Leefbaarheid@Brabant rapportage voorjaar 2015
Ontregelen
Optimaliseren
Overheidsparticipatie
’t Heike (kinderboerderij en natuureducatiecentrum) | Atletiekvereniging Prins Hendrik Vught | Bestuurders en leden van sportorganisaties en bij sport betrokken organisaties en personen | Bewoners van Bloemenwijk Veghel | Bewoners van De Karpen | Bewoners van Meerhoven | Bewoners van Prinsejagt 2 | Bewoners van Sofekesbos Vinkel | Bewonersplatform Nispen | Bewonersstichting Theresia | Boschveldtuin | Burgerinitiatiefgroep ‘Huiskamers van de Duinen’ | Burgers aan Zet | Buurttuin BergBoss | Centrale Cliëntenraad Amarant Groep | Cliëntenbelangenbureau | Cliëntenraad Houtwerkplaats Woodworks (Amarant) | CliëntenraadNovadic-Kentron | Coöperatie Biest-Houtakker | Coöperatie Conquest | Coöperatie Moerenburg | Coöperatie Ondernemersrijk U.A. | Coöperatieve VerenigingThuisVerbonden | Dorpsraad Boskant | Dorpsraad Dinteloord | Dorpsraad Leenderstrijp | Dorpsraad Nistelrode | Dorpsraad Prinsenland | Dorpsraad Vorstenbosch | Dorpssteunpunt Heusden | Gebiedsplatform Uden | Georganiseerdeburgers Brabant Coöperatief | Georganiseerde burgers Stadse Boeren | Go4it! Jongerencoaching | Groep mannen tegen agressie | Initiatiefgroep wijkcoöpwatTwest uitTilburg West i.o. | Invalidenbond Helmond | Inwoners BiestHouakker | IVN Brabant | IWOP Cathalijne | IWOP Kienehoef | IWOP Kinderbos | KBO Etten-Leur Centrum/Zuid | Kerncommissie Loosbroek | Ledenvereniging Thebe Extra | Locatie CliëntenRaad | Medezeggenschapsraad van de Lambertusschool | Onafhankelijk Bewonesplatform Boschveld uit ’s-Hertogenbosch West | Ouderraad bassischool deTovervogel |
Verantwoording en leeswijzer Het PON heeft van de provincie Noord-Brabant de opdracht gekregen de projecten in het L@B te monitoren. Traditioneel maken we dan onderzoeksrapporten. Ditmaal is in overleg met de opdrachtgever voor een andere opzet gekozen. Een overzichtelijke rapportage die de feitelijke informatie van de L@B projecten in hoofdlijnen bij elkaar zet (hoeveel, wie betrokken, over wat), een dwarsdoorsnede via de beschrijving van een elftal projecten en een ordening aan de hand van een drietal thema’s (ontregelen, optimaliseren, overheidsparticipatie). Tot slot geven we aan de hand van de rapportage van Panteia de leerpunten voor de provincie weer en de te kiezen koers voor het komende jaar. Met deze rapportage zijn de nieuwe Statenleden en alle betrokkenen in en rondom de L@B-projecten snel bijgelezen. Daarmee kunnen ze een bijdrage leveren aan het verbeteren van dit L@Boratorium voor een leefbaar Brabant.
Inhoudsopgave Feitelijke resultaten 3 Coöperatie de Duinen - voor zinvolle en zingevende arbeid 4 Wereld School Wereld Wijk 6 Kansrijk Coöperatief Moerenburg 8 IRIS, focus op leefbaarheid 10 Alleen Samen Werkt 12 Eerste bevindingen 14 Van Zorghoeve naar Buurthoeve (Zorghoeve Kakelbont) 16 Bewoners maken hun wijk gewoon leefbaar (NHTV) 18 Community Welzijn Zorg (CWZ) 20 Cultuur en leefbaarheid 22 Sportief! Support 24 Stichting Ru van Rossem Huis 26 Tips aan de provincie 28 Hoe L@B te duiden 29
PON monitor In de loop van dit jaar zal het PON nog de volgende producten maken: • 3 notities met theorie en voorbeelden over ontregelen, overheidsparticipatie en optimaliseren. • Eindnotitie 2015 over het geleerde in het L@B.
Meer informatie Meer informatie is beschikbaar op de site www.leefbaarheidbrabant.nl en in de publicatie ‘L@B overzicht en inzicht: Evaluatie van Leefbaarheid@Brabant’, Panteia, 2014.
Ontwerp: PON Datum: april 2015 Het PON heeft deze uitgave gemaakt in opdracht van provincie Noord-Brabant.
www.hetpon.nl
Auteurs: Sjaak Cox Mirjam Smulders Mariëlle Tuinder Stan ten Thije ook genoemd Boonkkamp
Parkcomité | Patiëntenvereniging: Epilepsie Vereniging Nederland (EVN) | Raad van Kantelaars | Rode Kruis Asten | Samenwerkende Ondernemersverenigingen Bernheze | Seniorenraad dorpsraad Leende | Stichting dorpsraad Maarheeze | Stichting leefbaarheid De Heen | Stichting samenwerkendezorgboeren Zuid | Stichting TOP Veldhoven | Stichting Verankering Oudere | Wijkraad Noord-Helmond | Wijkraad Vehel | Wijksteunpunt Gestel/Strijp | Wijksteunpunt Prinsejagt 3 | WijksteunpuntVeldhoven | Wijkvereniging Vijverhof Vught | Zonnebloem Helmond | A | Buro voor professionalisering | Café de Gouden Leeuw | Cafetaria de 7 Heerlijckheden | Cisco | Claire is helder – communicatie, concept & creatie | Cmone | Coöperatie DELA | Cordian en publicatie | Gerrits & Van Gulick notarissen | Green&So | Heijmans BV | Het Klantenbedrijf | HLB Van Daal & Partners | Hof van Cranendonck | Interactive StudiosRosmalen | Irene Nagtzaam | Polyground BV | Povel Beheer | Puur Permacultuur Tilburg | Rabobank Hart van Brabant | Rabobank Peel Noord | Rabobank Vught | Rabbank West-Brabant Noord | Seniorenvereniging HE Rosmalen | Urban Tasting Tilburg | Van de Pas Holding | Viedome| Vitelia | Walraven SE | Welltrusten Investments | WelThuys | Zaal Verhoeven | Zarah’s Hoeve, Bep Dijkhuizen | Zeven Deu
Feitelijke resultaten 65 projecten met provinciale subsidie
Lokaal/regionaal Provinciebreed Bron: www.leefbaarheidbrabant.nl
Thema’s
Meer dan 50% van de projecten zijn in te delen in de categorie wonen-zorg-participatie-welzijn (inclusief technologie). Daarnaast zijn thema’s als natuur en groen, stadslandbouw, glasvezel, openbaar vervoer aan de orde. De thema’s in deze projecten verschillen niet met de op dit moment gebruikelijke leefbaarheidsthema’s: ze springen in op maatschappelijke ontwikkelingen (transformatie, participatie), ze zoeken naar oplossingen bij demografische (vergrijzing, ontgroening) en economische ontwikkelingen (combinaties kleinschalige economische innovaties en maatschappelijke belangen). Het verschil van L@B met andere leefbaarheidsprogramma’s is niet de thematiek, maar bovenal de aanpak van de leefbaarheidsproblematiek, het betrekken van nieuwe partijen daarbij en de wijziging van verantwoordelijkheden tussen partijen. Grip krijgen op en verantwoordelijkheid nemen voor je eigen omgeving, met ondernemers, kennisinstituten en je eigen organisaties en verenigingen zijn dan de kernwoorden.
530
betrokken partijen
Ondernemers
95 51
Onderwijs / kennisinstellingen
Omgeving
351
- Groepen burgers 112 - Maatschappelijke organisaties 103 - Zorginstellingen 51 - Overig 85
33
Overheid
d Best | Seniorenraad Schijndel | Sociëteit Ru van Rossem Huis | Stadsspeeltuin Glymes | Stichting bewonersplatform Kortendijk | Stichting Cultureel Platform Sint-Oedenrode | Stichting enprof Prinsenbeek | Stichting wijkraad Brabantpark | Transtition townden bosch | U.A. mede namens het Belangenorgaan Biest-Houtakker | Vrouwenstudio Amalia | Werk aan dewijk/Atea Abab Accountants | Amvestwoningen/Nova projectontwikkeling BV | Articipte | B-in-motion | Bistro le Mouton, Café Tivoli | Boerderij vd Riet | Bteken | Bureau Joost Emmerik B.V. | Bureau77 Cubico | De Kerkhoeve VOF | De zelfstandige professionals | Delite | Dijkstra Brekelmans VOF | Dolmans Landscaping B.V. | Eagle homes Zorg BV | Eerste Verdieping| Eric Schoones tekst m Buurt- en Wijkontwikkeling | Kilimanjaro Wonen| Klein Oisterwijk | Koole BV | Lekker thuis blijven wonen | Nicoline Maes New Media | Ontwerplab | Open Business Community Eindhoven EVO Rosmalen | Sportief Magazines | Spoton communicatie | StelComfort | Studio Boot | Studio Van der Park | Thuisservice VDA/Lekkerthuisblijvenwonen.nl | Tuinderij ’t Wild | Unlimited BV ughden Advies en Management Helvoirt | Zolnact/123Gilze | ZZP-ers | Art4U | Avoord Zorg en Wonen | Bewonersplatform Nispen | Brabantse Milieuorganisatie | Resto vanHarte Tilburg |
Coöperatie de Duinen - voor zinvolle en zingevende arbeid
‘Je hebt een motortje nodig om de samenwerking draaiend te houden’ Mark Vonk en Laura van Hulten van Coöperatie de Duinen, voor zinvolle en zingevende arbeid
Rondom de Loonse en Drunense Duinen zijn de boeren verenigd in de stichting Duinboeren. Dit is een platform van boeren rond het duingebied, met een kleine projectorganisatie. Deze projectorganisatie bedruipt zichzelf met projectsubsidies en bestaat uit drie deeltijdmedewerkers. De afgelopen 2 jaar hebben zo’n twintig duinboeren de ’Coöperatie voor zinvolle arbeid’ opgericht. Medewerkers van de Duinboeren hebben hen in dit proces professioneel begeleid. We spreken Mark Vonk, als uitvoerder van dit project en Laura van Hulten als bestuurslid van de Duinboeren en als boerin met ervaring met cliënten op het erf.
Samenwerken aan vernieuwing Het L@B project ‘Coöperatie voor zinvolle arbeid’ beoogt zinvolle en zingevende arbeid te creëren voor mensen met een complexe arbeidshandicap. Bijvoorbeeld mensen met een geschiedenis van verslavingen of depressies of mensen met hersenletsel. De boeren hebben een coöperatie opgericht en waren van plan mee te dingen in de aanbestedingen voor participatie en zinvolle dagbesteding bij verschillende gemeenten in de regio. Rabobank Hart van Brabant, het Louis Bolkinstituut, Provincie Noord-Brabant en verschillende zorginstellingen werken samen met de boeren aan het professioneel onderbouwen van de businesscase. Ook wordt er een systeem ontwikkeld waarin snel bepaald kan worden of een cliënt past bij het werk bij die specifieke boer: werken met dieren of fruit, binnen of buiten enzovoorts. In de startfase helpt ondersteuner Zet de coöperatie contacten te leggen met relevante netwerken en belegt bijeenkomsten om kennis en ervaringen te delen. Het lijkt een geweldig praktijkvoorbeeld te worden van hoe de kanteling in zorg en welzijn, ofwel de transities in het sociaal domein bedoeld zijn: cliënten de mogelijkheid bieden zinvol werk te doen zonder al te veel begeleiding van dure professionals. Dat is posititef voor de boer (die extra handen aan het werk heeft) en goed voor de cliënt (die fysiek inspannend en mentaal ontspannend in de natuur en buitenlucht bezig is, en structuur geboden wordt. De coöperatie wilde contracten met gemeenten sluiten om deze vorm van participatie in de regio mogelijk te maken. Dit vormde de basis van het verdienmodel. De boeren zelf krijgen de werkkracht en soms een kleine vergoeding voor begeleiding. Daarnaast is er ook jaarlijkse scholing voor hen beschikbaar.
Kink in de kabel: aanbestedingsregels gemeenten Aanvankelijk reageren gemeenten in de regio positief op de eerste contacten over de inkoop van zorg bij de Coöperatie voor zinvolle arbeid. De eerste stappen in de transitie van zorgmiddelen naar gemeenten gaan gepaard met veel regels over de inkoop van zorg. Als in 2014 blijkt dat in de aanbestedingsregels van gemeenten staat dat nieuwe zorgaanbieders niet mogen meedingen, omdat ze ten minste een jaar zorgaanbieder moeten zijn, verandert het perspectief van de coöperatie op slag. Er is meer specialistische kennis nodig. De provincie onderzoekt met hen of er toch mogelijkheden zijn om regels op te rekken, maar dat blijkt in 2014 niet het geval. ‘Vanuit de regering wordt je gestimuleerd om met nieuwe initiatieven te komen, maar vanuit het gemeente-protocol is daar geen ruimte voor’ verzucht Mark. Dit betekent dat de coöperatie de basis onder het verdienmodel verliest en een van de trekkers moet daarom afhaken. De duinboeren gaan op zoek naar een nieuwe manier om hun idee te realiseren.
4
Nieuwe plannen maken Met een nieuwe trekker erbij richten ze zich nu op zorginstellingen als Prisma en ASVZ. Met hen onderzoeken ze wat er voor hun cliënten op het boerenerf mogelijk is. De zorginstellingen zijn in elk geval erg positief over het project. De zorginstellingen willen graag meedoen, maar in de praktijk bewegen ze vaak langzaam. De Duinboeren zijn juist flexibel en dat is lastig te combineren. Momenteel is nog niet duidelijk hoe het werken op het erf bij de boer gefinancierd kan gaan worden. Crowdfunding was voor de Coöperatie lastig. De directe achterban ziet geen onmiddellijk resultaat van de inspanningen van de duinboeren. Het verdienmodel voor de coöperatie is misschien pas over twee jaar duidelijk. De Coöperatie trekt ook nog geen cliënten op basis van een persoonsgebonden budget (pgb). Maar de duinboeren hebben goede hoop dat er voor het eind van hun projectperiode in het L@B de eerste mensen bij boeren geplaatst kunnen worden.
Consequenties voor de duinboeren Voorlopig is de ‘Coöperatie voor zinvolle arbeid’ meer een kennis- en ervaringenplatform dan een onderneming van diverse boeren en organisaties. Het experiment dat ze samen twee jaar geleden zijn aangegaan blijkt veel meer tijd te kosten dan de beoogde jaren. De projectorganisatie van de duinboeren zal de ondersteuning moeten staken aan het eind van de projectperiode. Er is dan geen financiële ruimte meer. Daarmee zal misschien voor de coöperatie toch een bundeling van kennis en ervaring verloren gaan.
Lessen uit dit project Het project verloopt langzamer dan de tijd (twee jaar) die ze er van tevoren voor dachten nodig te hebben. De veranderde context vergde nieuw overleg, opnieuw inwerken, nieuwe plannen maken enzovoorts. Dit hoort bij experimenteren, maar de duinboeren vinden het erg jammer dat ze gebonden zijn aan de eindtijd van het L@B: ‘Er is behoefte aan flexibiliteit. Je moet wel doelen stellen, maar je moet ook kunnen meebewegen met de realiteit’. Het is belangrijk om de planning in de gaten te houden. Het is uiteindelijk een project dat voor alle partijen iets ‘nieuws’ inhoudt. De ondernemers in dit project, de boeren zelf, maar ook de projectorganisatie, kunnen niet alle maatschappelijke vernieuwingsinitiatieven zonder financiële basis doen. Het betrekken van boeren bij diverse initiatieven kost tijd, aandacht en veel gelobby. En voor ondernemers staat hun bedrijf op de eerste plaats. ‘In feite heb je een motortje nodig om de samenwerking draaiende te houden. Continuïteit heb je nodig, anders kom je niet verder.’ verwoordt Laura de zorgen van het bestuur van de duinboeren. De gemeente en allerlei andere partijen willen de duinboeren graag bij van alles betrekken, maar zij moeten dat allemaal in hun eigen tijd doen. Dat heeft zijn grenzen.
5
Wereld School Wereld Wijk
‘Je hebt als opstartend project een zetje nodig’’
Jacqueline van der Lubbe van Wereld School Wereld Wijk
In de aanloop van het L@B project Wereld School Wereld Wijk ontmoetten een groene ontwerpster van openbare ruimte met een achtergrond in de sociale zekerheid, een docent milieueducatie op vijftien basisscholen en een filosofisch publicist elkaar. Ze gaan er vanuit dat je je op kinderen moet richten om echt iets te veranderen op het gebied van duurzaamheid, omdat volwassenen al een vast patroon hebben waarin ze denken en handelen. De ingang van de school als openbare plek en belangrijk ontmoetingspunt in de wijk, blijkt een prima basis voor dit L@B-project. Met vier pilot-scholen is gestart in Zijtaart, Oisterwijk, Haarsteeg en Sint-Michielsgestel. Penvoerderschap en onderzoek is uitgevoerd door het Louis Bolkinstituut. Wij spreken met Jacqueline van der Lubbe eigenaar van Green&So, die de projectuitvoering heeft gerealiseerd.
Samen werken aan duurzaamheid Met de vier pilotscholen is eerst een wijkanalyse gedaan: Welke partijen kennen zij al in de wijk? En welke zitten er wel, maar kennen zij eigenlijk niet? Met wie werken ze al samen? Waar kopen ze hun spullen? Het ging om burgers, maatschappelijke organisaties en lokale bedrijven. Deze partijen zijn vervolgens benaderd voor een startbijeenkomst waarin zij gezamenlijk hebben gesproken over het realiseren van allerlei vormen van duurzaamheid. Vervolgens zijn zij in subgroepjes gaan brainstormen om ideeën en thema’s van duurzaamheid te benoemen. Voorwaarde was dat bij die ideeën altijd meerdere partijen betrokken moesten zijn. Ze zijn in deelprojecten aan de slag gegaan onder de kapstok van duurzaamheid met thema’s als energie, recycling, biodiversiteit en sociale duurzaamheid (leefbaarheid). De gezamenlijke partners als woningcorporaties, zorgorganisaties, buurtbewoners en lokale ondernemers hebben deze activiteiten samen met de scholen bedacht en voeren ze samen uit. Per school is vervolgens een activiteitenkalender opgesteld. Voorbeelden van activiteiten zijn de energiemarkt in Oisterwijk en de verbetering van de natuur-speel-leertuin in Zijtaart. Deze activiteiten worden nu gecontinueerd, waardoor de samenwerking met partners gewaarborgd is. Als de contacten er eenmaal zijn, dan kennen mensen elkaar en dan gaat dat niet zomaar verloren. Nu ontstaan er allerlei nieuwe lijnen vanuit de eerste activiteiten. Alle vier de pilotscholen hebben uiteindelijk andere accenten gelegd en heel veel verschillende partijen erbij betrokken. Vaak was dit de gemeente, de woningbouwvereniging, ondernemers, welzijnsorganisaties, oudervereniging van de school, natuurverenigingen, de harmonie en een wijkraad of dorpsraad. Het is de bedoeling dat de scholen en de gemeenschappen in gedeelde verantwoordelijkheid het vervolg op zich gaan nemen nadat het project binnen Leefbaarheid@Brabant stopt.
6
Kennis delen Binnen dit L@B project was geen ruimte voor de begeleiding van meer dan vier pilotscholen. Om toch goed in te spelen op de mogelijkheid om het concept verder uit te rollen en om vorm te geven aan kennisdeling, zijn drie scholen tot referentiescholen benoemd. Deze scholen (een in ’s-Hertogenbosch en twee in Waalwijk) hebben het project actief gevolgd. Zij willen nu graag zelf aan de slag met Wereld School Wereld Wijk. ‘De manier van werken kunnen zij ook oppakken, maar die buitenboordmotor in de vorm van procesbegeleiding is volgens de scholen zelf echt nodig om het proces op gang te helpen.’ Zo beschrijft Jacqueline haar rol als aanjager in de lokale netwerken rondom de scholen. In dit project is in ieder geval de nadruk gelegd op kennisdeling. Zo is er een website, verschijnen er regelmatig nieuwsbrieven en is er binnenkort een slotbijeenkomst waar een inspiratieboek wordt gepresenteerd. Daarnaast is het project zichtbaar op meerdere evenementen waar ook soms presentaties gegeven worden.
Relatie met de provincie Noord-Brabant Wereld School Wereld Wijk heeft geen grote obstakels gekend. Soms duurde het wat lang voordat de verbinding met de wijk gelegd kon worden, maar als je het als school concreter maakt en werkt met een thema is dat gemakkelijker. Ook bleek het soms lastig om partners in het netwerk te houden. Contacten met de provincie Noord-Brabant verlopen prima. De provincie voert in het verlengde van het verstrekken van publieke middelen (terecht) een controlerende taak uit, maar heeft zich ook beschikbaar gesteld om te ondersteunen en mee te denken, en daarnaast heeft zij ook ook geïnvesteerd in verdere kennisdeling binnen en buiten L@B. Daar heeft het project echt iets aan gehad.
Voortzetting in de toekomst De provincie zou vooraf beter moeten nadenken over de follow-up van projecten. Er wordt al snel vanuit gegaan dat anderen goede voorbeelden vanzelf wel gaan volgen, maar zo werkt het niet! Er is geen follow-up budget en dat is een gemiste kans. Er zou een klein budget (bijvoorbeeld in de vorm van dagdelen-cheques), beschikbaar gesteld moeten worden om nieuwe partijen lichte procesondersteuning te kunnen bieden. ´Je hebt als opstartend project een zetje nodig’. De vier pilotscholen zullen ook zonder de begeleiding van het projectteam in de toekomst verder gaan met wat er in de afgelopen tijd is opgezet, maar voor nieuwe, startende, initiatieven is het lastig om het zelf op te zetten zonder enige vorm van ondersteuning. Dat is belangrijk om de lijn vast te houden en het losgemaakte enthousiasme te benutten.
7
Kansrijk Coöperatief Moerenburg
‘Het gebied Moerenburg is in zijn kleinheid toch ook heel complex’’
Martijn Honselaar van Kansrijk Coöperatief Moerenburg en Ingrid Dam van Zet
In het oosten van Tilburg, ingeklemd tussen rijkswegen, kanaal, spoorlijn en rondweg ligt het landschapspark Moerenburg, onderdeel van Het Groene Woud. Het is de vraag of dit natuurgebied en haar kenmerkende kleinschaligheid weerbaar en veerkrachtig genoeg is voor toekomstige ontwikkelingen op het gebied van burgerinitiatieven. Het project ‘Kansrijk Coöperatief Moerenburg’ is een initiatief van Ontwerplab samen met een groep burgers, georganiseerd in Coöperatie Moerenburg. Dit samenwerkingsverband wil in een bottom-up aanpak uitzoeken hoe het gebied maatschappelijk en economisch waarde kan krijgen. Dit wordt bezien vanuit het perspectief en de investeringscapaciteit van bewoners, omwonenden, lokale ondernemers en andere belanghebbenden zoals Het Groene Woud, Waterschap De Dommel en de gemeente Tilburg. Martijn Honselaar is architect en stedebouwkundige en Ingrid Dam is een van de adviseurs van Zet die hem ondersteunt in het proces.
Het buitengebied is van iedereen Het idee was simpel gezegd om eens goed in een beeld weer te geven hoe de participatie-samenleving en ‘meedoen’ werken in een buitengebied en wat voor lering je daaruit kunt trekken. Het buitengebied kent een specifieke dynamiek. Het is een hechte gemeenschap, maar stedelingen bemoeien zich er ook tegenaan. ‘Het gebied Moerenburg is in zijn kleinheid toch ook heel complex.’ Tegen het gebied is in het verleden door allerlei partijen aangeschopt en Martijn moest dan ook aan het begin van het project erg veel moeite doen om het vertrouwen van de bewoners te winnen en uit te leggen dat hij alleen met bewoners en omwonenden kwam praten om het een en ander in beeld te brengen. Het was niet zijn bedoeling om hier een vooraf bedacht plan uit te komen voeren. Dat is in het verleden wel regelmatig het geval geweest en bewoners van het gebied waren daar niet over te spreken.
Samenwerking met andere partijen In een klankbordgroep werken de verschillende gebruikers, bewoners en ondernemers samen en reageren ze op hetgeen er in het gebied gebeurt. In bijeenkomsten en individuele gesprekken volgt Martijn de ontwikkelingen in het gebied. Het doel is te leren van de samenwerkingsprocessen. Sommige plannen gaan over de hoofden van de mensen in het gebied heen. Het uitbeelden van de initiatieven helpt dan om het gesprek weer op gang te brengen.
8
Bij het gebied Moerenburg zijn veel partijen, waaronder twee gemeenten, betrokken. Zo heeft onder andere de gemeente Tilburg een belangrijke rol. Bijvoorbeeld in het fusieproces van sportverenigingen. Uiteindelijk bleek voor de gemeente dat dit project op initiatief van de betrokken sportverenigingen ten tijde van eerdere besprekingen iets te vroeg kwam. De gemeente had namelijk besloten het aantal sportcomplexen in de stad terug te dringen, maar had op dat moment geen geld beschikbaar om dat uit te voeren. Dat betekent dan dat de betrokkenen op dat moment de energie uit het proces laten wegstromen. Op dit moment is deze energie gelukkig weer geheel terug nu de gemeente Tilburg geld heeft gereserveerd voor de aanleg van een nieuw complex. ‘De dynamiek en betrokkenheid van verschillende partijen is heel anders en dat matcht niet altijd.’ Het is belangrijk om de lijntjes open te houden zodat je betrokken wordt door allerlei partijen bij overleggen en andere vormen van kennisdeling. ‘Als burgers allemaal op hun eigen eilandje blijven, dan komt er niets van de participatiesamenleving terecht.’ Datzelfde geldt volgens Martijn voor de andere belanghebbenden, zoals boeren en ondernemers en de gemeenten: ‘Je kunt allemaal op het eigen terrein een 10 halen, maar toch is de patiënt overleden.’ En de patiënt is in deze beeldspraak dan het natuurgebied Moerenburg. Martijn geeft aan dat ‘het systeem’ vaak te wensen overlaat. Zo is er een mooi voorbeeld te noemen van een wethouder die een Bed and Breakfast goedkeurt waarbij vier units in de tuin worden bijgebouwd. Vervolgens stelt een juridisch adviseur dat deze vier units een eigen keuken moeten hebben omdat het plan anders niet kan worden goedgekeurd. Dan loopt het uiteindelijk toch stuk. ‘Het is niet de onwillendheid van de mensen, maar het falen van het systeem.’ Voor Martijn voelt het niet alsof de provincie Noord-Brabant echt een actieve partij is in het project. Zij vragen wel hoe het project loopt, maar mengen zich inhoudelijk niet in het project. Dit is voor hem echter geen probleem. Vanuit ‘Kansrijk Coöperatief Moerenburg’ zelf wordt momenteel nog niets gedaan aan kennisdeling. Dat gebeurt als de beelden van het gebied klaar zijn. Deze beelden zijn nu aan het ontstaan op basis van de bevindingen.
Toekomst Het doel van het project is volgens Martijn voornamelijk om het gebied terug te geven aan de inwoners en gebruikers. Ook is hij van mening dat je als overheid de burgers ruimte moet geven als je wil dat ze zelf participeren. Het idee voor het eindproduct is het optekenen van een ‘kaart’. Dit is dan geen nieuw plan of ontwerp van het gebied, maar meer een ‘kansen-kaart’. Het is niet de bedoeling om het gebied helemaal in te delen en te verdelen, maar juist om allerhande initiatieven in beeld te brengen en dat te ondersteunen met foto’s en verhalen. Het zal een ‘interactief’ eindproduct worden en zal vervolgens breed worden teruggelegd bij de betrokkenen. Het is de bedoeling om tips en aanbevelingen te delen met alle betrokkenen, maar ook met collega-professionals in het veld, zodat ook anderen ervan kunnen leren. Er wordt in elk geval een sessie gepland met de betrokkenen in dit project, waar het eindproduct zal worden gepresenteerd.
9
IRIS, focus op leefbaarheid
‘Je moet eerst vragen wat de klant wil…’
Rien Hilhorst van IRIS, focus op leefbaarheid
De coöperatieve vereniging IRIS, Oog voor elkaar, zet zich in voor het vergroten van zelfredzaamheid en zelfstandigheid van mensen met behulp van maatschappelijke dienstverlening op afstand. Het L@B project ‘IRIS, focus op leefbaarheid’ is vanuit zorginstellingen geïnitieerd en richt zich specifiek op het langer zelfstandig thuis wonen, met behulp van een digitaal diensten- en communicatieplatform. De ambitie is dat het platform kwetsbare hulpvragers, eindgebruikers en dienstverleners verbindt. De bewoners van de dunbevolkte gebieden in West-Brabant en in geconcentreerde stedelijke gebieden op de as Oosterhout, Breda, Etten-Leur en Roosendaal zijn de doelgroep van dit project. In de coöperatie zijn 17 partijen actief. Daarnaast zijn ook diverse andere partijen betrokken bij het project, zoals het Social Care Network / Zorgvoorelkaar en de kennisinstellingen NHTV en Avans. Rien Hilhorst is zelfstandige op het gebied van wijk- en stadsontwikkeling en sinds september 2014 projectleider van IRIS, focus op leefbaarheid.
Een gezamenlijk product ontwikkelen In eerste instantie is het project groots opgezet en van bovenaf ingestoken (vanuit professionals). Nadat de vorige projectleider afscheid had genomen heeft het project vier maanden zonder projectleider gezeten. Via de coöperatie is Rien Hilhorst naar voren geschoven en het kostte hem veel tijd om zowel financieel als inhoudelijk orde op zaken te stellen. Er bleken weinig verslagen beschikbaar van wat de vorige projectleider en partners hadden gedaan en ook qua ureninzet bleek er weinig geregistreerd. Rien’s achtergrond in stadsontwikkeling, en dus niet in zorg en welzijn, vormt geen enkele belemmering. De coöperatie bestaat uit 17 partijen (allemaal organisaties op het gebied van zorg, welzijn en wonen) en is ontstaan om een gezamenlijk product te vermarkten. Het bleek echter dat zij niet goed hadden nagedacht over het inhoudelijke en organisatorische aspect van wat een coöperatie inhoudt. Het eerste deel van het project is weinig extravert geweest. Er is gewerkt aan de technische opbouw van het webplatform, de nadruk lag sterk op het vinden en betrekken van nieuwe leden bij de coöperatie en nog niet op de eindgebruiker en daardoor werd het project vooral van bovenaf aangevlogen (vanuit de professionals). ‘Uiteindelijk denken professionals toch vooral vanuit hun eigen perspectief: wat hebben wij er zelf aan?’ De insteek nu is veel meer om het van onder af aan te vliegen. Vanuit gebruikers, mensen die straks gebruik gaan maken van het platform. De website bleek bijvoorbeeld veel te ingewikkeld in gebruik. Dat is nu verbeterd.
10
Samenwerking De onderlinge samenwerking is voor IRIS heel belangrijk, juist omdat er zoveel partijen bij betrokken zijn. Zo is er een heidag georganiseerd om duidelijkheid te scheppen over IRIS: waar zij voor dient te gaan en wat de leden van elkaar mogen verwachten. De partijen werken er nu bijvoorbeeld extra aan om vrijwilligers en mantelzorgers bij IRIS te betrekken. Onderdeel van het project IRIS is de game ‘familiegeheimen’. Deze game heeft als doel ouderen meer sociale contacten te geven en meer te laten bewegen. Het is ontwikkeld in het gamelab van de game academy van NHTV. Atlantis Games heeft de game verder uitgewerkt. Het spel speelt zich af in Breda, maar kan op maat gemaakt worden voor elke gemeente. Het doel is dus vooral dat mensen uitgedaagd worden de stad in te gaan. Ze moeten met andere spelers gezamenlijk een code vinden om verder te kunnen in het spel. Dit is een voorbeeld van ‘stimulering’ in plaats van concrete zorg. Momenteel wordt de game door zo’n 20 tot 25 mensen getest. Zij zijn er erg over te spreken. Het contact met de provincie Noord-Brabant verloopt goed. Zij reageerde goed toen Rien Hilhorst moest mededelen dat er in de eerste fase van het project weinig verslag gelegd was en de urenregistratie niet op orde was. Gezamenlijk zijn werkbare afspraken gemaakt om tot een oplossing te komen. Voor de toekomst hoopt Rien dat de provincie de communitybuilding gaat faciliteren (met geld of anderszins). Ook kunnen met een investering van de provincie allerhande platforms die los van elkaar worden ingericht aan elkaar worden gekoppeld, zodat het een waardevol en eenduidig geheel kan zijn. ‘Er is veel geld geïnvesteerd in het technische aspect van het platform, maar juist de beweging van burgers naar het platform toe verdient ook aandacht.’ De mensen die binnen IRIS werken komen vooral uit de zorg en het welzijn en hebben weinig concrete kennis over burgerparticipatie en hoe je burgers kunt betrekken. Daar zou in het project juist erg veel behoefte aan zijn. ‘Mensen die in de dagelijkse praktijk werken met ouderen hebben de praktische ervaring die je kunt (en zelfs moet!) gebruiken. Naar hem moet je luisteren!’
Toekomst Als L@B project loopt IRIS nog tot 1 juli 2015. Hierna (waarschijnlijk in september) volgt er een slotbijeenkomst waar het project in zijn geheel wordt toegelicht en waar tips gegeven kunnen worden aan andere partijen of gemeenten die een soortgelijk project willen starten. Kennisdeling zal voornamelijk op gang komen als het project is afgerond. Als andere gemeenten eenzelfde project willen starten, zouden zij het beste kunnen aansluiten bij al bestaande burgerinitiatieven. Achteraf gezien is IRIS te ambitieus geweest. ‘De provincie is waarschijnlijk vooral onder de indruk geweest van de veelvoud aan betrokken organisaties en partijen. Maar het bleek ook erg lastig om de doelstellingen te behalen’. Het blijft een lastig thema. ‘Het idee dat je zorgvragen van mensen vermindert als je het welzijn van mensen verbetert wordt breed gedragen, maar dit is nergens gekwantificeerd.’ Rien Hilhorst maakt zich zorgen om de borging van het project. Deelnemers aan het platform (de partijen/organisaties) betalen contributie. Het ligt er dus heel erg aan hoeveel deelnemers/leden het platform aan zich kan binden. Interessanter zou zijn het verdienmodel voor de coöperatie te baseren op hetgeen de producten uitsparen aan zorg bij de betreffende organisatie. Gebruikers kunnen gratis gebruik maken van het platform.
11
Alleen Samen Werkt
‘De beste ideeën komen vanuit burgers zelf. Als je dat als provincie kunt faciliteren (niet overnemen) kun je het verduurzamen.’
Marcel Lieskamp van Alleen Samen Werkt. Ervaring delen: Een project tegen vereenzaming
Op initiatief van Streekontwikkeling Boven-Dommel en het Hof van Cranendonck is tijdens een netwerkbijeenkomst met dorpsraden van Maarheeze en Soerendonk (Cranendonck), Leenderstrijp, Leende en Sterksel (HeezeLeende) het thema vereenzaming geagendeerd. Het project ‘Alleen samen werkt’ wil de eenzaamheid in deze kernen concreet aanpakken. Naast initiatieven die zich richten op sociale cohesie in het vrijetijdsdomein, wil het project ook een bijdrage leveren aan toetreding tot de arbeidsmarkt. Het project inventariseert de lopende initiatieven rondom eenzaamheid in de kernen en maakt een visie en praktisch verbeterplan om eenzaamheid tegen te gaan. Een vijftal initiatieven worden uitgewerkt in inmiddels zeven uitgebreide praktijkpilots. In juli 2015 zal een totaalconcept worden opgeleverd dat eenzaamheid vermindert en burgerparticipatie en sociale cohesie vergroot. Inmiddels wil Marcel Lieskamp het woord vereenzaming niet meer horen. ‘Als mensen niet meer betrokken zijn bij de samenleving worden ze eenzaam. Je moet de sociale cohesie verbeteren en je richten op ‘betrekken’ en ‘samen’. Dan los je automatisch eenzaamheid op. ’Uit een van de deelprojecten bleek bijvoorbeeld dat eenzaamheid niet bij ouderen het vaakst voorkomt, maar juist bij mensen van 35 tot 55 jaar.
Samenwerken Voor onderzoek en kennisdeling is samenwerking gezocht met NHTV en de politie academie. De laatst genoemde werkt het probleem rondom eenzaamheid en veiligheid uit. In het project wordt zoveel mogelijk gewerkt met een methode waarbij burgers steeds direct feedback krijgen op hun handelen. Ook langere termijn resultaten worden teruggekoppeld. Dit werkt heel goed en houdt mensen gemotiveerd. ‘Om duurzame resultaten te behalen, is het noodzakelijk dat je vanaf het begin de burgers bij sociale innovaties betrekt. Dat is niet gemakkelijk omdat het bijna een automatisme is dat plannen projectmatig worden aangepakt. Op zich niet erg, maar dan dreigt toch het gevaar van een top-down benadering. In de huidige netwerkwereld moet je mensen mede-eigenaar maken en creatief betrekken. Dit geldt voor sociale innovaties, maar ook voor het opzetten van een onderneming’.
12
Verduurzamen De overheid zou zich meer als partner moeten gaan opstellen. Als je als overheid nu niet meebeweegt met burgerinitiatieven worden de kloven alleen maar groter. Daar ligt voor de provincie ook zeker een rol. ‘De beste ideeën komen namelijk van de burgers zelf. Als je dat als provincie kunt faciliteren (niet overnemen!) kun je het verduurzamen’. Door bijvoorbeeld scholingstrajecten in te zetten om anderen op te leiden om met de methodiek te werken, kennis te delen en er echt mee de boer op te gaan. ‘Uiteindelijk is de provincie veel bezig met kennisdelen onder mensen die allemaal een project aan het opstarten zijn, maar juist ook het hele veld zou je erbij moeten betrekken’. Marcel is van mening dat er geen blauwdrukken zijn: ‘je hebt in elk nieuw startend project weer opnieuw de inzet, betrokkenheid en het enthousiasme van lokale partijen en burgers nodig. De term ‘uitrollen’ is niet meer van deze tijd. Het opstarten van leefbaarheidsinitiatieven is afhankelijk van enthousiasme van enkelen. Als zo iemand wegvalt, valt het project meestal ook weg. De vraag is hoe je het dan kunt borgen.‘ De uitwisseling op methodisch vlak zou volgens Marcel Lieskamp verbeterd kunnen worden. Aandacht voor implementatiestrategieën is van belang voor de projecten. Bij ‘Alleen Samen werkt’ hebben de deelprojectleiders niet echt last gehad van regels. Wel hadden sommigen last van de enigszins terughoudende rol van gemeenten. Zij zien burgerinitiatieven soms toch als bedreiging, terwijl ze deze initiatieven beter kunnen ondersteunen. Wat betreft de provincie Noord-Brabant hebben zij de samenwerking als prettig ervaren. Wel ziet Marcel Lieskamp ook verbeterpunten. Zo probeert de provincie zich wel betrokken op te stellen, maar doet zij dat nog te weinig op het inhoudelijke vlak. Zij zijn voornamelijk bezig met het checken van de cijfers en concreetheden (wat heel logisch is), maar ze zou de projecten in de toekomst meer inhoudelijk kunnen faciliteren. ‘De provincie zou een ‘omdenkslag’ moeten maken.’
13
Eerste bevindingen Onderwijs
Multidisciplinair
Bovenlokaal
Verantwoordelijkheid
Cofinanciering
Ondernemerschap
Maatwerk
Intermediair
Eigenaarschap
Openheid
Borging
Startbudget
Waardevolle partner voor kennis, innovatie en ontwikkeling in toekomst. Meer kennis en ervaring. Zelforganiserend vermogen krijgt grotere impuls. Door eigen middelen in te brengen wordt het een eigen product. Meer doeltreffendheid en doelmatigheid. Vraaggerichtheid maakt de L@B-aanpak tot een succes.
Op eigen benen willen staan. Toekomst zonder subsidie.
Zelf beleid maken en uitvoeren. Eigen verantwoordelijkheid leidt tot beter resultaat. Participatie van ondernemer(s) versterkt de slagvaardigheid. Resultaatgericht, werken volgens afspraken en jagen aan. Verbinder/makelaar ‘van buiten’. Bekijkt vanuit bredere context en kan nieuwe linken leggen. Openstaan voor nieuwe deelnemers. Geen incrowd van gevestigde orde. Gezonde dynamiek. Voor de eerste stappen naar een collectief.
Ontregelen
“Als ergens de doe-democratie en de participatiesamenleving van het kabinet Rutte II vragen om toepassing dan is het wel op het terrein van de wetgeving.” Willem Witteveen in ‘De wet als kunstwerk’.
Wat zien we? • In L@B talloze voorbeelden hoe en waar huidige (verkokerde) regelgeving belemmerend is • Het vergde de nodige expertise, inventiviteit en doortastendheid om regeling tot stand te brengen • Het is voor ambtenaren en bestuurders een leerproces om met regelgeving “rechtmatig en ruimhartig” om te gaan
Wat gebeurt er? • In de menukaart was ontregelen al een item. De provincies steunt bijvoorbeeld de zorgcoöperaties in hun relatie met zorgverzekeraars (lobby, public affairs, VWS, Kamer) • Er is uitgebreide informatie gegeven aan onze partners over de nieuwe regelgeving (een van de eerste kennisdelingsbijeenkomsten) en dat gebeurd nog dagelijks bilateraal • De provincie heeft geleerd: bij opstellen regeling doebudgetten zijn externe (en interne) partners betrokken (VKK, PON)
Wat kan er nog (meer) in 2015? • Ontschotten: De organisaties van leefbaarheidsprojecten weten soms niet waar ze bij de provincie moeten zijn. Vooral wanneer een idee/initiatief niet binnen een hokje past, maar juist over verschillende afdelingen en beleidsterreinen heen gaat • Maak subsidieregelingen zo simpel en duidelijk mogelijk: Hiermee wordt de drempel voor burgers om gebruik te maken van provinciale regelingen nog lager (bijvoorbeeld in de nieuwe DOE-budgetregeling heeft de provincie hier al uitvoering aan gegeven). Agendeer dit onderwerp ook bij andere overheden • Informeren en agenderen: Op platform Leefbaarheidbrabant.nl en tijdens bijeenkomsten regelgeving blijven agenderen Ontregelen 14
Bron: Panteia, 2014.
Trekker met sterke persoonlijkheid en leiderschapskwaliteiten, lokaal bekend en geaccepteerd. Vaak zelfstandig (ex-)ondernemer.
Integrale oplossingen en bundeling van creatieve geesten, denkers en doeners.
Wat zien we? • In L@B verschillende voorbeelden van programma’s die expliciet gericht zijn op burgerparticipatie, relatie gemeenten – burgers, democratische vernieuwing • PON heeft uitgebreide Brabantse expertise opgebouwd en heeft programma ontwikkeld • Sommige netwerken lopen voorop, andere bestaande netwerken hebben moeite aan te haken • De rol van steunfuncties is nog een onduidelijk
Wat gebeurt er? • • • •
Overheidsparticipatie
“Belangrijk is dat overheden (gemeenten) leren uit bureaucratische reflexen te stappen, belemmeringen wegnemen en maatschappelijke doelstellingen centraal stellen. Dergelijke veranderingen gaan gepaard met allerlei onzekerheden en belangenconflicten. Juist door deze in het veranderingsproces te betrekken heeft de transformatie kans van slagen.” RMO 2013.
Provincie houdt de vinger aan de pols, noteert vooraleerst Provincie begeleidt afzonderlijke programma’s op dit terrein PON verzorgt in opdracht provincie bijeenkomsten (praktijkschool, VBG, B-factor.) L@B medewerkers worden veel en vaak gevraagd om expertise te delen
Wat kan er nog (meer) in 2015? • Provincie ook inhoudelijk partner: De provincie zou zich wat nieuwsgieriger mogen opstellen op het inhoudelijke vlak • Adequate balans vinden tussen stimulerende en controlerende rol • Rol steunfuncties verhelderen en verstevigen • Ontschotten: In de begeleiding van projecten kan de provincie meer de verbinding tussen verschillende afdelingen en met andere overheden leggen Overheidsparticipatie
Wat zien we? • Daadwerkelijk leren van elkaar is moeilijk, succes staat niet bij voorbaat vast, samenwerken is soms lastig • Er is een grote behoefte aan kennisdeling, leren van elkaar • De L@B-medewerkers worden bij heel veel interne programma’s gevraagd om hun expertise en leerervaringen in te brengen
Optimaliseren
“Veranderingen zijn alleen mogelijk als processen op gang gebracht worden waarin alle betrokkenen kunnen leren innoveren.” RMO 2013.
Wat gebeurt er? • In 2014 zijn twee druk bezochte provinciale bijeenkomsten georganiseerd, daarnaast vele regionale en thematische bijeenkomsten. Steeds vaker organiseren betrokkenen zelf bijeenkomsten • Er is een eigen website L@B die wat verbeteringen behoeft, maar waar betrokkenen elkaar snel kunnen vinden • Via monitoring (en PON) willen we leren.
Wat kan er (meer) in 2015? • Borgen van continuïteit: De provincie zou meer aandacht mogen geven aan de follow-up van projecten. De ervaring leert dat goed voorbeeld lang niet altijd goed doet volgen. • Benoem en verspreid “succes-stories” via actieve communicatie, waaronder leefbaarheidbrabant.nl en e-zine L@B & nóg actiever inzetten op het (delen van het) geleerde. • Toegankelijkheid en bruikbaarheid informatie: De projecten en berichten op leefbaarheidbrabant.nl zijn niet thematisch te doorzoeken. Hier is ruimte voor verbetering. • Kennisdeling en kruisbestuiving organiseren, bijvoorbeeld door slimme combinaties te maken in de provinciale inzet voor L@B en andere provinciale programma’s, zoals buurcultuur, breedband, groen, openbaar vervoer, coöperaties, leegstand. Optimaliseren 15
Van Zorghoeve naar Buurthoeve (Zorghoeve Kakelbont)
‘Met onze droom om ook dagbesteding te kunnen bieden aan ouderen bleken we onbewust de zorg dichter bij huis te hebben gehaald. Dagbesteding voor ouderen bleek er in Dinteloord nog niet te zijn. Dat was een prettige bijkomstigheid.’’
Ingrid Havermans van Van Zorghoeve naar Buurthoeve (Zorghoeve Kakelbont) en Hakim Tampoebolon van Dorpsraad Dinteloord
‘Van Zorghoeve naar Buurthoeve’ is een L@B project van de Zorghoeve Kakelbont, die is aangesloten bij de Samenwerkende Zorgboeren Zuid. Betrokken partijen zijn o.a. Dorpsraad Dinteloord en Prinsenland, ROC WestBrabant en agrarisch bedrijf van de Riet. Het project biedt een leer- en leefomgeving aan jongeren die vanwege hun gedragsproblematiek niet kunnen deelnemen aan het reguliere onderwijssysteem. In een veilige- en pedagogisch verantwoorde omgeving bieden de deelnemende partners een naadloos op elkaar afgestemd traject met arbeidsmarktperspectief voor de jongeren. Dit traject bevat activiteiten zoals dagopvang, leervoorzieningen op het gebied van zorg en welzijn en horeca, een beleeftuin, boerderijeducatie en recreatie. De omgeving waarin de activiteiten plaatsvinden, schept voor de doelgroep optimale mogelijkheden voor sociale contacten, sociale structuur en draagt bij aan zelfwaardering omdat men ergens ‘werkt’. Het primaire doel van het project is de persoonlijke en beroepsmatige ontwikkeling van jonge mensen tussen de 16 en 23 jaar en het bieden van een gepast perspectief op de arbeidsmarkt.
Het concept De Hoeve Kakelbont is een bedrijf waar landbouw, zorg en recreatie elkaar ontmoeten. Het is een bont geheel van mensen en activiteiten die met elkaar in verbinding zijn. Zo bood Hoeve Kakelbont al dagbesteding voor kinderen en een leervoorziening voor jongeren met problematieken, zoals autisme. In deze leervoorziening komt een docent vanuit het ROC West Brabant naar de Zorghoeve om les te geven. Jongeren hebben zo de kans om in twee jaar een eenjarige opleiding te volgen. Inmiddels is Zorghoeve Kakelbont uitgebreid met onder andere een brasserie en dagbesteding voor ouderen. Deze dagbesteding voor ouderen bleek een gat in de markt in Dinteloord. Dit was er nog niet en zo hebben we zorg dichter bij huis gehaald. Het vervoer van en naar de dagopvang organiseert de Zorghoeve door middel van vrijwilligers. Ingrid geeft aan in principe geen last te hebben gehad van regelgeving vanuit overheden, alleen het vervoer van de jongeren die deelnemen aan de leervoorziening is een lastiger punt. De regelgeving voor het vervoer van de jongeren vanuit de gemeente is niet altijd even duidelijk. De jongeren die bij zorghoeve Kakelbont komen vallen officieel binnen de dagbesteding (en niet binnen leerlingenvervoer) en één van de samenwerkende gemeenten stelt dat vervoer niet kan worden geïndiceerd bij dagbesteding. Tot nu toe hebben bijna alle jongeren wel een vervoersindicatie vanuit de zorgindicaties. Voor 18-plussers is er een vervoersvergoeding, vanuit een WMO-indicatie. Wel blijkt dat het goed is geweest dat ze hebben gedaan aan ‘risicospreiding’ door activiteiten te organiseren in de zorghoeve voor verschillende doelgroepen. Er zijn zoveel dingen vanwege de transities die pas heel laat duidelijk zijn, dat het lastig is om daarop een organisatie te bouwen. Ingrid geeft aan nu tegen een hele hoop administratieve zaken aan te lopen vanwege deze transities. De uitbetaling van geleverde productie heeft in het nieuwe jaar twee maanden op zich laten wachten. Er was lang weinig bekend over de nieuwe tarieven. Bij de jeugd wordt
16
ongeveer 25% gekort op de tarieven ten opzichte van 2014. Daarnaast wordt in de regio bijvoorbeeld met zorgprofielen gewerkt, maar deze profielen bestaan weer uit zoveel subprofielen dat het bijna onmogelijk is om ze te gebruiken. Het boerenbedrijf heeft als ondernemer uiteindelijk het gebouw neergezet en de stichting betaalt huur en organiseert en voert alle activiteiten uit. ‘De ondernemer is wel coulant geweest, anders hadden we het niet gered.’
Samenwerking Er is nu een sterkere samenwerking met de Waterpoort, de Zeeuws-Brabantse regio aan het water. Ook het contact met de gemeente is verbeterd. In plaats van een controlerende houding (focus op procedures en vergunningen) heeft de gemeente nu een meer coöperatieve houding (samen oplossingen bedenken). ‘Dat is een heel omdenkproces geweest!’, zegt Ingrid als het over het proces met de gemeente gaat. De dorpsraad Dinteloord is door de zorghoeve benaderd en heeft een intentieverklaring opgesteld, waarin steun aan het initiatief werd toegezegd. De dorpsraad is zich nog aan het beraden over de rol die zij in de praktijk kan spelen om de samenwerking met de zorghoeve gestalte te geven. In ieder geval wil de dorpsraad Hoeve Kakelbont meer onder de aandacht van de Dinteloordse bevolking brengen en ook de recreatieve mogelijkheden benadrukken. De zorghoeve is tevreden over het contact met de provincie Noord-Brabant. ‘De provincie is de laatste jaren veel zichtbaarder geworden voor burgers. Tegenwoordig worden burgers al heel vroeg in een besluitvormingsproces en brainstormsessie betrokken.’ Met betrekking tot de regeling zijn zij ook tevreden. Zonder de subsidie had de zorghoeve nooit in deze vorm opgezet kunnen worden. Zij zijn niet van mening dat de regeling versoepelt zou moeten worden. ‘Als je de regeling te veel versoepelt weet je uiteindelijk ook niet meer precies wat er met het geld gebeurd is’. De zorghoeve is gebouwd aan een openbare, onverharde, weg. De droom was om deze weg verhard te krijgen. Dit is ingebracht tijdens hun deelname aan de Masterclass van de Waterpoort. Door de Waterpoort werden zij gecoacht om vanuit een win/win situatie de betrokken partijen mee te krijgen in deze droom. Een droom die meerdere doelen diende, namelijk het kunnen bieden van een goede en veilige omgeving aan met name de oudere deelnemers op de boerderij en toeristen. Dit dient ook gemeentelijk beleid. Vanuit de BAM (leverancier en legger van het asfalt) kwam er ook sympathie voor deze droom. Door de samenwerking en steun van alle partijen is de droom gerealiseerd en profiteren nu vele partijen van het asfalt dat er ligt. De weg staat symbool voor meerdere verbindingen. Zo ziet de stichting op den duur alles goed komen. Als tip voor anderen zegt de stichting dat je er als soortgelijke stichting altijd voor moet zorgen dat je voldoende partijen betrekt. Alleen red je een dergelijke organisatie niet. Op 5 juni vindt de officiële opening van de zorghoeve plaats. Daar wordt tevens een symposium aan verbonden.
Voortzetting in de toekomst De periode van aanloopkosten en veel investeren is nog niet voorbij. Gelukkig heeft de Zorghoeve de risico’s gespreid door zorg te bieden aan meerdere doelgroepen. Wel is de stichting nog op zoek naar samenwerking met andere partijen op het gebied van vervoersmogelijkheden. Het optuigen van de nieuwe takken ‘Ouderenzorg’ en ‘Brasserie’ is gedaan om meer leerlijnen uit te kunnen zetten en zo meer jongeren een kans te kunnen bieden om weer aan te haken bij onderwijs/arbeidskansen. Tevens draagt het bij aan de borging van het project, maar dat is volgens Ingrid echt een bijkomstigheid. Omdat de Brasserie opgetuigd is als middel voor de leerlijnen, kan het onder de stichting vallen. Dat daarmee de opbrengsten ten goede komen aan de Stichting is onderdeel van de risicospreiding.
17
Bewoners maken hun wijk gewoon leefbaar (NHTV)
Bewoners maken hun wijk gewoon leefbaar
‘We kunnen nu een paar beleidsmythes doorprikken!’
Vincent Platenkamp (NHTV) en Peter Beijer (Bureau77)
Het L@B project is in eerste instantie ontstaan doordat bewonersorganisaties in Breda, Tilburg en Roosendaal de wens hebben uitgesproken om de leefbaarheid in hun wijken te vergroten door de eigen verantwoordelijkheid van wijkbewoners te versterken. De onderzoeksgroep wil formele, informele en meer verborgen netwerken identificeren en aanknopingspunten vinden voor inzicht in het alledaagse leven in de wijken. Op basis daarvan kunnen leefbaarheidsinitiatieven uitgewerkt worden. Uiteindelijk wordt gekeken of deze initiatieven overdraagbaar zijn. Bij de start van het project werd de vraag gesteld ‘wat is nu eigenlijk leefbaarheid is’ en of je deze kunt versterken door gericht ingrijpen. Er zijn een hele hoop projecten rondom leefbaarheid, maar wat bewoners daarvan zien en merken is niet duidelijk. Beleid is gericht op wijken, terwijl het in de alledaagse wereld gaat om straten of buurten. Als er iets gebeurt in een wijk, zoals drugsoverlast, dan krijgt die wijk het label, terwijl het meestal maar een klein deel van een wijk betreft.
Het project De wijken Brabantpark in Breda, Theresia in Tilburg en Kortendijk in Roosendaal zijn de onderzochte locaties. Het zijn zogenoemde ‘kantelwijken’, zo is Theresia in het ene jaar een probleemwijk en het andere jaar niet. Dat ligt dan puur aan de statistieken. Onderzoekers en studenten hebben gebruik gemaakt van de onderzoeksmethode ‘naturalistic inquiry’. Studenten van NHTV zijn de wijk ingegaan om te onderzoeken hoe je met moeilijk bereikbare groepen in contact komt. Studenten hebben tal van methoden gebruikt; zo hebben zij overal in een straat aangebeld of zijn ze in een parkje gaan zitten om te proberen gesprekken aan te knopen. Studenten werd ook gevraagd om netwerken in kaart te brengen. Bij de vaak uitgebreide gesprekken die de studenten aangingen met buurtbewoners, stelden zij alleen objectieve ‘feitelijke’ vragen zoals ‘waar doet u uw boodschappen?’ of ‘waar staat uw auto?’ en geen vragen naar meningen. Bewoners van de wijken zijn uiteindelijk erg te spreken over de aanpak. De onderzoekers hoorden ook vaak: ‘jullie kwamen hier en wilden niets van ons!’ Dat ervaren bewoners als positief; dat nodigt uit tot gesprek. De gebruikte methode duikt relatief diep in de privélevens van de mensen en dat vereist dat onderzoekers daar vertrouwelijk mee omgaan. Deze methode levert tegelijkertijd veel bruikbare informatie op. Het project zit nu in een laatste fase en daarin wordt geprobeerd de opgehaalde informatie te vertalen naar wat professionals, zowel op sociaal als op ruimtelijk vlak, hiermee kunnen. Wat er nu veel gebeurt in de wijken is dat problemen op wijkniveau worden geformuleerd, terwijl het vaak een probleem voor een straat of buurt betreft.
18
De rol van de provincie Zonder subsidie van de provincie Noord-Brabant was dit onderzoek niet mogelijk geweest. Het is een onderzoek dat een bedrijf nooit zelf zou kunnen uitvoeren en waar echt een kennisinstituut voor nodig is. Hierdoor heeft de NHTV de kennis over het leven in de wijken kunnen verdiepen. ‘We kunnen nu een paar beleidsmythes doorprikken!’ Dit is van belang voor de stadsinrichters. De provincie heeft daarnaast een rol gehad in de kennisdelingsfeer. Ze hebben een serieuze poging gedaan tot kennisdeling, soms iets teveel georganiseerd. Over de provinciale rol in dit project zijn ze in elk geval tevreden. Op de trenddag van Brabant Kennis hebben ze hun eerste bevindingen kunnen delen en daarnaast is een tochtje door Theresia gemaakt.
Toekomst Het project wordt geborgd binnen het onderwijsprogramma van NHTV. Het thema sluit heel dicht op het onderwijsprogramma aan. In de zomer wordt het L@B project formeel afgerond. Van de onderzoeksresultaten wordt een boek gemaakt en de resultaten worden besproken in tien kleinere, maar gerichtere slotbijeenkomsten. Er zullen er drie in elke pilotstad plaatsvinden en daarnaast is er één landelijke bijeenkomst. Bij deze bijeenkomsten worden de bewoners en andere betrokkenen in de wijk uitgenodigd. De onderzoekers zijn daarnaast van mening dat het project, waarbij voornamelijk sprake is van kennisontwikkeling, vraagt om een vervolg waar de provincie ook een rol in zou kunnen hebben. De provincie heeft eraan bijgedragen dat het begrip ‘leefbaarheid’ onderzocht kon worden door de wijken in te gaan en met wijkbewoners in gesprek te gaan.
19
Community Welzijn Zorg (CWZ)
‘Je hebt succes als burgers zelf enthousiast zijn en de kar trekken. Als je mensen vertelt wat je al hebt bedacht worden ze passief’
Gerard van Loon en Patricia Braat van Community Welzijn Zorg
De coöperatieve vereniging ThuisVerbonden is een vrijwilligersorganisatie zonder winstoogmerk. In een eerder stadium is al ingezet op versterken van de bewustwording van senioren en mensen met een beperking op de gebruiksmogelijkheden van het internet op de gebieden zorg en welzijn. De coöperatie wil nu in subregioverband verder doorpakken door onder meer het opzetten van een community in Son en Breugel en het ontwikkelen van zinvolle nieuwe diensten voor de gemeenschap. Dit wordt uitgevoerd samen met een aantal belangrijke lokale dienstverleningspartners die zich als doel gesteld hebben tenminste één dienst te ontwikkelen die voor zowel aanbieder als deelnemer voldoende toegevoegde waarde heeft. In de community zijn huishoudens met elkaar en met deelnemende regionale zorg- en welzijnsorganisaties onder meer via een digitaal portaal verbonden. Er wordt samengewerkt met andere communities in Best, Geldrop-Mierlo en Hoogeloon. De initiatiefnemers van dit L@B project waren vier jaar geleden betrokken bij Slimme Zorg van de provincie. Toen is de basis voor het portaal bedacht. Er is in die tijd veel geïnvesteerd in het technische aspect van het portaal, maar het project heeft toen uiteindelijk relatief weinig opgeleverd. Vervolgens is bij de Leefbaarheid@Brabant regeling de slag gemaakt naar het inhoudelijke deel. De coöperatie Thuisverbonden is verder gegaan met de uitwerking van het idee door op pad te gaan en te onderzoeken wat voor initiatieven er al ontwikkeld zijn en wat er nog meer aan diensten aangeboden zouden kunnen worden. Dat is van ingestoken onderaf, dus samen met burgers kijken naar wat er nodig is. Toen is ook besloten om niet meer alleen de doelgroep ouderen te hanteren, maar het breder te trekken naar ‘de gemeenschap’. Het sleutelbegrip van de eerste subsidieronde was ‘zorg’, binnen het L@B ligt de nadruk nu veel meer op ‘gemeenschapsbinding’. Soms lijkt het wel alsof dit een te brede doelgroep is, want er zijn dan ineens ontzettend veel mogelijkheden. De projectgroep bestaat uit 12 leden, daarnaast zijn er werkgroepen op basis van thema’s. De ideeën die in de werkgroepen worden bedacht worden vervolgens in de projectgroep besproken. ‘Het is een groot pluspunt dat de vrijwilligers die betrokken zijn bij het portaal ook allemaal een basis hebben als professional en die kennis kunnen inzetten voor het ontwikkelen en versterken van het portaal. Dat is wel een succesfactor geweest’, aldus Gerard van Loon.
20
Samenwerking Er is samenwerking gezocht met veel verschillende partijen, waaronder Fontys , Zuidzorg, Archipel Zorggroep, SWZ Zonhove en de LEVgroep. Ook scholen worden benaderd, maar zij zijn nog wat terughoudend. Samen met welzijnswerk wordt geprobeerd om ook jongeren (tussen 10 en 27 jaar) bij het portaal te betrekken. Dat kan bijvoorbeeld door het portaal aantrekkelijker te maken voor jongeren door een app te ontwikkelen. De gemeente is inmiddels enthousiast over het portaal, maar is ook voorzichtig. Zij denken vooral vanuit maatschappelijk rendement en dat is lastig hard te maken nu. We zien wel dat de gemeente inmiddels begint te geloven in het portaal. Vanuit de burgers is er momenteel niet echt sprake van connecties met bedrijven. Maar het is wel de bedoeling dat dat in de toekomst van de grond gaat komen. Verder is er een kennisdelingsverband met Best, Geldrop-Mierlo en Hoogeloon. Kennisdelen is heel belangrijk. ‘Er is al heel veel kennis op dit gebied, maar dat wordt weinig gebruikt door anderen. Dat is zonde’.
Rol van de provincie Het contact met de provincie Noord-Brabant verloopt goed en het is fijn dat de provincie altijd bereid is om mee te denken als er een vraag is. Het projectteam heeft geen last gehad van regels. Wel vonden zij de formulieren bij het aanvragen van subsidie wat amateuristisch. Daarnaast zijn zij van mening dat de provinciale rol te weinig inhoudelijk georiënteerd is. ‘Ze horen je stand van zaken aan, maar geven geen suggesties voor verbetering. Ze mogen zich best wat nieuwsgieriger opstellen op het inhoudelijke vlak’. De kennisdelingsbijeenkomsten vanuit de provincie waarderen zij zeer, maar daar zou wat meer uitgehaald kunnen worden. Evenals de website, dat is een goed initiatief, maar daar gebeurt te weinig volgens Patricia Braat. ‘De website zou wat meer inhoudelijk moeten worden ingedeeld. Dat je bijvoorbeeld gemakkelijk soortgelijke initiatieven kunt vinden’. Het zou een meerwaarde zijn om te zorgen voor meer inhoudelijke tags op de website.
Toekomst Het project rondt in de zomer van 2015 af. De deadline komt snel dichterbij en het projectteam is nu vooral bezig met het vernieuwen van het portaal. De website krijgt een opknapbeurt en daarnaast zijn ze nog bezig met het doorontwikkelen van het dienstenaanbod. Aan het eind van het project komt er een publicatie over het onderzoek en wellicht een conferentie. ‘De vraag is nu: Hoe gaan we verder als de subsidie stopt?’ Het projectteam heeft bij alle betrokkenen geïnformeerd of zij ermee willen doorgaan en elke partij heeft daarop gereageerd dat ze dat graag willen. Het projectteam is nu bezig met het opzetten van een verdienmodel. Het idee is nu ook geld te vragen aan de partners in het portaal, niet aan de gebruikers! Met dat geld kan de ondersteuning bij het portaal worden bekostigd en zou het portaal kunnen blijven draaien en dus geborgd zijn. De projectgroep is in gesprek met de gemeente om te kijken naar verdere vormen van samenwerking.
21
Cultuur en leefbaarheid
‘We zetten samen de eerste stappen om cultuur met leefbaarheidvragen te verbinden’
Christine Ravenhorst van Cultuur en Leefbaarheid
De vereniging van Kunstencentra DOKe is in het L@B aan de slag gegaan om kunst en cultuur met de wijk te verbinden. Bij 9 kunstencentra zetten cultuuraanjagers samen met bewoners projecten op die een bijdrage leveren aan hun buurt. Door de projecten komt er meer verbinding tussen bewoners onderling. Ook zijn er heel concreet flats en plantsoenen mooier gemaakt met gezamenlijk gemaakte kunstprojecten. Het Kunstencentrum als organisatie is daarmee eigenlijk bezig om ‘participatie-samenleving-proof’ te worden. De gezamenlijke kunstencentra vormen een netwerk voor buurtcultuur dat hun kennis onder andere deelt in de digitale community www.communityartbrabant.nl. Community art geeft een artistiek antwoord op een maatschappelijke vraag. Namens DOKe is Christine Ravenhorst als projectleider aangetrokken om (samen met provinciale steunfunctie Kunstbalie) deze verbinding tussen kunst en cultuur en leefbaarheid verder te ontwikkelen.
Samenwerken Bij woningcorporaties in Brabant is het besef gegroeid dat door te investeren in buurtcultuur, een negatieve leefbaarheidsspiraal in een buurt of wijk kan worden omgebogen. Ze hebben hiervoor buurtcultuurfondsen ingericht. De verschillende kunstencentra (DOKe), deze woningcorporaties, Kunstbalie en het Prins Bernhard Cultuur Fonds hebben samen in het LAB-project gewerkt aan het versterken van de aanpak community art in Brabant. Het idee is dat verdere professionalisering van de aanpak, versnippering van initiatieven tegengaat en dat meer samenhang ervoor zorgt dat er meer geleerd kan worden van de verschillende ervaringen in de praktijk. Vanuit de doelstelling van kunstencentra om cultuurparticipatie te bevorderen was de wens om met bewoners samen te werken aan mooie projecten in de wijk al lang aanwezig. Projecten opzetten vanuit co-creatie in plaats van uit eigen initiatief, dat is vooral wat het project L@B de deelnemende kunstencentra gebracht heeft.
22
Kennis delen Binnen het L@B project is aandacht besteed aan het scholen en coachen van professionals zoals de cultuuraanjagers en kunstenaars. Daarnaast zijn goede voorbeelden van buurtcultuurprojecten naar buiten gebracht in de publicatie ’10 x Buurtcultuur in Brabant: de samenleving op ontdekkingstocht’. Verder willen de betrokken partijen graag de opbrengst delen in het maatschappelijk veld. In eerste instantie wilden de partners in het L@B project van DOKe hun kennis vooral delen door te laten zien wat zij gedaan en geleerd hebben. In overleg met de provincie is gekozen voor een meer interactieve sessie, waarin intervisie met mensen van verschillende achtergronden centraal staat. Op deze wijze kunnen lessen uit de verschillende domeinen meegenomen worden. ‘We zetten samen de eerste stappen richting organiseren 3.0’, zo formuleert Christine het proces. De opbrengst van het hele project wordt dan in april gedeeld met de community van het L@B.
Toekomst Het is nog onzeker of de cultuuraanjagers van de kunstencentra verder kunnen met hun werk. Op de lange duur ontbreekt de financiering hiervoor, omdat het draagvlak vooral op lokaal niveau gezocht moet worden. Daar wordt nu een goede basis voor gelegd, maar het is nog niet voldoende om voortzetting van deze ontwikkeling te garanderen. Voor de projecten komt de financiering nu uit de buurtcultuurfondsen van de woningcorporaties. De inzet is dat er overal in Brabant dergelijke buurtcultuurfondsen door gemeenten worden opgezet. Dat is een ontwikkeling van langere adem waar nog een aantal jaren de hulp van de provincie en provinciale steunfuncties hard bij nodig zal zijn.
23
Sportief! Support
‘Als je een beetje beter wil zijn, wees dan competitief. Als je exponentieel beter wil zijn: wees dan coöperatief’ (William Shakespeare)
Annie van Genugten van Sportief! Support
In de regio Oss, Uden en Veghel willen diverse sportorganisaties en ondernemers een regionaal netwerk en een communicatieplatform ontwikkelen onder de naam Sportief! Support. Ze benutten de samenwerking met het L@B, de sportverenigingen en onderzoeksinstellingen om kwaliteit te versterken en te borgen, om te leren van elkaar en om elkaar ook in de toekomst beter te kunnen vinden. Bij de sportverenigingen in de regio werkt een scala aan vrijwilligers als bestuurders en trainers. Om hun werk en samenwerking te versterken is Sportief! Support gestart. We spreken Annie van Genugten, de penvoerder van het L@B-project, die ook een verkennend onderzoek heeft gedaan naar de sportverenigingen in de regio.
Regionale samenwerking in de sportwereld Sinds begin 2014 bundelen de sportverenigingen in de regio Oss, Uden en Veghel hun krachten in de sportambassade, een regionaal netwerk en overlegorgaan. Het idee is dat de verenigingen, door bovenlokaal kennis te delen en samen te werken, zich in de toekomst beter kunnen handhaven. Lokale overheden trekken zich terug. Samenwerking bijvoorbeeld op het gebied van accommodatie, ledenwerving, kaderontwikkeling, scholing en sponsoring zou de continuïteit van de verenigingen en de kwaliteit beter kunnen waarborgen. Daarnaast zouden gemeenten meer met sportverenigingen kunnen samenwerken als het gaat om het sociale domein; specifieke doelgroepen kunnen meedoen met sporten en verenigingen kunnen een rol spelen bij het versterken van participatie, reïntegratie of reclassering.
Verenigingen in beeld Het magazine Sportief! dat eerst op lokaal niveau in verschillende gemeenten verschijnt wordt nu gemaakt voor de regio. Elk kwartaal staan er artikelen en nieuwsberichten in over verenigingen, mensen die belangrijk zijn voor hun club, successen en activiteiten. Door de variatie van berichten en artikelen is er voor een brede doelgroep iets te vinden in dit magazine. De verhalen staan dicht bij de betrokken sportieve bewoners.
24
Bestuursleden in de regio In een kwalitatief verkennend onderzoek zijn bestuursleden van 19 sportverenigingen in de regio geïnterviewd. Het gaat over verenigingen van verschillende sporten en ze verschillen van grootte. De bestuursleden is gevraagd hoe ze denken over samenwerking met andere sportclubs en samenwerking in de regio. Hoe het nu gaat in hun vereniging en hoe ze over de toekomst denken, is aan bod gekomen. De bestuursleden geven aan dat ze als ze samenwerken met andere clubs in de regio, het dan vooral om clubs van dezelfde sport gaat. Ze werken dan samen in het opleiden van trainers of bij het samenstellen van een team. Wat betreft samenwerking met maatschappelijke organisaties zijn er weinig clubs met ervaring. Een club werkt samen met een buitenschoolse opvang en een andere betrekt studenten. De sportverenigingen ervaren de relatie met de gemeente als complex; ze voelen zich afhankelijk van de gemeente. De bestuursleden verschillen in hun visie op regionale samenwerking tussen sportverenigingen. Sommigen ervaren samenwerking als weer een extra activiteit, anderen vinden het een belangrijke strategie voor de toekomst van de club. Opmerkelijk is dat in de regio Oss, Uden en Veghel multifunctioneel accomodatiegebruik en omnisportverenigingen nog niet zo van de grond lijken te komen, zoals in de Randstad. Momenteel wordt er nog een kwantitatief onderzoek afgerond om het verkennend onderzoek met cijfers te kunnen onderbouwen.
Kennis delen Naast de communicatie via het magazine is er op verschillende manieren aandacht besteed aan kennisdeling tussen bestuursleden van verschillende verenigingen in de regio. Met thema’s als: hoe komt de vereniging aan geld, een regionaal debat, een bijeenkomst in samenwerking met noc*nsf over de kracht van de open club, over het voeren van een goed secretariaat, en een netwerkbijeenkomst over energiebesparing voor sportverenigingen.
Continuïteit en borging Nu de onderzoeken bijna afgerond zijn richt de aandacht zich binnen het L@B-project meer op de borging van de bevindingen. Het regionale platform als overlegorgaan dient nog een stevigere basis te krijgen. Voor het benutten van de onderzoeksresultaten en het versterken van de samenwerking van sportverenigingen met partijen in het sociale domein, zou een goed regionaal platform wel belangrijk zijn. De komende maanden wordt hieraan gewerkt en begin juni zal er een evenement over sport en beweging en het sociale domein georganiseerd worden. Ook het zoeken naar middelen om bijvoorbeeld het regionale tijdschrift te kunnen continueren heeft nu aandacht nodig. Blijkbaar is het lastig bedrijven op het bovenlokale niveau te betrekken bij sponsoring van zo’n magazine.
Lessen uit dit project Sportverenigingen zijn vooral op het lokale belang gericht. Bovenlokale samenwerking vergt veel extra inspanningen. Terwijl tegelijkertijd meer samenwerking gewenst is om het aanbod aan sporten en de kwaliteit van de verenigingen in de regio op peil te houden.
25
Stichting Ru van Rossem Huis
‘Wij zijn een goed voorbeeld van krachtenbundeling tussen burgers en organisaties’ Mieke Brekelmans (Stichting Ru van Rossem Huis), Fung Lee (TBV wonen) en Gerry Swinkels (bewoonster) Het Ru van Rossem Huis is een leef/werkgemeenschap voor kunstenaars. Het project is innovatief, waarbij de leefstijl van bewoners een bindende factor is. Het gaat om het creëren van een duurzame netwerksamenwerking tussen burgers en organisaties. Het draagt kennis en vakmanschap over, wil mensen ook economisch actief houden, sociaal kapitaal benutten door vakmanschap over te dragen aan studenten en amateurs en een bijdrage leveren aan het oplossen van de dubbele vergrijzing. Het project is een samenwerking tussen stichting Ru van Rossem Huis en een groeiende groep professionals uit de kunst en cultuursector. Samen met deze professionals realiseert en borgt stichting Ru van Rossem Huis de randvoorwaarden van deze leef/werkgemeenschap. Het doel is om de leef/werkgemeenschap te exploiteren zonder structurele subsidie. Naast de opstart en borging van de pilot locatie Mariëngaarde te Tilburg, vindt er ook oriëntatie en onderzoek plaats naar de behoefte en mogelijkheden van een tweede vestiging in ‘s-Hertogenbosch. Het ontwikkelingsproces met ervaringen, kennis en inzichten wordt vastgelegd ten behoeve van kennisdeling en overdracht.
Het proces Het was moeilijk om subsidie te vinden voor iets wat alleen nog een ‘idee’ is en nog niet bestaat. Zeker als je idee niet precies binnen een hokje past, maar juist overal doorheen loopt. Op een gegeven moment kwam ze, na een werkbezoek van een ambtenaar, in contact met de regeling Leefbaarheid@ Brabant. Stichting Ru van Rossem Huis heeft een subsidieaanvraag ingediend en zo is het van de grond gekomen. Het pand Mariëngaarde (eigendom van TBV wonen) stond leeg en leek een geschikte locatie voor het Ru van Rossem Huis. Samen hebben ze verkend of de locatie bij het idee van Mieke en de betrokken kunstenaars past. TBV heeft geïnvesteerd in het pand en bekijkt het vanuit het oogpunt dat het pand binnen 50 jaar rendabel zou moeten zijn.
Het concept In het Ru van Rossem Huis wonen kunstenaars, maar de doelgroep kan verbreed worden naar mensen die kunst meer dan gemiddeld waarderen. Ze betalen huur voor hun appartement en de gemeenschappelijke ruimten. Huur en servicekosten betalen zij direct aan TBV wonen en alle overige kosten betalen zij aan Stichting Ru van Rossem Huis. De bewoners zijn actief en ze vormen een echte gemeenschap. ‘Het is in het begin wel zoeken naar je rol in de gemeenschap’ vindt kunstenares en bewoonster Gerrie. Wonen in het Ru van Rossem Huis vraagt veel inzet van kunstenaars. Je moet het zelf leefbaar maken en je hebt hier naast rechten ook plichten. Er zijn bijvoorbeeld werkgroepen opgericht waarin iedereen een bijdrage levert aan de algemene ruimten. Al is dat alleen koffiezetten. Je doet wat je kunt doen.
26
Samenwerking Zowel stichting Ru van Rossem Huis, als TBV Wonen, als de kunstenaars hebben de indeling en samenhang in huisvesting en overeenkomsten gezamenlijk verder uitgewerkt. Het was erg belangrijk dat de kunstenaars er vanaf het begin bij betrokken werden. ‘Als je mede-eigenaar bent, voel je jezelf meer verantwoordelijk en probeer je er het beste van te maken’. Volgens Mieke is dat een erg sterk punt van het project. Er moet op verschillende vlakken (zoals op financieel en inhoudelijk vlak) wel een klik zijn tussen de verschillende partijen, anders kom je er niet uit. Iedere partij heeft strategische uitgangspunten en belangen. Om rendement op korte termijn te vergroten speelde bijvoorbeeld het idee bij TBV Wonen om de noord-vleugel af te breken. Dat was een absolute no-go voor de kunstenaars. Doordat zij zo goed met elkaar om de tafel hebben gezeten werd snel duidelijk dat dit voor de kunstenaars geen optie was. De stichting heeft toen dit idee laten varen. ´Als je een goed klimaat creëert, lossen problemen zich vanzelf wel op.’ Het heeft goed gewerkt om vanaf het begin met de drie partijen om tafel te gaan en alles goed te bespreken en elkaar de ruimte te geven om ergens iets van te vinden. ‘Het is net een kruk met 3 poten, als je een poot weghaalt is het niet meer stabiel’. Daarnaast is als onderdeel van het concept de afspraak gemaakt dat steeds dezelfde zorgprofessionals individuele zorg verlenen aan bewoners van Ru van Rossem Huis. Dit is afgesproken om de optimalisering van zorg binnen het huis te bevorderen. Het contact met de gemeenteambtenaren in Tilburg is altijd goed geweest. Zij hebben Mieke goede tips gegeven over de aanpak in het proces. In 2013 is het idee als burgerinitiatief ingediend om zo in contact te komen met de gemeenteraad. Stichting Ru van Rossem Huis heeft tevens gevraagd om onderzoeksgeld om het proces en de toegevoegde waarde in kaart te kunnen brengen, maar dat werd afgewezen. Omwonenden van Mariëngaarde waren niet meteen enthousiast over het plan. Toen de gemeente Tilburg akkoord ging met het plan hadden een paar buurtbewoners bezwaar gemaakt en moest TBV het plan komen toelichten bij de gemeente. Nu zijn de buurtbewoners heel erg enthousiast over de uitwerking. De samenwerking met TBV Wonen heeft voor een aantal basis-en randvoorwaarden gezorgd waardoor het project kon starten. Zonder deze woningcorporatie was het niet gelukt. ‘Het Ru van Rossem Huis is een goed voorbeeld van krachtenbundeling tussen burgers en organisaties’.
Toekomst De intentie van het project is om te leren van het proces rondom Ru van Rossem Huis om de in de toekomst op te zetten initiatieven beter en gemakkelijker van de grond te krijgen. Het is de bedoeling om een dergelijk huis op meer locaties te verwezenlijken. De verschillende locaties kunnen elkaar namelijk ook versterken en ondersteunen. Mieke Brekelmans is inmiddels gestart met inventariseren en verkennen of Den Bosch een mogelijkheid kan zijn om een tweede locatie te starten. Er zijn geen kunstenaars uit de regio Den Bosch die interesse hebben getoond in het Ru van Rossem Huis in Tilburg. Momenteel zijn er nog twee appartementen vrij. Het is voor elke partij belangrijk dat er zo snel mogelijk huurders komen. Voor TBV Wonen omdat zij huur mislopen, voor de stichting omdat zij inkomsten (servicekosten die niet ten behoeve van de huur zijn) mislopen en voor de kunstenaars omdat zij mensen in hun gemeenschap missen om de taken mee op te pakken.
Rol provincie Voor de provincie Noord-Brabant kan dit project een basis vormen. Zij zou dit soort initiatieven moeten stimuleren om zorgvragen in de toekomst op te vangen. Zonder subsidie was dit plan nooit van de grond gekomen. Het is wel lastig dat ambtenaren en politici vaak van bovenaf naar burgerinitiatieven kijken. ‘Ambtenaren met een helikopterview labellen snel en gaan ongevraagd adviezen geven. Juist voor hen is het een uitdaging om van onderaf te kijken en oprecht nieuwsgierig te zijn naar wat er gebeurt in de gemeenschap.’ Het is nu zoeken naar uitstraling, naar hoe je het moet doen. Er zijn veel mensen die daarbij willen helpen, maar daar is geen budget voor. Met een klein beetje provinciale hulp zouden we het gemakkelijker en sneller kunnen borgen. Om dit project uit te voeren heb je een lange adem nodig. Je moet er veel tijd in investeren.
27
Tips aan de provincie
! ! !
Ontregelen •
Hoofdvraag: waar lopen partijen (formeel) tegenaan en hoe kan dat opgelost worden
Overheidsparticipatie •
Hoofdvraag: welke rol kan de provincie/gemeente spelen om maatschappelijke initiatieven blijvend te bevorderen
Optimaliseren •
Hoofdvraag: hoe borg ik op termijn mijn initiatief en hoe kan ik stappen verder zetten
We hebben de geïnterviewden gevraagd tips te geven op bovenstaande drie O’s.
Optimaliseren • De provincie zou de website wat kunnen verbeteren door inhoudelijke tags aan de projecten te koppelen. Zo kunnen gemakkelijk soortgelijke initiatieven gevonden worden en mogelijk ook praktische vragen rondom benodigde kennis gekoppeld worden aan bestaande initiatieven. • De provincie zou vooraf beter moeten nadenken over de follow-up van projecten. Er wordt al snel vanuit gegaan dat anderen goede voorbeelden vanzelf wel gaan volgen, maar zo werkt het niet! Er is geen blauwdruk, elke gemeenschap of school maakt zijn eigen agenda, die aansluit bij de specifieke lokale behoeftes, ideeën en kansen. • Ondernemers zouden ook gefinancierd moeten worden als ze als belangenbehartiger van een groep aan tafel gevraagd worden bij innovatieve projecten. Nu zijn zij vaak de enige onbezoldigde partij in deze trajecten. • Als een innovatief samenwerkingsproject gerealiseerd is, zou je dit moeten monitoren zodat er uiteindelijk aan successen uitstraling gegeven kan worden. • Naast brede kennis bij de start van het project, is in de loop van het traject meer specialistische kennis nodig. • De provincie zou qua kennisdeling moeten zorgen voor een groter bereik. Nu worden vooral mensen uitgenodigd die zelf een project aan het opstarten zijn, maar juist het hele veld zou je erbij moeten betrekken. • Misschien kan de provincie iets doen om het vervoer van cliënten in het gebied te versterken. • De provincie zou moeten investeren om allerhande platforms die los van elkaar worden ingericht te koppelen aan elkaar, zodat het een waardevol en eenduidig geheel kan zijn. • De overheid zou moeten ‘meedenken’ hoe burgers het ‘zelf kunnen doen’. • Faciliteren dat platforms gekoppeld kunnen worden aan burgerparticipatie. • De provincie zou het Ru van Rossem Huis meer als voorbeeld moeten zien en dit soort initiatieven meer moeten stimuleren om zorgvragen in de toekomst op te vangen. • Met een klein beetje provinciale hulp zou het concept gemakkelijker en sneller geborgd worden. • De provincie zou het project kunnen optimaliseren door hen te helpen bij het opzetten van een crowdfundingstraject voor de continuïteit van het regionale magazine.
Brinport Coöperatie Slimmer Leven | Brinckhorst | Contour de Twern | Cordaid | De groentekist | Gemeente Hilvarenbeek werkgroep duurzaamheid | Het Groene Woud | Hospice | Huis va huiselijk geweld | Stichting Aanzet Uden/Oss | Stichting Addicts for Addicts | Stichting Bezinnings- en Ontmoetingscentrum SBO St Joseph | Stichting Brabantse Milieufederatie | Stichtin Stichting Maatschappelijke Opvang Helmond e.o. | Stichting Neos | Stichting Samenlevingsopbouw Roosendaal | Stichting SCALA Scholen | Stichting The Hub | Stichting Werkpunt Tilbur Movement | ZLTO-Bernheze | Zorgcoöperatie Tot uw Dienst | Zorgvoorelkaar | Avans Hogescholen | BKKC | Boei- erfgoed in ontwikkeling | Calei Consulting | Calibris | CAL-XL | Firmin, Eindh Bolk instituut | Markieza | Nederlandse politieacademie | NHTV | ROC Prinsentuincollege | ROC West-Brabant | SintLucas | Smarthomes | SOUI BV | Stichting | Stichting ZET | Studio T Tilb Gemeente Boekel | Gemeente Eindhoven | Gemeente Gemert-Bakel | Gemeente Helmond | Gemeente Hilvarenbeek | Gemeente Oosterhout | Gemeente Roosendaal | Gemeente Tilburg | Brabantzorg – Heesch, Nistelrode | Careijn | CelloVught | de Pastorie | GGD Brabant Zuid-Oost | GGD Hart voor Brabant Uden/Tilburg | GGZWestelijk Noord Brabant | GGzE | Groenhuijze
Overheidsparticipatie • Het zou erg jammer zijn als de activiteiten op het gebied van leefbaarheid en cultuur geen vervolg krijgen. De kunstencentra staan pas aan het begin. De rol van cultuuraanjager en procesbegeleider is hierbij nog noodzakelijk. Daarnaast blijkt dat Cultuur en Leefbaarheid nog tussen wal en schip raakt. Waar hoort het nu bij, bij leefbaarheid of bij cultuur? Ontschotting, ook bij de provincie, is nodig. Het gaat om kunst en cultuur in verbinding met het sociale domein. Dat is een nieuw gebied, waar nieuwe kaders voor gemaakt moeten worden, wil het onderdeel kunnen worden van provinciaal en gemeentelijk cultuur- en leefbaarheidbeleid. • Het is heel belangrijk dat de provincie vanuit een bredere blik het gesprek op gang brengt over de rol en functie die de provinciale steunfuncties bij het verder ontwikkelen van kunst en cultuur in leefbaarheidvraagstukken kunnen innemen. Zo draagt de provincie bij aan ontschotting en daarmee aan de 3.0 samenleving in Brabant. • Juist voor ambtenaren is het een uitnodiging om burgerinitiatieven meer van onderaf te bekijken en oprecht nieuwsgierig te zijn naar wat er gebeurt in de gemeenschap.
• De provincie zou zich wat nieuwsgieriger mogen opstellen op het inhoudelijke vlak. Ze zitten nu vooral in de controlerende rol. • De provincie zou meer kennisdeling kunnen faciliteren, zodat de opbrengst van de L@B-projecten meer uitstraling krijgt. • De combinatie van professionals in de wijk en buurtbewoners is erg belangrijk. Als er alleen een bottomup benadering wordt gehanteerd, zal het verzanden. • De provincie zou zich net als de gemeente meer moeten opstellen als partner. Zij zou meer gefocust moeten zijn op samenwerking in plaats van op controle. • De overheid zou zich meer als ‘partner’ moeten gaan opstellen in plaats van de controlerende rol aan te nemen. Zij moet een omdenkslag maken. • Voor sportverenigingen is de regio soms best ver weg; misschien kan de provincie een actievere rol nemen waar het gaat om het verbinden en verbeteren van de rol van sportverenigingen in het sociale domein.
Ontregelen • Het was moeilijk om subsidie te vinden voor iets wat alleen nog een ‘idee’ is en nog niet bestaat. Zeker als je idee niet precies binnen een hokje past, maar juist over verschillende afdelingen of beleidsterreinen heen gaat. • In de toekomst zou de provincie voor experimenten meer flexibiliteit in planning en tempo binnen projecten moeten inbouwen: er valt veel te leren van misstappen. • De provincie kan wellicht op regionaal of landelijk niveau de beperkingen van de aanbestedings-regels voor gemeentelijke zorginkoop aankaarten. • De regeling Leefbaarheid@Brabant maakt het vrij lastig om een aanvraag te doen. Er is namelijk geen stapeling van overheidsgelden mogelijk, waardoor gemeenten niet kunnen cofinancieren. Zo wordt het heel moeilijk om het financieel rond te krijgen. Deze regel werkt allerhande burgerinitiatieven tegen. Geef burgers ruimte om het idee tot uitvoering te brengen. Maak het laagdrempelig. • Versimpel de regeling. Als je wil dat burgers participeren, moet je hen wel de ruimte geven.
an de Brabantse Kempen | Jozefoord | Juvans M.D. ’s-Bosch | Leger des Heils | Mariaoord | MEE Noordoost-Brabant Uden | Onis, organisatie voor welzijnsdiensten | Rode Kruis | Steunpunt ng Dorpsoverleg Elsendorp | Stichting IVN Brabant/Groen Dichterbij | Stichting Katholiek Ondernemersonderwijs te Tilburg | Stichting LEVgroep | Stichting LEVgroep Leven en Verbinden | rg | Theater De Schalm | Transfarmers | Vereniging Goed Bekeken bij deDuinboeren Achterom | Vvaan | VKK Noord-Brabant | Welzijnsorganisatie Divers ’s-Hertogenbosch | WIJ | Youth Food hoven | Fontys Hogescholen | HAS Hogeschool | HASkennistransfer | Helicon Boxtel | Het PON | IKZ (Integraal Kankercentrum Zuid) | Internationaal Hoger Onderwijs Breda | Kunstbale | Louis burg | Summa College | Telos | Tranzo |TU Delft | TU/e | Universiteit van Tilburg/Tilburg University | Wageningen UR | Gemeente ’s-Hertogenbosch | Gemeente Asten | Gemeente Bernheze | | Gemeente Uden | GemeenteVeghel | Gemeent Veldhoven | Gemeente Vught | Gemeentes uit de totale Kempen | MinisterieBinnenlandse zaken | Platform31 | UWV | Amarant Groep | ASVZ en | Laverhof – Heeswijk Dinther | Lunetzorg | Maxima Medisch Centrum | MEE Zuidoost Brabant | Novadic-Kentron | ORO | Reinier van Arkel ’s-Bosch | Savant | Schakelring | Stichting Archipel
Hoe L@B te duiden ...speelt in op de vraagstukken, initiatieven en beweging die in Brabant gaande is ...gaat door op de opgedane ervaringen uit het IDOP programma en Slimme Zorg ...bouwt niet vanuit stenen, maar vanuit mensen ...stimuleert betrokkenheid en ondernemerschap van Brabanders bij hun directe leefomgeving ...zet Brabanders in beweging om zelf hun verantwoordelijkheid te nemen ...zet in op zelf doen, om daarmee het meedoen en meedenken te versterken ...wil nieuwe vitale coalities bevorderen en een bovenlokale aanpak ...zet in op de nieuwe rol van burger(initiatieven), maatschappelijke organisaties en overheden ...is daarmee ook een experiment: in verhoudingen tussen partijen, in afspraken, in werkwijze ...zoekt naar een nieuw instrumentarium in deze tijd voor overheden; naast subsidies en opdrachten ook een menukaart ...is daarmee een L@Boratorium voor een leefbaar Brabant!
Hoe steunt de provincie via L@B deze beweging?
n
m
e
e e do e n me n m ed
e e d o e n me ed n m
oe
oe
e n me e doe
ed m
e
nk
n
meede
e n me e d o e
nken
e do
de
me
ee
n
en
en
m
oe
oe
Maatschappelijke participatie
nken
meede
de
nk
ee oe
ze
oen lf d
zel f do e
n
ze
l
oe
el f d oen ze lf d n z
Maatschappelijk initiatief
m
ee
de
nken
meede
nk
en
oe
n
ze
lf d
oe n z e l f do e
n
ze
l
• Maatschappelijk initiatief/ zelfdoen: hierbij nemen (samenwer kingsverbanden van) burgers zelf het heft in handen om een plan te maken of initiatief te realiseren met een maatschappelijk doel.
fd
oe
e l f doe n ze lf d n z
n
fd
m
en
ee
nk
de
nken
Beleidsparticipatie
meede
• Beleidsparticipatie / meedenken: de overheid of een organisatie nodigt burgers uit om mee te praten en mee te denken
ed o
m
• Maatschappelijke participatie/ meedoen: hier gaat het om alle activiteiten en contacten van mensen in het maatschappelijk verkeer, zoals vrijwilligerswerk, verenigingsleven, buurtcontacten etc.
me
ed
Het PON haalt de wijze waarop burgers hun betrokkenheid tonen bij de samenleving uiteen in drie raderen. Deze raderen zijn geïnspireerd op de WRR-studie Vertrouwen in burgers (2012). Voor burgers is dit een kunstmatig onderscheid, voor hen lopen de velden door elkaar heen en in elkaar over. Maar vanuit het perspectief van beleidsmakers gaat het om verschillende rollen en verantwoordelijkheden. Elk van deze velden heeft een eigenstandige dynamiek, maar zij brengen ook elkaar in beweging.
n
Het bijzondere in het experiment L@B is dat de provinciale overheid (binnen wat op dat moment formeel mogelijk was) een programma heeft opgezet dat met name aansluit op het nieuwe maatschappelijk initiatief. De provincie maakt geen uitgebalanceerd inhoudelijk beleid, maar betrekt burgers en ondernemers die zelf verantwoordelijk willen nemen voor leefbaarheidvraagstukken in hun eigen omgeving. We zien in de feitelijke resultaten dat die ook ruim zijn vertegenwoordigd in de 65 projecten. En dat zij er in slagen om ook anderen bij hun werkzaamheden en ideeën te betrekken. Vervolgens merken we ook op al dat deze initiatieven tegen allerlei formele, praktische en inhoudelijke problemen aanlopen. De provincie heeft een L@B tot stand gebracht en ruimte gecreëerd waarin betrokkenen met elkaar kunnen leren en experimenteren met ‘wat werkt’ en doen wat nodig is. Ze hebben een leeromgeving gecreëerd waarin iedereen uitnodigen de obstakels, oplossingen, opgedane ervaringen en expertise kan delen.
| Stichting Geestelijke Gezondheidszorg Oost Brabant | Stichting NSWAC | Stichting Prisma | Stichting SWZ Zonhove | Stichting Zuidzorg | Surplus | SWZ | Thebe | Veiligheidshuis de Markiezaten | Vivent ‘s-Bosch, De Annenborch Rosmalen | Woodworks Amarant | Woonoord Theresia, Novafarm | Zorgcoöperatie io Leende | Zorgcoöperatie Tot uw Dienst | Zuidzorg | Apotheek BENU | Architectenwinkel BNA | Basisschool De Leijstroom | Basisschool De Touwladder Sint-Michielsgestel | Basisschool de Tovervogel Oisterwijk | Basisschool Edith Stein in Zijtaart | Berghkwartier en Buurttuin BerghOss | Bibliotheek Midden-Brabant | Bossche Boeren in Vught | BTL | Citymanagement | Coöperatie Het Groene Woud | De Broodfondsmakers Coöperatie | De Zuivelfabiek | E.Graat huisarts Uden | Hart voor Verhalen | ICSE Coöperatief U.A. | Jeugdsport Stichting Schijndel | KBO Schijndel | KBO Veghel | KempenLIFE | Kinderopvang ’t Kasteeltje | KvK | Lambertusschool in Haarsteeg | Lucy Bathgate Tilburg | Move Vught | Nationaal Monument KampVught | Parohie de Ark | Prins Bernard Cultuurfonds | Staatbosbeheer Regio Zuid | Startfoundation | Stichting groen en werk | Stichting Jeugd Actief | StichtingVoedselbank Zuid-Nederland Boxtel e.o. | Stichting Webtechnologie Veghel | Theater de Speeldoos | Typische producties Utrecht MVO013 Tilburg | Vereniging KunstencentraDOKe | Vitaal UBE | Vitura vitaliteitscentrum | ZLTO | Zorggroep van huisartsen BeRoEmD | BrabantWonen | Mooiland | Stadlander | Woonveste | AlleeWonen | WonenBreburg | Woonbedrijf Eindhoven |