CURSUS B-GOLF
Leuvensesteenweg 643 1930 Zaventem Tel. 02/752 83 30 Fax. 02/752 83 39
[email protected]
-1-
INHOUDSTAFEL
1. Algemeen 1.1. B-GOLF 1.2. Materiaal
p.3 p.3 p.3
2. Veiligheid
p.5
3. B-GOLF Swing Basics 3.1. De Greep 3.2. De houding 3.3. De Swing
p.6 p.6 p.7 p.8
4. Basis B-GOLF 4.1. Chipping 4.2. Pitching 4.3. Lang Spel 4.4. Putting
p.11 p.11 p.12 p.14 p.15
5. Spelvormen B-GOLF 5.1. Groep: 6 tot 10 jaar 5.2. Groep: 10 tot 13 jaar 5.3. Groep: 14 tot 16 jaar
p.17 p.17 p.28 p.39
-2-
1. ALGEMEEN
1.1. B-GOLF B-GOLF staat voor ‘Begin’, ‘Become’ en ‘Begeleiden’ en is de ideale manier om golf aan te leren. Het is ontstaan in de USA door professionele golfspelers, met als doel de basiskennis van de golfsport op een gemakkelijke manier te ontdekken en aan te leren zodanig dat het leidt tot enthousiasme en een verder succes in de toekomst. B-Golf heeft als doel de basis van de golfsport aan te leren. Zowel chipping, pitching, langere slagen als putting. (Chippen en pitchen zijn korte slagen) B-Golf helpt ook fysieke en cognitieve vaardigheden ontwikkelen zoals: - atletisch en fysieke vaardigheden - aanval- en verdedigingsvaardigheden - oog-handcoördinatie - individueel in ploeg werken - slagvaardigheden - aanleren van reglementen - creatieve vaardigheden - leren initiatief nemen - organisatorische vaardigheden - competitieve vaardigheden - … 1.2 Materiaal a) Wat? - Launcher: club waarmee de bal wordt weg geslagen - Roller: club waarmee geput wordt - Matje + tee: wordt gebruikt voor de launcher - B-bal: kan vergeleken worden met een tennisbal - vlag: doelwit waar men heen kan putten, chippen of slaan - Rollerama: doelwit waar men heen kan putten, chippen of slaan - Bullseye: doelwit waar men heen kan chippen of slaan
-3-
b) Wat is het verschil tov een echte golfclub? -
Grip: bevat meer kleuren die zullen helpen de juiste greep aan te nemen Clubblad: groter dan een gewoon ijzer, makkelijker de bal raken B-bal: kan vergeleken worden met een tennisbal. Heel wat veiliger dan een gewone golfbal Kleuren: Maakt het wat aantrekkelijker voor kinderen Vergroot is rechtevenredig met echt materiaal
-4-
2. VEILIGHEID Eén van de belangrijke vereiste in een les B-Golf is veiligheid. Het is belangrijk om de leerlingen hier attent op te maken. Hieronder vind je enkele punten terug waar je de nodige aandacht aan moet schenken: • • • • • • •
Zorg ervoor dat er steeds voldoende afstand is tussen de leerlingen die aan het swingen zijn; Leerlingen die niet aan het swingen zijn houden zich op voldoende afstand om ongelukken te vermijden; Gebruik de laucher enkel en alleen om B-ballen te slaan een geen andere voorwerpen zoals stenen, echte golfballen,… Gebruik steeds een launchpad (matje + tee) voor het swingen met de launcher; Sla nooit een bal in de richting van iemand die op minder dan 50 meter van jou staat; Vooraleer je een practice swing gaat doen, check je even of er niemand in de buurt staat die je kan raken; …
-5-
3. B-GOLF SWING BASICS Om met een les B-Golf te kunnen beginnen, moet je de leerlingen natuurlijk de basis elementen van golf aanleren. Dit zijn de greep, de houding en de swing zelf. 3.1. De Greep: Een juiste greep is belangrijk voor het goed te kunnen swingen van de club. Er zijn twee punten waar men moet opletten: - Met de linkerhand houd je het bovenste gedeelte van de grip vast (foto1). De rechterhand komt daar net onder (foto2). (Voor linkshandige spelers is dit omgekeerd: rechts bovenaan en linker onderaan) Zoals je zult merken vind je op de grip (het blauwe gedeelte boven aan de launcher) twee verschillende kleuren terug namelijk rood en geel.
Foto 1
Foto 2
- Zorg ervoor dat de linker duim op gele bolletjes terecht komt en de rechterduim op de rode bolletjes.
-6-
3.2. De houding: De manier hoe je achter de bal staat is heel belangrijk. Hier bestaat een simpel truckje voor die men in 4 stappen kan uitvoeren: 1. Met de voeten tegen elkaar hou je de club recht voor je lichaam (zorg ervoor dat deze naar je navel wijst)
2. Laat dan je bekken kantellen tot de club de grond raakt
3. Neem nu een lichte spreidstand met je voeten (ongeveer schouderbreedte)
-7-
4. buig lichtjes door de knieën
5. Je staat in een goede positie om de bal te slaan 3.3. De swing Om de instructie wat makkelijker te maken voor leerlingen werkt men met een klok illustratie. De klok: Om te werken met deze illustratie moet de leerling zich inbeelden dat hij een menselijke klok is. De handen en het clubblad wijzen het uur aan. Met deze manier van werken kan je de leerlingen de juiste posities aan leren in de swing. 1. Putting:
-8-
2. Chipping:
3. Lange Slag:
-9-
Enkele middeltjes die helpen om de houding en swing na te checken: - De letter ‘A’. Deze wordt gebruikt de lichaamshouding na te gaan. - De letter ’Y’. Hiermee kan men nagaan of de positie van de armen goed is. - De letter ‘L’. Deze wordt gebruikt om de polsactie van de swing na te gaan. Zowel in de opbouw van de swing als de uitzwaai.
- 10 -
4. BASIS B-GOLF Tijdens de meeste sportevenementen krijg je vaak te maken met korte initiaties. Daarom zal er vaak in standen worden gewerkt. Het is belangrijk dat je in die korte tijd mensen de basis aanleert van het golfen. Hiervoor heb je echter een goede voorbereiding en organisatie nodig. Spelvormen kunnen hier gehanteerd worden.
Welke standen kunnen er allemaal aan bod komen?
De standen die aanbod kunnen komen zijn chipping, pitching, putten en de lange slagen. Bij elke stand heb je een voor de meest hand liggende oefening (spel) die wordt gebruikt. Variatie is natuurlijk ook een mogelijkheid. 4.1 Chipping: Organisatie: - Iedere deelnemer (team) krijgt zijn kleur van bal - Plaats een afslagmatje met tee voor elke deelnemer (team) in rij - Plaats de rollerama voor elk(e) team of deelnemer op een zelfbepaalde afstand vanaf het slagmatje. - Elk(e) team of deelnemer probeert zoveel mogelijk punten te maken. - Scores worden genoteerd - De ballen worden pas verzameld als ze allemaal gespeeld zijn. Voorbereiding: - Plaats het afslagmatje met de pijl in de richting van het doel - Neem de grip vast met de linkerduim op de gele bolletjes, de rechterduim op de rode bolletjes en de beide voeten in de richting van de bal die gelegen is op het afslagmatje - Buig naar de bal, plooi de knieën en plaats de rode stip van de club achter de bal - Doe een kleine zijwaartse stap met elke voet, vorm een ‘smalle A’ met het lichaam - De arm aan de kant van het doel vormt een rechte lijn met de club, =’lange Y’ - Swing tot ‘8 uur’ en swing uit tot ‘4 uur’
- 11 -
Veiligheidspunten: - Hou alle spelers op een veilige afstand van elkaar! - Zorg ervoor dat de B-ballen enkel worden verzameld als elke speler gedaan heeft met oefenen Mogelijke aanpassingen: Gemakkelijker: - Verplaats de doelen dichter naar de spelers Moeilijker: - Verplaats de doelen verder naar de speler - Aanvaard enkel de scores van de moeilijkere gedeeltes van het doel - Tel een strafpunt bij voor elke bal die het doel niet bereikt Uitrusting: - Rollerama - B-ballen - Afslagmatje + tees - Clubs - Papier en potlood Aandachtspunten: - Ligt het afslagmatje met de gele pijl in de richting van het doel? - Houdt de leerling zijn linkerduim om de gele bolletjes van de grip en de rechterduim op de rode bolletjes? - Swingt de club achterwaarts tot 8 uur en voorwaarts tot 4 uur? 4.2 Pitching: Organisatie: - Iedere deelnemer (team) krijgt zijn kleur van bal - Plaats een afslagmatje met tee voor elke deelnemer (team) in rij - Plaats het vizier voor elk(e) team of deelnemer op een zelfbepaalde afstand vanaf het slagmatje. - Elk(e) team of deelnemer probeert zoveel mogelijk punten te maken. - Scores worden genoteerd - De ballen worden pas verzameld als ze allemaal gespeeld zijn.
- 12 -
Voorbereiding: - Plaats het afslagmatje met de pijl in de richting van het doel - Neem de grip vast met de linkerduim op de gele bolletjes, de rechterduim op de rode bolletjes en de beide voeten in de richting van de bal die gelegen is op het afslagmatje - Buig naar de bal, plooi de knieën en plaats de rode stip van de club achter de bal - Doe een kleine zijwaartse stap met elke voet, vorm een ‘smalle A’ met het lichaam - De armen en club vormen een ontspannen ‘Y’ - Swing tot ‘9u’ en vorm de letter ‘L’ met de club en de onderarm. Swing uit tot ‘3u’ en hou de ‘Y’ vorm vast. Veiligheidspunten: - Hou alle spelers op een veilige afstand van elkaar! - Zorg ervoor dat de B-ballen enkel worden verzameld als elke speler gedaan heeft met oefenen Mogelijke spelaanpassingen: Gemakkelijker: - Verplaats de doelen dichter naar de spelers - Hou de doelen op grondniveau Moeilijker: - Verplaats de doelen verder van de spelers - Hou de doelen op grondniveau Uitrusting: - Vizieren - B-ballen - Afslagmatjes + Tees - Clubs - Papier en potlood Aandachtspunten: - Ligt het afslagmatje met de gele pijl in de richting van het doel? - Houdt de leerling zijn linkerduim om de gele bolletjes van de grip en de rechterduim op de rode bolletjes? - Swingt de club achterwaarts tot 9u en voorwaarts tot 3u - Rustig tempo van de swing
- 13 -
4.3. Lang spel: Organisatie: - Iedere deelnemer (team) krijgt zijn kleur van bal - Plaats een afslagmatje met tee voor elke deelnemer (team) in rij - Plaats de vlag voor elk(e) team of deelnemer op een zelfbepaalde afstand vanaf het slagmatje. - Elk(e) team of deelnemer probeert zoveel mogelijk punten te maken. - Scores worden genoteerd - De ballen worden pas verzameld als ze allemaal gespeeld zijn. Voorbereiding: - Idem 3 eerste stappen van pitching en chipping - Doe een kleine zijwaartse stap met elke voet, vorm een smalle ‘A’ met het lichaam - De armen en club vormen een ontspannen ‘Y’ - Swing tot ‘10u’ en vorm een ‘L’ met de club en onderarm. Swing uit tot ‘2u’ en vorm terug met de club en de onderarmen de letter ‘L’ Veiligheidspunten: - Hou alle spelers op een veilige afstand van elkaar! - Zorg ervoor dat de B-ballen enkel worden verzameld als elke speler gedaan heeft met oefenen Mogelijke aanpassingen: Gemakkelijker: - Verplaats de doelen dichter naar de spelers Moeilijker: - Verplaats de doelen verder van de spelers - Tel een strafpunt bij voor elke bal die het doel niet bereikt Uitrusting: - vlag - B-ballen - Afslagmatje + tees - Clubs
- 14 -
Aandachtspunten: - Ligt het afslagmatje met de gele pijl in de richting van het doel? - Houdt de leerling zijn linkerduim om de gele bolletjes van de grip en de rechterduim op de rode bolletjes? - Swingt de club naar achter tot 10u en voorwaarts tot 2u? - Is er een goed evenwicht tijdens de beweging? - Zorg dat de rechterhiel van de grond komt wanneer de swing volledig is uitgevoerd! 4.4. Putten: Organisatie: - Verdeel de leerlingen in een cirkel rond een vlag - Benadruk de belangrijkheid van een kleine swing voorwaarts en achterwaarts - Elke speler probeert de bal tegen de vlag te putten - Als elke speler enkele malen heeft gespeeld dan wordt de cirkel vergroot - De leerling die van de verste afstand de bal tegen de vlag heeft geput, is de winnaar Voorbereiding: - Plaats de bal met pijltje in de richting van het doel - Linkerduim op de gele bolletjes, rechterduim op de rode bolletjes en beide voeten naast elkaar - Buig naar de bal, plooi knieën en plaats de rode stip van de club achter de bal - Lichte spreidstand met de voeten - Duw beide ellebogen naar buiten, maak een wijde ‘Y’ met de armen en de club - Duw de putter naar ‘7u’ tot ‘5u’, dit als een klokbeweging Veiligheidspunten: - Hou alle spelers op een veilige afstand van elkaar! - Zorg ervoor dat de B-ballen enkel worden verzameld als elke speler gedaan heeft met oefenen
- 15 -
Mogelijk spelaanpassingen: Gemakkelijker: - Verplaats de doelen dichter naar de speler(s) Moeilijker: - Tel een strafpunt bij elke bal dat het doel niet bereikt - Verplaats de doelen verder van de speler(s) Uitrusting: - vlag - B-ballen - Putters Aandachtspunten: - Houdt de meerling zijn linkerduim om de gele bolletjes van de grip en de rechterduim op de rode bolletjes? - Zorg dat de B-bal in zijn lijn ligt met het doel en dat de positie van de bal tussen de voeten is gelegen - Swingt de putter van ‘7u’ naar ‘5u’? - Houd je het hoofd stil? - Verzorg je een klokbeweging tijdens de putting?
- 16 -
5. SPELVORMEN B-GOLF Eén van de voordelen van materiaal is de toegankelijkheid naar verschillende leeftijdsgroepen. 5.1. Groep: 6 tot 10 jaar Putting • Teamputting Speluitleg De lln. staan per 2 tegenover elkaar. Tussen de lln staan 2 kegels met een kleine tussenruimte van elkaar. De bedoeling is de bal over en weer te putten tussen de kegels door. Iedere keer dat dit lukt, krijgt het team een punt. Het team met de meeste punten gedurende een minuut is de winnaar. Organisatie De lln staan verschillende meters van elkaar verwijdert met in het midden een poortje van 2 blikken. De afstanden tussen de lln en tussen de blikken kunnen aangepast worden. Materiaal Putters 1 bal per 2 lln 2 blikken
- 17 -
•
“Sjoelbakputten” Speluitleg Lln putten de bal naar een aantal gaten. De bedoeling is om door het gat te putten met de meeste punten. Elk kind krijgt een aantal ballen om zoveel mogelijk punten bijeen te putten. De geslagen ballen moeten blijven liggen, ook al liggen ze in de weg. Diegene met de meeste punten is de winnaar. Organisatie De lln putten vanaf een lijn. Er kan om beurten geput worden, zodat de lln. hun putter moeten doorgeven aan de volgende nadat ze al de ballen heeft gespeeld en dan hun beurt afwachten Het gat met de meeste punten is het kleinste gat. De ballen worden pas opgeraapt als ze allemaal geputt zijn. Materiaal 10 à 15 ballen per ll. 1 putter per ll. plank met gaten + punten
- 18 -
•
“Rol je zot” Speluitleg 2 Teams van een gelijk aantal lln. staan tegenover elkaar. Op teken van Lkr. rolt team 1 zijn ballen naar de zone van team 2, daarna is het de beurt aan de spelers van team 2. Die rollen op hun beurt de golfballen onderhands naar de zone van team 1. De ballen die in de zone eindigen worden in de cup (emmer) gedaan. De ballen die te kort zijn, blijven liggen. Na een aantal beurten wisselen de teams de emmers en tellen hoeveel ballen in de zone werden gerold. Het team met het meest aantal ballen in de emmer, wint de ballencup. Doelstelling Fairplay Afstand kunnen inschatten Organisatie Het terrein wordt duidelijk afgebakend met lijnen, zodat de lln. duidelijk de zones zien. Wanneer het onderhands rollen goed lukt, kan men overschakelen naar de putter. Lln. mogen altijd maar 1 bal tegelijk rollen per ll. Iedereen blijft gedurende het spel achter de lijn staan en komt niet in de middenzone Materiaal 1 emmer per team 10 ballen per kind putters krijtlijn of touw
- 19 -
Chippen •
Blikken Chip Speluitleg De lln. slaan 10 ballen vanaf een tee naar een toren van blikken. Deze toren is zelf gebouwd door de lln. De bedoeling is dat de lln. de hele toren omver slaan in zo weinig mogelijk tijd of zo weinig mogelijk beurten. Doelstelling Plezier Teamwork Gericht leren spelen Organisatie Dit kan gebeuren met heel de groep naar 1 supertoren of in verschillende groepjes naar hun eigen torentje. Dan kan je er een competitiegevoel aan geven. Lln slaan van een 5-tal meter van de toren. De start en het oprapen gebeuren enkel bij signaal van de Lkr. Materiaal Blikken 10 ballen per ll/per groep putters
- 20 -
• Hindernissenchip Speluitleg Lln. worden verdeeld in 2 teams. Elk team heeft 5 hordes. Elk kind chipt zijn bal over de hordes. Als de ll. al de hordes heeft overschreden gaat hij zitten achter de lijn en noteert het aantal slagen. De bedoeling is om per team in zo weinig mogelijk slagen aan de overkant te raken. Een horde overslaan of er niet over chippen betekent dat het kind de bal mag terug leggen om nogmaals te proberen maar moet een strafpunt nemen. Doelstelling Gevoel voor boogje en afstand ontwikkelen De lln. kunnen zich concentreren De lln. kennen de regel van het droppen en strafpunt nemen Organisatie De hordes zijn ongeveer 30 cm. hoog. De tussenruimtes van de hordes is 4 meter. De snelheid is niet van belang maar wel de concentratie en de precisie. De Lkr. maakt een zone waarin de lln. neerzitten na hun prestatie. Materiaal Clubs Speelbal Hordes Touw of krijt voor wachtzone
- 21 -
•
Zone Chippen Speluitleg Elke ll. heeft een eigen kleur golfbal en probeert 5 golfballen over het net te chippen. Het is de bedoeling dat de bal in de zone blijft liggen. De ll. met het meest aantal ballen in de zone = winnaar Doelstelling Lln. kunnen met een boogje hun bal slaan Organisatie Ll. staat enkele meters van het net verwijdert en de chippingzone ligt een 3 à 4 meter van het net. Onder het net telt niet. Materiaal Clubs Net Gekleurde ballen Kegels en touw om de chippingzone af te bakenen.
- 22 -
Pitchen •
Hoe hoger, hoe beter Speluitleg De lln. vormen per 2 een team De lln. spelen om beurten naar de hoepel en proberen door de hoepel te pitchen. Iedere keer dat dit één van de 2 lln lukt, zal de hoepel steeds hoger gezet worden. Organisatie Een hoepel wordt verbonden tussen 2 palen, via een touw of een stok. Elk team krijgt een aantal ballen en zal deze pas oprapen als al de ballen zijn gespeeld. Je kan variëren in de grote van de hoepel. Materiaal Hoepel Palen Touw Clubs Ballen
- 23 -
•
Bullseye Pitch Speluitleg De lln. zijn verdeeld in 2 teams of meerdere teams. De teams spelen tegen elkaar en elk team heeft zijn eigen kleur van ballen. Iedere speler in het team mag 5 ballen spelen naar de bullseye. Nadat iedereen heeft gespeeld worden de punten opgeteld. Het team met de meeste punten = winnaar Organisatie Er wordt een grote bullseye (vizier) getekend of afgebakend met touw. In elke cirkel staan het aantal punten vermeld. De verschillende teams staan op een 40 meter van de bullseye in een cirkel rond de bullseye. Enkel de spelers die spelen staan aan de kegel van het team en de anderen nemen voldoende afstand. De ballen worden pas opgeraapt op signaal van de Lkr. Materiaal Touw of krijt Afslagmatjes die geplaatst worden rond de bullseye Clubs
- 24 -
•
Landenspel Speluitleg Spel wordt gespeeld 1 tegen 1. Teken 12 vlakken op een groot blad papier. Elk vak stelt een ander land voor. Schrijf in elk land een nummer van 1 tot 6. De lln. gooien met de dobbelsteen. Beiden gooien bijvoorbeeld 2. nu moeten ze beide proberen in zone 2 te pitchen. De ll. die als eerste zijn opdracht heeft uitgevoerd, noteert zijn naam in die zone en gooit vervolgens weer met de dobbelsteen. Net zolang tot een ll. alle landen veroverd heeft. Wie heerst als eerste over alle landen? Organisatie Lkr. tekent 12 vakken op een groot blad en copieert dit op een kleiner blad. Het kleiner blad is een copie, dus hier kunnen de lln. hun naam op noteren als ze een land verovert hebben. Dit is een vorm van controle voor beide lln. De lln. blijven net zolang dobbelen tot ze op een zone komen dat nog vrij is. Zorg ervoor dat de lln. kunnen dobbelen in een veilige zone. Moeilijkheidsgraad kan aangepast worden door de vakken kleiner te maken. Materiaal Dobbelsteen Potlood Poster met zone + A4
- 25 -
Full Swing • Secondenvliegers Speluitleg De bedoeling is de bal zo lang mogelijk door de lucht te laten vliegen. Wie laat de de bal het langst door de lucht vliegen? Ll. A mag een stok naar keuze uitzoeken. Ll. slaat de bal weg en Ll. B neemt de tijd op vanaf het moment van raken tot en met het moment dat de bal landt. Na 5 ballen is het wisselen van functie. De langste tijd van de 5 ballen telt. Het is belangrijk dat de lln. de relatie tussen de balvlucht, clubs en snelheid ontdekken. Organisatie De Lln. staan per 2 aan een afslagmatje. Deze oefening is enkel mogelijk op een grasveld. Zorg voor de veiligheid van de lln. die de tijd opnemen. Voldoende afstand houden! Materiaal Stopwatch Ballen clubs
- 26 -
• Chippen-swingen Speluitleg Er worden 2 teams gevormd. Team A moet zo snel mogelijk 10 ballen in het target spelen dat op ongeveer 15 meter afstand staat. Team B speelt zoveel mogelijk ballen voorbij een vooraf bepaalde afstand (bv. 40 meter.). Elke bal die op de fairway komt en blijft, wordt hardop geteld. Team B stopt met spelen wanneer team A alle 10 ballen in het target heeft gespeeld. Hoeveel ballen speelt Team B in de zone? Kan dit record verbeterd worden door de tegenploeg? Kunnen de lln. omgaan met de stress en de druk van het scoren? Organisatie De lln. worden in 2 teams verdeeld. Team A staat in de veiligheidszone terwijl een ll. van Team A op het afslagmatje staat. Team B idem. Na elke slag wordt gewisseld van speler Materiaal Clubs Target B-bal Materiaal om de targets te bepalen of af te bakenen.
- 27 -
5.2. Groep: 10 tot 13 jaar
Putting • Ups and downs Speluitleg Ll. putt de bal in vak 1. Lukt dit dan putt de ll. de bal in vak 2 Ze gaan zo door tot het laatste vak. Krijgt de ll de bal niet in het gewenste vak dan begint het weer opnieuw bij vak 1. De ll moet proberen om de afstand in te schatten. Wie kan deze opdracht volbrengen in het minst aantal pogingen? Organisatie Elke ll. staat aan zijn kegel, met verschillende ballen, aan de rechthoek onderverdeeld in verschillende vakken. De ll tracht op eigen tempo de opdracht te voltooien. Materiaal 5 ballen per ll. krijt voor het maken van vakken 1 putter per ll
- 28 -
•
Bullseye Speluitleg De ll tracht zoveel mogelijk punten te maken met 3 balletjes. In de roos is 10 punten, de daaropvolgende cirlkels bedragen 5,3 en 1 punt. Organisatie De lln. staan op gelijke afstand rond de cirkel. Elke ll heeft zijn eigen kleur van balletjes. De lln staan ver genoeg van elkaar. Enkel op het signaal van de Lkr. mogen de balletjes opgeraapt worden. Materiaal Elke ll. heeft zijn eigen kleur balletjes Krijt voor het maken van bullseye Putter per ll. Spelaanpassing Lln. kunnen elkaar uitspelen. Elke ll start met een score van 50 punten, ll.A probeert zo snel mogelijk ll.B op nul te krijgen. Wanneer ll A zijn bal in het vak van 5 ptn putt, dan heeft ll B nog maar 45 punten. Ll. B tracht hetzelfde te doen met ll. A
- 29 -
• Blikputten Speluitleg Lln. staan op 1 lijn. elk kind heeft een blikje tegenover zich staan. Iedereen putt tegelijkertijd en probeert zijn eigen blik te raken. Het blik mag niet omvallen, dus het is niet de bedoeling om zo hard mogelijk te putten. Wanneer het blik wordt geraakt, scoort dat kind 1 punt, als het blik omvalt verliest het kind een punt. Organisatie Indien de groep te groot is, groepjes maken en ieder om beurt. De afstand van de ll. tot het blik bedraagt +/- 5 meter. De lln. putten pas op fluitsignaal. Materiaal 1 putter/ploeg of ll. bal per ploeg of ll. 1 blik per ll.
- 30 -
Chipping • Chip en vang Speluitleg De lln staan per 2 in een ploeg en ze spelen ploeg tegen ploeg. Ll A chipt de balletjes vanop een matje en ll B probeert de balletjes op te vangen. Ll A mag 10 keer chippen en dan wisselen van functie Organisatie De ll met het vangnetje staat 8 meter van de speler en probeert de balletjes op te vangen. De balletjes die in de vlucht worden opgevangen tellen als 1 punt. Welke ploeg heeft de meeste punten gehaald? Materiaal Vangnetje
- 31 -
• Petanquechip Speluitleg Lln staan per 2. Eén van de lln rolt een tennisbal weg. Vervolgens chipt elk kind een bal naar de tennisbal. Diegene wiens bal het dichts bij de tennisbal ligt, is de winnaar en mag de tennisbal weer wegrollen en verdient een punt. Organisatie Lln. nemen voldoende afstand van elkaar. lln spreken onderling af wie eerst gaat spelen. Lkr. bakent duidelijk het speelterrein af: de bal mag niet te ver weg rollen. Materiaal Tennisbal
- 32 -
• Hole aanvallen Speluitleg Elke ll. chipt de bal door de hoepel en de bal moet door de straat gaan. Wie heeft het eerst 10 ballen op deze manier gespeeld? Organisatie De hoepel met plakband vastmaken aan een bank, zodat de hoepel rechtstaat. Achter de hoepel wordt een strook (=straat) afgebakend dmv krijt of touw. De lln staan niet te ver van de hoepel, want het is de bedoeling om er door te chippen en niet erover. Deze oefening kan ook in groepen gespeeld worden Materiaal Bank Hoepel Plakband Krijt of touw
- 33 -
Pitching • Nearest by the ball Speluitleg Elke ll heeft 2 ballen van dezelfde kleur. Elke ll speelt zijn bal in het veld en probeert vervolgens met de 2de bal zo dicht mogelijk bij de eerste bal te spelen. De ll dat de bal het dichtst bij de andere bal speelt, krijgt een punt Organisatie Beide lln staan ver genoeg uit elkaar. De afstand tussen de 2 ballen wordt gemeten met de clublengte. Materiaal Clubs 2 balletjes per ll
- 34 -
• Zone Pitchen (enkel buiten) Speluitleg Alle lln staan in een afgebakende zone, met elk een afslagmatje. Het grasveld is verdeeld in verschillende vakken. De lln proberen de bal in zone 1 te spelen, lukt dit dan mogen ze naar zone 2 spelen. Wie kan zonder een misslag al de zones afspelen? Organisatie Lln staan ver genoeg van elkaar. De lkr. geeft een signaal wanneer de balletjes worden opgeraapt. De lln vertrekken altijd met hetzelfde aantal balletjes per ll. Materiaal krijt om de zones af te bakenen verschillende balletjes per ll
- 35 -
• Van voor naar achter, van links naar rechts Speluitleg De lln worden verdeeld in groepjes van 3. ll B en C staan in het terrein met 1 laken. Ll A pitch te bal en Ll B en C proberen deze bal op te vangen in hun laken. Organisatie Ll A speelt de bal rustig maar probeert af te wisselen tussen links, rechts, rechtdoor, kort, verder, …. Materiaal Laken
- 36 -
Full Swing • Team tegen Team Speluitleg De lln worden verdeeld over verschillende groepen. Op het terrein zijn verschillende zones afgebakend dmv pionnen. De lln spelen gedurende 5 minuten ballen in de verschillende zones. Elke ploeg speelt met een eigen kleur balletjes. Welke ploeg heeft de meeste punten behaald? Er zijn punten te scoren in de verschillende zones. Organisatie De lln die niet spelen wachten in een afgebakende zone. De verschillende speelzones verschillen van punten (vb. van 1 punt tot 5 punten) Als de lkr. het eindsignaal geeft, worden de punten geteld. Materiaal 3 clubs/team pionnen, krijt, touw voor het afbakenen van de verschillende zones verschillende ballen van dezelfde kleur per team
- 37 -
• Putt en Swing Speluitleg Lln staan per 2 en dagen elkaar uit in een vorm van Matchplay. 1ste opdracht is om de bal in de hole te putten, wie het dichtst bij is of in de hole wint deze opdracht en krijgt 1 punt. 2de opdracht is om de bal in een bepaalde zone te slaan, daar te laten vallen. Als dit lukt krijgt de ll 1 punt. Vb. Ll A putt de bal in de hole en krijgt 1 punt. Dan gaan ze de bal in een bepaalde zone slaan. Stel dat LL A de bal in de zone slaat, dan krijgt ll A nog een punt bij. Mist deze ll de zone, dan krijgt Ll B de kans om de bal in de zone te slaan. Lukt dit dan staan ze terug gelijk (=all square). Zo proberen de lln zoveel mogelijk punten te verzamelen door elke opdracht beter te doen dan hun tegenstander. Organisatie De 2 opdrachten liggen niet ver van elkaar, zodanig dat de lln niet te veel tijd verliezen. Gebruik eventueel krijt om een hole te tekenen voor de putting. Er moet wel een duidelijke wachtzone worden afgesproken waar de lln moeten wachten als hun tegenstander aan het spelen is. Materiaal Putter/per 2 lln Club/per 2 lln Verschillende balletjes
- 38 -
5.3. Groep: 14 tot 16 jaar Putting • Putt hem erin Speluitleg Elke ll heeft 2 verschillend gekleurde ballen (rood en geel). Elke ll probeert de gele bal in zo weinig mogelijk slagen in de hole te krijgen. Dit moet gebeuren door de rode bal 1 stoklengte van de gele bal te plaatsen en vervolgens de rode bal tegen de gele bal te putten, waardoor deze gaat rollen. Organisatie Bij de start van de oefening liggen de ballen op een stoklengte van elkaar verwijdert. Van zodra er gespeeld is wordt de bal altijd gespeeld van de plaats dat ze lagen. De bedoeling is om aan te voelen hoe dat je een bal in de juiste richting kan krijgen. Materiaal 2 ballen per ll. Een hole (dit kan een vlaggetje zijn, of een krijtcirkel)
- 39 -
• Plankputting Speluitleg De lln. staan op een afstand van 1 meter verwijderd van een plank. De lln. trachten de bal te putten zodat hij juist stopt voor de plank. De plank mag niet omver vallen. De ll. die de bal het dichtst bij de plank heeft liggen, heeft gewonnen Organisatie De plank moet uit licht materiaal bestaan zodanig dat deze omvalt met de minste aanraking. Zodat je duidelijk kan merken als een ll tegen de plank heeft geputt. Elke ll speelt met een verschillende kleur van ballen. Zodat er een duidelijk onderscheid kan gemaakt worden tussen de lln. Variatie van afstand is mogelijk om de moeilijkheidsgraad aan te passen. Materiaal 3 ballen per ll 1 plank putter
- 40 -
Chipping • 3 op een rij (enkel buiten) Speluitleg Lln spelen per 2 tegen elkaar. Elke ll probeert zijn bal te chippen en te laten stoppen in een groot vierkant (deze is onderverdeelt in verschillende vakken). Wie kan het eerst 3 op een rij maken? Organisatie Lln spelen om beurten met elk hun eigen kleur van bal. De eerste bal die in een vak ligt, telt. Mocht de bal van de tegenstander in hetzelfde vak komen, dan blijft het vak van de eerste. Materiaal Krijt voor het afbakenen van de vakken
- 41 -
• 100 tegen 0 Speluitleg 2 lln tegen elkaar. Elke ll. start met een score van 100 punten. Ll A probeert in de zone met punten te chippen. De bal moet in het vak blijven liggen, bv. Vak “10”, dan zal er bij ll B 10 punten worden afgetrokken Idem voor Ll B. Wie het eerst op 0 punten komt is verloren. Organisatie Lln spelen om beurten en behouden voldoende afstand van elkaar. Lln houden zelf de stand bij. Lln staan op 10 à 15 meter van de bullseye verwijdert en het geldt enkel als de bal in het vak blijft liggen. Spelverandering: als ll A in “10” speelt, gaan er punten weg bij Ll B maar komen er 10 punten bij voor Ll A. Materiaal Krijt voor het tekenen van een bullseye met verschillende cirkels
• Steden chip - 42 -
Speluitleg Elke ll. heeft verschillende hoepels voor hem liggen. Elke hoepel heeft een naam (bv. Brussel, Brugge, Antwerpen). De Lkr. roept een stad en de lln. trachten om hun bal in de juiste hoepel te spelen. De ll. die het eerst van de groep de bal in de juiste hoepel heeft gespeeld krijgt een punt. Doelstelling Lln. kunnen gericht spelen naar een vooraf bepaalde plaats. Lln. kunnen hun swing aanpassen naar de verschillende afstanden Organisatie Dit kan gespeeld worden in groepjes tegen elkaar ofwel ll. tegen ll. Zorg voor voldoende ruimte tussen de groepjes. De afstand tussen de afslagplaats en de eerste hoepel bedraagt 2 meter. Ook 2 meter tussen de andere hoepels. De ballen worden enkel opgeraapt op signaal van de Lkr.
- 43 -
Pitching • Jeu de Pitch Speluitleg De lln. staan elk op hun afslagmatje. De Lkr. gooit een grote bal op het veld. De Lln. proberen naar die grote bal te pitchen. De ll. die de bal raakt mag deze gaan halen en opnieuw op het veld werpen. Organisatie Zorg dat er voldoende afstand is tussen de lln. Als de bal geraakt wordt dan geeft de Lkr. een fluitsignaal, dan pas mag de ll. de bal gaan halen. Moeilijkheidsgraad kan aangepast worden door het aanpassen van de grote van de bal Materiaal Grote bal Clubs Afslagmatjes Ballen
- 44 -
• Cijferpitch Speluitleg De lln. staan per 2. Ll A werpt met een dobbelsteen 4, dan moet hij spelen in het vak 4. Ll B werpt dan met de dobbelsteen en bepaalt met zijn worp hoeveel ballen ll A in deze zone moet spelen. Daarna gooit Ll B voor het bepalen van zijn zone en ll A werpt voor het aantal ballen van ll B. Wie heeft als eerste zijn taak volbracht? Organisatie Verschillende zones worden afgebakend en gemerkt met een cijfer. De lln. beginnen pas te spelen als beide weten naar welke zone ze moeten spelen en hoeveel ballen. De ballen worden pas opgeraapt als beide lln. de opdracht hebben volbracht. Materiaal Kegels + touw voor de zones af te bakenen Dobbelstenen Clubs Gekleurde ballen Krijt voor de becijfering in de zones
- 45 -
Full Swing • Baseball-golf Speluitleg De lln. worden ingedeeld in 2 groepen. Groep A zijn de aanvallers en Groep B staan in het veld. 1 Ll van groep A slaat de bal in de verte en groep B probeert deze zo snel mogelijk op te vangen en te gooien naar een centrale plaats. Terwijl loopt ll van groep A rond de kegels en probeert zo ver mogelijk te lopen. Daarna speelt volgende ll van groep A.. Telkens wanneer de ll terug in zijn kamp komt, na het parcours te hebben afgelegd krijgt zijn ploeg een punt. Wanneer Groep B de bal in de vlucht kan vangen (=vangbal) wisselen de groepen van functie. Welke groep kan het meeste punten maken? Organisatie Een grote zone wordt afgebakend met kegels, waar de leerlingen moeten rondlopen. De lln. spelen pas als de Lkr. het signaal heeft gegeven. Er wordt op voorhand afgesproken wie wanneer zal spelen. De club wordt niet gesmeten maar voorzichtig op de grond gelegd na een slag. Er wordt voldoende afstand genomen van de speler. Materiaal Kegels Club Gekleurde ballen
- 46 -
•
Zeeslag Speluitleg De lln. staan per 2. Beide Lln vullen op een blad hun boten in. Bv; A2 – A5 = een boot van 4 personen. Zo duidt elke leerling boten van 5,4,3 en 2 aan. Lln spelen om beurt naar een bepaalde zone, en vragen dan of de boot in deze zone ligt. Zo probeer je mekaars boten te vinden en zo snel mogelijk allemaal te vernietigen. Boot zinkt pas als hij volledig is bekogeld. Bv: een boot in A2 – A5, in elk vak moet een bal worden geslagen. Het is een mix van korte en lange slagen. Wie heeft als eerste zijn taak volbracht? Organisatie Een grote zone wordt afgebakend en verdeeld in verschillende vakken. De lln. spelen om beurten. Als er een boot van u wordt beschoten dan duid je dit aan op je eigen blad en zeg je ook dat het raak is tegen je tegenstander. De ballen worden pas opgeraapt als beide lln. de opdracht hebben volbracht. Materiaal Kegels + touw of krijt om de zones af te bakenen Clubs Blad + balpen Gekleurde ballen Krijt voor de becijfering in de zones
A
B
C
D
E
1
F x
2
x
3
o
o
G
H
x
x
o
J
x
x
o
x
x
o
4
o
x
5
o
x
6
o
o
7
o
8
I
x
o o o
x
x
x
C4 ?? G1?
- 47 -