NEDERLANDS ENGLISH FRANÇAIS ITALIANO ESPAÑOL ΕΛΛΗΝΙΚΆ ČESKY
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM MONTAGE-INSTRUCTIE STAND: 06 / 2012
www.solarwatt.de
02 / 24
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem Gefeliciteerd met uw aankoop van het SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem. De keuze van hoogwaardige materialen en zonnecellen maakt SOLARWATT zonnepanelen buitengewoon betrouwbaar. De kwaliteit van de uitsluitend in Duitsland geproduceerde zonnepanelen wordt door meerdere keuringen van de producten tijdens het productieproces gegarandeerd. SOLARWATT zonnepanelen zijn door gecertificeerde instituten gekeurd en voldoen aan de eisen van de uitgebreide keuringsnorm IEC 61215 ed. 2 en de veiligheidsnorm IEC 61730. Door de eigen onderzoek- en ontwikkelingsafdeling van SOLARWATT worden met behulp van bestaande meet-, keuring- en milieusimulatietechnologie tests ver boven de gebruikelijke normen uitgevoerd en de producten verder geoptimaliseerd. Het SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem is een intelligente oplossing, die door een innovatieve – het bewezen principe van dakpannen nagemaakte – zonnepaneelconstructie een eenvoudige installatie mogelijk maakt. Het SOLARWATT ORANGE Easy-In zonnepaneel worden in de panlatten ingehaakt en eenvoudig in elkaar geschoven. Via de frameprofielen vindt vervolgens zowel de schroefkoppeling met de panlatten en de bevestiging d.m.v. verankeringen (bescherming tegen zuiglast) plaats, als ook de waterdichte overlapping van de aangrenzende zonnepanelen. Het SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem vervangt hiermee de gebruikelijke dakindekking en uw dak wordt met deze bijkomende voordelen van energie-opbrengst opgewaardeerd. Deze handleiding beschrijft de montage, de aansluiting, het onderhoud en het afbouwen van de SOLARWATT ORANGE Easy-In systeemcomponenten. Ze is alleen voor vaklui bedoeld die vanwege hun beroepskwalificatie met de installatie bekend zijn. Installatie en aansluiting van de zonnepanelen mogen alleen door opgeleid vakpersoneel worden uitgevoerd. Het personeel moet vóór de montage bekend zijn met deze gebruiksaanwijzing en moet deze opvolgen. Voor het behoud van de garantie moet bovendien het op de laatste pagina vermelde opleveringsprotocol worden ingevuld, ondertekend en overhandigd aan de installatie-eigenaar. Bij een deskundige behandeling zult u meerdere decennia plezier hebben van uw SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem. Mocht u echter toch nog vragen hebben: Uw installateur is het best bekend met uw installatie en is graag bereid om u te helpen.
AANWIJZING: Houd a.u.b. rekening met de op de volgende pagina's beschreven aanwijzingen over uw SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem. Zowel het naleven van deze handleiding, alsook de omstandigheden en de methoden bij de installatie, het gebruik, de toepassing en het onderhoud van de omvormer kan door de fabrikant niet worden gecontroleerd. Een ondeskundige uitvoering van de installatie kan materiële schade veroorzaken en als gevolg kan het personen in gevaar brengen. Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor verlies, schade of kosten als gevolg van onjuiste installatie, ondeskundig gebruik en verkeerde toepassing en onderhoud of in enig opzicht dat daarmee verband houdt. Wij adviseren vóór de eerste montage om een training door onze medewerkers door te voeren. Houd er rekening mee dat de montage aan de plaatselijke omstandigheden wordt aangepast en aan de regels van de techniek voldoet.
PAS OP! Het ignoreren van deze gebruiksaanwijzing leidt tot het vervallen van garantie en aansprakelijkheid en tot het uitsluiten van daarboven uitgaande schadevergoeding- en aansprakelijkheidsclaims.
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
GEBRUIKSAANWIJZING
INHOUD 01 INFORMATIE OVER HET ZONNEPANEEL. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . P..04 02 AANWIJZINGEN VOOR HET TRANSPORT EN OPSLAG. . . . . . . . . . . P..05 03 MONTAGE EN AANSLUITING . . . . . . . P..06 04 WAARSCHUWING- EN VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN. . . . . . . P..18 05 REPARATIE EN ONDERHOUD . . . . . . P..19 06 AFVALVERWERKING . . . . . . . . . . . . . . . P..19 07 EG-CONFORMITEITSVERKLARING. . P..20 08 AANWIJZING VOOR EEN RECLAMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . P..21 09 VAAK GESTELDE VRAGEN . . . . . . . . . P..21 10 OPLEVERINGSPROTOCOL. . . . . . . . . . P..22 Controleer vóór het begin op www.solarwatt.de de actuele stand van de gebruiksaanwijzing.
VDE-GOEDKEURINGSMERK
Het VDE-keurmerk staat voor de conformiteit met de VDE-normen resp. met de Europese of internationaal geharmoniseerde normen en bevestigt de naleving van de veiligheidsvoorschriften van de betreffende richtlijnen. Het VDE-keurmerk staat voor de veiligheid van het product op het gebied van elektrische, mechanische, thermische, toxische, radiologische en andere gevaren.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN PAS OP! Dit symbool duidt op aanwijzingen die precies moeten worden opgevolgd om gevaar of letsel aan personen te voorkomen, om schade aan het apparaat te verhinderen en de garantiebepalingen niet te schenden. De actuele garantiebepalingen vindt u op www.solarwatt.de.
AANWIJZING Dit symbool markeert technische aanwijzingen die moeten worden nageleefd om schade en storingen aan de zonnepanelen te voorkomen en om een optimale werking te garanderen. 03 / 24
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
01 INFORMATIE OVER HET ZONNEPANEEL
INFORMATIE OVER HET ZONNEPANEEL
AFMETING ZONNEPANEEl
D = 75 mm
C = 1764 ± 2 mm
B = 1715 ± 5 mm
Databladen met de elektrische gegevens ontvangt u of direct van uw installateur of op www.solarwatt.de.
ALGEMENE GEGEVENS Plaats van inzet
E = 47 mm
A = Breedte van een zonnepaneel B = Afstand van de panlatten (bovenkant) C = Lengte van een zonnepaneel (incl. overlapping) D = Hoogte van een zonnepaneel (Bovenkant incl. panlat) E = Hoogte van een zonnepaneel (Onderkant zonder panlat)
Dakhelling min.
22°*
Dakhelling max.
65°
Afmeting zonnepaneel (L x B x H)
1.764 x 1.035 x 47 mm
Indekmaat (L x B x H)
1.715 x 1.016 x 47 mm op de smalle kant; Indekking van het volledige dakoppervlak alleen na een keuring vooraf mogelijk
Uitrichting zonnepaneel
INDEKMAAT
Elektrische gegevens Pmax @ STC*
SOLARWATT ORANGE 60M Easy-In style: 250-265 Wp SOLARWATT ORANGE 60P Easy-In: 240-255 Wp ca. 14 kg/m²
Gewicht
Aluminium
Frame
1715 mm
Dakintegratie / schuin dak voor bijna alle dakindekkingen geschikt tot 25 m hoogte gebouw
Dakindekking
A = 1035 ± 2 mm
Verdere informatie vindt u in het datablad.
1016 ± 5 mm
A = Serienummer B = Typeplaatje
Dakconstructie
Deze moet voldoen aan de algemene eisen van de richtlijnen van het ZVDH ("Zentralverband des Deutschen Dachdeckerhandwerks"). De verankeringen en schroefkoppelingen zijn voor panlatten 40 x 60 mm geconcipieerd.
Mechanische belastbaarheid
Zuiglast getest tot 2400 Pa (windsnelheid 130 km/h met veiligheidsfactor 3) Belasting getest tot 5400 Pa zie garantievoorwaarden op www.solarwatt.de
Garantie
AFMETINGEN GENAROTORVELD BIJ 2 x 2 ZONNEPANELEN
Certificering volgens IEC 61215 ed. 2, IEC 61730 in voorbereiding
Certificaten
2051 mm
1715 mm
*16° dakhelling mogelijk bij gebruik van een waterdicht onderdak volgens de richtlijnen van het ZVDH ("Zentralverband des deutschen Dachdeckerhandwerks")
De indekmaat kunt u zeer eenvoudig berekenen (let daarbij bovendien op de gebruikelijke kopse houtafstanden volgens DIN 1052):
3479 mm
70 mm
AANWIJZING:
Horizontaal: Indekmaat = (1016 mm x aantal zonnepanelen) + 19 mm + Afmetingen bekleding (links + rechts) Verticaal:
Indekmaat = (1715 mm x aantal zonnepanelen) + 49 mm + Afmetingen bekleding (boven + onder)
Hoogte:
variabel van 47 tot 68 mm ten gevolge van dakspanen
25 mm
Een handige planningssoftware krijgt u op www.solarwatt.de. 04 / 24
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
02 AANWIJZINGEN VOOR HET TRANSPORT EN OPSLAG
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
AANWIJZINGEN VOOR HET TRANSPORT EN OPSLAG SOLARWATT zonnepanelen zijn door de inzet van hoogwaardige materialen buitengewoon stabiel en duurzaam. Toch moet u de zonnepanelen, totdat deze worden gemonteerd, in de verpakking laten om beschadiging te voorkomen.
AANWIJZING:
OPSLAG
Beweeg of transporteer het zonnepaneel niet aan de aansluitdoos of de aan de aansluitkabels.
Het stapelen van pallets leidt tot schaden aan de SOLARWATT ORANGE Easy-In zonnepanelen en moet absoluut worden vermeden! Het wordt aanbevolen om de SOLARWATT ORANGE Easy-In zonnepanelen tot de uiteindelijke montage in de originele verpakking, droog en tegen vorst beschermd, op te slaan. Raadpleeg bovendien de waarschuwingen die op de verpakkingeenheden zijn aangegeven.
AANWIJZING:
HANTERING OP DE GROND De SOLARWATT ORANGE Easy-In zonnepanelen worden op een pallet aangeleverd en zijn door een watervaste folie tegen weersinvloeden goed beschermd. Bij het uitpakken moet na het verwijderen van de folie en de bevestigingsbanden bij het wegnemen van de zonnepanelen ermee rekening worden gehouden, dat deze door eenvoudig optillen aan beide uiteinden van het zonnepaneel eruit genomen kunnen worden. Daarbij mogen de zonnepanelen niet worden gekanteld, omdat deze in elkaar gehaakt zijn en daardoor het paneelframe zich kan verbuigen.
HANTERING OP HET DAK Door de innovatieve constructie van de zonnepanelen kunnen de zonnepanelen goed op het dak worden gehanteerd en kunnen door het eruit getrokken, bovenste frameprofiel op elk moment op de panlat worden neergelegd.
AFVALVERWERKING VAN DE VERPAKKING Breng de verpakking (folies, banden, stapelhoeken en de pallet ) naar de recycling. Neem hiervoor contact op met het hiervoor verantwoordelijk lokale afvalverwerkingsbedrijf.
HANDELWIJZE BIJ TRANSPORTSCHADE U bent verplicht om de geleverde goederen alsmede hun verpakking onmiddellijk te controleren op transportschade. Als u schade vaststelt, dan moet de schade op de afleveringsbon worden vermeld en dit moet gedetailleerd per pallet worden beschreven en gedocumenteerd met foto's. Laat deze opmerkingen door de chauffeur medeondertekenen. Als er meer dan 10 zonnepanelen van een pallet beschadigd zijn, dan moet het aannemen van deze pallet worden geweigerd. Stuur a.u.b. het ingevulde "reclamatieklacht transportschade" (www.solarwatt.de) terug naar SOLARWATT AG.
Het neerzetten van de zonnepanelen op de paneelranden en -hoeken moet absoluut worden vermeden om de frameprofielen niet te vervormen.
AANWIJZING: Het zonnepaneel is een glasproduct en moet voorzichtig worden behandeld. Er mag niet op worden gelopen. Er mogen geen voorwerpen op het zonnepaneel vallen of op het zonnepaneel worden neergelegd. Vooral de achterkant moet tegen krassen en dergelijke worden beschermd.
AANWIJZING: Verwijder geen onderdelen of typeplaatjes van het zonnepaneel. Installeer geen beschadigde zonnepanelen.
AANWIJZING: De zonnepanelen zijn niet voor geconcentreerde instraling geconcipieerd, een bundeling of concentratie van het zonlicht door lenzen of spiegels is derhalve niet toegestaan en kan tot schade aan de zonnepanelen leiden.
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
05 / 24
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
03 MONTAGE EN AANSLUITING
MONTAGE EN AANSLUITING AANWIJZING: Monteer de zonnepanelen uitsluitend op geschikte panlatten (zie p. 07 „stuklijst dakconstructie“). Er mogen geen mechanische spanningen van het eigenlijke gebouw (bijv. dakstoel) op het zonnepaneel worden overgedragen. Controleer de statische geschiktheid van het gebouw voor de montage van een fotovoltaïsche installatie.
AANWIJZING: Vóór het vastzetten van elk zonnepaneel moet de elektrische bedrading al gedaan zijn, omdat de aansluitingen na de bevestiging van alle zonnepanelen niet meer toegankelijk zijn!
PAS OP!
De openingen van het paneelframe voor het afvoeren van water mogen niet worden afgedekt, omdat dit anders vorstschade aan het paneelframe kan veroorzaken. Zonnepanelen moeten zodanig worden geïnstalleerd, dat er geen water in richting van de kabelschroefkoppelingen kan lopen. De steekverbinding van de zonnepanelen mag niet op de onderspanbaan liggen. Monteer de zonnepanelen daarom in ieder geval op de aangegeven manier en bevestig de kabel / stekkers zoals gebruikelijk aan de panlatten.
AANWIJZING: Voor het bereiken van een zo hoog mogelijke jaarlijkse energie-opbrengst voor installaties die aan het net gekoppeld zijn, wordt het richten van de zonnepanelen naar het geografische zuiden aanbevolen.
AANWIJZING: Een vervaardiging van een stringschema van de PV-installatie en een meting van de respectievelijke stringspanningen na de montage van de in serie geschakelde zonnepanelen door een opgeleide vakman wordt aanbevolen. Dit moet ook schriftelijk worden vastgelegd.
06 / 24
De montage van de SOLARWATT ORANGE Easy-In zonnepanelen is door verschillende eigenschappen van het zonnepaneel van de fabriek uit goed voorbereid. Een verkeerde uitvoering bij de installatie of inbedrijfstelling kan tot schade leiden en daardoor personen in gevaar brengen. Vervaardig - voor eventuele onderhouds- en reparatiewerkzaamheden - een schema voor de documentatie van de installatie van de zonnepanelen, met inbegrip van de toewijzing van het serienummer en kabeltraject en bewaar dit samen met de documenten over uw fotovoltaïsche installatie. Onafhankelijk van het te installeren SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem moeten de volgende constructieve eisen in acht worden genomen:
1. Bij de montage van dragende houten bevestigingen moeten de in de norm vastgelegde middenafstanden van de verbinding worden aangehouden. 2. Lattenverbindingen moeten volgens de bepalingen van het ZVDH worden uitgevoerd. Als alternatief kan een door de bouwtoezicht goedgekeurde panlattenver- bindingstuk worden ingezet. In beide gevallen moet een zuiglast van minstens 0,5 kN opgevangen kunnen worden.
Het statische bewijs voor de in deze gebruiksaanwijzing voorgegeven dakconstructie in combinatie met het SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem is volgens DIN 1052 en DIN 1055 volbracht.
HET SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM Hieronder wordt de montage van het SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem beschreven. De elektrische aansluiting van SOLARWATT ORANGE Easy-In paneelcomponenten is afhankelijk van de lokale omstandigheden en moet daarom individueel door de desbetreffende installateur worden geconcipieerd en gerealiseerd. Hiervoor worden slechts enkele aanwijzingen gegeven. Met betrekking tot de dichtheid van het dak werden bij het concept van het SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem respectievelijke constructieve maatregelen getroffen. Omdat er voor de vakkundige correcte montage geen garantie kan worden gegeven, moet de montage van het SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem en de bijbehorende dakverbinding/bekleding pertinent door een vakman worden uitgevoerd, die de dichtheid van de installatie kan garanderen.
RANDVOORWAARDEN DIE AANGEHOUDEN MOETEN WORDEN: • Het systeem werd alleen met de in de stuklijsten „SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem“ en „dakconstructie“ aangegeven materialen getest en is daarom alleen voor deze materialen vrijgegeven. • Er wordt een rechthoekige systeemopbouw aanbevolen. • Voor voldoende ventilatie van het systeem is het gebruik van tengellatten noodzakelijk. • Het gebruik van de meegeleverde onderspanbaan is absoluut vereist • Max. afstand daksparren: 1 m; max. hoogte gebouw: 18 m; max. windlastzone: 2 max. sneeuwlastzone: 3 en max. 530 m b. NAP (of equivalent); dakbereiken: H en I (volgens DIN 1055).
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
03 MONTAGE EN AANSLUITING
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
STUKLIJST Per randpaneel aan de linkerkant: Afb. a) 8 x Verankeringen Afb. b) 16 x Houtboorschroeven Afb. c) 8 x Speciale plaatboorschroeven Afb. d) Dwarsafdichting Afb. e) Dwarsafdichtingshouder Elke verdere zonnepaneel: Afb. a) 4 x Verankeringen Afb. b) 8 x Houtboorschroeven Afb. c) 4 x Speciale plaatboorschroeven Afb. d) Dwarsafdichting Afb. e) Dwarsafdichtingshouder Verdere systeemcomponenten: Afb. f) Zijdelingse verbinding rechts Afb. g) Zijdelingse verbinding links Afb. h) Bovenste verbinding, middenbereik (voorbeeld) incl. 3 speciale plaatboorschroeven afb. c) Afb. i) Bovenste verbinding, randbereik (voorbeeld) incl. 3 speciale plaatboorschroeven afb. c) Afb. j) Voelermaat Afb. k) Aluminium rails Afb. l) Bevestigingselement aluminium rails Afb. m) Afb. n) Afb. o) Afb. p) Afb. q)
Onderspanbaan Railverbinding set Onderste verbinding (voorschoot van lood of loodvrije alternatieve materialen) Nagelband ASSY Plus 6x200 mm (66)
STUKLIJST DAKCONSTRUCTIE • Panlatten: 60 x 40 mm2 (sorteerklasse S 10 volgens DIN 4074 deel 1, vochtigheid houtinbouw max. 20 %) • Tengellatten: 60 x 40 mm2 (min. sorteerklasse S 10 volgens DIN 4074 deel 1, vochtigheid houtinbouw max. 20 %) • Plank voor bevestiging van onderste verbinding (20 x 90 mm) Het statische bewijs voor de bevestiging van het SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem werd voor de gecombineerde toepassing van Würth ASSY Plus houtschroeven (6,0 x 200 mm met verzonken kop en verzonken ring) en CNA spijkers (4,0 x 100 mm) volbracht.
PAS OP!
BIJ DE LEVERING INBEGREPEN: Afb. a)
Afb. b)
Afb. c)
4,0 x 50/33 mm
4,8 x 24 mm
Afb. d)
Afb. e)
Afb. f)
Afb. g)
Afb. h)
Afb. i)
Afb.j)
Afb. k)
Afb. l)
Afb. m)
Afb. n)
NIET BIJ DE LEVERING INBEGREPEN: Afb. o)
Afb. p)
Afb. q)
Het juiste gebruik van deze bevestigingsmiddelen moeten pertinent volgens de specificaties in de gebruiksaanwijzing gebeuren.
Afb. r*)
Afb. s*)
BENODIGD GEREEDSCHAP Accuschroevendraaier/ -boormachine (minstens 1800 min -1, aandrijving Torx T20), maatband, waterpas, richtsnoer, hamer, mes *Afmetingen van de bekleding zie pagina 16.
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
07 / 24
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
03 MONTAGE EN AANSLUITING
MONTAGE IN AFZONDERLIJKE STAPPEN 00
Voorbereiding
Het aanleggen van de meegeleverde onderspanbaan gebeurt parallel met de dakgoot. Daarbij moeten de banen zonder golven en vouwen worden aangebracht. De minimale overlapping zowel voor de hoogte- als ook voor de zijoverlapping bedraagt 10 cm. Afb. 1) De hoogteoverlappingen moeten d.m.v. de zelfklevende stroken aan de randen van de banden worden vastgekleefd. Zijoverlappingen moeten onder de tengellat worden aangebracht. De bedrukte zijde is de bovenzijde en wijst bij het leggen naar de verwerker. De fixatie vindt toegedekt plaats in het bereik van de hoogte- en zijoverlappingen of onder de tengellatten met nieten of asfaltnagels. De uiteindelijke bevestiging gebeurt met het aanbrengen van de tengellatten.
Afb. 1)
Dakgoot / dakvorst Aan de dakgoot rusten onderspan-, onderdek- en bekistingbanen onder de tengellatten en gootlijst op een druppelplaat of boven de gootlijst op een gootplaat. Afb. 2) Vorming van plassen en niveauverschillen moeten daarbij worden vermeden. Bovendien moeten de beroepsregels van het ZVDH in acht worden genomen. Aan de dakvorst wordt bij niet geventileerde dakconstructies de onderspanbaan over de dakvorst gespannen, om sneeuw en regendichtheid te bereiken. Bij geventileerde dakconstructies eindigt de onderspanbaan ca. 50 mm voor de top van de dakvorst. Dus daaruit resulterende ventilatie-opening kan boven de tengellat met een baanstrook zodanig worden overspannen, dat deze het gehele baanoppervlak met ten minste 15 cm bedekt.
Afb. 2)
Om het binnendringen van water door de bevestigingspunten van de tengellatten te voorkomen moet gebruik gemaakt worden van nagelafdichtband onder de tengellatten. Afb. 3) Meer informatie over het monteren vindt u op www.solarwatt.de.
Afb. 3)
08 / 24
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
03 MONTAGE EN AANSLUITING
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
01
Panlatten voor het SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM
Voor de montage van het SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem zijn speciale afstanden voor de panlatten noodzakelijk. Afb. 1) De aluminium rails voor het inhaken van de SOLARWATT ORANGE Easy-In zonnepanelen (I) moeten op de afstand 1 d.m.v. de bijgevoegde bevestigingselementen worden gemonteerd. Overgangen van één aluminium rails naar de andere moeten door gebruik te maken van de verbindingsstukken – afb. 2) en 3) – telkens in het bereik van de dakspar worden uitgevoerd. Voor latere montage van de verankeringen moeten vier panlatten met de hiernaast vermelde afstanden worden gemonteerd. De bevestiging van de vier panlatten gebeurt met één ASSY-Plus houtschroef incl. verzonken ring per dakspar.
PAS OP!
In het bereik van een lattenverbinding moet de bevestiging van de desbetreffende panlat volgens de specificaties van het ZVDH worden uitgevoerd.
1
6
alle verdere rijen
6 onderste rij
Afb. 1)
BEVESTIGING VAN DE PANLAT AAN ELKE DAKSPAR D.M.V. Maat 6 = 1735 ± 5 mm — Bevestigingselement Maat 5 = 343 ± 20 mm Maat 4 = 686 ± 20 mm 1 x ASSY PLus schroef Maat 3 = 1029 ± 20 mm Maat 2 = 1372 ± 20 mm Maat 1 = 1715 ± 5 mm — Bevestigingselement
Afb. 2)
Afb. 3)
02
Onderste afsluiting
Voor de onderste afsluiting legt u een plank met afmeting 90 x 20 mm aan de onderste panlat met maat 6 rechtop aan en bevestig deze met behulp van twee verankeringshoeken op de dakspar. Gebruik hierbij alleen twee schroeven die door de twee gaten op de dakspar voeren en schroef de plank niet aan de verankeringshoek vast. Vervolgens kunt u gemakkelijk een passend afgeschuinde plaat (z. p. 16) voor bevestiging aan het dak gebruiken. De plank moet zijdelings met de zonnepanelen afsluiten.
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
9 / 24
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
03 MONTAGE EN AANSLUITING
03
Positionering van het eerste zonnepaneel
Hang het eerste zonnepaneel op de desbetreffende aluminium rails (met afstand van maat 6 = 1735 mm naar de onderste rand, zie stap 01). Breng hierbij de linkerrand van het zonnepaneel in een rechte lijn met de gewenste linkerrand van het systeem. Houd er a.u.b. ook rekening mee dat u voldoende ruimte voor de verankering inplant en de volgens DIN voorgeschreven randafstanden van de schroeven naar de panlattenrand aanhouden.
3
Len gtedo den orsnede mid
2
1
04
Aarding van het zonnepaneel
De aarding van de zonnepanelen vindt eenvoudig plaats via de aluminium rail. Schroef hiervoor het zonnepaneel aan de gemarkeerde plaats met behulp van de speciale plaatboorschroeven met de aluminium rail vast. Gebruik hiervoor altijd het gat aan de zonnepaneel zijde, die voor verankering bedoeld is. De verbinding van de aluminium rails onderling of de aarding van ervan moet individueel worden uitgevoerd, afhankelijk van het installatieontwerp.
04 (a)
Bevestiging van het eerste zonnepaneel
I Leg de verankering met de korte poot op de panlat met maat 3 en schuif deze tot aan het frameprofiel. II Fixeer de verankering d.m.v. de speciale plaatboorschroef aan het frameprofiel. III Schroef de verankering d.m.v. de beide speciale houtboorschroeven aan de panlat (45° hoek tussen schroef en panlat). IV Ga analoog te werk bij panlatten met de maten 2, 4 en 5.
E
A B
C D
g Dw rin ars ke doo ran e v rsne de ter hoogte van de
AANWIJZING: Leg voor een latere snelle elektrische bedrading de aansluitkabels boven het zonnepaneel op de panlatten klaar (zie "elektrische aansluiting" p. 14 en de aanwijzing p 06).
010 / 24
A Zonnepaneel rechter zijde
D Houtboorschroef
B Plaatboorschroef
E Zonnepaneel linker zijde
C verankering
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
03 MONTAGE EN AANSLUITING
04
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
(b)
Bevestiging van de dwarsafdichting
De installatie van de meegeleverde dwarsafdichting is door het al goed voorbereide frame snel en gemakkelijk mogelijk: Begin aan de linkerzijde van het zonnepaneel met het inleggen van de dwarsafdichtingshulpstuk in de voor de dwarsafdichting bestemde sponning. Breng vervolgens de dwarsafdichting gelijk met het einde van de dwarsafdichtingshulpstuk in de sponning (analoog stap 6). Installeer vervolgens de dwarsafdichting spanningsvrij langzaam over de gehele breedte van het zonnepaneel in de sponning zonder eraan te trekken. Afb. 1) Door een eenvoudige hamerslag op één van de daarvoor bestemde framepunten wordt de dwarsafdichting vervolgens bij elke zonnepaneel bevestigd. Afb. 2)
Afb. 1)
Afb. 2)
De resterende lengte van de dwarsafdichting kunt u nu op het zonnepaneel neerleggen. De dwarsafdichting is zodanig ontworpen dat deze zonder aan te passen over meerdere zonnepanelen kan worden geleid. De overgangen van het ene zonnepaneel naar het andere wordt door de bijgevoegde houder van de dwarsafdichting gegarandeerd. Afb. 3) Afb. 3)
Indien de lengte van de dwarsafdichting binnen een rij zonnepanelen niet meer voldoende is, dan moet het afdichtrubber zodanig verkort worden, dat de overgang van de ene dwarsafdichting naar de volgende in één van de twee klembereiken plaatsvindt. Binnen deze moeten de twee afdichtprofielen d.m.v. de daar voorziene klemnokken worden bevestigd. Afb. 4) en 5) Afb. 4)
Afb. 5)
05
Bevestiging van verdere zonnepanelen
De installatie van de volgende zonnepanelen gebeurt in de afgebeelde volgorde, beginnend bij zonnepaneel 1, diagonaal verlopend tot aan het laatste zonnepaneel. Het zonnepaneel aan de linkerrand (in het voorbeeld: zonnepanelen 1, 3, 6, 10) krijgen hierbij telkens acht verankeringen en elke andere krijgen vier verankeringen uitsluitend aan de rechter kant.
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
10
14
17
19
20
6
9
13
16
18
3
5
8
12
15
1
2
4
7
11
11 / 24
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
03 MONTAGE EN AANSLUITING
05 (a)
Bevestiging van een zijdelings aangrenzend zonnepaneel (bijv. zonnepaneel 2)
24 mm
Hang het tweede zonnepaneel rechts naast het al geïnstalleerde zonnepaneel op dezelfde aluminium rail. Schuif deze vervolgens tot aan zijn frame en voer de elektrische bedrading uit. Vervolgens kan het zonnepaneel 2 in het eerste zonnepaneel worden geschoven tot deze aan de afstandhouders van de tweede is aangekomen. De verankeringen worden analoog aan het eerste zonnepaneel (stap 04) geïnstalleerd. Houd er rekening mee, dat zonnepaneel 2 aan de linker zijde door zonnepaneel 1 wordt gehouden en dat er daarom slechts vier verankeringen aan de rechter zijde bevestigd moeten worden. Verwijder vervolgens de afstandhouders en bevestig de dwarsafdichting analoog stap 4 (b).
De ta
n il A: A nge ardingsbori
2
1
1
2
S Sogsicherungen Verankeringen
Aa
05
nzi cht
el ane nep v an o nderkant zon
(b)
Montage van een boven liggend zonnepaneel (bijv. zonnepaneel 3)
Het derde zonnepaneel wordt op een afstand van maat 1 (zie stap 01) boven het eerste zonnepaneel op de panlatten gehangen en op het al geïnstalleerde zonnepaneel overlappend neergelegd. Voer vervolgens de elektrische bedrading uit. Breng daarna de linker rand in een rechte lijn met het daaronder liggende zonnepaneel. Monteer de verankeringen en de dwarsafdichting analoog stap 04.
3
3
1
012 / 24
2
1
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
03 MONTAGE EN AANSLUITING
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
06
Uitvoering van de zijdelingse dakverbinding
Voor de zijdelingse dakverbinding moeten na het inleggen van de dwarsafdichtinghouders de rubberen afdichtingen op de passende lengte worden ingekort. Afb. 1) – 3) Vervolgens kunnen de verbindingsplaten erop worden gestoken en kan de bekleding overeenkomstig plaatsvinden. Begin zowel in de onderste rij van het zonnepaneelveld en aan de onderste rand van het desbetreffende zijdelingse zonnepaneel en werk vervolgens verder naar voren. Afb. 4) en 5)
Afb. 1)
Afb. 2)
Afb. 3)
Afb. 4)
Afb. 5)
06 (a)
Uitvoering van de bovenste dakverbinding
De bovenste dakverbinding van het SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem wordt geïnstalleerd door te drukken van de meegeleverde bovenste afsluitstrip over de rubberen afdichting, totdat deze duidelijk ineensluit. Gebruik hiervoor voor het randzonnepaneel links en rechts de twee langere aansluitstrips (optisch ook herkenbaar door de 6 gaten), anders de korter aansluitstrips (herkenbaar door de 3 gaten). Draai vervolgens met drie plaattapschroeven de aansluitstrip door gebruik te maken van de boringen vast in het zonnepaneel. De aansluitstrip maakt het mogelijk om met een bijpassende plaat (zie p. 16) de dakverbinding eenvoudig en veilig te maken.
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
13 / 24
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
07
03 MONTAGE EN AANSLUITING
VOORBEELD
Kabeltraject door het dak
Buis- en kabeldoorvoer moeten boven of zijdelings van de met het SOLARWATT ORANGE Easy-In elementen bedekte oppervlak worden aangebracht. Een kabeldoorvoer tussen de baanverbindingen is ook mogelijk. Het is echter voorgeschreven, dat er slechts één kabel (max. 6 mm² doorsnede) mag worden doorgevoerd en dat de afstand tot andere kabels minstens 10 cm moet zijn. Bovendien mogen zich binnen of onder het met SOLARWATT ORANGE Easy-In elementen bedekte oppervlak geen montagedelen bevinden, tenzij deze montagedelen zich niet in de waterleidende laag bevinden. Voor de kabeldoorvoer zijn verschillende methodes mogelijk, afhankelijk van de installatie-omstandigheden. Hieronder worden de gebruikelijke varianten getoond: Afb. 1) Kabeldoorvoer aan de zijde van de dakvorst van de installatie boven de onderspanning door de ventilatiespleet aan de dakvorst • Gebruik van de ventilatiespleet aan de dakvorst mogelijk Afb. 2) Kabeldoorvoer d.m.v. naar binnen en naar buiten uitstekende lege buis in het bereik van de onderdekking, speciaal bij uitgebouwde zolderverdieping • Regenzeker en winddicht vasthechten (systeemkleefbanden) met de onderspanning of onderdekking • Buis doordringt de laag warmte-isolatie aan de ruimtezijde en wordt luchtdicht vastgehecht met systeemkleefbanden met de damprem/-prop • Afsluiten van de lege buis aan de ruimtezijde en dakzijde na voltooiing van de kabeldoorvoer werkzaamheden Afb. 3) Kabeldoorvoer tussen de baanverbindingen. • Kabel wordt door de baanverbindingen, die minstens 10 cm overlappen, naar binnen geleid • Doorvoer van max. één kabel, die een kabeldoorsnede van max. 6 mm² mag hebben • Indien meerdere kabels naar binnen moeten worden geleid dan bedraagt de afstand tussen de kabeldoorvoerpunten minstens 10 cm
1 4
2
3 5
1 Afdek strip 2 Ventilatiespleet 3 Onderspanning
4 Kabel 5 SOLARWATT ORANGE Easy-In zonnepaneel
Afb. 1)
2
1
3
1 Onderdekking 2 Lege buis 3 Flexibel systeemkleefband Aansluiting van de damprem / luchtdichte laag aan de ruimtezijde inhoudelijk precies zo
Afb. 2)
PAS OP! m
10 c
Een zorgvuldige aansluiting van alle functionele lagen is bouwfysisch absoluut noodzakelijk en voor de regenzekerheid van het dak absoluut noodzakelijk!
Afb. 3)
014 / 24
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
03 MONTAGE EN AANSLUITING
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
VOORSTELLEN VOOR EEN BEKLEDING VAN HET SYSTEEM Omdat de verschillende dakconstructies en dakpannen een door een vakman op maat gemaakte bekleding noodzakelijk maken worden alleen voorbeelden als hulp getoond.
A
Dakpannen Type: „Frankfurter dakpan“
A
A 01
C
E
B
D
Zijdelingse verbinding
F
De zijdelingse platen moeten voldoende breed zijn en – indien noodzakelijk – een staande fels hebben, om ook grote hoeveelheden regen af te kunnen voeren.
Det s ail C cht g re : Door snede bekledin
Det s ail B link ing : Doors nede bekled
A Dakpannen B Frame zonnepaneel met verankering C Plaat D Panlat E Loodgieterschroef F Onderspanbaan
ch re en
ts
De
ta il
D:
Do o rs
ned
e da k
din verbinding en bekle
g
s link
Zijd nks elingse bekleding li
Zijd hts elings e bekleding rec
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
15 / 24
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
03 MONTAGE EN AANSLUITING
A 02
ta De
De tai ven lE bo : Do ing orsn n n ede plaat in framespo
il F
ve n
Bovenste verbinding
: Ve
l nee rbin ding zonnepa
bo
AFMETINGEN VAN DE BEKLEDING (circa informatie, afmetingen in mm) Onderste bekleding
Bovenste bekleding
R1.
5
55 Bekleding zijdelings
25
67
10
20°
21
5
15°
overige afmetingen moeten operatief worden vastgelegd, in overeenstemming met dakhelling en type indekking
ca. 60°
max.36
x.1
ma
ca.125 016 / 24
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
03 MONTAGE EN AANSLUITING
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
EINDPRODUCT
Het principe van achterventilatie
Samen met een vakkundig uitgevoerde dakconstructie garandeert SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem een optimale achterventilatie van het dakvlak. Door aan de gootzijde gemonteerde luchtinlaten (bijv. door vogelgaas) komt de binnenstromende omgevingslucht tussen het SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem en de dakconstructie.
E
B
ch
t»
ge
r in
ge
di ch t
De verwarmde lucht stijgt als gevolg van lagere dichtheid naar boven en ontsnapt via de ventilatienok of via een aan te brengen ventilatiebaksteen. Door de drukcompensatie aan de koude-/warme luchtovergang stroomt van onderen koudere lucht (met hogere dichtheid) na. Deze natuurlijke convectie (= schoorsteeneffect) zorgt ervoor, dat het SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem voldoende gekoeld en optimale prestaties ook bij hoge temperaturen gegarandeerd wordt.
he id
F
w
ar
me
lu
H
A koude luchtstroming B warme luchtstroming C daksparren met onderspanbaan
en tengellatten
dr
ijv
en
de
dr
uk
D onderste dakverbinding F bovenste dakverbinding G Plank 90 x 20 mm H Verankeringen
sa
tie
»
G
E SOLARWATT ORANGE Easy-In zonnepaneel
Panlatten
co
mp
en
D
Aluminium rails
ge
di
ch
th
ei
d
Dr
uk
C
ko
ud
e
lu ch t
»
ho
A
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
17 / 24
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
ALGEMENE RICHTLIJNEN DIN 1052-2 Houtconstructies: Mechanische verbindingen DIN 1055 Invloeden op draagconstructies DIN 4074 Sortering van hout op draagvermogen (volgens EN 14081) DIN 18299 Algemene regeling voor alle soorten bouwwerkzaamheden DIN 18334 Timmer- en houtbouwwerkzaamheden DIN 18338 Dakbedekking en dakafdichting werkzaamheden DIN 18339 Loodgieterwerkzaamheden DIN 18351 Gevelwerkzaamheden DIN 18360 Metaalbouw werkzaamheden, bankwerkzaamheden DIN 18451 Steigerbouw DIN V EN 1991 Ontwerpbelasting voor gebouwen DIN 4102 Brandgedrag van bouwmaterialen en bouwcomponenten DIN 4109 Geluidsisolatie in hoge gebouwen DIN 4113-1 Aluminiumconstructies IEC 61215 ed. 2 terrestrische kristallijne Silicium fotovoltaïsche (PV) zonnepanelen Typegeschiktheid en typegoedkeuring IEC 61730 fotovoltaïsche (PV) zonnepanelen Veiligheidskwalificatie Deel 1: Eis aan de opbouw Deel 2: Eis aan de keuring ZVDH-voorschriften, opgesteld en uitgegeven door: Zentralverband des Deutschen Dachdeckerhandwerks — Fachverband Dach-, Wand- und Abdichtungstechnik e. V. (stand actualisatie: maart 2003)
AANWIJZING: De hele fotovoltaïsche installatie moet volgens de erkende regels van de techniek en met kennis van zaken worden gemonteerd.
ONGEVALLEN PREVENTIEVOORSCHRIFTEN De ongevallen preventievoorschriften van de beroepsverenigingen moeten in acht worden genomen, met name de volgende: VBG 37 Bouwwerkzaamheden VBG 74 Ladders en traptreden VBG 4 Elektrische installaties en bedrijfsmiddelen 018 / 24
04 WAARSCHUWING- EN VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
WAARSCHUWING- EN VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
PAS OP:
Elke vorm van vervuiling van de steekcontacten voor of tijdens de montage (stof, vocht, zouthoudend aerosol enz.) heeft een negatieve invloed op het systeem op het gebied van het functioneren over de nagestreefde gebruiksduur. Daarom moet bij de montage grote zorgvuldigheid op een schone verwerking worden gelegd. Niet gestoken aansluitingen moeten bij het transport, de opslag en tijdens de periode van de installatie tegen alle soorten van vervuiling worden beschermd, alleen gestoken aansluitingen voldoen aan hun respectievelijke vervuilingsklasse. Het openen van de aansluitdoos of de modificatie of verwijderen van de kabel of het verwijderen van het frame is verboden.
PAS OP: Let bij de montage op de van toepassing zijnde lokale normen, bouwvoorschriften en ongevallen preventievoorschriften. Neem de richtlijnen en voorschriften voor de veiligheid bij het werken op daken of gebouwen en voor elektrische installaties in acht.
AANWIJZING: • Aan de frames van zonnepanelen mag niet geboord, gespijkerd of gelast worden, met uitzondering aan de expliciet aangegeven plaatsen. • Til de zonnepanelen nooit aan de kabels op! • Let bij het aansluiten van het zonnepaneel bijv. aan de omvormer op de polariteit! Verkeerde aansluiting van de polen kan tot de vernietiging van de beschermdiodes leiden. • Op onbeschermde locaties is de installatie van een bliksembeveiliging aan te bevelen. Bij bestaande bliksembeveiliging moeten de zonne- panelen worden geïntegreerd. Neemt u daarbij de desbetreffend geldende voorschriften (DIN VDE 0185-1, DIN 57185-1 bliksembeveiliging- installatie, algemeen voor het installeren) in acht. • Alle zonnepanelen moeten zo worden geïnstalleerd, dat bij de montage geen materiaal- spanningen optreden. Ontstaan bij het in elkaar schuiven van de zonnepanelen voelbaar grote weerstanden. dan betekent dat een foutieve montage. De elektrische bedrading en inbedrijfstelling mag uitsluitend door een gekwalificeerde elektricien worden uitgevoerd. Een verkeerde uitvoering bij de installatie of inbedrijfstelling kan tot schade leiden en daardoor personen in gevaar brengen. Bij werkzaamheden aan de zonne-energiegenerator op daken moeten geschikte valbeveiligingen worden gebruikt. Voor uw eigen veiligheid en om uw zonnepanelen te beschermen neem dan de volgende aanwijzingen in acht:
AANWIJZING: • Er moeten de geldende voorschriften en veiligheidsaanwijzingen voor de in- stallatie en onderhoud van elektrische apparaten en installaties in acht worden genomen. • Door het in serie schakelen van de zonnepanelen kunnen spanningen boven de lage veiligheidsspanning ontstaan. • Ook bij geringe verlichting moet met bijna volledige nullast- panning van het zonnepaneel worden gerekend. • Het zonnepaneel is een glasproduct en er mag niet op worden gelopen. STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
04 WAARSCHUWING- EN VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN | 05 REPARATIE EN ONDERHOUD | 06 AFVALVERWERKING SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
ELEKTRISCHE AANSLUITING Het zonnepaneel is van de fabriek uit met hoogwaardige zonne-energiekabels uitgerust en met een MC4-connectorsysteem dat beschermd is tegen omgekeerde polariteit en aanrakingsveilig is.
PAS OP: De steekcontacten nooit onder laststroom steken of trekken! Het steken en scheiden onder spanning is mogelijk. Bij het niet in acht nemen van deze waarschuwing bestaat LEVENSGEVAAR!
REPARATIE EN ONDERHOUD Een fotovoltaïsche installatie vereist vrijwel geen onderhoud, omdat de zonnepanelen bij de voorgeschreven minimum helling van 22° door de regen worden gereinigd. Om opbrengstverliezen te voorkomen, raden wij aan om regelmatig een visuele inspectie van de oppervlakken van de zonnepanelen door te voeren. Vooral grof vuil (bijv. bladeren) kan schaduw veroorzaken die het vermogen verminderd en moet daarom zo snel mogelijk worden verwijderd. Reinig het glasoppervlak alleen met water en een zachte spons. In uitzonderingsgevallen gevallen kan ook in de handel gebruikelijk spoelmiddel in de hiervoor opgegeven concentratie worden gebruikt. Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen of metalen voorwerpen, omdat deze het speciaal geharde glasoppervlak zou kunnen beschadigen. De elektrische leidingen moeten (indien toegankelijk) af en toe op beschadiging, corrosie en vaste zit worden gecontroleerd. Neem hiervoor ook speciaal de BGV A13, DIN VDE 100-105 in acht.
AFVALVERWERKING Defecte of oude zonnepanelen moeten deskundig worden verwijderd. Ze mogen niet bij het huisvuil worden weggegooid. Neem hiervoor contact op met uw plaatselijke afvalverwerker of ook rechtstreeks met SOLARWATT AG.
Bij de planning, installatie, het gebruik en het onderhoud van netgekoppelde PV-installaties moeten o.a. de volgende voorschriften, bepalingen en DIN-normen in acht worden genomen:
DIN-NORMEN DIN 1055 Invloeden op draagconstructies DIN 4102 Brandgedrag van bouwmaterialen en bouwcomponenten DIN 18015 Deel 1-3 Planning en installatie van elektra-installaties in woongebouwen DIN 18382 Elektrische leiding- en kabelinstallaties in gebouwen DIN 43870 Meterruimten in woongebouwen DIN EN 62446:2010-07 Netgekoppelde fotovoltaïsche systemen
VDE-BEPALINGEN DIN VDE 0100-510 Installeren van sterkstroominstallaties met nominale spanningen tot 1000 V; algemene bepalingen DIN VDE 0100-725 Installeren van sterkstroominstallaties met een nominale spanning tot 1000 V; hulpstroomcircuits DIN VDE 0100-737 Installeren van laagspanningsinstallaties vochtige en natte bereiken en ruimtes en installaties buiten DIN VDE 0105-100 Bedrijven van elektrische installaties DIN EN 62305 (VDE V 0185-305) Bliksembeveiliging VDE 0855-1, DIN 57855-1 Installeren en bedrijven (aarding) van antenne-installaties DIN VDE 0100-712:2006-06 Installeren van laagspanningsinstallaties
RICHTLIJNEN VAN HET DUITSE VERBOND VAN SCHADEVERZEKERAARS (VDS) VDS 2023 Richtlijnen voor de brandbeveiliging in gebouwen VDS 2024 Richtlijnen voor brandbeveiliging voor de installatie van elektrische apparatuur in woninginrichtingen
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
19 / 24
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
07 EG-CONFORMITEITSVERKLARING
EG-CONFORMITEITSVERKLARING SOLARWATT AG, Maria-Reiche-Straße 2a, 01109 Dresden, Duitsland verklaren als enige verantwoordelijke, dat de standaard zonnepanelen: SOLARWATT ORANGE 60M Easy-In style SOLARWATT ORANGE 60P Easy-In aan de eisen van de normen DIN EN 61215:2006-02; EN 61215 :2005-08 DIN EN 61730-1:2007-10; EN 61730-1:2007-05 DIN EN 61730-2:2007-10; EN 61730-2:2007-05
IEC 61215 (ed.2) IEC 61730-1 (ed.1) IEC 61730-2 (ed.1)
voldoen en daarom met de bepalingen van de EG-richtlijn 2006/95/EG „richtlijn van de raad voor de aanpassing van de rechtsvoorschriften van de lidstaten over elektrische bedrijfsmiddelen voor het gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen“ overeenstemmen. De bepalingen voor de beschermingsklasse II zijn bestanddeel van de norm IEC 61730.
Dresden, 01 juli 2012
020 / 24
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
08 AANWIJZINGEN VOOR EEN RECLAMATIE | 09 VAAK GESTELDE VRAGEN SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
AANWIJZING VOOR EEN RECLAMATIE Indien u ondanks de hoge kwaliteit van onze producten een reden heeft voor een klacht, neem dan rechtstreeks contact op met uw dealer of met: SOLARWATT AG Maria-Reiche-Str. 2a 01109 Dresden, Duitsland Tel. + 49 351 8895-0 Fax + 49 351 8895-111
[email protected]
VAAK GESTELDE VRAGEN Hoe wordt de achter de zonnepanelen ontstane warmte afgevoerd? Zoals bij elke standaard dakindekking wordt door de tengellatten en panlatten een bepaalde afstand tot de onderspanbaan gerealiseerd, die voldoende achterventilatie garandeert (zie p. 17). Wat moet er een bij slechte toestand van de panlatten in acht worden genomen? De zonnepanelen van het SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem worden direct op de panlatten aangebracht. Als de panlatten in slechte staat verkeren, dan moeten deze door nieuwe worden vervangen (zie p. 06 "randvoorwaarden die aangehouden moeten worden"). Vraag dan evt. om raad van een deskundige. Tot welke dakhelling kan het SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem worden gebruikt? De minimale dakhelling voor de installatie van het systeem bedraagt 22°, de maximale 65°. De minimale dakhelling van 16° is bij gebruik van een waterdicht onderdak volgens de richtlijnen van het ZVDH ("Zentralverband des deutschen Dachdeckerhandwerks") mogelijk. Kan ik het systeem bij alle weersomstandigheden installeren? De installatie dient te worden uitgevoerd bij droog en windstil weer. De redenen hiervoor zijn: • de zonnepanelen zijn zeer glad, als ze nat worden, • bij sterke wind werken de zonnepanelen als een zeil. Hoeveel tijd is voor de installatie van bijvoorbeeld 6 x 3 zonnepanelen à 220 Wp noodzakelijk? Twee opgeleide installateurs hebben ongeveer 3 uur (zonder omvormer) nodig. Kan een heel dak met SOLARWATT ORANGE Easy-In zonnepanelen worden bedekt, of moeten dakpannen aan de rand blijven staan? Ja, het systeem kan een heel dak bedekken, wanneer geschikte afsluitingen naar de dakrand worden ingezet. Neem vooral de randafstanden in acht, dit vanwege windbelasting en bliksembeveiliging.
Moet een volgorde bij het installeren van zonnepanelen in acht worden genomen? Ja, het wordt aanbevolen om de installatie altijd aan de hand van de installatiematrix van linksonder naar rechtsboven (zie installatiematrix p. 11 stap 05) te monteren. Hoe lang is de garantietijd van het SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem? Op het gehele systeem geldt vanaf de oplevering (= datum van afgifte van het garantiebewijs) een garantie van 5 jaar op dichtheid van het systeem, anders gelden de standaard garantievoorwaarden (zie www.solarwatt.de). Welke afstand moeten de panlatten hebben? ± 20 mm, 686 ± 20 mm, De panlatten moeten in een afstand van 343 1029 ± 20 mm, 1372 ± 20 mm en 1715 ± 5 mm, of bij de onderste rij 1735 ± 5 mm worden geïnstalleerd (zie p. 09, stap 01). Hoe moet de dakverbinding van de zonnepanelen worden opgelost en waarom is dat niet bij de levering inbegrepen? De dakverbinding moet individueel door een vakman worden uitgevoerd om een optimale aanpassing aan de plaatselijke situatie te bereiken. Een hulpmiddel is ook te vinden in deze gebruiksaanwijzing op pagina 15 en 16. Moet bij de montage van het SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem een onderspanbaan worden gebruikt? Ja, om mogelijk condenswater, die zich achter de zonnepanelen kan vormen, op te vangen en af te voeren, is de meegeleverde onderspanbaan verplicht. Deze condensatie treedt vanwege de bij fotovoltaïsche panelen gebruikte materialen op en kan derhalve bij geen enkel systeem worden vermeden. Het systeem zelf is getest op het doorlaten van regen en vormt een vergelijkbaar dichte verbinding als gebruikelijke dakpannen. Heeft het SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem een goedkeuring van het bouwtoezicht nodig? Nee, volgens een studie van de Universiteit van Dresden, instituut voor bouwconstructie, heeft het SOLARWATT ORANGE Easy-In systeem geen algemene goedkeuring van het bouwtoezicht nodig.
Kunnen zonnepanelen ook horizontaal worden geïnstalleerd? Nee, vanwege de bijzondere vorm van het frame is alleen een loodrechte oriëntatie van de zonnepanelen mogelijk. Hoe kan een aarding plaatsvinden? zie pagina 10 stap 4
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
21 / 24
SOLARWATT ORANGE EASY-IN SYSTEEM GEBRUIKSAANWIJZING | SOLARWATT AG |
10 OPLEVERINGSPROTOCOL
OPLEVERINGSPROTOCOL Moet door het installatiebedrijf nadat de installatie is voltooid volledig worden ingevuld: (Aankruisen wat van toepassing is.)
Een onderspanbaan werd volgens de regels gemonteerd.
De panlatten zijn met het aangegeven type schroeven incl. verzonken ring geïnstalleerd.
De installatie werd door een vakman uitgevoerd in overeenstemming met de algemene regels van het Duitse dakbedekking handwerk.
Het systeem werd in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing gemonteerd.
Hierbij bevestig ik de ontvangst van het opleveringsprotocol:
Datum, plaats
Datum, plaats
Handtekening installateur
Handtekening klant
AANTEKENINGEN
022 / 24
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG
STAND: 06/2012 | VERANDERINGEN VOORBEHOUDEN | © 2012 SOLARWATT AG Geïnteresseerd in onze producten en diensten? Wij adviseren u graag. Belt u ons gewoon op!
SOLARWATT AG Maria-Reiche-Str. 2a 01109 Dresden, Duitsland Tel. +49 351 8895-0 Fax +49 351 8895-111
[email protected] www.solarwatt.de