INTRODUCTIE Hoe gaat u uw diabetespatiënt goed regelen?
Christina Anthoons BD Medical Diabetes Care Account Manager 1
INJECTIETECHNIEKEN VOOR HET TOEDIENEN VAN INSULINE Een correcte balans tussen naaldlengte en techniek !
Onderschat het belang van een correcte insulineinjectie niet !!!! 2
INSULINE INJECTEREN 1.WAAR MOET INSULINE TERECHTKOMEN 2.WELK MATERIAAL ? 3.NAALDLENGTES en WELKE INJECTIETECHNIEK ? 4.WELKE PLAATSEN? 5.BIJKOMENDE ALGEMENE PUNTEN 6.Hergebruik, lipodystrofie, … 7.Prikongevallen
3
1. WAAR MOET INSULINE TERECHT KOMEN ? In de subcutane vetweefsellaag.
Huid
Geleidelijk en voorspelbaar absorptiepatroon Spier
NIET in de spier
Pijnlijke injecties Absorptie patroon van insuline afhankelijk van de beweging van de spier Veroorzaakt schommelingen in de glucosewaarden 4
2. Welk materiaal? En in
?
BD Micro-Fine™ ✜ pennaalden
Insulinespuiten BD Micro-Fine™ ✜
5
BD Micro-Fine TM ✜ pennaalden
1. Passen op alle bestaande pennen voor de behandeling van diabetes, zowel op de herbruikbare als wegwerppennen. 2. Duidelijke kleur/naaldlengtecodering – ook doorgetrokken op het lipje van de pennaald 6
Insulinespuit in het ziekenhuis
Insulinespuit 1ml 12,7mm naald Injectietechniek !! Gegradueerd per 2eh 7
3. Naaldlengtes : 4mm, 5mm, 8mm, 12,7mm? Resultaat: “New injection recommendations for patients with diabetes”
Publicatie in Diabetes & Metabolism - Special issue 2 September 2010 Vol.36 8
NAALDLENGTE – KINDEREN & ADOLESCENTEN
AANBEVELINGEN: Kinderen en adolescenten kunnen een naald van 4, 5, 6mm gebruiken.
Met de 4mm wordt loodrecht geïnjecteerd ZONDER HUIDPLOOI.* Wanneer een 5mm of 6mm gebruikt wordt, kan het nodig zijn om een huidplooi te nemen. Er is geen medische reden om naalden die langer zijn dan 6mm aan te bevelen Bij gebruik van insulinespuitjes (met langere naald) huidplooi
* Bij de heel magere kinderen en magere adolescenten, kan het alsnog nodig zijn om een huidplooi te nemen.
9
NAALDLENGTE VOLWASSENEN AANBEVELINGEN: Naalden van 4, 5 , 6mm kunnen worden gebruikt door iedere volwassen patiënt
Injecties kunnen gegeven worden loodrecht ZONDER HUIDPLOOI.* Er is geen medische reden om naalden langer dan 8mm aan te bevelen. Bij gebruik van naalden > 8mm wordt een HUIDPLOOI geadviseerd. (spuitjes met 12,7mm naald)
10
ZWANGERSCHAP AANBEVELINGEN: Kortere naalden bieden bescherming tegen IM injecties. Zwangere vrouwen die in de buik blijven injecteren, gebruiken bij voorkeur een huidplooi. Vermijd abdominale plaatsen rondom de navel tijdens het laatste trimester. Injecties in de zij kunnen nog wel worden gegeven wanneer een huidplooi genomen wordt.
11
DE CORRECTE HUIDPLOOITECHNIEK Een correcte huidplooi moet tussen de duim en wijs/middenvinger genomen worden. Het is de bedoeling om enkel huid en onderhuids vetweefsel te nemen en géén spierweefsel. Huidplooi moet behouden worden tot NA de injectie. CORRECTE HUIDPLOOI
NIET MET DE HELE HAND
Risico: vet EN spierlaag worden omhoog genomen
12
DE HUIDPLOOI
AANBEVELINGEN: De optimale volgorde voor het nemen van een huidplooi Maak een huidplooi Injecteer langzaam onder een hoek van 90° op het oppervlak van de plooi Laat de naald 10 seconden in de huid nadat de injectieknop volledig is ingeduwd Trek de naald terug uit de huid Laat de huidplooi los
13
VOORDELEN VAN KORTE NAALDEN Minder risico op intramusculaire injecties Eenvoudige injectietechniek: Geen huidplooi & loodrecht 90° Wordt als minder beangstigend ervaren Leidt tot betere therapietrouw
Vaak voorkeur van de patiënt Meer flexibiliteit in de keuze van de injectieplaatsen 14
CT-SCAN BUIK MAGERE & OBESE MAN Obese patiënt
Magere patiënt
Injecties met een 8mm naald : links geen huidplooi Rechts met een huidplooi
15
DIJBENEN EN 5MM NAALDEN Injecties gegeven met een 5mm naald zonder huidplooi met huidplooi
5 mm kan ZONDER
HUIDPLOOI gebruikt worden. Magere patiënt 16
4. WELKE PLAATSEN ? De meest gebruikte injectieplaatsen zijn :
BUIK BOVENBEEN BILLEN (BOVENARM)
17
HUMANE INSULINES
AANBEVELINGEN: Dijen en billen krijgen de voorkeur wanneer NPH wordt gebruikt als basisinsuline trage opname
De buik is de voorkeursplaats voor oplosbare humane insuline (Regular) snelle opname Gemengde insulines ( Regular/NPH) bij voorkeur ‘s morgens in de buik verhoogt opname van de kortwerkende insuline
‘s avonds in de dijen/billen vertraagde opname minder risco op nachtelijke hypo’s
18
INSULINE ANALOGEN EN GLP-1 AGENTIA
AANBEVELINGEN: Insuline analogen en GLP-1 agentia kunnen op alle injectieplaatsen worden geïnjecteerd Hun opnamesnelheid lijkt niet afhankelijk van de injectieplaats. Vermijd IM injecties risico op hypoglycemie Wel belangrijk blijft het principe van roteren. 19
ROTEREN IN DE INJECTIEPLAATSEN
AANBEVELINGEN : Rotatieschema binnen het ziekenhuis? Injecties binnen een kwadrant of helft van de injectieplaats moeten minstens 1cm van elkaar gegeven worden.
20
VERZORGING VAN DE INJECTIEPLAATSEN AANBEVELINGEN: De injectieplaats moet, alvorens te injecteren, worden gecontroleerd. Dit minstens 1x per dag. Indien de plaats tekenen van lipo’s, ontsteking, oedeem,.. AANBEVELINGEN: vertoont, moet een andere plaats gekozen worden. Hou de insuline op kamertemperatuur Desinfecteren kan wel nodig zijn als men zich op een locatie Indien men desinfecteert met alcohol, alleen injecteren bevindt waar infecties (ziekenhuis) zich makkelijk kunnen wanneer Indien de alcohol verspreiden. men opgedroogd desinfecteertismet alcohol, alleen injecteren wanneer de alcohol opgedroogd is (om pijnlijke Gebruik kortere en dunnere naalden injecties te vermijden) Prik de naald met een snelle beweging door de huid Injecteer de insuline langzaam
21
5. HET INJECTIEPROCES
AANBEVELINGEN: Tips voor het minder pijnlijk maken van de injecties: De insuline op kamertemperatuur houden Indien gedesinfecteerd wordt, wachten tot de alcohol helemaal opgedroogd is. Kortere en dunnere naalden gebruiken Bij elke injectie een nieuwe naald gebruiken
Prik de naald met een snelle beweging door de huid. Injecteer de insuline langzaam. Het masseren van de injectieplaats wordt niet aanbevolen.
22
CORRECT GEBRUIK VAN PENNEN AANBEVELINGEN: Pennen dienen gepurgeerd te worden voor gebruik Pennen en patronen zijn voor individueel gebruik Na het volledig indrukken van de injectieknop, 10 seconden wachten vooraleer de pen uit de huid te verwijderen. Naalden moeten na gebruik onmiddellijk weggegooid worden
23
INSULINE SPUITEN & GEBRUIK
24
INSULINE PENNAALDEN & GEBRUIK
25
CORRECT GEBRUIK VAN DE PENNAALDEN
AANBEVELINGEN: Bij elke injectie dient een nieuwe pennaald gebruikt te worden zodat de steriliteit van de naald bewaard wordt en pijnlijke injecties vermeden worden. Ook in relatie tot prikongevallen 26
HERGEBRUIK VAN PENNAALDEN …
…. KAN SCHOMMELINGEN VEROORZAKEN IN DE GLUCOSEWAARDEN ....IS EEN FACTOR VOOR LIPODYSTROPHIE ....GEEFT MEER AANLEIDING TOT PRIKONGEVALLEN / CONTAMINATIES 27
WAT ALS INSULINENAALDEN OPNIEUW GEBRUIKT WORDEN?
De punt wordt bot, komt krom te staan, kan afbreken en in de huid blijven steken. De lubrificatie verdwijnt en de injecties worden pijnlijker. De in het naaldkanaal achtergebleven insuline kan kristalliseren en de insulinetoevoer tijdens een volgende injectie bemoeilijken. 28
HERGEBRUIK VAN PENNAALDEN EN LIPO’s Bij hergebruik buigt de punt om tot een haak. Wanneer deze vervormde naald wordt gebruikt, veroorzaakt ze microtrauma. Vrijgekomen groeifactoren kunnen samen met insuline aanleiding geven tot “lipodystrofie” (atrofie, hypertrofie). Dit hergebruik gecombineerd met niet roteren.
Patiënten injecteren graag in de knobbeltjes omdat deze minder gevoelig zijn MAAR: Injecties in lipodystrofisch weefsel kunnen insulineabsorptie onvoorspelbaar maken wat kan resulteren in een slechtere bloedglucosecontrole. 29
LIPODYSTROFIE (LIPO) Een verzamelnaam voor: Lipohypertrofie (vetophoping) Lipoatrofie ( putjes in het onderhuids vetweefsel)
Bevat zowel vetweefsel als littekenweefsel Komt vooral voor: Bij hergebruik Onvoldoende afwisseling van de spuitplaatsen
30
LIPO’s • Lipo’s ontsieren het lichaam
• Verdwijnen in de meeste gevallen pas na ongeveer 6 maanden nadat er in die plaats niet meer geïnjecteerd is. Deze 22-jarige vrouw zag haar insulinebehoefte dalen van 76 eenheden /dag naar 32 eenheden per dag door goed te roteren en niet meer te injecteren in de lipo’s. Ook, wanneer in een andere plaats geinjecteerd wordt, kan de insulinebehoefte dalen.
31
HERGEBRUIK VAN PENNAALDEN …
…. KAN SCHOMMELINGEN VEROORZAKEN IN DE GLUCOSEWAARDEN
32
Indien de pennaald op de pen blijft zitten tussen twee injecties kan ze dienst doen als doorstroomkanaal voor lucht of insuline. insuline Dit kan problemen geven bij temperatuurschommelingen
33
TEMPERATUUR SCHOMMELINGEN Van koude naar warme omgeving : insuline zet uit Insuline lekt via de naald Kan een wijziging veroorzaken in de samenstelling van de resterende insuline Bij een volgende injectie kan een verkeerde concentratie van insuline geïnjecteerd worden.
Van warme naar koude omgeving : insuline krimpt Luchtbel in het patroon
34
LUCHTBEL VAN 200 µl IN EEN INSULINE PATROON Lucht komt in het patroon via de naald
die op de pen blijft zitten. De grootte van de luchtbel is afhankelijk van de temperatuur schommelingen. Veroorzaakt langere wachttijd na de injectie of het afleveren van een onjuiste dosis insuline.
35
DOSISCORRECTHEID MET EEN LUCHTBEL Percentage van vooropgestelde dosis Hoeveelheid lucht aanwezig in Tijd
penvulling*
(sec)
geen
200 l
2.5
90%
24%
5
97%
37%
7.5
100%
83%
10
100%
92%
15
100%
100%
•De aanwezige lucht in de penvulling wordt samengedrukt door het uitoefenen van kracht door de stamper op het insulinemengsel. Deze samengedrukte lucht zal langzaam decompresseren wat de tijd van een correcte injectie verlengt of nadruppelen veroorzaakt. 36
PRIKONGEVALLEN VERMIJDEN – EEN TAAK VAN IEDEREEN • GEEN HERgebruik • Niet re-cappen. • Naald onmiddellijk in (aangepaste) container – geen zwerfnaalden • Alert maken van studenten-verpleegkundigen • Afspraken met de zelfredzame patient (geen zwerfnaalden, zelf naald veilig verwijderen,...) • Veiligheidsnaalden 37
VRAGEN ?
38