No title

BUtgb

Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw

Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, KMO, Middenstand en Energie Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid, Afdeling Kwaliteit en Innovatie, Dienst Bouw, WTC 3, 6e verdieping, Simon Bolivarlaan, 30, 1000 Brussel Tel. : 0032 (0)2 277 81 76, Fax : 0032 (0)2 277 54 44 Lid van de Europese Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (EUtgb)

Technische Goedkeuring met Certificatie Bouwsysteem Kijk en Bouw 07/1583 Geldig van 06.07.2007 tot 05.07.2010 http://www.butgb.be

KIJK EN BOUW N.V. Moorselestraat 206 Tel. 056/51.31.60 [email protected]



B-8930 MENEN Fax 056/51.88.74 www.kijkenbouw.be

1. Système de construction, Bouwsysteem, Bausystem, Building system 1.0. Op basis van hout Houtskeletbouw

BESCHRIJVING 1. Draagwijdte

2. Voorwerp

De technische goedkeuring met certificatie (ATG) is een gunstige beoordeling van een bouwsysteem op basis van de STS 23 “Houtbouw”, uitgave 1978 en 1983. De oplossingen en aanvullende of afwijkende beschrijvingen die niet gedetailleerd werden in de STS worden hier in detail weergegeven.

Tabel 1 : programma

De goedkeuring beoordeelt vooral de mechanische sterkte en stabiliteit, brandveiligheid, hygiëne, gezondheid en milieu, gebruiksveiligheid, geluidswering en energiebesparing en warmtebehoud. Dit geldt zowel voor de materi­alen als voor het systeem. Deze goedkeuring met certificatie omvat een doorlopende productiecontrole door de fabrikant, aangevuld met een extern toezicht, uitgevoerd door een certificatie-instelling aangesteld door de BUtgb. In de over­eenkomst tussen koper en verkoper moet uitdrukkelijk worden opgenomen dat de goedkeuringsvoorwaarden worden nageleefd en wie de verantwoordelijke voor de montage is. Dit moet worden bevestigd aan de hand van de hierbij gevoegde “Verklaring van overeenkomstigheid”. Niet essentiële afwijkingen zijn toegelaten, voor zover opgenomen in de “Verklaring van overeenkomstigheid” en goedgekeurd door de bouwheer en / of zijn architect. Voor een goed begrip van het systeem worden in wat volgt ook elementen voorgesteld of be­sproken die niet onder de goedkeu­ring vallen; voor deze delen moeten de koper en zijn architect de nodige eisen stellen.

Programma eengezinswoningen: vrijstaand, gekoppeld, in de rij (open, halfopen en gesloten bebouwing) maximum aantal bouwlagen: 2 (bruikbare dakverdieping inbegrepen) Onderbouw kelder, kruipruimte, volle grond: beton en metselwerk Wanden binnenspouwbladen en binnenwanden: houten skelet met een beplating aan weerszijden Tussenvloer houten roostering met een beplating Dak

Afwerking

hellend : gordingen met kepers of dakmodules bestaande uit spanten met bebording, plat: roostering met bebording buiten : metselwerk, cementgebonden vezelplaat met bepleistering, beplanking binnen : gipsvezelplaat

Enkel wat specifiek tot het systeem behoort valt onder de goed­keuring; dus niet :

– de funderingen en de projectgebonden stabiliteitsdetails (balken, dakspanten, lateien, ...) – de projectgebonden details i.v.m. het globaal isolatiepeil en de uitrustingen, inzonderheid van de ventilatie – de kwaliteit en de verwerking van materialen niet vernoemd in tabel 2 – de afwerking die geen onmiddellijke weerslag heeft op het systeem – de architecturale opvatting van de gebouwen en hun inplan­ting – de uitvoering van de werken.

BUtgb “Gebouwen” : FOD-Economie - SECO – WTCB en de Gewesten in samenwerking met de gespecialiseerde instellingen TCHN. Uitvoerend Bureau “Bouwsysteem”: HH. Carteus (FOD-Economie), Parthoens (WTCB), Winnepenninckx (WTCB), Verbeke (SECO), Van den Bossche (TCHN).

ATG 07/1583

1/12

3. Materialen Tabel 2 : materialen 1. STRUCTUUR MERK, TYPE GEBRUIK 1.1 PLATEN en LINEAI­RE ELEMENTEN Holle betonnen vloerelementen Hout grenen, vuren, Douglas Houtproducten - multiplex exterior - houtschilferplaat - spaanplaat Cementgebonden vezelplaat

Gipsvezelplaat

Staalprofielen

vloer op kruipruimte of kel­der kader van de panelen, spanten, roostering puntgevelbekleding

OSB - 3 OSB - 2 type P5 Eterspan

plat dak tussenvloer tussenvloer, plat dak (v) bekleding kader langs de buitenzijde bekleding kader (binnen en buiten) van alle wanden (niet met buitenbepleistering) (v) Fermacell bekleding kader (binnen en buiten) van alle wanden (niet met buitenbepleistering) I - of H - profiel steunbalk roostering [] - profiel

kolom

L - profiel

latei metselwerk

1.2 LOSSE EN ANDERE MATERIALEN Ter plaatse gestort fundering, vloer op volle be­ton grond Betonmetselstenen

Houtverduurzaming - product - station Verbindingsmiddelen - bandijzer

- nieten

funderingsmetselwerk

REFERENTIE KENMERKEN dikte afmetingen en andere (mm) PTV 201, Benor NBN EN 1168 STS 04.1 minstens S6 NBN EN 13986 NBN EN 313 NBN EN 636-3 NBN EN 300 NBN EN 300 NBN EN 312-5 NBN EN 12467

12 18 18 22 16 10

ATG H 616

10

NBN EN 10034 NBN EN 10034

8

NBN B 15-001 NBN EN 206-1; Benor NBN B 21-001 NBN EN 771-3; Benor

onderregels

verankering binnenspouw­ blad op de funde­ring spouwankers kaders

STS 04.3, ATG STS 04.3, ATG ATG S140

Berekening; met verf beschermd te­gen corrosie 50 x 80 x 5 en 90 x 90 x 6; met verf beschermd te­gen corrosie 80 x 80 x 8 gegalvaniseerd 300 g/ m2 Afmetingen en andere C 15/20

Eigen station: Procédé A2.1 200 x 25 x 1, gegalvaniseerd

NBN EN 845-1

- schroeven

kaders, beplating op de kaders wandverbindingen in situ

STS 06.8

- kramplaten

platen op roostering, gipsplaten dakelementen, dakspanten

ATG

2/12

met cellulosevezels

alle timmerhout A2.1 A3

200 x 25 x 1, gegalvaniseerd 1,3 x 1,45/25/25 beschermd te­ gen corrosie 1,3 x 1,45/10,5/30 beschermd te­gen corrosie 19/10

beplating - nagels

680 kg/m³ 900 kg/m³

STS 06.8

1

120 x 10 en 90 x 10 gegalvaniseerd 70 x 6 gegalvaniseerd gegalvaniseerd

ATG 07/1583

2. ISOLATIE

Minerale vezels - matten (MW)

MERK, TYPE

GEBRUIK

REFERENTIE KENMERKEN dikte λD (W/mK) (1) (mm) NBN B 62-002

met flenzen en Alu-kraft

dak; tussenvloer (v) binnenspouwblad mandelige muur, binnenmuren (v)

NBN EN 13162 ATG

- halfstijve platen (MW) Schuimachtige - geëxpandeerd poly­styreen (EPS)

- polyurethaan (PUR)

NBN EN 13162 ATG

vloer op volle grond

NBN EN 13163 ATG onder beton­nen vloerisolatie op kruipruimte NBN EN 13163 elementen of kelder ATG dakplaten plat dak NBN EN 13165 ATG

150

≤ 0,040

90 50

≤ 0,036

60

≤ 0,040

50 à 60 80 à 120

≤ 0,040 ≤ 0,035

Cf. 7.6. Energiebesparing en warmtebehoud. (v) = variante

(1)

3. DICHTING

MERK, TYPE

GEBRUIK

PE - folie

DPC 2000 T

van tegen het binnenspouw­ blad tot in het buitenspouw­ blad dampscherm in wanden en daken waterkering onder en boven de vloer­isolatie op volle grond

PE - folie PE - folie

Vezelcementplaat

menuiserite

Polyuretaanschuim

MERK, TYPE

Gipsplaat Celluloseplaat Droge egalisatie + vloerplaten

Parquetfelt

Fermacell Honingraat­ systeem 4.2 Buitenafwerking (*) Metselwerk hout Houtproducten

(v) = (*) =

0,2

NBN EN 12467

voegen tussen Eterspanpla­ ten (v) voegen tussen Eterspanpla­ ten

Kitten

4. ALLERLEI 4.1 Binnenafwerking

onderdak

REFERENTIE KENMERKEN dikte andere (mm) ≥ 0,5 zwart, aan beide zijde een uit­ gesproken gewafelde ruitstructuur 0,1

3,2

volgens richtlijnen leverancier

5

elastisch

GEBRUIK

REFERENTIE

KENMERKEN dikte andere (mm)

bekleding plafonds

NBN EN 520

12,5 9,5

zwevende vloer verdieping (v)

5,5

zwevende vloer ver­dieping (v)

30+ 30

buitenspouwblad ceder, meranti, gevelbekleding (v) merbau, afzelia Werzalit gevelbekleding (v)

dikte (mm)

± 240 kg/m³

andere

NBN EN 771-1 STS 52

variante Voor het aanwenden van deze afwerking werd enkel nagegaan of eventuele gebreken ervan een nadelige invloed zouden kunnen hebben op het constructiesysteem. Het opnemen van deze variante houdt geen goedkeuring ervan in.

ATG 07/1583

3/12

De stabili­teit van het geheel tegen horizontale belastingen wordt verkregen door

4. Elementen De elementen worden beschreven in de tekeningen. De verklaren­de gegevens zijn opgenomen in tabel­­ len. Deze zijn voorzien van een letter die verwijst naar een doorsne­de. 5. Fabricage Adres van de fabriek : Kijk en Bouw N.V., Moorselestraat 206 8930 Menen. Verantwoordelijke voor de montage: Kijk en Bouw N.V. In de tabellen der elementen onder de tekeningen worden de elementen die in de fabriek worden ver­ vaar­digd aange­duid met een code “F”, terwijl deze die op de bouwplaats worden samengesteld het symbool “B” meekrijgen. 6. Opbouw Tabel 3 : verbindingswijze van de structurele elementen

– de stijf uitgevoerde dakmodules (of door de windverbanden in het dak, plafonds inbegrepen) – de tussenvloer – de buiten- en binnenmuren die voorkomen in twee loodrecht op elkaar staande richtin­gen en die opgebouwd zijn uit stijve panelen, waarvan het aantal voldoet aan de minimale waarden van tabel 4, ofwel bepaald wordt door berekening. Tabel 4 : stabiliteit Gebouwentype met afmetingen axb

Minimumlengte aan stijve pane­ len evenwijdig

aan gevel a met 1 woonlaag b met 2 woonlagen - bovenverdieping b - beneden­verdieping 1,67 b

aan gevel b a a 1,67 a

Wanneer wordt afgeweken van de type-oplossingen van de STS 23, evenals in geval van twijfel, moet een stabiliteitsberekening worden opgemaakt.

2 2

4

Dakelement

Mandelige muur

Spant

2 4

Bovenregel

1 3

Binnenmuur

Buitenmuur

Buitenmuur Binnenmuur Vloerbalk Spant Onderdak Windverband

Fundering

7.2 Brandveiligheid

2

5 6 7 8

Legende 1. Bandijzer, met pistool vastgeschoten in de vloerplaat; aan de spouwzijde van het binnen­spouwblad genageld om de 60 cm. 2. Bandijzer bovenaan. Schroeven voor hoekverbindingen (5 per hoekverbinding). 3. Met bandijzer, met pistool vastgeschoten in de vloerplaat. 4. Met een wachtstijl. 5. Kruisgewijze nageling om de 60 cm. 6. De dakmodules (of de spanten) worden door kruisgewijze nageling aan de bovenregel bevestigd. 7. In de fabriek voorzien op het dakelement. 8. Met schuin geplaatste planken in het dakelement.

7. Karakteristieken 7.1 Mechanische sterkte en stabiliteit De stabiliteit tegen verticale krachten wordt verkregen met de dragende buiten- en binnenmuren en eventuele kolommen. 4/12

7.2.1 Eengezinswoningen

Bescherming tegen brand volgens de STS 23.15, uitgave 1978 en 1983. Het systeem beantwoordt aan de “Richtlijnen betreffende de brandbeveiliging in de eengezins­­huizen” van de BUtgb. Het bouwsysteem heeft een houten dragende structuur met een moeilijk ontvlambare buitenbekleding. Men houdt hierbij rekening met de volgende factoren : – de binnenbekleding van de wanden en de plafonds bestaat uit gipsvezelplaten of cementgebonden vezelplaten de bekleding van de wanden en plafonds van stooklokalen en garages bestaat minstens uit moeilijk ontvlambare materialen (brandreactie A1 volgens NBN S 21-203) – onder het dak wordt de spouw afgesloten met een brandstop – de spouw staat niet in verbinding met de eventuele holle ruimten in de tussenvloer(en) – ter hoogte van een mandelige muur wordt de spouw in de buitenmuur volledig onderbroken door brandstoppen – de mandelige muur heeft een brandweerstand van 90 minuten en loopt door tot aan de nok. ATG 07/1583

7.2.2 Kwetsbaarheid van eengezinswoningen bij brand

Inzake de brandweerstand van de structuur en inzake de brandreactie van de vloeren, wanden en plafonds beant­woordt het bouwsysteem aan de voor het bestaande wo­ningpatrimonium traditionele verwachtingen van brand­veiligheid (zie de richtlijnen van de BUtgb van april 1974 en juni 1980). Inzake brandweerstand van structurele elementen houdt dit grosso modo een verdubbeling in t.o.v. het toelaatbare mi­ni­mum van de eisen. 7.3 Hygiëne, gezondheid en milieu VERLUCHTING De ventilatievoorzieningen zijn onafhankelijk van het bouwsysteem en worden per project voorgeschreven. De NBN D 50-001 “Ventilatievoorzieningen in woonge­bouwen” is van toepassing. 7.4 Gebruiksveiligheid De wanden, bekleed met de voorzien beplating, hebben een voldoende schokweerstand voor een normaal gebruik. 7.5 Geluidswering De NBN S 01-400 “Criteria van de akoestische isolatie” is van toepassing.

Overeenkomstig de “Richtlijnen voor het akoestisch onderzoek voor een bouwsysteem voor eengezinshuizen” biedt het systeem volgende kenmerken. Tabel 5 : akoestische isolatie Bouwelement Binnenwand (zonder isolatie)

Luchtgeluiden -

Contactgeluiden

Binnenwand (met isolatie) Tussenvloer (*) IIIb IIIb Mandelige muur IIb Buitenmuur : zie informatieblad 1979/3: “Akoestisch komfort van ééngezinshuizen gebouwd volgens een goedgekeurd sys­ teem” van de BUtgb. (*) Voorzien van een vloerbedekking met minstens 3 mm vezeltapijt.

7.6 Energiebesparing en warmtebehoud Voor zover in tabel 2 isolatiematerialen zonder hun exacte benaming en type zijn aangegeven, worden, voor de berekening van de warmtedoorgangscoëfficiënten (U-waarden), de λ-waarden van de norm gebruikt, tenzij er maximum gedeclareerde λ-waarden worden aangegeven. De fabrikant verbindt er zich toe goedgekeurde isolatiematerialen te gebruiken die hieraan voldoen. Bij de berekeningen van de warmtedoorgangscoëfficiënten van individuele projecten kunnen de gedeclareerde λ - waarden van de effectief gebruikte isolatiematerialen worden gebruikt. Zie de desbetreffende technische goedkeuringen.

7.6.1 Warmtedoorgangscoëfficiënt U volgens de NBN B 62-002

en addendum

Tabel 6 : warmtedoorgangscoëfficiënt U Elementen Materiaal Vloer op de kruipruimte / kelder (2) Vloer op volle grond (2) Buitenmuur (3) Binnenwand Binnenwand (v) Tussenvloer

EPS

Plafond onder dak (3) Wand in de dakruimte (3) Plat dak (3)

EPS MW MW MW MW MW PUR

Mandelige muur (3)

MW

Isolatie Dikte (mm) 50 60 60 90 50 150 150 150 80 120 50

0,040

Umax (1) (W/m².K) 0,4

0,040 0,036

0,4 0,6

λi (W/m.K)

0,036 0,040 0,040 0,040 0,035

0,4 0,4 0,4

0,036

1,0

Uberekend (W/m².K)

Rmin (1) (m².K/W) 1,0 1,0

Rberekend (m².K/W) 1,7 (1) 1,9 (1) 1,7 (1)

0,43 2,70 0,73 1,29 0,27 0,30 0,30 0,35 0,21 0,55

: reglementering. : vloeren op kruipruimte, kelder of volle grond: berekening van U volgens NBN EN ISO 13370. Als aan de Umax niet voldaan is, of bij gebrek aan berekening, moet minstens aan de Rmin (berekening volgens NBN B 62-002) voldaan zijn. (3) : wanden, daken en tussenvloeren: berekening van U volgens NBN B 62-002 en addendum. (1) (2)

ATG 07/1583

5/12

7.6.2 Globale warmte-isolatie volgens de NBN B 62-301 (1989)

Zie de regionale wetgevingen. 7.6.3 De temperatuurfactor volgens Voorlichting 153 van het WTCB

de

Technische

Koudebruggen zijn niet toegelaten o.a. om het verlies van warmte-energie te beperken, maar ook om schimmel en oppervlaktecondensatie te voorkomen.

Zowel bij het ontwerp als bij de uitvoering van de details van elk project dat afwijkt van de typebeschrijving, houdt men daarom rekening met de eis dat de temperatuurfactor (τ) groter is dan 0,7 in elk punt van het binnenoppervlak van de buitenwanden. Daarom moet de isolatie van al de ondoorschijnende on­derdelen overal een warmteweer­stand hebben groter dan 0,6 m².K/W. 8. Certificering en markering Zie model in bijlage.

GOEDKEURING

Beslissing Gelet op het ministerieel besluit van 6 september 1991 tot inrichting van de technische goedkeuring en op­stelling van typevoorschriften in de bouwsector (Belgisch Staatsblad van 29 oktober 1991). Gelet op het verzoek ingediend door Kijk en Bouw N.V. uit Menen Gelet op de technische goedkeuring ATG 02/1583. Gelet op het advies van de Gespecialiseerde Groep “Bouwsystemen” van de Technische Goedkeurings­commissie, uitgesproken op haar vergadering van 2 mei 2006 op grond van het verslag uit­gebracht door het Uitvoe­rend Bureau “Bouwsystemen voor huizen”. Gelet op de overeenkomst tussen de BUtgb en de firma, waarin deze zich onderwerpt aan de periodieke ­­­controles op de naleving van de goedkeuringsvoorwaarden. Wordt de technische goedkeuring verleend aan Kijk en Bouw N.V. voor het bouw­systeem voor huizen Kijk en Bouw, rekening houdend met de voorafgaande beschrijving. Deze goedkeuring dient hernieuwd te worden op 5 juli 2010. Brussel, 6 juli 2007. De directeur-generaal, V. MERKEN

6/12

ATG 07/1583

A Onderbouw A1 Volle grond dikte A2 Kruipruimte (mm) en kelder vochtkering 0,2 isolatie isolatie 60 betonnen vloerelementen vochtkering 0,2 druklaag vloerplaat 150

E

B)

HELLEND DAK structuur overspanning opbouw materiaal spanten naaldhout panlatten naaldhout tengellatten naaldhout onderdak Menuiserite isolatie (1) minerale wol dampscherm Alu - folie plafondbe­ gipsplaat of kleding Fermacell

dikte (mm) 50 à 60 130

45

afmetingen (mm) volgens bere­kening afmetingen (mm) berekening 38 x 24 6 x 40 3,2 150 9,5 10

Bij een bewoonbare dakverdieping tussen de kepers, anders tussen de vloerbalken.

(1)

B1 (F)

(B)

BUITENMUUR met inbegrip van de puntgevels Muurelement: aantal kader+beplating+isolatie onderregel 1 bovenregel 1 stijlen elke 40 cm hoekstijlen 1 en 3 isolatie minerale wol dampscherm PE – folie binnenbekle­ding Fermacell (of Eterspan) Latei: l ≤ 2,8 m naaldhout Latei: l > 2,8 m staal opbouw materiaal vochtkering (fundering) DPC 2000 T (zwarte PE-folie) muurelement buitenbekle­ding binnen­spouwblad Fermacell (of Eterspan) vochtkering (boven openingen) PE – folie afwerking materiaal gevelbekle­ding baksteen latei L – ijzer spouw spouwhaak gegalvani­seerd band­ijzer

ATG 07/1583

afmetingen (mm)

verbinding

35 x 95 70 x 95 35 x 95 35 x 95

nieten nieten nieten nieten

90 0,1 10 berekening berekening afmetingen (mm) ≥ 0,5 (500 µ) 2600 x 10.000 10 0,2 afmetingen (mm) 90 80 x 80 x 8 50 200 x 30 x 1,5

nieten

bevestiging schroeven nieten, nagels verbinding

7/12

8/12

ATG 07/1583

D TUSSENVLOER opbouw materiaal bovenbekle­ding

OSB-2

balk om de 60 cm tussenregel ringbalk isolatie (v) onderbekle­ding

naaldhout naaldhout naaldhout minerale wol gipsplaat

F afmetingen verbind­ (mm) ing 18 lijm + schroeven berekening berekening 32 x 175 150 12,5 schroeven

BINNENWAND kader aantal onderregel bovenregel stijlen opbouw kader bekleding latei

ATG 07/1583

1 1 elke 40 cm materiaal hout Fermacell (of Eterspan) materiaal hout

afmetingen (mm) 50 x 70 50 x 70 35 x 50 afmetingen 2600 x 10.000 10

verbinding nieten nieten nieten bevestiging schroeven nieten, nagels

afmetingen 50 x 70

9/12

C PLAT DAK (warm dak) opbouw materiaal dakdichting isolatie dampscherm dakvloer balken en tussenbalken dampscherm onderbekle­ding

G (F)

(F)

10/12

afmetin­ gen (mm)

1 laag EPDM-rubber gecacheerde PUR-platen 80 à 120 verenigbaar met de afdichting OSB-3 18 naaldhout berekening PE - folie gipsplaat

0,2 9,5

verbinding cf. TV 215 (WTCB) cf. TV 215 (WTCB) cf. TV 215 (WTCB) lijm + schroe­ven

schroeven

MANDELIGE MUUR kader materiaal onderregel 1 bovenregel 1 stijlen elke 40 cm hoekstijlen 3 opbouw materiaal kader naaldhout

afmetingen 50 x 70 50 x 70 35 x 50 35 x 50, 35 x 95, 50 x 95 afmetingen 2600 x 10.000

isolatie dampscherm bekleding metselwerk

50 0,1 10 140 à 190

minerale wol PE - folie Fermacell (of Eterspan) snelbouw baksteen

verbinding nieten nieten nieten nieten schroeven, bandijzer

nagels

ATG 07/1583

VERKLARING VAN OVEREENKOMSTIGHEID De firma (houder van de ATG) : KIJK EN BOUW N.V.



Datum : ....................................

Vertegenwoordigd door dhr./Mevr. ..................................................................................................... Verklaart dat het

Bouwsysteem

met de commerciële naam : KIJK EN BOUW En vervaardigd door : KIJK EN BOUW N.V., Moorselestraat 206, B-8930 MENEN En opgericht op de hieronder vermelde bouwplaats

Technische Goedkeuring

Beantwoordt aan de

07/1583 Geldig van 06.07.2007 tot 05.07.2010 Afgeleverd door de : Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw

Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, KMO, Middenstand en Energie Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid, Afdeling Kwaliteit en Innovatie, Dienst Bouw, WTC 3, 6e verdieping, Simon Bolivarlaan, 30, 1000 Brussel Tel. : 0032 (0)2 277 81 76, Fax : 0032 (0)2 277 54 44 Lid van de Europese Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (EUtgb)

De tekst van de technische goedkeuring maakt deel uit van deze verklaring Handtekening Gezien Stempel van de firma

Handtekening van de architect

Deze verklaring is gebaseerd op : 1. een voorafgaand typeonderzoek uitgevoerd door de Belgische Unie voor de technische goed­ keuring in de bouw (BUtgb) 2. het productiecontrolesysteem van de fabrikant in de werkplaats en op de bouwplaats; deze in­ terne controle heeft tot doel na te gaan of de productie en de montagetechnieken overeenstem­ men met de technische goedkeuring 3. tijdens de geldigheidsduur van de goedkeuring staat een erkend controleorganisme in voor de periodieke controle op de productie en op de interne productiecontrole. Toepassing van het bouwsysteem De bouwplaats : ........................................................................................................................................................................................................................... De bouwheer : ...................................................................................................................................................................................................................... De architect : ............................................................................................................................................................................................................................. ATG 07/1583

11/12

B et e k e n i s v a n d e t e c h n i s c h e g o e d k e u r i n g VOOR huizen

1. Definitie De technische goedkeuring met certificatie (ATG) is een gunstige beoordeling van de techniek van een bouwsysteem. De goedkeuring beoordeelt vooral de stabili­teit, de brandveiligheid, de thermische en akoestische isolatie en de duurzaamheid. Dit geldt zowel voor de materialen als voor de op­bouw. Tijdens het goedkeurings­onderzoek en bij de steek­ proef­­controles op de productie en op de uitvoering worden technische maatstaven ge­han­teerd die tot op zeke­re hoogte waarborgen dat een firma over de no­dige technische ken­nis en uitrusting beschikt om een be­hoorlijke kwali­teit te hand­haven. 2. De ATG in de overeenkomst Om zich op de ATG te kunnen beroepen moet de bouwheer in de overeenkomst met de ver­koper (de fa­brikant, de ondernemer, houder van de tech­nische goedkeuring, ...), uitdruk­kelijk (doen) opne­men dat de woning wordt gebouwd volgens de goedkeuring. Een technische goedkeuring maakt de rol van de architect niet overbodig, integendeel. Hij blijft de belangen van de bouwheer behar­ tigen. Ook voor de traditionele werken, die buiten de goed­keuring vallen, zo­als b.v. de funde­rin­gen, schrijn­werk, projectgebonden details, ... legt de bouw­heer en/of de architect de techni­sche eisen contrac­tueel vast.

12/12

De architect controleert bij de uitvoering de naleving van deze voorwaarden. Hij raad­pleegt o.m. de technische goedkeuring en hij vraagt de certificaten op van de materialen of veri­fieert de merking (Benor, ATG, attesten, ...). 3. Oproep De bouw­heer of de architect wordt uitgeno­digd elke essentiële afwijking ten opzichte van de tekst van de goedkeu­ring te melden aan de BUtgb, p/a Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, KMO, Middenstand en Energie, Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid, Afdeling Kwaliteit en Innovatie, Dienst Bouw, WTC 3, 6e verdieping, Simon Bolivarlaan, 30, 1000 Brussel, Tel. : 0032 (0)2 277 81 76, Fax : 0032 (0)2 277 54 44. Zo nodig worden sancties getroffen. Deze kun­nen gaan tot de intrekking van de goed­keuring. De BUtgb kan evenwel niet tussenkomen in in­ dividuele geschillen. Verdere informatie in verband met technische goedkeuringen kan op het genoemde adres worden bekomen. 4. Wat zijn essentiële af­wij­kingen? – Het geheel of gedeeltelijk negeren van de goed­keur­ ingstekst zonder een aanvaardbare motivering en/of zonder het akkoord van de BUtgb. – Fouten tegen de regels van de kunst die wijzen op een onvoldoende kennis van de basisprincipes, zelfs van technieken die niet on­der de goedkeuring vallen (b.v. fun­derin­gen, daktim­merwerk).

ATG 07/1583