REGLEMENT VAN ORDE VAN DE “BEROEPSVERENIGING VAN BEDRIJFSREVISOREN, EXTERNE ACCOUNTANTS, EXTERNE BELASTINGCONSULENTEN EN ZELFSTANDIGE BOEKHOUDERS (-FISCALISTEN)", VERKORT B.E.R.A. ============================================ Zetel: Gentstraat 337 9041 Oostakker tel. 09/255.50.96 fax 09/255.50.97
In het jaar negentienhonderd drieëndertig werd te Gent een beroepsvereniging opgericht in overeenstemming met de wet van 31 maart 1898, (wetten welke nadien gewijzigd en/of aangevuld werden door de wetten van 4 mei 1936, 1 juli 1957 en 30 april 1958) onder de benaming : Union Professionel des Experts-Comptables - gewijzigd in Beroepsvereniging van Zelfstandige Accountants bij beslissing van de algemene vergadering van 10/02/1967, bekendgemaakt in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 02/03/1968 onder nr. 77. - gewijzigd in Beroepsvereniging van Externe Revisoren en Accountants bij beslissing van de algemene vergadering van 30/01/1987, bekendgemaakt in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 10/09/1987 onder nr. 337. - gewijzigd in Beroepsvereniging van Bedrijfsrevisoren, externe accountants en zelfstandige boekhouders, verkort B.E.R.A., bij beslissing van de Algemene Vergadering van 26/01/1996, bekrachtigd door de Raad van State en gepubliceerd in de bijlage tot het Belgisch Staatsblad van 4 april 1997, akte nr. 51, Verzameling der akten van beroepsverenigingen. - gewijzigd in Beroepsvereniging van Bedrijfsrevisoren, externe accountants, externe belastingconsulenten en zelfstandige boekhouders(-fiscalisten), verkort B.E.R.A. bij beslissing van de algemene vergadering van 18/02/2011, en neergelegd om te worden gepubliceerd in de bijlage tot het Belgisch Staatsblad
REGLEMENT VAN ORDE ============== DOEL VAN HET REGLEMENT ================== ARTIKEL 1. Het reglement van orde, voorzien bij de diverse artikelen van de statuten van de beroepsvereniging heeft tot doel : - de uitvoeringsmodaliteiten van de beroepsvereniging nader te omschrijven; - de procedures uit te werken in verband met het aanvaarden van de leden; - de procedure uit te werken in verband met de werking van de Tuchtkamer en de Kamer voor Hoger Beroep. VOERTAAL EN WERKGEBIED =================== ARTIKEL 2. De voertaal van de beroepsvereniging is het Nederlands. Het werkgebied van de beroepsvereniging is het Nederlandssprekend gedeelte van België. DOEL VAN DE BEROEPSVERENIGING ======================== ARTIKEL 3. De beroepsvereniging zal het door art.4 van de statuten omschreven doel nastreven door : a. het inrichten van seminaries en voordrachten, hetzij op eigen initiatief, hetzij door het verlenen van medewerking aan andere beroepsverenigingen die hetzelfde doel nastreven of andere verenigingen die een interprofessionele samenwerking beogen. b. het verzorgen van public-relations in het kader van het beroep; c. het toezien op de inachtname van de voorschriften van deontologie eigen aan het beroep; d. het aansluiten, zonder het eigen bestaan prijs te geven, bij nationale of internationale federaties of confederaties die geheel of gedeeltelijk hetzelfde doel nastreven van de beroepsvereniging; e. medewerking verlenen in elk individueel geval, tot het vrijwaren van het kantoor en het cliënteel van zieke of overleden leden.
DE LEDEN ====== ARTIKEL 4. Alvorens de Raad van Bestuur beraadslaagt over de kandidatuur van een nieuw werkend lid, kunnen de leden die, bij toepassing van art. 6-b van de statuten, de kandidatuur hebben voorgesteld, door de Raad van Bestuur gehoord worden. ARTIKEL 5.) (opgeheven) ARTIKEL 6. De Raad van Bestuur beslist soeverein, bij geheime stemming en met gewone meerderheid, over het aanvaarden van de kandidaat, zonder dat voor deze beslissing verantwoording, uitleg of redenen aan gelijk wie verschuldigd is. De Raad van Bestuur kan slechts geldig stemmen indien drie vierden van de Raadsleden aanwezig zijn. Voor het bepalen van de meerderheid worden niet uitgebrachte, ongeldige en blanco stemmen niet meegerekend. ARTIKEL 7 Het lidmaatschap van de door de Raad van Bestuur aanvaarde werkende leden wordt slechts effectief na de eedaflegging. De eed wordt afgenomen door de voorzitter van de Raad van Bestuur, of diens plaatsvervanger, op de eerstvolgende jaarvergadering na de aanvaarding. De eedformule luidt als volgt : “Ik zweer in eer en naar geweten, trouw de opdrachten te vervullen die mij in het kader van het beroep zullen Worden toevertrouwd”. De eedaflegging wordt met datum vermeld in het gulden boek en ondertekend door het aanvaarde werkend lid. ARTIKEL 8. Wanneer een werkend lid van beroepscategorie verandert deelt hij dit mede aan de voorzitter of de secretaris van de Raad van Bestuur. Deze maakt hiervan melding op de eerstvolgende Raad van Bestuur. De overgang van werkend lid naar erelid wordt aan de leden op de jaarvergadering medegedeeld, onder toepassing van art. 51 punt m der statuten van de Beroepsvereniging. ARTIKEL 9. De leden zijn onderling verplicht een confraternele houding aan te nemen.
ARTIKEL 10. De leden die aangezocht worden om een confrater op te volgen, zullen hun voorganger daarvan schriftelijk verwittigen en zich bij deze vergewissen van de betaling van de hem verschuldigde honoraria. Zij zullen de klant, zonodig, verzoeken de rechtmatig verschuldigde erelonen te vereffenen. Zij onthouden zich van elke kritiek op hun voorganger. ARTIKEL 11. Indien daartoe aangezocht door de erfgenamen of rechthebbenden van een overleden werkend lid, zal de Raad van Bestuur zijn medewerking verlenen voor de vrijwaring van het kantoor. Zo spoedig mogelijk na het overlijden, richt de voorzitter van de Raad van Bestuur aan de erfgenamen of rechthebbenden een brief waarin de aandacht wordt gevestigd op art. 11 en 12 van dit reglement van orde en de medewerking van de vereniging wordt aangeboden. Bij dit schrijven wordt een lijst gevoegd van de werkende leden van de vereniging. ARTIKEL 12. Behoudens andersluidend beding tussen de overnemers en de erfgenamen of rechthebbenden, zullen de leden die een overleden lid rechtstreeks opvolgen, gedurende 10 jaar 10 % van de honoraria, die zij ontvangen hebben van de overgenomen cliënt, afstaan aan de erfgenamen of rechthebbenden. ARTIKEL 13. Wanneer de beroepsvereniging schriftelijk is aangezocht door een derde in verband met een opdracht, zal aan de verzoeker een lijst van de werkende leden worden overgemaakt zonder kennis van enige voorkeur. De leden van de Raad van Bestuur zullen zich onthouden van persoonlijke initiatieven. Alle ontvangen aanvragen en de eraan gegeven gevolgen worden door de secretaris in de notulen van de Raad van Bestuur opgetekend. De beroepsvereniging kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor de handelingen van haar leden. HET BESTUUR ========= ARTIKEL 14. De Raad van Bestuur kan de vertegenwoordiging van de Vereniging overdragen aan één of meer leden van de Raad van Bestuur, al of niet belast met bijzondere functies. De opdracht mag nooit algemeen zijn, maar is alleen geldig in bijzondere aangelegenheden of voor bijzondere doeleinden en voor een beperkte tijd.
ARTIKEL 15. De Raad van Bestuur kan ook bijzondere bestendige of tijdelijke kommissies oprichten voor het vervullen van bepaalde opdrachten en het uitbrengen van adviezen. ARTIKEL 16. De leden van de Raad van Bestuur stemmen door handopsteking over zakelijke aangelegenheden; de stemming moet geheim zijn wanneer minstens één lid erom verzoekt. De stemmingen over personen moeten steeds geheim geschieden. ARTIKEL 17. Van de besprekingen en beraadslagingen van de Raad van Bestuur worden notulen opgemaakt. In overeenstemming met art. 34 der statuten van de beroepsvereniging worden de goedgekeurde notulen door de secretaris samengebundeld, in volgorde per datum, en bewaard. ARTIKEL 18. (opgeheven) ALGEMENE VERGADERINGEN =================== ARTIKEL 19. Alle leden van de Beroepsvereniging, werkende leden en ereleden worden uitgenodigd, bij gewone brief minstens 15 dagen vóór de vastgestelde datum, tot het bijwonen van de Jaarvergadering en tot het bijwonen van de buitengewone algemene vergadering. Enkel de werkende leden hebben stemrecht. De stemming geschiedt bij handopsteken, met uitzondering van de stemming over benoeming, ontslag van raadsleden en deze welke over personen gaan, stemming die geheim moet zijn bij toepassing van art. 40 der statuten. DE TUCHTKAMER =========== ARTIKEL 20. De Tuchtkamer is samengesteld uit drie effectieve en drie plaatsvervangende leden. Een van deze leden is tevens lid van de Raad van Bestuur. Zij worden aangesteld door de Raad van Bestuur voor een termijn van vier jaar.
Uitsluitend werkende leden en ereleden van de Beroepsvereniging kunnen voor de Tuchtraad aangesteld worden. ARTIKEL 21. Om te kunnen beraadslagen moeten er minstens drie leden (of plaatsvervangende leden) in de Tuchtkamer zetelen. ARTIKEL 22. De voorzitter van de Tuchtkamer wordt aangeduid door de Raad van Bestuur. ARTIKEL 23. De effectieve en plaatsvervangende leden van de Tuchtkamer moeten minstens vijf jaar werkend lid van de vereniging zijn. Bij het wegvallen van een effectief of plaatsvervangend lid kan de Raad van Bestuur voorzien in zijn vervanging. Uittredende effectieve of plaatsvervangende leden zijn herbenoembaar. ARTIKEL 24. Alle klachten gericht tegen leden, van welke categorie ook, van de beroepsvereniging, uitgaande van de leden van de beroepsvereniging of van derden, dienen schriftelijk door de aanklager aan de Raad van Bestuur gericht te worden. De klacht moet gemotiveerd en ondertekend zijn. De klacht moet binnen de maand door de Raad van Bestuur samen met het bundel van het betrokken lid overgemaakt worden aan de voorzitter van de Tuchtkamer. De Raad van Bestuur duidt een zijner leden aan om de klacht in de Tuchtkamer voor te dragen. Deze afgevaardigde van de Raad van Bestuur neemt geen deel aan de besluitvorming en de beslissing van de Tuchtkamer. ARTIKEL 25. De Tuchtkamer is enkel bevoegd de klachten te behandelen die door de Raad van Bestuur bij haar worden aanhangig gemaakt. ARTIKEL 26. De voorzitter van de Tuchtkamer dient, binnen de zes weken van ontvangst van de klacht, hem overgemaakt door de Raad van Bestuur, bij gewone brief, de afgevaardigde van de Raad van Bestuur, de leden van de tuchtkamer en hun plaatsvervangers samen te roepen op de plaats, dag en uur door hem te bepalen. Zij zijn verplicht aan deze oproeping gevolg te geven. Bij ongewettigde afwezigheid kan de voorzitter van de Tuchtkamer sancties voorstellen. De oproeping moet ten minste vijftien dagen vóór de zitting worden betekend.
ARTIKEL 27. Ieder lid van de Tuchtkamer dat verwant of beroepshalve verbonden is met één der betrokken partijen moet zich onbevoegd verklaren. Dit geldt ook voor de Afgevaardigde van de Raad van Bestuur die de klacht dient voor te dragen bij de Tuchtraad. ARTIKEL 28. Elke partij, de klager en/of de aangeklaagde kan een lid van de Tuchtkamer, effectief of plaatsvervangend, wraken. De wraking moet schriftelijk en met redenen omkleed betekend worden ten laatste de tiende dag voor de zitting van de Tuchtkamer en waarvoor hij wordt gedagvaard. Over de wraking zal dringend worden beraadslaagd en beslist door de overige leden van de Tuchtkamer. Hierover zullen omstandige notulen worden opgemaakt, te voegen bij het dossier. ARTIKEL 29. Wanneer een effectief lid van de Tuchtkamer verhinderd is de zittingen bij te wonen, onbevoegd verklaard of gewraakt, zal dit lid onmiddellijk vervangen worden door een plaatsvervanger aan te duiden door de voorzitter van de Tuchtkamer. ARTIKEL 30. De dagvaardigingen voor de Tuchtkamer dienen bij aangetekend schrijven te worden gedaan, ten minste vijftien dagen vóór de zitting. De lijst der leden en plaatsvervangende leden wordt bij de dagvaardiging gevoegd. ARTIKEL 31. De aanklager is ertoe verplicht iedere verduidelijking te verschaffen die hem, hetzij tijdens de instructie, hetzij tijdens de zitting van de Tuchtkamer wordt gevraagd nopens de klacht die hij heeft ingediend. ARTIKEL 32. De Tuchtraad kan elke persoon, die geacht wordt ophelderingen te verschaffen over de feiten die aanhangig werden gemaakt, horen. Deze verklaringen mogen zowel schriftelijk als mondeling worden gedaan. ARTIKEL 33. (opgeheven) ARTIKEL 34. Onmiddellijk na de opening van de zitting gaat de voorzitter na of de uchtkamer regelmatig is samengesteld overeenkomstig de statuten en het Reglement van Orde en of de termijn voor de oproeping werd geëerbiedigd. Deze vaststelling wordt geacteerd in de beslissing.
ARTIKEL 35. Na het vervullen van deze formaliteit gaat de afgevaardigde van de Raad onmiddellijk over tot de uiteenzetting van de klacht. ARTIKEL 36. De Tuchtkamer hoort de eiser in zijn aanklacht en de gedaagde in zijn verweer. Het is aan beiden toegestaan hen te laten bijstaan door een advokaat. De Tuchtkamer hoort eveneens de afgevaardigde van de Raad. ARTIKEL 37. In afwezigheid der partijen, van de afgevaardigde van de Raad van Bestuur, de personen gehoord bij toepassing van art. 32 van dit Reglement maar in aanwezigheid van de griffier van de zitting, beslist de Tuchtkamer en spreekt zich uit over de eventueel toe te passen sanctie. Volgende sancties zijn mogelijk : - de verwittiging - de berisping - de blaam - de schorsing voor een duur van hoogstens één jaar - de uitsluiting De straffen worden uitgesproken bij meerderheid van stemmen behoudens de uitsluiting die slechts met unanimiteit der stemmen kan uitgesproken worden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de Tuchtkamer doorslaggevend. ARTIKEL 38. De beslissing wordt opgemaakt in een origineel ondertekend door de voorzitter en de leden van de Tuchtkamer. Een afschrift van deze beslissing, ondertekend door de voorzitter van de Tuchtkamer wordt per aangetekend schrijven betekend aan het gedagvaarde lid en de eiser en bij gewoon schrijven aan de Raad van Bestuur. ARTIKEL 39. De partijen kunnen tegen elke beslissing, betekend door de Tuchtkamer, verzet aantekenen bij de Kamer van Hoger Beroep, mits gemotiveerde aanvraag ingeleid bij de voorzitter van de Raad van Bestuur, per aangetekend schrijven, binnen de 40 dagen na betekening der uitspraak. De voorzitter zal het verzet binnen de kortst mogelijke tijd en uiterlijk binnen de maand aanhangig maken bij de voorzitter van de Kamer van Hoger Beroep. Indien geen beroep wordt aangetekend binnen de 40 dagen na betekening der uitspraak van de Tuchtkamer, worden de stukken van het geding door het secretariaat van de Beroepsvereniging bewaard in verzegelde mappen.
DE KAMER VAN HOGER BEROEP ==================== ARTIKEL 40. De benoeming van de leden en de werkwijze van de Kamer van Hoger Beroep zijn volkomen gelijk aan deze van de Tuchtkamer, zoals aangegeven in art. 20 t/m 38 van dit reglement. ARTIKEL 41. De beslissing van de Kamer van Hoger Beroep is definitief. ARTIKEL 42. Door de Kamer voor Hoger Beroep kunnen de uitgesproken maatregelen of sancties slechts verzwaard worden met éénparigheid van stemmen. De beslissingen, die geen verzwaring van sanctie teweeg brengen of deze milderen, worden genomen bij eenvoudige meerderheid van stemmen. GEHEIMHOUDING =========== ARTIKEL 43. De leden van de Raad van Bestuur, van de Tuchtkamer en van de Kamer van Hoger Beroep en de leden bedoeld in art. 14 en 15 van het Reglement van Orde, alle mandatarissen van de beroepsvereniging over het algemeen zijn verplicht tot volstrekte geheimhouding omtrent alle beraadslagingen en stemmingen aan dewelke zij deelnemen. DE RANGORDE VAN DE LEDEN =================== ARTIKEL 44. De rangorde van de werkende leden wordt bepaald door de volgorde van hun aanvaarding, zijnde de datum van hun eedaflegging. ARTIKEL 45. Een lid dat na uitsluiting of ontslag opnieuw aanvaard werd, neemt de rang vanaf de datum van zijn nieuwe aanvaarding door de Raad van Bestuur.
DIVERSE BESCHIKKINGEN ================= ARTIKEL 46. De uitoefening van het mandaat van een in beschuldiging gesteld lid van de Raad van Bestuur, van de Tuchtkamer, of van de Kamer van Hoger Beroep, wordt geschorst tot de uitspraak in laatste instantie. Deze maatregel geldt eveneens voor de leden bedoeld in art. 14 en 15 van het Reglement van Orde. ARTIKEL 47. De ledenlijst wordt bijgehouden op de zetel van de vereniging, alwaar ieder lid er kennis van kan nemen. Tevens wordt de lijst op electronische wijze ter beschikking gesteld via de website. Ook de samenstelling van de Raad van Bestuur, de Tuchtkamer en de Kamer van Hoger Beroep wordt op dezelfde wijze bijgehouden en bekend gemaakt. VERBINTENIS ========= ARTIKEL 48. Elke kandidaat voor lidmaatschap van de Beroepsvereniging erkent kennis te hebben van de statuten van de beroepsvereniging en van het Reglement van Orde, hetwelk in uitvoering van de statuten werd opgemaakt en goedgekeurd door de Algemene Vergadering. Deze erkentenis wordt gedaan door het enkele feit van de ondertekening van de aanvraag tot lidmaatschap. Na de aanvaarding zal hij zich onder geen enkel voorwendsel kunnen beroepen op zijn onwetendheid betreffende de bepalingen van de statuten en het Reglement van Orde van de beroepsvereniging. Hij verbindt er zich toe deze statuten en reglementen toe te passen en na te leven. De bepalingen van de statuten en het Reglement van Orde van de beroepsvereniging kunnen in alle omstandigheden aan de leden worden tegengeworpen. ============================================= Goedgekeurd door de Algemene vergadering van 18-02-2011