Iedereen mag dit sprookje gratis gebruiken, mits mijn naam (IRINA - Irene A. BakkerSterk) en website (www.irinasprookjes.nl) worden vermeld. Ook mag er geen geld aan worden verdiend. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Er leefden eens een koning en een koningin. De koningin had een lief gezicht en een zacht karakter en de koning had een edel voorkomen en een trotse houding. Hij zag er graag goed uit en daarom besteedde hij veel aandacht aan zijn kleding. Kasten vol broeken, overhemden, zakdoeken en sokken bezat hij. En alles wat hij droeg, paste perfect bij elkaar… Ze woonden samen met hun dochtertje, een schattig prinsesje met stralende ogen en blonde krulletjes, in een klein paleis met een kleine tuin vol kleurige en geurige bloemen in een klein landje waarover ze samen regeerden. Dat wil zeggen: de koning regeerde meer het landje. Hij zorgde er voor dat de schatkist gevuld bleef, vaardigde wetten uit, reisde veel, ging op staatsbezoek en bewaakte zijn grenzen. Als hij thuis was, zorgde hij voor de tuin en plukte bloemen voor zijn koningin. De koningin regeerde over het paleisje. Ze had geen bedienden, daarvoor was het te klein, maar ze vond het fijn de ramen te zemen, de troon te poetsen en de vloeren te boenen tot alles weer glom. Ook de kleding van de koning werd door haar gewassen en zorgvuldig gestreken, zodat haar man er altijd piekfijn uitzag. Samen voedden ze het kleine prinsesje op. Ze hielden veel van het meisje dat voorspoedig opgroeide tot een knappe, intelligente prinses, die prachtig piano kon spelen. Zodra zij de toetsen aanraakten, stopten de vogels hun gezang om te kunnen luisteren… zò mooi klonk de muziek. Naarmate de jaren vorderden, werden ze ouder en hun haren grijzer en grijzer. Hun dochter was al lang geleden vertrokken. Ze had haar eigen koninkrijk gesticht, haar eigen paleis gebouwd en had inmiddels ook twee kinderen gekregen, die nu alweer bijna volwassen waren. In haar vrije tijd speelde ze nog steeds graag piano. De oude koning en zijn koningin stonden er nu alleen voor en hun taken vielen hen zwaarder en zwaarder. Edoch… ze redden het nog net! En toen hen werd voorgesteld om in een kleiner, moderner en comfortabeler paleis te gaan wonen, dat veel gemakkelijker te onderhouden was, wezen ze dat af; ze waren te zeer aan hun eigen kleine domein gehecht. Maar op zekere dag werd de oude koningin ziek... Het was een langzaam voortschrijdende ziekte, die ervoor zorgde dat ze zich nog maar moeizaam kon bewegen en haar armen beverig maakte. Ze kon haar werk niet meer doen en had verzorging nodig. De koning zag het, stond in tweestrijd en nam toen een moeilijk besluit. Hij zou zijn vrouw verzorgen en haar taken in het paleis zoveel mogelijk overnemen. Hij liep naar zijn vrouw toe om het haar te vertellen.
Maar op zekere dag werd de oude koningin ziek... Het was een langzaam voortschrijdende ziekte, die ervoor zorgde dat ze zich nog maar moeizaam kon bewegen en haar armen beverig maakte. Ze kon haar werk niet meer doen en had verzorging nodig. De koning zag het, stond in tweestrijd en nam toen een moeilijk besluit. Hij zou zijn vrouw verzorgen en haar taken in het paleis zoveel mogelijk overnemen. Hij liep naar zijn vrouw toe om het haar te vertellen. Plotseling stond er een vreemd oud mannetje voor zijn neus. Zo maar uit het niets verschenen. Het mannetje boog diep en zei: - “Sire, u heeft nog geen passende kleding voor uw nieuwe taak. Wilt u mijn collectie eens bekijken? Wellicht kan ik u van dienst zijn?” - “Ik zou ook niet weten welke kleding ik hierbij moet dragen. Ik kan moeilijk een schort voordoen. Het moet wel iets zijn dat bij mijn kroon past.” antwoordde de koning. “Een uniform misschien?” - “Laat u dat maar aan mij over, sire. Bij uw nieuwe taak past maar één soort kleding: een zorgmantel. Ik maak een mantel voor u die u prachtig zal staan, van prima kwaliteit en onverslijtbaar. U boft, want ik ben een mantelspecialist.” Hij opende een koffer en legde hem verschillende stalen van stoffen voor: zijde, maar die was niet geschikt omdat alles er vanaf gleed, katoen, niet stevig genoeg, of nylon: te benauwend. De koning wist niet wat hij moest kiezen. - “Sire, eigenlijk is er maar één stof die voor uw mantel in aanmerking komt: Loden stof, want die valt mooi en gaat levenslang mee.” De koning moest hem gelijk geven en de kleermaker ging hard aan het werk. De volgende dag stond hij weer voor de koning. - “Hier is uw mantel, Sire”. - “Wat is hij zwaar!”, zuchtte de koning. - ”Dat komt door de loden stof. Bovendien is het een zorgmantel en daar zit een ingebouwd juk in.“ - “Is die mantel dan niet verschrikkelijk duur?” - “U hoeft er niets voor te betalen, want zorgmantels krìjg je altijd… voor niets…, onverwacht en ongevraagd. Deze mantel zal u sieren, maar u kunt hem nooit meer afdoen. Alleen als u hem met veel liefde draagt is hij licht en zult u het juk niet voelen.”
De koning sloeg de mantel om en nam de zorg voor zijn koningin op zich. Ook regeerde hij zijn land en liet hij het paleis een beetje aanpassen, zodat de koningin wat gemakkelijker te verzorgen was en de taken in het paleis wat eenvoudiger werden. Dat ging een tijdje goed tot ook de koning zich zwakker voelde worden en de paleisdokter, een geleerde kabouter, bezocht… Deze onderzocht hem, schudde triest zijn hoofd, gebruikte een paar potjeslatijnse krachttermen en vertelde hem toen dat hij ongeneeslijk ziek was. De koning was bedroefd, maar zei tegen niemand wat de paleisdokter gezegd had. Hij sliep slecht en hij leefde alleen nog maar voor zijn koningin. De mantel werd zwaarder en het juk begon op zijn schouders te drukken. Het werd steeds moeilijker voor het oude koningspaar. Hulp van anderen wezen ze af, want ze wilden niemand tot last zijn. Dat was heel triest, want daardoor werden ze ook heel eenzaam… En de prinses dan…? Zij had haar eigen leven. Soms sprong ze wel eens bij, maar ze had weinig tijd; zij had haar eigen taken die ze moeilijk los kon laten. Ze speelde graag piano en praatte graag met haar vrienden. De koning wist dat. Dus… als ze aan hem vroeg of het nog wel ging, kreeg ze te horen dat alles goed was. De prinses zag wel dat de gezondheid van de koning minder werd, maar de koning wilde er niet over praten. Dat moest ze respecteren, maar het gaf haar wel een machteloos gevoel. Toch sprak ze soms op hem in en uiteindelijk moest de koning toch toegeven dat het allemaal te zwaar werd. Direct kwam de prinses in actie… Ze ging naar de zorgkaboutertjes en vroeg hen haar ouders te helpen. Ze keken bedenkelijk, want ze waren al erg druk en ze hielden al een wachtlijst bij, maar ze beloofden dat ze vaak op bezoek zouden komen om het paleis schoon te houden en een deel van de verzorging van de koningin over te nemen. Ze deden dat weliswaar niet voor niets, zoals vroeger in sprookjes gebeurde, maar ze deden het wèl goed. Alleen de tuin, die deden ze niet, want aan tuinkabouters was groot gebrek. De prinses zou zelf voor de tuin moeten zorgen. Er zat niets anders op en elke week was de prinses een paar uurtjes in de tuin aan het werk. Op deze manier konden de koning en de koningin in hun eigen paleis blijven wonen en nog heel lang plukte de koning - in zijn eigen tuin - bloemen voor de koningin. Totdat - op een kwade dag - de koning niet meer van zijn bed overeind kon komen. Hij was helemaal verzwakt, want hij had al dagenlang niet gegeten en de mantel was een ondraaglijke last voor hem geworden. De prinses en haar kinderen gingen naar hem toe en zagen dat hij zelfs in bed nog zijn zorgmantel droeg. Voor hij stierf gaf hij de zorgmantel aan de prinses. De prinses aarzelde even voor ze hem aannam, en deed hem toen om. De koning sloot gerustgesteld zijn ogen en zijn leven was voorbij. Eenzaam, verdrietig en vol zorgen bleef de oude koningin achter. - “Hoe moet het nu verder met me? Ik kan niet alleen in het paleis blijven, maar ik wil ook niet weg!” sprak ze tot haar dochter. De prinses dacht na. Haar in haar paleis opnemen was helaas niet mogelijk. Het was er te klein, te ongemakkelijk en te druk voor de oude koningin. Er bleef maar één mogelijkheid
over: de prinses moest haar tijd verdelen tussen haar gezin en de koningin en met wat extra hulp van de zorgkabouters zou de koningin dan in haar eigen paleis kunnen blijven In het begin ging dat ook heel goed. De prinses hield veel van haar moeder en daarom voelde de mantel aan als een lichte last. Ze voelde zelfs niet dat er een juk in zat. Ze droeg de zorgmantel met zwier en hij stond haar fantastisch. Helaas ging de gezondheid van de koningin steeds meer achteruit, ze voelde zich eenzaam en ze vroeg steeds meer zorg en aandacht. De zorgkabouters probeerden de prinses meer werk uit handen te nemen, maar er waren veel zieke mensen en ze moesten heel erg oppassen dat ze niemand te kort deden. Ze konden alleen nog maar aangepaste stukjes zorg, op maat, geven. Toen er nog meer zieken kwamen, moesten ze de kaasschaafmethode toepassen en tenslotte soms zelfs de botte bijl hanteren. De prinses deed wat ze kon, maar er werd steeds meer van haar gevraagd: boodschappen doen, eten koken, waken, vruchtensap persen, wassen draaien, strijken en de financiën van de schatkist bijhouden. Kortom: te veel om op te noemen. Ze werd doodmoe, werd het zat om altijd klaar te moeten staan en ze wilde wat meer thuis zijn. Haar man zag ze bijna niet meer - ze misten elkaar - en haar kinderen hadden haar nodig. Ook haar vrienden vervreemdden van haar, want ze had geen tijd voor ze. Haar piano bleef onaangeroerd; nooit meer klonken de klanken door het paleis. Door tijdgebrek verwaarloosde ze de tuin van haar vader en ze werd verscheurd door schuldgevoel, omdat er van alle kanten aan haar werd getrokken. De mantel werd zwaarder en zwaarder. Het liefst zou ze willen dat iemand anders de mantel ging dragen, zodat ze weer lichter kon leven. Maar dat ging niet – haar moeder had haar nodig. Soms kwam er ziekenbezoek. Ze beklaagden haar moeder, lieten zich koffie en thee voorzetten of ze aten gezellig een hapje mee, zodat er nog meer werk voor de prinses was. Ze kwamen voor de koningin en hadden verder geen aandacht voor de prinses. Ja, soms zei iemand dat ze zo’n mooie mantel had en dat hij haar zo prachtig stond. Maar als ze dan vroeg of ze hem wilden passen en hem een poosje van haar over wilden nemen, zodat ze naar haar paleis en kinderen kon, dan mompelden ze iets over de kleur die hen niet stond of dat het model hen dik maakte. En vervolgens bedankten ze haar voor de eer en vertrokken weer zo snel mogelijk. Op het laatst vroeg de prinses het maar niet meer en berustte in haar lot. Ze moest doorgaan met de taak die ze op haar schouders had genomen en cijferde zich weg. Een gevoel van eenzaamheid bekroop haar, het schuldgevoel drukte op haar schouders en maakte haar steeds kleiner tot ze bijna bezweek. Haar leven werd steeds kleurlozer en op een dag betrapte ze zich er zelfs op dat ze wenste dat de oude koningin gauw zou sterven, zodat ze weer vrij kon zijn ..., weer naar haar gezin en vrienden kon gaan… en weer tijd had om piano te spelen… Ze vroeg zich vaak af of zij de enige was die zo’n zware zorgmantel droeg, of bij iedereen het juk zo knelde en of er meer mensen waren die zulke lelijke gedachten hadden…
Radeloos liep de prinses door de lange gangen van het paleis. Wat gebeurde er met haar? Hoe kwam ze aan die nare gedachten? Aan het eind van de gang hing een spiegel aan de muur. (Nee, het was geen toverspiegel). De prinses bekeek zichzelf en schrok. Was dat vermoeide gezicht met al die lijntjes en die verbitterde trek rond de mond het hare? De ogen in dat gezicht stonden dof, terwijl ze vroeger glansden en dan dat verpieterde haar, waren dat ooit blonde krullen? En alle blijdschap en vreugde die ze vroeger uitstraalde, waren verdwenen… Onder de spiegel staat een stoel. “Het lijkt wel of de stoel me naar zich toe trekt” dacht de prinses. Ze wilde weglopen, maar dat was onmogelijk. Ze zinkt in de stoel en ze valt… en valt… Wat overkomt haar? Vol angst sluit ze haar ogen, maar dan voelt ze hoe ze opgevangen wordt door een paar sterke armen. Ze kijkt op en ziet het gelaat van de oude koning. De koning zegt dat hij van de prinses houdt, en het niet meer kan aanzien hoe ze lijdt. Hij is er trots op dat ze de zorgmantel nog draagt en wil haar niet de mantel uitvegen, maar een laatste geschenk geven voordat hij in de eeuwigheid verdwijnt. - “Papa, ik mis je zo! En ik begrijp nu pas goed hoe zwaar en eenzaam jouw laatste jaren waren.” - “Leer dan van mijn fouten kind en volg de regels” en de koning geeft haar een prachtig versierd kistje. De prinses wrijft in haar ogen. Droomt ze? Of gebeurt er een wonder? Het kistje ligt nog steeds op haar schoot. Haar handen maken het open en ze ziet dat er vijf platte pakjes in liggen met daar bovenop een gouden schaar. Wat moet ze daar nu mee? Nieuwsgierig maakt ze het eerste pakje open. Het is een schilderijtje van een piano met daarbovenop een dienblad met een heerlijke maaltijd en een gemakkelijke fauteuil ernaast. Aan de onderkant is een gouden plaatje bevestigd met een inscriptie. Ze leest: Regel 1: Neem tijd voor jezelf. Zorg dat je goed eet, rust uit en zorg voor ontspanning. - “Natuurlijk”, denkt ze, “als ik fit blijf, dan kan ik het zorgen voor mama beter volhouden en houd ik ook plezier in mijn leven.” Ze maakte het tweede pakje open. Weer een schilderij – een groepsportret van de mensen om haar heen: haar man, kinderen, vrienden, kennissen, de buren - en ook weer een plaatje met inscriptie. Regel 2: Vergeet deze mensen niet. Ze zijn belangrijk voor je. Vraag of ze je willen helpen en probeer niet alles alleen op te knappen. Ze knikt, want ze realiseert zich dat ze de zorgmantel kan delen.Wat zou er in het derde pakje zitten? Ze scheurt het papier eraf. Vreemd… , allemaal grijze wolken met een zwarte achtergrond. Daarop staan op een rij grote witte cijfers. 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2,1, 0. Ze denkt na… Wat zei haar vader vroeger altijd tegen haar? “Wie zichzelf wegcijfert, wordt vanzelf een NUL.” Grijze en zwarte gedachten… Ze kijkt op het plaatje.
Regel 3: Begrens je hulp en zorg dat de zwarte gedachten niet de overhand krijgen. Zoek anders hulp voor jezelf. Je bent de moeite waard! Het vierde pakje is aan de beurt. Nu is het een schilderij van een gerafeld netwerk. Op het plaatje leest ze: Regel 4: Versterk je netwerk en vul de kaart in. Z.o.z. Z.o.z.? Ze draait het schilderij om. Op de achterkant ziet ze een lege netwerkkaart met een ingevuld voorbeeld ernaast. Ze belooft zichzelf om hem goed te bekijken als alle pakjes open zijn. Het laatste pakje maakt ze nu open. Op het schilderij staan allemaal zorgkabouters. Haar blik gaat naar het plaatje. Regel 5: Laat je niet ringeloren door de zorgkaboutertjes. Bedenk dat jij hun ‘partner in de zorg’ bent. Ze kunnen net zo min zonder jou als jij zonder hen. “Wat een geweldige geschenken had ze ontvangen en wat was haar vader wijs!!! Het was allemaal waar… Ze had de hele zorg van de koningin op haar schouders genomen, wilde de perfecte vrouw en moeder zijn. Ze at niet goed, nam geen tijd voor zichzelf en ze was er niet meer voor haar vrienden. Het ergste was echter: ze was er niet meer voor zichzelf!” Nieuwsgierig maakt ze de netwerkkaarten los en bekijkt ze. Op het voorbeeld ziet ze wat er mogelijk kan zijn. Ze pakt een pen en begint direct de lege kaart in te vullen. Een paar hokjes laat ze nog open, die kan ze later invullen. Wat een ruimte krijgt ze... Ze voelt hoe het juk van haar schouders glijdt. Ze staat op en bekijkt zich in de spiegel. Ze staat fier rechtop, haar schouders recht en haar mantel voelt al veel lichter. “En nu een hamer en spijkers!” Met de schaar, de schilderijtjes, de hamer en de spijkers loopt de prinses naar haar kamer en hangt de vijf schilderijtjes naast elkaar boven haar bed. Die regels mag ze nooit meer vergeten. Vervolgens pakt ze de schaar en begint in de mantel te knippen. Ze maakt er allemaal ongelijke lapjes van. Zelf neemt ze het grootste stuk en de rest… Ja, wat doet ze met de rest?… Ze gaat naar de zorgkabouters! - “Ik zou graag willen dat jullie een poosje de totale zorg voor mijn moeder overnemen. Ik moet er een paar dagen tussenuit, naar huis…, anders gaat het mis en kan ik helemaal niet meer voor moeder zorgen”. Natuurlijk hadden de kabouters eigenlijk geen tijd, maar aan de prinses was duidelijk te zien dat ze meende wat ze zei. Ze overlegden ‘plenair’, ‘stelden de prioriteiten bij’, pasten het ‘zorgplan aan’ en riepen toen in koor: “We roepen nog wat flexkabouters op en dan zal dat wel lukken. Neem het er maar even van.” De prinses geeft hen blij een paar stukjes van de mantel (en niet de kleinste) en vertrekt. Haar man en kinderen zijn blij haar weer thuis te zien. Ze bezoekt haar vrienden en kennissen, en ook de koningen en koninginnen die op bezoek kwamen en ze verdeelt alle stukjes van de mantel onder hen. Ze gaat zich steeds beter voelen en energieker.
Helemaal uitgerust en stralend als vanouds, met een netwerkkaart die ze helemaal heeft ingevuld, gaat ze weer naar haar moeder. Ze omhelst haar en zegt: - “Mam, ik beloof je dat ik je niet in de steek zal laten.! Zoveel als in mijn vermogen ligt, zal ik er voor je zijn, maar je moet weten dat er ook anderen zijn, die voor mìj belangrijk zijn. Begrijp je dat?” De oude koningin glimlacht begrijpend en vraagt haar aan de piano plaats te nemen en iets voor haar te spelen. De prinses aarzelt – het is al zo lang geleden. Voorzichtig laat ze haar vingers over de toetsen glijden. Dan begint haar hart te zingen en de eerste klanken stijgen op. Dit sprookje eindigt niet met: ze leefde nog lang en gelukkig. Nee, de prinses vond een evenwicht … en is dat niet hetzelfde als geluk?
Laatst bijgewerkt: 21-12-2007 11:16:43 Copyright © 2005/2007 IRINA Alle rechten voorbehouden.