Vincent Merckx Erasmushogeschool – Universitaire Associatie Brussel Departement Toegepaste Taalkunde Master Journalistiek – optie gedrukte en onlinemedia
DE MUZIEKRECENSENT: JOURNALIST OF RECLAMEMAN? Een kwalitatieve inhoudsanalyse van muziekrecensies en promotieteksten
Masterproef ingediend voor het behalen van de graad van Master in de Journalistiek Promotor: Dr. Jan Jagers Academiejaar 2009-2010
Abstract Muziekjournalisten en platenmaatschappijen werken nauw samen in hun beroepspraktijk: ze bieden elkaar enerzijds bronnenmateriaal, bestaande uit promotie-cd’s en –teksten, en anderzijds een breed lezerspubliek van potentiële kopers. Dit onderzoek gaat na in hoeverre die samenwerking de journalistieke praktijk van het recenseren beïnvloedt. De focus ligt daarbij op de manier waarop journalisten omgaan met promoteksten die opgesteld worden door de platenmaatschappijen en die verstuurd worden wanneer er een nieuw album verschijnt. Door middel van een kwalitatieve inhoudsanalyse van 153 recensies uit kranten, week- en maandbladen en internetmagazines gaat dit onderzoek na in welke mate de Vlaamse media een beroep doen op deze promoteksten bij het opstellen van hun recensies. Daaruit blijkt dat de beoordelingen van nieuwe releases in het overgrote merendeel van de gevallen geen noemenswaardige overeenkomsten vertonen met de promoteksten, zowel wat betreft de krantenrecensies als die van papieren en internetmagazines.
Persbericht RECENSENTEN DANSEN NIET NAAR DE PIJPEN VAN PLATENMAATSCHAPPIJEN
Stel: u leest een lovende bespreking over de nieuwste release van uw favoriete muziekgroep. “De plaat van het jaar”, besluit de recensent in een ronkend besluit, en hij gooit er een score van 5 sterren op 5 tegenaan. Uw aandacht is getrokken, maar hoe zeker bent u ervan dat u de mening leest van de recensent – en niet die van de platenbazen? De muziekjournalistiek is een vak apart. In een wereldje dat deels in stand gehouden wordt door de privileges die de platenmaatschappijen aan de pers aanbieden (promo-cd’s, releaseparty’s, interviews…), moet de journalist zijn onafhankelijkheid en neutraliteit zien te bewaren. Dat is immers zijn deontologische plicht. Maar in hoeverre lukt dat? Onderzoek aan het Departement Toegepaste Taalkunde van de Brusselse Erasmushogeschool heeft uitgewezen dat het helemaal niet zo slecht gaat met de muziekjournalistiek als vaak beweerd wordt, of tenminste wat de praktijk van het recenseren betreft. Op basis van een analyse van meer dan 150 muziekrecensies uit Vlaamse kranten, week- en maandbladen en internetmagazines, besluit de Masterstudent Journalistiek Vincent Merckx dat de recensent in meer dan 19 op de 20 gevallen niét gesteund heeft op de promotekst van de platenmaatschappij. Wel blijken krantenjournalisten net iets gevoeliger voor promopraatjes dan de andere onderzochte mediatypes: 1 op de 10 onderzochte recensies vertoonde duidelijke overeenkomsten, terwijl de papieren magazines opmerkelijk genoeg geen enkele vondst opleverden. De internetmagazines bevinden zich daartussen. Maar al bij al kan u dus met een gerust hart naar de winkel stappen voor die nieuwe cd: uw recensent is geen veredelde reclameman in dienst van de platenmaatschappijen. Al vormt journalistieke neutraliteit natuurlijk nog geen garantie voor goede smaak, maar dat is een andere kwestie. Voor meer informatie, mail naar
[email protected] of bel +32 476 23 46 98
Inhoud 1.
Inleiding..............................................................................................................................1 1.1. Onderzoeksvraag ........................................................................................................1 1.2. Relevantie ...................................................................................................................5 1.3. Onderzoeksopzet ........................................................................................................8 1.3.1. Werkwijze...........................................................................................................8 1.3.2. Afbakening van het onderzoeksdomein ...........................................................12 2. Theoretisch kader .............................................................................................................20 2.1. De functie van muziekjournalistiek ..........................................................................20 2.2. Deontologische vraagstukken...................................................................................22 2.3. De rol van platenfirma’s in het muzieklandschap ....................................................23 3. Empirisch onderzoek ........................................................................................................27 3.1. Recensies ..................................................................................................................27 3.1.1. Admiral Freebee – The Honey & The Knife .....................................................27 3.1.2. Autechre – Oversteps........................................................................................29 3.1.3. Beach House – Teen Dream .............................................................................31 3.1.4. Deftones – Diamond Eyes ................................................................................33 3.1.5. Editors – In This Light And On This Evening..................................................35 3.1.6. Eels – End Times...............................................................................................38 3.1.7. Fever Ray – Fever Ray .....................................................................................40 3.1.8. Fuck Buttons – Tarot Sport...............................................................................41 3.1.9. Grizzly Bear – Veckatimest...............................................................................43 3.1.10. Hole – Nobody’s Daughter ...............................................................................45 3.1.11. Jónsi – Go .........................................................................................................46 3.1.12. LCD Soundsystem – This Is Happening ..........................................................48 3.1.13. Liars – Sisterworld ...........................................................................................49 3.1.14. Massive Attack – Heligoland ...........................................................................50 3.1.15. Stijn – Ten Danz................................................................................................52 3.1.16. The Antlers – Hospice ......................................................................................53 3.1.17. The Black Box Revelation – Silver Threats .....................................................54 3.1.18. The Black Keys – Brothers...............................................................................56 3.1.19. Tinariwen – Imidiwan: Companions ................................................................58 3.2. Analyse van de onderzoeksresultaten.......................................................................60 4. Conclusie ..........................................................................................................................65 5. Bronnen ............................................................................................................................67 5.1. Primair ......................................................................................................................67 5.1.1. Promoteksten ....................................................................................................67 5.1.2. Recensies ..........................................................................................................68 5.2. Secundair ..................................................................................................................76 5.3. Internetbronnen.........................................................................................................78
Voorwoord
Deze masterscriptie was een werk van lange adem. Ik wil dan ook mijn promotor Dr. Jan Jagers danken voor de steun (en het geduld) in de loop van het voorbije jaar. Ik wil ook de mensen bedanken die me hielpen met het verzamelen van het tekstencorpus: Stijn Verbruggen bij EMI, Joke Langens en Jasper Wentzel bij PIAS, Mattias Baertsoen en Matthieu Van Steenkiste van Goddeau en Filip Saerens en Mieke Deisz van Rifraf.
1. Inleiding 1.1.
Onderzoeksvraag
“[Het is een] pijnlijke constatering dat de popjournalistiek, ondanks berichten van het tegendeel, volledig aan de leiband loopt van de platenindustrie. Wat wij over popmuziek te lezen krijgen, wordt uiteindelijk bepaald door de promotie-afdeling van de platenmaatschappijen, of het nu om recensies gaat of om interviews. (…) Mij is het opgevallen dat ongeveer 80% van de platenrecensies in de muziekbladen positief van strekking is, m.a.w. eindigt in een regelrecht advies tot kopen.” (Stroop, 1977, 97) In 1977 al legde Jan Stroop, de samensteller van het naslagwerk Popjournalistiek: kunst, cultuur of koopwaar?, de vinger op de wonde van de popjournalistiek. Hij noemt de invloed die de platenindustrie erop uitoefent onverholen problematisch. Nu, 33 jaar later, onderhouden platenmaatschappijen en de muziekpers nog steeds een relatie die niet altijd even gemakkelijk is. Ze kunnen niet zonder elkaar: voor de platenmaatschappijen is de muziekpers een onmisbaar reclamemiddel dat het publiek in contact brengt met artiesten, terwijl
voor
de
muziekpers
de
platenmaatschappijen
een
onmisbare
bron
van
bronnenmateriaal vormen. Die relatie levert het muziekjournaille al eens het verwijt op dat het al te zeer afhankelijk is van de platenmaatschappijen, die door middel van allerlei promotiemiddelen de pers naar hun hand zouden zetten. Maar is dat ook zo? Over die vraag zal ik me in deze verhandeling buigen. Ik focus daarvoor op de promoteksten die platenfirma’s verdelen onder de muziekjournalisten. Die vergezellen nieuwe, te recenseren muziekreleases en vormen een soort van handleiding bij het product dat de platenfirma lanceert. Vaak bevatten die promoteksten een bespreking die opgesteld is door de pr-dienst van de platenfirma’s, al dan niet aangevuld met een biografie en andere weetjes van en over de groep in kwestie. Uiteraard zijn deze promoteksten vaak erg positief van toon: het product moet immers verkocht worden aan de journalisten. Die pr-teksten zijn een uiterst interessant fenomeen. Hun leven is vaak erg kort: het zijn wegwerpproducten, teksten die in het beste geval een keer gelezen worden door de journalist en daarna in de papiermand belanden. En toch hebben die wegwerpproducten een bepaalde macht. De manier waarop popjournalisten ermee omgaan, kan immers hun autoriteit De muziekrecensent: journalist of reclameman?
1
gedeeltelijk definiëren. De popjournalisten van de kranten De Morgen en De Standaard waarmee ik in het kader van dit onderzoek (kort) contact had, konden niet genoeg beklemtonen dat ze zo weinig mogelijk gebruik maken van pr-teksten. Bart Steenhaut, chef muziek bij De Morgen, zegt bijvoorbeeld: “Ik kan me de laatste die ik gelezen heb niet meer herinneren”, of Peter Vantyghem, chef cultuur bij De Standaard: “Ik gebruik die promoteksten nooit voor reviews”. Het onderwerp ligt vrij gevoelig: gerenommeerde popjournalisten bij gevestigde kranten achten het beneden hun professionele waardigheid om gebruik te maken van teksten die verstrekt worden door platenfirma’s – of zijn er als de dood voor om hun imago of eer aangetast te zien worden door mogelijke associaties met pr-teksten. Het wordt nog interessanter wanneer we Stroop er opnieuw bijhalen. Zijn observaties over het woordgebruik van muziekjournalisten zijn nog steeds actueel. Emmylou Harris zingt praktisch altijd ‘de sterren van de hemel’; The Eagles en aanverwanten bezorgen ‘rillingen over de rug’ (die het ouderwetse ‘kippevel’ vervangen hebben); funkmuziek is altijd ‘dampend’; vocale meerstemmigheid, als het goed is, ‘messcherp’; ‘de heren (dit vooral ook) gaan er weer eens flink tegenaan, of zijn goed op dreef’; ‘Dylan als vanouds’, bij elke nieuwe plaat te lezen (of iets van deze strekking). Het is de taal van teksten zoals ze door de promotie-afdelingen van de platenmaatschappijen geproduceerd worden, met woordspelingen en al. (Stroop, 1977, 96) Het is weinig waarschijnlijk dat de situatie ondertussen verbeterd is. De crisis in de mediasector heeft ertoe geleid dat journalisten onder druk staan om steeds meer teksten te leveren. De Britse Hoogleraar Anne Gregory beweerde in maart 2006 in De Standaard dat “journalisten liever een beroep [doen] op informatie die hun kant-en-klaar wordt aangeleverd, dan er zelf naar op zoek te gaan”. Ze stelt dat “de helft van alle krantenkopij zijn oorsprong vindt bij pr-mensen, of tenminste door hen is beïnvloed”. (Mooijman, De Standaard, 25/03/2006) Sonya Kolowrat van de platenlabelgroep Beggars (met o.a. 4AD, Matador en Rough Trade) is ervan overtuigd dat dat ook voor de sector van de cultuurjournalistiek geldt. In een e-mail liet ze weinig ruimte voor interpretatie bij het formuleren van haar mening over de manier waarop muziekjournalisten omgaan met promoteksten: “I think people draw on them a LOT!”. Ook Stijn Verbruggen van EMI Music Belgium denkt dat journalisten dankbaar gebruik maken van promoteksten, al nuanceert hij wel. Volgens hem zijn het vooral de liefhebbers die schrijven voor internetmagazines die De muziekrecensent: journalist of reclameman?
2
gebruik maken van de teksten, eerder dan krantenjournalisten die hun eer hoog te houden hebben. “Ik denk dat je - zeker wat de websites betreft - regelmatig overgenomen stukken tekst zal terugvinden. Dat is ook een beetje de bedoeling natuurlijk. Ik weet dat online redacties vaak drijven op enkele vrijwilligers met vaak nog een daytime-job.” Het is frappant om vast te stellen hoe de meningen over het nut van pr-teksten diagonaal tegenovergesteld zijn aan weerszijden van het spectrum, met aan de ene kant de zenders, de platenmaatschappijen, en aan de andere kant de ontvangers, de journalisten. Het lijkt me interessant genoeg om er een onderzoek aan te wijden, een onderzoek naar de manier waarop journalisten anno 2010 omgaan met promoteksten en in hoeverre ze zich erdoor laten leiden bij het uitoefenen van hun werk. Ik pak het in deze verhandeling wel net iets systematischer aan dan de citaten die Stroop voor de vuist weg lijkt aan te halen. Door middel van een vergelijkende inhoudsanalyse van recensies en pr-teksten neem ik de beroepspraktijk van de muziekjournalisten onder de loep, en hun vatbaarheid voor de promotionele trucjes van de platenfirma’s. Uiteraard omvat het promotiemechanisme van de platenfirma’s meer dan louter het verdelen van pr-teksten, maar om mijn onderzoek een substantiële wetenschappelijke grond te geven, focus ik in deze thesis bewust op de relatie pr-tekst-recensie. Er zijn al enkele interessante verkennende studies geschreven over de muziekjournalistiek in Vlaanderen (Popjournalistiek in de Vlaamse dagbladpers van Hans Luyten (1985) bijvoorbeeld, of, recenter Under press(ure) van Bart Vermijlen (2005), om er maar twee te noemen) die het fenomeen popjournalistiek vanuit een sociologische of communicatiewetenschappelijke achtergrond proberen te verklaren, en elk ook de relatie tussen journalisten en platenfirma’s bespreken. Deze studies hebben uiteraard hun waarde, maar houden het vaak bij theoretische uiteenzettingen,
aangevuld
met
interviews
met
journalisten,
platenbonzen
en
concertorganisatoren. Wat er ontbreekt, is inhoudelijk onderzoek op basis van tekstmateriaal: hoe vertaalt die mogelijke druk van de platenfirma’s, waar de hierboven aangehaalde studies allebei gewag van maken, zich in de recensies die uiteindelijk de krant (of, in deze studie, ook het webmagazine) halen? Zijn er aanwijsbare overeenkomsten of verschillen? Een vergelijkend onderzoek tussen pr-teksten en recensies kan zwart op wit aantonen hoe de invloed van platenmaatschappijen zich manifesteert in het journalistieke product. Dat is dan
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
3
ook de sterkte van dit onderzoek: ik ga bewust voor een praktische insteek die een toegevoegde waarde kan bieden bij het onderzoek dat tot nu toe al gedaan is. Daarbij heb ik zowel aandacht voor de journalisten van traditionele, papieren dagbladen en magazines als voor de burgerjournalisten van de niet-traditionele media, de liefhebbers achter de online muziekmagazines die de afgelopen jaren in het medialandschap verschenen zijn. Het zou immers best kunnen dat zij op een andere manier over muziek schrijven dan de professionele
muziekjournalisten.
Tenslotte
verschillen
beide
mediatypes
en
hun
werkkrachten in essentie sterk, zowel in de keuze van onderwerpen als in de manier waarop deze onderwerpen behandeld worden. In zijn stuk “Hedendaagse muziekjournalistiek in Vlaanderen: het spoor bijster?” legt Bram Missault, medewerker van het webmagazine Digg, uit wat zo essentieel verschillend is aan deze webmagazines. “Ze zijn onafhankelijk en hangen niet af van verkoopscijfers. Ze hebben ook in veel mindere mate last van deadlines. Ze hebben dus de onbegrensde ruimte (veel meer nog dan onafhankelijke geschreven muziekbladen) om te experimenteren, om diepgravende recensies te schrijven. Ze hebben de vrijheid om tegen de platte consumptie van muziekjournalistiek in te gaan. (…) Vaak gaat het om enthousiastelingen die schrijven over muziek waar ze van houden en dat merk je ook in de sterkte en diepgang van de review.” (Missault, Digg.be, 27/05/2010) Missault schetst, in tegenstelling tot Verbruggen van EMI, een beeld van gedreven en bekwame vrijwilligers die volledig onafhankelijk hun ding doen. Of dat zich ook vertaalt in een (grotere) onafhankelijkheid van pr-teksten, zal blijken uit de resultaten van dit onderzoek. Ik ga na of het verschil in journalistieke praktijk zijn invloed heeft op de manier waarop wordt omgegaan met promoteksten, en zo ja op welke manier dat verschil zich dan uit. Samengevat ga ik in deze thesis op zoek naar een antwoord op de volgende vragen: 1. Zijn er aanwijsbare overeenkomsten of verschillen tussen de pr-teksten die platenmaatschappijen verdelen en de recensies die gepubliceerd worden? 2. Zijn er media die zich vaker schuldig maken dan andere aan beïnvloeding door prteksten? 3. Is er een verschil in de manier waarop journalisten van de traditionele, “papieren” pers enerzijds en internetpers anderzijds met deze promotiemiddelen omgaan?
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
4
1.2.
Relevantie
Met mijn onderzoek wil ik nagaan in welke mate de Vlaamse muziekpers in 2010 afhankelijk is van deze platenmaatschappijen. Persvrijheid mag dan wel een van de basisprincipes zijn van een democratische samenleving, de vraag is hoe absoluut die persvrijheid wel is binnen de muziekjournalistiek. Als blijkt dat magazines en dagbladen er een (te) nauwe band op nahouden met de platenmaatschappijen waarmee ze uit professionele noodzaak samenwerken, is de kans op onderlinge beïnvloeding groot. Zet die beïnvloeding zich door, dan is er een reëel gevaar voor de objectiviteit van de pers. Dat de muziekpers en platenmaatschappijen nauw samenwerken, daar zijn de artikels die ervan het product zijn het zwart op wit gedrukte bewijs van. Wanneer Bart Steenhaut meereist op tournee met Editors en daar in de krant verslag over uitbrengt onder de titel “Exclusief: backstage met Editors in Madrid” (verschenen op 2 juli 2010 in De Morgen), en dat enkele weken voor hij een optreden moet recenseren van de Britse band op het festival Rock Werchter (verschenen onder de titel “Het kantelmoment in een carrière” op 3 juli 2010 in De Morgen) doet dat sterk denken aan het fenomeen van het embedded journalism dat we kennen van de Eerste Golfoorlog. Toen vaardigde het Pentagon regels uit die onder meer bepaalden dat leden van de Amerikaanse pers begeleid moesten worden door een lid van het Amerikaanse leger, dat hen ver weg hield van het oorlogsgebied. Journalisten die dat weigerden, konden gearresteerd worden. Op die manier kreeg de pers een nadrukkelijk gekleurde versie van de realiteit voorgeschoteld. De praktijk was gecontesteerd omdat ze de objectiviteit van de verslaggever aantast, maar wordt desalniettemin nog steeds toegepast. (Pratkanis & Aronson, 2001, 270) Ook in de cultuurjournalistiek is een (zij het minder controversiële) vorm van beïnvloeding van de media, mét hun eigen medeweten, schering en inslag. Hoewel de context in beide gevallen uiteraard sterk verschilt, blijft het deontologische vraagstuk voor de journalist hetzelfde. De “lichtere” aard van cultuur-, maar ook lifestylejournalistiek biedt bovendien geen garantie dat de journalist minder onder externe druk zou staan. Integendeel: M. Prenger en F. Vree, twee onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam, ontdekten dat net in die journalistieke beroepscategorieën waar privileges voor de journalisten het wijdst verspreid zijn, het meest beïnvloeding voorkomt. Zij geven de reisjournalistiek als voorbeeld, maar ze hadden evengoed de muziekjournalistiek kunnen noemen. (Steegen, 2009, 17) De muziekrecensent: journalist of reclameman?
5
Ondertussen wordt van de (muziek)journalist, net zoals van pakweg een dokter, wél verwacht dat hij een beroepscode probeert na te leven. In België is de journalistieke beroepsethiek hoofdzakelijk gebaseerd op twee teksten, namelijk de Verklaring der rechten en plichten van de journalist (in 1971 te München aanvaard door de journalistenvakbonden van de toenmalige zes lidstaten van de Europese Gemeenschap; in 1972 te Istanboel aanvaard door de Internationale Federatie van Journalisten) en de Code van journalistieke beginselen (in 1982 door de Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten in België, de Belgische Vereniging van Dagbladuitgevers en de Federatie van Belgische Magazines). De Verklaring stelt onder punt 9: “Nooit het vak van journalist verwarren met dit van reclameman of van propagandist en geen enkele rechtstreekse of onrechtstreekse instructie in ontvangst nemen van adverteerders.” Ook in de Code van journalistieke beginselen wordt in punt 11 (“Onafhankelijkheid”) gewezen op het belang van onpartijdigheid. Hij preciseert ook dat “de kranten en journalisten aan geen enkele druk [mogen] toegeven”. Misschien belangrijker nog is punt 12, dat bepaalt dat “advertenties dermate [moeten worden] opgemaakt dat de lezer ze niet kan verwarren met de berichtgeving”. (Deltour, 2009, 28-30) Maar waar ligt in de muziekjournalistiek de grens tussen onbevooroordeelde verslaggeving en indirect adverteren? Daar zijn geen duidelijk omschreven criteria voor, en elke journalist moet voor zichzelf uitmaken hoe hij omgaat met de gevaarlijk dunne grens tussen reclame en journalistiek. Het is belangrijk dat de media zich ten volle bewust zijn van het gevaar dat schuilt in indirect adverteren. Wanneer de journalist zich (bewust of onbewust) laat inschakelen in de werking van de promotionele machinerie van platenfirma’s, en zijn lezers dit merken, kan dat verregaande gevolgen hebben voor zijn geloofwaardigheid. Terwijl van een journalist verwacht wordt dat hij objectieve, waarheidsgetrouwe informatie geeft, is de perceptie van de rol van de reclameman toch behoorlijk anders. Dr. Huub Evers, docent media-ethiek aan de Tilburgse Fontys Hogeschool Journalistiek (sic), wijst erop dat het publiek reclame ziet als misleidend, onjuist informerend en gebruik makend van quasiwetenschappelijke argumenten. Bovendien zou reclame systeembevestigend werken, een achterlijk en conservatief maatschappijbeeld creëren en zelfs een monopolistische machtsvorming in de hand werken. En last but not least: reclame zou manipuleren en mensen op slinkse en oncontroleerbare manieren beïnvloeden. (Evers, 2007, 245-246) Dat zijn
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
6
bezwaarlijk eigenschappen waarmee een rechtschapen journalist geassocieerd zou willen worden. Het is dus zowel voor het publiek als voor de (cultuur)media zelf uiterst belangrijk dat ze hun eigen werking blijven evalueren, en meerbepaald hun samenwerking met partners die andere (commerciële) motieven hebben. Door de uitzonderlijke positie van de recensent in het journalistieke landschap en zijn verregaande artistieke vrijheid, is het echter niet vanzelfsprekend om zijn werk te evalueren op basis van objectieve criteria. Het is tekenend dat de Raad voor de Journalistiek in de periode van 1987 tot 2003 slechts 24 klachten behandelde die verband hadden met recensies – en slechts in één van die gevallen kreeg de klager gelijk. (ten Hoove, 2003, 146) Dat komt doordat de Raad voor de Journalistiek de recensent (net als de columnist) grotere journalistieke vrijheden gunt dan de “gewone” journalist. Zijn functie bestaat immers in het aanzwengelen van het maatschappelijke debat, en het beknotten van zijn vrijheid van meningsuiting zou dat debat belemmeren. 1 Wél moet hij zijn oordeel degelijk funderen: feitelijke onjuistheden kunnen niet door de beugel. Is aan die voorwaarde voldaan, dan mag de recensent gerust vernietigend uithalen in zijn stukjes. (ten Hoove, 2003, 147) De grotere vrijheid van de cultuurjournalist blijkt ook uit de uitzondering op het recht van antwoord (wet van 23 juni 1961). Artikel 1 van die wet, die gaat over periodieke geschriften, stelt: “De wetenschappelijke, artistieke of letterkundige kritiek echter levert slechts een recht van antwoord op indien dit ten doel heeft een zakelijk element recht te zetten of een aantasting van de eer af te weren”. (Deltour, 2009, 24) Het speciale, vrijere statuut van de recensent maakt het niet makkelijker om zijn werk te toetsen aan deontologische regels. Zolang hij geen onjuistheden debiteert, heeft hij verder weinig regels om zich aan te houden. En toch mag van een muziekrecensent eenzelfde beroepsernst verwacht worden als van een “gewone” journalist. Hoewel het moeilijk, zo niet onmogelijk is om van een recensent te eisen dat hij objectief te werk gaat, omdat een recensie altijd voor een deel smaakgebonden blijft, ontslaat hem dat nog niet van de plicht om zijn stukken grondig te onderbouwen. Hij moet, net zoals elke journalist, in staat zijn om duidelijke en relevante feiten en argumenten te geven als basis voor het oordeel dat hij velt. Een degelijke recensent oordeelt met kennis van zaken en toont dat ook in zijn recensies.
1
Zie hoofdstuk 2.1 “De functie van muziekjournalistiek”.
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
7
Dit onderzoek is echter niet alleen interessant vanuit journalistiek-deontologisch oogpunt. Het kan ook interessante inzichten opleveren voor platenmaatschappijen, die een flink deel van hun budget reserveren voor promotionele activiteiten. Indien zou blijken dat journalisten en masse de pr-teksten negeren (zoals Bart Steenhaut beweert), dan houdt dat in dat platenmaatschappijen energie en middelen investeren in een (wat de werking met dagbladen en
papieren
magazines
betreft)
inefficiënte
promotietechniek.
Als
de
amateurrecensenten/“enthousiastelingen” achter de muziekwebsites even terdege het vak bedrijven
als
Missault
het
voorstelt
en
zich
evenmin
voor
de
kar
van
de
promotekstenmachinerie laten spannen, zouden we zelfs kunnen stellen dat deze promotietechniek overbodig is (geworden). Blijkt daarentegen dat sommige journalisten en/of amateurrecensenten toch structureel gebruik maken van promoteksten, dan zou een platenmaatschappij zijn werking kunnen intensifiëren en/of verfijnen.
1.3.
Onderzoeksopzet
1.3.1. Werkwijze
Dit onderzoek wordt een kwalitatieve inhoudsanalyse van recensies op basis van persberichten, waarmee ik na ga of journalisten opvallend veel zinsneden, informatie of argumentatie uit de pr-teksten overnemen. Daarmee onderzoeken ik of we gewag kunnen maken van tekstuele en/of inhoudelijke beïnvloeding van de journalisten door de platenmaatschappijen. In tegenstelling tot wat bij kwantitatieve inhoudsanalyses het geval is, zoek ik in het kader van dit kwalitatief onderzoek naar meer dan het pure numerieke voorkomen van bepaalde woorden of zinswendingen. Ik ga dieper in op de inhoud en ga op zoek naar opvallende inhoudelijke overeenkomsten. Dit onderzoek bestaat uit het interpreteren van gegevens. Bij het uitvoeren ervan respecteer ik twee basisvoorwaarden waar geenszins van afgeweken mag worden, op basis van Krippendorff. Hij legde in 1980 twee eigenschappen vast waar elke inhoudsanalyse aan moet voldoen. “Observational adequacy” houdt in dat ik uitgebreid en correct verslag uitbreng van de vaststellingen die ik maak. Bovendien gebeuren die vaststellingen enkel op basis van wat letterlijk vermeld wordt in de teksten die ik gebruik voor mijn analyse, zonder rekening te houden met mogelijke, niet expliciet uitgedrukte betekenissen in de teksten. De voorwaarde van de “procedural adequacy” vereist dan weer een duidelijke en doorzichtige onderzoeksmethodiek. Het analyseren gebeurt objectief en systematisch, in die zin dat elke stap in het onderzoek verantwoord wordt, waardoor het De muziekrecensent: journalist of reclameman?
8
volgens dezelfde voorwaarden kan overgedaan worden en het in dat geval ook dezelfde resultaten zou opleveren. (Krippendorff, 1980, 69-109) Voor het deel van het onderzoek waarin ik een antwoord zoek op de eerste vraag (Zijn er aanwijsbare overeenkomsten over verschillen tussen de pr-teksten die platenmaatschappijen verdelen en de recensies die gepubliceerd worden?), hanteer ik een gelijkaardige werkwijze als die van Ruben Steegen in zijn onderzoek De relatie tussen pers en public relations: de Fortis-case (2009). Daarin vergeleek Steegen persberichten van de bank-verzekeraar Fortis met de artikels die uiteindelijk in de krant verschenen. Daarbij ging hij ook na of er verschillen waren in de manier waarop de verschillende kranten omgingen met de persberichten. Hoewel de materie van dit onderzoek, muziekrecensies, grondig verschilt van de (verondersteld) objectieve financiële berichtgeving die Steegen onderzocht, is zijn werkwijze ook voor ons bruikbaar: ik richten me, bij het vergelijken van persberichten en artikels, eveneens op het opsporen van opvallende gelijkenissen tussen de bronteksten en het uiteindelijke product. Het vergelijkend onderzoek gebeurt zowel op het niveau van de inhoud als op dat van het woordgebruik. Op het niveau van de inhoud onderzoek ik in hoeverre de recensie inhoudelijke gelijkenissen vertoont met de pr-tekst. Daarvoor steun ik op het werk van Doorman en Paap.2 Op basis van hun inzichten kunnen drie onderdelen onderscheiden worden die in elke recensie voorkomen: de informatie, de interpretatie/argumentatie en het oordeel. Elk van deze drie (overigens niet noodzakelijk keurig onderscheiden of afgelijnde) onderdelen bekijk ik van naderbij. Een combinatie van de analyse van deze onderdelen kan een breder beeld geven over hoe de recensent omspringt met de pr-tekst. In het ideale geval formuleert de journalist hoogsteigen, originele argumenten om tot een onderbouwd oordeel te komen. Dat hij daarbij (met mate en binnen het kader van research) gebruik maakt van de feitelijke informatie in de pr-teksten, hoeft hem niet al te zwaar aangerekend worden zolang de mening uitgedrukt in de recensie de zijne blijft, en niet die van de platenfirma’s.
2
Zie hoofdstuk 2.1 “De functie van muziekjournalistiek”.
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
9
Tegelijk ga ik voor elk van de drie onderdelen (informatie, argumentatie en oordeel) na of er op het niveau van het woordgebruik sprake is van duidelijke overeenkomsten tussen de prteksten en de recensies. Letterlijk overgenomen zinsneden kunnen immers op de meest duidelijke en objectieve manier aanwijzingen leveren voor mogelijke (onbewuste) beïnvloeding. Ik ga ervan uit dat er enkel in extreme gevallen sprake is van het letterlijk kopiëren van pr-teksten omdat zo een doorzichtige manier van slechte journalistiek de goede naam van de journalist al te gemakkelijk in het gedrang zou brengen. Wegens de sterke aanwijzingen die het zou kunnen leveren, neem ik dit onderzoeksonderdeel echter toch op in het onderzoek. Wat de evaluatie van de argumentatie van de recensent betreft, moet opgemerkt worden dat er vooral zal nagegaan worden in welke mate de recensent argumenten en/of de argumentatiestructuur van de pr-tekst overneemt. Het is dus niet de bedoeling om de deugdelijkheid van de argumentatie op zich na te gaan, omdat dit het doel van dit onderzoek voorbijschiet. Ik focus op de manier waarop recensenten omgaan met hun pr-bronnen en hoeveel ze eruit overnemen, en niet op hun vaardigheid voor het opbouwen van een hiaatloos betoog. De meest onafhankelijke recensent kan immers in principe nog steeds een beroerde argumentatie opbouwen, net zoals een minder onafhankelijke recensent perfect in staat kan zijn om een steek houdend betoog te houden. De meerwaarde van het gecombineerd onderzoek van deze drie factoren (informatie, argumentatie, oordeel) is dat ze het mogelijk maakt om een vrij genuanceerd oordeel te vellen over het werk van de journalist. Enkel in extreme gevallen waarin een recensent bijvoorbeeld opvallend veel feitelijke informatie geeft die ook in de pr-tekst voorkomt (zoals de geschiedenis van de groep, namen van groepsleden, inhoud van het werk…) en een met de prteksten gelijklopende argumentatie en beoordeling biedt, zal ik erop wijzen dat de mogelijkheid bestaat dat de recensent zich, in dit geval, (al dan niet bewust) heeft laten beïnvloeden door de pr-tekst. Er zijn echter meer factoren die de journalist vrij kunnen pleiten van dit (toch wel zware) oordeel: het geven van veel informatie die, mogelijk toevallig, ook in de pr-tekst is opgenomen, kan immers evenzeer wijzen op uitgebreide, onafhankelijke research of goede voorkennis – twee kwaliteiten die een goede journalist bezwaarlijk kunnen aangewreven worden. Als in dat geval zijn oordeel afwijkt van de pr-tekst of, op zijn eigen manier, duidelijk gefundeerd is, wordt de journalist vrijgepleit. Geeft de recensie blijk van De muziekrecensent: journalist of reclameman?
10
ontoereikende argumentatie of evaluatie, dan hoeft dat evenmin per definitie te wijzen op beïnvloeding: biedt de journalist originele feitelijke informatie die niet in de pr-tekst te vinden is, dan pleit hem dat ook vrij. Verder onderzoek ik ook de toon van het oordeel van de recensie. Daarbij krijgt de promotekst eerst een quotering van +/- tot ++ (waarbij +/- neutraal is en ++ heel positief; het spreekt vanzelf dat platenfirma’s geen negatieve teksten publiceren over de eigen releases) en vervolgens de recensie een van -- tot ++ (recensies die geen duidelijk oordeel vellen krijgen de notering +/-). Dit deel van het onderzoek is vooral aanvullend, want meer op interpretatie gebaseerd dan de vorige stappen, en dient vooral om het totaalbeeld te toetsen dat we verkregen uit de vorige stappen. Het is erg belangrijk dat er met de hoogste omzichtigheid te werk gegaan wordt en dat de recensent, wanneer mogelijk, het voordeel van de twijfel krijgt. Ik wijs er enkel op dat de recensent zich mogelijk heeft laten beïnvloeden als alle factoren daarop wijzen. Een recensie is immers per definitie een subjectief stuk dat niet zo gemakkelijk te analyseren is als een feitelijk verslag. Meningen kunnen louter toevallig overeenkomen met promoteksten, zonder dat er daarom sprake is van beïnvloeding. Bovendien is de cultuurjournalist niet louter afhankelijk van de platenfirma’s voor zijn informatie, zoals een economische journalist soms wel compleet afhankelijk is van de pr-teksten van financiële instellingen: de komst van het internet biedt een enorme rijkdom aan informatie die de muziekjournalist kan raadplegen in het kader van zijn research. Analyseren welke informatie de journalist overneemt uit de prtekst en op welke informatie hij zelfstandig gestoten is, blijft daarom een heikele zaak waarin ik binnen het kader van dit onderzoek nooit met volle zekerheid uitsluitsel kan bieden. Daarom kijk ik ook naar het macrobeeld dat, per onderzocht medium, geschetst wordt door een combinatie van de verschillende microconclusies die voortkomen uit het onderzoek van de recensies: blijft een bepaald medium bijvoorbeeld opvallend vaak de lijn van de promoteksten volgen, dan kunnen daar beter gefundeerde conclusies aan verbonden worden dan als een enkele recensie van die uitgave zou bekeken worden. Maar dan nog geldt dat elke conclusie in het kader van dit onderzoek relatief is, en vatbaar voor nuance, verduidelijking of kritiek en dat ik niet pretendeer een eensluidend, absoluut oordeel te vellen. Samengevat is dit de leidraad bij het onderzoek van de pr-teksten: De muziekrecensent: journalist of reclameman?
11
1. Geeft de journalist opvallend veel informatie die ook in de pr-tekst terug te vinden is? (Heeft de journalist passages uit de pr-tekst letterlijk overgenomen?) 2. Geeft de journalist opvallend veel argumenten die ook in de pr-tekst terug te vinden zijn? (Heeft de journalist passages uit de pr-tekst letterlijk overgenomen?) 3. Hoe verhoudt de toon van het oordeel van de journalist zich tot die van de pr-tekst? Zijn er opvallende gelijkenissen te vinden tussen beide? (Heeft de journalist passages uit de pr-tekst letterlijk overgenomen?) 4. Zijn er, na analyse van de pr-teksten, tendensen waar te nemen in de manier waarop de verschillende media omgaan met pr-teksten? Zijn er verschillen of opvallende gelijkenissen tussen de media onderling?
1.3.2. Afbakening van het onderzoeksdomein
Om de systematiek van het onderzoek te bevorderen, moesten de geselecteerde recensies aan een aantal duidelijk afgelijnde criteria voldoen. Dat is nodig omdat beide polen van het onderzoek een erg breed continuüm behelzen. Zowel de instanties die zich bezig houden met cultuurjournalistiek als de platenmaatschappijen die pr-teksten uitvaardigen, zijn even ontelbaar als divers. Een eerste criterium betreft het geografische gebied waarin de geanalyseerde recensies is opgesteld. Het onderwerp van dit onderzoek zijn de Vlaamse media. Alle in deze studie besproken recensies zijn dan ook opgesteld in het Nederlands. Dat is zowel een zwakte als een sterkte: relatief zijn er immers meer buitenlandse magazines die gespecialiseerd zijn in muziekjournalistiek (denken we in de Angelsaksische pers maar aan het Britse MOJO en het Amerikaanse Rolling Stone, of in Duitsland aan Spex). Ook de internetpers staat in het buitenland al veel verder dan hier in Vlaanderen; over het Amerikaanse Pitchfork kan bijvoorbeeld al een masterscriptie op zich geschreven worden. In een poging om het onderzoeksdomein overzichtelijk te houden, is er toch gekozen voor de Vlaamse pers: liever een diepgaand onderzoek binnen een bevatbaar onderzoeksdomein, dan een enorm onderzoeksterrein even oppervlakkig te benaderen. Binnen het geselecteerde taalgebied viel de keuze op een beperkt aantal dagbladen en magazines. Zoals in de vorige alinea reeds aangegeven, beperkt die keuze zich niet enkel tot de traditionele, papieren uitgaven. In het afgelopen decennium is het begrip “pers” immers sterk gediversifieerd. Waar de pers ooit eenzijdig bestond uit gedrukte kranten en weekbladen, heeft zich door de opkomst van het internet een sterke democratiseringstendens doorgezet. In De muziekrecensent: journalist of reclameman?
12
2010 omvat het perslandschap daardoor niet langer enkel papieren uitgaven van professionele redacties en uitgeverijen. Naast die traditionele vorm van geschreven pers, is er nu ook een breed en divers amalgaam van internetmagazines. Niet zelden gaat het hier om nichemagazines die zich op een welbepaald thema en een welbepaalde doelgroep richten, magazines die het vóór het internettijdperk moeilijk gehad zouden hebben om te overleven, net omdat ze zo een kleine afzetmarkt hebben. Dankzij het internet en de relatief lage kosten voor het onderhouden van een internetmagazine hebben deze publicaties echter nieuwe impulsen en mogelijkheden gekregen. Omdat deze internetmagazines in korte tijd een behoorlijk marktaandeel veroverd hebben binnen het perslandschap, betrekken we deze ook in ons onderzoek. Een lijst van de voor dit onderzoek geselecteerde dagbladen, papieren magazines en internetmagazines vindt u hieronder. Om de relatie tussen platenmaatschappijen en de Vlaamse pers terdege te kunnen onderzoeken, is het essentieel dat in elk van de onderzochte magazines muziekjournalistiek een belangrijke plaats inneemt. Onder muziekjournalistiek wordt een diepgravende vorm van muziekkritiek verstaan die bestaat uit onder meer live-verslaggeving, interviews met artiesten, analysestukken en recensies. Daardoor valt al meteen een groot deel van de populaire pers af als mogelijk onderzoeksonderwerp. Uitgaves als Het Laatste Nieuws en Dag Allemaal doen immers slechts uiterst zelden aan muziekjournalistiek pur sang en beperken zich meestal tot een oppervlakkiger celebritywatchen, waarbij gefocust wordt op het persoonlijke leven van de artiesten en hun cultuurproductie zelden diepgaand besproken wordt. Wat de geschreven Vlaamse pers betreft, voldeden de dagbladen De Standaard (de grootste Belgische kwaliteitskrant met een gemiddelde verkoop van 96.405 stuks per dag) en De Morgen (de tweede Belgische kwaliteitskrant met 55.434 verkochte nummers per dag),3 de weekbladen Humo (met een oplage van 280.000 stuks)4 en Focus Knack (136.500)5 en het
3
Cijfers voor de oplages van De Standaard en De Morgen zijn gebaseerd op gegevens van het Centrum voor Informatie over de Media, geldend voor het eerste kwartaal van 2010. Gepubliceerd in Cochez, Tom. “In de naam van de vader, de zoon en de CIM-cijfers”. Apache Apache.be 11 mei 2010, geconsulteerd op 16/07/2010 (http://www.apache.be/2010/05/in-de-naam-van-de-vader-de-zoon-en-de-cim-cijfers/). 4
Cijfer gebaseerd op gegevens van Medialogue. “Oplage magazines”. Medialogue Medialogue.be, geconsulteerd op 16/07/2010 (http://www.medialogue.be/nl/49c58e0d-552b-4da0-b3cce79ef762acb1/?magazine=40). 5
Cijfer gebaseerd op gegevens van Roularta Media Group. “Magazines & special issues: oplage en aantal te leveren bijvoegsels Inclusief titels in regie. Toestand op datum van 2-3-2010”. Roularta Media Group
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
13
gratis muziekmagazine Rifraf (35.000 stuks, waarvan 20.000 voor de Nederlandstalige editie en 15.000 voor de Franstalige) aan de criteria. Het maandelijkse cultuurmagazine Apollo, dat zich specialiseerde in muziek en film en uitkwam tussen 4 februari en 14 mei 2010, heeft dan weer niet lang genoeg bestaan om een opname in het onderzoek te rechtvaardigen. Het magazine Vice, dat zich specifiek op jongeren richt, werd evenmin in het onderzoek opgenomen omdat het haar recensies in het Engels publiceert en op een heel eigen, nihilistische manier aan muziekkritiek doet die moeilijk te vergelijken is met de traditionele muziekkritiek zoals die beoefend wordt in, bijvoorbeeld, De Morgen of De Standaard.6 Voor de selectie van internetmagazines baseerde ik me vooral op bezoekerscijfers om de meest relevante publicaties over te houden uit een uitermate breed en divers domein. De selectie bestaat hier uit Cutting Edge (online sinds 2002, maandelijks 75.000 tot 95.000 bezoekers), Damusic (online sinds 2004, dagelijks 4.500 bezoekers), Digg (online sinds 2002, 2500 bezoekers per dag), Goddeau (online sinds 2001, 25.000 bezoekers per maand) en Kindamuzik (online sinds 1999, 45.000 bezoekers per maand). Kwadratuur (online sinds 2003, tussen 15.000 en 25.000 bezoekers per maand) viel af omdat het een breder profiel heeft dan de eerder genoemde websites, en daardoor te weinig recensies publiceert van releases die ook in andere magazines besproken worden (zie verder). 7 Dit onderzoek is voor een substantieel deel vergelijkend: de opzet is om te onderzoeken of er verschillen bestaan in de manier waarop verschillende magazines of dagbladen met pr-teksten omgaan. Daarom is het belangrijk dat de releases waarvan de pr-teksten voor ons onderzoek geselecteerd worden, ook daadwerkelijk gerecenseerd worden door de meeste onderzochte dagbladen en magazines. Analyseren hoe één enkel medium omgaat met een bepaalde promotekst zonder daarbij te kunnen vergelijken met andere media, zou weinig bijdragen tot het totaalbeeld dat geschetst wordt. Dit criterium heeft een grote invloed op de uiteindelijke selectie van het corpus, want hoewel de praktijk in de muziekjournalistiek anno 2010 het onderwerp is van dit onderzoek – en er dus een momentopname gemaakt wordt – zou een te
Roulartamedia.be, geconsulteerd op 16/07/2010 (http://www.roulartamedia.be/nl/magazines/oplage/oplageNL.pdf). 6
Ter illustratie de volledige review die een Viceauteur met pseudoniem Hokus Pokus schreef over het album Hoodoo van de band Krokus. “Krokus, hah! What a jokus! Did you know they’ve sold 13 million records? That’s ridiculous. These guys suck.” 7 Bezoekersaantallen voor de muziekwebsites werden verkregen met de hulp van de redacties van de magazines in kwestie.
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
14
klein tijdsframe te weinig bruikbaar bronnenmateriaal opleveren. Daarom wordt er een tijdsframe van anderhalf jaar gehanteerd: opgenomen in dit onderzoek zijn recensies en promoteksten van releases die verschenen tussen 1 januari 2009 en 1 juli 2010. Uit de noodzaak om teksten met elkaar te kunnen vergelijken, vloeit ook een volgende criterium voort. De besproken muziekstijl is de stijl die bij de magazines gewoonlijk bij de rubriek “pop en rock” ingedeeld wordt. Daarbij neem ik, om een zo breed mogelijk totaalbeeld te kunnen schetsen, zowel kleine als grote releases op. Hoewel het opnemen van nichegenres als jazz, opera en klassieke muziek in een groter onderzoek dan deze scriptie ongetwijfeld een meerwaarde zou betekenen, houd ik het hier dus bij de mainstream muziekgenres. Het laatste criterium is de aard van de teksten die we behandelen. Zoals reeds eerder aangehaald, kent de muziekjournalistiek verschillende vormen. Zo bestaan er, naast de recensies, ook de aankondigingen, voorbeschouwingen (zowel op nieuwe releases als op optredens), interviews, analyses of beschrijvende artikels, en elk van deze teksten kan kenmerken delen met de recensie. Zo vat de journalist, in interviews of bij live-recensies, ten behoeve van de lezer vaak nog even zijn inzichten over het oeuvre van de artiest samen. Hoewel een allesomvattende analyse van al deze tekstgenres uiteraard een uitermate interessant totaalbeeld zou opleveren, is het onmogelijk om een dergelijk uitgebreid onderzoek uit te voeren binnen het kader van een masterscriptie. Daarom beperkt de focus van dit onderzoek zich tot de essentie van de muziekjournalistiek: de recensie van een album, zoals die gepubliceerd wordt in de recensiekolommen van het magazine of dagblad in kwestie. Het primair bronnenmateriaal bestaat uit enerzijds uit gepubliceerde recensies en anderzijds uit promotietesten. De dagbladrecensies en die in Focus Knack werden verkregen door een combinatie van het raadplegen van de mediadatabank Mediargus en het online archief van de uitgaven in kwestie; de recensies in Humo door het online archief te raadplegen; Rifraf bezorgde op verzoek papieren kopieën van alle uitgaves binnen het vooropgestelde tijdsframe en de recensies van de geselecteerde webmagazines konden geraadpleegd worden in het online archief van de respectievelijke magazines.8 De promotieteksten anderzijds verkreeg ik 8
Deze werkwijze heeft zijn gevolgen gehad voor de volledigheid van de bronnenlijst achteraan deze thesis. De archieven van Focus Knack en Humo geven immers geen informatie over de jaargang en het nummer van de editie waar de recensie in kwestie verscheen. Die informatie is dan ook niet vermeld in de bronnenlijst.
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
15
grotendeels dankzij de medewerking van een aantal platenmaatschappijen: EMI, PIAS en V2 bezorgden probleemloos een groot aantal teksten, terwijl absolute majors als Universal en Warner beweerden niet te beschikken over een archief van promotieteksten. Ik probeerde deze lacune aan teksten van major labels te compenseren door ook muziekjournalisten te contacteren, maar de meeste van hen (waaronder de voltallige cultuurredactie van De Standaard en de chef cultuur van De Morgen) lieten weten geen promoteksten bij te houden en verwezen me terug door naar de platenmaatschappijen. Matthieu Vansteenkiste en Mattias Baertsoen, respectievelijk hoofdredacteur en medewerker van het webmagazine Goddeau, bezorgden me daarentegen een groot aantal teksten waardoor het corpus aanzienlijk uitgebreid werd. Door die combinatie van platenmaatschappijen en journalisten als bron voor het corpus, ben ik er uiteindelijk in geslaagd een degelijk en uitgebreid corpus van bronnenmateriaal op te bouwen. Het toepassen van de hierboven beschreven selectiecriteria leverde een corpus van basisteksten op dat bestaat uit 19 pr-teksten en 153 corresponderende recensies. Hieronder vindt u een schematisch overzicht van het corpus, waarbij de afkorting “DM” voor De Morgen staat, “DS” voor De Standaard en “FK” voor Focus Knack. In de kolommen staat de datum
van
publicatie
van
de
recensie
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
in
kwestie.
16
Admiral Freebee – The Honey And The Knife (22/02/2010 Playout! / PIAS) Autechre – Oversteps (23/03/2010 Warp / V2) Beach House – Teen Dream (25/01/2010 Bella Union / Cooperative / V2) Deftones – Diamond Eyes (18/05/2010 Maverick / Warner / Reprise) Editors – In This Light And On This Evening (09/10/2009 Kitchenware / PIAS) Eels – End Times (15/01/2010 Vagrant Records / Cooperative Records / V2) Fever Ray – Fever Ray (30/03/2009 Rabid Records / V2) Fuck Buttons – Tarot Sport
DM 22/02/2010
DS -
FK 24/02/2010
Humo 23/02/2010
Rifraf 03/2010
Cuttingedge 21/02/2010
Damusic 25/03/2010
Digg 16/03/2010
Goddeau 22/02/2010
Kindamuzik -
29/03/2010
20/03/2010
-
26/03/2010
04/2010
21/03/2010
04/04/2010
29/03/2010
07/04/2010
06/03/2010
25/01/2010
23/01/2010
20/01/2010
26/01/2010
02/2010
24/01/2010
16/02/2010
22/03/2010
27/01/2010
18/02/2010
30/04/2010
30/04/2010
-
-
05/2010
-
-
10/05/2010
04/06/2010
23/05/2010
05/10/2009
-
14/10/2009
-
10/2009
22/11/2009
14/10/2009
13/10/2009
09/10/2009
20/10/2009
18/01/2010
16/01/2010
13/01/2010
13/01/2010
02/2010
20/01/2010
14/01/2010
01/02/210
08/02/2010
22/01/2010
23/03/2009
-
18/03/2009
25/03/2009
03/2009
22/03/2009
03/02/3009
30/03/2009
20/03/2009
11/03/2009
09/11/2009
-
-
12/11/2009
10/2009
31/01/2010
-
16/11/2009
16/10/2009
18/10/2009
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
17
(12/10/2009 All Tomorrow Parties / Konkurrent) Grizzly Bear – Veckatimest (25/05/2009 Warp / V2) Hole – Nobody’s Daughter (23/05/2010 Mercury Records / Universal Music) Jónsi – Go (15/03/2010 Parlophone Records / EMI) LCD Soundsystem – This Is Happening (14/05/2010 DFA / EMI) Liars – Sisterworld (08/03/2010 Mute / PIAS) Massive Attack – Heligoland (08/02/2010 Virgin / EMI) Stijn – Ten Danz (07/06/2010 Mijn Label / PIAS) The Antlers – Hospice (18/08/2009 Frenchkiss /
19/05/2009
23/05/2009
25/05/2009
26/06/2009
06/2009
24/05/2009
20/05/2009
15/06/2009
05/06/2009
27/05/2009
24/04/2010
30/04/2010
28/04/2010
-
05/2010
28/04/2010
09/05/2010
-
26/04/2010
-
29/03/2010
-
31/03/2010
09/04/2010
04/2010
04/04/2010
31/03/2010
-
29/03/2010
18/04/2010
22/05/2010
15/05/2010
12/05/2010
25/05/2010
05/2010
12/05/2010
05/05/2010
01/06/2010
21/05/2010
-
15/03/2010
-
-
20/03/2010
04/2010
28/04/2010
11/03/2010
22/03/2010
12/03/2010
-
08/02/2010
-
10/02/2010
09/02/2010
02/2010
07/02/2010
05/02/2010
15/02/2010
01/02/2010
06/02/2010
19/06/2010
-
09/06/2010
10/06/2010
06/2010
06/06/2010
06/06/2010
-
-
-
16/11/2009
14/11/2009
11/11/2009
-
-
-
10/11/2009
29/12/2009
27/11/2009
-
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
18
PIAS) The Black Box Revelation – Silver Threats (01/02/2010 T for Tunes / PIAS) The Black Keys – Brothers (17/05/2010 Cooperative / V2) Tinariwen – Imidiwan: Companions (13/10/2009 Independiente / PIAS)
08/02/2010
-
03/02/2010
03/02/2010
02/2010
31/01/2010
31/03/2010
01/02/2010
10/02/2010
08/02/2010
29/05/2010
15/05/2010
19/05/2010
25/05/2010
05/2010
16/05/2010
-
24/05/2010
29/05/2010
02/06/2010
03/08/2009
01/08/2009
12/08/2009
05/08/2009
09/2009
-
-
-
05/10/2009
-
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
19
2. Theoretisch kader 2.1.
De functie van muziekjournalistiek
Waarom schrijven de mensen toch over kunst? Opinies zijn in de kunst niets waard. Meningen verwaaien als herfstbladeren in de wind, het zijn de afvalstoffen van de evolutie. Wat de een mooi vindt, vindt de ander lelijk, zei mijn oma, het is maar net waar je van houdt. (…) De krant, zei ik, is een forum van discussie, de bewaker van de democratie. Daar hoort ook kunst bij, dat houdt de mensen scherp. (van Putten, 1998, 57-58) In zijn artikel “Kruistocht tegen de Filistijnen” raakt Bas van Putten even aan het vraagstuk naar de meerwaarde van kunstjournalistiek. Die meerwaarde is minder vanzelfsprekend dan die van andere, meer “serieuze” vormen van journalistiek. In tegenstelling tot bijvoorbeeld onderzoeksjournalistiek of nieuwsberichtgeving bieden recensies immers geen duidelijk afgelijnde, objectieve berichtgeving over de wereld waarin we leven. De cultuurrecensent brengt verslag uit over een domein dat bijna niet objectief beschreven kan worden. Hij vertelt het publiek wat de moeite waard is en wat niet. Roland de Beer, muziekredacteur bij de Nederlandse krant De Volkskrant, stelt het zo: “Als iemand van een filmvoorstelling terugkomst, is je eerste vraag niet welke personages er in zaten, of welk verhaal er verteld wordt. Wel de vraag hoe de film was. En daar begint kritiek.” (de Beer, 2001, 18) De selectie van onderwerpen die de cultuurjournalistiek behandelt, is de laatste decennia sterk veranderd. Zo is ook de focus van de mainstream muziekjournalistiek, samen met de popularisering van de media, verschoven van hogere muziekstijlen als klassieke muziek en opera naar popmuziek. Deze shift heeft een nieuwe manier van schrijven over muziek geïntroduceerd. Recensenten vallen minder snel dan vroeger terug op vaktaal en krijgen van hun redactie vaak richtlijnen mee om voor het grote publiek te schrijven op een manier die voor iedereen begrijpelijk is. “Naast het ‘begrijpen’ speelt ook het meer “intuïtief” en synthetisch “voelen” een grote rol.” (Boereboom, 1961, 24) De recensent grijpt daardoor sneller terug naar het beschrijven van emoties dan van de muziek op zich. Bij het schrijven van zijn stuk moet de recensent altijd de afweging maken: geeft hij weinig gespecialiseerde informatie, dan is zijn tekst toegankelijker voor een groter publiek. Daar staat tegenover dat zijn recensie inhoudelijk armer dreigt te worden en dat het gevaar bestaat
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
20
dat geïnteresseerde lezers met een grotere achtergrondkennis in de kou blijven staan. Kunstredacties van dagbladen geven meestal de voorkeur aan een algemenere aanpak, om een zo groot mogelijk lezerspubliek te kunnen bedienen met hun recensies. Nichemagazines zoals de muzieksites moeten die overweging veel minder maken omdat hun publiek hoofdzakelijk bestaat uit lezers met een bredere achtergrond. In zijn Wegen en dwaalwegen der muziekkritiek maakte Wouter Paap dezelfde analyse. Het schrijven voor een speciaal muziektijdschrift is inderdaad gemakkelijker dan voor een krant. In het eerste geval – en dit geldt tot op zekere hoogte ook voor algemeen culturele maand- of weekbladen - kan men rekenen op een dosis kennis van de lezer en op een diepgaande, althans gerichte interesse. Men kan het onderwerp induiken door alle gebruik te maken van de vakterminologie, die bekend verondersteld mag worden. Ten opzichte van een gemêleerd lezerspubliek als dat van een krant staat men voor een heel andere opgave. (…) [Men moet] ervoor oppassen, niet over de hoofden van deze lezers heen te schrijven. (Paap, 1978, 26) Hoewel in de loop der jaren de manier veranderd is waarop de recensent schrijft, blijft zijn doel hetzelfde. Wouter Paap onderscheidt drie elementen die elke muziekrecensie voor een krant moet bevatten. “1. informatie, 2. impressie, 3. opinie. Deze hoeven niet op een vast rijtje te staan. Ze mogen best met elkaar verweven worden, maar geen van de drie mag ontbreken.” (Paap, 1978, 22) Maarten Doorman heeft het in het kader van de literaire kritiek (een genre dat nauw verwant is met dat van de muziekkritiek) over de vier opdrachten van de recensent: “Een criticus doet vier dingen. Hij informeert, hij oordeelt, hij geeft argumenten voor dat oordeel en hij engageert.” (Doorman, 2001, 13) Informeren doet de recensent door de ruimere artistieke context te schetsen waarin het werk te plaatsen is en door feitelijke informatie mee te geven aan de lezer. Met het weergeven van de impressie, verlaat de recensent het terrein van de objectieve feiten en verwoordt hij de subjectieve indrukken die hij heeft bij het werk. Vaak zit in die weergegeven indrukken al een argumentatie voor het latere oordeel vervat. De functie van het engagement bestaat er ten slotte in dat de recensent de lezer kan aan- of afraden om het besproken werk zelf te beluisteren of te kopen. Het is belangrijk om op te merken dat de journalist dit in principe volledig onafhankelijk van de platenmaatschappij doet. Het doel van de recensent is het cultuurproduct op zich bespreken, en niet platen verkopen. Voor de geloofwaardigheid en het De muziekrecensent: journalist of reclameman?
21
gezag van de journalist is het cruciaal dat die onafhankelijkheid gevrijwaard blijft. Het is immers net omdat de journalist voor zijn oordeel onafhankelijk is van de platenmaatschappij, dat zijn lezerspubliek meer waarde hecht aan zijn oordeel dan dat van bijvoorbeeld de reclame. (Vermijlen, 2005, 18)
2.2.
Deontologische vraagstukken
De recensent helpt het publiek in zijn zoektocht naar informatie over cultuur: hij is de gids van het publiek. (Paap, 1978, 29) Hoewel (of misschien net omdat) er nog nooit meer informatie was, en die informatie nog nooit zo toegankelijk was als nu, hebben veel mensen nood aan een soort katalysator die hen leidt in hun ontdekkingstocht. Voor muziek geldt dit evengoed als voor het harde nieuws in de meer klassieke betekenis van het woord. De recensent is een opinionleader, een gezagsdrager aan wiens mening meer waarde gehecht wordt dan aan die van de “gewone” cultuurconsument. Zijn mening verschijnt in de krant, en de waarde van zijn gedrukte woord op het papier geeft aan die mening een aura van onfeilbaarheid – terwijl die ene mening natuurlijk gewoon een van de zovele is. Dankzij zijn professionele functie verwerft de recensent een zeker gezag: de lezer gaat ervan uit dat wat hij schrijft, onderbouwd is en ondersteund wordt met voldoende kennisbagage. (Luyten, 1985, 49) Voor Paap staat het buiten kijf dat de concertbezoeker oor heeft naar de mening van een recensent. Hij haalt een enquête aan die opgesteld was door een orkestinstelling en uitwees dat voor 90% van de abonnementshouders het bezoeken van een concert en het lezen van de recensie in de krant onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. (Paap, 1978, 28) Al moeten er wel enig voorbehoud aangetekend worden: het is aannemelijk dat concertgangers met een abonnement op een intensievere manier omgaan met muziek dan de sporadische bezoeker van een optreden. Niet alleen door het ventileren van zijn mening over een cultuurproduct oefent de recensent invloed uit op zijn lezerspubliek. Hij doet dat ook door de selectie van zijn onderwerpen, waarmee de criticus bepaalt met welke culturele topics zijn lezerspubliek in aanraking komt. De cultuurjournalist is een gatekeeper tussen de muziek en het grote publiek. Hij of zij is degene die een cultuurproduct kan maken of kraken, die lezers aanzet tot het kopen van muziek, of die muziek gewoon doodzwijgt. Die selectie van behandelde onderwerpen wordt niet enkel bepaald door de puur persoonlijke smaak van de journalist, maar evenzeer door de wetten van het medium waar hij voor schrijft. “De krant waar een journalist werkzaam bij is, De muziekrecensent: journalist of reclameman?
22
is een commercieel bedrijf dat zich wil verkopen zodat m.a.w. de popjournalist die groepen en artiesten aan bod moet laten komen die interessant zijn voor de lezer. De druk van het medium werkt bijgevolg gatekeeping.” (Luyten, 1985, 50) De criticus stuurt niet alleen het publiek, maar heeft ook een zekere invloed op de artiesten en de cultuurhuizen die hij beoordeelt. Hij kan dat zowel direct doen, door de kunstproductie en het beleid rechtstreeks te evalueren in zijn stukken, als indirect, door met de invloed die hij heeft op zijn publiek, het cultuurbezoek te sturen. In beide gevallen speelt hij echter een rol in de manier waarop de kunstproductie bedreven en/of georganiseerd wordt. Dirk Brossé, voormalig nethoofd van de openbare klassieke muziekradiozender Klara, heeft het in dat verband over een muziekkritiek die “accenten, komma’s en punten in het muziekaanbod [moet] zetten.” (Brossé, 5) Door het beïnvloeden van zulke opinionleaders, kan een platenmaatschappij in theorie een greep op het publiek krijgen – of toch op dat deel van het publiek dat zich (deels) laat leiden door albumrecensies en nog steeds platen koopt. Daarover hebben we het in het volgende hoofdstuk.
2.3.
De rol van platenfirma’s in het muzieklandschap
In veel verklaringsmodellen van popmuziek wordt de nadruk gelegd op de rol van de grammofoonplatenmonopolies. In deze visies is de hele moderne muziekwereld ondergeschikt aan de principes van de kapitalistische markt, in die zin dat alle mogelijkheden om in de muziek oppositionele of zelfs revolutionaire geluiden te laten horen bij voorbaat uitgesloten zijn. (Luyten 60) Probeerde Hans Luyten, de schrijver van de verhandeling Popjournalistiek in de Vlaamse dagbladpers, in 1985 nog aan te tonen hoe ijzersterk de greep van de platenfirma’s op de muziekproductie toen was, dan klinken die woorden vijfentwintig jaar later compleet achterhaald.
Platenlabels
beschikken
anno
2010
lang
niet
meer
over
een
“grammofoonplatenmonopolie”. Internet en (al dan niet illegaal) downloaden hebben ervoor gezorgd dat de platenmaatschappijen een serieuze terugval kennen. Hun machtspositie heeft een stevige knauw gekregen.
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
23
Muziekliefhebbers, -maatschappijen en muzikanten staan op een kruispunt in de geschiedenis. Als er de afgelopen tien jaar iets duidelijk is geworden in het muzieklandschap, dan is het dat de luisteraar veel selectiever is dan vroeger. Het muzieklandschap is veel meer gefragmenteerd: beginnende of bewust onafhankelijk blijvende groepen (de zogenaamde indiegroepen) nemen zelf hun muziek op en brengen het uit in eigen beheer. Muziekconsumenten gaan ondertussen zelf op zoek op het internet naar hun favoriete muziek om die op hun eigen draagbare muziekspeler te zetten, bij die zoektocht al dan niet gegidst door de recensent van hun favoriete magazine of website. Platenmaatschappijen zijn druk bezig met experimenteren om zich aan te passen aan de veranderende omstandigheden. Iedereen herinnert zich ongetwijfeld nog de hetze rond de downloadsite Napster, die het aandurfde om gratis muziek te verspreiden. Ondertussen zijn we amper tien jaar en verschillende peer-to-peerwebsites verder, en de downloadsite iTunes en sociale netwerksites als MySpace, waarop muziek gratis beluisterd kan worden, zijn fenomenen die de muziekindustrie grondig hebben veranderd. Veel platenmaatschappijen staan zelfs oogluikend toe dat websites en toonaangevende blogs hun muziek gratis posten, aangezien ze ingezien hebben dat het de beste manier is om hun muziek nog aan de man te brengen. Nu de platenmaatschappijen door het verloren monopolie op de muziekproductie niet meer rechtstreeks kunnen bepalen welke muziek geconsumeerd wordt, beseffen ze immers dat het meer dan ooit belangrijk is dat hun muziek naar buiten gebracht wordt, en dat het publiek van potentiële kopers ermee in aanraking komt. Een andere mogelijkheid om het publiek kennis te doen maken met een product, is ervoor zorgen dat er in de media over geschreven wordt. Hoewel berichtgeving over muziek in de geschreven media een minder rechtstreekse vorm van promotie is dan airplay op websites of de radio, waarbij het publiek de muziek ook meteen kan horen, blijft de geschreven pers een machtige partner voor platenmaatschappijen. De media bepalen immers voor een groot deel de thema’s waar het publiek mee bezig is. Bernard Cohen merkte dat al op in 1963 en verwoordde die macht die de media uitoefenen op hun publiek als volgt: “The press may not be successful much of the time in telling people what to think, but it is stunningly successful in telling its readers what to think about.” (Cohen, geciteerd in Dearing & Rogers 1) Wie de agenda van de media (de onderwerpen die de media behandelen op een bepaald moment) kan bepalen, bepaalt dus ook de agenda van de maatschappij. Vanuit die optiek is het dus maar al De muziekrecensent: journalist of reclameman?
24
te goed te begrijpen dat platenmaatschappijen hun uiterste best doen om de groepen die zij promoten, ingang te doen vinden bij de media. De muziekbusiness is overigens lang niet de enige die het potentieel van de media inziet voor het verspreiden van zijn boodschap onder het publiek: in een voortdurende dynamiek van processen van agendasetting (een term die het eerst gebruikt werd door Maxwell e. McCombs en Donald L. Shaw in 1972) probeert een veelheid aan belangengroepen zijn onderwerpen op de agenda van de media te krijgen. Platenmaatschappijen hebben verschillende manieren om hun product ingang te doen vinden bij de geschreven pers. Ze verschaffen enkele weken voor de officiële release fysieke kopieën of downloads van nieuwe albums aan de redacties van kranten en websites, zodat die een degelijk onderbouwde recensie kunnen publiceren tegen het moment waarop het product in de winkel ligt. Deze werkwijze hoeft op zich geen beroepsethische problemen op te leveren. Het probleem is dat krantenredacties in de loop der jaren zo afhankelijk zijn geworden van platenmaatschappijen
voor
deze
promotionele
cd’s,
dat
platenmaatschappijen
die
afhankelijkheid proberen uit te buiten. Toen de platenmaatschappij Warner Music Benelux in 2004 de muziekredactie van De Morgen een interview met Novastar aanbood maar weigerde een promo-cd van zijn nieuwe album te bezorgen vóór de officiële releasedatum, ontketende dat een polemiek. De toenmalige (en nog steeds in functie zijnde) chef van de muziekredactie Bart Steenhaut stelde dat hij zo onmogelijk zijn werk gronding kon doen, en wijdde er onder de titel “Waarom u in De Morgen geen interview met Novastar leest” een opiniestuk aan. Maar veel vaker loopt de samenwerking relatief probleemloos en ver van de ogen van het leespubliek. Platenlabels spelen in op de commerciële doelen van kranten door hen interviews met grote bands aan te bieden. Krantenuitgevers blijven immers marktgerichte ondernemingen die naar winst streven, en het zijn net die stukken over bekende muziekgroepen die de meeste lezers (en dus kopers) lokken. Andere manieren om redacties te paaien, bestaan uit het aanbieden van accreditaties, persreisjes, merchandise van of gratis concerttickets voor optredens waarmee het medium een wedstrijd voor zijn lezers kan organiseren, of exclusieve informatie. In ruil besteden diezelfde kranten ook aandacht aan kleinere bands van dezelfde labels die anders waarschijnlijk niet opgepikt zouden worden, noch door de kranten, noch door het publiek. Zo sturen de platenlabels gedeeltelijk wat er in de cultuurpagina’s verschijnt en bepalen ze de agenda van zowel de media als het publiek. Chris Schraepen, toenmalig freelancer voor Het Volk, verwoordde het zo: De muziekrecensent: journalist of reclameman?
25
“Stel dat [de platenmaatschappijen] zeggen dat ze een artiest hebben die onbelangrijk is, maar waar men vraagt toch iets voor te doen, zodat je later als er een grote vedette naar België komt, een interview mag doen. Dan doe je eigenlijk promotie en laat je je journalistieke deonthologie aan de kant. In die zin is dat een koopje, een compromis. Een moeilijke lijn waar men best duidelijk over is.” (Luyten 130) “De platenlabels” zijn trouwens allesbehalve een abstract, onpersoonlijk gegeven voor de journalisten: Vermijlen benadrukt het belang van persoonlijke relaties tussen journalisten en pr-mensen. “Netwerken lijken essentieel in de ogen van promomensen en artiesten. Hun persoonlijke relaties met individuele journalisten is de enige manier waarop ze actief zichzelf in de media kunnen promoten. Vriendschapsbanden en wederzijdse waardering zijn van niet te onderschatten belang. Het netwerk houdt zichzelf in stand door te ‘geven’ en te ‘nemen’.” (Vermijlen 88) Uiteraard moet opgemerkt dat de media niet volkomen weerloos staan tegenover die invloed van platenmaatschappijen: de wederzijdse afhankelijkheid impliceert immers dat redacties evenzeer over drukkingsmiddelen beschikken. Zo kunnen ze, zoals in het hierboven beschreven geval van De Morgen en Warner, bijvoorbeeld beslissen om even minder aandacht te besteden aan de artiesten van een bepaalde platenmaatschappij wanneer ze besluiten dat die laatste over de schreef gaat. Dat alles maakt van de relatie tussen platenmaatschappijen
en
journalisten
een
delicate
evenwichtsoefening
van
machtsverhoudingen, met de journalistieke geloofwaardigheid als inzet.
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
26
3. Empirisch onderzoek
In de eerste stap van het corpusonderzoek worden de recensies per release een voor een geanalyseerd. Daarbij worden de bevindingen gerapporteerd en zoveel mogelijk geïllustreerd met citaten uit de promoteksten en recensies. In de tweede stap ligt de focus op de verschillende media. Op basis van de conclusies op microniveau die de eerste stap van het onderzoek opleverde, wordt een macrobeeld van de verschillende onderzochte media geschetst. Een volledige versie van de teksten die hieronder besproken worden, is opgenomen in de bijlage bij deze scriptie.
3.1.
Recensies
3.1.1. Admiral Freebee – The Honey & The Knife
De promotekst bij Admiral Freebee’s The Honey & The Knife is opgesteld als een (korte) bespreking, met een korte bespreking die uitweidt over de cafés waar Admiral Freebee zijn nieuwe materiaal testte en de producer die aan het album meewerkte. Het eindigt met een positief eindoordeel. De publicaties die opvallend veel informatie opnemen in hun recensies die overeenkomt met wat in de pr-tekst te lezen staat, zijn sterk in de minderheid. De Morgen, Rifraf en Damusic vermelden enkel het feit dat de artiest opnieuw samenwerkte met de producer van zijn debuut (“Hij nam terug contact op met Jo Francken (de producer van het eerste Admiral Freebee album”) in de woorden van de pr-tekst). Goddeau biedt net wat meer informatie die ook in de pr-tekst terug te vinden is. Het schrijft: “Van Laere testte niet alleen zijn nieuwe materiaal uit in cafés -- iets wat hem naar eigen zeggen scherp hield -- maar zocht vooral Jo Francken terug op (de producer van zijn eerste plaat) en kroop ermee in diens huisstudio”, informatie die in de pr-tekst terug te vinden is als “Hij vond inspiratie tijdens talrijke stadswandelingen en speelde onaangekondigd in kleine café’s” en “Hij nam terug contact op met Jo Francken (de producer van het eerste Admiral Freebee album) (…) en nadien brachten ze beiden een hele tijd in de huisstudio van Francken door (…)”. Het gaat hier telkens om verwaarloosbare gevallen van overeenkomst, die waarschijnlijk eerder toe te schrijven zijn aan onafhankelijke research dan aan beïnvloeding. Bij Cutting Edge zijn de overeenkomsten tussen de pr-tekst en de recensie opvallender. Niet alleen komt er meer informatie overeen met de pr-tekst dan in de andere dagbladen en De muziekrecensent: journalist of reclameman?
27
magazines, ook is de verwoording opvallend gelijklopend. Zo lezen we op het webmagazine “Tijdens lange stadswandelingen wachtte hij op de muze om de teksten en muziek in zijn hoofd te laten binnenrollen: een gitaar nam Van Laere immers niet mee op zijn tochten. Bijna afgewerkte songs testte de Admiraal voor een nietsvermoedend publiek dat nog nooit van de man gehoord had”, terwijl in de pr-tekst het volgende te lezen staat: “Hij vond inspiratie tijdens talrijke stadswandelingen en speelde onaangekondigd in kleine café’s voor een publiek dat eerder voor de waardin dan voor de muziek kwam. Maar net deze live confrontatie van de verse songs met toevallige passanten, zorgde ervoor dat Van Laere dezelfde opwinding en verwondering voelde als toen hij debuteerde.” Even later klinkt het dan weer dat “Deze manier van werken de Vlaamse rockheld opnieuw een debuutgevoel [bezorgde], waardoor de keuze voor producer Jo Francken, die ook Admiral Freebee's titelloze eerste inblikte, voor de hand lag”, wat in de pr-tekst terug te vinden is als“Hij nam terug contact op met Jo Francken (de producer van het eerste Admiral Freebee album) en vroeg hem expliciet om dit herwonnen debuutgevoel te helpen vatten.” Daarbij valt het op dat de zinsneden “opnieuw een debuutgevoel” en “herwonnen debuutgevoel” in de laatst geciteerde fragmenten bijna letterlijk overeenkomen binnen sterk gelijklopende passages, zoals ook het geval is met de samenstelling “stadswandelingen” in de eerste twee fragmenten. Hoewel hier misschien geen sprake is van letterlijk kopieergedrag, lijkt het er sterk op dat de recensent zich hier, bij het stofferen van van zijn stuk, gedeeltelijk heeft laten leiden door de promotekst. Wat de argumentering betreft, zijn de vaststellingen opmerkelijk gelijklopend. Op De Morgen na merken alle publicaties op dat het nieuwe album van Admiral Freebee uit heel divers materiaal bestaat. Bij Focus Knack heet dat bijvoorbeeld “eclectisch”, terwijl Humo het heeft over “het meest gevarieerde materiaal uit zijn oeuvre”. Dat alle recensenten hiervan gewag maakten, heeft hoogstwaarschijnlijk meer met hun opmerkingszin te maken dan met het zinnetje “Het 4de album van Admiral Freebee is intussen dan ook een feit en klinkt diverser dan ooit” waarmee de pr-tekst van Playout! Music zijn oordeel inluidt. Wat betreft de argumentering vonden we dan ook geen opvallende gelijkenissen tussen de recensies en de promotekst.
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
28
pr ++
DM ++
DS /
FK -
Humo ++
Rifraf +
CE ++
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik 0 ++ ++ /
Algemene toon beoordeling The Honey & The Knife in pr-tekst (“pr”) en publicaties
Met zinsneden als “een collectie ijzersterke nummers” is de promotekst uiterst positief van toon.Wat de oordelen van de recensenten betreft, zijn de meeste eveneens positief tot uiterst positief van toon. Enkel Damusic blijft opvallend neutraal in zijn afsluitende oordeel (voor zover de opmerking “Dit album is duidelijk niet het laatste wapenfeit van de admiraal maar eerder een ‘wild dream of new beginnings’” waarmee de recensie afgesloten wordt al als een eindoordeel kan beschouwd worden), terwijl Focus Knack (zoals hierboven reeds vermeld) negatief is. De meeste andere publicaties, die allen positief zijn, geven geen eindoordeel dat gelijk loopt met de pr-tekst. Goddeau heeft het wel nog even opnieuw over “de spirit van een uitstekend debuut terugvinden”, terwijl Rifraf oordeelt: “Het 4de album van Admiral Freebee (…) klinkt diverser dan ooit, zonder aan eenheid in te boeten” (tegenover “een gevarieerde en samenhangende plaat” in de promotekst). Ook Cutting Edge verwijst in zijn eindoordeel nog even opnieuw naar die diversiteit met de opmerking “De man mag zich dan voortdurend tegenspreken (…)”. Bij het analyseren van de recensies van Admiral Freebee’s The Honey & The Knife is er sprake van één geval waarin de recensie opvallend veel informatie uit de pr-tekst vermeldt. Met 618 tekens op een totaal van 2295 steunt de recensie van Cutting Edge voor meer dan een kwart op informatie die bovendien gedeeltelijk woordelijk lijkt overgenomen uit de promotekst. Bovendien loopt ook het eindoordeel, zowel wat betreft de toon als de opmerking over de diversiteit van het album, gelijk.
3.1.2. Autechre – Oversteps
De pr-tekst die V2 publiceerde naar aanleiding van het album Oversteps van Autechre, probeert de complexiteit van de muziek van het elektronicaduo te spiegelen. Het is een erg hermetische tekst die eerder bestaat uit aan elkaar geplakte woordgroepen of zinsfragmenten. Er zit geen echte lijn in de tekst, er zijn weinig tot geen duidelijk uitgewerkte stellingen te
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
29
vinden en de feitelijke informatie is erg beperkt, op een paar plaatsnamen en een resem namen na van groepen die lijken op of een invloed hebben uitgeoefend op Autechre.9 Dat is ook te merken aan de analyse van de recensies van het album Oversteps. Geen enkele uitgave geeft opvallend veel informatie mee in zijn recensie die ook terug te vinden is in de promotekst. Cutting Edge geeft het meeste informatie mee die uit de pr-tekst zou kunnen komen: het vernoemt Manchester en de namen van beide muzikanten, het vermeldt het platenlabel Warp en het stelt dat Oversteps “herinnert aan het vroegere werk van Aphex Twin”, terwijl de promotekst Autechre beschrijft als “legendary sonic step-relations of Aphex Twin”. De andere magazines vermelden de namen van Brown en Booth (De Morgen, Humo, Damusic, Kindamuzik), het recordlabel Warp (Humo) en/of de stad Manchester (Kindamuzik). Het betreft hier telkens pure basisinformatie over de groep, die gemakkelijk achterhaald kan worden zonder de pr-tekst te lezen. Bovendien zijn er nergens parallellen te vinden tussen de manier waarop de pr-tekst haar informatie verwoordt en de manier waarop de recensenten dat doen. Ook wat de argumentering betreft, blijken de recensenten opvallend origineel. Allemaal merken ze op dat Oversteps erg toegankelijk en melodieus is ten opzichte van het vorige werk van Autechre (Kindamuzik schrijft bijvoorbeeld “toegankelijker maar nog steeds even uniek”) maar het zou te ver gaan om dat louter toe te schrijven aan het zinnetje “j. Throughout history important new music has been blamed for its lack of melody” in de pr-tekst. Alleen Goddeau merkt nog even op dat “Het duo Booth/Brown melancholisch naar de beginperiode (kijkt)” (tegenover de pr-tekst: “Oversteps reminds me of their earlier music, repeats/reforms some ideas, echoes specific loops, absences and grains, reprises calculations (…)”), maar ook in dit geval zou het te ver gaan om deze analyse toe te schrijven aan beïnvloeding door de promotietekst.
9
Een voorbeeld van het taalgebruik in deze pr-tekst: “1. Sean Booth (audio engineering and electronics school) and Rob Brown (art school/architecture); then again, their [sic] could be many, invisible and scattered, and part of the fascination of listening to Autechre, of savouring their enlightened ways with beat and pressure, force and precision, breath and void, solid and liquid, mass and light, is working out the relationship between the two, and then between the two individually and collectively and the group they belong to, the group (with a mind of its own) they have invented using brain, persistence and machine.”
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
30
pr ++
DM +
DS +
FK /
Humo ++
Algemene toon beoordeling Oversteps
Rifraf +
CE -
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik + ++ -+
Zoals eerder opgemerkt, is het moeilijk om een duidelijke inhoudelijke lijn te ontwaren in de promotekst van V2. Dat geldt ook voor het oordeel. Op de zeldzame momenten dat er wel een expliciet oordeel uit spreekt, is dat positief: de tekst heeft het bijvoorbeeld over “a truly astonishing new collection”. Ook de meeste recensies zijn positief, maar grijpen daarvoor nooit aanwijsbaar terug naar de pr-tekst. Zo De Morgen: “Autechre klinkt toegankelijker dan ooit, maar toch klinkt Oversteps nog steeds als een ontmaagding van je oren en smaakt ze als een met grove steek dichtgenaaide haggis van mismeesterde beats en blieps”, terwijl De Standaard het houdt bij “Autechre is erin geslaagd een slimme plaat te maken waarvoor niemand zich te dom moet voelen”. Vreemde eenden in de bijt zijn hier Cutting Edge, dat licht negatief is (“Eentje voor de liefhebbers, nemen we aan”) en Goddeau, dat als enige uitgesproken negatief oordeelt (“Het aura van de digitale alchemisten is in rook opgegaan”). De recensies die het album Oversteps opleverden, vormen een interessante casus. Er is nergens sprake van een duidelijk overnemen uit de pr-tekst. Zowel wat de informatie als de argumentatie als het eindoordeel betreft, zijn alle onderzochte recensies hoogstwaarschijnlijk volledig onafhankelijk van de pr-tekst tot stand gekomen.
3.1.3. Beach House – Teen Dream
De pr-tekst die V2 verzorgde voor de release Teen Dream van Beach House bestaat uit een twee en een halve alinea’s tellende beschrijving over hoe de cd tot stand kwam. Daarbij wordt er vooral uitgeweid over de afzondering waarin de twee bandleden het album opnamen. Deze tekst is slechts in beperkte mate argumenterend en biedt vooral achtergrondinformatie. Na deze basistekst volgt een aantal (natuurlijk lovende) citaten uit recensies van toonaangevende publicaties. De recensenten namen weinig informatie op die ook in de pr-tekst te vinden is. Allemaal vernoemen ze de namen van het duo achter Beach House, terwijl Cutting Edge en De Standaard ook producer Chris Coady vermelden. Humo voegt daar “Samen sloten ze zich op De muziekrecensent: journalist of reclameman?
31
in een ontwijde kerk” aan toe (“They packed up their lives and settled into a converted church in upstate New York” in de promotekst), net als Damusic (“Het duo riep voor de opnames de hulp in van producer Chris Coady (…). Hij sleurde het tweetal mee naar een kerk om er op zoek te gaan naar muzikale grandeur”). De Morgen verwoordt het dan weer als “ze lieten hun hebben en houden achter om in een ongebouwde kerk aan de slag te gaan” en meldt verder ook, naast de namen van het duo en de producer, dat het hier de derde cd van Beach House betreft (“’Teen Dream’, their third - and first classic – album” in de tekst van V2). Rifraf, ten slotte, vermeldt de namen van het duo, laat weten dat het album “in een New Yorkse kerk opgenomen” is en focust, als enige, op het thema van loslaten: “Misschien omdat ‘Teen Dream’ gaat over los-, ver- en achterlaten” tegenover “the duo were compelled to leave much of their personal lives behind them. ‘We were forced to let go of people and things we were holding onto as individuals’ Legrand muses” in de pr-tekst. In geen enkel geval wordt er opvallend veel informatie gebruikt die ook in de pr-tekst te vinden is, of worden de bewoordingen van de pr-tekst gebruikt. Hetzelfde geldt voor de argumenatie in de recensies. Humo verwijst naar de groep Galaxie 500 (die vermeld wordt in de quote van NME die opgenomen is in de pr-tekst) Cutting Edge naar Cat Power (in de quote van The Fly), Damusic naar shoegaze (in de quote van Drowned In Sound) en Focus en Rifraf naar Nico (de quote van The Times). Dat geen van die verwijzingen hoeft te betekenen dat de recensent in kwestie die link heeft gelegd dankzij de pr-tekst, bewijst de vermelding van Marianne Faithfull die we vinden bij Digg, Cutting Edge en Focus Knack, terwijl de zangeres niet voorkomt in de pr-tekst. Alle magazines bouwen een eigen argumentatie op die soms onderling gelijk loopt, maar geen overeenkomst biedt met de promotekst. pr +
DM ++
DS ++
FK -
Humo ++
Rifraf +
CE ++
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik + + + ++
Algemene toon beoordeling Teen Dream
De promotekst is vrij neutraal en biedt enkel een duidelijke mening in de inleiding (“their (…) first classic album”) en in de laatste alinea: (“[’Teen Dream’] is without question more expansive and moving than anything they have shared before”). In geen van de publicaties vinden we een spoor naar de pr-tekst. De Morgen (“een cd vol dromerige, abstracte popmuziek die bij elke nieuwe draaibeurt weer een tikje gracieuzer klinkt”), Digg en De muziekrecensent: journalist of reclameman?
32
Kindamuzik oordelen positief. Focus Knack is, als enige, niet onder de indruk: “echt begeesteren doet hun zweverige synthpop helaas niet meer”. In geen van de onderzochte recensies zijn er duidelijke sporen naar beïnvloeding te vinden.
3.1.4. Deftones – Diamond Eyes
De pr-tekst voor Deftones’ Diamond Eyes is opgesteld als een twee pagina’s lange review, doorspekt met quotes uit interviews met bandleden. De tekst behandelt de muzikale en emotionele processen achter het tot stand komen van het album en de persoonlijke relaties tussen de bandleden. De recensenten namen behoorlijk wat informatie op in hun recensies die ook in de pr-tekst te vinden is. Zo vermelden ze dat het gaat om het zesde album van Deftones (De Morgen, Rifraf, Goddeau) en dat de band vijf leden telt (De Standaard). Verder zijn er de namen van de producer Nick Raskulinecz (Digg) en van de bandleden: zanger Chino Moreno (alle publicaties), gitarist Stephen Carpenter (De Morgen, Rifraf), toetsenist Frank Delgado (Rifraf) en drummer Abe Cunningham (Kindamuzik). Opvallender is dat elke recensie het opmerkelijke verhaal vertelt over de bassisten, dat in de pr-tekst is opgenomen als “The band recorded the album after their best friend and bassist Chi Cheng sustained a debilitating brain injury from a car accident in November of 2008” en “Diamond Eyes was made in a mere six months with the help of former Quicksand bassist Sergio Vega”. De Standaard merkt bijvoorbeeld op dat “Het de eerste plaat (is) zonder de bassist Chi Cheng die, na een ongeluk in 2008, hersenschade opliep en lang in een coma lag”. Geen enkele recensie verwoordt die informatie op een manier die lijkt op die van de pr-tekst. De enige uitzondering op de regel vormt Kindamuzik met de passage “Een tragisch autoongeluk van bassist Chi Cheng, die sindsdien in een coma ligt, weet de bands solide staat van dienst (in de studio) niet te beschadigen. Inmiddels hoogzwanger van Eros wordt besloten om dit album op de plank te leggen terwijl Sergio Vega (Quicksand) de band te hulp schiet bij de conceptie van een nieuw album”, waarin de woordkeuze “te hulp schieten” doet denken aan “with the help of” uit de pr-tekst en “op de plank leggen” (deze uitdrukking is overigens letterlijk vertaald uit het Engels en geen algemene Nederlands) aan “shelved” in de zin “Oddly enough, Deftones had just come off recording another full album, Eros, which they ultimately
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
33
shelved” uit de pr-tekst. Als er hier echter al sprake is van beïnvloeding, dan is die oppervlakkig. Ook in de argumentatie tonen de publicaties zich weinig beïnvloedbaar. De Standaard wijst dan wel op de muzikale diversiteit van de band (“Deftones een metalband noemen is alsof je MGMT een popgroepje zou noemen, of Radiohead een gitaarrockband. Onder het oppervlak van Deftones' woeste gitaargolven schuilt veel meer dan men op het eerste gehoor vermoedt”), iets waar ook in de promotekst op gewezen wordt (“As chart-toppers and headliners, they’ve crossed over genres, defied categorization and confused the hell out of your iPod (‘Heavy Metal?’ ‘Hard Rock?’ ‘Alternative?’”), maar volgt de lijn van redeneren van de promotekst verder niet. Overigens wijzen alle recensenten op de hard-zachttegenstellingen die het album kenmerken, maar het valt te betwijfelen of ze de pr-tekst moeten gelezen heben (“As a band out of high school, Deftones mixed trip hop with thrash, melodic vocals with crushing reverb, and yes, pretty with ugly”) om dat op te merken. Verder noemt Goddeau The Cure en The Smiths als invloeden, twee bandnamen die ook in de pr-tekst te vinden zijn, maar vermeldt in hetzelfde rijtje PJ Harvey die we niet terugvinden in de tekst van Reprise. Nergens zijn er echter duidelijke voorbeelden terug te vinden van gevallen waarin substantiële passages of argumenten werden overgenomen. pr +
DM +
DS +
FK /
Humo /
Rifraf ++
CE /
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik / + + +
Algemene toon beoordeling Diamond Eyes
De toon van de pr-tekst is gematigd positief. Slechts sporadisch spreekt er echt een oordeel uit, bijvoorbeel in de zinnen “one of the most compelling records of their career” en “(…) as compelling, diverse, powerful and pretty as Deftones”. Alle onderzochte recensies eindigen dan wel met een positief oordeel, dat gebeurt meestal op basis van eigen argumentering of met de nodige nuance. Zo schrijft De Morgen “Toegegeven, verrassend klinkt Diamond Eyes nooit, maar wie hoopte op een degelijke Deftonesplaat krijgt waar voor zijn geld” en Digg “Bij momenten scheert ‘Diamond Eyes’ immers de hoge toppen van weleer.” De Standaard houdt het gewoon bij “Benieuwd wat volgt”. Op een korte informatiepassage in de recensie van Kindamuzik na, die in woordkeuze licht doet denken aan de pr-tekst, waren er nergens gevallen te vinden waarin de recensies lijken te steunen op de pr-tekst. De muziekrecensent: journalist of reclameman?
34
3.1.5. Editors – In This Light And On This Evening
PIAS zond twee teksten uit voor de release In This Light And On This Evening van Editors. In de eerste tekst, die twee pagina’s telt, vertelt zanger Tom Smith over de manier waarop het album tot stand is gekomen en verdedigt hij de keuze van zijn band om stilistisch een andere weg in te slaan. In de tweede tekst geeft Smith, in enkele korte zinnen, uitleg bij de nummers op het album. Alle onderzochte dagbladen en magazines namen de naam van Tom Smith op in hun recensies, al dan niet in combinatie met namen van andere bandleden. Verder verwijzen veel publicaties naar het feit dat dit de derde cd is voor Editors (De Morgen, Rifraf, Digg, Goddeau, Kindamuzik), valt de naam van het eerste album The Back Room driemaal (Rifraf, Damusic, Goddeau), en die van het doorbraakalbum An End Has A Start vijfmaal (Focus, Damusic, Digg, Goddeau, Kindamuzik). Focus, Goddeau en Kindamuzik vermelden producer Flood terwijl Focus het ook heeft over de thuisplaats(en) van de band (“Birmingham (alsook Londen en New York, tegenwoordig)”) en Kindamuzik aanstipt dat de teksten vooral gaan over “onderwerpen als de dood, oorlog en religieuze twijfel” (“a record that sings of no God, a record of broken love songs, a record where the filthy city is so close you can smell it, taste it, a record of drunken violence, a record which has lost all trust in those in charge of our world” in de pr-tekst). Goddeau en De Morgen wijzen er ook op dat het album negen nummers telt. Al deze informatie is ook terug te vinden in de pr-tekst, maar nergens werden bewoordingen gebruikt die ons doen vermoeden dat de recensenten daarvoor steunden op de tekst van PIAS. De stijlbreuk die zanger Tom Smith verdedigt in de promotekst (“Het grote ommezwaaiverhaal” bij Cutting Edge), wordt door alle recensenten opgemerkt. Tegelijk wijzen ze er echter allemaal ook op dat de sfeer hetzelfde blijft: “Ze boren naar andere bronnen, maar de olie blijft donker” (Kindamuzik). Hier en daar vinden we enkele argumenten die ook in de promotekst terug te vinden is. Zo lijkt Digg even naar de pr-tekst te verwijzen met de opmerking: “Je zou denken dat een band als Editors het onderhand wel beu is om steeds weer vragen te moeten beantwoorden over hoe ‘donker' ze wel niet zijn” (Tom Smith in de pr-tekst: “I am so fucking bored of people asking us why we’re so “dark”, or worse questioning our integrity for being this way”), terwijl Kindamuzik stelt dat “De stap voorwaarts hem (zit) in het stemgebruik van Smith, dat een mooi contrast vormt met de kille afstandelijkheid van de synthesizers. (…) Smith klinkt minder nasaal dan op An End Has a De muziekrecensent: journalist of reclameman?
35
Start en zoekt meer de grenzen van zijn bereik op” (tegenover “it was about us getting that energy we naturally have when playing live on to the tape, even when stood behind synthesizers. It was a liberating approach for us, personally it gave me the confidence to stretch my vocals in ways I haven’t up until now” in de pr-tekst). Echt opvallende parallellen vinden we echter pas in de recensie die De Morgen op 5 oktober 2009 publiceerde. Daarin verdedigt Bart Steenhaut met vuur de stijlverandering van Editors. Hij begint met expliciet te verwijzen naar de promotekst van PIAS en Tom Smith: “De omwenteling is van die aard dat zanger Tom Smith enkele maanden geleden al een brief naar poprecensenten stuurde met de vraag om de nieuwe cd een kans te geven, en hem niet - want zo gaat het vaak, blijkbaar- al na een halve beluistering op de stapel te gooien”. Daarna geeft hij argumenten die in de lijn liggen van de argumenten die Smith gebruikt in de pr-tekst. Zo lezen we in De Morgen dat “de muziek ondanks dat veranderde instrumentarium even donker en gepassioneerd (is) gebleven” (Smith: “But this is still a dark record (…) dark is interesting, dark is exciting, dark can be funny, there’s real life in the dark, real life IS dark, when an album feels like this the fragments of hope and love that do occasionally shine through shine through ten times brighter than they would normally do so. (…) this is how we do it, it excites us to express ourselves like this, to be honest we don't even understand what the alternative is and the alternatives we can imagine are too boring for us to even consider”) of dat “Met welgeteld negen nummers In This Light and on This Evening op de koop toe zo compact (is) dat je elke seconde telt, en er geen overbodige noot op staat” (Smith: “We recorded nearly twenty songs and whittled them down to these 9 for the album (…) these 9 songs we felt to be the best album, a record that flows from start to finish and a record that needs to be listened to as a whole”). De gelijkenissen worden nog treffender wanneer De Morgen stelt dat “Editors met deze plaat niet alleen (heeft) bewezen dat ze geen risico's uit de weg gaat (…) Een cd die discussie oproept, meningen verdeelt, en wellicht even passioneel geliefd als gehaat zal worden. Zoals dat altijd gaat bij muziek die er echt toe doet”, woorden die het punt echoën dat Tom Smith ook probeert te maken in de pr-tekst: “In my opinion the great bands evolve over the course of their careers and take risks…this album will alienate some Editors fans, it will split opinion…good.” Goddeau en Rifraf prijzen in hun recensies eveneens de durf van Editors. Goddeau schrijft “Editors zet dan ook een gedurfde stap vooruit, maar dus uitgaand van zijn eigen sterktes” De muziekrecensent: journalist of reclameman?
36
(Tom Smith: “I think all four of us felt unafraid to try whatever was in our heads, however foreign or silly the ideas may have first felt. (…) we are capable of this do you know!?”), terwijl Rifraf het in zijn oktobernummer dan weer heeft over “een band die durft zoeken naar andere invalshoeken”. Focus Knack zet zich op 14 oktober, 9 dagen na de review van De Morgen, dan weer duidelijk af tegen de recensies die de pr-tekst volgen: “Moeten we die demarche nu als moedig bestempelen? Als een bewonderenswaardige bereidheid om de verworvenheden van het verleden af te gooien en naakt de grote onzekerheid in te duiken? Weten wij veel. Interesseert ons ook niet. Zijn de songs een beetje oké: dát is de kwestie. Wel: dat zijn ze, als je tenminste inziet dat een groep die zich zo graag in gezwollen drama wentelt ooit wel de synthetische toer móést opgaan”. pr +
DM ++
DS /
FK +/-
Humo /
Rifraf +
CE ++
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik ++ ++ ++ +/-
Algemene toon beoordeling In This Light And On This Evening
Er spreekt geen echt expliciet waardeoordeel uit de teksten van Tom Smith en PIAS. Desalniettemin hebben ze een positieve ondertoon, zoals het meest duidelijk is in de zin “In my opinion the great bands evolve over the course of their careers and take risks…this album will alienate some Editors fans, it will split opinion…good”, waarin Smith indirect duidelijk maakt dat hij zijn band een grootse band vindt omdat hij risico’s heeft durven nemen. Het is, na de analyse van de argumenten, niet te verwonderen dat het oordeel van De Morgen uiterst positief is en sterk in de lijn ligt van de pr-tekst: “Editors hebben net de beste, meest compromisloze muziek uit hun carrière gemaakt, en dit is de plaat die van de groep een stadionact zal maken.” Goddeau deelt die mening: “Die veel te zeldzame ongedwongenheid en dat lef zullen vele generatiegenoten van Editors hen ongetwijfeld benijden. En terecht. Editors laat hen met deze plaat ver achter zich”. Ook Rifraf, Cutting Edge, Damusic en Digg oordelen positief. Kindamuzik is noch positief noch negatief (“Een creatieve pas op de plaats wellicht, maar ruim voldoende voor een plek op de grote zomerfestivals van 2010”) terwijl Focus Knack eveneens neutraal oordeelt. Net zoals de argumentatie is het eindoordeel van Focus de origineelste van alle onderzochte recensies: “Aanvankelijk vonden we geen zak aan In This Light And On This Evening. We hoorden er slechts echo’s in van Yazoo, Ultravox en Bronski Beat, het verval van de eighties all over again. Intussen beseffen we echter dat dit een veel consistenter werkstuk is dan voorganger An End Has A Start. Toch mag Editors stilaan De muziekrecensent: journalist of reclameman?
37
wat van zijn bloedeloze ernst dumpen als het niet voor eeuwig met – daar gaan we weer – Joy Division op één lijn wil worden gezet.” Deze casus toont aan dat een combinatie van een controversiële plaat met een toegankelijke pr-tekst waarin duidelijke argumenten aangedragen worden, mogelijkheden biedt voor de prdienst van een platenfirma. In dit geval waren er treffende gelijkenissen tussen de pr-tekst en de recensie die De Morgen publiceerde. Opvallender nog is dat de pr-tekst een debat in gang zette waarin De Morgen de lijn van Tom Smith en PIAS volgde, terwijl Focus Knack er zich net tegen afzette.
3.1.6. Eels – End Times
De pr-tekst van V2 voor Eels – End Times is slechts twee korte alinea’s lang en biedt enkel wat essentiële achtergrondinformatie bij het album over de privéproblemen die erbij aan de basis lagen. De tekst wordt afgesloten met een tracklist. De informatie die zowel in de pr-tekst als in de recensies terug te vinden is, is dan ook karig. Alle publicaties maken gewag van het feit dat het album “een op de klippen gelopen relatie” (De Morgen) bezingt (“it’s a “divorce album” in de pr-tekst). Bovendien vermelden ook alle publicaties dat aan die persoonlijke beslommeringen een existentiële dimensie gekoppeld wordt: zo schrijft De Standaard “het einde van dingen. Van zijn relatie, en van sommige waarden in de wereld”, of Focus: “hij (koppelt) zijn liefdesbreuk aan de wereldwijde kladderadatsch” (tegenover de promotekst: “the state of desperate times we live in. The bottom line-ness of it all. The end of common decency. The loss of caring about doing a good job. These are tough times. Who can you trust”). De Standaard, Humo, Rifraf, Cutting Edge, Digg en Kindamuzik vermelden verder dat het album thuis opgenomen is in de kelder, op een oud bandrecordertje (“Largely self-recorded on an old four track tape machine by E in his Los Angeles basement” in de pr-tekst) en op Focus Knack en De Morgen na noemen alle publicaties verder ook het vorige album Hombre Lobo. Cutting Edge echoot met “Het grote verschil: 'Hombre lobo' was pure fictie, 'End times' bittere ernst” als enige de pr-tekst: “Whilst ‘Hombre Lobo’ told a fictional story about desire, ‘End Times’ is autobiographical”. Ook Focus doet, in zijn inleiding, denken aan de pr-tekst: “(…) voor een sermoen over de profetieën van de Maya’s moeten ze ons al helemaal niet lastigvallen.” tegenover “’the End Times he speaks of isn’t about “Mayan calendar conspiracy theory bullshit,’ he says.”
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
38
De argumentatie is in alle recensies verrassend gelijklopend. Slechts zelden wordt er echt een betoog pro of contra het album opgebouwd, veel vaker analyseren de recensies de mentale toestand van de artiest. Daarover wordt in de pr-tekst weinig verteld. Op een totaal van tien onderzochte recensies, is er maar één argumenterende passage die doet denken aan de pr-tekst, zowel inhoudelijk als op vlak van woordkeuze. De Standaard schrijft: “Everett is artiest genoeg om zijn persoonlijke gemis te verbinden aan zijn leeftijd en aan zijn omgeving”, terwijl in de pr-tekst te lezen staat: “the artist equates his personal loss with the world he lives in losing its integrity”.10 Let daarbij vooral op het terugkomen van de woorden “artiest/artist” en “persoonlijke gemis/personal loss” en, minder letterlijk, “omgeving/world he lives in”. pr +/-
DM +
DS ++
FK +
Humo +/-
Rifraf +
CE +
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik + +/+ +/-
Algemene toon beoordeling End Times
De pr-tekst biedt nergens een duidelijk oordeel over het album. Humo, Digg en Kindamuzik spreken zich evenmin duidelijk uit over de intrinsieke waarde van End Times, maar concentreren zich in de plaats op de mentale toestand van de artiest. Zo besluit Humo: “Wij laten in dit verband niet graag de woorden 'Kurt' of 'Cobain' vallen, maar toch: is er psychologische hulp in de zaal?”. De andere dagbladen en magazines oordelen positief, en doen dat op basis van hun eigen analyse van de nummers. Cutting Edge: “'End times' is nog maar eens een pluim op de hoed van een oprecht artiest, die als geen ander in zijn getormenteerde ziel laat kijken.” De recensies van End Times geven zo goed als nergens blijk van verregaande beïnvloeding. In de teksten van Cutting Edge en Focus Knack zijn er weliswaar zinsneden terug te vinden die in meer of mindere mate lijken op passages uit de pr-tekst, maar die gelijkenissen zijn verre van structureel genoeg om een claim van beïnvloeding hard te kunnen maken. Bij De Standaard ligt dat iets anders: op een totaal van 160 woorden, bieden 62 woorden informatie of interpretatie die terug te vinden is in de pr-tekst; in één enkel geval zelfs woordelijk. In dit
10
Volgens mijn interpretatie biedt De Standaard met deze zin meer dan enkel informatie; “Everett is artiest genoeg” wijst op een zekere appreciatie van Everett als artiest van de kant van de recensent, en neigt dus al meer naar een oordeel dan het feitelijkere “hij (koppelt) zijn liefdesbreuk aan de wereldwijde kladderadatsch” van, bijvoorbeeld, Focus Knack.
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
39
geval lijkt het waarschijnlijker dat de recensent minstens een blik heeft geworpen op de prtekst van V2.
3.1.7. Fever Ray – Fever Ray
Rabit Records voorzag twee promoteksten voor de release Fever Ray van de band Fever Ray, twee promoteksten waarvan de ene sterk gebaseerd is op de andere. De basistekst, die ook op de website van de band terug te vinden is, is een twee pagina’s tellende biografie van het soloproject die aangevuld is met citaten van de artieste (Karin Dreijer Andersson) zelf. Daarin wordt zowel achtergrondinformatie gegeven, als analyses van het album en besprekingen van individuele nummers. De informatie die we zowel in de recensies als in de pr-teksten terugvinden, is overwegend de meest fundamentele basisinformatie. Zo vernoemen alle publicaties de naam van de artieste, Karin Dreijer Andersson, en vermelden ze erbij dat ze deel uitmaakt van het populaire elektroduo The Knife. Enkel Kindamuzik noemt daarbij de naam van haar broer Olof niet, en enkel Rifraf laat na om het album Silent Shout van The Knife te vermelden (waarbij Focus Knack en Humo een stap verder gaan door eraan toe te voegen dat Silent Shout enkele Zweedse Grammy’s heeft gewonnen). Rifraf en Kindamuzik noemen het land Zweden, Goddeau noemt Honey Is Cool, het vorige bandje van Karin Dreijer Andersson, en Digg vermeldt dat het album tot stand kwam na haar zwangerschap. Op geen enkel moment is er een duidelijke reden om aan te nemen dat deze informatie verkregen werd uit de pr-tekst: al deze informatie is gemakkelijk verkrijgbaar via andere bronnen. Ook in de argumentatie zijn er weinig parallellen te trekken tussen de pr-tekst en de recensies. Enkel op het niveau van het woordgebruik waren er enkele gelijkenissen: zo had De Morgen het over “de sprookjesachtige sfeer, onbehaaglijk en somber maar tegelijk heel intrigerend en sensueel” terwijl in de pr-tekst te lezen is dat “Fever Ray is (…) in places quite sombre” en “Fever Ray (…) intrigues”. Cutting Edge schrijft dat “‘Fever ray’ erg depressief getint (is)” (“many tracks (…) are more about anxiety and depression” in de pr-tekst), Digg wijst op “het strakke elektronische minimalisme” (tegenover “I like to keep it as minimal as possible” in de biografie). Goddeau merkt dan weer op dat “Fever Ray (eerder in pikt) bij de moody kant van de Hannah Med H Soundtrack die The Knife in 2003 maakte” (tegenover “Fever Ray is (…) moodier”) en beschrijft de sfeer van het album als “Fever Ray is immers een plaat die sluipend op je afkomt” (terwijl in de pr-tekst “Fever Ray is (…) less an invasion, more a slow De muziekrecensent: journalist of reclameman?
40
process of colonisation” staat); ten slotte merkt Goddeau ook op dat “"Concrete Walls" werkelijk het effect (heeft) van een sombere bunker” (tegenover “Fever Ray is (…) in places quite sombre”). Zolang de gelijkenissen zich enkel en alleen sporadisch op woordniveau manifesteren en er geen hele zinsneden overgenomen worden, zijn deze gelijkenissen echter eerder toe te schrijven aan toeval dan aan mogelijke beïnvloeding door de pr-tekst. pr +
DM ++
DS /
FK +
Humo +
Rifraf +
CE +/-
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik + + ++ +
Algemene toon beoordeling Fever Ray
Het oordeel van de pr-tekst is positief: “Opportunity taken, Fever Ray works its magic. Here’s your chance to fall under its spell.” Op Cutting Edge na (dat noch positief, noch negatief oordeelt met “Een snoepje dat langzaam smelt op onze tong, maar hopelijk is het volgende Knifehoofdstuk er eentje met meer positieve spanning en afwisseling”) sluiten alle publicaties eveneens positief af. Damusic schrijft: “Als dit bedoeld is als zoethoudertje voor wie op de nieuwe van The Knife zit te wachten, rest ons enkel nederig het hoofd te buigen en 'dank u' te zeggen”, terwijl Kindamuzik gematigder positief is: “Fever Ray mag dan minder verrassend uitpakken dan gehoopt, het blijkt wel degelijk een verslavende plaat”. Al bij al valt het op hoe weinig informatie van de (toch uitgebreide en bruikbare) pr-tekst terug te vinden is in de recensies. Wat betreft de argumentatie werden er enkel op woordniveau overeenkomsten gevonden, die bovendien hoogstwaarschijnlijk louter toevallig waren.
3.1.8. Fuck Buttons – Tarot Sport
De pr-tekst bij Fuck Buttons – Tarot Sport is vrij kort en biedt, in twee alinea’s, achtergrondinformatie bij het album aangevuld met twee quotes van bandleden. De recensenten nemen opmerkelijk weinig basisinformatie op die ook in de pr-tekst te vinden is. Zo noemen slechts drie van de zeven recensies de namen van het duo achter Fuck Buttons (De Morgen, Humo, Digg). Wel geven vijf recensies de naam van het debuut van Fuck Buttons, Street Horrrsing (De Morgen, Humo, Rifraf, Digg, Goddeau). Ten slotte vermelden drie recensies de naam van producer Andrew Weatherall (Humo, Cutting Edge, Kindamuzik). Geen van deze informatie is specifiek of exclusief genoeg om aan te kunnen nemen dat de recensenten hiervoor de pr-tekst als bron hebben gebruikt. De muziekrecensent: journalist of reclameman?
41
In vergelijking met de onderzochte recensies van andere albums, zijn de recensenten vrij tegendraads in hun argumentatie. Stelt de promotekst dat “‘Tarot Sport’ is an album in which Fuck Buttons continue to refine, craft, explore and develop the experimental aesthetic of last year’s critically acclaimed debut album, ‘Street Horrrsing’”, dan stelt Digg dat “deze plaat aanzienlijk verschilt van ‘Street Horrrsing’”. Rifraf merkt dan weer wel duidelijke gelijkenissen op (“De aanpak mag dan niet overweldigend verschillen van op zijn voorganger”). Goddeau nuanceert door op te merken dat “Hoe verschillend Street Horrrsing en Tarot Sport op het eerste gehoor ook mogen klinken, toch zijn enkele parallellen duidelijk te trekken”, maar gaat eerder in de recensie ook in tegen de lijn van de pr-tekst met de opmerking “op de nieuwe single "Surf Solar" (was) weinig tot niets te merken van de voor Street Horrrsing kenmerkende tribale drums. Het nummer, dat ook de plaat opent, lijkt veeleer schatplichtig te zijn aan vroege trancemuziek (…)” tegenover de bewering in de prtekst dat “Without a conscious effort, (‘Surf Solar’) acts as a bridge between ‘Street Horrrsing’ and ‘Tarot Sport’”. En stelt diezelfde pr-tekst dat dit album “a more layered depth to the recordings” biedt, dan zijn De Morgen en Cutting Edge het daar niet mee eens: “minder veelgelaagde (…) composities” (De Morgen) en “éigenlijk hebben heel wat van de tracks al bij al niet zo heel veel om het lijf” (Cutting Edge). Goddeau vindt dat dan weer net wel en heeft het over “de ingenieuze opbouw waarbij de basis van bij de eerste seconde gelegd wordt waarna extra klanken en geluiden gaandeweg toegevoegd worden”. Geen enkele recensie spiegelt dus consequent of opvallend letterlijk de argumentatie van de pr-tekst. Integendeel: tot nu toe waren er in de loop van dit onderzoek nergens zoveel eigenzinnige en uiteenlopende standpunten te vinden. pr +
DM -
DS /
FK /
Humo +
Rifraf ++
CE +
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik / + +/-
Algemene toon beoordeling Tarot Sport
Het oordeel van de pr-tekst is positief : “their blistering new album, ‘Tarot Sport’”. Bij de magazines lopen de eindoordelen, net als bij de argumenten, uiteen. Enkel Rifraf is uiterst positief (“De term plaat van het jaar wordt vaak nogal lichtzinnig gebruikt, maar gezien de huizenhoge kwaliteit van ‘Tarot Sport’ mag hij bij deze gerust van stal gehaald worden.”), Humo, Digg en Cutting Edge gematigd positief, Goddeau geeft geen echt waardeoordeel (“Als Street Horrrsing de fuifplaat was, dan is Tarot Sport het chill outalbum”), terwijl De De muziekrecensent: journalist of reclameman?
42
Morgen en Kindamuzik negatief oordelen (respectievelijk “Veilig en voorspelbaar: die woorden horen echt niet thuis in het vocabularium van Fuck Buttons” en “Mits de juiste dosis drugs kan dit klinken als de beste plaat ooit; maar het objectieve daglicht werkt zeer ontnuchterend”). Geen van de positieve oordelen lijkt te steunen op argumentatie die rechtstreeks uit de pr-tekst komt. Nergens zijn er duidelijke punten van overeenkomst tussen de pr-tekst van Fuck Buttons – Tarot Sport en de recensies in de onderzochte publicaties.
3.1.9. Grizzly Bear – Veckatimest
De pr-tekst voor Grizzly Bear – Veckatimest is met zijn zes alinea’s relatief uitgebreid en biedt een inzicht in het scheppingsproces achter het album. Hij bespreekt ook een aantal nummers. Net als bij onder andere de recensies van Tarot Sport en Fever Ray, betreft de informatie die ook in de pr-tekst staat enkel basisinformatie. De Morgen, Rifraf, Digg en Kindamuzik noemen de namen van Ed Droste en Dan Rossen (waarbij Rifraf en Kindamuzik specifiëren dat Rossen ook bij Department of Eagles speelt), Rifraf en Digg noemen drummer Christopher Bear en De Morgen, Rifraf en Digg noemen producer Chris Taylor. Focus houdt het bij vermelden dat de band vier leden telt. De Morgen, De Standaard, Focus en Humo vermelden dan weer de strijkersarrangementen van Nico Muhly. Goddeau, Digg, Rifraf en Kindamuzik geven de naam van het vorige album, Yellow House, terwijl De Morgen en Kindamuzik opmerken dat het het derde album betreft. Kindamuzik vermeldt, ten slotte, ook dat de band in het voorprogramma van Radiohead gespeeld heeft. Dat maakt van Kindamuzik, Digg en Rifraf de magazines die de meeste basisinformatie opnemen, maar enkel die vaststelling op zich biedt weinig inzicht in de manier waarop recensenten omgegaan zouden kunnen hebben met pr-teksten (zoals eerder al opgemerkt in de loop van het onderzoek). De Morgen, Digg en Damusic graven nog iets dieper naar informatie door mee te geven dat het album genoemd is naar een onbewoond eiland aan Cape Cod, terwijl De Standaard schrijft: “vermits de band zowel een rijke platencollectie als een democratische attitude koestert, heeft het enige tijd geduurd voor deze vrucht rijp was”, wat ook opgemerkt wordt in de pr-tekst: “Having opened the creative dialogue at such an early stage, Grizzly Bear was able to realize these 12 songs together as a band, making it their most collaboratively De muziekrecensent: journalist of reclameman?
43
compositional album to date”. Ook hier weer geldt echter de opmerking dat deze overeenkomsten te triviaal zijn om er beweringen aan vast te knopen. Ook wat de overeenkomsten tussen de argumenten van de recensensies en de pr-tekst betreft, zijn de meeste oppervlakkig. Alle publicaties merken op dat het een uitgesproken divers album betreft, maar daar hadden ze waarschijnlijk de pr-tekst niet voor nodig (“Veckatimest is an album of the highest highs and lowest lows – an unbelievably diverse collection of songs”). Rifraf, De Standaard, Damusic en Goddeau ontwaren desalniettemin echte popsongs in het materiaal, terwijl in de promotekst het volgende fragment staat: “more resounding pop songs like ‘Two Weeks’ (…) and ‘While You Wait For the Others’”. De Morgen en Focus noemen het doowopgenre (zoals bijvoorbeeld in De Morgen “het zonnige en optimistische 'Two Weeks', waarin zelfs doowopecho’s doorschemeren”) dat ook vermeld wordt in de prtekst als “’Two Weeks’, an other-worldly doo wop”. Al deze gelijkenissen zijn echter, opnieuw, oppervlakkig en niet structureel genoeg van aard om tendensen te kunnen onderscheiden. pr ++
DM ++
DS ++
FK ++
Humo +
Rifraf ++
CE +
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik ++ ++ ++ ++
Algemene toon beoordeling Veckatimest
De pr-tekst van Veckatimest is uiterst enthousiast van toon: “Veckatimest is an album of the highest highs and lowest lows – an unbelievably diverse collection of songs that celebrates the strength of each band member, and the power of the whole. It was well worth the wait”. De recensies zijn even lovend (Humo en Cutting Edge iets meer gematigd dan de andere publicaties), maar doen dat op grond van argumenten die niet in de pr-tekst terug te vinden zijn. De Morgen, De Standaard, Focus, Damusic en Goddeau noemen het, in verschillende bewoordingen, de plaat van het jaar. Kindamuzik heeft het over “een juweeltje”, Cutting Edge spreekt van “een zelden ontplooide schoonheid”, Rifraf noemt de plaat “een instant klasieker” en Humo tempert: “het is een hálvefantastische plaat, niet het complete meesterwerk dat elders de vier en vijf sterren opeenstapelt.”. Hoewel het hier een uitgebreide pr-tekst betreft met zowel veel bruikbare informatie als duidelijk uitgewerkte argumenten, zijn er nergens duidelijke parallellen tussen de recensies en de promotekst. De muziekrecensent: journalist of reclameman?
44
3.1.10.
Hole – Nobody’s Daughter
De pr-tekst bij Hole’s Nobody’s Daughter biedt enkel feitelijke informatie: hij geeft de namen van de bandleden en enkele andere mensen die een rol gespeeld hebben bij geeft enkele feiten over de voorbije concerten van frontvrouw Courtney Love. Een derde van de tekst verwijst overigens naar een artikel in SPIN Magazine, zonder extra informatie over het album zelf te bieden. Heel weinig van die feitelijke informatie wordt eveneens opgenomen in de onderzochte recensies. De Standaard, Focus en Goddeau noemen producer Billy Corgan; De Standaard en Focus noemen co-songschrijfster Linda Perry en nogmaals De Standaard noemt gitarist Micko Larkin. Verder vinden we geen informatie terug in de recensies die uit de pr-tekst kan komen: De Morgen, Focus, Rifraf, Cutting Edge en Goddeau mogen dan wel naar de vorige albums van Courtney Love verwijzen (zowel het solowerk als het werk met Hole), maar allemaal bewijzen ze daarvoor vooral uit parate kennis te putten, door er meer informatie bij te geven dan de pr-tekst voorziet, of geven ze nog snel hun eigen analyse van die albums mee (zo schrijft Goddeau over respectievelijk Live Through This en Celebrity Skin: “één van de beste platen van de grungetijd (Ja.) en een pracht van een Californische popplaat”). Bovendien dienen deze referenties telkens om te staven dat dit werk van een veel lagere kwaliteit is dan het vroegere materiaal van Love en Hole. Rifraf stelt: “Was [Live Through This] een etterende lap frustratie verpakt in rammelende, maar steeds rotaanstekelijke rocksongs, dan is [Nobody’s Daughter] de futloze keerzijde vol zelfbeklag”. Nergens zijn er argumenten terug te vinden waarvoor de recensent exclusief op de pr-tekst zou kunnen steunen. pr +/-
DM +/-
DS --
FK +/-
Humo /
Rifraf -
CE -
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik -/ /
Algemene toon beoordeling Nobody's Daughter
De toon van de pr-tekst is zonder meer neutraal: nergens spreekt er een waardeoordeel over het album uit. De meeste recensies zijn negatief in hun besluit. De Standaard (“van een 45jarige rock-'n-rolltante met zo'n turbulente levensloop verwachten we veel meer dan flauwe teksten over seks en jaloezie”) en Damusic (“'Nobody's Daughter' is wat je noemt de kater na het feestje”) oordelen uiterst negatief; Rifraf (“middelmatige midempo fm rockers zonder De muziekrecensent: journalist of reclameman?
45
deftige melodie”), Cutting Edge (“Heel triest. Maar juist dit leed beloofde de ideale voedingsbodem te zijn voor een eerlijk en persoonlijk album. Die belofte is niet waargemaakt”) en Goddeau iets minder negatief (“Een flauw opeisen van een verleden dat al zijn relevantie heeft verloren”). De Morgen vergoelijkt dan weer met “Ach, we kennen kwalijker riekende relikwieën uit 1996” en ook Focus is eerder neutraal van toon met “Eigenlijk had er moeten staan: ‘Play this record by skipping straight to its four fantastic singles.’”. Hole’s Nobody’s Daughter is een duidelijk voorbeeld van een geval waarin de recensenten op zo goed als geen enkele manier op de pr-tekst zouden kunnen gesteund hebben, noch wat de informatie betreft, nog de argumentatie, noch het eindoordeel.
3.1.11.
Jónsi – Go
De twee pr-teksten die EMI verzond voor de release Go van Jónsi, lijken sterk op elkaar. Allebei zijn het uitgebreide teksten (de ene telt twee pagina’s, de andere drie) die het productieproces, het schrijfproces en de mensen achter het album bespreken. Het zijn ook argumenterende teksten, die de artistieke vrijheid van de artiest loven. Alle recensies verwijzen, net als de pr-tekst, naar de band van Jónsi, Sigur Rós. De Morgen, Damusic, Cutting Edge en Goddeau verwijzen naar de partner van Jónsi die meehielp aan het album en waarmee Jónsi eerder het album Riceboy Sleeps maakte (waarbij Goddeau het heeft over “boyfriend Alex” die in de pr-tekst vermeld wordt als “his ‘Riceboy Sleeps’ collaborator and boyfriend, Alex Somers”). Verder wijzen De Morgen, Humo, Rifraf en Cutting Edge erop dat er op deze cd in het Engels gezongen wordt, tegen de gewoonte van Jónsi bij Sigur Rós. Verder vernoemen De Morgen, Rifraf, Damusic en Kindamuzik het werk van producer Nico Muhly. Daarbij valt het op dat de recensie van De Morgen een paar zinnen lang de structuur van de pr-tekst lijkt te volgen. De krant schrijft: “Luister naar de muziek, en je stelt vooral vast dat er in een open geest te werk werd gegaan. Je hoort het aan de avontuurlijke manier waarop Philip Glassprotégé Nico Muhly (ook bekend van zijn werk met Björk, Antony & the Johnsons en Grizzly Bear) de songs heeft aangekleed. Strijkers zwellen aan als een onweer of wentelen zich in weemoed. Er waaien blazers langs. Iemand speelt een kinderlijk eenvoudig melodietje aan een piano. En dat geheel, samen met de hypnotiserende ritmes van De muziekrecensent: journalist of reclameman?
46
Samuli Kosminen, maakt dat je snel de behoefte voelt om de volumeknop nog wat verder open te draaien.” Vergeleken met de pr-tekst levert dat een paar opvallende overeenkomsten op. “Chief among these is Nico Muhly, the Philip Glass protégé who is renowned for his work with Björk, Antony & The Johnsons, Bonnie ‘Prince’ Billy and Grizzly Bear. Nico has arranged all the songs on ‘Go’, bringing strings, brass and woodwind to dance playfully alongside his offbeat piano playing. Add into the mix the percussive genius of Samuli Kosminen, whose original drumming powers many of the songs along, and you have a sonic landscape that bears little relation to anything else around today, yet explodes from the speakers with sheer happiness and wonder, wideeyed and eager to be heard.” Niet alleen bouwt De Morgen zijn betoog een halve alinea lang (op een totaal van vier) op dezelfde manier op als de pr-tekst, ook inhoudelijk zijn de parallellen overduidelijk. De opsomming van de bandnamen waarmee producer Muhly al samenwerkte is op één na identiek, ook in de volgorde waarin ze vernoemd worden. Dat geldt ook voor de opsomming van het instrumentarium, waarbij De Morgen het wel heeft over “blazers” in plaats van het specifiekere “brass and woodwind” (“koper- en houtblazers”) uit de pr-tekst. Verder is ook de verwoording “Philip Glassprotégé” treffend gelijklopend. De gelijkenissen worden nog duidelijker wanneer ze gecontrasteerd worden met gelijkaardige passages van de andere onderzochte recensies van Go, die deels dezelfde informatie meegeven: “Hulde aan componist/arrangeur Nico Muhly die de songs van weelderige arrangementen voorzag en aan drummer Samuli Kosminen die de plaat verrijkte met een bijzonder opzwepende ritmische drive.” (Rifraf), “Hij leverde eerder aan Grizzly Bear en Antony en zorgt nu voor een grillige structuur onder Jónsi's wonderlijk glooiende melodieën, die zich meten met zijn beste” (Kindamuzik). De geciteerde passage uit de recensie van De Morgen biedt meer dan louter feiten. Ze is al voor een stuk argumenterend en evaluerend: “En dat geheel, samen met de hypnotiserende ritmes van Samuli Kosminen, maakt dat je snel de behoefte voelt om de volumeknop nog wat verder open te draaien.” Even voordien merkt De Morgen op: “Luister naar de muziek, en je stelt vooral vast dat er in een open geest te werk werd gegaan”, een analyse die sterk lijkt op het punt dat de pr-tekst probeert te maken: “‘Go’ is the sound of an artist trying new things, breaking free of fear and discovering freedom to do exactly as he pleases”, of nog: “Much of De muziekrecensent: journalist of reclameman?
47
the way it has grown and evolved has to do with Jónsi’s choice of free-spirited collaborators”. Er zijn nog recensies die gelijkaardige analyses bieden door op te merken dat dit werk erg afwijkend is van wat Jónsi eerder al gedaan heeft (Cutting Edge: “Verfrissend, vernieuwend, mysterieus, melancholisch en in staat om je in het diepst van je ziel te raken”, Damusic: “Dit is het werk van een man wiens band alleen als collectief componeert. En nu zijn eigen composities, soms wel tien jaar oud, eindelijk tot een album heeft omgezet. Het klinkt als een bevrijding”) maar in deze recensies zijn de parallellen veel minder manifest dan het geval is bij De Morgen. pr ++
DM ++
DS /
FK ++
Humo +
Rifraf ++
CE +
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik ++ / -++
Algemene toon beoordeling Go
Zoals hierboven beschreven, volgt De Morgen het oordeel van de erg positieve promotekst: ‘Go’ is the sound of an artist trying new things, breaking free of fear and discovering freedom to do exactly as he pleases. ‘Go’ is also one of the most joyous collection of songs you’re ever likely to hear. Op de recensie van Goddeau na (“een draak”) zijn alle andere ook positief tot uiterst positief, maar nergens gebeurt dat op een manier die even sterk gelijkloopt met de inhoudelijke lijn van de pr-tekst. Focus schrijft bijvoorbeeld “Go is een ietwat tweeslachtig, maar artistiek hoogstaand werkstuk dat je vaak doet duizelen”, Rifraf roept “Grandioze stuff!” en Kindamuzik oordeelt “Go betovert weer als vanouds, Go geeft levenslust: met Jónsi op je oren kun je inderdaad alles doen”. Op inhoudelijk zijn er opvallende gelijkenissen tussen de pr-tekst en de recensie van van Go in De Morgen, zowel wat betreft de geboden informatie als de argumentatie en het eindoordeel. Verder zijn er ook treffende overeenkomsten in de structurering en de verwoording van sommige passages.
3.1.12.
LCD Soundsystem – This Is Happening
De pr-tekst die EMI verspreidde voor LCD Soundsystems This Is Happening is in feite een aankondiging: hij opent met de naam van de nieuwe cd en de tracklist. Verder geeft de tekst wat achtergrondinformatie over de activiteiten van James Murphy, de frontman van LCD Soundsystem.
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
48
In de recensies is er weinig tot niet terug te vinden van de info die de pr-tekst verschaft. Humo, De Standaard, Cutting Edge, Digg en Goddeau mogen dan wel het vorige album, Sound Of Silver, vermelden, daar blijft het ook bij. Er is bijvoorbeeld niets te lezen over de Grammy die het album kreeg, de soundtrack die James Murphy componeerde of de op til staande tournee – feiten die wél vermeld worden in de pr-tekst. Die pr-tekst is niet opgesteld als een bespreking of een analyse van het album, en biedt louter feiten. In de recensies is er dus nergens sprake van argumentatie of analyse die in de lijn ligt van wat de pr-tekst biedt. pr +
DM +/-
DS +
FK +/-
Humo +/-
Rifraf ++
CE +
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik + +/+//
Algemene toon beoordeling This Is Happening
De toon van de pr-tekst is licht positief: “Het langverwachte derde album”. De Morgen (“Gaandeweg merk je echter goed dat de groep nog zelden het scherp van de snee opzoekt”), Focus Knack (“Van de laatste LCD SOUNDSYSTEM hadden we meer verwacht”), Humo, Digg en Goddeau (“drie songs lang boeiend als je niet aan het schoonmaken of feesten bent”) onthalen het album lauwtjes, maar zijn niet onverdeeld negatief in hun oordeel. De Standaard, Rifraf (“een meesterlijke plaat”), Cutting Edge en Damusic (“LCD Soundsystem kan ons nog steeds moeiteloos bekoren”) zijn positiever in hun oordeel, maar nergens echoën deze besprekingen de pr-tekst. Het onderzoek van de recensies van LCD Soundsystems This Is Happening leverde op geen enkel vlak interessante overeenkomsten op met de pr-tekst.
3.1.13.
Liars – Sisterworld
Ook de pr-tekst bij Liars’ Sisterworld is, net als die voor LCD Soundsystem, eerder een aankondiging dan een analyse van het album. Hij geeft achtergrondinformatie over de thematiek van het album en waar het opgenomen is. De Morgen, Humo en Digg vermelden het feit dat de band voor Sisterworld Los Angeles als inspiratiebron heeft gebruikt. Daarbij zijn Damusic (“Vandaag komen ze vanuit de onderwereld van euhm … het zonnige L.A.”) en Goddeau (“ditmaal was L.A. de De muziekrecensent: journalist of reclameman?
49
inspiratiebron voor de band. De leden stelden zich de vraag of er ook een andere wereld zou zijn, eentje die ze verkozen boven deze stad van de engelen waar onrecht en criminaliteit tastbaarder lijkt te zijn dan in andere (groot)steden”) net iets specifieker. Ook de pr-tekst heeft het daarover: “Sisterworld is Liars’ own space, completely devoid of influence, somewhere remote from the false promises and discarded dreams amassed in LA. In it Liars explore the underground support systems created to deal with loss of self to society.” Verder noemen Humo, Rifraf, Cutting Edge en Digg frontman Angus Andrew, net als Damusic, dat ook de andere bandleden Aaron Hemphill en Julian Gross vermeldt. Goddeau verwijst dan weer naar de website http://www.thesisterworld.com en noemt ook Liars, het vorige album van Liars, net als Damusic. De overeenkomsten zijn echter nooit verregaand genoeg om te kunnen spreken van mogelijke beïnvloeding van de journalisten. Aangezien de pr-tekst zo goed als geen argumentatie en weinig analyse biedt, zijn er geen parallellen te trekken tussen de pr-tekst en de recensies. pr +/-
DM +
DS /
FK /
Humo +
Rifraf +
CE +/-
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik + + +//
Algemene toon beoordeling Sisterworld
De promotekst heeft geen duidelijk oordeel over het album. Op twee na zijn alle onderzochte publicaties dan weer positief op basis van eigen argumenten: Humo noemt Sisterworld “een uitstekend harde gitaarplaat” en De Morgen eindigt met het duidelijke advies “Koop deze Sisterworld vandaag nog”. Cutting Edge en Goddeau oordelen noch positief noch negatief (respectievelijk “Pas dus op met het gebruik van deze plaat in deze tijden van het jaar” en “Sisterworld zou een geniale plaat zijn, mocht het er niet eentje van Liars geweest zijn, want van de eerste van de klas wordt net dat ietsje meer verwacht”). Het onderzoek van de recensies van Liars’ Sisterworld leverde nergens noemenswaardige overeenkomsten op met de pr-tekst.
3.1.14.
Massive Attack – Heligoland
De pr-tekst die EMI ruim twee maanden voor de release van Massive Attacks Heligoland verzond, bevat enkel feitelijke informatie. De focus ligt op de artiesten die een gastbijdrage hebben geleverd. De muziekrecensent: journalist of reclameman?
50
Aangezien een hele resem gastmuzikanten betrokken was bij de opnames voor Heligoland, is het niet verwonderlijk dat de recensenten enkele namen van deze artiesten vermelden. Enkel Damusic noemt geen enkele gastartiest. Het meest populair zijn op dat vlak Damon Albarn (allemaal behalve Damusic), Martina Topley-Bird en Horace Andy (allemaal behalve Humo en Damusic) en Guy Garvey (allemaal behalve Focus, Kindamuzik en Damusic). Verder is het opvallend dat zo goed als alle publicaties met de pseudoniemen 3D en Daddy G verwijzen naar de twee artiesten die Massive Attack vormen, in plaats van (respectievelijk) Robert del Naja en Grant Marshall, de namen die in de pr-tekst gebruikt worden. Damusic noemt, opnieuw, geen van beide. In geen van de recensies wordt verder gewag gemaakt van het artwork of van de andere activiteiten van del Naja, die wel besproken worden in de pr-tekst. In geen van de onderzochte recensies is er een argumenterende of analyserende passage te vinden die in de lijn ligt van wat te lezen staat in de pr-tekst. pr +
DM ++
DS /
FK +/-
Humo +/-
Rifraf ++
CE +/-
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik +/+/-
Algemene toon beoordeling Heligoland
De pr-tekst is gematigd positief van toon: hij heeft het over “Massive Attack’s [sic] lang verwachte nieuwe album”. De Morgen (“Een prachtplaat die ten overvloede onderstreept dat Massive Attack zich nog steeds in de voorhoede van de popmuziek ophoudt”) en Rifraf (“een massive goeie plaat”) oordelen uiterst positief. Focus Knack, Humo, Cutting Edge, Digg en Kindamuzik zijn neutraal en stippen aan dat het een vrij zwakke plaat betreft met enkele stevige uitschieters: “’Als de andere nummers even straf zijn,' schreven wij [vorig jaar], 'dan kennen wij al een stevige kandidaat voor ons eindejaarslijstje van 2010.' Niet, dus” (Humo). Damusic en Goddeau oordelen ten slotte negatief. De recensies van Massive Attacks Heligoland vertoonden nergens noemenswaardige overeenkomsten met de pr-tekst.
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
51
3.1.15.
Stijn – Ten Danz
De pr-tekst bij Stijns Ten Danz is opgesteld als een (uitgebreide) bespreking van het album, waarbij alle nummers doorgelicht worden en er vergelijkingen gemaakt worden met andere artiesten. Er wordt weinig feitelijke informatie gegeven in de pr-tekst. Wel wijst de tekst erop dat het nieuwe album er vier jaar na het vorige is gekomen, een feit dat ook Focus Knack en Damusic aanhalen. Verder vermelden De Morgen, Humo, Rifraf en Cutting Edge het nummer “Weten” met Pé Fabergé van de groep Jeugd Van Tegenwoordig. Rifraf (“een fijn potje elektronische boogie”) en Cutting Edge (“'Weten' bijvoorbeeld: een electrische [sic] boogie met FaberYayo van De Jeugd Van Tegenwoordig”) beschrijven het nummer in de termen van de pr-tekst (“Probeer eens een electric boogie op ‘Weten’, het hongerige duet van Stijn met Faber-Yayo van De Jeugd Van Tegenwoordig”). Rifraf heeft het ook over “de bonafide electrofunk van ‘Funkafy’”, tegenover “‘Funkafy’, uitzinnige elektrofunk van het soort dat met Stijns DNA is vergroeid” in de promotekst. Deze gelijkenissen blijven echter oppervlakkig: nergens zijn er meer structurele dan deze (waarschijnlijk toevallige) gevallen van overeenkomst. Dat geldt ook voor de argumentatie. Is de promotekst uiterst enthousiast over alle nummers op de cd, dan is dat niet het geval bij de recensies. Enkel Cutting Edge is even enthousiast, maar geeft nergens argumenten die overeenkomen met die in de pr-tekst. Alle andere recensies nuanceren hun analyse door ook (naar hun mening) slechtere nummers aan te halen.
pr ++
DM +
DS /
FK +
Humo -
Rifraf +
CE ++
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik +// / /
Algemene beoordeling Ten Danz
Zoals hierboven aangehaald, is de pr-tekst uiterst enthousiast van toon: “Ten DanZ katapulteert je van de ene naar de andere uithoek van de dansvloer”. Cutting Edge oordeelt: “de meest swingende mengeling van oldskool electrofunk en nieuwerwetse house van de laatste jaren”. De Morgen (“Dit is een terugkeer naar de vorm, maar evengoed een upgrade”), Focus Knack (“Want dat is Ten Danz geworden: een swingende dansplaat waarop het teelvocht vrolijk in het rond spuit”) en Rifraf (“‘Ten DanZ’ is een uitnodiging voor de dansvloer”) zijn iets gematigder positief. Daarbij valt het op dat het oordeel van Rifraf sterk lijkt op dat van de pr-tekst: “De dansvloer lonkt”. Damusic is dan weer neutraal “geen superlatieven (…) voor dit derde album”, terwijl Humo negatief oordeelt: “Ooit vonden wij De muziekrecensent: journalist of reclameman?
52
Stijn het summum van muzikale durf (electrofunk in het Antwerps, begot!). Nu overvalt ons telkens weer een variant op 'Wiezeddegij': watoedegijna?”. De recensie van Rifraf vertoont in drie gevallen oppervlakkige gelijkenissen met de pr-tekst. Omdat die gelijkenissen zich echter enkel op woordniveau voordoen en er geen verregaande inhoudelijke parallellen zijn, kunnen daar geen verregaande conclusies aan verbonden worden.
3.1.16.
The Antlers – Hospice
De pr-tekst die Frenchkiss Records voorzag voor The Antlers’ Hospice is opgesteld als een vrij uitgebreide bespreking van het album. De geschiedenis van de groep komt aan bod, net als de thematiek van het album en de muzikale uitwerking ervan. Dat alles wordt aangevuld met quotes van songschrijver Peter Silberman. Net als de pr-tekst vermelden alle onderzochte recensies frontman Peter Silberman. De Morgen (“Tot voor kort was The Antlers het eenmansvehikel van Peter Silberman, maar op Hospice haalde de New Yorker een drummer en multi-instrumentalist in huis”), De Standaard (“Peter Silberman knutselde zijn debuut (een mini-cd) op zijn eentje in elkaar, maar ook op deze als trio gemaakte mix van folk, postrock en ambient drukt huiskamervlijt zijn stempel”) en Goddeau (“Deze plaat geldt als het debuut voor The Antlers, na enkele EP’s en een soloplaat van Silberman”) contextualiseren daarbij meer dan de andere publicaties. Die extra informatie wordt ook vermeld in de promotekst: “Just ask Peter Silberman, the string-pulling founder of The Antlers, a solo project that suddenly went widescreen on the self-released Hospice LP (…). The first Antlers effort to feature two key permanent players—powerhouse drummer Michael Lerner and the layer-lathering multi-instrumentalist Darby Cicci (…)”. Goddeau weet verder ook dat Hospice “[a]anvankelijk in eigen beheer (verscheen), maar een tijd geleden bracht Frenchkiss Records een remaster uit en ondertussen is die ook bij ons om de hoek te vinden”, wat de pr-tekst vermeldt als “the self-released Hospice LP (now receiving a proper widespread pressing through Frenchkiss)”. Van al deze overeenkomsten zijn er geen waarvan de verwoording overeenkomt met die van de pr-tekst, of waarvan de overeenkomsten structureel genoeg zijn om eventuele patronen te kunnen ontwaren. Alle publicaties beschrijven de thematiek van het album als de moeilijke relatie tussen een terminale patiënt en haar verzorger (in de pr-tekst: “’Hospice came from the idea of caring for De muziekrecensent: journalist of reclameman?
53
a terminal patient who’s mentally abusive to you,’ says Silberman”). Daarbij gaan enkel De Morgen, De Standaard en Digg verder dan de pr-tekst door te stellen dat deze thematiek een metafoor is voor “uitdovende liefde” (De Standaard). Verder zijn er zo goed als geen overeenkomsten te vinden tussen de argumentatie van de pr-teksten en de onderzochte publicaties, behalve de nevenschikking van de genres post(-)rock en shoegaze bij Goddeau (“invloeden uit post-rock en shoegaze”) en Digg (“‘Hospice’ levert een doordachte cocktail van ambient, postrock, shoegaze, barokpop en theatrale singer-songwriter), die ook in de prtekst terug te vinden is als “The structures are like pop songs—verse/chorus, verse/chorus— but the sound is a little more shoegaze-y or post-rocky”. Het behoeft echter geen uitleg dat er geen verregaande conclusies kunnen verbonden worden aan het (waarschijnlijk toevallig) voorkomen van deze gelijkaardige nevenschikkingen. pr +
DM ++
DS +
FK ++
Humo /
Rifraf /
CE /
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik ++ + ++ /
Algemene toon beoordeling Hospice
De toon van de pr-tekst is vrij positief: “an album with a sound that’s actually as ambitious as its concept”. Ook de recensenten oordelen unaniem positief over Hospice: De Morgen (“Zelden klonk een parabel over de dood, eenzaamheid en emotionele chantage dan ook zo warm en ontroerend”), Focus Knack, Damusic (“‘Hospice’ is een tijdloos kunstwerk dat in al zijn muzikale en literaire schoonheid aanzet tot nadenken over wat bijna alledaags is geworden”) en Goddeau uiterst positief; De Standaard en Digg (“Is ‘Hospice’ dan zó straf? Op z’n beste momenten wel, maar verwacht hier nu ook geen nietsontziend meesterwerk”) gematigder positief. De parallellen tussen de pr-tekst en de onderzochte recensies van The Antlers’ Hospice zijn nergens meer dan louter oppervlakkig.
3.1.17.
The Black Box Revelation – Silver Threats
De pr-tekst voor The Black Box Revelations Silver Threats is een lijvige, drie pagina’s tellende bespreking van het album. Die weidt uit over de tournees door Europa die de band sinds de release van het eerste album heeft gemaakt en het schrijfproces en de thematiek van Silver Threats zelf. Deze informatie wordt aangevuld met citaten van zanger/gitarist Jan Paternoster. De muziekrecensent: journalist of reclameman?
54
Van de informatie die in de promotekst terug te vinden is, noemt enkel Rifraf geen van de beide bandleden. Humo noemt enkel Jan Paternoster, terwijl alle andere publicaties ook Dries Van Dijck vermelden. De Morgen, Humo, Cutting Edge, Digg en Goddeau noemen het debuut Set Your Head On Fire, terwijl De Morgen en Cutting Edge erop wijzen dat dat debuut twee jaar oud is. De Morgen heeft het ook over de tournee die de band maakte met Eagles Of Death Metal (maar vult dat aan met veel andere informatie die niet in de pr-tekst te vinden is: “(…) dwongen Jan Paternoster en Dries Van Dijck podiumplaatsen op Werchter en Pukkelpop af, toerden ze in het zog van dEUS en The Eagles of Death Metal, en vond hun muziek zelfs z'n weg naar populaire tv-series als True Blood en Entourage”). Humo heeft het dan weer over een “internationale tour” en Kindamuzik schrijft: “Na de Vlaamse festivals en een minitournee in de Verenigde Staten volgt in 2009 een tournee langs Europese zalen, als voorprogramma van Eagles of Death Metal en Anouk” – waarmee ook Kindamuzik meer informatie biedt dan de pr-tekst. Digg en Kindamuzik vermelden ten slotte nog dat Silver Threats is opgenomen in de Kong Studios van Ray Davies. Daarbij lijkt de formulering van Kindamuzik (“Silver Threats is opgenomen in de Londense Konk Studio's, terwijl Ray Davies van The Kinks heel af en toe zijn - goedkeurende - hoofd om de hoek stak”) vrij sterk op die van de pr-tekst (“’Silver Threats’ was recorded over two week-long blocks in mid-2009, at London’s legendary Konk Studio’s. The Studio’s founding father, Ray Davies of The Kinks, would even stop by from time to time, listening to tracks and registering his approval”). In slechts één aspect lijkt de argumentatie van één recensie op die in de pr-tekst. De recensie van Humo (“'Silver Threats' is ruwer, harder, hoekiger en véél minder poppy dan debuut 'Set You Head on Fire'”) maakt een analyse die ook in de promotekst terug te vinden is, in de vorm van een citaat van Jan Paternoster: “in my head, I had a vision of an album that was more raw and more bluesy but not really in the obvious bluesy way”. Het zou echter te ver gaan om dit toe te schrijven aan beïnvloeding door de pr-tekst; alle andere recensenten wijzen immers op hetzelfde contrast, maar doen dat in licht verschillende bewoordingen (Kindamuzik gebruikt bijvoorbeeld het adjectief “ruig” in plaats van “ruw”). De woordelijke overeenkomst is hier hoogstwaarschijnlijk enkel toevallig. pr ++
DM +
DS /
FK +
Humo +
Rifraf ++
CE +
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik ++ + + +
Algemene toon beoordeling Silver Threats
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
55
De pr-tekst heeft een uiterst positieve toon: “the immense ‘Silver Threats’”. Rifraf (“’Silver Threats’ is de bom die The Black Box Revelation in zich had en die nu eindelijk tot ontploffing komt”) en Damusic oordelen eveneens uiterst positief. De andere publicaties zijn gematigder positief in hun oordeel. Zo schrijft De Morgen: “Voor een echte epifanie zorgt The Black Box Revelation dus niet. Wél voor een plaat die alweer een paar puike singles herbergt” en heeft Digg het over “een puik plaatje”. In alle onderzochte recensies is er één geval waarin de verwoording van één zin sterk lijkt op die van de pr-tekst. Omdat het enkel om feitelijke informatie gaat en er noch wat de argumentatie noch wat het eindoordeel betreft verder parallellen te trekken zijn tussen de prtekst en de recensie van Kindamuzik, kan besloten worden dat, als hier sprake was van (on)bewuste overname van een tekstfragment door de recensent, het hier enkel op een oppervlakkige manier gebeurde.
3.1.18.
The Black Keys – Brothers
De pr-tekst voor Black Keys’ Brothers geeft informatie over waar en door wie het album geproducet is, en legt uit vanwaar de naam van het album komt. Verder geeft de tekst een terugblik op de activiteiten van de bandleden in de twee jaar die voorafgingen aan de release. Na de eigenlijke bespreking van het album volgen twee bladzijden met quotes uit recensies van het album. De pr-tekst geeft enkel de naam van Dan Auerbach; het andere bandlid, Patrick Carney, wordt enkel bij de achternaam genoemd. Elke onderzochte recensie vernoemt ook de voornaam van Carney, waaruit afgeleid kan worden dat de recensenten voor deze informatie niét (exclusief) op de pr-tekst steunden. De Morgen, Cutting Edge en Digg noemen het vorige album, Attack & Release, terwijl Focus Knack en Cutting Edge erop wijzen dat dit het zesde album is van The Black Keys. Focus Knack, Cutting Edge, Digg, Goddeau en Kindamuzik noemen Keep It Hid, het soloproject van Auerbach. De Morgen en Cutting Edge vermelden dan weer dat het nummer “Tighten Up” geproducet is door Danger Mouse. Het is echter de laatste alinea van de pr-tekst waaruit we de meeste informatie terugvinden in de recensies, die in twee gevallen ook op dezelfde manier geordend wordt.
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
56
Its been an remarkable couple of years for THE BLACK KEYS… Their last album, 2008’s “Attack & Release”, was by far their most successful to date, selling 50,000 copies in the UK, and the year culminated with them playing a sell-out show at Brixton Academy in London… Early 2009 saw Black Keys singer / guitarist DAN AUERBACH venture out on his own with a critically-acclaimed solo album, “Keep It Hid”, that covered a variety of musical styles from psychedelia and soul via gospel and bluegrass. Late 2009 saw the Keys spread their wings further with their celebrated BLAKROC project, an exhilarating collaboration between themselves and a star-studded line-up of influential hip-hop artists that included Mos Def, Q-Tip, RZA, Raekwon, ODB, Pharoahe Monch, NOE, Jim Jones, Nicole Wray and Billy Danze (M.O.P). Rifraf schrijft: “Drukke tijden voor The Black Keys. Begin vorig jaar verscheen de eerste – en prima – soloplaat van zanger/gitarist Dan Auerbach. In het najaar volgde ‘Blackroc’, een samenwerking tussen The Black Keys en de kruim van de hiphop- en r&b-wereld”. Kindamuzik is uitgebreider: “Dan Auerbach en Patrick Carney zijn bezige jongens. Sinds hun vorige - relatief rustige - plaat in 2008 heeft Auerbach een bejubeld soloalbum gemaakt en Carney stortte zich op een project met zijn nieuwe rockband Drummer. Tussendoor vond het duo dan ook nog de tijd om samen met rappers als Mos Def en Rza de gelegenheidsband Blakroc uit de grond te stampen en daarmee een album op te nemen.” Datzelfde Kindamuzik citeert even later uit de pr-tekst: “’De relatie tussen Dan en mij werd vaak op de proef gesteld’, legt Carney de albumtitel Brothers uit. ‘Maar op het eind van de dag zijn we nog altijd als broers. De nummers op het album zijn daar een uiting van, vind ik’” (tegenover de pr-tekst: “Carney admits Brothers is the album they’ve always wanted to make and taps into their creative force as a duo. ‘Dan and I grew up a lot as individuals and musicians prior to making this album. Our relationship was tested in many ways but at the end of the day, we’re brothers, and I think these songs reflect that.’”). Dat Kindamuzik en (in mindere mate) Rifraf informatie overnemen die uit de pr-tekst zou kunnen komen, heeft verder geen invloed op de argumenatie in hun recensies. Zoals eerder vermeld, biedt de pr-tekst immers geen echte beoordelende analyse. Verder wijst niets erop dat de recensenten in kwestie sterk gesteund hebben op de informatie uit de pr-tekst om hun argumentatie te onderbouwen. De muziekrecensent: journalist of reclameman?
57
pr +/-
DM ++
DS +
FK +
Humo /
Rifraf +
CE +/-
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik / + + +
Algemene toon beoordeling Brothers
De pr-tekst geeft geen echt waardeoordeel over het album en blijft neutraal van toon. Dat geldt ook voor de recensie van Cutting Edge (“Wij savoureren met mate”). De andere onderzochte recensies oordelen gematigd positief (met bijvoorbeeld Rifraf: “een hypnotiserend album dat de ideale soundtrack vormt bij lange, broeierige zomeravonden”), op De Morgen na, dat uiterst positief oordeelt (“Verbijsterend straf”). Hoewel vooral Kindamuzik duidelijk steunt op de pr-tekst, blijven de parallellen zich louter voordoen op het feitelijke/informatieve niveau. Er zijn geen overeenkomsten te vinden tussen de pr-tekst en de argumentatie of de beoordeling van Kindamuzik. Er kan dus niet gesproken worden van verregaande beïnvloeding van de recensent.
3.1.19.
Tinariwen – Imidiwan: Companions
De lange, twee pagina’s tellende pr-tekst voor Tinariwens Imidiwan: Companions geeft informatie over de productie van het album, de muzikanten en de dertigjarige sociale en muzikale geschiedenis van de band. Er is vrij veel informatie die zowel in de pr-tekst als in de recensies terug te vinden is. De Morgen, De Standaard, Focus en Rifraf noemen bijvoorbeeld Mali, het land waar de meeste van Tinariwens muzikanten vandaan komen. De Morgen en Rifraf vermelden ook het feit dat de cd geproducet is door de producer van het eerste album, Jean-Paul Romann. Verder noemen De Standaard (“Carlos Santana, U2, Thom Yorke en Robert Plant noemden zich al fans”), Humo (“Thom Yorke is een fan. En Robert Plant. En Brian Eno. En Chris Martin. En U2. En Charlie Poel. En - toch ook niet slecht - de Stones, die hen vroegen hun voorprogramma te spelen”) en Rifraf (“een fanclub uit om u tegen te zeggen: Thom Yorke (Radiohead), Robert Plant (Led Zeppelin), The Stones….”) fans van de band die ook in de prtekst opgenomen zijn (“a raft of ‘legendary’ fans including the likes of Robert Plant, Carlos Santana, Brian Eno, Thom Yorke, TV on the Radio and Bono & the Edge”). Het heeft echter weinig zin om, in het kader van dit onderzoek, verder in te gaan op overeenkomsten in de informatie die zowel de pr-tekst als de recensies bieden. Het valt De muziekrecensent: journalist of reclameman?
58
immers op dat, in vergelijking met de andere onderzochte recensies uit het corpus, alle publicaties in dit geval veel verder uitweiden, zowel wat de informatie als de argumentatie betreft. Zijn er al punten van overeenkomst, dan zijn die slechts marginaal en steeds sterk in de minderheid ten opzichte van de “originele” informatie die niet in de pr-tekst terug te vinden is. Zo gaat de recensie van De Standaard erg ver in de situering van de muziek van Tinariwen: “In de jaren zestig was Marokko het bedevaartsoord voor Amerikaanse beatniks en diverse Rolling Stones. Zij gingen er op zoek naar de trancemuziek van de Gnawa. In het havenstadje Essaouira kunt u nog het hotel vinden waar Jimi Hendrix logeerde. De voorbije jaren klonk diezelfde lokroep van eeuwenoude woestijnmuziek veeleer vanuit Mali en Libië, en vanuit Algerije. De Toearegs zijn immers nomaden die geen eigen staat hebben. Naargelang ze geduld worden, verblijven ze in een land, maar grenzen betekenen weinig voor hen.” Rifraf heeft het dan weer over genregenoten: “Overal rijzen nieuwe woestijnblues-groepen als paddestoelen uit de grond: Tartit (Mali), Desert Rebel (Niger), Toumast (Parijs)… Tinariwen is de eerste, de belangrijkste, de godfather van allen”. Goddeau heeft het dan weer over de invloed van het Frans op de muziek: “Hoewel de band in de eigen taal (Tamashek) zingt en in zijn parafrasering de invloed van het Frans niet verbergen kan, hoeft men geen taalwonder te zijn om minstens de algemene sfeer van een nummer te vatten. De warmte en hoop die "Imidiwan Afrik Tendam" laat horen, geeft de teneur van het nummer perfect weer, zodat men ook zonder de vertaalde titel te kennen ("(My Friends From All Over Africa") weet waarover de song gaat.” De (gezien de aard van het genre nochtans niet vanzelfsprekende) kennis van zaken die uit de bovenvermelde citaten spreekt, is in alle onderzochte recensies terug te vinden – op het korte stuk in Focus Knack na, waar de recensent weinig plaats krijgt om een uitgebreid betoog te ontwikkelen. Het is dan ook weinig verwonderlijk dat de recensies stuk voor stuk opmerkelijk onderbouwde analyses bieden, die nergens opvallend stroken met de pr-teksten. pr +
DM +
DS +
FK +/-
Humo +
Rifraf ++
CE /
Damusic Digg Goddeau Kindamuzik / / + /
Algemene toon beoordeling Imidiwan: Companions
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
59
De pr-tekst is positief van toon: “raw simplicity, melodic beauty, songs ranging from the epic and universal to the intimate and personal”. Focus lijkt eveneens positief te zullen oordelen (“een smeuïge tajine van Sahararock en kampvuursoul”) maar geeft het album uiteindelijk een vrij matige score van 2/4. De Morgen, De Standaard (“een eerlijke, vervoerende plaat”) en Humo oordelen wel positief, Rifraf uiterst positief (“Een cd om nonstop op repeat te zetten”). Nergens zijn er duidelijke structurele parallellen tussen de recensies van Imidiwan: Companions en de pr-tekst.
3.2.
Analyse van de onderzoeksresultaten
Omdat het niet vanzelf spreekt om uit het uitgebreide verslag van de individuele recensies meteen algemene conclusies te destilleren, volgt hieronder een samenvatting van de inhoudsanalyse. Daarbij breng ik op een systematische manier verslag uit van de belangrijkste vaststellingen die in de loop van het onderzoek gedaan werden. Voor de structuur van het verslag baseer ik me op de leidraad die in hoofdstuk 1.3.1 geformuleerd werd. Het informatieve luik van de recensie is het luik waarin de meeste overeenkomsten tussen de pr-teksten en de recensies werden teruggevonden. Met een totaal van 6 gevallen op een corpus van 153 recensies (of 3,9% van alle onderzochte recensies) gaat het hier echter nog steeds om een miniem aantal. Duidelijke overeenkomsten tussen de pr-tekst en de recensie werden aangetroffen in de recensies van Admiral Freebee’s The Honey & The Knife op Cutting Edge (waar de overeenkomsten zich zowel op het inhoudelijke als op het woordelijke vlak voordeden)11 en, vooral, Jónsi’s Go in De Morgen.12 Minder opvallende overeenkomsten die evenwel het louter toevallige leken te overstijgen of door de formulering van de recensent of door de resultaten die het onderzoek van de andere luiken van de recensie opleverde, vertoonden de recensies van Deftones’ Diamond Eyes in
11
Zie hoofdstuk 3.1.1; zie ook verder in dit hoofdstuk de bespreking van de beoordeling
12
Zie hoofdstuk 3.1.11; zie ook verder in dit hoofdstuk de bespreking van de argumentatie en de beoordeling
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
60
Kindamuzik,13 Eels’ End Times in De Standaard,14 The Black Box Revelations Silver Threats in Kindamuzik15 en The Black Keys’ Brothers in Kindamuzik. Argementatieve en interpretatieve overeenkomsten zijn (nog) schaarser: slechts in 3 recensies van de 153 (of 2%) zijn er duidelijke lijnen te trekken tussen de recensies en de pr-tekst. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de recensie van Eels’ End Times in De Standaard. 16 Nog opmerkelijker zijn de andere twee gevallen. Het betreft twee recensies uit De Morgen die allebei van de hand zijn van dezelfde recensent, Bart Steenhaut. De recensies van Editors In This Light And On This Evening 17 en Jónsi’s Go 18 volgen in verregaande mate de argumentatieve lijn van de pr-teksten van respectievelijk PIAS en EMI. In beide recensies verdedigt de recensent de artistieke vrijheid en het creatieve avontuur. Uiteraard zouden overeenkomsten tussen de artistieke idealen die de journalist roemt enerzijds en de inhoud van de pr-teksten anderzijds op louter toeval kunnen berusten, maar de gevonden parallellen op vlak van geboden informatie, structuur en woordkeuze lijken er telkens op te wijzen dat de journalist op zijn minst de pr-tekst onbewust in het achterhoofd had bij het schrijven van de recensie. Deze casussen tonen aan dat een combinatie van een controversiële plaat (wegens afwijkend van het voorgaande werk van de artiest) met een toegankelijke pr-tekst waarin duidelijke argumenten aangedragen worden, mogelijkheden biedt voor de pr-dienst van een platenfirma om zijn ideeën ingang te doen vinden bij de recensent. Van de recensies die overeenkomsten vertonen met de pr-tekst op het vlak van de geboden informatie of de argumentatie, zijn er drie waarvan het oordeel zowel wat betreft de toon als de inhoud ervan overeenkomt met die van de promotekst. Het gaat daarbij om de recensie van The Honey & The Knife op Cutting Edge en de recensies van Go en In This Light And On This Evening in De Morgen. 13
Zie hoofdstuk 3.1.4
14
Zie hoofdstuk 3.1.6; zie ook verder in dit hoofdstuk de bespreking van de argumentatie
15
Zie hoofdstuk 3.1.17
16
Zie hoofdstuk 3.1.6; zie eerder in dit hoofdstuk ook de bespreking van de gegeven informatie
17
Zie hoofdstuk 3.1.5; zie verder ook de bespreking van de beoordeling
18
Zie hoofdstuk 3.1.11; zie ook verder in dit hoofdstuk de bespreking van de beoordeling en eerder de bespreking van de gegeven informatie
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
61
Uit deze samenvatting blijkt dat de recensenten die (deels) lijken te steunen op de pr-tekst bij het schrijven van hun recensies, in de absolute minderheid zijn. In het totaal gaat het om slechts 7 recensies op een corpus van 153, of 4,6%. Slechts in 4 gevallen (of 2,6%) doen die overeenkomsten zich voor op meer dan één van de drie niveaus (informatie, argumentatie en oordeel). Bij zo goed als alle publicaties komen duidelijk op de pr-tekst geïnspireerde teksten enkel in de marge voor. De uitzondering op die regel is Kindamuzik: bij dat internetmagazine kan gewag gemaakt worden van een aanzienlijk aantal “problematische” recensies, met drie op een totaal van 12, of precies 25% van de onderzochte recensies van het magazine. Overigens blijken twee van de drie gesignaleerde recensies (The Black Box Revelation en The Black Keys) van de hand van dezelfde recensente te zijn, Liesbeth Gijsel – het zijn verder ook de enige twee recensies van Gijsel in het onderzoekscorpus. Bij De Morgen is het aandeel van gesignaleerde recensies minder groot: 2 op een totaal van 19 (10%). Wanneer de recensenten in kwestie in de analyse betrokken worden, valt wel op dat beide recensies van de hand zijn van Bart Steenhaut, wat een aandeel oplevert van 2 recensies op een totaal van 5 teksten van zijn hand in het corpus (40%). In de overige 14 recensies die de andere recensenten van De Morgen publiceerden, was er nergens sprake van duidelijke overeenkomsten met de pr-teksten. Bij De Standaard gaat het om 1 op een totaal van 10 recensies (10%; evenveel als bij De Morgen) en bij Cutting Edge om 1 op 16 (6,2%).
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
62
100 80 60 40 20 0
25 10
DM
10
DS
0
0
FK
6,2
0
Hu mo
Rif ra
f
0
CE
0
Da
mu si
c
0
Dig
g
Go dde
au
Kin
dam u zi
k
Aantal problematische recensies per publicatie (uitgedrukt in procent)
Een vergelijking per mediumtype levert een verschillend beeld op. Daarbij valt het op dat bijna driemaal meer van de onderzochte dagbladrecensies van een problematische aard zijn dan de recensies die op internetmagazines gepubliceerd zijn. Geen enkel week- of maandblad leverde een problematische recensie op.
50 40 30 20 10 0
10,3 0
dagblad
week- en maandblad
3,9
internetmagazine
Aantal problematische recensies per mediumtype (uitgedrukt in procent)
Wanneer de vergelijking gemaakt wordt tussen de traditionele papieren pers (kranten en week- en maandbladen) en de internetpers, blijkt er niet zoveel verschil te zijn in de manier waarop traditionele en nieuwe media met pr-teksten omgaan. Het verschil in percentages van problematische recensies op het totaal bedraagt tussen beide mediumtypes slechts 1,3%, De muziekrecensent: journalist of reclameman?
63
waarbij de internetpers net iets beter scoort dan de traditionele pers. Algemeen kan echter gesteld worden dat het hier blijft gaan om erg lage scores, zowel wat betreft de traditionele als de internetpers.
50 40 30 20 10 0
5,2
3,9
traditionele pers
internetpers
Aantal problematische recensies per mediumtype (uitgedrukt in procent)
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
64
4. Conclusie
De Vlaamse muziekrecensenten lijken bij het opstellen van hun recensies slechts zelden te steunen op pr-teksten van de platenmaatschappijen. Er is absoluut geen sprake van een systematisch overnemen van informatie uit (of, erger nog: kopieëren van) de pr-teksten. Dat houdt echter niet in dat er helemaal niét gesteund wordt op de pr-teksten. Er zijn wel degelijk gevallen waarin duidelijk aanwijsbare en meer dan toevallige overeenkomsten voorkomen tussen de pr-teksten die platenmaatschappijen verdelen en de recensies die gepubliceerd worden. Met 4,6% van het totale onderzochte corpus vormen deze uiterst zeldzame gevallen echter de uitzondering op de regel. In meer dan 95% van alle onderzochte recensies is er geen opvallende overeenkomst tussen de pr-tekst en de recensies. Vier publicaties leken zich iets vaker of verregaander te laten beïnvloeden door de pr-teksten dan de andere. Dat was vooral het geval bij de krant De Morgen en het internetmagazine Kindamuzik, en in mindere mate bij de krant De Standaard en het internetmagazine Cutting Edge. Bij de weekbladen Humo en Focus Knack, het maandblad Rifraf en de internetmagazines Damusic, Digg en Goddeau werden dan weer geen noemenswaardige overeenkomsten aangetroffen tussen recensies en pr-teksten. Er is verder geen afgetekend verschil in de manieren waarop de papieren pers en de internetpers omgaan met promotieteksten. Dat is er wel tussen de kranten specifiek en de internetpers: maar liefst driemaal zoveel krantenrecensies als internetrecensies vertonen duidelijke parallellen met de pr-teksten. Eén op de tien onderzochte krantenrecensies vertoonde duidelijke overeenkomsten met de pr-tekst. Dat lijkt de stelling te bevestigen dat krantenjournalisten, wegens dreigende deadlines, sneller naar een pr-tekst grijpen om hun recensies mee te stofferen. Bovendien is het opvallend dat de pr-teksten die het meest overgenomen lijken te worden, uitgebreide teksten zijn met een duidelijke argumentatieve lijn die horen bij een controversiële muziekrelease (omdat ze bijvoorbeeld verschilt in aard van het vorige werk van de artiest in kwestie). Tegelijk blijkt dat de amateurrecensenten achter de muziekwebsites hun werk dus allesbehalve minder serieus nemen dan de professionele journalisten: ze vormen hun mening over een muziekalbum minder op basis van een pr-tekst dan de krantenjournalisten. Het De muziekrecensent: journalist of reclameman?
65
onafhankelijkst zijn de week- en maandbladen, die zich nergens op een aanwijsbare manier leken te laten beïnvloeden.
De onheilsberichten dat de muziekjournalistiek aan de hand van de platenmaatschappijen zou lopen, blijken op basis van dit onderzoek dus sterk overtrokken. Het overgrote merendeel van de Vlaamse recensenten respecteert de deontologische code en laat zich niet beïnvloeden door de verkoopspraatjes van de platenmaatschappijen. Verder onderzoek is evenwel nodig om de aanwijzingen, die deze analyse opleverde, te bevestigen, te nuanceren of te weerleggen. Dit onderzoek was immers noodzakelijkerwijs beperkt in zijn opzet, zowel wat betreft de onderzochte teksttypes als de onderzoekswijze. Een vollediger beeld zou geschetst kunnen worden door middel van aanvullend vergelijkend onderzoek van andere tekstgenres binnen de muziekjournalistiek, zoals de aankondiging of het liveverslag. Interviews met mensen uit de sector (zowel journalisten als mensen uit de muziekindustrie) zouden dan weer een verrijkend beeld kunnen opleveren van binnenuit.
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
66
5. Bronnen 5.1.
Primair
5.1.1. Promoteksten
(AUTEUR ONBEKEND). “About Grizzly Bear”. Grizzly-bear.net, geconsulteerd 05/07/2010. (http://grizzly-bear.net/press/) ATP RECORDINGS. “Fuck Buttons – Tarot Sport”. 2009. COOPERATIVE MUSIC/V2 RECORDS. “Beach House return in 2010 with ‘Teen Dream’, their career-best third album, on Bella Union records”. 2009. COOPERATIVE MUSIC/V2 RECORDS. “Eels – End Times”. 2009. COOPERATIVE MUSIC/V2 RECORDS. “The Black Keys – Brothers”. 2010. DERAECK, Didier; V2 RECORDS. “Autechre – Oversteps”. 2010. EMI MUSIC. “Jónsi Solo Album ‘Go’ EMI/XL March 22, 2010”. 2010. EMI MUSIC. “LCD Soundsystem's nieuwe album heet This Is Happening - Release 14/5 Eerste single ‘Drunk Girls’”. 2010. EMI MUSIC. “Massive Attack - ‘Heligoland’. Release: 8 Februari 2010”. 2009. FRENCHKISS RECORDS. “The Antlers – ‘Hospice’”. 2009. MUTE RECORDS. “Liars – Sisterworld. Brand new album out 2010”. 2009. PARLOPHONE RECORDS. “Jónsi - ‘Go’. Debut solo album released March 15th, 2010 on Parlophone Records”. 2010. PIAS RECORDINGS. “Tinariwen announce details of new album ‘Imidiwan: Companions’. 2009. PIAS RECORDINGS. “Stijn – Ten Danz”. 2010. PIAS RECORDINGS. “The Black Box Revelation”. 2009. PIAS RECORDINGS. “Tinariwen announce details of new album ‘Imidiwan: Companions’”. 2009. PLAYOUT! MUSIC. “Playout! Music stelt voor: Admiral Freebee – The Honey & The Knife”. 2010. RABID RECORDS. “Fever Ray – Fever Ray album”. 2009. REPRISE RECORDS. “Deftones – Diamond Eyes”. 2010. SMITH, Tom; PIAS RECORDINGS. “Editors – In This Light And On This Evening – Biography”. 2009.
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
67
SMITH, Tom; PIAS RECORDINGS. “Editors – In This Light And On This Evening – Tom Smith talks about the tracks”. 2009. UNIVERSAL MUSIC. “Courtney Love returns with Nobody’s Daughter, first new hole album in 10 years, out april 23rd on Mercury”. 2010. YATES, Steve; RABID RECORDS. “Fever Ray – Biography 2009”. 2009.
5.1.2. Recensies
(AUTEUR ONBEKEND). “Jónsi – Go”. Humo, 09/04/2010. BAERTSOEN, Mattias. “Autechre - Oversteps”. Goddeau.com, 07/04/2010. (http://www.goddeau.com/content/view/7429) BLONDEEL, Kurt. “Editors: In This Light And On This Evening. March of the synths”. Focus Knack, 14/10/2009. 36. BLONDEEL, Kurt. “Grizzly Bear: Veckatimest. Rococo around the clock”. Focus Knack, 20/05/2009. 36. BLONDEEL, Kurt. “Jónsi: Go”. Focus Knack, 31/03/2010. 37. BOEL, Jonas. “Fever Ray: Fever Ray. Koortsdroom”. Focus Knack, 18/03/2009. 35. BOEL, Jonas. “LCD Soundsystem: This Is Happening. Finale zonder uitroepteken”. Focus Knack, 12/05/2010. 36. BOEL, Jonas. “Massive Attack: Heligoland”. Focus Knack, 10/02/2010. 37. BOEL, Jurgen. “Deftones - Diamond eyes”. Goddeau.com, 04/06/2010. (http://www.www.goddeau.com/content/view/7751) BOEL, Jurgen. “Fuck Buttons – Tarot Sport”. Goddeau.com, 16/10/2009. (http://www.goddeau.com/content/view/6600) BOEL, Jurgen. “Liars – Sisterworld”. Goddeau.com, 12/03/2010. (http://www.goddeau.com/content/view/7274) BOEL, Jurgen. “Tinariwen – Imidiwan: Companions”. Goddeau.com, 05/10/2009. (http://www.goddeau.com/content/view/6528) BYLOO, Vincent. “Admiral Freebee: The Honey & The Knife”. Focus Knack, 24/02/2010. 39. BYLOO, Vincent. “Beach House: Teen Dream”. Focus Knack, 20/01/2010. 37. BYLOO, Vincent. “Eels – End Times. Doet E het of doet E het niet?”. Focus Knack, 13/01/2010. 36. BYLOO, Vincent. “Hole: Nobody’s Daughter. Widow of opportunity” Focus Knack, 28/04/2010. 36. De muziekrecensent: journalist of reclameman?
68
BYLOO, Vincent. “Stijn: Ten Danz”. Focus Knack, 09/06/2010. 37. BYLOO, Vincent. “The Antlers: Hospice. Sterfbedscène”. Focus Knack, 11/11/2009. 36. BYLOO, Vincent. “The Black Box Revelation: Silver Threats”. Focus Knack, 03/02/2010. 37. BYLOO, Vincent. “The Black Keys: Brothers”. Focus Knack, 19/05/2010. 37. BYLOO, Vincent. “Tinariwen: Imidiwan: Companions”. Focus Knack, 12/08/2009. 29. CEULEMANS, Koen. “Fever Ray – ‘Fever Ray’”. Rifraf, jrg. 20 nr. 203 (maart): 2009. 12. CEULEMANS, Koen. “Stijn – ‘Ten Danz’”. Rifraf, jrg. 21 nr. 216 (juni): 2010. 17. CLOET, Quincy. “Autechre: Oversteps”. Digg.be, 29/03/2010. (http://www.digg.be/articles.php?id=3051) CP. “Grizzly Bear – Veckatimest”. Humo, 26/06/2009. CV. “Massive Attack – Heligoland.” Humo, 09/02/2010. DE COCKER, Nele. “Grizzly Bear – ‘Veckatimest’”. Rifraf, jrg. 20 nr. 206 (juni): 2009. 6. DE TROYER, Sanne. “Beach House - Teen Dream”. Damusic.be, 16/02/2010. (http://www.damusic.be/cd/beach-house/teen-dream) DE TROYER, Sanne. “Liars – Sisterworld”. Damusic.be, 11/03/2010. (http://damusic.be/cd/liars/sisterworld) DE WIT, Christiaan. “Massive Attack – Heligoland. Overeind gehouden door gastbijdragen”. Kindamuzik.net, 06/02/2010. (http://www.kindamuzik.net/recensie/massiveattack/heligoland/19772/) DEMEYERE, Marc. “LCD Soundsystem – ‘This Is Happening’”. Rifraf, jrg. 21 nr. 215 (mei): 2010. 34. DEMEYERE, Marc. “Liars – ‘Sisterworld’”. Rifraf, jrg. 21 nr. 214 (april): 2010. 32. DEMEYERE, Marc. “Tinariwen – ‘Imidiwan: Companions’”. Rifraf, jrg. 20 nr. 208 (september): 2009. 38. DESMICHT, Fabian. “The Antlers – Hospice”. Damusic.be, 10/11/2009. (http://damusic.be/cd/the-antlers/hospice) DEVRIENDT, Mattias. “Massive Attack – Heligoland”. Damusic.be, 05/02/2010. DEWEER, Lander. “Eels – End Times”. Goddeau.com, 08/02/2010. (http://www.goddeau.com/content/view/7106) D’HONDT, Jelle. “Eels, ‘End Times’ (2010). Krochtdonker, bloedeerlijk”. Cuttingedge.be, 20/01/2010. (http://www.cuttingedge.be/music/reviews/197474-eels-end-times-) DIGNEF, Jurgen. “The Black Keys – Brothers”. Goddeau.com, 19/05/2010. (http://www.goddeau.com/content/view/7682) De muziekrecensent: journalist of reclameman?
69
GIELEN, Kristof. “Beach House: Teen Dream”. Digg.be, 22/03/2010. (http://www.digg.be/articles.php?id=3042) GIJSEL, Liesbeth. “The Black Box Revelation – Silver Threats. Rock-‘n-roll pur sang”. Kindamuzik.net, 08/02/2010. (http://www.kindamuzik.net/recensie/the-black-boxrevelation/silver-threats/19784/) GIJSEL, Liesbeth. “The Black Keys – Brothers. Rafelige blues met soulinjectie”. Kindamuzik.net, 02/06/2010. GODB. “Eels – End Times”. Humo, 13/01/2010. GODB. “The Black Box Revelation – Silver Threats”. Humo, 03/02/2010. GODB. “Tinariwen – Companions”. Humo, 05/08/2009. HARDY, Lene. “Hole – Nobody’s Daughter”. Damusic.be, 09/05/2010. (http://damusic.be/cd/hole/nobodys-daughter) HS. “Beach House – Teen Dream”. Humo, 26/01/2010. HS. “Fever Ray – Fever Ray”. Humo, 25/03/2009. HS. “Fuck Buttons – Tarot Sport”. Humo, 12/11/2009. JAQUES, Frederik. “Autechre, ‘Oversteps’ (2010). Abstracte ambient”. Cuttingedge.be, 21/03/2010. (http://www.cuttingedge.be/music/reviews/215334-autechre-oversteps-) JAQUES, Frederik. “Fuck Buttons, ‘Tarot Sport’ (2009). Postrock 2.0”. Cuttingedge.be, 31/01/2010. (http://www.cuttingedge.be/music/reviews/200014-fuck-buttons-tarot-sport-) JAQUES, Frederik. “The Black Box Revelation, ‘Silver Threats’ (2010). Black box confirmation”. Cuttingedge.be, 31/01/2010. (http://www.cuttingedge.be/music/reviews/200005-the-black-box-revelation-silver-threats-) JF. “Autechre - Oversteps”. De Standaard 20/05/2010: 54. JUB. “Admiral Freebee – The Honey & The Knife”. Humo, 23/02/2010. KELEPOURIS, Stavros. “The Black Keys: Brothers”. Digg.be, 24/05/2010. (http://www.digg.be/articles.php?id=3092) KT. “Autechre – Oversteps”. Humo, 26/03/2010. KT. “Stijn – Ten Danz”. Humo, 10/06/2010. KUIJPERS, Martijn. “Jónsi – Go”. Kindamuzik.net, 18/04/2010. (http://www.kindamuzik.net/recensie/j-nsi/go-5333/20057/) KV. “LCD Soundsystem – This Is Happening”. Humo, 25/05/2010. KV. “Liars – Sisterworld”. Humo, 20/03/2010. LÊ VAN, Maïté. “Beach House – ‘Teen Dream’”. Rifraf, jrg. 21 nr. 212 (februari): 2010. 30. De muziekrecensent: journalist of reclameman?
70
LIPPENS, Carlo. “Admiral Freebee: The Honey And The Knife”. Digg.be, 16/03/2010. (http://www.digg.be/articles.php?id=3039) MAESEN, Tine. “Grizzly Bear: Veckatimest”. Digg.be, 15/06/2009. (http://www.digg.be/articles.php?id=2730) MAESEN, Tine. “The Black Box Revelation: Silver Threats”. Digg.be, 01/02/2010. (http://www.digg.be/articles.php?id=2997) MEURIS, Sid. “Fuck Buttons – Tarot Sport. Foute kaart getrokken”. Kindamuzik.net, 18/10/2009. (http://www.kindamuzik.net/recensie/fuck-buttons/tarot-sport/19302/) MUYLAERT, Dimitri. “Admiral Freebee - The Honey And The Knife”. Damusic.be, 25/03/2010. (http://damusic.be/cd/admiral-freebee/the-honey-the-knife) MUYLAERT, Dimitri. “Editors - In This Light And On This Evening”. Damusic.be, 14/10/2009. (http://www.damusic.be/cd/editors/in-this-light-and-on-this-evening) MUYLAERT, Dimitri. “Eels – End Times”. Damusic.be, 14/01/2010. (http://damusic.be/cd/eels/end-times) NUYENS, Kristof. “Admiral Freebee, ‘The Honey And The Knife’ (2010). Raak slaan en vervolgens zalven”. Cuttingedge.be, 21/02/2010. (http://www.cuttingedge.be/music/reviews/203456-admiral-freebee-the-honey-the-knife-) NUYENS, Kristof. “LCD Soundsystem, ‘This Is Happening’ (2010). Knaller met achilleshiel”. Cuttingedge.be, 12/05/2010. (http://www.cuttingedge.be/music/reviews/226896-lcd-soundsystem-this-is-happening-) NUYENS, Kristof. “Stijn, ‘Ten Danz’ (2010). Hitsige comedy”. Cuttingedge.be, 06/06/2010. (http://www.cuttingedge.be/music/reviews/233394-stijn-ten-danz-) NUYTS, Philippe. “Admiral Freebee - The Honey And The Knife”. Goddeau.com, 22/02/2010. (http://www.goddeau.com/content/view/7166) NUYTS, Philippe. “Editors - In This Light And On This Evening”. Goddeau.com, 09/10/2009. (http://www.goddeau.com/content/view/6553) PASSET, René. “Autechre – Oversteps. Knisperduo trekt de gordijnen open”. Kindamuzik.net, 06/03/2010. (http://www.kindamuzik.net/recensie/autechre/oversteps/19881/) PASSET, René. “Fever Ray – Fever Ray. Scandinavische voodooprinses steekt heimelijk naalden in je oren”. Kindamuzik.net, 11/03/2009. (http://www.kindamuzik.net/recensie/feverray/fever-ray) PEETERS, Joris. “The Antlers – Hospice”. Goddeau.com, 27/11/2009. (http://www.goddeau.com/content/view/6817) De muziekrecensent: journalist of reclameman?
71
POLFLIET, Filip. “Massive Attack – ‘Heligoland’”. Rifraf, jrg. 21 nr. 212 (februari): 2010. 36. RAEMAN, Kasper-Jan. “Beach House, ‘Teen Dream’ (2010). Weergaloos”. Cuttingedge.be, 24/01/2010. (http://www.cuttingedge.be/music/reviews/198657-beach-house-teen-dream-) RAEMAN, Kasper-Jan. “Liars, ‘Sisterworld’ (2010). Melancholisch en duister”. Cuttingedge.be, 28/04/2010. (http://www.cuttingedge.be/music/reviews/225254-liarssisterworld-) ROZENDAAL, André. “Editors – In This Light And On This Evening. De olie blijft donker”. Kindamuzik.net, 20/10/2009. (http://www.kindamuzik.net/recensie/editors/in-this-light-andon-this-evening/19310/) SCHUERMANS, Katrien. “Editors, ‘In This Light And On This Evening’ (2010). Analoge duisternis”. Cuttingedge.be, 22/11/2009. (http://www.cuttingedge.be/music/reviews/180301editors-in-this-light-and-on-this-evening-) SCHUERMANS, Katrien. “Grizzly Bear, ‘Veckatimest’ (2009). Van een zelden ontplooide schoonheid”. Cuttingedge.be, 24/05/2009. (http://www.cuttingedge.be/music/reviews/161506-grizzly-bear-veckatimest-) STAES, Toon. “Autechre – ‘Oversteps’”. Rifraf jrg. 21 nr. 214 (april): 2010. 26. STEEGHS, Niels. “Eels – End Times. E’s diepzwarte gat”. Kindamuzik.net, 22/02/2010. (http://www.kindamuzik.net/recensie/eels/end-times-2927/19698/) STEENBEKE, Janne. “Jónsi – Go”. Damusic.be, 31/03/2010. (http://www.damusic.be/cd/jónsi/go) STEENHAUT, Bart. “Admiral Freebee - The Honey & The Knife”. De Morgen 22/02/2010: 29. STEENHAUT, Bart. “Beach House - Teen Dream”. De Morgen 25/01/2010: 29. STEENHAUT, Bart. “Editors - In This Light And On This Evening. Het leven is aan de durvers”. De Morgen 05/10/2009: 32. STEENHAUT, Bart. “Jónsi – Go. De zegen van een open geest”. De Morgen 29/03/2010: 29. STEENHAUT, Bart. “Massive Attack – Heligoland. Van zwart naar antraciet”. De Morgen 08/02/2010: 29. STEENHAUT, Dirk. “Fever Ray - Fever Ray. Een duet in je dooie eentje”. De Morgen 23/03/2009: 22. STEENHAUT, Dirk. “Grizzly Bear – Veckatimest”. De Morgen 18/05/2009: 30.
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
72
SUWARGANA, Nanda. “Hole, ‘Nobody’s Daughter’ (2010). Hoog Goo Goo Dolls-gehalte”. Cuttingedge.be, 28/04/2010. (http://www.cuttingedge.be/music/reviews/225256-hole-nobodys-daughter-) TZH. “The Antlers – Hospice”. De Standaard 14/11/2009: 55. VAN ASSCHE, Gunther. “Autechre - Oversteps”. De Morgen 29/03/2010: 28. VAN ASSCHE, Gunther. “Eels – End Times”. De Morgen 18/01/2010: 28. VAN ASSCHE, Gunther. “Fuck Buttons - Tarot Sport”. De Morgen 09/11/2009: 28. VAN ASSCHE, Gunther. “Hole – Nobody’s Daughter”. De Morgen 24/04/2010: 48. VAN ASSCHE, Gunther. “LCD Soundsystem – This Is Happening”. De Morgen 22/05/2010: 48. VAN ASSCHE, Gunther. “Liars – Sisterworld”. De Morgen 15/03/2010: 29. VAN ASSCHE, Gunther. “Stijn – Ten Danz”. De Morgen 19/06/2010: 56. VAN ASSCHE, Gunther. “The Antlers – Hospice”. De Morgen 16/11/2009: 32. VAN ASSCHE, Gunther. “The Black Box Revelation – Silver Threats”. De Morgen 08/02/2010: 28. VAN ASSCHE, Gunther. “Tinariwen – Imidiwan: Companions”. De Morgen 03/08/2009: 18. VAN DER SPEETEN, Sasha. “Deftones - Diamond Eyes”. De Standaard 30/04/2010: 44. VAN DER SPEETEN, Sasha. “Hole – Nobody’s Daughter”. De Standaard 30/04/2010: 44. VAN DER SPEETEN, Sasha. “LCD Soundsystem – This Is Happening”. De Standaard 15/05/2010: 62. VAN DIJCK, Koen. “Autechre - Oversteps”. Damusic.be, 04/04/2010. (http://damusic.be/cd/autechre/oversteps) VAN DIJCK, Koen. “LCD Soundsystem – This Is Happening”. Damusic.be, 05/05/2010. (http://damusic.be/cd/lcd-soundsystem/this-is-happening) VAN EECKHOUT, Laura. “Editors - In This Light And On This Evening”. Digg.be, 13/10/2009. (http://www.digg.be/articles.php?id=2843) VAN ESCH, Bert. “Deftones - Diamond Eyes. Niet van zijn stuk te brengen”. Kindamuzik.net, 23/05/2010. (www.kindamuzik.net/recensie/deftones/diamond-eyes/20207/) VAN GESTEL, Patrick. “Grizzly Bear – Veckatimest”. Damusic.be, 20/05/2009. (http://damusic.be/cd/grizzly-bear/veckatimest) VAN LANDSCHOOT, Kristof. “Fever Ray - Fever Ray”. Damusic.be, 03/02/2009. (http://damusic.be/cd/fever-ray/fever-ray)
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
73
VAN MEER, Maarten. “Grizzly Bear – Veckatimest”. Goddeau.com, 05/06/2009. (http://www.goddeau.com/content/view/6090) VAN MEER, Maarten. “LCD Soundsystem – This Is Happening”. Goddeau.com, 21/05/2010. (http://www.goddeau.com/content/view/7699) VAN OOST, Julie. “Jónsi, ‘Go’ (2010). Lentefris en vrolijk”. Cuttingedge.be, 04/04/2010. (http://www.cuttingedge.be/music/reviews/221520-j-nsi-go-) VAN OOST, Julie; “Massive Attack, ‘Heligoland’ (2010). Net niet hot hot hot”. Cuttingedge.be, 07/02/2010. (http://www.cuttingedge.be/music/reviews/201242-massiveattack-heligoland-) VAN PEER, Vincent. “The Antlers: Hospice”. Digg.be, 29/12/2009. (http://www.digg.be/articles.php?id=2936) VAN STEENKISTE, Matthieu. “Hole – Nobody’s Daughter”. Goddeau.com, 26/04/2010. (http://www.goddeau.com/content/view/7535) VAN STEENKISTE, Matthieu. “Jónsi – Go”. Goddeau.com, 29/03/2010. (http://www.goddeau.com/content/view/7368) VAN STEENKISTE, Matthieu. “Massive Attack – Heligoland”. Goddeau.com, 01/02/2010. (http://www.goddeau.com/content/view/7069) VANDEN BROECK, Joris. “Beach House - Teen Dream”. Goddeau.com, 27/01/2010. (http://www.goddeau.com/content/view/7049) VANDEN BROECK, Joris. “Fever Ray - Fever Ray”. Goddeau.com, 20/03/2009. (http://www.goddeau.com/content/view/5767) VANDEN BROECK, Joris. “Fuck Buttons – ‘Tarot Sport’”. Rifraf jrg. 20 nr. 209 (oktober): 2009. 12. VANDEN BROECK, Joris. “The Black Box Revelation – Silver Threats”. Goddeau.com, 10/02/2010. (http://www.goddeau.com/content/view/7120) VANDEN BROECK, Joris. “The Black Box Revelation – ‘Silver Threats’”. Rifraf jrg. 21 nr. 212 (februari): 2010. 19. VANDEN BROECK, Joris. “The Black Keys – ‘Brothers’”. Rifraf jrg. 21 nr. 215 (mei): 2010. 26. VANDENWEEGHE, Hanne. “Fever Ray, ‘Fever Ray’ (2009). Gevaarlijk spul”. Cuttingedge.be, 22/03/2009. (http://www.cuttingedge.be/music/reviews/153876-fever-rayfever-ray-) VANTYGHEM, Peter. “Beach - House Teen Dream”. De Standaard 23/01/2010: 54. De muziekrecensent: journalist of reclameman?
74
VANTYGHEM, Peter. “Eels – End Times”. De Standaard 16/01/2010: 46. VANTYGHEM, Peter. “Grizzly Bear – Veckatimest”. De Standaard 23/05/2009: 40. VANTYGHEM, Peter. “Tinariwen – Imidiwan: Companions”. De Standaard 01/08/2009: 42. VERGAUWEN, Kevin. “The Black Box Revelation – Silver Threats”. Damusic.be, 31/03/2010. (http://damusic.be/cd/the-black-box-revelation/silver-threats) VERHEECKE, Wouter. “Stijn – Ten Danz”. Damusic, 06/06/2010. (http://damusic.be/cd/stijn/ten-danz) VERHEYDEN, Pieter. “Deftones – ‘Diamond Eyes’”. Rifraf, jrg. 21 nr. 215 (mei): 2010. 33. VERHEYDEN, Pieter. “Hole – ‘Nobody’s Daughter’”. Rifraf, jrg. 21 nr. 215 (mei): 2010. 32. VERLAAN, Daniël. “Grizzly Bear – Veckatimest. De Pet Sounds van 2009”. Kindamuzik.net, 27/05/2009. (http://www.kindamuzik.net/recensie/grizzly-bear/veckatimest) VERMEERSCH, Bram. “Admiral Freebee – ‘The Honey And The Knife’”. Rifraf jrg. 21 nr. 213 (maart): 2010. 24. VERMEERSCH, Bram. “Editors – ‘In This Light And On This Evening’”. Rifraf jrg. 20 nr. 209 (oktober): 2009. 10. VERMEERSCH, Bram. “Eels – ‘End Times’.” Rifraf jrg. 21 nr.212 (februari): 2010. 30. VERMEERSCH, Bram. “Jónsi – ‘Go’”. Rifraf, jrg. 21 nr. 214 (april): 2010. 10. VERVAET, Steven. “Deftones: Diamond Eyes”. Digg.be, 10/05/2010. (http://www.digg.be/articles.php?id=3086) VERVAET, Steven. “Fever Ray: Fever Ray”. Digg.be, 30/03/2009. (http://www.digg.be/articles.php?id=2652) VERVAET, Steven. “Fuck Buttons: Tarot Sport”. Digg.be, 16/11/2009. (http://www.digg.be/articles.php?id=2873) VERVAET, Steven. “LCD Soundsystem: This Is Happening”. Digg.be, 01/06/2010. (http://www.digg.be/articles.php?id=3097) VERVAET, Steven. “Liars: Sisterworld”. Digg.be, 22/03/2010. (http://www.digg.be/articles.php?id=3045) VERVAET, Steven. “Massive Attack: Heligoland”. Digg.be, 15/02/2010. (http://digg.be/articles.php?id=3005) VRIJMOED, Hans. “Beach House – Teen Dream. Weemoedig en bloedmooi”. Kindamuzik.net, 18/02/010. (http://www.kindamuzik.net/recensie/beach-house/teendream/19814/)
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
75
WILLEMS, An. “Eels: End Times”. Digg.be, 01/02/2010. (http://www.digg.be/articles.php?id=2992) WILRI, Wim. “Deftones - Diamond Eyes”. De Morgen 30/04/2010: 48.
5.2.
Secundair
AERTS, Jerry; BROSSÉ, Dirk; COUVREUR, Walter; DERMAUT, Steven; DUJARDIN, Paul; FOCCROULLE, Bernard; HENDERICKX, Wim; METDEPENNINGHEN, Erna; MICHIELS, Jan; SEL, Dries; VAN IMMERSEEL, Jos. “De muziekkritiek in Vlaanderen”. Contra, jrg. 1 nr. 1 (maart-april): 2001. 3-9. ARONSON, Elliot; PRATKANIS, Anthony. Age of propaganda. The everyday use and abuse of persuasion. New York: W. H. Freeman And Company, 2001. BAARDA, D. B.; DE GOEDE, M. P. M.; TEUNISSEN, J. Basisboek kwalitatief onderzoek. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff, 2005. BAUWENS, Erwin. Methodologische bedenkingen bij de constructie van een inhoudsanalyse. Gent: Rijksuniversiteit Gent, 1984. BERELSON, Bernard. Content analysis in communication research. New York: Free Press, 1952. BOEREBOOM, Marcel. “Beschouwingen over muziekkritiek en muziekanalyse”. Klasse der schone kunsten, jrg. 23 nr. 2: 1961. BRAAS, Cees; VAN DER GEEST, Ellie; DE SCHEPPER, Annemieke. Argumenteren. Groningen: Wolters-Noordhoff, 2001. BROSSÉ, Dirk e.a. “De muziekkritiek in Vlaanderen”. Contra, jrg. 1 nr. 1 (maart-april): 2001. 3-9. DE BEER, Roland. “Elke kritiek is een zelfportret van de criticus”. Contra, jrg. 1 nr. 1 (maart-april): 2001. 17-18. DE SMET, Anne. Theorie en praktijk van de theaterkritiek. Een inhoudsanalyse van 1 jaar dagbladrecensies in het n.t.g. Gent: Rijksuniversiteit Gent, 1985. DEARING, James W.; ROGERS, Everett M. Agenda-Setting. Thousand Oaks: Sage, 1996. 140. DELTOUR, Pol. De journalist en zijn statuut. Cursus in het kader van de Masteropleiding Journalistiek aan het departement Toegepaste Taalkunde van de Vrije Universiteit Brussel. Brussel: Vrije Universiteit Brussel, 2009. DOORMAN, Maarten. De vrede graast zonder genade. Over literaire kritiek. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2001. De muziekrecensent: journalist of reclameman?
76
EVERS, Huub. Media-ethiek. Morele dilemma’s in journalistiek, communicatie en reclame. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff, 2007. HERRUER, Paul. “Plots ploft men in stilte. Kan schrijven over muziek?”. Mens en melodie, jrg. 49 nr. 8: 1994. 566-571. KEYMEULEN, Tom. Het Vlaams Blok in de Vlaamse dagbladpers. Gent: Universiteit Gent vakgroep Communicatiewetenschappen, 2001. LAEVEREN, Kristien; MORTELMANS, Dimitri. Het nucleaire in de Vlaamse media. Een kwalitatieve inhoudsanalyse van de verslaggeving over het eerste transport van hoogradioactief afval. Antwerpen: Universiteit Antwerpen, 2001. LUTTIKHUIS, Paul. “De vertaling van het applaus. De muziekcriticus: tussen componist en publiek”. Mens en melodie, jrg. 46 nr. 3: 1991. 141-147. LUYTEN, Hans. Popjournalistiek in de Vlaamse dagbladpers. Gent: Rijksuniversiteit Gent, 1985. PAAP, Wouter. Wegen en dwaalwegen der muziekkritiek. Utrecht/Antwerpen: Uitgeverij Het Spectrum, 1978. MASO, Ilja; SMALING, Adri. Kwalitatief onderzoek: praktijk en theorie. Amsterdam: Uitgeverij Boom, 1998. MOOIJMAN, Ruben. “Lui, volgevreten en kritiekloos.” De Standaard 25/03/2006: 22. NAESS, Arne. Elementaire argumentatieleer. Schoten: Uitgeverij Westland, 1978. RAMAN, Selden (red.). The theory of criticism. From Plato to the present. Londen/New York: Longman, 1988. RIJSSENBEEK, Robert C.J.M. De taal als tolk: uitspraak en bewijs. Argumentatie-leer.’s Gravenhage: Stichting Aros, 1999. STEEGEN, Ruben. De relatie tussen pers en public relations: de Fortis-case. Brussel: Erasmushogeschool, 2009. STEENHAUT, Bart. “Waarom u in De Morgen geen interview met Novastar leest”. De Morgen 28/02/2004: 20. STROOP, Jan. “De Nederlandse popjournalistiek”. Opgenomen in Popmuziek: kunst, cultuur of koopwaar? (red. Stroop, Jan): Amersfoort, 1977. 96-97. TEN HOOVE, Sanne. Grenzen in de journalistiek. Raad voor de Journalistiek tussen 1987 en 2003. Amsterdam: Otto Cramwinckel Uitgever, 2003.
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
77
VAN EEMEREN, Frans H.; SNOECK HENKEMANS, Fransisca A. Argumentatie. Inleiding in het analyseren, beoordelen en houden van betogen. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff, 2006. VAN PUTTEN, Bas. “Kruistocht tegen de Filistijnen. Over kunst en kunstkritiek.” Mens en melodie, jrg. 53 nr. 2: 1998. 57-59. VERMIJLEN, Bart. Under press(ure). Een sociologisch onderzoek naar de invloed van de commercialisering van de geschreven pers op de omgang van muziekjournalisten met de muziekindustrie in Vlaanderen. Brussel: Vrije Universiteit Brussel, 2005. WAGEMANS, Hans. “Het popblad, verlengstuk van de platenindustrie?”. Opgenomen in Popmuziek: kunst, cultuur of koopwaar? (red. Stroop, Jan): Amersfoort, D.I.C. 90-93. (Eerst verschenen in Sozialistische Zeitschift für Kunst und Gesellschaft, nr. 6: 1971.)
5.3.
Internetbronnen
MISSAULT, Bram. “Hedendaagse muziekjournalistiek in Vlaanderen: het spoor bijster?”. Digg.be, 27/05/2010. Geraadpleegd 29/05/2010. (http://www.digg.be/articles.php?id=3095)
De muziekrecensent: journalist of reclameman?
78