actueel
Moedig of
12
FORUM #20/29.10.09
monstrum? Moedig, verstandig, historisch. Ondernemingsorganisaties vno-ncw, mkb-Nederland en lto Nederland waren 15 oktober eensgezind in hun kwalificaties van het kabinetsbesluit om de aow-leeftijd te verhogen naar 67 jaar. Wat betekenen de afspraken voor ondernemers? Tekst: Karin Bojorge | Foto: Marcel van Hoorn/anp
Wat houdt het kabinetsplan precies in? De aow-leeftijd wordt in het kabinetsplan in twee stappen verhoogd. Op 1 januari 2020 gaat hij naar 66 jaar, vijf jaar later naar 67 jaar. Iedereeen die dit jaar 54 of ouder is, wordt dus niet door de aow-verhoging geraakt. Er wordt een uitzondering gemaakt voor mensen die jong begonnen zijn met werken. Mensen die 42 jaar of langer hebben gewerkt en ook de laatste jaren voor 65 jaar aan het werk zijn, kunnen op 65 jaar de aow-uitkering in laten gaan. De uitkering is dan wel iets lager.
wat ruimer gemogen, zij hadden een overgangsperiode van vijftien jaar voorgesteld. Toch is deze periode gunstiger voor oudere werknemers én voor werkgevers die zich erop in moeten stellen, dan de oorspronkelijke plannen van minister Donner. Daarin zou de aow-leeftijd al vanaf 2015 in 24 stappen van een maand omhoog gaan.
Waarom was dit nou ook alweer nodig? Verhoging van de aow-leeftijd is noodzakelijk om verschillende redenen. De vergrijzing leidt tot een krimp van de beroepsbevolking. Nu zijn er nog vier werkenden op één gepensioneerde. In 2040 zijn dat er nog maar twee. Als mensen langer doorwerken zorgt dat voor minder krapte op de arbeidsmarkt en beter houdbare overheidsfinanciën. In andere landen is de pensioenleeftijd ook al omhoog gegaan. Met het oog op onze concurrentiepositie kan Nederland niet achterblijven.
Daar gebeurt toch al veel aan? Werkgevers vinden van wel, maar het kabinet wil er nog een schepje bovenop doen. Feit is dat de arbeidsomstandigheden – ook bij zware beroepen – niet meer te vergelijken zijn met die van dertig, veertig jaar terug. Toen was het tillen van 50, 60 kilo in de haven bijvoorbeeld nog heel gewoon. Nu is er de tilnorm van 25 kilo. Daarom is het ook goed dat 55-plus-werknemers die nog in die oude omstandigheden gewerkt hebben ontzien worden in de plannen van het kabinet.
Gaat het allemaal niet een beetje te snel? Doordat de verhoging pas ingaat in 2020 is er een overgangsperiode van tien jaar. Wat de ondernemingsorganisaties betreft had periode nog wel 13
FORUM #20/29.10.09
Wat is er afgesproken voor de zware beroepen? Nog niet zo heel veel. Veel moet nog uitgewerkt worden. Het kabinet wil in elk geval de komende tien jaar de ‘duurzame inzetbaarheid’ van werknemers verbeteren. Vooral in sectoren waarin zware beroepen voorkomen, denk aan de bouw of de zware industrie, wil het kabinet dat er meer geïnvesteerd wordt in goede arbeidsomstandigheden en scholing.
Wat wil het kabinet nog meer? Het kabinet wil in de wet criteria neerleggen voor zware beroepen. cao-partijen kunnen op basis van die criteria bepalen welk beroep in hun sector zwaar is en dit melden bij de overheid. Werkgevers zijn bang dat dit uitloopt op een bureaucratisch monstrum en vinden dat hierover beter per bedrijf afspraken gemaakt kunnen worden tussen werkgevers en de vakbonden of de ondernemingsraad.
actueel
De vakbonden lijken daar niet veel vertrouwen in te hebben. Dat is niet terecht. Werkgevers hebben ook behoefte aan een veilige omgeving en gezonde mensen; er is dus geen sprake van een tegengesteld belang tussen werkgevers en werknemers. Bedrijven maken zelf regels voor veilig en gezond werken. De techniek zal bovendien snel gaan, waardoor steeds meer zwaar werk licht zal worden. Het overleg tussen werkgevers en werknemers zal daarom in de praktijk geen struikelblok vormen. Na dertig jaar moet de werkgever een andere baan aanbieden? Werkgevers moeten werknemers die dertig jaar in hetzelfde zware beroep bij hen werken verplicht een aanbod doen voor ander passend werk. Werknemers zijn verplicht om mee te werken aan scholing en bemiddeling naar ander werk. Ook als dat andere werk in een andere sector is. En als dat een werkgever niet lukt? Als de werkgever geen alternatief aanbod aan de werknemer doet, moet hij verplicht de levensloopregeling van de werknemer vullen met 140 procent van het loon. De werknemer kan zijn levensloopregeling dan gebruiken om op 65 jaar met pensioen te gaan en de twee jaar te overbruggen tot 67 jaar. Hij kan het ook gebruiken voor omscholing.
Hoe het buitenland ouderen aan het werk houdt
Eindigt de arbeidsovereenkomst straks nog automatisch? De mogelijkheid van automatisch eindigen van de arbeidsovereenkomst op de aow-leeftijd blijft bestaan en schuift mee met de verhoging van de leeftijd. Ook de sociale zekerheid en verschillende andere regelingen met een leeftijdsgrens schuiven mee met de nieuwe aow-leeftijd. En hoe zit het met de bedrijfspensioenen? De pensioenrichtleeftijd in het zogenoemde Witteveenkader, het wettelijke kader voor fiscale facilitering van pensioenregelingen, gaat omhoog. In 2020 naar 66 jaar en in 2025 naar 67 jaar. Het maximale jaarlijkse opbouwpercentage wordt verlaagd met 0,1 procent. Dat betekent dat het niet meer mogelijk is om fiscaal gunstig te sparen voor een pensioen op 65 jaar. Dat is een belangrijke prikkel om ervoor te zorgen dat mensen daadwerkelijk langer doorwerken. Bovendien geeft het de pensioenfondsen lucht om hun positie te versterken en de indexatie weer op orde te krijgen. Gaat het wel lukken om al die oudere werknemers straks aan het werk te houden? Gezien de krapte op de arbeidsmarkt die de vergrijzing hoe dan ook op gaat leveren, lijkt dat niet zo’n probleem te zijn. Een teken aan de wand was dat de gemiddelde uittreedleeftijd tijdens de vorige periode van krapte ook al met sprongen omhoog ging. Het is niet voor niets dat werkgevers zelfs nu in crisistijd via de deeltijd-ww hun mensen zolang mogelijk vasthouden. Wel zal de mobiliteit op de arbeidsmarkt van oudere werknemers omhoog moeten en zou de verhouding tussen productiviteit en loonkosten beter moeten worden. Dat kan bijvoorbeeld door een oudere werknemer een mobiliteitsbonus te geven als hij elders een baan vindt of binnen het eigen bedrijf een minder betaalde baan aanvaardt. www.vno-ncw.nl, dossier aow
14
FORUM #20/29.10.09
Werknemers langer aan de slag houden. Nederland is niet het enige land dat de arbeidsparticipatie van ouderen wil opschroeven. Hoe pakken landen als Japan en de Verenigde Staten dit aan?
peter granser/aif
‘Doorwerken is een mensenrecht’ De Verenigde Staten kennen geen verplichte pensioenleeftijd. Ouderen werken er niet alleen langer door, maar hebben ook toegevoegde waarde. “Een 65-plusser gaat niet met zwangerschapsverlof.” Tekst: Jeroen Ansink Scott Tietz huurt senioren voornamelijk in vanwege de public relations. De verkoopmanager van de lokale Ford-dealer in het Amerikaanse stadje Fergus Falls in Minnesota zorgt ervoor dat zijn oudere werknemers zichtbaar zijn, of ze nu in de showroom werken, reparaties doen in de werkplaats, of als chauffeur een leenauto komen afleveren. “Senioren hebben vaak betere omgangsvormen en zijn daardoor klantgerichter. Ik kom zelf ook liever in een winkel waar ik geholpen word door een oudere werknemer.” Als gevolg van dit senior-vriendelijke beleid zijn zeventien van Tietz’ 87 medewerkers ouder dan 55. Dit percentage komt overeen met het Amerikaanse gemiddelde van 18 procent, en is beduidend hoger dan in Nederland, waar 55-plussers 13,9 procent van de beroepsbevolking uitmaken. 15
De verschillen zijn nog groter als gekeken wordt naar de arbeidsparticipatie voor bejaarden. In de Verenigde Staten is een op de 25 werknemers ouder dan 65 jaar, ruim drie keer zoveel als in Nederland. Het relatief hoge aantal oudere werknemers laat zich voor een deel verklaren door de Amerikaanse wet. Anders dan in Nederland wordt een verplichte pensioenleeftijd in de VS gezien als strijdig met de rechten van de mens. Pensionering is in deze optiek een persoonlijke keuze, die doorgaans wordt vergemakkelijkt door een bescheiden staatsuitkering waar Amerikanen vanaf hun 62ste recht op kunnen hebben. Aanvullend pensioen wordt eveneens gezien als een individuele verantwoordelijkheid, waaraan een werkgever eventueel kan bijdragen. Het verbod op leeftijdsdiscriminatie wil echter niet zeggen dat ondernemingen verplicht zijn om hun oudere werknemers in dienst te houden. Het Amerikaanse ontslagrecht is veel soepeler dan in Nederland, wat de arbeidsonzekerheid voor alle leeftijdscategorieën vergroot. Toch komt het niet significant vaker voor dat senioren vanwege tegenvallende prestaties ontslagen worden, zegt FORUM #20/29.10.09
Kathy Sporre van het Senior Employment Project in Fergus Falls, dat met een subsidie van de staat ouderen aan het werk probeert te houden. “Ouderen zijn vaak loyaler en hebben een betere werkethiek. En het hogere ziekteverzuim laat zich wegstrepen tegen de zwangerschapsverloven en familieverplichtingen van jongere werknemers.” Samen met lokale werkgevers- en werknemersorganisaties heeft Sporre een representatieve lijst maatregelen opgesteld om oudere werknemers aan te trekken. Behalve flexibele werkuren en accomodaties voor eventuele fysieke gebreken is training cruciaal, zegt Sporre. “Veel senioren zijn computer-analfabeet.” Wijst dit alles toch niet op een lagere arbeidsproductiviteit? Ook dat is relatief, zegt Kevin Peterson, eigenaar van de lokale meubelboulevard Ben Franklin, waar zes van de achttien werknemers ouder zijn dan 55. “Mijn jongere werknemers komen soms na een nacht doorhalen met een kater op het werk. Dat zie ik bij senioren niet zo snel gebeuren.”
everett kennedy brown/anp
actueel
‘Later pensioen is allang traditie’ De vergrijzing hangt als een zwaard van Damocles boven de Japanse economie. Nu al is één op de vijf Japanners 65-plus. Werkgevers houden ouderen daarom graag binnen de poort. “We moeten wel.” Tekst: Judith Stalpers De oudste uitzendkracht van 102, krijgt hij moeilijk aan het werk, zegt Taro Takakoshi, woordvoerder van de Landelijke Vereniging Silver Centers. “Het afgelopen jaar heeft niemand hem in dienst genomen”. Maar voor de meeste 60-plussers vindt het uitzendbureau wel een baan. Iedere gemeente in Japan heeft wel zo’n Silver Center. Want ook de oudere Japanner blijft graag werken. Kantoorwerk, tuinierswerk, als ze maar aan de slag kunnen blijven. “Maar”, nuanceert Takakoshi, “vroeger wilden oudere mensen werken, omdat ze thuis niet stil konden zitten. Tegenwoordig is het ook uit economische nood. Oud worden is duur.” Toch is dat niet de enige verklaring. Werken na je 60ste is in Japan traditie. En of het nu de traditie is, groeps16
gedrag of voor sommigen uit financiële nood, onder de streep maakt het voor de werkgever niet uit. Want de arbeidsmoraal in Japan is hoog, ook die van ouderen. Protesten aan werknemerszijde tegen verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd zijn niet te horen. Wie wil of moet werken, gaat door. Wie wil stoppen, kan met 60 met pensioen gaan. Zo was dat altijd al en zo is dat nog steeds. Ook aan werkgeverszijde kan men heel goed met de regelgeving leven. Want Japanse werkgevers zoeken – even afgezien van de huidige crisis – handenwringend naar nieuwe krachten. Dat heeft alles met de dramatische veranderingen in de bevolkingsstructuur te maken. Japan is het ‘grijste’ land ter wereld. Eén op de vijf mensen is 65-plusser. In 2025 hoort 30 procent van de bevolking tot die leeftijdsgroep. De hoge levensverwachting draagt daartoe bij, maar vooral de ‘ontgroening’, de lage geboortecijfers, is de boosdoener. Omdat Japan immigratie weert, kent het land een bevolkingskrimp. In het piekjaar 2005 telde Japan 128 miljoen inwoners. In 2050, binnen één generatie dus, wonen er in Japan nog FORUM #20/29.10.09
maar 90 miljoen mensen. Dit is het grote zwaard van Damocles dat boven de Japanse economie hangt: de beroepsbevolking neemt de komende generatie met 25 procent af. Het gaat niet alleen om een fysiek tekort, Japanse werkgevers zijn ook als de dood voor het verlies aan know-how. Daarom houden zij oudere werknemers graag na hun pensioen in dienst. Dit gebeurt in de vorm van ‘heraanstelling’. Er komt een nieuw arbeidscontract met een nieuwe taakomschrijving en een salaris dat 20 tot 50 procent lager ligt. Daar staat tegenover dat de werkgever parttime werken en een langzamer tempo accepteert. Ook wordt de werkplek vaak ergonomisch aangepast. En dat het werkt blijkt wel uit de cijfers van de Organisation for Economic Cooperation and Development (oecd): het aandeel werkende ouderen ligt ver boven het gemiddelde. Japan scoort met 16,6 procent 60-plussers op de totale beroepsbevolking veel beter dan de oecd-landen. Daar werkt gemiddeld 8,3 procent van de ouderen nog en in de eu ligt het gemiddelde zelfs maar op 5,3 procent. “We moeten ook wel”, aldus de Japanse werkgeversorganisatie Keidanren.