Ander werk van Edward van de Vendel bij Querido Superguppie (gedichten, met tekeningen van Fleur van der Weel, 2003) Woutertje Pieterse Prijs 2004, Zilveren Griffel 2004, Vlag en Wimpel van de Penseeljury 2004 Superguppie krijgt kleintjes (gedichten, met tekeningen van Fleur van der Weel, 2005) De groeten van Superguppie (gedichten, met tekeningen van Fleur van der Weel, 2008) Ajax wint altijd. Alles wat je over Ajax wilt weten! (non-fictie, 2009) Vlag en Wimpel van de Griffeljury 2010 Hoera voor Superguppie! (gedichten, met tekeningen van Fleur van der Weel, 2010) Zilveren Griffel 2011 Sofie en de pinguïns (met tekeningen van Floor de Goede en fotostrips van Ype + Willem, 2010) Pluim van de Senaat van de Nederlandse Kinderjury 2011, Prijs van de Vlaamse Kinder- en Jeugdjury 2012 Toen kwam Sam (met tekeningen van Philip Hopman, 2011) Zilveren Griffel 2012 De raadsels van Sam (met tekeningen van Philip Hopman, 2012) Sofie en het vliegende jongetje (met tekeningen van Floor de Goede en fotostrips van Ype + Willem, 2012) Ajax kinderjaarboek 2013/2014 (non-fictie, 2013) Ik juich voor jou (gedichten, bij tekeningen van Wolf Erlbruch, 2013) Ander werk van Edward van de Vendel en Floor de Goede Opa laat zijn tenen zien (stripgedichten, 2008) Zilveren Griffel 2009 Draken met stekkers (stripgedichten, 2010) Vlag en Wimpel van de Griffeljury 2011
www.queridokinderboeken.nl www.edwardvandevendel.com www.doyouknowflo.nl www.fotostrips.nl www.deboekenvansofie.hyves.nl
Copyright tekst © 2013 Edward van de Vendel Copyright illustraties © 2013 Floor de Goede Copyright tekst en beeld fotostrips © 2013 Ype Driessen en Willem Stam Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, in enige vorm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Em. Querido’s Uitgeverij bv, Singel 262, 1016 ac Amsterdam. Omslagillustratie Floor de Goede Vormgeving Marjan Landman isbn
978 90 451 1547 4 / nur 282
EDWARD VAN DE VENDEL
Sofie en
het ijsbeertje Met tekeningen van Floor de Goede Met fotostrips van Ype + Willem
Q Amsterdam . Antwerpen Em. Querido’s Uitgeverij bv 2013
Sofie zweeft L o l ly
’s!
Sofie hangt ondersteboven aan de rekstok op het plein. ‘Doe nou niet,’ zegt Billie, die naast haar staat en haar beste vriend is. ‘Je valt op je kop. Jij valt altíjd op je kop,’ zegt Timmie, die ook naast haar staat en ook haar beste vriend is. ‘Maar ik kan het best,’ zegt Sofie. Ze slingert heen en weer, want ze wil zichzelf van de stok af zwaaien. Dat is moeilijk. Ze moet in één keer op haar voeten komen te staan. En ze mag haar handen niet gebruiken. Die hangen los in de lucht. ‘Ja!’ roept ze. Ze zweeft, ze zweeft! Daarna landt ze op de tegels. Op haar buik. ‘Oef,’ zegt ze. Gelukkig zijn de tegels van rubber. ‘Jij luistert nooit naar ons,’ zegt Billie, ‘dus nu rapen we jou ook niet op.’
2
Sofie wordt door de meester van groep drie naar binnen gebracht. Hij plakt pleisters op haar ellebogen, een aan elke kant. ‘Het valt mee,’ zegt hij tegen de juf van Sofie, die in de deuropening van het lokaal staat. De juf kijkt naar Sofie en zucht: ‘Meiske toch. Wat moet ik nou vanmiddag tegen je vader en moeder zeggen?’ Vanmiddag? O ja, de tienminutengesprekken. De vaders en moeders komen naar school. Om met de juf over hun kind te praten. ‘Dat ik gevallen ben, toch?’ vraagt Sofie. ‘Ik was aan het oefenen.’ ‘Sofietje,’ zegt de juf, ‘soms maak ik me zorgen om jou.’ Dat begrijpt Sofie niet. Ze heeft helemaal geen kapotte botten en ook geen gebroken hoofd. Ze wil vragen wat de juf bedoelt, maar nu kijkt de juf al naar Billie en Timmie. Die zijn met Sofie mee naar binnen gelopen. Omdat ze met z’n drieën vrienden zijn, natuurlijk. En een clubje. Ze fietsen samen naar school. Ze eten tussen de middag bij elkaar. Ze hebben dezelfde oppas: Donny, die ook de oom is van Sofie, een héél jonge oom. En ze hebben hetzelfde lievelingsdier: pinguïns. Sofie is er verliefd op. En Billie en Timmie? Nou ja, zij ook. Een pinguïnclubje, dat zijn ze. ‘Billie Zoetewoud!’ zegt de juf. ‘Timmie de Hoog! Laten jullie je vriendinnetje zomaar op de grond vallen? O, en hoe zit dat met jullie spreekbeurten? Het schooljaar is bijna voorbij, dus jullie moeten volgende week. Nee, niet wegduiken nu!’
3
4
Na schooltijd Re n n e n !
Zo begint de woensdag. Met pleisters en met spreekbeurtenhuiswerk. En Sofie ziet dat Donny, zoals altijd, bij het hek staat te wachten. Met zijn fiets. Maar ze ziet ook de juf. Die is naar Donny toe gegaan. Ze zegt iets tegen hem en opeens kijkt Donny naar Sofie. Ze is nog lang niet bij hem in de buurt, maar Sofie begrijpt het heus wel: de juf praat over haar! Jufs gezicht staat bezorgd. En Donny’s gezicht staat eh... boos? Wat gebeurt daar? ‘Rennen!’ zegt Sofie, en binnen tien tellen staan ze met z’n drieën tussen Donny en de juf. 5
DIT IS ECHT WAAR Pinguïn krijgt naam (1) In het vorige boek over Sofie (Sofie en het vliegende jongetje) kon je lezen over de Japanse pinguïn die uit een dierentuin ontsnapte door op een rots te klimmen die twee keer zo hoog was als hijzelf. Wekenlang bleef hij weg. Hij werd verschillende keren gezien, maar liet zich pas na tweeëntachtig dagen vangen. Al die tijd heette hij Nummer 337. De dierentuin vond dat de beroemd geworden pinguïn een naam moest hebben. Uit meer dan zesduizend inzendingen kozen ze de naam Sazanami. Dat woord lijkt een beetje op het Japanse woord voor 337, en het betekent ‘Kleine golfjes’. Omdat Sazanami als een kleine golf wegspoelde en weer terug kwam rollen.
Die opeens niks meer zeggen. Zie je wel. Sofie laat haar ellebogen zien. Ze zegt: ‘Ik heb pleisters!’ Donny kijkt er niet eens naar. Het is net of hij haast heeft. ‘Kom,’ zegt hij, ‘pak jullie fietsen. Juf, we moeten weg. Wij gaan bij de pinguïns eten.’
Een bosje touwtjes
Wat maakt het uit?
Sofie weet de weg in de dierentuin. Vroeger werkte opa hier, hij timmerde de hekjes en de borden. Toen werd hij ontslagen en wilde hij er nooit meer komen. Maar de dierentuinmensen hebben sorry gezegd. En een jaarkaart voor de familie opgestuurd. Nu kunnen opa, oma, papa, mama en Sofie gewoon doorlopen bij de ingang.
Bovendien wordt Donny binnenkort snoepverkoper in de dierentuin! Dat doet hij als bijbaantje, om geld te verdienen. Hij heeft alvast, net als opa, een familiekaart gekregen. Daar heeft hij niet alleen zijn vriendin Melinde op laten zetten, maar ook Billie en Timmie. Nu moeten ze, als ze in de dierentuin zijn, doen alsof Donny hun vader is. Dat kán niet, hij is veel te jong – maar wat maakt het uit? Vrienden of familie, dat is toch net een in de knoop geraakt bosje touwtjes? 7
Spreekbeurten, breekbeurten Zwiep, zw i e p, zwiep!
Ze eten bij de zwartvoetpinguïns. Er zijn ook koningspinguïns in de dierentuin, en ezelspinguïns, maar die wonen achter glas. De zwartvoetjes kunnen beter tegen de warmte, ze staan gewoon in de zon. Op de picknicktafel die in de buurt van hun hok is neergezet was nog plek, dus nu kan Sofie naar haar lievelingsdieren kijken als ze in haar broodje bijt. ‘Spreekbeurten, breekbeurten,’ zegt Timmie. ‘Spreekbeurten moeten de lucht in vliegen! Baf! Baf! Ik schiet er zo twee gaten in, met een geweer.’
Sofie giechelt. Er valt een hapje brood uit haar mond. Een mus, die een eindje verder in zijn veren aan het wroeten was, ziet het en hipt dichterbij. Als hij durft zal hij het oppikken. Straks. ‘Ik doe mijn spreekbeurt over fruit,’ zegt Billie. ‘Over het doodmaken van fruit.’ Hij heeft de telefoon van Donny gepakt. Er zit een spelletje op waarbij je vruchten doormidden moet hakken. Ze vliegen de lucht in en je doet zwiep! zwiep! zwiep! met je vingers. ‘Hij doet het over fruit,’ zegt Timmie droevig, ‘maar ik weet niks.’ ‘Neem een dier,’ zegt Donny. ‘Ik weet geen dier,’ zegt Timmie. ‘Behalve pinguïns. Maar daar heeft zij het al over gedaan.’ Hij wijst naar Sofie. ‘Ja,’ zegt Sofie, ‘ik deed het over alle zeventien soorten. Over de keizerspinguïn en de Galápagospi...’ ‘Stop!’ roept Donny. Hij slaat zijn hand voor Sofies mond. Sofie moet ervan hoesten. Er vallen nog wat kruimels op de grond. De mus ziet het en roept alvast een groepje vrienden. Billie kijkt op van zijn spelletje. ‘Ik doe het niet over fruit,’ zegt hij. ‘Ik doe het over mijn vinger.’ Zwiep, doet hij in de lucht, zwiep, zwiep! Donny zucht. ‘Kom op,’ zegt hij tegen Billie en Timmie. ‘Om half vier moeten jullie naar judo. Nu gaan we eerst een dier voor Timmie zoeken. Een spreekbeurtdier.’ ‘Jeej!’ roept Sofie. Billie springt op, maar hij kijkt nog steeds naar het schermpje op Donny’s mobiel. 11
D
Timmie schuift van de bank af en haakt zijn rugzak om zijn hangende schouders. Sofie huppelt alvast in de richting van de flamingo’s. Ze weet de weg. Donny slaat zijn arm om Timmie heen. De mussen kwetteren: ‘Wie er het eerste is! Wie er het eerste is!’
DIT IS ECHT WAAR Pinguïn krijgt naam (2) In het vorige boek over Sofie stond het verhaal van de jongen die in een Amerikaanse dierentuin net op tijd een verstoten pinguïn-ei ontdekte. Hij waarschuwde de oppassers en zorgde er op die manier voor dat het ei uitgebroed kon worden. De oppassers gingen daarna op zoek naar de jongen. In de krant noemden ze hem de Penguin Hero – de ‘Pinguïnheld’. Ze wilden het geredde kuiken naar hem vernoemen. Maar hoelang ze ook zochten, de jongen meldde zich niet. Toen besloot de dierentuin het kuiken maar Ramón te noemen. Toch een beetje naar de jonge held. Want Ramón is Spaans voor ‘beschermer’.
Bij de ijsberen Lollig
Het is hopeloos. Voor Timmie is geen enkel dier een spreekbeurtdier. Terwijl voor Sofie juist álle dieren spreekbeurtdieren zijn. Als ze mocht kiezen deed ze elke vrijdag een spreekbeurt over een nieuw dier. Maar elke maandag deed ze er dan weer eentje over pinguïns. Want die waggelen rond in haar hart. En ze begrijpt ze ook. Als je dwars door pinguïns heen kon kijken zag je bij hen vanbinnen een mini-Sofietje zitten. Dat naar je zwaaide. Intussen loopt Timmie niet meer – hij sjokt. Ze hebben een suikerspin gehaald en Billie heeft al gezegd dat hij een spreekbeurt over suikerspinnen gaat houden, maar het helpt allemaal niks. Tot ze bij de ijsberen komen. IJsberen zijn Sofies reservelievelingsdieren, maar daar gaat het nu even niet om. Want Vicks zit met zijn hoofd in een emmer. 13
Vicks is een ijsbeertje. Bijna twee jaar geleden werd hij in de dierentuin geboren. Iedereen wilde hem zien. Sofie ook, maar in die tijd was opa nog boos op de mensen die hem hadden ontslagen. En dus gingen ze niet naar Vicks kijken. Maar nu is Vicks groot en nu heeft Sofie hem al drie keer gezien. Vicks lijkt wel op een volwassen beer, maar hij is nog steeds een jonkie. En hij speelt de hele dag. De verzorgers hebben een grote zwarte DIT IS ECHT WAAR emmer in het water gegooid. Vicks slaat er Vicks Vicks bestaat echt. Hij werd met zijn klauwen naar. Hij laat zich naar in de dierentuin van Rotterdam beneden zakken en duikt dan plotseling geboren. Op 6 december 2010 ontdekten de verzorgers een weer onder de emmer op. Met zijn snuit in piepklein frummeltje in het het plastic dolt hij dan een tijdje rond. Hij kraamhol van ijsbeermoeder lijkt wel een soldaat. Met een emmerhelm. Olinka. Dat was Vicks. De eerste tijd lag hij alleen maar bij zijn ‘Lollig,’ zegt Billie. moeder. Pas in maart kwam Vicks ‘Waarom doet die andere ijsbeer niet voor het eerst buiten. Al die tijd mee?’ vraagt Timmie. wist niemand of Vicks een jongetje of een meisje was. Door die dikke ‘Dat is Olinka,’ zegt Sofie. ‘Zijn moeder. ijsbeervacht is dat moeilijk te zien. Die is moe.’ De dierentuin riep de hulp in van Het is waar. Ze ligt met haar poten naar de bezoekers. Wie kon er een foto maken van Vicks terwijl hij plaste? vier kanten uitgespreid, plat op de Jongens-ijsberen plassen namelijk grond. ‘Ik denk dat ze het warm naar voren, of recht heeft,’ zegt Donny, ‘zo koelt ze omlaag, en meisjeshaar buik.’ ijsberen ‘Kan ze beter gaan zwemmen,’ plassen meer zegt Sofie. naar achteren. Na een tijdje werd het bewijs ‘Ja,’ zegt Timmie. ‘Nu speelt geleverd. Vicks plast Vicks de hele tijd in z’n eentje.’ naar beneden. Een jongetje dus.
Sofie kijkt naar Vicks. Die geeft de emmer een mep. Daarna peddelt hij naar de kant. Hij pakt iets in zijn klauwen en zakt weer in het water. ‘Naar binnen!’ zegt Sofie. ‘Dan kunnen we het beter zien!’
Ondersteboven en achterstevoren Hij zag m e!
Ze lopen het ijsberengebouw in. Achter een paar metershoge ramen zien ze het blauwe water waarin Vicks zijn kunstjes doet. Hij zwemt helemaal naar het glas. Als je de trap naar de ramen af loopt, kun je heel dicht bij hem komen.
Het is druk, en dus roept Sofie: ‘Naar beneden! Dan staan we bij het glas en als je daar je hand op legt, dan duikt hij ernaartoe!’ Ze bukt zich en kruipt langs wel veertig mensen. Om mannen met leren jassen heen, om moeders met dikke buiken, om kinderen met ballonnen en tussen twee oude dametjes door. Dan staat ze vooraan. Naast haar piept Timmie tevoorschijn. Hij moppert: ‘Ik was je bijna kwijtgeraakt.’ Sofie kijkt om. Tussen de hoofden van de mensen achter haar ziet ze dat Billie en Donny boven zijn gebleven. Ze draait zich weer naar Vicks. Hij drijft en proest en duikelt voor haar langs. ‘Mooi hè?’ zegt ze tegen Timmie. Timmie kijkt met open mond. Vicks zwemt ondersteboven en achterstevoren. Soms drukt hij zijn snuit tegen het glas. Timmie doet een stapje dichterbij. Een paar kleine kinderen juichen, maar meteen daarna huilen ze, want hun moeders willen koffiedrinken. Sofie merkt het niet. Ze ziet de vacht van Vicks op maar een paar centimeter afstand. De witgele plukken haar ziet ze, maar ook zijn grote klauwen en zelfs zijn dropjesogen. Die kijken haar aan. Heel even maar. Dan kijkt Vicks opzij. Naar Timmie. Hij zwemt al snel weer weg, maar Timmie begint te fluisteren. ‘Hij zag me!’ hoort Sofie hem zeggen. ‘Hij zag me hartstikke recht in mijn gezicht!’ ‘Natúúrlijk zag hij je,’ roept Sofie. ‘Hij is je spreekbeurtdier!’ 18
DIT IS ECHT WAAR Alle beren Er zijn acht soorten beren op de wereld. Eén heel lieve: de reuzenpanda. Die eet alleen maar planten. Dan zijn er zes beersoorten die van alles eten. Een kleine: de Maleise beer. Een iets grotere: de lippenbeer. Een nog wat grotere: de brilbeer. En drie enorm grote: de Amerikaanse zwarte beer, de Aziatische zwarte beer en de bruine beer. Maar één beer is de allergrootste. Die eet bijna alleen maar vlees: de ijsbeer.