No title

B E SCH RIJ V IN G I N T E RV E N T I E

AAN:

WEBSITE EFFECTIEVE ARBEIDSTOELEIDING

Jongerenloket Blink!

Datum beoordeling panel: Datum eerste herziening: Datum tweede herziening:

[03-07-2008] [dd-mm-jjjj] / nvt [dd-mm-jjjj] / nvt

Beschrijving interventie Jongerenloket Blink!

1

Inhoudsopgave Beschrijving interventie........................................................................................................................... 1 Inhoudsopgave ......................................................................................................................................... 2 1 Beschrijving Jongerenloket Blink! .................................................................................................. 3 1.1 Kernachtige omschrijving........................................................................................................ 3 1.2 Doel van de interventie ............................................................................................................ 3 1.3 Doelgroep van de interventie ................................................................................................... 3 1.4 Omschrijving van de interventie.............................................................................................. 4 1.4.1 Methodiek ........................................................................................................................ 4 1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse..................................................................... 7 1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak ......................................................... 8 1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging ........................................................................ 9 1.5 Onderzoek effectiviteit .......................................................................................................... 10 1.6 Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit .......................................................... 12 1.7 Overige informatie................................................................................................................. 13


2

1

Beschrijving Jongerenloket Blink!

1.1

Kernachtige omschrijving

Jongerenloket Blink is een samenwerking tussen UWV WERKbedrijf, ROC Midden Brabant en de gemeenten Tilburg, Gilze en Rijen, Goirle, Baarle-Nassau, Oisterwijk, Dongen, Hilvarenbeek en AlphenChaam. Het loket bundelt de dienstverlening van de partners zodat jongeren voor al hun vragen over school, werk, (tijdeljjk) inkomen en (schuld)hulpverlening bij één loket terecht kunnen. Blink is bedoeld voor alle jongeren van 18 tot 23 jaar en jongeren tot 18 jaar met een schooldiploma.

1.2

Doel van de interventie

Jongeren zonder startkwalificatie een arbeidsrelevante startkwalificatie laten halen met als einddoel duurzame uitstroom naar de arbeidsmarkt. Beoogd is een slagingspercentage van 60%.

Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelen van de interventie?

Ja X

Nee

Toets theoretische onderbouwing Zijn er expliciete doelen geformuleerd?

Ja X

Nee

1.3

Doelgroep van de interventie

Voor wie is de interventie bedoeld? Jongeren van 16 t/m 23 jaar die niet op school zitten of niet werken (met of zonder uitkering) Prevalentie In de regio wonen zo’n 24.000 jongeren in de leeftijd 15 – 23 jaar (stand 2007). Het bereik van Blink ligt tussen de 1000 en 1500 jongeren. De verdeling man – vrouw is ongeveer 50-50. Indicatiecriteria  Onvoldoende beroepsgerichte opleiding  Werkloosheid  Schoolverlater  Psychosociale problemen  Justitiële problemen.


3

  

Taalproblemen Cultuurverschillen Motivatieniveau

Specifiek voor de Backoffice:  Meervoudige belemmeringen op weg naar school of werk die alleen door intensieve begeleiding aangepakt kunnen worden. Contra-indicatiecriteria  Harddrugsverslaving  Geen motivatie Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelgroep van de interventie?

Ja X

Nee

Toets theoretische onderbouwing Is er een duidelijke definitie van de doelgroep en de aard van de problematiek?

Ja X

Nee

1.4

Omschrijving van de interventie

1.4.1 Methodiek Intake, selectie en diagnostiek De jongere meldt zich op eigen initiatief of op doorverwijzing bij de frontoffice van Blink. Indien intensieve begeleiding nodig is wordt de jongere doorverwezen naar een trajectcoach van de uitvoerder namens de gemeente (Alexander Calder Arbeidsintegratie). De trajectcoach voert een intakegesprek met de jongere (eventueel een 3-gesprek met de medewerker van de doorverwijzende partij), mede op basis van de informatie van de doorverwijzende partij. In het intakegesprek komen o.a. aan de orde: schoolloopbaan; belangstelling en vaardigheden; ontwikkelingspotentieel; belemmeringen (psychisch, lichamelijk, beelden, kwalificatie); mogelijkheden in andere richtingen; benodigde parallelle instrumenten of zorg; huidige tijdsbesteding (zowel ontspanning als hulpverlening en zorg); rechten en plichten; begeleiding en activiteiten. Ook wordt vastgesteld of de jongere voldoende gemotiveerd is om aan de begeleiding naar werk of naar school deel te nemen. Tevens wordt een Leidmotieventest afgenomen. Het profiel - de uitdagingzoeker, de betekeniszoeker, de statuszoeker of de veiligheidszoeker - wordt met de jongere besproken zodat deze zich erin herkent. Uitvoering Individuele begeleiding De jongeren krijgen individuele begeleiding en een vaste trajectcoach. Dit bewerkt een vertrouwensband. Gebleken is dat individuele begeleiding meer resultaat oplevert dan groepsbegeleiding omdat jongeren steeds vaker kampen met meervoudige problematiek in diverse domeinen.


4

Eigen verantwoordelijkheid en confronterend coachen Tijdens de begeleiding wordt de jongere aangesproken op het nemen van eigen verantwoordelijkheid (empowerment). De trajectcoach stimuleert de jongere tijdens de begeleidingsactiviteiten zijn leven in eigen hand te nemen, actief te worden en het voortouw te nemen. Jongeren leren hoe ze grenzen kunnen stellen, zelfvertrouwen te kweken en hoe zij zich assertief op kunnen stellen. Met deze kennis kunnen jongeren op een praktische en gestructureerde manier omgaan met mentale belemmeringen. Onder het motto ‘zachte heelmeesters maken stinkende wonden’ treedt de trajectcoach waar nodig confronterend op. Hierbij wordt de jongere op een respectvolle, maar ook confronterende wijze duidelijk gemaakt dat bepaalde eisen of gedrag het behalen van de afgesproken doelen in de weg staan. De methodiek van confronterend coachen laat zich als volgt kenmerken: concrete acties afspreken met de jongere; de jongere direct aanspreken op het resultaat van die acties; geen ruimte bieden voor uitvluchten; in het cliëntdossier alle afspraken en resultaten vastleggen; de jongere motiveren; geconstateerde belemmeringen samen wegnemen of verkleinen zodat ze de voortgang niet nadelig beïnvloeden; samen met de jongere benoemen wat er nodig is aan concrete ondersteuning. Confronterend coachen gebeurt aan de hand van concrete zaken en opdrachten. Verschijnt de jongere niet op een afgesproken begeleidingsgesprek dan wordt hij daar direct op aangesproken. Portfoliomethodiek Het portfolio is een map gevuld met een overzicht van de vaardigheden die iemand beheerst en de kennis die iemand heeft. Dit alles kan thuis, bij een vereniging, op school of op het werk geleerd zijn. Anders dan een normaal CV worden bij een portfolio competenties en kwaliteiten vergeleken met officiële opleidingskwalificaties of functievereisten en burgerschapscompetenties. Dit zijn basisvaardigheden waarvan algemeen verondersteld wordt dat men die nodig heeft om deel te nemen aan het sociale verkeer. In het portfolio worden bewijzen opgenomen waaruit blijkt dat iemand daadwerkelijk over de kwaliteiten en competenties beschikt. Op basis van het portfolio is zichtbaar welke competenties nog ontwikkeld moeten worden om actiever deel te kunnen nemen aan de samenleving. Een persoonlijk plan maakt deel uit van het portfolio. Daarin wordt beschreven welke stappen iemand moet zetten om nog meer competenties te ontwikkelen. Het portfolio is nooit af. Iemand doet steeds opnieuw ervaringen op, die worden opgenomen in het portfolio. Begeleiding Op basis van de in de intake verkregen informatie wordt vastgesteld aan welke belemmeringen de jongere moet werken en/of op welk gebied kennis, werkervaring en vaardigheden vergroot moeten worden. Op basis daarvan worden begeleiding en instrumenten op maat ingezet. Er worden werkervaringsplekken geboden om jongeren te laten wennen aan arbeidsritme en om werkervaring op te doen. Eveneens oriëntatie op scholing om jongeren te helpen bij hun terugkeer naar school en bij het maken van de juiste opleidingskeuze. Ook zijn er Special Projects (Sport, Muziek, Kunst) om jongeren een breed en aansprekend aanbod te kunnen doen. Een laatste hoofdactiviteit is bemiddeling naar werk. In aanvulling op deze hoofdactiviteiten worden, afhankelijk van de behoeften/belemmeringen van de jongere, de volgende flankerende instrumenten ingezet:  Spreekuur opvoedingsondersteuning  Verzuimbegeleiding  Motivatietraining  Schuldhulpverlening en budgettering  Taalwereld  Werk en zorg voor jonge moeders  Persoonlijke effectiviteit  Activiteit gebonden Kinderopvang


5

   

Bemiddeling Kinderopvang Formulierenbrigade (o.a. zorgtoeslag, huursubsidie) Wachtlijstbemiddeling (wonen, zorg etc) Omgaan met agressie en escalatiebeheersing

De jongeren missen vaak structuur en ervaren vaak reële of irreële belemmeringen. In de methodiek is het belangrijk tegelijkertijd te werken aan het hanteerbaar maken van belemmeringen en het versterken van competenties. Als een jongere zich bijvoorbeeld minder zorgen hoeft te maken om zijn financiële positie zal hij sneller gemotiveerd zijn te werken aan zijn competenties. Er wordt een outreachende en onconventionele aanpak gehanteerd om de opdracht ‘alle belemmeringen die er zijn op de weg naar school en/of werk samen met de jongeren oppakken’ goed uit te voeren. Dat wil zeggen dat de consulenten als het nodig is de jongeren halen en brengen voor een training, een werkervaringsplek of een diagnoseonderzoek. Ook is denkbaar dat tijdens een huisbezoek de ‘administratie’ uit de kast wordt getrokken en geordend om vervolgens naar gesprekken bij schuldhulpverlening te gaan. Ook gaat een consulent, indien nodig, mee naar de huisarts, bijvoorbeeld als een meisje denkt zwanger te zijn en niet alleen een test durft te doen. Of de consulent verstrekt gratis condooms om een ongewenste zwangerschap te voorkomen. Andere voorbeelden zijn een gesprek aangaan met de jongere en de ouder(s) om de ouders te vertellen dat zij de jongere los moeten laten zodat hij of zij de eigen keuzes kan gaan maken of bij de jongere thuis een gesprek voeren omdat de jongere een angstfobie heeft en de straat niet op durft. Het uiteindelijke doel is dan dat de laagdrempelige psychologe de begeleiding van de jongere kan starten. Consulenten gaan ook mee met de jongeren naar een rechtszaak om daar duidelijk te maken dat een gevangenisstraf alles wat opgebouwd is in de war zal sturen en vervangende taakstraf via Blink! te regelen is. Nazorg Er is eenduidige werkwijze en registratie voor alle consulenten in het team van Blink! ontwikkeld ten behoeve van nazorg met een duidelijke structuur voor contactmomenten en contactacties richting jongeren. Alle consulenten werken en registreren op dezelfde manier waardoor er collegiaal ook acties overgenomen kunnen worden. Het is een gegeven dat veel jongeren na plaatsing op school en/of werk nog slechter of helemaal niet bereikbaar zijn. Dit ondanks extra nabelacties in de avonden, brieven en aangekondigde huisbezoeken. Wanneer hierdoor een bewijs van plaatsing niet rechtstreeks bij een jongere verkregen kan worden wordt rechtstreeks contact opgenomen met het uitzendbureau of de school voor een schoolverklaring. De contacten wat betreft het ROC Midden Brabant lopen nu in samenspraak met het Trajectbureau dat de aanlevering van schoolverklaringen heeft verbeterd. Er wordt een eenduidige registratie gevoerd. Vanwege het benodigde maatwerk is er geen sprake van een protocol. Wel zijn de afspraken met de partners in protocollen vastgelegd. Doorlooptijd en intensiteit De doorlooptijd van de interventie is gemiddeld acht maanden, exclusief zes maanden nazorg. De jongeren zijn gemiddeld 28 uur per week actief. Locatie van uitvoering  Frontoffice Blink, vestiging UWV WERKbedrijf te Tilburg.  Backoffice Blink, vestiging Alexander Calder arbeidsintegratie te Tilburg  Bij jongere thuis (outreachend)  Bij (potentiële) werkgever  Op school


6



Specifiek bij maatschappelijke instellingen (intake in gevangenis voorbereidende zaken).

Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is de methodiek van de interventie beschreven? Bevat de methodiek een handleiding ten aanzien van de benodigde handelingen?

Ja X X

Nee

Toets theoretische onderbouwing Ja Bevat de methodiek een handleiding die de benodigde handelingen (volgorde, duur, X frequentie, intensiteit) en materialen aangeeft?

Nee

1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse Kenmerken risico of probleem Te veel jongeren in Tilburg en omgeving zijn uitgevallen van school of hebben geen werk. Zij hebben ondersteuning nodig om ‘de draad weer op te pakken’. Zonder interventie dreigen de jongeren (verder) af te glijden. Jongeren die onvoldoende scholing hebben/van school af zijn en mede daardoor weinig kans op de arbeidsmarkt hebben vaak geen doel en vaak weinig zelfvertrouwen en een negatief zelfbeeld. Het risico is dat deze jongeren gaan rondhangen/inactief worden en steeds minder participeren in de samenleving. Zonder gerichte interventies zal hun afstand tot de arbeidsmarkt in het algemeen alleen maar groter worden met langdurige werkloosheid tot mogelijk gevolg. Samenhangende factoren Eén van de oorzaken waardoor jongeren het onderwijs verlaten zonder arbeidsmarktrelevante kwalificatie is motivatie. Andere redenen om zonder kwalificatie te stoppen met school zijn het niet interessant vinden van de opleiding, problemen met school/leraren en onvoldoende ondersteuning op school. Persoonlijke problemen van jongeren spelen ook een rol bij het voortijdig verlaten van het onderwijs. Jongeren voelen zich niet altijd serieus genomen door de school en voelen zich respectloos of als een nummer behandeld. De leer- en studieproblemen die hierdoor ontstaan, kunnen dan weer leiden tot een afnemende motivatie voor school. Ook een verkeerde beroeps/ of schoolkeuze speelt een rol. Ook is er regelmatig sprake van problemen in de psychosociale, sociaal-maatschappelijke en/of sociaal-emotionele sfeer. Het gaat bijvoorbeeld om problemen die te maken hebben met verbroken of verstoorde relaties met ouders en de positie van de jongere daarbinnen. Voor een aantal jongeren geldt dat ze al van jongs af aan in aanraking zijn geweest met de jeugdhulpverlening als gevolg van mishandeling, verslaving van de ouders en/of verwaarlozing. Ook beperkte cognitieve vaardigheden gecombineerd met bijvoorbeeld faalangst kunnen een oorzaak zijn waardoor jongeren de school zonder kwalificatie verlaten. Tot slot zijn er jongeren die voor hun levensonderhoud op zichzelf zijn aangewezen en daardoor afhankelijk zijn van een inkomen. Voor hen is het dan aantrekkelijker om te gaan werken. Vaak is er sprake van een opeenstapeling van problemen waardoor de jongere uiteindelijk besluit de school (voorgoed) te verlaten. Toets Theoretisch Effectief Is het probleem duidelijk omschreven? Is duidelijk wie het probleem heeft? Is er een analyse gemaakt van de met het probleem samenhangende oorzakelijke, risico-, in stand houdende of verzachtende factoren?


Ja X X X

Nee

7

1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak Koppeling risico/probleem – doelen - aanpak Mensen hebben altijd een keuze en het maken en realiseren van keuzes levert een bewuste en doelgerichte bijdrage aan de persoonlijke ontwikkeling. De basis van deze visie op re-integratie is een aantal aannames en waarnemingen over menselijk gedrag, in het bijzonder over het gedrag van de jongeren. In welke mate zijn zij in hun denken en handelen gericht op het vinden van werk of het gaan volgen van een opleiding en op welke aandachtspunten hebben zij bijsturing nodig om dat werk inderdaad te vinden? Werkloosheid is gedrag, re-integratie is gedragsverandering. Werkloosheid wordt gezien als het gevolg van gemiste kansen. En het missen van kansen is één op één gerelateerd aan gedrag. Het is niet vreemd dat niet onmiddellijk alle kansen worden benut. De jongere is niet altijd even overtuigd van de meerwaarde van het grijpen van die kans. Het gedrag van mensen is beïnvloedbaar. Vooral in contact met anderen worden mensen geprikkeld om werkelijk te veranderen. Samen opdrachten uitvoeren – bijvoorbeeld: beschrijf elkaars positieve eigenschappen – vergroot het inzicht en werkt stimulerend. Jongeren zijn gewend om veel met elkaar te doen. Zo ontstaat er een rijke voedingsbodem voor nieuwe gedachten en nieuw gedrag. Het veranderen van denken en doen is een dynamisch proces. Het ontwikkelt zich in de interactie tussen de jongere en de trajectcoach, tussen jongeren onderling en tussen de jongere en potentiële werkgevers waar hij gesprekken voert. Verantwoordelijkheid nemen wordt als normaal gedrag beschouwd in school, werken privé-situaties. Eigen verantwoordelijkheid kan dus ook genomen worden om nieuwe keuzes te maken voor de toekomst. Veel jongeren hebben al op een aantal terreinen verantwoordelijkheid genomen die niet zichtbaar zijn voor de buitenwereld. Het kan echter een niet-doelmatige handeling zijn geweest gebaseerd op nietdoelmatige aannames of beelden van de werkelijkheid. Trajecten moeten een overzienbare periode beslaan. Naarmate een traject langer duurt, wordt het gevaar groter dat de jongere het doel uit het oog verliest. De horizon waar jongeren mee werken is veelal niet langer dan een maand. Tussendoelen scheppen binnen een langere periode maakt het mogelijk om de jongere “binnenboord” te houden. Jongeren hebben behoefte aan een duidelijke structuur om een doel te bereiken. Hoe concreter de structuur, des te beter de jongere de aandacht kan richten op datgene wat nodig is om werk te vinden, een opleiding te starten of zijn kwaliteiten te benoemen. Onderbouwing methodiek In de begeleiding worden de cognitieve methodiek en de Covey methodiek gebruikt. In de intensieve begeleiding wordt de cognitieve methodiek gehanteerd, waarin sturing wordt gegeven aan het gedrag van de jongere. Deze cognitieve benadering is gericht op het ombuigen van remmende interpretaties en belevingen van: zelfbeeld, beeld van de invloed van de omgeving op de jongere en het beeld van het eigen functioneren in de maatschappij. Ze komen tot uiting in ineffectief of belemmerd gedrag en tal van uitspraken van jongeren tijdens de activiteiten. De consulent pakt dit belemmerende gedrag in de interactie direct op. Doel van de begeleiding is jongeren te leren gedrag te ontwikkelen waardoor zij actief worden en gemotiveerd raken om door te stromen naar een scholingstraject of naar regulier werk. De methodiek van Cityteam stoelt op ´de 7 eigenschappen tot succesvol leiderschap’ van Stephen Covey en ‘de 7 eigenschappen voor een succesvol leven’ van zijn zoon Sean Covey. Deze laatste heeft zijn vaders filosofie behapbaar gemaakt voor jongeren van 14 tot circa 23 jaar. Uit ervaring is gebleken dat jongeren die geconfronteerd worden met hun eigen sterke en zwakke kanten bewuster omgaan met hun positie in de maatschappij. Via deze bewustwording is het mogelijk om verdere stappen te ondernemen en hun positie te verbeteren.


8

De filosofie van Covey is gericht op het dragen van eigen verantwoordelijkheid. Ieder individu is zelf verantwoordelijk voor de keuzes die hij maakt. Je kan niet altijd bepalen wat je overkomt, maar wel hoe je daar op wilt reageren of mee om wilt gaan. Dat betekent dat je niet meer het slachtoffer hoeft te zijn van je omgeving of je verleden, maar dat je in de toekomst zelf 'proactief' kunt reageren op de dingen die je overkomen. Dat betekent wel dat er geen ruimte is om je ergens achter te verschuilen: jij bent verantwoordelijk, niemand anders! Om 'proactief' te kunnen zijn is het belangrijk dat men niet te afhankelijk is van allerlei zaken. De jongere dient een bepaalde mate van onafhankelijkheid bereikt te hebben. Blink streeft er naar dat de jongere de eerste stappen richting die onafhankelijkheid gaat maken. Dat betekent onder meer dat de jongere niet meer volledig afhankelijk is van zijn ouder(s), zonder drugs kan, zelf beslissingen kan en durft te nemen zonder daarbij vrienden of anderen nodig te hebben en zijn eigen geld kan verdienen. Samenvatting werkzame ingrediënten   

Integrale maatwerkaanpak, gericht op gedragsverandering Positieve invalshoek vanuit de jongere zelf, gecombineerd met confronterend coachen 1 loket met medewerkers van UWV WERKbedrijf, ROC en Alexander Calder arbeidsintegratie

Toets Theoretisch Effectief Is de verantwoording gebaseerd op een samenhangend betoog (een theorie) over met het probleem samenhangende factoren en de veronderstelde werkzame ingrediënten in de interventie (er wordt méér beschreven dan een algemene verwijzing naar een theorie zoals “De interventie is gebaseerd op de sociale leertheorie”)? Sluit de keuze van de doelen van de interventie aan bij de probleemanalyse? Is aannemelijk gemaakt dat de veronderstelde werkzame factoren in de methodiek leiden tot het bereiken van de genoemde doelen (uit onderzoek, theorie en / of praktijk blijkt dat de methodiek de beoogde doelen bij de doelgroep kan bereiken)?

Ja X

X

Nee

X

1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging Eisen uitvoerders en begeleiders Direct betrokken zijn:  Consulent Frontoffice (UWV WERKbedrijf, ROC, Alexander Calder arbeidsintegratie)  Trajectcoach (Consulent Profiel Intensieve Begeleiding (Backoffice, Alexander Calder arbeidsintegratie))  Jobcoaches  Jongerenregisseur  Psycholoog  Lifecoach De bij Jongerenloket Blink werkzame medewerkers hebben overwegend een relevante – personeel, werk, dienstverlening - opleiding op HBO-niveau afgerond en waar nodig aangevuld met extra specialistische kennis (cursussen). De kwaliteiten van de consulenten liggen op het gebied van het motiveren van jongeren, en hen te begeleiden naar scholing of werk en andere manieren van maatschappelijk deelnemen. Zij hebben oprechte interesse in de jongeren. Het behoort tot hun beroepsvaardigheden en –houding dat zij deze interesse vertalen in een aansprekende begeleiding. De consulenten zijn geselecteerd op advies-,


9

luister-, gespreks- en trainingsvaardigheden en moeten in staat zijn de jongeren aan te spreken op hun verantwoordelijkheid en het gedrag van de jongere in positieve zin te veranderen. Daartoe is een activerende, motiverende, soms confronterende rol vereist. Daarnaast is kennis op het gebied van wet- en regelgeving vereist. Overige eisen Gebuikte registratie- en evaluatie instrumenten Het uitvoerend bureau - Alexander Calder arbeidsintegratie - beschouwt het professioneel rapporteren over de voortgang van de afzonderlijke trajecten èn van een project als geheel als een ondersteunende kernactiviteit. Die informatie moet relevant en betrouwbaar zijn. Dit aspect wordt beheerst met behulp van het cliëntvolgsysteem CLIVOS. Hierin worden alle gegevens op klantniveau en op projectniveau bijgehouden. Consulenten voeren de trajectplannen en rapportages over hun klanten in CLIVOS in. De rapportages uit CLIVOS bieden optimaal inzicht in het verloop van de individuele trajecten. Rapportages voor de opdrachtgever worden geleverd per klant en product, per maand, kwartaal, jaar en per groep klanten. Hiervoor kunnen de door de gemeente aangeleverde rapportageformats worden gebruikt. De rapportages kunnen digitaal en/of op papier aangeleverd worden. Op projectniveau geven de rapportages u een duidelijk overzicht van de stand van zaken van de totale opdracht zowel nominatief als geaggregeerd. Kwaliteitsbewaking De consulent voert tijdens de begeleiding regelmatig evaluatiegesprekken met de jongere. De jongere wordt op die manier betrokken bij de voortgang en heeft zodoende ook de mogelijkheid zijn eigen visie op de voortgang aan te geven.

1.5

Onderzoek effectiviteit

Er is gebruik gemaakt van de laatst beschikbare rapportage: Kwalitatieve kwartaalrapportage derde kwartaal 2007 Jongerenloket Blink! Contract 2007 Alexander Calder arbeidsintegratie Tilburg, mw. Heidy van den Dungen, vestigingsmanager (22 november 2007) Procesevaluatie Gemengde Koppels bij intakegesprekken Direct na de start van Jongerenloket Blink werd het positieve effect duidelijk van daadwerkelijke vertegenwoordiging van de drie samenwerkende partijen in de Frontoffice. Tijdens de eerste gesprekken met de jongeren bleek direct dat de verschillende achtergronden en ervaringen met de doelgroep een bepalende rol speelden wat betreft de uitkomst van de dienstverleningsgesprekken. Het werken in gemengde koppels (bijvoorbeeld 1 consulent Alexander Calder en 1 consulent UWV WERKbedrijf bleek zeer effectief omdat de coaches dan onderling ervaringen konden delen en zo gezamenlijk tot een passend profiel kwamen. In de praktijk bleek dat de Calder-medewerkers vooral bang waren iedere jongere het profiel ‘Intensieve Begeleiding’ toe te dichten terwijl dit wellicht niet nodig was. Bij de UWV WERKbedrijf-medewerkers bleef werk nadrukkelijker in beeld richting toekomst dan scholing. De eerste ervaringen zijn in meerdere overleggen bewust gedeeld waardoor alle coaches ook weer van elkaar konden leren. Groepsbegeleiding versus Individuele (intensieve) begeleiding Al in 2006 werd zichtbaar dat de zwaarte van de doelgroep op het gebied van gedragsproblematiek en/of Beschrijving interventie Jongerenloket Blink!

10

-stoornis en jongeren met behoorlijke psychische klachten steeds verder toenam. Ook in 2007 heeft deze trend zich nadrukkelijk voortgezet. De komst van Jongerenloket Blink betekent dat er letterlijk alleen nog maar jongeren die aantoonbaar intensieve begeleiding nodig hebben doorgeleid worden naar de Backoffice van Blink. Deze specifieke doelgroep vraagt om maatwerktrajecten. Deze bestaat sinds het begin van 2007 voor meer dan de helft van de totale doelgroep uit een individuele benadering. Er is nog steeds sprake van groepsbegeleiding maar de Individuele begeleiding is in de loop van het project een steeds belangrijker rol gaan spelen. De zwaarte van de problematiek van vele jongeren vraagt om de aanpak door een lifecoach die volledig één op één samen met een jongere stap voor stap alle obstakels op de weg naar school en/of werk aanpakt. Die letterlijk samen met de jongere iedere stap zet. Met als doel deze jongere zo te begeleiden dat hij gaandeweg zelf deze stap kan zetten en uiteindelijk volledig zelfstandig kan gaan functioneren. Doordat ze gezien hebben wat voor hen nodig is, en hoe zij stappen kunnen zetten, mensen kunnen benaderen, verantwoordelijkheid kunnen en durven nemen voor hun eigen weg richting school en/of werk. Deze manier vraagt vooral veel positieve aandacht en tijd, en lijkt soms op het (opnieuw) opvoeden van deze jongeren vanaf de basis, ofwel lifecoachen dus. De lifecoach heeft in de loop van het project een steeds nadrukkelijker rol gekregen. De verzwaring van de problematiek heeft in combinatie met de steeds veeleisender arbeidsmarkt geleid tot een focus op individuele (intensieve) begeleiding en een relatief minder belangrijke rol voor de groepsbegeleiding. De dienstverlening is maatwerk en afgestemd op de individuele belemmeringen en competenties van de jongere. Effectevaluatie Het plaatsingspercentage – dat wil zeggen plaatsing in een scholingstraject, op school, in regulier werk, gesubsidieerde arbeid of maatschappelijke participatie en vrijwilligers werk – ligt rond de 60%. Er zijn drie redenen voor uitstroom zonder plaatsing: geen contact mogelijk, weigeren medewerking en verhuizing. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de uitgevoerde effectiviteitonderzoeken (proces en/of resultaat)?

Ja X

Nee

Toets Procesevaluatie Ja Is de interventie uitontwikkeld en stabiel? X Is de werking van de interventie zelf in kaart gebracht alsmede de uitwerking op de X doelgroep? Zijn de organisatorische context en de randvoorwaarden in kaart gebracht? X

Nee

Toets Resultaatevaluatie Ja Heeft het onderzoek betrekking op de ingediende interventie zelf (direct bewijs)? X Wordt voor de onderbouwing gesteund op onderzoeken die elders zijn uitgevoerd (indirect bewijs)? Is het onderzoek gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie? X Is een voormeting uitgevoerd? Is een nameting uitgevoerd? Is een follow-up meting uitgevoerd na minimaal 6 maanden? (duurzaamheid) Is er een experimentele of controlegroep gehanteerd?

Nee


X X X X X

11

1.6

Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit

Commentaar beoordelingspanel Inhoudelijk gezien wordt gezocht naar onderbouwing van de hypothese dat het confronterend coachen van jongeren binnen een netwerkbenadering hen op een praktische en gestructureerde manier leert omgaan met mentale belemmeringen rond leren/opleiding en arbeidsparticipatie. Door hen te leren hoe ze grenzen kunnen stellen, zelfvertrouwen kunnen kweken en hoe zij zich assertief kunnen opstellen, nemen zij hun eigen verantwoordelijkheid (resultaat van activering). Dat vergroot hun kansen tot zelfrealisatie. Daarmee zijn zij beter gemotiveerd tot scholing en arbeidsparticipatie. In algemene termen wordt geduid dat jongeren met meervoudige problematieken benaderd moeten worden met intensief maatwerk. Daarbij wordt een aantal methodieken beschreven. De samenhang daartussen is niet transparant, ook komen aangedragen modellen niet meer terug in de aanpak (b.v. het latente deprivatiemodel van Marie Jahoda). De theoretische onderbouwing van deze interventie is daardoor niet erg samenhangend. De doelgroep lijkt te verschuiven (naar steeds meer jongeren met psychische problemen), terwijl de aanpak niet mee lijkt te bewegen. De aanpak doet uiteindelijk meer als een organisatorische (samenwerkende netwerken) dan als onderbouwde methodische interventie aan. Ten dele is nagegaan hoe de interventie uitwerkt op de doelgroep en welke lessen daaruit getrokken zijn. Niet duidelijk wordt welke methodiek precies welke bijdrage levert aan het gewenste en gerealiseerde resultaat. De procesevaluatie zou aan kracht winnen als er onderscheid gemaakt zou worden naar deelpopulaties. De resultaatevaluatie is gebaseerd op een kwartaalrapportage. Onderzoek zou aan overtuiging winnen door een langer termijn aan te houden, in combinatie met controlegroepen.

Kwalificatie Theoretisch onderbouwd

Keuze X

Operationalisering niveaus Een adequate theoretische onderbouwing ontbreekt Er is een probleemanalyse en een duidelijke en expliciete redenering op welke factoren de interventie aangrijpt en waarom deze zou werken Deze redenering is bovendien gebaseerd op (getoetste) wetenschappelijke inzichten / theorieën, c.q. er worden technieken gebruikt die in de literatuur bekend staan als bewezen effectief.

Toelichting

De theoretische onderbouwing van deze interventie is niet erg samenhangend. De doelgroep lijkt te verschuiven (naar steeds meer jongeren met psychische problemen), terwijl de aanpak niet mee lijkt te bewegen. De aanpak doet uiteindelijk meer als een organisatorische (samenwerkende netwerken) dan als onderbouwde methodische interventie aan.


12

Procesevaluatie

Een adequate procesevaluatie ontbreekt X

De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht of de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context zijn in kaart gebracht. De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht én de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context zijn in kaart gebracht.

Toelichting

Ten dele is nagegaan hoe de interventie uitwerkt op de doelgroep en welke lessen daaruit getrokken zijn. Niet duidelijk wordt welke methodiek precies welke bijdrage levert aan het gewenste en gerealiseerde resultaat. De procesevaluatie zou aan kracht winnen als er onderscheid gemaakt zou worden in deelpopulaties.

Resultaatevaluatie

Een adequate effectevaluatie ontbreekt X

Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden met een voor- en een nameting zonder controlegroep (veranderingsonderzoek) Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden waarin gebruik is gemaakt van een experimentele groep en een controlegroep

Toelichting

1.7

De resultaatevaluatie is gebaseerd op een kwartaalrapportage. Onderzoek zou aan overtuiging winnen door een langer termijn aan te houden, in combinatie met controlegroepen.

Overige informatie

Overige informatie www.ikblink.nl

Lijst met aangehaalde literatuur Covey, S.R.W. (1989). De 7 eigenschappen tot succesvol leiderschap. Free Press. Covey, S. (2003 ). De 7 eigenschappen die jou succesvol maken. Business Contact


13

No title

Recommend Documents