vriendelijke groet. Leo Leunissen. Broeksterweg 5. 9968 TH Pieterburen (Broek)
Naschrift redactie. Harry van der Laan heeft de indruk is dat de vraatsporen erg grof zijn, te groot voor een muis. Het lijkt meer op sporen van ratten, bunzing en/of steenmarters. Je kunt inderdaad de kistjes afschermen, handiger lijkt me om een kooi te bouwen van fiijnmazig volièregaas waarin je de kisten plaatst. En inderdaad een hond maar ook een poes/sen is handig, je kunt ook rattengif/vallen/vangkooien plaatsen, dat is afhankelijk van de emoties van de fruiteigenaar. Wij vragen hierbij lezers hun ervaringen over dit probleem in te sturen. Wie weet een andere oplossing?
Pomospost Winter 2006-2007
8
In de rubriek Pomologia staat deze keer de zoete appel centraal, een appeltype dat in Nederland vroeger erg gewild was. We beginnen met enkele resultaten van de determinatie activiteiten van dit najaar. Van de familie Pilat uit Niehove ontvingen wij een artikel over de mispel. De bijbehorende recepten staan vermeld in de rubriek Creatief Culinair.
Determinatie van fruit in de Fruithof te Frederiksoord In de kas zaten alleen determineerders en dat werkte veel beter dan de vorige keer toen er ook standhouders in de kas aanwezig waren. Bertus Oost liet de mensen bij binnenkomst een determinatieformulier invullen waarna men met het te determineren fruit kon doorlopen naar de determineertafel, waar Geert Bosma, Cor Couvert, Lukas Duijts, Jan Hen Schutte, Frits Timmer en Jan Woltema hun best deden de meegenomen vruchten een naam te geven. Verder hadden de determineerders versterking van Jan Veel die met de laptop heel wat vruchten kon benoemen. In totaal zijn 444 vruchten gedetermineerd: 339 appels, 103 peren en 2 kweeperen. Hieronder zaten 124 verschillende appelsoorten, 45 perensoorten en 1 kweesoort. Uitschieters waren bij de appels: Groninger Kroon 28x, Notaris 16x, Glorie van Holland 16x, Lombarts Calville 14x, Jonathan 13x, Brabantse
Bellefleur 12x, Jonagold 12x en zaailingen / onderstammen 18x. Bij de peren scoorden de Sint Remy 10x en Nouveau Poiteau 7x het hoogste. Pomologisch interessante vondsten waren bij de appels de Zoete Gele Reinette (Knoop), Zoete Bellefleur (Ottolander), Kroonsappel (Knoop) en de Reinette van Middelburg. Bij de peren de Chassery en de Beurré d’Amanlis Panaché. De eigenaren van de bomen, waar het fruit af kwam, zullen elke gedetermineerde appel of peer vaak als bijzonder aanmerken, maar voor ons als determineerders waren dit wel de opmerkelijkste vondsten. Bij andere determinatiedagen zoals de fruitfair in tuincentrum Foltz in Meeden (Gr) kwam als bijzondere appel de Dantziger Kantappel te voorschijn en op de oogstdag in Verhildersum te Leens (Gr) vermoedelijk de Oost Friese Calvijn. We zoeken dit nog verder. Lukas Duijts
Pomospost Winter 2006-2007
9
Eckart Brandt en het behoud van historische fruitrassen Eckart Brandt is een bevlogen en gedreven man in zijn streven om historische fruitrassen te behouden opdat de kennis en de smaakbeleving van deze rassen niet verloren zal gaan. Zijn motivatie kunt u hieronder lezen, het staat beschreven in zijn boek Von Äpfeln und Menschen, Brandts Apfelfibel. appelrassen, is in heel Europa verkrijgbaar, overal hetzelfde profiel, allemaal veeleisend en vatbaar voor ziektes in de teelt, zo dat iemand privé ze liever niet in zijn eigen tuin zou planten, wanneer hij niet elk plezier in de fruitteelt verliezen wil. Verleidelijke smaken en opvallende gebruiksappels
Inleiding “Vroeger, ja vroeger, toen hadden appels nog smaak”, terugdenkend aan hun kinderjaren, hoor je vaak oudere mensen vertellen over hun jeugdherinneringen. Is dit terecht? “Pure nostalgie”, is het weerwoord van de leider van het fruitteeltproefstation in “das Alte Land” op 15 september 1985 in een interview met het “Stader Tageblatt”. Oudere appeleters zouden de smaakbelevenis uit hun jeugdjaren ten onrechte ophemelen. Zou men deze mensen hun “favoriete jeugdappel” vandaag weer voorzetten, dan zouden ze nu deze appels als varkensvoer bestempelen. Wat is er aan de hand met onze oude fruitrassen uit grootmoeders tijd? Hoe zag het appelassortiment twee of vier generaties terug er uit? Welke verschillende rassen waren er in de Noord-Duitse regio’s? Soorten, die vandaag de dag vergeten en verdwenen zijn, opgeruimd in het kader van de sanering van de rassen (waren ze voor het oog niet mooi genoeg?) in de vette jaren na de oorlog, toen alles wat oud was, slecht en ouderwets genoemd werd. Wat hebben wij vernieuwers allemaal over boord gegooid in het geloof, dat de veel geprezen gemeenschappelijke Europese markt (EEG), later met de zalig makende globalisering ons daarvoor rijk zou belonen met gouden appels van de toekomst, gaaf, stralend, fors, en gezond. Wat hebben wij teruggekregen voor het veelvoud van deze honderden oude rassen, die wij ons eenvoudig hebben laten afpakken. De eenvoud van de moderne, voor de supermarkt geschikte 6 tot 8
Pomospost Winter 2006-2007
Nu zijn fruitbomen taaie, geduldige planten, die in geval van nood ook twee generaties lang verwaarlozing en ontbrekende verzorging kunnen overleven. En zo vindt men ze dan nog steeds, de steeds zeldzamer, knoestige 80 tot 100-jarige boomveteranen met het onmogelijkste soortenspectrum van “ongelooflijk” tot “onmogelijk”. Verleidelijke smaken aan de ene kant en bijzondere aan de andere kant, die vragen oproepen: “Wat heeft men toch vroeger met deze soorten gedaan? Rauw eten kan men ze eigenlijk niet”. Hoeft ook niet, er waren altijd verschillende “gebruiksrassen, rassen geschikt voor in de keuken”, zoals men dat in de 19e eeuw zei. Ook deze soorten hadden hun waarde en kunnen ook vandaag de dag nog van waarde zijn, wanneer men uitzoekt welke speciale fruitsoorten bij welke typische regionale gerechten passen. Dat kan wel degelijk tot een verrijking van de regionale spijskaart leiden. Een veelvoud, zoals in het oude fruitassortiment, zal er nooit meer zijn. Het kweken van nieuwe appelrassen wordt vandaag de dag aan andere smaaktesten onderworpen. Wat geen goedkeuringsquote van ten minste 90% krijgt, wordt niet op de markt gebracht. Geen kans voor buitenissig, markant en ongewoon. Alleen groen licht voor de middenmoot. Maar deze onoverzichtelijke overvloed aan soorten! Hoe veel appelsoorten waren er in Duitsland in de 19e eeuw? 3000 appelrassen zijn er in de “Gouden Eeuw van de Pomologie” in de Duitse vakliteratuur beschreven. Dat is nog lang niet alles, wat er was. Minstens evenveel, en misschien wel het dubbele aantal rassen, staan niet in de vakbladen beschreven, en duikt hooguit als naamsvermelding op in een oude oogststatistiek, een fruittentoonstelling of oude boomkwekerslijsten of alleen maar in de mondelinge overlevering. De mensen, die vaak generaties lang met hun rassen
10
gewerkt hebben, waren meestal eenvoudige mensen van het platteland. Opgeschreven hebben ze weinig, vaak konden ze niet eens schrijven. Hebben wij dan een dergelijk veelheid van appelrassen nodig? De meningen hierover lopen sterk uiteen, zelfs in vakkringen. Bij de Duitse pomologische verenigingen, die het behoud van de vele oude fruitsoorten hoog in het vaandel hebben staan, gaan er enkele stemmen op, zoals “50 oude appelsoorten” zijn genoeg. Meer hebben we echt niet nodig in Duitsland. Daarmee kan men aan alle behoeften en wensen voldoen”. Werkelijk? Ludo Royen, voorzitter van de Belgische “Nationale Boomgaarden Stichting” beweert daarentegen “Wij zijn alleen op de wereld, om alle vormen van het leven te behouden en aan de volgende generatie door te geven”. Dus: geen selectie, geen sanering van “minderwaardige” soorten. Wat is goed, wat is waardevol? Hebben wij werkelijk geldige criteria voor zulke waardeoordelen? Wij kunnen niet alleen een paar mooie handappels een recht op leven geven. Wellicht kunnen deze “uitverkorenen” niet overal groeien in het land. Moeten extreme standplaatsen en klimaatzones zonder fruit blijven? Ook zulke plaatsen hebben vaak extreem aan hun omstandigheden aangepaste fruitsoorten naar voren gebracht, die buiten deze omgeving misschien niet belangrijk mogen zijn, echter op hun oorspronkelijke plaats absoluut noodzakelijk.
Fruitsoorten zijn ook een onderdeel van het cultuurlandschap. In Noord-Duitsland kan men een complete “appellandkaart” met de populairste lokale en regionale soorten laten zien. Met welk recht wil men deze mensen hun oude eigen appelrassen uit het hoofd praten? Deze soorten zijn een deel van hun oorspronkelijke regionale identiteit. Willen wij toelaten, dat onze regio’s steeds meer onherkenbaar en uitwisselbaar worden? Juist in deze tijd van globalisering hebben we opvallende regionale kenmerken nodig. Of willen wij, dat Europa er over 50 jaar uitziet als een opéénhoping van nauwelijks te onderscheiden Amerikaanse koloniën. En dan de genetische diversiteit. Terecht merkt Hilmar Schwärzel van het fruitteeltproefstation “Müncheberg” (Brandenburg) op, dat wij de oude soorten als genenpool moeten behouden. Het moderne appelassortiment heeft wereldwijd nog maar een paar kruisingsrassen (b.v. “Golden Delicious”, “Cox Orange”, “Jonathan”). Wanneer door onvoorspelbare complicaties deze soorten in gevaar raken, hebben wij dringend een grote reserve aan soorten met uiteenlopende eigenschappen nodig, om nieuwe kruisingen te kunnen verrichten. Tegenwoordig gaan wereldwijd dagelijks meerdere soorten en rassen verloren. Een verdere genenerosie kunnen wij ons eigenlijk niet veroorloven, omdat wij de vragen en uitdagingen van morgen en overmorgen nog helemaal niet kennen. Harry van der Laan
Het bovenstaande is een verkorte versie, met dank aan Jikke Hegge voor de vertaling uit het Duits. Boeken van Eckart Brandt: Von Äpfeln und Menschen Brandts Apfellust, Fruitrecepten Deutsche Apfel, pomologisch handboek
isbn nummer 3-881-32309-0 isbn nummer 3-442-16865-1 isbn.nummer 3-935096-15-1
Zie ook de website van Eckart Brandt www.boomgardenshop.de
Pomospost Winter 2006-2007
11
De Mispel De mispel, Mespilus germanica, fam Rosacea, is een z.g. samengestelde steenvrucht, dit is een steenvrucht met 5 stenen i.p.v. 1 steen. De mispel is één van de weinige vruchten die overrijp het smakelijkst zijn, vooral na nachtvorst. Ze zijn eetbaar in november – december. De bijbehorende recepten staan in de rubriek Creatief Culinair op blz. 28. de overtollige takken, voor zover ze nog jong zijn, weg te snoeien. De mispel en het gebruik. Het is belangrijk om de mispel lang aan de boom te laten hangen. Laat er eerst een paar keer een nachtvorst over heen gaan voordat ze geplukt worden. Door de vorst wordt het vruchtvlees sappig en zacht. Na het plukken is het verstandig de mispels eerst enige tijd te bewaren op een koele plek. Met de steeltjes naar boven en het liefst in stro en bedekt met een laagje stro. De mispels worden dan na enige tijd echt rijp, ze lijken dan rot te zijn maar zijn dan juist pas goed sappig en kunnen rauw gegeten ( uitgezogen ) worden.
Mispel Westerveld
Mispels zijn erg gezond, ze bevatten veel mineralen en anti-oxidanten.
Mispels zijn kleine bomen die gemiddeld 4,5 meter hoog worden en nogal ‘explosief’ groeien. Ze hebben een brede en warrige groeiwijze. Hun langgerekte, viltige bladeren zijn aan de bovenzijde donkergroen en aan de onderkant wat lichter. In de herfst verkleuren de bladeren prachtig roodbruin. De jonge takken zijn behaard en worden voor een deel zwart. De schors van de stam en takken laat gemakkelijk los. De apart staande witte of roze bloemen worden maximaal 4 cm breed. De meestal ronde vruchten hebben een roodbruin oppervlakte, dat ruw en leerachtig is. Snoeitips De bomen zien er op eerste gezicht nogal weelderig uit en vooral in de winter nogal rommelig en overladen. Men moet niet proberen deze karakteristieke groeivorm door een sterke terugsnoei aan banden te leggen. Slechts enkele zijtakken, die de boom te vol maken, dient men van tijd tot tijd weg te halen. Vooral het regelmatig weghalen van uitgeputte takken en oude vruchtstelen is belangrijk. Hoewel mispels elk jaar dragen, ook als ze niet zijn teruggesnoeid, groeien ze zo dicht, dat het snoeien later een stuk lastiger zal zijn. Daarom is het beter om ieder jaar tussen november en maart Pomospost Winter 2006-2007
Grunneger roadsel. Vief haarten, vief staartn, In n prik in ’t gat, Roa, roa, wat ding is dat? Toegezonden door Fam. Pilat Niehove 12
Oude zoete appelrassen in Nederland Zoete appels zijn erg oude appelvariëteiten. Van de meeste ligt de oorsprong in een ver verleden. Vroeger waren ze net als stoofpeertjes erg gewild bij de “gewone man”. Meestal dienden ze voor verwerking in de keuken: als potappel in de stampot, als groente in de vorm van gekookte zoete appeltjes, voor het vervaardigen van cider en voor het stoken van appelstroop. Weinige ervan, uitzonderingen zijn bv. Zoete Kroon en Zoete Pippeling, smaken ook uit de hand heel lekker. In de Pomologische Nederlandse literatuur komen ongeveer 130 zoete appelrassen voor. “Ongeveer” omdat naar schatting van de helft alleen een naam wordt vermeld en er geen verdere beschrijving van te vinden is. Bovendien lijken er nogal wat synoniemen te zijn, zodat het aantal mogelijk kleiner is. De vele synoniemen bemoeilijken de taak ze uit elkaar te houden. Zo is de Zoete Bellefleur niet alleen een apart ras, maar ook een synoniem voor een drietal andere zoete appels. Dubbele Benderzoet, Zoete Erveling (in Zeeland) en Zoete Campagne worden eveneens Zoete Bellefleur genoemd. Verder zijn er minstens drie verschillende rassen die Zoete Bloemée heten nl. Zoete Herfst Bloemée en Zoete Winter Bloemée. Ook drie zoete appels worden Zoete Aagt worden genoemd, nl. Zoete Kroonsappel, Dubbele Zoete Aagt en Zoete Zomer Aagt Een aantal zoete appels lijkt definitief verdwenen. Van de zoete appelrassen, waarvan nog wel eens bomen worden aangetroffen, geef ik een karakteristiek op basis van de beschikbare literatuur. Daarbij beperk ik me tot de ‘echte”
zoete appel, d.w.z. variëteiten die geen zuren hebben of het weinige zuur al snel bij bewaring verliezen. Buiten beschouwing worden daarom oude handappels, bv. Amerikaanse appels als Macoun, Spartan en Starking, die weliswaar flink zoet zijn, maar toch wat herkenbaar zuur blijven houden. In het winternummer 2005 zijn twintigste eeuwse zoete appels besproken: het betreft: Dekkers Glorie, Robijn, Prima, Rode Dijkanszoet, Sweet Caroline (Zoete Lien), Sweet Cornelly, Winschoter Glorie, Zoete Oranje en Zomer Delicious. Deze blijven nu buiten beschouwing Sommige van de hier beschreven variëteiten zijn zeldzaam geworden. Niettemin kan bij de NPV op verzoek enthout van deze rassen worden verkregen: bel daarvoor Jan Woltema. Tel 0594-549265 De selectie van zoete appels staat afgebeeld op pagina 13– 18 in dit blad. Jan Veel
In de Hollandse keuken is hete bliksem van zoete appeltjes een klassieker voor de winter. Links traditioneel met rookspek, in het midden met plakken schouderham en rechts met gebakken rolpens. De basisingrediënten zijn: aardappelen, zoete appels, zure appels, zout, evt. azijn en uien en naar keuze een vleessoort: gekookt spek, rookspek, rolpens, gebakken bloedworst of schouderham
Pomospost Winter 2006-2007
13
Overzicht van in Nederland nog voorkomende historische zoete appels
Dijkmanszoet Zeer oude soort uit de Betuwe. Uitstekende droogappel, redelijke handappel. Minder geschikt als kookappel, omdat het vruchtvlees bruin kleurt en smaak en aroma verdwijnen. Middelgrote, rode gelijkvormige vrucht, groengeel tot bleekgeel met aan de zonzijde rode strepen en vlekken. Bij de steel wat roest. Wit, droog vruchtvlees. In de handel is nog de Rode Dijkmanszoet. Deze is groter en heeft een helderrode blos. Tot maart te gebruiken.
Fijne Zoete Goudreinette (Zoete Gele Reinette, Zoete Goudreinette, Zoete Reinette, Zoete Reinette d’Or) Al in 1758 door Knoop beschreven. Licht okergele kleur met enkele kleine vlekjes en stipjes, sommige donkerder geel, andere meer grijs. Bij de steel zeer plat en vlak. De steel staat zeer diep, is dik en kort. De schil droog en stroef. Geelwit vruchtvlees, onder de schil mooi geel. De smaak is fijn en zacht zoet. Plukrijp half september. In december als handappel bruikbaar, en tot maart als stoofappel.
Pomospost Winter 2006-2007
Dubbele Zoete Paradijs (Drentse Paradijs, Pandiezen, Zoete Paradijs, Zwartgat) In 1868 in “De Nederlandsche Boomgaard” beschreven. Bijzonder fraaie en grote appel, diep donkerrood met groenachtig vruchtvlees. De smaak is aanvankelijk zacht zuur, later zoetig. De boom groeit goed, wordt groot en groeit zowel op zand als klei. Moet zo laat mogelijk geplukt worden en is dan bewaarbaar tot mei.
Huismanszoete (Zoete Huismansappel) Zeer oude soort uit Midden Nederland. Uitstekend smakende zoete appel, die als potappel en als handappel geschikt is. Grote tot middelgrote brede, platronde groengele vrucht met fraai gekleurde oranjerode blos en strepen. Veel roest rondom de korte dikke steel. Stevig roomwit vruchtvlees. Sterk groeiende gezonde boom. Plukrijp begin oktober, te gebruiken tot in de winter.
14
Jasappel
Kafappel (Zoete Kafappel, Blanke Zoete Reinette)
Zeer oude Nederlandse zoete stoofappel afkomstig uit Gelderland. Middelgrote wat hoge vrucht, hardgroen van kleur met grijze stippen. Droog vast vruchtvlees, zeer zoet. Laat vruchtbaar en beurtjaargevoelig. November – maart.
In 1868 in “De Nederlandsche Boomgaard” beschreven. Stoofappel. Middelgrote platte vrucht, sterk geribd. Gele schil met veel lenticellen. Groenwit, fijn, stevig en aromatisch vruchtvlees. Januari – april.
Dubbele Zoete Aagt (Zoete Aagt, Zoete Paternoster)
Zoete Bellefleur (Late Winter Bellefleur, Late Zoete Bellefleur, Zoete Passé Pomme, Bellefleur Douce, Dolphijn, Dolphijn Triomphale, Zoete Passe Pomme)
Zeer oude soort. Matige smaak. Middelgrote vrucht, geel met rozerode blos. Roomwit, zoet vruchtvlees. De boom groeit goed, is zeer gezond en werd daarom wel als onderstam voor andere rassen gebruikt. Gebruikstijd september – oktober.
Pomospost Winter 2006-2007
Al in 1758 door Knoop beschreven. Stoofappel. Middelgrote, hoog gevormde lange vrucht. Licht geelgroen, grotendeels bedekt met karmozijnrode strepen en met een paarsrode gevlamde blos. De vruchten zijn bedauwd. Rond de kelk geribd. Vast zoet vruchtvlees. Goed aroma. Er is een Zoete Herfst en een Zoete Winter Bellefleur, die slechts in rijpingstijd verschillen.
15
Zoete Herfst Bloemée (Zoete Bloemée, Bloemzoete, Beugelzoete, Hollandse Zoete, Herfststerrenappel, Waterzoetje, Kandijzoetje, Goede Zoete, Goezoet) Oude Nederlandse stoofappel, ook als hand- en droogappel geschikt. Middelgrote vrucht, licht strogeel met wat groene vlekken en stipjes, die aan zonzijde blozend rood met oranje rand zijn. Soms onregelmatig gevormde paarsbruine vlekken met een donkere rand. Aangenaam zoet en vrij zacht vruchtvlees. Plukrijp eind september, eetrijp oktober – december.
Zoete Dobbert (Zoete Bobbert, Dobbert Zoet, Zeeuwse Reinette) Al in 1758 door Knoop beschreven. Middelgrote tot grote langwerpige vrucht, naar onderen wat versmald. Gladde, geelgroene tot gele kleur. Aangenaam zoet, met een tikkeltje rins. Gezonde en goed dragende boom. Werd ook als tussenstam gebruikt. Gebruikstijd november – december.
Pomospost Winter 2006-2007
Zoete Campagne (Blauwzoetje, Zoete Bellefleur) Zeer oud Nederlands ras dat in 1868 in “De Nederlandsche Boomgaard” beschreven is. “Campagne” is een oude term voor “in de handel brengen”. Prima stoofappel. Klein tot middelgroot. Mooie dofrode vrucht met blauw waas. Gezonde boom met een mooie bolvormige kroon. Stelt geen bijzondere eisen aan de grond. Ook geschikt voor aanplant op venige gronden en op plaatsen vlak aan zee. Beurtjaar gevoelig. Zeer lang bewaarbaar(tot in maart).
Zoete Ermgaard (Ermgaarde) In 1868 in “De Nederlandsche Boomgaard” beschreven. Zeer oude Nederlandse soort. Regelmatig in oude boomgaarden te vinden. Goede zoete kookappel, na rijping ook als handappel geschikt. Middelgroot tot klein, lichtgroen met veel rood tot donker paars rood. Wat versmald naar de kelk en scheef. Zo laat mogelijk plukken, plukrijp eind oktober, bewaarbaar tot april.
16
Zoete Erveling
Zoete Jopen (Zoete Neven,
Al in 1758 door Knoop beschreven. Grote, platte, kantige en wat scheve vrucht. Gladde gele schil met veel bruine spikkels en aan de zonzijde blos en bleekrode strepen. Zoete smaak met wat rins. Goed groeiende, maar matig dragende boom. Februari – maart.
Waterzoete) In 1758 door Knoop beschreven. Tamelijk kleine, langwerpige tot eironde vrucht. Iets versmald naar het kleine ondiepe oog. De Rode Zoete Jopen varieert van geel met helderrode blos tot geheel rood. De Witte is bleek groengeel. Zacht, flauw zoet vruchtvlees. Oktober – november.
Zoete Grauwe Hollaert (Zoete Grauwe (Gorinchemse) Holaart, Hooilaars ) Zeer oude Nederlandse variëteit uit de Betuwe. Vrij kleine scheve platte appel. Lichtgroen met bij de steel grijsbruine strepen, vlekken en stippen. Zacht, wit en vrij droog vruchtvlees met een aparte zoete smaak. Stoofappel, het vruchtvlees blijft heel bij het koken. Plukrijp oktober, tot maart
Pomospost Winter 2006-2007
Zoete Guldeling (Enkele-, Dubbele Zoete Guldeling) Zeer oude soort. Grote langwerpige tot ronde, kantige appel met een diep liggende kelk. Fraai geel met zacht rode blos. Vrij vast, aangenaam zoet vruchtvlees. De Enkele is kleiner en minder zoet dan de Dubbele. De vruchten zijn lang te bewaren. Februari – maart.
Zoete Kroon (Zoete Winterkroon)
Zoete Kroonsappel (Enkele Zoete Aagt, Zoete Aagt)
Bekende zoete hand- en stoofappel gevonden in 1870 in Noordbroek (Gr.) Tamelijk kleine tot middelgrote platronde vrucht, fraai glimmend rood met donkerrode strepen. Aromatisch zoet van smaak. Opvallend is, na een warme zomer, het vaak glazige "natte klokhuis. Zelfbestuivend. Oktober – december.
Al in 1758 door Knoop beschreven. Tamelijk grote, langwerpig, wat scheve en kantige vrucht. Fraai gekleurd: geel met rode blos en strepen. Tamelijk zacht, aromatisch zoet vruchtvlees. Grote, rijk dragende boom. Oktober februari
17
Zoete Grauwe Reinette (Hooilaars, Kaneelzoetje, Zoete Goudreinette, Pomme d’Orange, Zoete Reinette) In 1758 door Knoop beschreven. Stoofappel. Harde middelgrote appel met ruwe bruingele schil, het vruchtvlees is crèmekleurig. Zeer lang (tot maart en vaak langer) bewaarbaar.
Zoete Pippeling (Tuinzoete) In 1830 door van Noort beschreven. Wordt verward met de Zoete van den Bent. Middelgrote ronde vrucht, lichtgroen tot oranje geel met oranjerode stipjes en blos. Is geler dan de Zoete van de Bent. De schil is wat ruw. Stevige en zeer zoete appel, zowel hand-, stoof- en droogappel.. Plukrijp oktober, tot midden februari.
Pomospost Winter 2006-2007
Zoete Princesse Noble In 1868 in “De Nederlandsche Boomgaard” beschreven. Lijkt op de Princesse Noble. Langwerpige vrucht, vettige licht goudgeel schil, aan de zonzijde fraai karmozijnrood gevlamd en gestreept, geheel bezaaid met fijne, grauwe stippen en soms met wat dunne roestvlammen. Roomkleurig, fijn, vrij vast vruchtvlees, zeer saprijk, zoet, enigszins rins. Oktober en november;
Zoete Ribbeling (Zoete Kant Ribbert, Zoete Ribbert) In 1758 door Knoop beschreven. Stoofappel. Middelgrote langwerpige appel, geribd, kantig en scheef. Diep liggend oog en zeer korte dikke diepliggende steel. Gladde schil, lichtgeel tot groenwit met oranje blos en rode kaneelbruine gestreepte vlekken. Droog vruchtvlees met te weinig aroma voor een handappel. Plukrijp begin november, gebruikstijd december en januari.
Zoete Roemeling Vroege stoofappel, in 1912 in catalogi vermeld. Middelgrote zoete appel. Platrond van vorm. Groengeel tot strogeel van kleur met zeer veel lenticellen. Goed van smaak. Was een productief ras. Vormt een grote gezonde boom, die vroeg en overvloedig draagt. Pluk en eetrijp: september - oktober
18
Zoete Silverling (Witte Zoete Silverling, Blanke Zoete, Gele Zoete Silverling)
Zoete van den Bent (Benderzoet, Binderzoet. Reinette van den Bent)
Al in 1758 door Knoop beschreven. Vrij grote vrucht, rond en naar het oog, dat iets gepunt is, iets versmald. Gladde gele schil. Zacht, aangenaam zoet vruchtvlees. Hoge, rijk dragende boom. Er is ook een Gele Zoete Silverling, die iets geler is en soms een bleekrode blos heeft. December – januari.
Middelgrote vrucht, groen tot geel met oranjerode blos. Wordt vaak verward met de Zoete Pippeling. Blijft wat groener dan de Zoete Pippeling. De schil is vaak wat ruw. Stevige zeer zoete appel, zowel als hand- en als stoofappel geschikt. Pluktijd half oktober, gebruikstijd tot januari.
Zoete Veen (Zoet Veentje, Veentjes, Veenzoete, Keesjesappel, Bosjesappel, Trosjesappel, Süsser Mohrapfel) Zeer oude soort. Al in 1758 door Knoop beschreven. Kleine platronde zoete stoofappel. Grauwgroen met rode bruinrode vlammen en strepen en veel roest. Vast vruchtvlees. Rijk dragende boom. Groeit op elke grond. Plukrijp november, bewaarbaar tot juni.
.Zoete Veger
Zoete Zomer Aagt (Zoete Tulpappel)
Zeer oude soort uit het Gronings Westerkwartier. Pot- en zoete handappel. De fraaie vruchten zien er uit als die van de Reinette van Ekenstein, lichtgeel met licht rode blos, maar zijn wat platter. De smaak is zoet met een aangenaam aroma. Veel last van monilia. Tamelijk lange dunne steel. September
In 1868 in “De Nederlandsche Boomgaard” beschreven. Hand- en stoofappel. Wat langwerpige gele vrucht met aan de zonzijde een rode blos en geheel overdekt met kleine grijze stippen. Geelwit, vrij fijn, los vruchtvlees, sappig, zoet met wat rins. Middelgrote gezonde boom. Plukrijp eind augustus, tot oktober te bewaren
Pomospost Winter 2006-2007
19
Typisch Friese fruitrassen
Doeke Martens, reeds in 1758 door Knoop beschreven
Dokkummer Nije, ontstaan rond 1920
Schoone van Iephof, rond 1900 gewonnen in kwekerij Bosgra te Bergum
Krúsnotsje (Cuisinot d’Ete), een zeer oude soort
Ambro, gevonden als zaailing op Schiermonnikoog
Dirkjespeer, een zeer oude zomerpeer
Silvergietense Zwarte in 1926 gewonnen door Ir van der Slikke op de proeftuin te Leeuwarden
Sint Anna Korfke. Een waarschijnlijk zeer oud rodebessenras, dat vanouds veel op het Bildt voor komt.
Wichters, een kleine zeer zoete pruim, die nog vaak in Friesland op boerenerven te vinden is.
Pomospost Winter 2006-2007
20
Meten onder de appelboom is de titel van een artikel over de activiteiten van de stichting Fruit yn Fryslân door Frits Doornenbal. Ook in deze rubriek een verslag van de nationale Fruittentoonstelling die op 13, 14 en 15 oktober 2006 in Frederiksoord heeft plaatsgevonden door Marianne van Lienden.
Gerrit J Pollard.
Meten onder de appelboom. De activiteiten van Stichting Fruit Yn Fryslân De komende jaren staat eigenaren van fruitbomen in Friesland “bezoek” te wachten. Dan komen er enkele mannen of vrouwen bij de deur die vragen of ze misschien even bij de appel- of perenboom mogen kijken, om van die boom de exacte positie vast te leggen. De Stichting, zeg maar de FYF, zet zich in voor het behoud van de oude fruitrassen, de zgn biodiversiteit. Waarom dat nodig is, daar komen we nog op terug. De FYF wil inventariseren, weten wat er aan fruitbomen en rassen nog aanwezig is. Veel mensen zijn wel blij met hun boom maar weten niet welk ras er aan groeit. Bij iedere fruittentoonstelling waar ook gedetermineerd wordt, zie je vele mensen komen met een plastic tasje met appels of peren van hun boom met de brandende vraag: Hoe heet deze? De FYF gaat het makkelijk maken, ze komen aan huis. Ook wil Fruit Yn Fryslân vastleggen waar precies de fruitbomen staan. Dat gebeurt met behulp van een GPS apparaat zodat over de locatie, ook na 20 jaar, geen twijfel bestaat. De gegevens worden opgenomen in een grote database, die is opgezet door de Pomologische Vereniging Noord-Holland waarmee de FYF nauwe banden onderhoudt. Ten slotte beoogt de FYF de heraanplant van bedreigde rassen op geschikte plaatsen in onze provincie. Dit werk gaat verschillende jaren in beslag nemen en de FYF werkt op dorps- of wijkniveau met vrijwilligers. Dit heeft als voordeel dat men in eigen, bekende omgeving werkt en de te bezoeken dorpsgenoten kent.
Pomospost Winter 2006-2007
Sterke achteruitgang aantal fruitrassen In een oud boek van 150 jaar geleden werd een advies gegeven aan fruit- en fruitboomkwekers. In dit advies werden maar liefst 118 appel- en 70 perenrassen beschreven. Er waren op dat moment vele honderden rassen in Nederland, maar de selectie was gemaakt op basis van kwaliteit: smaak, gebruik en bewaarbaarheid. In 1948 was dit aantal in een soortgelijk advies geslonken tot 80 appels en 53 peren. Rond 1940 – 1950 kwam de grote klap voor de oude rassen: een rooipremie voor hoogstamfruitbomen, om de moderne teelt op kleine bomen te stimuleren. Vandaag de dag, een halve eeuw later, vinden we in een goed gesorteerde groenteafdeling misschien nog zes soorten appels en vier soorten peren, waarvan een groot deel uit verre landen wordt geïmporteerd. Niet alle oude rassen zijn verdwenen, alleen is niet bekend wát er nog is en wáár. Waarom Friese pomologische vereniging De fruitbomen en boomgaarden die in Friesland worden aangetroffen, zijn in hoofdzaak door Friese kwekers gekweekt en geleverd. Studie van de archieven van dergelijke Friese kwekers (ook een activiteit van de FYF) levert een aantal rassen op dat in de rest van Nederland nauwelijks of geen bekendheid heeft gekregen. Voorbeelden van typische Friese rassen zijn de Krúsnotsje, de Schoone van Iephof, een appel gekweekt door de boomkwekersfamilie Bosgra uit Burgum, de Dokkumer Nije, een prachtige handen moesappel, Bolswards Best, een grote rode
21
pruim aan een boom met rood blad en een klein geel wild pruimpje, de Wichter. Van de Doeke Martens, een heel oud appelras, is nog maar één standplaats bekend!! We zijn wellicht de Roem van Drachten-appel op het spoor. Zo zijn er nog een aantal rassen uit overlevering bekend of beschreven, die waarschijnlijk uitgestorven zijn. Of staan ze tóch nog ergens aangeplant ?! Leren over fruit De FYF doet ook iets terug voor de vrijwilligers. Samen met hen zal Auke Kleefstra de vruchten determineren, een moeilijke zaak die een
grondige kennis vereist. Al doende worden zo althans de principes duidelijk. De vrijwilligers kunnen ook leren hoe ze zelf fruitbomen kunnen maken: er worden ieder voorjaar enkele entcursussen georganiseerd. Een fruitexpositie van de in het dorp of wijk voorkomende rassen is voor de hele gemeenschap interessant en verrassend. FYF zoekt vrijwilligers en donateurs en wil als tegenprestatie die personen informatie, kennis en kunde geven door middel van nieuwsbrieven, cursussen en praktisch werk.
De vele fruitsoorten en -rassen die Friesland ooit rijk was, moeten weer terug in het Friese landschap, vindt de FYF. Te veel smakelijke appels, peren, pruimen en andere vruchten zijn niet of nauwelijks meer te vinden. Help de Stichting Fruit Yn Fryslân de oude soorten op te sporen en opnieuw aan te planten. Frits Doornenbal Wie meer wil lezen over de Stichting Fruit Yn Fryslân kan terecht op de site www.fruitynfryslan.nl/index.html of schrijven naar Fruit Yn Fryslân, p/a Boelstraweg 3, 8487 KS Nijelamer.
Een perenboom van het ras Winterlouwtje wordt door leden van de stichting Fruit in Fryslân opgenomen in het GPS systeem
Pomospost Winter 2006-2007
22
Terugblik op Souvenirs van Eeuwen Terugblik op de negende Nationale Fruittentoonstelling Souvenirs van Eeuwen in de Fruithof in Frederiksoord 2006 door een vrijwilliger. Op de eerste dag, vrijdag, help ik bij het parkeren. Ik haal het oranje hes en de tas met wisselgeld op in het paviljoen, drink koffie met collega vrijwilligers en zorg ervoor dat ik om half tien bij de ingang van het parkeerterrein sta. Niet vergeten op het terrein van de Fruithof te blijven: zonder cursus "verkeersregelaar" mag je niet op de openbare weg komen. Een auto stopt voor me. De man achter het stuur laat zijn invalidenkaart zien, lacht vriendelijk. "U mag bij de toegang naar de tuinen parkeren" zeg ik. Dan wijst hij op zijn badge. "C. Couvert" lees ik. Meteen is het duidelijk: dit is Cor Couvert, de man die aan de wieg van de Fruithof heeft gestaan. Ik herinner me een lezing van hem over fruit en de NPV, bij de afdeling Haren van Groei & Bloei, in 1991 Hij was secretaris van de vereniging die toen 200 leden telde. Die avond ben ik enthousiast geworden voor oude fruitrassen. "Welkom op de tentoonstelling, mijnheer Couvert, u mag doorrijden" zeg ik. Maar hij blijft nog staan en vraagt me, met een brede glimlach op zijn gezicht: "Raadt eens wie de naam voor de tentoonstelling Souvenirs van Eeuwen bedacht heeft?" Ik antwoord, bijna 100 % zeker van mijn zaak, "U?" en hij knikt, glunderend. Later op de dag, wanneer ik langs de kopkas loop, zit hij daar samen met andere pomologen fruit te determineren. Er is veel te doen voor een vrijwilliger en het is altijd heel afwisselend. De volgende dag sta ik in de grote tent achter de kraam met boeken en cd's van de Fruithof, samen met Jans Koops, de fruitdokter. De bezoekers stellen allerlei vragen, zoals: hoe snoei ik een mispel? Een mispel laat je met rust, na een zekere vormsnoei in het begin. Later alleen nog lichten en dunnen. Wanneer moet ik mijn vijg snoeien? De vijgenboom gaat met kleine vruchtjes de winter in, de wintersnoei vindt daarom plaats in het voorjaar, want dan kun je zien welke
Pomospost Winter 2006-2007
vruchttakken goed de winter doorgekomen zijn. Soms wordt een vreemde vraag gesteld. Een mevrouw vraagt of ze een Zijden Hemdje mag proeven, want, zegt ze, ze wil het ras aanschaffen en wil graag eerst een appel proberen. Jans schudt zijn hoofd en zegt: "Mevrouw, als we dat toestaan, neemt die een hap en dan die…dan
is het eind zoek. " Stel je voor dat er allemaal klokhuizen in die mandjes liggen …..…”. Iemand had een English Winter Goldpearmain van acht jaar oud die geen vruchten draagt. Bij hoogstammen moet je geduld hebben, net als bij een tuin. Het kan acht tot tien jaar duren voordat er appels aan een dergelijke hoogstam komen. Zelf had ik ook een vraag voor de fruitdokter. In een van de twee peren die aan mijn vorig jaar als Conference gekochte perenboom hingen, zit een scheur. De fruitdokter bekijkt hem en legt uit dat dit is gebeurd door wisselende weersomstandigheden dit groeiseizoen: nu eens was het warm en droog, dan weer koel en nat. "Maar jouw peer ziet er anders uit dan een Conference, kijk eens, veel boller en kijk eens naar die bruine plekken in de schil en de dikke steel: het is een Doyenné du Comice. Daar ben je niet aan bekocht, dit is een heerlijke handpeer!
23
De volgende dag heeft Jan Veel me nog meer uitleg gegeven over behandeling van deze boom. Ik vond het tijd worden voor een cursus determineren. Dat kon bij Josje Regout, die uit Noord-Holland gekomen was, waar ze 115 appelen perenrassen in de kwekerij heeft staan. Uit een bonte verzameling appels en peren op tafel moest je dezelfde bij elkaar zoeken. Dat was geen gemakkelijke opdracht. Zoek de verschillen, dacht ik en begon de peren apart te leggen. Wat is er nog meer verschillend? Steeltje, kroontje, kleur en vorm. Een tulpappel herken je snel aan zijn puntige vorm en een sterappel herken je als je niet meer piepjong bent. Wat je bijvoorbeeld moet leren zien, is dat het ene appelras een dofrode kleur heeft en het andere een glanzende. Wat ook niet eenvoudig was: een onrijpe appel van een bepaald ras herkennen als een exemplaar van hetzelfde ras. De korte cursus determineren tussen het verkopen van boeken en cd's door vond ik heel
leerzaam en leuk. Je gaat beter naar het fruit kijken en wil er meer vanaf weten. Op zondag was het mijn beurt om appels te verkopen op het middenterrein. Door de straffe oostenwind en de lage temperatuur was het buiten werken niet zo aangenaam. De collega's bij de sappers hadden er al snel iets op gevonden: binnen de kortste keren stond er een scherm, waardoor ze na hard werken uit de wind zaten. Terugkijkend op de tentoonstelling kan ik zeggen: zij was zeer geslaagd met meer dan duizend bezoekers en niet te vergeten de inzet van tientallen vrijwilligers die hun best weer hebben gedaan om er een succes van te maken. Als u enthousiast bent geworden voor het behoud van oude fruitrassen en het lijkt u wel wat om mee te helpen met snoeien, onderhoud van de boomgaard, op open dagen en de tweejaarlijkse fruittentoonstelling, meldt u dan aan bij het bestuur van de Fruithof. Kijk op www.fruithof-frederiksoord.nl.
Marianne van Lienden, vrijwilligster bij de Fruithof, oktober 2006
Pomospost Winter 2006-2007
24
Pomospost Winter 2006-2007
25
In de rubriek Creatief Culinair, dit keer aandacht voor het maken van wijn. In het inleidende artikel “vrucht en wijn“ beschrijft Johannes Nijmeijer de principes van het wijnmaken. Alie Mulder bespreekt een recept voor het maken van warme wijn of Bisschopswijn en van een wijn gemaakt van, mispels. In deze rubriek worden verder enkele recepten voor het verwerken van mispels behandeld, die ingestuurd zijn door de familie Pilat. En ook dit keer weer een interessante bijdrage van Hubertine Wibier. Gerrit J. Pollard.
Vrucht en wijn Bent u de gelukkige bezitter van een eigen fruittuin, wat houdt u dan nog tegen om uw hobby uit te breiden tot het maken van vruchtenwijn. Het is een betaalbare hobby, een aangenaam tijdverdrijf en u kunt er de gehele dag van genieten. Overdag de vruchten bijeen zoeken, de wijnkelder onderhouden en 's avonds heerlijk genieten van je eigen wijntje. Ook al bent u niet in het bezit van een fruittuin dan zijn er evengoed vele mogelijkheden om in de natuur de juiste vruchten te zoeken voor een heerlijke vruchtenwijn. Wijn is een beschermde naam voor het vergisten van druivensap. Wijnen van andere dranken worden daarom vruchtenwijnen of fruitwijnen genoemd. Vruchtenwijn roept bij velen een vooroordeel op van zoete wijn. Volkomen onterecht want fruitwijn kent meerdere classificaties namelijk droog, medium en zoet. De eerste vondsten van wijnbouw heeft men aan de hand van gebruiksvoorwerpen terug kunnen brengen tot ong. 9000 voor Chr. Fruitwijn is pas de laatste eeuwen populair geworden na de opkomst van de bietsuiker. Napoleon wilde zich onafhankelijk maken van rietsuiker en stimuleerde aan het begin van de 19e eeuw het gebruik van
Pomospost Winter 2006-2007
bietsuiker. Daar profiteren we nog steeds van en zodoende beschikken wij over een relatief goedkoop suikerproduct dat noodzakelijk is voor de bereiding van fruitwijnen. Druiven zijn in staat een suikergehalte aan te maken die een alcohol- percentage leveren van ongeveer 12%. Andere vruchten redden dat bij lange na niet en zullen dus voor de bereiding van fruitwijn met het gewenste alcoholpercentage bij gezoet (chaptaliseren) moeten worden. Gisten zijn de werkende krachten achter alcoholbereiding. Gisten komen we tegen bij broodbakken, bier brouwen en wijnbereiding. In alle gevallen zetten gistcellen glucosesuiker om in ethanol(alcohol) en koolzuurgas. Bij brood is het koolzuurgas van belang en verdampt het ethanol, bij bier en wijn is het afbraakproduct ethanol juist het belangrijke en aangename hoofdbestanddeel. Gisting bij wijn en bier dient plaats te vinden onder omstandigheden dat er geen zuurstof (anaëroob) bij kan komen. Zuurstof zal alcohol verzuren tot azijnzuur. Gisten zijn bij alle vruchten van nature al aanwezig, in de wijnbereiding worden deze "wilde gisten" genoemd. Wilde vergisting is een onbeheersbaar proces en daarom maakt de amateurwijnmaker dankbaar gebruik van ontwikkelingen op het gebied van reingisten. Doel van reingisten is om zo snel mogelijk een hoog alcoholpercentage te bereiken en om, door de snelle werking, wilde gisting en eventuele andere ziektes te bestrijden. Afhankelijk van de gistsoort stopt gist zijn activiteit bij een alcoholpercentage van 12%. Sommige gisten gaan door tot 17%.
26
Na vergisting heeft fruitwijn tijd nodig om te stabiliseren. Hierbij wordt de wijn helder en zakken de vaste deeltjes naar de bodem. De alcohol wordt tijdens de rijpingsperiode zachter en de wijn komt steeds meer in evenwicht. Dat wordt ook bevorderd door regelmatig te hevelen, waarbij de heldere vloeistof gescheiden wordt van de droesem op de bodem. In het najaar worden veel appels verwerkt tot appelwijn of cider. Bij appels is het de kunst om suikers en sap zoveel mogelijk vrij te maken. Traditioneel wordt daarbij gebruik gemaakt van pulpmolen en pers. De pulpmolen zorgt ervoor dat de appels in kleine stukjes worden verdeeld. Met behulp van pecto-enzym wordt de celstructuur kapot gemaakt en daarna wordt het sap van de appels geperst. Na toevoeging van suiker kan men overgaan tot de vergisting. Wanneer meerdere soorten appelen gebruikt worden kan een heerlijke en evenwichtige appelwijn bereid worden. Proost Johannes Nijmeijer (wijngilde De Braamstruik)
Wijnen Warme wijn in de winter Bij het Amateur Wijnmakers Gilde ‘de Braamstruik’ in Groningen hebben we op de nieuwjaarsbijeenkomst in januari altijd een gezellige culinaire avond. Er zijn een paar leden, die dan een overheerlijke, speciale stamppot koken. Vaak wordt er dan die avond Glühwijn geschonken. Ons al jarenlang lid Annie Bosma uit Haren zorgt meestal voor deze wijn, die altijd door ieder van ons Gilde zeer gewaardeerd wordt. Ik geef graag haar eenvoudige recept van Glühwijn, ook wel Bisschopswijn genoemd, aan u door. Benodigdheden. 2 dl water, 7 afgestreken eetlepels kristalsuiker, schil van 1 citroen, 8 à 10 kruidnagelen, 2 à 3 kaneelstokjes, 1 vol borrelglas rum, 1 fles rode wijn. Laat alle ingrediënten, behalve de wijn 1 uur trekken tegen de kook aan. Dan de wijn toevoegen en weer tegen de kook aanbrengen. De Glühwijn is klaar. Zeven voor het (warm) serveren. Veel plezier en succes met het maken van deze klassieke wijn. Alie Mulder MISPELWIJN met ± 11 % alcoholgehalte Benodigdheden voor 5 liter. 3,5 tot 4 kg mispels (geeft ± 1 ½ liter sap na pulpgisting), 1 kg rozijnen, 1 ½ liter water, 600 gr suiker, 2 volle theelepels pecto-enzymen. - 1 theelepel gistvoeding. - 1 theelepel wijngist. Opmerking: mispels zijn ongelijktijdig rijp. Rijpe mispels kunnen heel goed (na wassen) ingevroren worden. Zo kun je enkele kilo’s ‘verzamelen’. De mispels moeten ‘rot’ / beurs zijn. De mispels wassen en tot pulp maken in een emmer. 1 ½ liter water toevoegen. De rozijnen wassen, 5 minuten koken in wat water (bacteriën doden), afkoelen en dan stuk hakken. Doe de rozijnen bij de mispelpulp. De pecto-enzymen toevoegen en de gistvoeding. Alles doorroeren. Nu de wijngist erbij. De gisting kan beginnen (pulpgisting). Iedere dag 2 à 3 keer roeren. Op de tweede dag de helft van de suiker (droog) door de pulp roeren. Na ± 4 dagen de pulp zeven. Doe de most in de gistingfles. De rest van de suiker oplossen in 3 dl water en toevoegen. Plaats het waterslot op de fles. De gisting gaat verder. Een dag later de fles aanvullen met water tot hij vol is. Na 3 à 4 weken is de wijn uitgegist. Hevel dan de wijn van het bezinksel in een andere 5 liter fles en vul aan met water. (opmerking: de fles met wijn moet altijd vol zijn als hij niet meer gist). Weer hevelen na 4 à 6 weken en de laatste keer na 8 weken. Als de wijn helder en stabiel is (na drie kwart tot een jaar) kan de mispelwijn gebotteld worden. Proost. Alie Mulder
Pomospost Winter 2006-2007
27
Mispelgerechten Mispelgelei. Gelei van mispels maakt men bijvoorbeeld door een hoeveelheid goed gewassen mispels in een pan, onder water, op een laag vuur te verhitten, tot ze gaar zijn. Giet het water eraf en pers de vruchten door een zeef en voeg per 750 cc. sap, 500 gram suiker toe. Kook de vloeistof in en laat het afkoelen. In plaats van suiker kan men ook Marmello gebruiken waardoor het proces van indikken aanzienlijk sneller gaat.
Mispeljam. Benodigdheden. 1 kg mispels (rijp), 350 gr. suiker, ½ pakje (12½ gram) van Gilse geleipoeder, 4 dl water, 1 á 2 citroenen. De mispels zorgvuldig met borsteltje en kwastje in lauw water reinigen. De vruchten van neusjes en velletjes ontdoen en deze met 2 dl. water aan de kook brengen. Daarna door de zeef roeren. Nu het overgebleven gedeelte op dezelfde manier behandelen. (Niet beide delen tegelijk, anders gaat het moeilijk door de zeef!!) Dan beide gezeefde delen bij elkaar voegen en met suiker, citroensap en geleipoeder onder voortdurend roeren opnieuw aan de kook brengen. (Suiker en geleipoeder eerst droogdoor de suiker mengen, anders kan het gaan klonteren!!) Steeds de pannen vooraf omspoelen, om aanbranden te voorkomen. De jam direct in de met heet sodawater gespoelde potjes doen en stevig afsluiten. Al dan niet omgekeerd wegzetten. Onafgebroken roeren om aanbranden te voorkomen. NB. GEEN ALUMINIUM PANNEN GEBRUIKEN !!!!!!!!
Mispelcompote. Benodigdheden. 1 kg mispels, 200 gr suiker, ¼ liter water, ¾ liter appelsap. Schil de mispels en verdeel ze in partjes. De vruchten in het water half gaar stoven en nadat de suiker en het appelsap is toegevoegd gaar koken. Gesuikerde mispels. Voorzie de vruchten eerst met een naald flink van gaatjes. Daarna in een weinig water blancheren. De geblancheerde vruchten overgieten met een kokend hete suikeroplossing. Een dag laten staan. Daarna de suikeroplossing afgieten en indikken. De ingedikte suikeroplossing met de vruchten in glazen potten doen. Suikeroplossing kan gemengd worden met gembersiroop of honing.
Pomospost Winter 2006-2007
28
Sinaasappel-gembermarmelade Heerlijk binnen bij de warme kachel, in een winters Nederland, overvalt me een weemoedig gevoel en verlangen naar een zon overgoten Spanje waar bomen staan met mooie rijpe oranje sinaasappels. Het blijft bij dromen maar er is natuurlijk wel de mogelijkheid om te genieten van een mooie sinaasappelmarmelade. Hiervoor zijn de Pomeransen uitstekend geschikt. Ze zijn te verkrijgen van januari tot half februari. Als u nogmaals een marmelade wilt maken kunt u ook een partijtje invriezen. Benodigdheden (voor circa 3 liter): 1 kg grote handsinaasappels, 2 kleine citroenen, 60 gr verse gemberwortel, geraspt, 2,5 l water, 1,8 kg suiker, eventueel een scheut whisky. Snijd de sinaasappel en citroen door midden en pers ze uit, bewaar de pitten. Snijd het witte vlies uit de schillen en leg ze samen met de pitten in een kaasdoekje en bind dat dicht. Snijd de schillen in dunne reepjes. Neem een niet op fruitzuur reagerende pan(roestvrij staal), liefst met dikke bodem. Doe de reepjes schil, de gember en het water in de pan. Hang het zakje in de vloeistof. Breng het aan de kook en laat het 1 ½ uur koken tot de schillen zacht zijn en de vloeistof ingekookt is tot de helft. Pers de vloeistof uit het zakje(voorzichtig heet). Het gaat het beste door met een lepel het zakje tegen de rand van de pan te drukken. Verwijder het zakje. Doe de suiker erbij en los hem al roerend op een zacht vuurtje op. Breng alles nu snel aan de kook gedurende 15 minuten tot het stollingspunt is bereikt. Het stollingspunt: Laat wat jam op een koude schotel vallen en duw met een theelepel of met een vinger tegen de rand van de druppel. Als het oppervalk rimpelt is het stollingspunt bereikt. Schuim de marmelade af. Laat hem 5 minuten staan. Roer, om de reepjes schil goed te verdelen. Vul de schone potten en doe het deksel erop en zet ze 5 minuten op hun kop. Keer ze en laat ze goed afkoelen. Etiketteer ze en zet ze koel, donker en droog weg. Ze zijn zo 1 jaar ongeopend houdbaar. Ik wens u hele mooie feestdagen en hoop u volgend jaar in goed gezondheid weer aan te treffen. Hubertine Wibier. Grunninger Heerlyckheid.
Pomospost Winter 2006-2007
29
Alle grondbeginselen van de Fruitteelt in nieuw boek Half augustus is de Nederlandstalige versie van ‘Grondbeginselen van de Fruitteelt’ verschenen. Het beschrijft op een wetenschappelijk manier de basisprincipes van de hedendaagse moderne fruitteelt. Het nieuwe boek is de opvolger van de onder fruittelers welbekende ‘Grondslagen van de Fruitteelt’. Dit naslagwerk gaf jarenlang antwoorden op een groot aantal vragen over achtergronden van groei, bloei, vruchtzetting en vele andere onderwerpen. De inhoud van de oude ‘Grondslagen van de Fruitteelt’ geldt weliswaar nog steeds. Elementaire kennis en inzichten in bv hormoonhuishouding, bloemknopaanleg en groei van bomen niet fundamenteel gewijzigd. Toch is het door nieuwe inzichten gedateerd geraakt. Bovendien was ‘de Grondslagen’, zoals het boek in de fruittelersvolksmond wordt genoemd, vrij snel uitverkocht. Al met al reden om de oude Grondslagen te actualiseren, een facelift te geven en opnieuw uit te brengen. Twee voormalig onderzoekers van het Proefstation in Wilhelminadorp, Jan Tromp en Bob Wertheim hebben de Grondslagen van de Fruitteelt herschreven, geholpen door een groot aantal collega onderzoekers en wetenschappers in binnen- en buitenland. Nederlandse Grondbeginselen
Bestellen
De inspanningen van de auteurs hebben ertoe geleid dat vorig jaar de Engelse versie van de hernieuwde grondslagen met de titel ‘Fundamentals of Temperate Zone Tree Fruit Production’ op de markt is verschenen. Nu is ook de Nederlandstalige versie met de titel ‘Grondbeginselen van de Fruitteelt’ verschenen. In de nieuwste ‘Grondbeginselen’ is de laatste kennis vanuit het wetenschappelijk onderzoek en praktijkervaringen verwerkt. Ten opzichte van de ‘oude’ Grondslagen zijn diverse onderwerpen meer uitgediept. Zo schenkt de laatste versie meer aandacht aan bv. bemesting, bewaring, groeiregulatie en bewaarafwijkingen, fruitveredeling en gewasbescherming.
Het boek bevat voor fruittelers veel wetenswaardigheden en nuttige achtergrondinformatie. Het uitgebreide naslagwerk met meer dan 400 pagina’s waardevolle informatie is ook leuk om aan een vriend of bekende cadeau te doen.
Pomospost Winter 2006-2007
Het boek is door de Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO) uitgegeven en kost € 74,50 inclusief verzendkosten in Nederland. Voor NFOleden geldt een korting van € 15,00. Voor het buitenland gelden andere tarieven, belt u eerst met de NFO in Zoetermeer, tel. 079-3681300. NB. Het boek is opgenomen in de bibliotheek van de NPV en voor leden te lenen, zie website NPVwww.pomospost.nl
30
Enquête onder de lezers van Pomospost Eind 2004 bestond de redactie van de Pomospost uiteindelijk nog uit één persoon, Jan Veel. Om hem te ondersteunen zijn in 2005 enkele NPV-leden toegetreden tot de redactie. De redactie bestaat nu uit vier leden en waarvan Jan Veel de eindredacteur is. In dit eerste jaar heeft de redactie haar visie op de ontwikkeling van de Pomospost verder ontwikkeld en omgezet in concrete uitwerkingen. Wat de visie betreft is de kern, dat de huidige redactie zich richt op een breder lezerspubliek. Niet alleen het behoud van oude vruchtboomrassen door de NPV staat centraal maar ook aan andere verenigingen, stichtingen en werkgroepen die zich hiermede bezig houden wordt aandacht geschonken. Daarnaast aan verenigingen e.d. die zich richten op aanverwante interessegebieden zoals bijvoorbeeld weidevogels en vlinders. Verder zijn er rubrieken over ziekten en plagen, over producten en de ontwikkeling van verschillende fruitrassen. Op termijn zullen meer rubrieken ontwikkeld worden waardoor de inhoud nog meer gestructureerd en gevarieerd wordt. Naast de inhoud is ook het uiterlijk van de Pomospost aangepast met wisselende omslagen, een andere indeling en kleurenadvertenties. Ook is de wijze van verzending veranderd. Verder liggen er nu heldere afspraken met het bestuur, de adverteerders en de drukker. Er is dus al het nodige veranderd en onze vraag is nu, hoe de lezers deze ontwikkeling en het resultaat ervaren. Vandaar dat wij onze lezers oproepen om via de post of E-mail te reageren op deze vragen:: 1. Wat vindt u van de nieuwe opzet van het blad? 2. Wat vindt u van uiterlijke en vormgeving van het blad? 3. Wat krijgt te weinig aandacht? 4. Wat krijgt te veel aandacht? 5. Welke suggesties voor verbetering van de inhoud heeft u? 6. Welke suggesties voor verbetering van het uiterlijk heeft u? 7. Welke andere opmerkingen en suggesties heeft u? Uw reactie kunt u sturen naar, NPV postbus 353. 9400 AJ Assen of per mail naar
[email protected]
Ingezonden. Een golden delicious met een afwijkende kleur.(vervolg) In het zomernummer 2006 van Pomospost schreef ik, dat een knop aan een Golden Deliciousboom , waarbij een vrucht met een afwijkende kleur had gegroeid, door middel van chipbudding is veredeld. Helaas is deze veredeling niet aangeslagen! Er zijn nog wel een aantal knoppen, die zich boven de roodgekleurde golden deliciousappel bevonden, met succes geënt. De kans, dat aan die veredelingen ook roodgekleurde golden deliciousappels zullen groeien lijkt mij een stuk kleiner. Mochten er toch rode mutanten aan verschijnen, dan probeer ik u daarvan in een volgend nummer van Pomospost op de hoogte te stellen. Dit kan mogelijk nog wel een aantal jaren duren. In het voornoemde artikel heb ik ook wat informatie gegeven over de werkwijze van het chipbudden. Ik heb het dit jaar zelf ook geprobeerd en mijn bevindingen zijn redelijk positief. Ik heb het idee, dat sommige veredelingen wel aangeslagen zijn maar dit eerste jaar nog niet uitgroeien. Dit zal deels aan mij zelf gelegen hebben, omdat ik niet altijd tijdig de bovenliggende wilde knoppen heb afgesnoeid. Evenals bij het gewone plakenten krijg ik het idee, dat het slagingspercentage bij appels en peren hoger ligt dan bij pruimen. Ik zal, denk ik, nog wat meer ervaring met deze veredelingsvorm op moeten doen. Wiebren Kloosterman, Zevenhuizen Gn.
Pomospost Winter 2006-2007
31
COLOFON Redactie Pomospost Eindredacteur / Pomologische onderwerpen: Jan Veel, Molenweg 122, 9365 PH Niebert. 0594-549173.
[email protected] Jans Koops: Ziekten en plagen, Beheer website NPV.
[email protected] Dick Smith, coördinatie activiteiten en bestuurlijke informatie. Gerrit. J. Pollard, Creatief Culinair, Buiten Geluiden en advertenties
[email protected] Aan leveren kopij: vóór 18-1,19-04, 19-07, 18-10 Contributie en andere betalingen Postbank 254.692 t.n.v. NPV. te Froombosch. Ledenadministratie Harry van der Laan, Hoofdweg 17, 9619 PA Froombosch, tel. 0598-423152.
[email protected] Bestuur Voorzitter, Dick Smith, 0596-601197,
[email protected] secretaris: Lex Kleijn,
[email protected] Penningmeester: Harry van der Laan (adres zie hierboven).
[email protected]. Leden: Willy Hollander, Jaap Strik, Hennie Rossel
[email protected] Regionale contactpersonen voor vragen over oude fruitrassen Groningen, Drenthe: Jan Woltema, ’t Pad 25. 9365 TA Niebert, 0594-549265, 06-21501505. Friesland, Kop van Overijssel, Zuid West Drenth:. Geert Bosma, Markeweg 64. 8398 GP Blesdijke, 0561-441567. Oost Nederland: Hennie Rossel, P.van Vollenhovenlaan18, 7251 AR Vorden. Tel. 0575-552828.
[email protected] Noord-Holland: Henk Houtman en Nol Houtman, Sonnevanck 23, 1462 EK Midden Beemster. tel. 0299681692
[email protected] Zuid-Holland Utrecht: Josje Regout, Noordenseweg 50, 2421 XX Nieuwkoop. 0172-571918 fax: 0172-574675.
[email protected] www.oudefruitrassen.nl Vragen over determinatie en oude fruitrassen Jan Woltema, ‘t Pad 25, 9365 TA Niebert. 0594-549265, 06-21501505 Vragen over ziekten en plagen in fruit Jans Koops
[email protected]
Zie ook onze website: www.tenelsen.nl Email:
[email protected]
Pomospost Winter 2006-2007
Algemeen adres en secretariaat: Noordelijke Pomologische Vereniging. Postbus 353. 9400 AJ Assen. http://www.npv-pomospost.nl Lidmaatschap Het lidmaatschap kan op elk moment ingaan, de jaarlijkse contributie - € 25,--. is naar rato. Beëindiging van het lidmaatschap dient voor 1 december schriftelijk te worden ingediend bij de ledenadministratie.
32