De Groeispurt: invloed op talentidentificatie en -ontwikkeling DIETER DEPREZ 13/12/2014
index Talent identificatie (TID) en ontwikkeling (TDE):
introductie Problemen in TID en TDE Maturiteit Praktische implicaties
Talent identificatie en ontwikkeling: inleiding
De zoektocht naar talenten EEN ONMOGELIJKE TAAK ????
Het belang van talent identificatie Sportief succes progressie van jeugd naar volwassen
elite niveau
Evoluties in de maatschappij
Zoektocht naar talent (vb. ‘idool’-formats, danswedstrijden) Altijd prestatiegericht evaluatie tov anderen Sport = “big business” (verkoop talenten)
Nieuwe wereldmachten/ economische crisis / kleinere
landen
Concurrentie met financieel sterkere landen daalt Kleinere talenten pool
Wat is talent ? Definitie: geen consensus in literatuur
Gagné (1999): Talent = “superior mastery of systematically developed abilities in any field of human activity to al level that the individual belongs to the top 10% of peers active in that field”
Nature-nurture debat: combinatie van genen en
omgeving
Complex item ‘potentieel‘ om expert te worden
Verschillende stadia (Russel, 1989; Williams & Reilly,
2000)
Stadia Korte vs. lange termijn? Beste individuen vs. beste team? Talent SELECTIE: Voortdurend selectieproces van team of individu om taak uit te voeren
Talent ONTWIKKELING: Aanbieden van gepaste leeromgeving om talent te ontwikkelen
Talent IDENTIFICATIE: Potentiële elite atleten die binnen de sport aanwezig zijn Talent DETECTIE: Potentiële atleten die nog niet in de betrokken sport aanwezig zijn
Determinanten en invloeden Differentiated Model of Giftedness and Talent (Gagné, 1999)
Determinanten en invloeden Differentiated Model of Giftedness and Talent:
vertrekt vanuit natuurlijk eigenschappen die via een ontwikkelingsproces resulteren in systematisch ontwikkelde vaardigheden Duidelijk onderscheid tussen: ‘giftedness’ = aangeboren bouwstenen ‘talent’ = eindproduct van ontwikkeling
Determinanten en invloeden Differentiated Model of Giftedness and Talent: vertrekt
vanuit natuurlijk eigenschappen die via een ontwikkelingsproces resulteren in systematisch ontwikkelde vaardigheden
Duidelijk onderscheid tussen:
‘giftedness’ = aangeboren bouwstenen ‘talent’ = eindproduct van ontwikkeling
Trio van katalysatoren:
Intra-persoonlijke Omgevingsfactoren Geluk
Problemen in TID en TDE
Talent = COMPLEX !! Prestatie~ veel verschillende factoren Expertise = som van verschillende componenten
Potentiële voorspellers van talent
ANTROPOMETRIE
FYSIEKE PRESTATIE
Lengte, gewicht, lichaamsafmetingen, omtrekmaten, spiertype, somatotype, groei en maturiteit, vet%,…
aerobe capaciteit en vermogen anaerobe capaciteit en vermogen
Potentiële voorspellers van talent Steun van de ouders, socio-economische achtergrond, opvoeding, trainer-kind interactie, trainingsgeschiedenis, culturele achtergrond
SOCIOLOGISCHE INVLOED
perceptueel-cognitieve skills: aandacht, anticipatie, decision-making Personaliteit: zelfvertrouwen, motivatie, angstbeheersing
PSYCHOLOGISCHE PARAMETERS Williams & Reilly, 2000
Potentiële voorspellers van talent MAAR, dit model is niet volledig Algemene en sport specifiek motor skills en techniek
Blessuregevoeligheid, overbelasting Genen en interactie genen*omgeving, stabiliteit
Anthropometric predictors
Physical performance predictors
Potential predictors of talent
Sociological predictors
Psychological predictors
Verschillende types = verschillende disciplines ??
Talent = COMPLEX !! Prestatie~ veel verschillende factoren Expertise = som van verschillende componenten Expertise kan verwezenlijkt worden door individuele of unieke pathways via verschillende combinaties van skills cf. ‘compensatiefenomeen’ (Bartmus et al., 1987) Bv. type, disciplines, positie op het veld,…
????
9039
98.48 19.19
58.875
9.58
Talent = COMPLEX !! Prestatie~ veel verschillende factoren
Expertise = som van verschillende componenten Expertise kan verwezenlijkt worden door individuele of unieke pathways via verschillende combinaties van skills cf. ‘compensatiefenomeen’ (Bartmus et al., 1987) Bv. type, disciplines, positie op het veld,…
‘Open’ sporten: afwezigheid van objectieve prestatie
characteristieken, bv. tijd of afstand
Moeilijk om individuele prestatie te beoordelen binnen
teamsporten
Maturiteit
Skeletale maturiteit Hoe meten? Gouden standaard = RX-scan van de linker pols Chronologische leeftijd = 13.0 jaar
10.5 jaar
17.5 jaar
Skeletale maturiteit Processen
Skeletale maturiteit
Skeletale maturiteit Graad van skeletale maturiteit: Graad van ossificatie (‘groeischijf’) Afzetting van calcium Greulich-Pyle – Tanner-Whitehouse – FELS Vergelijken van RX-scan in atlas Focus afhankelijk van chronologische leeftijd (bv. in puberteit: focus op vingerkootjes en ‘epiphyseale fusie’)
Skeletale maturiteit Baby-fase
♂: 0-14 md ♀: 0-10 md Capitatum Hamatum Epiphysis radius
Skeletale maturiteit Peuter-fase
♂: 14 md– 3 j ♀: 10 md– 2 j Epiphyses
Phalanges metacarpals
Skeletale maturiteit Pre-puberteit-fase
♂: 3-9 j ♀: 2-7 j Epiphyses: groter en wijder
Skeletale maturiteit Vroeg- en mid-puberteit-fase
♂: 9-14 j ♀: 7-13 j Grotere epiphyses Overlap epiphysis met diaphysis Pisiformis is zichtbaar
Skeletale maturiteit Late-puberteit-fase
♂: 14-16 j ♀: 13-15 j Fusie epiphyses met diaphyses
Metacarpals Phalanges
Skeletale maturiteit Post-puberteit-fase
♂: 16-19 j ♀: 15-17 yeajrs Complete fusie epiphyses met diaphyses Graad van maturiteit obv fusie epiphysis ulna en radius
Somatische maturiteit Veld test: schatten van ‘Age at Peak Height Velocity’
(APHV) (Mirwald et al., 2002) via antropometrische metingen
Somatische maturiteit “Adolescent awkwardness”
Somatische maturiteit Mirwald et al. (2002) formule voor JONGENS
Somatische maturiteit Lengte predictie Gebaseerd op gemiddelden (13.8 j voor ♂, 11.6 j voor ♀)
Gebruik van tabel (Sherar et al., 2005) Accuraatheid (“measurement error”): 5-8 cm vr ♂, 2.7-7.8 cm vr ♀
Somatische maturiteit Voorbeeld: Leeftijd: 11.25 jaar Lengte: 149.4 cm ‘Maturity offset’: -2.0 jaar APHV: 11.25 – (-2.0) = 13.25 jaar Classificatie maturiteit (vroeg-gemiddeld-laat) obv gemiddelde ± SD van 3 longitudinale samples tussen 11 en 16 jaar (normale populatie) Gemiddelde APHV = 13.8 ± 1.0 jaar (Mirwald et al., 2002) Vroeg = APHV < 12.8 y Gemiddeld = 12.8 < APHV < 14.8 Laat = 14.8 < APHV
Somatic maturity
Somatische maturiteit Problemen met deze niet-invasieve methode Geschatte APHV = actuele APHV op 12.0 jaar Onderschatting geschatte APHV op jonge leeftijd, overschatting geschatte APHV op oudere leeftijd Dus gebruik van classificaties (vroeg-gem-laat) is beperkt!
beperkingen voor TDE programma’s!!
Weinig laat-mature spelers in sporten gekenmerkt door kracht, snelheid en uithouding Gebruik van ‘maturity offset’ in andere etnische groepen niet aanbevolen
Somatische maturiteit Malina et al. (2012): 11-12-jarige voetballers
Somatische maturiteit Malina et al. (2012): 13-14-jarige voetballers
Somatische maturiteit Conclusies (Malina & Koziel, 2013)
Geschatte APHV is beïnvloed door chronologische leeftijd en actuele maturiteitsstatus
Geschatte APHV is valide voor jongens GEMIDDELD in maturiteit die in het midden van de groeispurt zitten (12-15 j)
Somatische maturiteit Counteren van het probleem gerelateerd aan de
methode van Mirwald in een sportpopulatie:
Maandelijkse metingen van lengte en gewicht (‘peak weight velocity’)
Lengte predictie RX-scan (TW2-TW3) (Tanner 1986; 2001)
invasieve methode Maturity offset protocol (Mirwald et al., 2002)
niet-invasieve veldtest Mid-parental stature (Khamis-Roche, 1994) niet-
invasieve veldtest
Lengte predictie Khamis-Roche (1994)
Practische implicaties
Groeispurt Hoe een atleet evalueren / identificeren?
Evaluatie (identificatie) gebaseerd op observaties tijdens wedstrijden (scouting)
Wedstrijd is ideale omgeving om een atleet te evalueren MAAR… verschillende invloeden: Teamgenoten Tegenstander(s) Spelsysteem, tactiek, speelformatie ‘wedstrijd-tot-wedstrijd variabiliteit’ Trainingsgeschiedenis EN…
Groeispurt
Groeispurt Inter-individuele verschillen in groei
Groeispurt Maturiteit en prestatie Grote inter-individuele verschillen in groei, ontwikkeling en training zorgen voor een onstabiele, niet-lineaire ontwikkeling van prestaties (Malina et al., 2004)
Australian football Voetbal Basketbal Volleybal
Gymnastiek
Australian football (Gastin et al., 2014)
Voetbal (Vaeyens et al., 2006)
Basketbal (Coelho e Silva et al., 2008)
PH3 (mid-puberty), PH4 (late puberty), PH5 (mature)
Basketbal (Coelho e Silva et al., 2008)
Volleybal (Gabbett et al., 2007)
Gymnastiek (Baxter-Jones et al., 1995) Gymnasten later matuur tov zwemmers, tennissers
en voetballers Gymnasten hebben baat bij kleiner lichaamsafmetingen, bv. bij rotaties
Groeispurt Vroeg vs. laat matuur
Leeftijd: 12.0 j vs. 12.6 j Skeletale leeftijd: 9.0 j vs. 13.5 j Lengte: 143.1 cm vs. 165.0 cm
Groeispurt Vroeg vs. laat matuur: voetbal
62% skeletale leeftijd > chronologische leeftijd
Groeispurt Nationaal niveau (voetbal) (Philippaerts et al., 2004)
18 17
Skeletael lft (jaar)
16 15 14 13 12 11 10 10
11
12
13
14
15
Chronologische lft (jaar)
16
17
18
Groeispurt Provinciaal niveau (voetbal) (Philippaerts et al., 2004) 18
Skeletale lft (jaar)
17 16
15 14 13 12 11 10 10
11
12
13
14
15
16
Chronologische lft (jaar)
17
18
Groeispurt Regionaal niveau (voetbal) (Philippaerts et al., 2004)
18 17
Skeletale lft (jaar)
16 15 14 13 12 11 10 10
11
12
13
14
15
Chronologische lft (jaar)
16
17
18
Groeispurt Vroeg-gem-laat matuur: verdeling op 14 jaar =
verdeling op elite niveau (voetbal) ??? (Ostojic et al., 2014) op 14 jaar VROEG: 43.8% GEM: 35.4%
LAAT: 20.8%
Groeispurt Ostojic et al. (2014)
Volwassen VROEG: 11.8% GEM: 38.1% LAAT: 60.1%
“Windows of opportunity” Implicaties voor talent ontwikkeling
“Windows of opportunity” Philippaerts et al., 2006
“Windows of opportunity” Philippaerts et al., 2006
“Windows of opportunityé Philippaerts et al., 2006 26 24
Toename LL (cm/ jaar)
22 20 18
Speed and strength
16 14
Flexibility
12 10 8 6 4
Aerobic endurance
2
Anaerobic endurance
0 0
1 2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Chronologische lft (jaar)
TID tests Veel testbatterijen… MAAR…
ANTROPOMETRIE
FYSIEKE PRESTATIE
Lengte, gewicht, lichaamsafmetingen, omtrekmaten, spiertype, somatotype, groei en maturiteit, vet%,…
aerobe capaciteit en vermogen anaerobe capaciteit en vermogen
Potentiële voorspellers van talent Steun van de ouders, socio-economische achtergrond, opvoeding, trainer-kind interactie, trainingsgeschiedenis, culturele achtergrond
SOCIOLOGISCHE INVLOED
perceptueel-cognitieve skills: aandacht, anticipatie, decision-making Personaliteit: zelfvertrouwen, motivatie, angstbeheersing
PSYCHOLOGISCHE PARAMETERS
TID tests Toegevoegde waarde? Type sport (dus: wat is belangrijk) Tijdsbesteding Validiteit en betrouwbaarheid Materiaal ( financiële beperkingen) Ervaring van testafnemers en interpretatie Benchmarks (bv., elite vs. niet-elite) Longitudinale designs individuele ontwikkeling (predictie) Hou rekening met maturiteit !!
TID test assessments Laat vs. vroeg mature voetballers
30m sprint
(Vandendriessche et al., 2012) 4.75
Fysiek profiel
4.65
sec
4.55 4.45 4.35
level
Standing long jump Niet-selectie TSS
cm
230 220 210 200
level Niet-selectie TSS
Selectie TSS
Internationals
IT Futures
Selectie TSS
Internationals
IT Futures
TID test assessments Laat vs. vroeg mature voetballers Jumping sideways (Vandendriessche et al., 2012)
Motor coördinatie profiel
n/30s
120 100 80
level
Moving boxes
Niet-Selectie TSS
n/40s
70 65 60 55
level Niet-Selectie TSS
Selectie TSS
Internationals
IT Futures
Selectie TSS
Internationals
IT Futures