BIJLAGE 2 Veiligheids- en gezondheidsplan
AG Stadsplanning Antwerpen Grote Markt 1 2000 Antwerpen
112/114 AGSTAN/OD/SP/HB/BE02 versie 27-10-2011
Algemeen V&G-PLAN Project: Herinrichting Hollebeekvallei te Hoboken/Wilrijk Salesianenlaan – Lucas Henninckstraat 2610 Wilrijk (Bestek nr. : AGSTAN/10/GP/006/BE01)
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
INHOUDSOPGAVE 1. Wettelijke bepalingen....................................................................................................................................... 3 1.1. Europese richtlijnen ................................................................................................................................ 3 1.2. Belgische richtlijnen ............................................................................................................................... 3 2. Organisatie V&G .............................................................................................................................................. 4 2.1. Beschrijving van het project ................................................................................................................... 4 2.2. Administratieve gegevens....................................................................................................................... 5 2.2.1. Bouwheer........................................................................................................................................ 5 2.2.2. Projectleiding.................................................................................................................................. 5 2.2.3. Studiebureau ................................................................................................................................... 5 2.2.3.1. Studiebureau Stabiliteit........................................................................................................... 5 2.2.3.2. Studiebureau Technieken........................................................................................................ 5 2.2.4. Veiligheidscoördinatie .................................................................................................................... 6 2.2.4.1. Veiligheidscoördinator Ontwerp............................................................................................. 6 2.2.4.2. Veiligheidscoördinator Verwezenlijking ................................................................................ 6 2.2.5. Aannemers ...................................................................................................................................... 7 2.2.6. Dienst Preventie & Bescherming van de aannemers ...................................................................... 8 2.2.7. Arbeidsongevallenverzekeraar van de aannemers .......................................................................... 9 2.2.8. Arbeidsinspectie ........................................................................................................................... 10 2.2.9. N.A.V.B. ....................................................................................................................................... 10 2.3. Bouwplaatsreglement ........................................................................................................................... 11 2.3.1. Algemeen bouwplaatsreglement ................................................................................................... 11 2.4. Arbeidsongevallen ................................................................................................................................ 12 2.4.1. Procedure bij ernstig ongeval........................................................................................................ 12 2.4.2. Formulieren................................................................................................................................... 13 2.4.3. Noodoproepen............................................................................................................................... 14 2.4.3.1. Nuttige telefoonnummers...................................................................................................... 14 2.4.3.2. Noodoproepnummers............................................................................................................ 15 3. Door de aannemer te leveren documenten ................................................................................................... 16 3.1. Documenten te leveren vóór de aanvang van de werken ...................................................................... 16 3.1.1. Specifiek veiligheids- en gezondheidsplan ................................................................................... 16 3.1.2. Planningsdocumenten ................................................................................................................... 16 3.1.3. Werfinrichtingsplan ...................................................................................................................... 16 3.1.4. Procedure voor afvoeren van gevaarlijke producten/afval............................................................ 17 3.2. Documenten te leveren tijdens de uitvoering van de werken................................................................ 17 3.2.1. Keuringen en attesten.................................................................................................................... 17 3.2.2. Technische fiches.......................................................................................................................... 17 3.2.3 Planningsdocumenten ................................................................................................................... 17 4. Overige documenten....................................................................................................................................... 18 4.1. Coördinatiedagboek .............................................................................................................................. 18 4.2. Postinterventiedossier ........................................................................................................................... 18 5. Algemene risicoanalyse .................................................................................................................................. 19 6. Specifieke risicoanalyse .................................................................................................................................. 20 6.1. Inleiding................................................................................................................................................ 20 6.2. Specifieke risico’s en maatregelen........................................................................................................ 20
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 2 Algemeen V&G-plan
BIJLAGEN Bijlage 1: Bouwplaatsreglement Bijlage 2: Formulieren Formulier 1: Ongevalsinstructieblad Formulier 2: Ongevalleninlichtingenblad Formulier 3: Noodoproepnummers Bijlage 3: Intentieverklaring Bijlage 4: Algemene risicoanalyse
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
1. Wettelijke bepalingen 1.1. Europese richtlijnen -
De Kaderrichtlijn (89/391/EEG) van 12.06.1989 bevat minimumeisen omtrent de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk.
-
De Richtlijn (92/57/EEG) van 24.06.1992 betreffende “Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen”voert bij het begin van het project een globaal concept in, waarbij alle betrokkenen verantwoordelijkheid dragen. Zij wijst op de naleving van de veiligheids- en gezondheidsregels door alle bedrijven, groot of klein.
1.2. Belgische richtlijnen -
Het KB van 14.09.1992, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad van 30.09.1992. Deze kaderrichtlijn “Veiligheid en gezondheid op het werk”, bevat algemene principes in verband met de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers en werd, op basis van de veiligheidswet van 1952, in Belgisch recht opgenomen.
-
De Wet van 04.08.1996, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18.09.1996, betreffende het Welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
-
Het KB van 19.01.2005, betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27.01.2005, organiseert de tenuitvoerlegging van nieuwe begrippen en verplichtingen i.v.m. veiligheid en gezondheid op de bouwplaatsen.
-
Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (A.R.A.B.).
-
De CODEX over het Welzijn op het Werk.
-
Het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties (A.R.E.I.).
-
Het KB van 12.08.1993, gepubliceerd in het Belgisch staatsblad van 28.09.1993, betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen.
-
Het KB van 07.08.1995, gepubliceerd in het Belgische staatsblad van 15.09.1995, betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.
-
Het KB van 27.03.1998, gepubliceerd in het Belgische staatsblad van 31.03.1998, betreffende het beleid inzake werking van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
2. Organisatie V&G 2.1. Beschrijving van het project Werfadres
: Salesianenlaan – Lucas Henninckstraat 2610 Wilrijk
Telefoon Fax
: :
Projectleider
: Dhr. Nicolas Cleeremans (0492/27.78.18)
Aandachtspunten -
Gelijktijdige werken; Werken in de hoogte en rond openingen; Hinder van geluidsoverlast tot een minimum beperken; Levering en opslag van het materiaal;
Start werken : Duur werken :100 werkdagen Einde werken :
Beschrijving van de werken : •
Het herinrichten van de Hoolebeekvallei te Hobokrn / Wilrijk;
met volgende werkzaamheden: -
Voorbereidende werzaamheden (rooien bomen en hagen, opbraakwerken...) Terreinaanlegwerken in functie van waterbeheer en natuurontwikkeking; Terreinaanlegwerken in functie van recreatie;; Technische werken in functie van ontsluiting; Technische werken in functie van waterbeheer; Technische werken in functie van recreatie; Technische werken in functie van beheer; Beplantingswerken.
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
2.2. Administratieve gegevens 2.2.1. Bouwheer Bouwheer Adres Telefoon Fax Afgevaardigde(n)
: AG Stadsplanning Antwerpen : Francis Wellesplein 1 2018 Antwerpen : 03/338.21.88 : 03/338.51.20 : Dhr. Nicolas Cleeremans (0492/27.78.18)
2.2.2. Projectleiding Naam Adres Telefoon Fax Afgevaardigde(n)
: Grontmij : Stationsstraat 51 2800 Mechelen : 015/45.13.00 : 015/45.13.10 : Dhr. Freerk Kiesow-Botyanovska
2.2.3. Studiebureau 2.2.3.1. Studiebureau Stabiliteit Naam Adres
: niet van toepassing :
Telefoon Fax Afgevaardigde(n)
: : :
2.2.3.2. Studiebureau Technieken Bouwheer Adres
: niet van toepassing :
Telefoon Fax Afgevaardigde(n)
: : :
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
2.2.4. Veiligheidscoördinatie 2.2.4.1. Veiligheidscoördinator Ontwerp Naam Adres Telefoon Fax Coördinator
: Mebumar België nv : Damstraat 220 9180 Moerbeke-Waas : 09/326.92.92 : 09/346.77.21 : Dhr. Erwin De Puydt
2.2.4.2. Veiligheidscoördinator Verwezenlijking Naam Adres Telefoon Fax Coördinator
W. 24/87.016 MEBUMAR
: Mebumar België nv : Damstraat 220 9180 Moerbeke-Waas : 09/326.92.92 : 09/346.77.21 :
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
2.2.5. Aannemers Aannemer (bouwkunde) Adres
: :
Telefoon Fax Projectleider Interne Preventieadviseur
: : : :
Aannemer (elektriciteit) Adres
: :
Telefoon Fax Projectleider Interne Preventieadviseur
: : : :
Aannemer (HVAC) Adres
: :
Telefoon Fax Projectleider Interne Preventieadviseur
: : : :
Aannemer Adres
: :
Telefoon Fax Projectleider Interne Preventieadviseur
: : : :
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
2.2.6. Dienst Preventie & Bescherming van de aannemers Aannemer (bouwkunde) Dienst Adres
: : :
Telefoon Fax
: :
Aannemer (elektriciteit) Dienst Adres
: : :
Telefoon Fax
: :
Aannemer (HVAC) Dienst Adres
: : :
Telefoon Fax
: :
Aannemer Dienst Adres
: : :
Telefoon Fax
: :
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
2.2.7. Arbeidsongevallenverzekeraar van de aannemers Aannemer (bouwkunde) Maatschappij Adres
: : :
Telefoon Fax Afgevaardigde(n)
: : :
Aannemer (elektriciteit) Maatschappij Adres
: : :
Telefoon Fax Afgevaardigde(n)
: : :
Aannemer (HVAC) Maatschappij Adres
: : :
Telefoon Fax Afgevaardigde(n)
: : :
Aannemer Maatschappij Adres
: : :
Telefoon Fax Afgevaardigde(n)
: : :
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
2.2.8. Arbeidsinspectie Directie Adres Telefoon Fax Afgevaardigde(n)
: Antwerpen-Zuid : Italiëlei 124 bus 91 2000 Antwerpen : 03/226.03.07 : 03/226.02.53 : Ing.-Dir. Eric Van Britsom
2.2.9. N.A.V.B. Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en Hygiëne in het Bouwbedrijf Adres Telefoon Fax Adviseur
W. 24/87.016 MEBUMAR
: Sint-Jansstraat 4 1000 Brussel : 02/552.05.00 : 02/552.05.05 :
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
2.3. Bouwplaatsreglement 2.3.1. Algemeen bouwplaatsreglement Zie bijlage 1.
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
2.4. Arbeidsongevallen 2.4.1. Procedure bij ernstig ongeval 1.
Vóór elk ander ingrijpen : het eventueel nog bestaande gevaar uitschakelen (vb. voorwerpen die dreigen te vallen wegnemen, elektrische stroom afsluiten, …)
2.
Verwittigen van interne hulpdiensten, werfleiding en bestuur.
3.
Hulp verlenen aan het slachtoffer.
4.
Oproepen van de externe hulpdiensten : Inhoud van de boodschap : - naam van de oproeper; - identificatie van de werf; - aantal gekwetsten + aard verwondingen; - indien nodig het medisch urgentieteam (MUG) er bijvragen. Bij de werftoegang wordt een persoon geposteerd die de hulpdienst ontvangt, de nodige inlichtingen verschaft en begeleidt naar de plaats van het ongeval.
5.
Verwittigen van : -
de familie van de gekwetste bij opname in het hospitaal of bij overlijden; de preventieadviseur van de hoofdaannemer; de werkgever van de gekwetste; de V&G-coördinator verwezenlijking; arbeidsinspectie directie Antwerpen-Zuid (03/226.03.07): * onmiddellijk indien het slachtoffer dood is of > 25% blijvende handicap; * binnen de 2 dagen indien een ongeschiktheid van meer dan een maand of een lichte permanente handicap verwacht wordt; * na elk ongeval waarbij een persoon een elektrische schok onderging; - de Dienst Elektrische Energie van het Ministerie van Economische Zaken na elk ongeval “met elektriciteit” waarbij gekwetsten vielen; - Federale Politie ingeval van verkeersongeval (woon- werkverkeer)
6.
Ongevalonderzoek : Onderzoek naar de omstandigheden uitgevoerd door de preventieadviseur van de betreffende onderneming middels geschreven rapport (kopie aan de coördinator verwezenlijking).
7.
Maatregelen nemen om herhaling van elk gelijkaardig ongeval te voorkomen.
8.
Documenten : - ongevalinstructiebad (zie 2.4.2.1.) na samenspraak tussen werfleiding, preventieadviseur en coördinatorverwezenlijking; - ongevalaangifte (zie 2.4.1.3.); - kopieën klasseren in de veiligheidsmap op de werf; - proces-verbaal van Federale Politie in geval van verkeersongeval (woon-werkverkeer).
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
9.
Bij werkhervatting : -
geen werkhervatting zonder genezingsattest; verwittigen preventieadviseur (indien de afwezigheid meer dan 1 week bedroeg); steeds de coördinatorverwezenlijking op de hoogte brengen; eventueel medisch onderzoek door de arbeidsgeneesheer (art. 131 ARAB).
10. Opmerking : Onder ernstig ongeval wordt verstaan: - dodelijk ongeval; - ongeval dat volgens de eerste medische diagnose de dood tot gevolg kan hebben; - ongeval dat volgens de eerste medische diagnose een algehele of gedeeltelijke blijvende arbeidsongeschiktheid tot gevolg kan hebben; - ongeval dat volgens de eerste medische diagnose een algehele tijdelijke arbeidsongeschiktheid van > 1 maand tot gevolg kan hebben.
2.4.2. Formulieren 2.4.2.1. Ongevalsinstructieblad Van ieder ongeval dient een ongevallenrelaas te worden opgesteld, gebruik makend van een ongevalinstructiebad. (zie formulier 1 in bijlage 2)
2.4.2.2. Ongevalleninlichtingenblad Alle arbeidsongevallen welke zich voordoen op de werf dienen periodiek aan de hand van een ongevalleninlichtingenblad te worden gemeld aan de coördinator verwezenlijking en de opdrachtgever. (zie formulier 2 in bijlage 2)
2.4.2.3. Ongevalaangifte De werkgever doet van elk arbeidsongeval dat aan een werknemer is overkomen op een tijdelijke of mobiele bouwplaats en dat tenminste één dag arbeidsongeschiktheid tot gevolg heeft, maar dat geen ernstig ongeval is, een kennisgeving aan de inzake arbeidsveiligheid bevoegde ambtenaar. De kennisgeving wordt gedaan, aan de arbeidsinspectie binnen de 10 kalenderdagen na de dag van het ongeval, bij middel van een brief met vermelding van de naam en het adres van de werkgever, de naam van het slachtoffer, de datum en de plaats van het ongeval en zijn vermoedelijke gevolgen. De verplichting inzake kennisgeving vervalt zodra de werkgever het ongeval bij de inzake arbeidsveiligheid bevoegde ambtenaar aangegeven heeft, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 10 april 1971 i.v.m. de arbeidsongevallen (zie formulier aangifte van arbeidsongeval B.S. 24.12.1998). Van elk ernstig ongeval of een tijdelijke of mobiele bouwplaats, overkomen aan een aannemer die er zelf een beroepsactiviteit uitoefent, doet de bouwdirectie belast met de verwezenlijking aan de inzake arbeidsveiligheid bevoegde ambtenaar een kennisgeving. De bedoelde kennisgeving wordt gedaan binnen de 15 kalenderdagen na de dag van het ongeval en omvat tenminste volgende elementen: - de naam, de voornaam en het adres van het slachtoffer; - de datum van het ongeval; - het adres van de tijdelijke of mobiele bouwplaats waar het ongeval zich heeft voorgedaan; - een bondige beschrijving van de opgelopen letsels; - een bondige beschrijving van de wijze waarop het ongeval is gebeurd; - de vermoedelijke duur van de arbeidsongeschiktheid. W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
2.4.3. Noodoproepen 2.4.3.1. Nuttige telefoonnummers • Ziekenhuis / Urgentiedienst Naam Ziekenhuis Adres Telefoon Dringende oproep
: UZ Antwerpen : Wilrijkstraat 10 2050 Edegem : 03/821.30.00 : Tel. : 100 GSM : 112
• Brandweer Adres Telefoon Dringende oproep
: Noorderlaan 69 2030 Antwerpen : 03/338.88.11 : Tel. : 100 GSM : 112
• Federale Politie Adres Telefoon
: Kleinesteenweg 16 2610 Wilrijk : 03/820.92.11
• EHBO-hulpverleners aannemers Naam (*)
:
(*) op te geven door uitvoerende aannemer • Antigifcentrum Adres Telefoon
: Militair Hospitaal Neder-over-Heembeek : 070/24.52.45
• Gemeentediensten Adres Telefoon
W. 24/87.016 MEBUMAR
: Grote Markt 1 2000 Antwerpen : 03/220.82.30
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
2.4.3.2. Noodoproepnummers Teneinde op een snelle en efficiënte wijze de hulpdiensten te kunnen verwittigen, werd een lijst met noodoproepnummers, met vermelding van de belangrijkste instructies, opgenomen in het V&G-dossier. Een afschrift van deze lijst dient bij elke telefoonpost goed zichtbaar te worden opgehangen. (zie formulier 3 in bijlage 2)
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
3. Door de aannemer te leveren documenten 3.1. Documenten te leveren vóór de aanvang van de werken 3.1.1. Specifiek veiligheids- en gezondheidsplan Elke aannemer dient het Algemeen V&G-plan aan te vullen voor dat deel van het project dat rechtstreeks slaat op de door hem uit te voeren werkzaamheden, zoals voorgeschreven in de Wet op het Welzijn. In deze wet is sprake van de evaluatie van de risico’s, van de beschermende maatregelen en de beschermingsmiddelen evenals van de documenten waarin dit alles wordt vermeld. Het aanvullen van het Algemeen V&G-plan dient te gebeuren door het opstellen/invullen van een Specifiek V&G-plan, waarin de aannemer naast zijn algemene (identificatie)gegevens omschrijft welke werkzaamheden hij gaat uitvoeren, inclusief tijdstip, duur en daarbij in te zetten materieel met de daaraan gekoppelde risicoanalyse, risico-evaluatie en preventiemaatregelen. Het opstellen van de risicoanalyse en de risico-evaluatie valt onder de verantwoordelijkheid van de hiërarchische lijn. Enkel de personen die voldoende vertrouwd zijn met de praktische uitvoering van het project verkeren in de mogelijkheid om de uitvoeringsmethoden te bepalen en als gevolg daarvan, de risico’s te bepalen. Het ligt voor de hand dat deze personen de assistentie krijgen van hun diensthoofd V&G/ preventieadviseur voor het vastleggen van de voorkomingmaatregelen en de te gebruiken beschermingsmiddelen. De aannemer is tegenover het bestuur ook verantwoordelijk voor zijn onderaannemers en bijgevolg ook voor het behoorlijk opstellen, tijdig overmaken èn in de praktijk omzetten van elk onderdeel van het Specifieke V&G-plan, opgesteld door deze onderaannemers. Het is belangrijk dat alle onderdelen van het V&G-plan op elkaar afgestemd zijn zodat de bal niet naar elkaar wordt toegespeeld zonder concrete afspraken inzake bepaalde V&G-maatregelen waar de ene of de andere partij zich graag vanaf maakt. Alle onderdelen van het Specifieke V&G-plan (Identificatie aannemer + Identificatie werfmaterieel + Vereenvoudigd VGM-plan + Verklaring ontvangst Algemeen V&G-plan) worden aan de leidende ingenieur en de coördinator verwezenlijking overgemaakt voldoende tijd vıır het werk aanvangt, zodat de doeltreffendheid ervan kan worden beoordeeld en er eventueel coördinatiemaatregelen kunnen genomen worden die het werk van andere aannemers kunnen beïnvloeden.
3.1.2. Planningsdocumenten Voorafgaand aan de werken dient de aannemer de planning van de door hem en/of zijn onderaannemers uit te voeren werkzaamheden, ter beoordeling, over te maken aan de veiligheidscoördinator. De aanvangsdatum, de duur en de einddatum van zijn interventie, evenals het werkvolume waarmee hij belast is en het personeel toegewezen aan de bouwplaats worden medegedeeld.
3.1.3. Werfinrichtingsplan De aannemer dient een werfinrichtingsplan af te leveren aan de veiligheidscoördinator. Hierin worden volgende zaken opgenomen : - de gekozen plaatsen voor de werkposten; - de oppervlakte nodig om zijn materiaal en grondstoffen op te slaan; - een analyse van zijn ruimtebehoeften (kleedkamer, sanitair,…). Indien de aannemer zijn eigen lokalen plaatst, moet hij de afmetingen mededelen.
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
3.1.4. Procedure voor afvoeren van gevaarlijke producten/afval Indien er gevaarlijke producten/afval op de bouwplaats aanwezig zijn, wordt er een procedure voor afvoeren opgesteld en overgemaakt aan de veiligheidscoördinator.
3.2. Documenten te leveren tijdens de uitvoering van de werken 3.2.1. Keuringen en attesten De aannemer dient voorafgaand aan de werken te melden welk werfmaterieel zal worden ingezet. Van keuringsplichtig materieel dient een afschrift van de keuringsattesten/certificaten aan de veiligheidscoördinator te worden overgemaakt.
3.2.2. Technische fiches Van alle aangewende (gevaarlijke) producten dienen een afschrift van de technische fiches aan de veiligheidscoördinator te worden overgemaakt.
3.2.3 Planningsdocumenten In geval van afwijken van de initiële planning dient de aannemer de planning te actualiseren en aan de veiligheidcoördinator over te maken.
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
4. Overige documenten 4.1. Coördinatiedagboek Op de werf moet een coördinatiedagboek samengesteld en bijgehouden worden in de werfkeet. Dit dossier moet steeds kunnen ingekeken worden door de opdrachtgever(s) en zijn aangestelden, de veiligheidscoördinator, de preventieadviseurs van de op de werf aanwezige ondernemingen, de technische en medische inspectie, de vertegenwoordigers van het NAVB. Het coördinatiedagboek moet systematisch bijgehouden worden, d.w.z. verslagen stelselmatig bijvoegen en andere documenten aanvullen en bijwerken naargelang de vooruitgang en evolutie van de werf. De verschillende aannemers moeten de documenten (of kopie ervan),die hun werkzaamheden en installaties aanbelangen, spontaan en tijdig aan de coördinatorverwezenlijking overhandigen. Wij verwijzen verder naar het KB van 19.01.2005 en het coördinatiedagboek zelf.
4.2. Postinterventiedossier Het postinterventiedossier is het dossier dat de elementen bevat, nuttig voor de veiligheid en gezondheid waarmee bij eventuele latere werkzaamheden rekening moet worden gehouden en aangepast is aan de kenmerken van het bouwwerk. Het postinterventiedossier bevat tenminste volgende gegevens : - de architecturale, technische en organisatorische elementen i.v.m. verwezenlijking, instandhouding en onderhoud van het bouwwerk; - de informatie voor te voorziene latere werkzaamheden (herstellingswerken, vervanging of ontmanteling van installaties of constructie-elementen); - de relevante verantwoording van keuzen i.v.m. toegepaste uitvoeringsmethoden, technieken, materialen of architecturale elementen. Wanneer het gebouw een nieuwe eigenaar krijgt, wordt het postinterventiedossier mee overgedragen. Voor het opmaken van het postinterventiedossier moet de veiligheidscoördinator kunnen beschikken over alle plannen en documenten ‘as built’. De aannemer is verplicht deze documenten te bezorgen vóór de voorlopige oplevering van desbetreffende werken. Wij verwijzen verder naar het KB van 19.01.2005 en het postinterventiedossier zelf.
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
5. Algemene risicoanalyse Zie bijlage 4. Kolom 1 : Risico’s
: Opsomming van mogelijke risico’s die zich kunnen voordoen tijdens de werkzaamheden op de bouwplaats.
Kolom 2 : Maatregelen
: Opsomming van mogelijke preventiemaatregelen per risico. De aangegeven maatregelen hebben een contractueel karakter.
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
6. Specifieke risicoanalyse 6.1. Inleiding Indien er werken op de werf zullen uitgevoerd worden met risico’s overeenkomstig de lijst in bijlage 4, zullen de preventiemaatregelen die hierin opgegeven zijn, moeten toegepast worden. De veiligheidscoördinator moet op de hoogte gebracht worden van elk bijzonder risico dat zich op de werf zou kunnen voordoen. Het veiligheids- en gezondheidsplan zal dan worden uitgebreid met een aanvullende risicoanalyse. Hierin worden bijkomende maatregelen en voorschriften opgegeven. Er kunnen ook werkvergunningen worden ingevoerd op de werf. Een voorbeeld hiervan is de vuurvergunning. Ook wordt er aandacht geschonken aan de interactie tussen de verschillende werkzaamheden op de werf.
6.2.
Specifieke risico’s en maatregelen
ACTIVITEIT Gelijktijdig werken op de werf van de verschillende tussenkomende partijen
W. 24/87.016 MEBUMAR
RISICO’S
MAATREGELEN
Interactie van gelijktijdige + opeenvolgende werkzaamheden
Afspraken maken omtrent: werfzone, opslag van materiaal, nutsvoorzieningen, signalisatie, veiligheid, … Personen die niet betrokken zijn bij de werken weren. De detailplanningen van de verschillende tussenkomende partijen dienen vóór de aanvang der werken besproken met en beoordeeld te worden door alle tussenkomende partijen. Collectieve beschermingen en hulpmiddelen t.b.v. bereikbaarheid pas verwijderen na voorafgaand overleg met alle betrokken partijen i.v.m. gezamenlijk gebruik.
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
BIJLAGEN
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
BIJLAGE 1 Bouwplaatsreglement
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
Voorafgaande definities : Dossier V&G
:
De synthese van alle documenten i.v.m. veiligheid en gezondheid, door alle tussenkomende partijen samengebracht : opdrachtgever, architect, studiebureau, coördinatorontwerp, coördinatorverwezenlijking, ondernemingen, ….
Bouwplaatsreglement
:
Een standaarddocument als addendum aan het contract/bestelling. Het omvat een geheel van elementen die invloed hebben op de veiligheid, de gezondheid, de hygiëne en het milieu en die op bouwplaatsen van toepassing is.
Aanvullende bepalingen
:
Werfgebonden document als addendum aan de bestelbon. Het omvat de specifieke maatregelen eigen aan de bouwplaats, opgelegd door de opdrachtgever, coördinatorontwerp, coördinatorverwezenlijking of onderneming.
Onderneming
:
Elke werkgever die personen tewerkstelt op de bouwplaats of elke zelfstandige die op de bouwplaats werken uitvoert.
Risicoanalyseaannemer
:
Een document dat opgesteld wordt door de onderneming en een gedetailleerde opsomming geeft van de maatregelen die de aannemer heeft voorzien om de veiligheid en gezondheid te verzekeren. Het omvat ten minste de volgorde van de activiteiten, de gebruikte uitrusting en producten, de mogelijke risico’s, de risico-evaluatie en de te nemen preventiemaatregelen.
C.B.M.
:
Collectieve beschermingsmiddelen.
P.B.M.
:
Persoonlijke beschermingsmiddelen.
Arbeidsmiddelen
:
Alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, apparaten, gereedschappen en installaties.
W. 24/87.016 MEBUMAR
BOUWPLAATSREGLEMENT Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 1/5 Algemeen V&G-plan
1.
ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING
1.1. De coördinatorverwezenlijking heeft de leiding over de coördinatie van de veiligheid en gezondheid voor het geheel van de werkzaamheden. Overeenkomsten tussen verschillende ondernemingen i.v.m. veiligheid en gezondheid op de bouwplaats moeten eerst door de coördinatorverwezenlijking goedgekeurd worden. 1.2. Elke onderneming moet, vooraleer met de werken te starten, zijn risicoanalyseaannemer overmaken aan de coördinatorverwezenlijking. 1.3. Elke onderneming aan wie een werk toegewezen wordt, is verplicht een veiligheidsverantwoordelijke aan te duiden die gedurende de uitvoering van de werkzaamheden op de bouwplaats aanwezig is. 1.4. Elke onderneming voorziet in het houden van veiligheidsvergaderingen op de bouwplaats, met al haar personeel, waarbij specifieke veiligheidsonderwerpen worden besproken. 1.5. Elke onderneming verklaart dat de werknemers de nodige opleiding/beroepservaring en lichamelijke geschiktheid bezitten om de hen opgelegde taken (incl. verantwoordelijkheden in veiligheidsfunctie) uit te voeren en het bijhorend materieel te gebruiken en te bedienen op volstrekt veilige wijze. Op vraag van de coördinatorverwezenlijking legt zij de nodige stukken ter staving voor. 1.6. De personeelsleden van de aannemers mogen slechts aangetroffen worden op de voor hen voorziene werkplaatsen.
2.
NOODPROCEDURES
2.1. Elke onderneming zal de procedures inzake E.H.B.O. en arbeidsongevallen, opgesteld door de coördinatorverwezenlijking, respecteren. 2.2. Van elk arbeidsongeval, incident of schadegeval moet de dag van het voorval een melding gemaakt worden. Voor de arbeidsongevallen moet bovendien een ongevalinstructiebad ingevuld worden en aan de coördinatorverwezenlijking overhandigd worden. 2.3. Elke onderneming rust zijn lokalen uit met de wettelijke voorzieningen inzake brandblussers en E.H.B.O.materiaal. 2.4. Op de bouwplaats is ten minste één E.H.B.O.-hulpverlener permanent aanwezig. 2.5. Elke onderneming moet over voldoende, aangepaste en conforme brandbestrijdingsmiddelen beschikken. Voor sommige werken is, in afspraak met de coördinatorverwezenlijking, een vuurvergunning verplicht.
3.
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN (P.B.M.)
3.1. Het dragen van aan het werk aangepaste P.B.M. conform de geldende wetgeving is op de bouwplaats voor IEDEREEN verplicht. 3.2. Elke onderneming moet op haar kosten P.B.M. ter beschikking stellen van haar personeel en/of bezoekers. Zij moet eveneens toezien op het gebruik ervan. Tevens moet zij zorgen voor het onderhoud en de vernieuwing ten gepaste tijde. 3.3. De werknemers moeten, overeenkomstig hun opleiding en de gegeven instructies, op de juiste wijze gebruik maken van de P.B.M. en ze na gebruik weer opbergen.
W. 24/87.016 MEBUMAR
BOUWPLAATSREGLEMENT Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 2/5 Algemeen V&G-plan
4.
COLLECTIEVE BESCHERMIMGSMIDDELEN (C.B.M)
4.1. Ter voorkoming van arbeidsongevallen moet elke onderneming waar nodig C.B.M. voorzien. De keuze wordt bepaald op basis van PREVENTIEBEGINSELEN vastgelegd in hoofdstuk II “Algemene beginselen” van de wet op het welzijn, waarin onder meer de voorkeur wordt gegeven aan collectieve bescherming i.p.v. persoonlijke bescherming. Cfr. Wet betreffende het welzijn van de werknemers bij de verwezenlijking van hun werk (B.S. 18/09/1996) gewijzigd bij de Wet van 13/02/1998 (B.S. 19/02/1998). 4.2. Het plaatsen en/of wegnemen van C.B.M. wordt geregeld IN OVERLEG met de coördinatorverwezenlijking. Geplaatste C.B.M. mogen NOOIT verwijderd worden zonder dat vervangende of definitieve beschermingen worden aangebracht. 4.3. Elke op de bouwplaats vastgestelde gevaarlijke of ongezonde toestand moet onmiddellijk aan de coördinatorverwezenlijking gemeld worden. 5.
ORDE EN NETHEID
5.1. Elke onderneming moet ten minste dagelijks zijn werkposten opkuisen en het afval afvoeren. De coördinatorverwezenlijking kan, op kosten van de onderneming, welke in gebreke blijft, de opdracht geven aan derden de werkposten op te kuisen. 5.2. De wegen, doorgangen en trappen moeten steeds vrij zijn van obstakels en hindernissen. Soepele leidingen en kabels mogen de doorgang niet belemmeren. Kruisen zij een doorgang, dan worden zij beschermd tegen beschadiging. 5.3. Materialen moeten ordelijk en stabiel, beveiligd tegen weersinvloeden in de voorziene zones opgestapeld worden. 6.
MILIEU
6.1. Het verbranden van afval op de bouwplaats is verboden. 6.2. Het verwijderen van afval en/op verpakkingen gebeurt volgens de procedure opgesteld door de aannemer. 6.3. Maatregelen dienen genomen te worden tegen bodem-, lucht- en watervervuiling. 7.
BOUWPLAATSINRICHTING
7.1. Elke onderneming is verplicht voor haar werknemers de wettelijk voorziene gezondheidsinrichtingen ter beschikking te stellen (C.A.O. van 05/01/1984 - K.B. van 01/05/1984 - A.R.A.B. art. 76 ev.) en deze dagelijks te onderhouden. Maaltijden mogen enkel in de daartoe voorziene inrichtingen worden gebruikt. 7.2. Het gebruik van de installatie van de algemene aannemer is in principe verboden voor derden tenzij onderling schriftelijk overeengekomen. 8.
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
8.1. De elektrische installatie moet door een erkend organisme gekeurd worden conform het A.R.E.I. Elk defect dient ONMIDDELLIJK aan de coördinatorverwezenlijking gemeld te worden. 8.2. Verdeelborden moeten steeds gesloten blijven. Het aansluiten kan enkel met aangepaste stekkers. Alle verbindingen (stekker/stopcontact) moeten geschikt zijn voor gebruik in vochtige omstandigheden, minimum IP44. 8.3. Kabels moeten steeds opgehangen en/of afgeschermd worden tegen mogelijke beschadiging. 8.4. Elke onderneming staat zelf in voor de verlichting van haar werkposten. Deze verlichting moet uitgevoerd worden volgens de geldende wetgeving.
W. 24/87.016 MEBUMAR
BOUWPLAATSREGLEMENT Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 3/5 Algemeen V&G-plan
9.
ARBEIDSMIDDELEN EN TOEBEHOREN
9.1.
Enkel elektrisch materieel conform de A.R.E.I.-wetgeving mag op de bouwplaats aanwezig zijn en aangesloten worden op de daartoe voorziene verdeelborden.
9.2.
Elke onderneming moet zijn arbeidsmiddelen zodanig markeren dat ze identificeerbaar zijn. Het identificatiesysteem moet beschreven worden in de risicoanalyseaannemer.
9.3.
De arbeidsmiddelen moeten geschikt zijn voor het uit te voeren werk en regelmatig gekeurd door een bevoegd persoon zodat bij het gebruik de veiligheid en gezondheid steeds gewaarborgd zijn. Op vraag van de coördinatorverwezenlijking moeten de gebruiksaanwijzingen en veiligheids- en gezondheidsinstructies kunnen voorgelegd worden.
9.4.
Bij gebruik van arbeidsmiddelen van derden is DE GEBRUIKER verantwoordelijk voor de veiligheid.
9.5.
Bij het gebruik van heftoestellen gelden volgende specifieke bepalingen:
9.5.1. Alle heftoestellen en hijstoebehoren, evenals grondverzetmachines die gebruikt worden om lasten te hijsen, die op de bouwplaats binnengebracht worden moeten voorzien zijn van een geldig keuringsattest. 9.5.2. Een kopie van de keuringsattesten moet aan de coördinatorverwezenlijking overhandigd worden vooraleer de toestellen in gebruik te nemen. Bij ontstentenis heeft de coördinatorverwezenlijking het recht de toestellen buiten dienst te stellen. 9.5.3. Bij gebruik van meerdere heftoestellen met overlappend werkbereik moet een gebruiksprocedure opgesteld en voorgelegd worden aan de coördinatorverwezenlijking. 9.6.
Ladders zijn steeds in goede staat (zonder beschadigingen en stabiel) en uitgerust met aangepaste antislipvoorzieningen. Zij worden opgesteld op een goede, stevige ondergrond. Zij worden steeds vastgemaakt wanneer zij dienst doen als toegangsladder of wanneer de ladder 25 of meer sporten telt.
9.7.
Bij gebruik van stellingen gelden volgende specifieke bepalingen:
9.7.1. Elke stelling vanaf 2m hoog moet voorzien zijn van leuningen, tussenleuningen en plinten. De werkvloer moet aaneensluitend zijn d.w.z. zonder gevaarlijke ruimten tussen de planken en de leuning en voldoende stevig, rekening houdend met de belasting. 9.7.2. De toegang tot de werkvloeren gebeurt via trappen (torens) of ladders. 9.7.3. Vóór de ingebruikname en minstens één maal per week wordt de stelling nagekeken door een bevoegd persoon van de onderneming. 9.7.4. Voor stellingen hoger dan 8 m of voor stellingen blootgesteld aan buitengewone krachten moeten de nodige berekeningsnota’s voorgelegd worden aan de coördinatorverwezenlijking. 10.
GEVAARLIJKE PRODUCTEN
10.1. Alle producten op de bouwplaats moeten reglementair geëtiketteerd zijn of worden. Het gebruik van brandbare, toxische of andere gevaarlijke producten moet in de risicoanalyseaannemer vermeld staan. 10.2. Het stockeren van producten en verwijderen van de verpakking dient volgens de geldende wetgeving te gebeuren.
W. 24/87.016 MEBUMAR
BOUWPLAATSREGLEMENT Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 4/5 Algemeen V&G-plan
10.3. Een kopie van de veiligheid- en gezondheidssteekkaart (chemische fiche of M.S.D.S.-fiche) van de gebruikte producten moet aan de coördinatorverwezenlijking overhandigd worden. De steekkaart omvat ten minste volgende gegevens: - naam van de fabrikant - fysische eigenschappen - bijzondere kenmerken - gevaren/verschijnselen - preventie - blusstoffen/eerste hulp/evacuatie 10.4. Indien werken worden uitgevoerd waarbij schadelijke of hinderlijke dampen/gassen kunnen vrijkomen, moet dit gemeld worden in de risicoanalyseaannemer. Op basis van voorgaande gegevens zal het veiligheids- en gezondheidsplan aangepast worden door de coördinatorverwezenlijking. Met de coördinatorverwezenlijking worden maatregelen afgesproken om de dampen/gassen op een doeltreffende manier af te voeren (afzuiginstallatie,…). 11.
WERKEN MET OPEN VLAM
11.1. Voor de aanvang van werken met open vlam vraagt de onderneming aan de coördinatorverwezenlijking of een vuurvergunning vereist is. 11.2. Het behandelen van gasflessen gebeurt met de meeste zorg. Lege gasflessen en gasflessen die niet gebruikt worden, dienen buiten het gebouw op een vaste plaats rechtop gestockeerd, vastgemaakt, voorzien van de beschermkop en beschermd tegen de zon te worden. 11.3. De zuurstof- en brandgasflessen worden bij gebruik verticaal of schuin onder een hoek van minimum 35° geplaatst. Bij voorkeur worden ze gemonteerd op een flessenkar. Op het einde van de dagtaak worden gasflessen dichtgedraaid en slangen en manometers ontspannen. 11.4. Bij werken met open vlam hoort een ABC-blusapparaat van minimum 6 kg.
W. 24/87.016 MEBUMAR
BOUWPLAATSREGLEMENT Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 5/5 Algemeen V&G-plan
BIJLAGE 2 Formulieren
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
ONGEVALSINSTRUCTIEBLAD
1.
WAT DOEN BIJ EEN ONGEVAL ?
-
alle verder gevaar voorkomen; verzorgen van de gekwetste; paniek bij de andere werknemers vermijden; onderzoek naar de omstandigheden; zie procedure bij ernstig ongeval (Deel 4, punt 4.1)
2.
ONGEVALLENRELAAS
-
Naam slachtoffer Adres slachtoffer
-
-
: ……………………………………………………………… : ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… Functie slachtoffer : ……………………………………………………………… Werkgever : ……………………………………………………………… Adres werkgever : ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… Plaats van het ongeval (werfadres) : ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… Tijdstip van het ongeval : - datum : ……………………………………………………………… - uur : ……………………………………………………………… Uitgevoerde opdracht op ogenblik van ongeval : …...………………………………………………………… Wie verleende de eerste hulp ? : ……………………………………………………………… Getuigen (naam + adres) : ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… Plaats en aard van de verwonding (hoofd, arm, inwendig, …) : ……………………………………………………………… Vervoer naar hospitaal ? ja neen zo ja :
met ziekenwagen met voertuig werkgever uur van vertrek : …………………
-
Andere verzorging :
-
Tijdstip (datum + uur) van eventueel verwittigen : * familie van slachtoffer : ……………………………………………………………… * preventieadviseur : ……………………………………………………………… * de V&G-coördinator : ……………………………………………………………… * technische inspectie : ………………………………………………………………
-
Hoe gebeurde het ongeval ?
: ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ………………………………………………………………
-
Mogelijke oorzaak van het ongeval
: ……………………………………………………………… ………………………………………………………………
-
De werknemer moet ook zijn ziekenkas op de hoogte brengen
-
Datum werkhervatting
W. 24/87.016 MEBUMAR
gekwetste gaat naar ziekenhuis gekwetste gaat naar huisdokter verzorging alleen op de werf
: ……………………………………………………………… FORMULIER 1 Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 1/1 Algemeen V&G-plan
ONGEVALLEN INLICHTINGENBLAD
Datum
:
…………………………….
Hoofdaannemer :
…………………………….
BETREFT
ALLE arbeidsongevallen overkomen aan de werknemers van de hoofdaannemer en zijn onderaannemers, leveranciers en bezoekers op de werf.
:
De ondergetekende …………………………………………………………………………………. verklaart dat tijdens de periode van ……………………………. tot ……………………………….
1.
Geen enkel arbeidsongeval gebeurde in het kader van de uitvoering van zijn contract.
Handtekening : …………………………….
2.
Volgende arbeidsongevallen zich voordeden :
Afwezigheid Datum
Naam gekwetste
Werkgever Van
Tot
Een kopij van elke ongevalaangifte wordt hierbij gevoegd. Handtekening : …………………………….
DIT INLICHTINGENBLAD DIENT TERUGBEZORGD AAN DE COORDINATORVERWEZENLIJKING (MET KOPIJ AAN DE OPDRACHTGEVER) TEN LAATSTE OP HET EINDE VAN ELKE TUSSENTIJDSE VORDERINGSPERIODE
W. 24/87.016 MEBUMAR
FORMULIER 2 Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 1/1 Algemeen V&G-plan
NOODOPROEPNUMMERS
Medische spoeddienst Tel
100
gsm
112
Ziekenhuis met urgentiedienst 24/24u Telefoonnr. 03/821.30.00 Wilrijkstraat 1026 2050 Edegem
Vermeldt referentiepunt en straatnaam Vermeldt de aard van verwonding Vermeldt of het slachtoffer ademt Vermeldt of het slachtoffer hartslag heeft Vermeldt de naam van Uw firma en Uw eigen naam Bij levensgevaar meteen via de 100 bijstand vragen van de MUG (medische urgentie groep) !!!
Maximaal beroep doen op de dienst 100 voor vervoer van een gekwetste, gezien risico van shock tijdens vervoer!!
UZ Antwerpen
Huisartsen Cfr dienst 100 of urgentiedienst 24/24u
Oogarts Cfr urgentiedienst 24/24u
Ziekenhuis
Wacht niet op ziekteverschijnselen vooraleer te bellen Geen melk toedienen, melk is geen tegengif Niet laten braken! Meestal is braken niet aangewezen, bel eerst Spoel overvloedig met water na spatten van een schadelijke stof in de ogen of op de huid Verlucht de ruimte goed als er irriterend of giftig gas vrijgekomen is.
Antigifcentrum 070/245.245 militair Hospitaal Neder-over-Heembeek
Brandweer Tel
100
gsm
112
Politiediensten 101
W. 24/87.016 MEBUMAR
(alg. nummer)
Vermeldt de plaats van de brand en punt en straatnaam waar de brandweer wordt opgewacht Vermeldt de aard van de brand (gas, vloeistof, vaste stoffen,...) Vermeldt de omvang, de beschikbaarheid van bluswater de aanwezigheid van gewonden de aanwezigheid van EHBO
Federale Politie Tel. : 03/820.92.11
FORMULIER 3 Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 1/1 Algemeen V&G-plan
BIJLAGE 3 Intentieverklaring
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
INTENTIEVERKLARING
Project
: ………………………………………………………………..
Bouwplaats
: ………………………………………………………………..
Onderneming
: ………………………………………………………………..
Adres
: ……………………………………………………………….. ………………………………………………………………..
VERKLARING Ondergetekende verklaart het veiligheids- en gezondheidsplan in zijn bezit te hebben. Hij verklaart op de hoogte te zijn van de inhoud ervan, de verantwoordelijkheid te zullen nemen om al zijn werknemers en onderaannemers die voor zijn rekening werken, te informeren over de inhoud en toe te zien op de naleving ervan. Bovendien verklaart ondergetekende alle voorschriften ervan duidelijk begrepen te hebben.
Voor akkoord, Datum __/__/____ Ondernemingshoofd
W. 24/87.016 MEBUMAR
INTENTIEVERKLARING Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 1/1 Algemeen V&G-plan
BIJLAGE 4 Algemene risicoanalyse
W. 24/87.016 MEBUMAR
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
1.
VOORBEREIDING VAN DE WERF
ACTIVITEIT
RISICO’S
Organisatie werking op de werf Motiveren van alle betrokkenen (opdrachtgever, werfdirectie, architect, aannemers, werknemers)
Hiërarchie niet duidelijk vastgelegd. Geen interesse en motivatie m.b.t. veiligheid op de werf.
Verzekeren van orde & netheid op de werf tijdens uitvoering
Onveilige & ongezonde situaties (gevaar voor struikelen).
Verzekeren van hygiëne op de werf tijdens uitvoering
Onhygiënische & ongezonde toestanden.
Toezien op goed werkklimaat op de werf
Stresssituaties & demotivatie.
Toezien op goede staat van gebruikte gereedschappen, machines, heftoestellen & toebehoren Toezien op goede staat van gebruikte ladders, stellingen, schoren, dragende delen,…
Gebruik van niet - gekeurd materieel / Onveilige handelingen.
Voorzien van collectieve beschermingsmiddelen (leuningen, afscherming,…)
Val vanaf hoogte.
Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (helm, aangepaste werkkledij, veiligheidsschoenen, ademhalingsbeschermi ng, valbeveiliging,…)
Persoonlijk letsel al dan niet met langdurig verlet, kans op beroepsziekte, invaliditeit of dodelijke afloop tot gevolg.
W. 24/87.016 MEBUMAR
Onveilige situaties: - val vanaf hoogte, instorting, omkantelen, verzakken.
MAATREGELEN Werforganigram opstellen; Verantwoordelijken vastleggen. V&G-startvergadering bij aanvang werken; Informatie & instructie werknemers; Taakgerichte voorlichting & opleiding; Bijhouden coördinatie-instrumenten (V&G-plan, Coördinatiedagboek en Postinterventiedossier). Orde & netheid opnemen in bouwplaatsreglement; Verantwoordelijke aanduiden voor onderhoud van de werfinrichtingen en opkuis van de werf; Frequentie van de opkuis vastleggen (bouwplaatsreglement). Voldoende sociale voorzieningen voorzien bij werfinrichting (CAO van 01/05/84 – KB 01/05/84 – ARAB art. 76 e.v.); Organisatie onderhoudt; Frequentie van de opkuis vastleggen (bouwplaatsreglement). Goede onderlinge verstandhouding en communicatie bevorderen; Haalbaarheid van planning en termijn verzekeren (ontwerpfase); Duidelijke afspraken maken en vastleggen; Opleiding en instructie werknemers + aangepaste uitvoeringstechnieken. Gebruik van gekeurd materieel eisen (V&G-plan); Keuringsattesten opvragen en bijhouden (Coördinatiedagboek); Periodieke controle; Lijst opstellen van verplicht te keuren materialen + opnemen in bouwplaatsreglement. Controle door bevoegd persoon (opnemen in bouwplaatsreglement; Stelling voorzien van leuning, tussenleuning, plint, aaneensluitende werkvloer (stelling > 2m); Berekeningsnota’s opvragen en bijhouden (stelling > 8m) + opnemen als besteksbepaling en herhalen in bouwplaatsreglement. Opnemen in uitvoeringsprocedure; In goede staat houden; Nooit verwijderen zonder dat eerst andere beschermingsmaatregelen zijn voorzien in overleg met de veiligheidscoördinator; Kostprijs plaatsing collectieve beschermingen verdelen onder de verschillende aannemers/ gebruikers. Permanente draagplicht opleggen; Draagplicht signaleren (pictogrammen); Voorlichting en instructie werknemers; Reserve PBM’s ter beschikking op de werf (bezoekers); Toezicht op gebruik; Toezicht op keuring (valbeveiliging).
ALGEMENE RISICOANALYSE Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 1/16 Algemeen V&G-plan
2.
WERFINRICHTING
ACTIVITEIT Bepalen van de werfzones en afbakeningen Signalisatie: - verplichtingen PBM’s (helm, bril, handschoenen, schoeisel) - toegangsverbod derden - publiciteitspaneel Werfverkeer (vrachtwagen)
Plaatsen van werfketen/container
Verlichting op de werf
Aansluiten van nutsleidingen (riolering, waterleiding, elektriciteit, telefoon,…)
Levering van materialen
RISICO’S
Zie werfinrichtingsplan.
Stabiliteit (gevaar van omvallen,…) Vandalisme.
Geven van voorlichting; Pictogrammen ; Regelmatige controle; Een goed gekozen opstellingsplaats kiezen.
Aanrijding.
Speciale aandacht tijdens het achteruitrijden; Geluidssignaal bij het achteruitrijden; Gebruik maken van een zichtveldverbeterend systeem (zgn. dode hoek). Voldoende ruimte en vlakke inplanting voorzien; Regelmatig opruimen; Plaatsen van vb. een schoen- en laarzenborstel aan de ingang. Heftoestel en hijsgereedschappen laten controleren door keuringsorganisme. Voldoende afstand houden; Dragen van PBM’s. Zie reglementaire voorschriften voor verlichting op de werf. Geschikt en aangepast materiaal gebruiken.
Val van personen tijdens: - de montage; - het gebruik. Val van de werfkeet/ container tijdens de plaatsing. Klemming tijdens het plaatsen van de werfkeet/container. Onvoldoende verlichting. Blootstelling aan elektrische stroom (elektrocutie). Val van personen.
Grondverzakking. Tijdens het zagen of slijpen van de leidingen contact met beweeglijke voorwerpen. Blootstelling aan elektrische stroom. Val van de vrachtwagen. Val van voorwerpen.
Klemming tussen cabine van de vrachtwagen en een muur. Stapelen van het materieel en/of materiaal
Val van voorwerpen
Vallen, struikelen, … van personen
Toepassen van bronbemaling W. 24/87.016 MEBUMAR
MAATREGELEN
Inademing, opneming of opslorping van giftige stoffen Contact beweeglijke voorwerpen
Het afbakenen en zo vlug mogelijk dichten van de respectievelijke sleuven; Regelmatig reinigen van de werkpost. Respecteren van de natuurlijke afschuivinghoek, indien niet haalbaar => beschoeiing toepassen. Het gebruik van PBM’s (o.a. veiligheidsbril) bij het maken van de nodige verbindingen. Bij werkzaamheden aan het net, steeds de onder spanning staande delen uitschakelen en vergrendelen. Goede coördinatie tussen chauffeur, kraanman en helper. Verbod van zich te bewegen onder bewegende lasten; Vermijden van manuele begeleiding van de lasten; Gebruik van periodiek gekeurd hijsmaterieel. Optimaliseren van de coördinatie tussen kraanman en werfpersoneel; Minimumafstand van 80 cm te eerbiedigen. Oordeelkundige stapeling van het materieel en/of materiaal => zware stukken beneden en de lichte stukken boven in de rekken, Verankering van het rekkensysteem Doorgangen vrijmaken van materieel en/of materiaal Orde en netheid op de werf Gescheiden opslag van de verschillende scheikundige producten (zie technische fiches) Degelijke afscherming van de draaiende delen
ALGEMENE RISICOANALYSE Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 3/16 Algemeen V&G-plan
3.
SIGNALISATIE
ACTIVITEIT Voorbereiding
RISICO’S Algemene voorschriften
Aanrijding met langskomend openbaar verkeer
Verkeerde beweging
Transport van het signalisatiematerieel
Plaatsen van de signalisatie
Wegnemen van de signalisatie
Opvolging en onderhoud van de signalisatie
W. 24/87.016 MEBUMAR
Val uit voertuig tijdens verplaatsing. Val van personen van de begane grond tijdens transport van signalisatie. Val van voorwerpen tijdens laden / lossen van signalisatie.
MAATREGELEN In het algemeen zal het signalisatiematerieel worden geplaatst in de volgorde zoals de weggebruiker het zal waarnemen. Gebruik van PBM’s, zoals reflecterende kledij, volgens de categorie: vb. gele reflecterende kledij voor de spoorwegen, enz.; Gebruik van andere signalisatiemiddelen om gezien te worden (signalisatiebakens & -kegels,mannequin met vlag, oranje flikkerlicht op de wagen, reflectoren, oploopbufferbak of stootdemper enz. Het personeel dient te beschikken over de nodige instructies; Aanstelling van een signalisatieverantwoordelijke; Een goede voorbereiding en planning van de signalisatiewerken is noodzakelijk. Er mag zich nooit iemand in de laadbak van een rijdend voertuig bevinden, zoals van een wiellader. Bij het aanbrengen van de signalisatie gaat men behoedzaam te werk.
Gebruik de juiste aanslagtechnieken; Enkel hijsmaterieel gebruiken, dat een periodieke keuring (driemaandelijks) heeft ondergaan. Contact onbeweeglijke Het plaatsen van de werfsignalisatie, met voorwerpen: aanrijdingen. uitzondering van het afsluiten van de openbare weg; dient in twee fasen te gebeuren: a. signalisatie eigen aan het aanwezige verkeer en onafhankelijk van de werken, b. de eigenlijke werfsignalisatie, Men kiest bij voorkeur een kalme periode (weinig drukte vb. voor 7.00 ‘s morgens en na 19.00 of in het weekend), meer in het bijzonder bij het plaatsen van de signalisatie; Rekening houden met de goedgekeurde opstellingsvolgorde: bij het plaatsen is dit in principe in de richting van het verkeer. Aanrijding met voorbijrijdend De werkzaamheden mogen slechts starten als de verkeer. signalisatie is opgesteld; Het personeel dat de signalisatie plaatst is competent met de nodige ondervinding en opleiding; In gevaarlijke situaties, zoals bijvoorbeeld het onvrijwillig onderbreken van de verkeersstroom dient men een beroep te doen op de wegpolitie. Blootstelling aan of contact De elektrische installatie dient te voldoen aan de met elektrische stroom. bepalingen van het A.R.E.I., d.w.z. veilige werkspanning van 12 of max. 24 V. Contact met onbeweeglijke Men kiest bij voorkeur een rustige periode (weinig voorwerpen: aanrijdingen drukte), speciaal gedurende het wegnemen van de signalisatie-uitrusting: - in principe tegen de richting van het verkeer in Aanrijding met voorbijrijdend Buiten de normale werkuren (‘s nachts, weekeinde, verkeer feestdagen & middagpauzes)moeten de overbodige verkeersborden worden weggenomen ( of neergelegd indien mogelijk) of afgedekt telkens de omstandigheden het toelaten Contact met beweeglijke De staat, de kleurvastheid en de leesbaarheid van de voorwerpen: in aanrijding met borden dient regelmatig te worden gecontroleerd de plaatselijke verkeersstroom door de op het op zwarte achtergrond met gele letters & cijfers vermelde signalisatieverantwoordelijke of zijn plaatsvervanger ALGEMENE RISICOANALYSE Blz. 4/16 Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
4. VOORBEREIDENDE WERKEN Rooien van beplantingen ACTIVITEIT Vellen van bomen m.b.v. kettingzaag, m.b.v. tractor.
Verwijderen stronken m.b.v. graafmachine, tractor.
Laden hout m.b.v. kraan, vrachtwagen.
Hakselen loof m.b.v. hakselaar m.b.v. kraan, graafmachine.
Werken langs openbare weg m.b.v. zie hierboven.
RISICO’S
MAATREGELEN
Vallen van bomen; Beschadigen bovengrondse nutsvoorzieningen; Uitglijden / uitschuiven; Wegvliegen houtspaanders; Gehoorbeschadiging; Breken ketting of leng.
Afbakenen; Signalisatie; Windrichting, windkracht en Valrichting bekijken Regelmatig nazicht materieel; Eventueel nutsvoorzieningen (laten) wegnemen; Gebruik PBM’s; Stabiel opstellen op begane grond; Voldoende verwijderen van ketting/ leng onder spanning; Afschermen bestuurder tractor. Beschadigen ondergrondse Bestuderen plannen nutsvoorzieningen; nutsvoorzieningen; Uitgraven stronken die rondom nutsvoorzieningen Beschadigen bovengrondse kunnen gegroeid zijn; nutsvoorzieningen; Manueel graven in nabijheid van leidingen; Breken ketting of leng. Het bestuderen van de afstand t.o.v. bovengrondse nutsvoorzieningen; Beperken ban de reikwijdte van de graafmachine Regelmatig nazicht materieel; Voldoende verwijderen van ketting/ leng onder spanning; Afschermen bestuurder. Vallen voorwerpen. Gekeurd hijsmaterieel; Juiste hijsmethode en stapeling; Draaicirkel kraan buiten werkzone werknemers; Hijszone afbakenen; Signalisatie. Klemmen/ afrukken ledematen; Nodige afschermingen en andere collectieve Projecteren verhakseld loof beschermingsmiddelen; Vallen takken/ loof. Voldoende afstand van draaiende onderdelen (min. 0.80m); Opstellen machine zodat projectie niet in werkzone personen komt; Opstelling kraan zodat traject loof in hakselaar buiten werkzone personen valt. Ongelukken met derden. Signalisatie; Indien nodig openbare weg afsluiten; Omleiden verkeer in overleg met politie bekijken; Windrichting en windkracht.
Op- en afbreekwerken Insnijden, verbrokkelen en wegschaven van verhardingen ACTIVITEIT Insnijden van verhardingen m.b.v. slijpmachine
Wegschaven van verhardingen m.b.v. schaafmachine, vrachtwagen Verbrokkelen van verhardingen m.b.v. pneumatische hamer
W. 24/87.016 MEBUMAR
RISICO’S Aanraking met bewegende delen; Wegvliegen brokstukken schijf; Wegvliegen stukken verharding; Lawaai. Lawaai; Botsing tussen machines en voertuigen. Lawaai; Wegvliegende verbrokkelde verharding.
MAATREGELEN Nodige afscherming van slijpschijf; Gepaste schijf voor verharding; Nodige afscherming werkzone; Werkzone afbakenen voor derden; Gebruiken PBM’s. Gebruik PBM’s; Signalisatie; Coördinatie tussen machinisten en andere werknemers. Gebruik PBM’s; Afbakenen werkzone; Signalisatie.
ALGEMENE RISICOANALYSE Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 5/16 Algemeen V&G-plan
Opbreken van verhardingen (verhardingen van rijbanen, verharde rijstroken, verharde bermgedeelten) ACTIVITEIT
RISICO’S
Opbreken van funderingen en onderfunderingen m.b.v. pneumatische hamer, hydraulische laadschoppen, vrachtwagen, bulldozers, trekkabels Verwijderen/ afvoeren puin m.b.v. graafmachine, vrachtwagen
Wegspringen stukken; Lawaai; Vallen voorwerpen; Val van personen.
Verplaatsing van rijdend materieel m.b.v. graafmachine, vrachtwagen
Vallen van stukken op machines; Kantelen machines; Botsingen tussen machines.
Ongelukken met personen vreemd aan de werf Botsingen personen/ machines Vallen van voorwerpen Val van personen
MAATREGELEN Gebruik PBM’s; Openingen afdekken; Leuningen en hekkens plaatsen; Goede verlichting; Coördinatie tussen machinist en andere werknemers Niet op af te breken delen gaan staan; Aangepaste afbraakmethode. Behoorlijke omheining/ afbakening; Signalisatie; Toegangsbord; Goede verlichting; Goede afspraken tussen machinist en andere werknemers; Geluidssignaal bij het achteruitrijden; Plaatsen leuningen en hekkens; Openingen afdekken. FOPS-bescherming; Stabiele opstelling; Goede afspraken en onderlinge coördinatie tussen machinisten; Voldoende breedte; Circulatiewegen vastleggen.
Opbreken van lijnvormige elementen ACTIVITEIT Opbreken kantopsluitingen m.b.v. handgereedschap, kraan Opbreken veiligheidsstootbanden m.b.v. handgereedschap, kraan Opbreken vangrails en steunpalen m.b.v. handgereedschap, kraan Afwerken van behouden lijnvormige elementen (inzagen voeg) m.b.v. slijpmachine
W. 24/87.016 MEBUMAR
RISICO’S
MAATREGELEN
Klemmen ledematen; Snijden, schaven huid; Rugletsel; Botsing personen, machines; Vallen stukken.
Onderlinge coördinatie tussen werknemers; Gebruik PBM’s; Geschikte lichaamshouding; Goede afspraken met machinist; Goed hijsmethode; Gekeurd hijsmaterieel.
Aanraking met bewegende delen; Wegvliegen brokstukken schijf; Wegvliegen stukken verharding; Lawaai.
Nodige afscherming van slijpschijf; Gepaste schijf voor verharding; Nodige afscherming werkzone; Werkzone afbakenen voor derden; Gebruik PBM’s.
ALGEMENE RISICOANALYSE Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 6/16 Algemeen V&G-plan
Opbreken of opvullen van buizen en kokers ACTIVITEIT
RISICO’S
Uitgraven sleuf m.b.v. handgereedschap, graafmachine, beschoeiing.
Instortingsgevaar; Kantelen vervoer; Val van personen; Botsing machines en personen.
Opbreken fundering, omhulling en aanvulling m.b.v. pneumatische hamer, hydraulische laadschoppen, vrachtwagen, bulldozers, trekkabels. Opvullen m.b.v. handgereedschap, graafmachine, bulldozer, vrachtwagen.
Wegspringen stukken; Lawaai; Vallen voorwerpen; Val van personen.
Instortingsgevaar; Kantelen vervoer; Val van personen; Botsing machines en personen.
MAATREGELEN Afschuivingvlak; Vermijden/ afstand houden verkeer, trillende machines, opslag van materiaal; Beschoeiing (diepte >1.20m); Injectie bindmiddel in bodem; Zo vlug mogelijk dichten; Beperkte lengte openleggen; Afdekken; Afbakening, signalisatie, leuningen, verlichting; Coördinatie tussen machinist en andere werknemers; Personen buiten werkzone machines. Gebruik PBM’s; Openingen afdekken; Leuningen en hekkens plaatsen; Goede verlichting; Coördinatie tussen machinisten en werknemers; Niet op af te breken delen gaan staan; Aangepaste afbraakmethode. Afschuivingvlak; Vermijden/ afstand houden verkeer, trillende machines, opslag van materiaal; Beschoeiing (diepte 1.20m); Injectie bindmiddel bodem; Zo vlug mogelijk dichten en afdekken; Beperkte lengte openleggen; Afbakening, signalisatie, leuningen, verlichting; Coördinatie tussen machinist en andere werknemers; Personen buiten werkzone machines.
Opbreken van plaatselijke elementen ACTIVITEIT
RISICO’S
Opbreken straatkolken, roosters, putranden, … (ev. fund.) m.b.v. handgereedschap, kraan.
Klemmen ledematen; Snijden, schaven huid; Rugletsel; Botsing personen, machines; Vallen stukken.
Afdichten ontstane openingen in riolering of waterafvoerstelsel m.b.v. handgereedschap, graafmachine, bulldozer, vrachtwagen.
Afwerken van behouden lijnvormige elementen (inzagen voeg) m.b.v. slijpmachine W. 24/87.016 MEBUMAR
MAATREGELEN
Onderlinge coördinatie tussen werknemers; Gebruik PBM’s; Geschikte lichaamshouding; Goede afspraken met machinist; Goed hijsmethode; Gekeurd hijsmaterieel. Instortingsgevaar; Afschuivingvlak; Kantelen vervoer; Vermijden/ afstand houden verkeer, trillende Val van personen; machines, opslag van materiaal; Botsing machines en Beschoeiing; personen. Injectie bindmiddel in de bodem; Zo vlug mogelijk dichten en afdekken; Beperkte lengte openleggen; Omheining, afbakening, signalisatie, leuningen, verlichting; Coördinatie tussen machinist en andere werknemers; Bij achteruitrijden gebruik maken van aan geluidssignaal; Personen buiten werkzone machines. Aanraking met bewegende delen; Nodige afscherming van slijpschijf; Wegvliegen brokstukken schijf; Gepaste schijf voor verharding; Wegvliegen stukken verharding; Nodige afscherming werkzone; Lawaai. Werkzone afbakenen voor derden; Gebruik PBM’s. ALGEMENE RISICOANALYSE Blz. 7/16 Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
Op- en afbreken van massieven, constructies, kleine kunstwerken en afsluitingen ACTIVITEIT
RISICO’S
MAATREGELEN
Grondwerk m.b.v. graafmachine, vrachtwagen, handgereedschap.
Wegzakken; Tegenligger; Onstabiliteit aangrenzend grondwerk; Instortingsgevaar; Verkeer op de openbare weg; Botsing tussen machines, personen; Val van personen.
Opbreken massieven m.b.v. pneumatische hamer, hydraulische laadschoppen, vrachtwagen, bulldozers, trekkabels. Opbreken afsluitingen (schuttingen, muren, traliewerk, hekken, fundering) m.b.v. pneumatische hamer, trekkabels, graafmachine, handgereedschap, brander Wegnemen en terugplaatsen, afsluitingen m.b.v. handgereedschap, kraan, hijstoebehoren. Opbreken kleine kunstwerken, waterdoorlaten, duikers, leidingen en funderingen m.b.v. pneumatische hamer, hydraulische laadschoppen, vrachtwagen, bulldozers, trekkabels.
Wegspringen stukken; Lawaai; Vallen voorwerpen; Val van personen.
Aanleg werfpiste; Breedte doorgang en veiligheidsafstand van putten; Beschoeiing van openingen (diepte >1.20m); Signalisatie en snelheidsbeperking; Coördinatie tussen machinist en werknemers; Geluidssignaal bij achteruitrijden; Voldoende zichtbaarheid; Taludering; Opslag materiaal op veiligheidsafstand; Injectie van bindmiddel in bodem; Zo vlug mogelijk dichten; Beperkte aantal gelijke openingen; Opening afdekken, omheining. Gebruik PBM’s; Openingen afdekken en leuninge, hekkens plaatsen; Goede verlichting; Coördinatie tussen machinisten en werknemers; Niet op af te breken delen gaan staan; Aangepaste afbraakmethode. Aangepaste afbraakmethode + volgorde; Veiligheidsafstand t.o.v. voorwerpen onder spanning; Kabels en kettingen in goede staat; Gebruik PBM’s; Coördinatie tussen machinist en andere werknemers.
Vallen voorwerpen; Scherpe voorwerpen; Lawaai; Botsingen machines, personen.
Elementen onder spanning; Scherpe voorwerpen; Struikelen. Wegspringen stukken; Lawaai; Vallen voorwerpen; Val van personen.
Aangepaste demontage en montage; Gekeurd hijsmaterieel; Afbakening werkzone; Oprollen draad, gaas. Gebruik PBM’s; Openingen afdekken; Leuningen en hekkens plaatsen; Goede verlichting; Coördinatie tussen machinisten en werknemers; Niet op af te breken delen staan; Aangepaste afbraakmethode.
Afvoer van puin ACTIVITEIT Middelen voor de behandeling van puin: - ter plaatse - voor het laden
Aard van het puin: - neutraal - gevaarlijk - zeer giftig - toxisch - schadelijk - aan te vullen volgens CEE W. 24/87.016 MEBUMAR
RISICO’S
MAATREGELEN
Inspanningen, verkeerde bewegingen of uitglijden zonder val tijdens behandelingen zonder drijfkracht - tijdens tillen van lasten; - door stereotiepe houdingen. Contact door inademing, door opneming of door opslorping van giftige stoffen.
Aangepaste werkmethoden en houdingen; Afvalcontainers voorzien op de werkposten; Tijdig ledigen in centrale container; Centrale afvalcontainers voorzien; Containers opstellen zodat ze gemakkelijk bereikbaar zijn voor mens en machine. Asbestinventaris vooraf raadplegen (indien bestaand); Wegnemen van asbest vóór aanvang afbraak door gespecialiseerde firma + medische inspectie waarschuwen; Noodzaak tot het scheiden van de respectievelijke producten; Gebruik van beschermingsmiddelen voor behandeling van deze producten; Stof vermijden door bevochtigen of goed ventileren Dragen van PBM’s (masker, helm, …). ALGEMENE RISICOANALYSE Blz. 8/16
Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Algemeen V&G-plan
5. DROOG GRONDVERZET Afgraving ACTIVITEIT
RISICO’S
Afgraving m.b.v. graafmachine, vrachtwagen.
Botsing tussen machines, personen; Kantelen, wegzakken; Verkeer.
Manueel bijwerken m.b.v. schop, spade.
Fysische overbelasting; Risico om bedolven te geraken.
MAATREGELEN Coördinatie tss machinisten en andere werknemers; Bij achteruitrijden gebruik maken van geluidssignaal; Aanleggen werfpiste (aanvullen, verdichten); Stabiele opstelling; Afbakenen werkzone; Signalisatie. Goede werkhouding; Aanbrengen beschoeiing; Kist gebruiken; Talud 4/4 aanbrengen.
Uitgraving ACTIVITEIT
RISICO’S
Uitgraven rots, grond m.b.v. graafmachine, vrachtwagen
Botsing tussen machines, personen; Kantelen, wegzakken; Verkeer.
Profileren van oppervlakken m.b.v. scraper, grader. Aan oppervlak verdichten m.b.v. bulldozer, wals.
Botsing tussen machines, personen.
MAATREGELEN Coördinatie tussen machinisten en werknemers; Bij achteruitrijden gebruik maken van geluidssignaal; Aanleggen werfpiste (aanvullen, verdichten); Stabiele opstelling; Afbakenen werkzone; Signalisatie. Coördinatie tussen machinisten en werknemers; Geluidssignaal bij achteruitrijden.
Ophoging ACTIVITEIT Aan de oppervlak verdichten van de zate van de ophoging m.b.v. bulldozer, wals Aanbrengen en spreiden m.b.v. scraper, grader. Verdichten m.b.v. bulldozer, wals. Profileren oppervlak m.b.v. scraper, grader. Aan oppervlak verdichten m.b.v. bulldozer, wals
RISICO’S Botsing tussen machines, personen.
MAATREGELEN Coördinatie tussen machinist en werknemers Geluidssignaal bij achteruitrijden
Aanvulling ACTIVITEIT Spreiden van aanvullingsmateriaal m.b.v. scraper, grader Verdichten van aanvullingsmateriaal m.b.v. bulldozer, wals W. 24/87.016 MEBUMAR
RISICO’S Botsing tussen machines, personen.
MAATREGELEN Coördinatie tussen machinisten en overige werknemers; Geluidssignaal bij het achteruitrijden
ALGEMENE RISICOANALYSE Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 9/16 Algemeen V&G-plan
Afdekking ACTIVITEIT Spreiden, profileren, licht verdichten, steunbermen, talus m.b.v. scraper, grader
RISICO’S Botsing tussen machines, personen.
MAATREGELEN Coördinatie tussen machinisten en werknemers; Geluidssignaal bij achteruitrijden.
Drooghouden ACTIVITEIT
RISICO’S
Manueel uitgraven m.b.v. schop, spade
Steel van schop kan breken; Fysische overbelasting; Instortingsgevaar; Uitschuiven of struikelen; Bodemverontreiniging; Contact met nutsleidingen.
Instandhouding afwatering m.b.v. afvoerkanalen, grachten Voorkomen waterstagnatie m.b.v. afvoerkanalen, grachten pomp, slangen Verlagen grondwaterpeil m.b.v. pomp, slangen
Val van personen, verdrinking Val van personen, verdrinking; Contact bewegende delen; Struikelgevaar. Contact bewegende delen; Struikelgevaar.
MAATREGELEN Gebruiken als goede huisvader; Goede werkhouding gebruiken, orde naast werkplaats; Voldoende breed uitgraven, beschoeiing plaatsen; Orde op de werkplaats; Dragen van handschoenen; Op voorhand eigenaars verwittigen; Bij hindernissen geen extra kracht zetten. Afbakening; Signalisatie. Afbakening; Signalisatie; Afscherming pomp; Ongehinderd opstellen pomp. Afscherming pomp; Signalisatie; Ongehinderd opstellen pomp.
Instandhouding ACTIVITEIT
RISICO’S
Voorkomen grondafkalving Val van personen; (stempelingen / beschoeiingen) Val van voorwerpen. m.b.v. Stempelingen, beschoeiingen, hefwerktuigen
MAATREGELEN Aangepaste verankering; Gebruik PBM’s; Gekeurd hijsmaterieel; Afbakenen werkzone.
Geschikt maken van grond als ophopingsmateriaal ACTIVITEIT Mengen van grond met bindmiddel (spreiden van bindmiddel op laag grond / dooreenwerken laag grond m.b.v. bulldozer, strooier Mengen van verschillende grondsoorten m.b.v. bulldozer, strooier
W. 24/87.016 MEBUMAR
RISICO’S Contact met gevaarlijke stoffen; Stofontwikkeling; Botsing tussen voertuigen, personen. Contact met gevaarlijke stoffen; Stofontwikkeling; Botsing tussen voertuigen, personen.
MAATREGELEN Gebruik PBM’s; Beschermde cabines; Bevochtigen; Coördinatie tussen machinisten; Signalisatie en geluidssignaal bij achteruitrijden. Gebruik PBM’s; Beschermde cabines; Bevochtigen; Coördinatie tussen machinisten; Signalisatie en geluidssignaal bij achteruitrijden.
ALGEMENE RISICOANALYSE Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 10/16 Algemeen V&G-plan
Ongeschonden bewaring, verlegging en terugplaatsing van kabels en leidingen ACTIVITEIT
RISICO’S
Bewaring m.b.v. handgereedschap, graafmachine, stutten
Beschadiging kabels en leidingen.
Verlegging m.b.v. handgereedschap, graafmachine Terugplaatsing m.b.v. graafmachine, bulldozer
Beschadiging kabels en leidingen.
Beschadiging kabels en leidingen.
MAATREGELEN Handmatig uitgraven in nabije omgeving van kabels en leidingen; Op regelmatige afstand ondersteunen van kabels en leidingen; Duurzame en stabiele stutten; Signalisatie. Handmatig uitgraven in nabije omgeving van kabels en leidingen; Op regelmatige afstand ondersteunen van kabels en leidingen; Signalisatie. Voldoende verdichten; Signalisatie en optekening ligging + distributie tussenkomende partijen.
Betreden en werken in bouwputten Betreden en werken in bouwputten
Moeilijke toegang en moeilijke redding van personen in nood; Valrisico voor personen en van voorwerpen; Mogelijke slechte atmosfeer (zuurstoftekort, toxische gassen en explosieve dampen); Geen direct contact vanwege werk en moeilijke verwittiging bij incident; Mogelijk contact met ongedierte en biologische agentia. Werken in besloten ruimten - Brand- en explosiegevaar Verstikking (door zuurstoftekort); Vergiftigingsgevaar; Gevaar voor elektrocutie; Stoten tegen voorwerpen / vallen / struikelen.
W. 24/87.016 MEBUMAR
Permanente en gegarandeerde ventilatie met verse ademlucht voorzien; Controle van atmosfeer door permanente/ periodieke detectie; Collectieve voorzieningen voor een veilige betreding (verlichting, trap, lift. Ladder,…); Organisatorische en praktische maatregelen gericht op controle en alarmering in nood; Een snelle en efficiënte evacuatie in functie van de risico’s en omstandigheden; Individuele voorzieningen.f.v. - Valrisico (harnasgordel, helm, lamp); - Vluchtroute (levenslijn); - Alarmering bij slecht atmosfeer (gasdetectie); - ademlucht i.f.v. de evacuatietijd (vluchtmasker); - biologische agentia (handschoenen, laarzen, kledij). Veiligheidsprocedure voor besloten ruimten volgen: - ten minste (altijd) 2 personen betrokken (1 persoon in besloten ruimte, 1 persoon toezicht); - men moet min. 18 jaar zijn; - werknemers in besloten ruimte dragen een reddingsgordel met schouderbanden, deze zijn verbonden met een veiligheidskoord dat naar buiten leidt en vastgehouden wordt door de persoon belast met het toezicht; - afspraken maken over het geven van signalen.
ALGEMENE RISICOANALYSE Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 11/16 Algemeen V&G-plan
6.
DRAINERINGEN
ACTIVITEIT
RISICO’S
Uitgraven van de sleuven m.b.v. handgereedschap, graafmachine, beschoeiing
Instortingsgevaar; Kantelen vervoer; Val van personen; Botsing machines en personen.
Fundering en omhulling (draineerbuizen en draineerkanaal)m.b.v. handgereedschap, graafmachine, vrachtwagen Leggen van de draineerbuizen m.b.v. haspel
Botsing tussen machines en personen; Val van personen.
Bedekking van de draineerbuizen met draineermateriaal m.b.v. haspel Aanvulling van de sleuven m.b.v. bulldozer, wals, scraper, grader
Val van personen.
Droog houden van de sleuven m.b.v. afvoerkanalen, grachten Instandhouden van de sleuf m.b.v. beschoeiing Ongeschonden bewaring, verlegging en terugplaatsing van kabels en leidingen m.b.v. handgereedschap, graafmachine, stutten, bulldozer
W. 24/87.016 MEBUMAR
Val van personen.
Botsing tussen machines, personen; Botsing tussen machines, personen. Val van personen, verdrinking.
MAATREGELEN Taludering; Vermijden / afstand houden verkeer, trillende machines, opslag van materiaal; Beschoeiing; Injectie bindmiddel in bodem; Zo vlug mogelijk dichten; Beperkte lengte openleggen; Afdekken; Omheining, afbakening, signalisatie, leuningen, verlichting; Coördinatie tussen machinist en andere werknemers; Personen buiten werkzone machines. Coördinatie tussen machinisten en werknemers; Afbakenen sleuf; Toegangen tot bodem sleuf voorzien.
Toegang tot sleuf; Aangepaste afrolmethode en manipulatie draineerbuis; Afbakening sleuf; Signalisatie. Toegang tot sleuf; Aangepaste afrolmethode en manipulatie draineerbuis; Afbakening sleuf; Signalisatie. Coördinatie tussen machinisten.
Afbakening; Signalisatie.
Instortingsgevaar.
Afbakening; Signalisatie.
Beschadiging kabels en leidingen.
Handmatig uitgraven in nabije omgeving van kabels en leidingen; Op regelmatige afstand ondersteunen van kabels en leidingen; Duurzame en stabiele stutten; Signalisatie en optekening ligging.
ALGEMENE RISICOANALYSE Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 12/16 Algemeen V&G-plan
7.
WEGENISWERKEN
ACTIVITEIT Algemeen.
RISICO’S Algemene voorschriften
Val van personen Verkeersrisico / aanrijding met bouwplaatsmachines
Inspanningen, verkeerde bewegingen of uitglijden zonder val: tijdens uitstappen van betonneermachine. Nivelleren & profileren. Contact met de nivelleermachine; Contact met de pneumatische verdichter. Aanbrengen fundering Val van materiaal van de (koffer). vrachtwagen Contact met beweeglijke voorwerpen: contact met bak van graafmachine of wiellader. Inspanning, verkeerde beweging bij het werken met handgereedschap, bv. schop. Aanbrengen van oppervlaktelaag Aanbrengen Val van voorwerpen bij boordstenen behandeling: Val van een boordsteen op de werknemer. Contact met beweeglijke voorwerpen: Bij het doorslijpen of het zagen. Inspanning, verkeerde beweging bij behandeling: Bij het verplaatsen van de boordstenen. Andere vormen: - lawaai.
W. 24/87.016 MEBUMAR
MAATREGELEN Het personeel dient te beschikken over de nodige instructies; Een goede voorbereiding van de werken is noodzakelijk; De werken mogen slechts beginnen na goedkeuring van het signalisatiepan door de Bevoegde Overheid. Afdekken van de trajectopeningen; Opstellen van een werfsignalisatieplan. Gebruik van PBM’s (reflecterende kledij, veiligheidsschoenen, helm!); Aanduiding van de transportwegen (aan- en afvoer); Akoestisch signaal automatisch ingeschakeld bij het achteruitrijden; Voor het gebruik dient de bestuurder de goede werking na te gaan, vastgestelde gebreken; Dienen onmiddellijk te worden gemeld; Het onvrijwillig starten moet onmogelijk zijn, een sleutelvergrendeling dient te zijn voorzien; De bestuurders mogen hun machine niet verlaten zolang de machine in werking is; Bij de machines dient de handrem te worden ingeschakeld, evt. wielen blokkeren door wielschoenen; Tijdens het vervoer van de machines dienen deze te worden beveiligd tegen verplaatsing. Gebruik maken van de aanwezige handgrepen tijdens het opstappen.
Voorzie gereedschap met CE-keuring en met de nodige afscherming; Gebruik PBM’s, veiligheidsbril en stofmasker. Geen werkzaamheden uitvoeren in de gevarenzone; Een duidelijke signalering van de gevarenzone. Dragen van PBM’s (o.a. helm); Afstand houden t.o.v. de machine (minstens 80 cm vrije ruimte om het gevaar op klemming te vermijden). Goede werkhouding aannemen.
Verboden onder hangende lasten te werken; Afbakenen van de werkzone; Dragen van PBM’s: helm & veiligheidshandschoenen & -schoenen. Dragen van PBM’s: veiligheidsbril.
Gebruik van hulpstukken, zoals handklem (= boordsteenklem); Steeds met twee werknemers de last verplaatsen. Dragen van gehoorbescherming vanaf 90 dB(A).
ALGEMENE RISICOANALYSE Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 13/16 Algemeen V&G-plan
ACTIVITEIT Betonstraatstenen
Aanbrengen van oppervlaktelaag: Klinkers, kasseien, steenslag
Plaatsen van prefab traptreden
RISICO’S Val van voorwerpen bij behandeling: tijdens het afnemen van de paletten met stenen. Klemming tussen de klinker en de klinkerschaar. Inspanning, verkeerde beweging bij het (ver)plaatsen van de stenen. Val van voorwerpen bij behandeling: tijdens het afnemen van de paletten met stenen. Contact met beweeglijke voorwerpen: -door het wegspringen van steendeeltjes; -contact tussen vrachtwagen en derden of werknemer. Klemming tussen de klinker en de klinkerschaar. Inspanning, verkeerde beweging bij het (ver)plaatsen van de stenen. Val personen begane grond bij overbelasting en valse bewegingen Instorten. Val van voorwerpen bij behandeling ervan: Hijsen van de prefabelementen; Val van voorwerpen tijdens uitvoeren allerhande werken Contact beweeglijke voorwerpen: - bij gebruik van een elektrische toestellen Klemming tussen verschillende elementen Inspanning, verkeerde beweging bij andere omstandigheden: overbelasting en risico van val van de traptrede
W. 24/87.016 MEBUMAR
MAATREGELEN Gebruik van gekeurd aanslagmaterieel.
Zorgen voor een stabiele opstelling alvorens de dal/ klinker op maat te kappen. Regelmatig van werkhouding veranderen.
Gebruik van gekeurd aanslagmaterieel.
dragen van PBMs (veiligheidsbril, handschoenen); Coördinatie tussen vrachtwagenbestuurfder en andere werknemers.
Zorgen voor een stabiele opstelling alvorens de dal / klinker op maat te kappen. Regelmatig van werkhouding veranderen.
Orde en netheid, vrijmaken van de doorgangen, beschermen van de openingen. Schoren van elementen; Elementen zo snel mogelijk verankeren. Gebruik van gekeurd hijsmaterieel; Zich niet begeven onder hangende lasten; Dragen van PBM’s; Goede coördinatie tussen werknemers; Afbakenen van de werkzone + signaleren. Gebruiken van gekeurd materieel; Gebruik van anti-blokkeringssysteem; De machines moeten van de automatische veiligheden voorzien zijn; Dragen van PBM’s (bril). Elementen op afstand begeleiden; Dragen van PBM’s; Goede coördinatie tussen werknemers. Dragen met voldoende personen; Juiste plaatsing van het bordes, goed opspieën en onmiddellijk vastzetten van de traptrede.
ALGEMENE RISICOANALYSE Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 14/16 Algemeen V&G-plan
8.
GROENAANLEG
ACTIVITEIT Groenaanleg
Frezen
Nivelleren
Verdichten met rol
Aanbrengen beplanting
Plaatsen van boompalen
W. 24/87.016 MEBUMAR
RISICO’S Explosiegevaar bij het beschadigen van ondergrondse leidingen. Blootstelling aan elektrische stroom: bij het beschadigen van ondergrondse kabels. Val van personen op de begane grond: tijdens de verplaatsing van de freesmachine contact met de tractiemessen op modderig of hinderlijk terrein. Contact met de bewegende delen van de freesmachine
MAATREGELEN Opvragen van de liggingsplannen van leidingen; Detecteren en merken van de ondergrondse ligging. Opvragen van de liggingsplannen kabels; Detecteren en aanduiden van de ondergrondse ligging; Mechanisch naderen tot op maximum 50 cm. Gebruik van freesmachine met onafhankelijke tractiewielen tijdens het ter plaatse brengen; Onmiddellijk opruimen en afvoeren van alle puin en obstakels.
Uittesten van de optimale werking van de veiligheidsschakelaar (= dodemansbediening); Dragen van veiligheidsschoenen Werken volgens de regels van goed vakmanschap. Inspanning, verkeerde beweging Aannemen van een goede werkhouding; bij behandeling: bij het spitten / bij Afwisselen van de zware werkzaamheden onder de het compacteren of verdichten (= werknemers. effenen van het terrein). Contact beweeglijke Voorzie gereedschap met CE-keuring en met de voorwerpen; nodige afscherming; Aanrijding van de arbeider Voldoende afstand bewaren tot de machines. door de nivelleermachine. Contact met beweeglijke In optimale werking verkerende veiligheidsschakelaar, die voorwerpen. de motor of koppeling uitschakelt in de gevarenzone. Inspanning, verkeerde Aannemen van een goede werkhouding. beweging bij behandeling: tijdens het trekken aan de bedieningshandvatten en het gebruik op een helling bij een handbediende verdichterrol. Val voorwerpen bij behandeling: Dragen van PBM’s; val van plantgoed. (o.a. bomen, Te zware lasten met 2 personen dragen(max. 25 kg/persoon). struiken, steunmateriaal, …) Inspanning, verkeerde Aannemen van een goede werkhouding; beweging bij behandeling: bij Te zware lasten met 2 personen dragen(max. 25 kg/persoon). het verplaatsen van het plantgoed, bij het uitgraven van bestaand plantgoed. Val van personen begane Gebruik maken van gekeurd hijsmateriaal; grond tijdens het verplaatsen Zich niet begeven onder hangende lasten; van het materiaal naar de Vrij houden van doorgangen; plaats van bestemming Dragen van PBM’s; Te zware lasten met 2 personen dragen(max. 25 kg/persoon). Val van voorwerpen: Verpakkingsmateriaal zoveel mogelijk verwijderen - bij het afladen van de op de losplaats; vrachtwagen Dragen van PBM’s; - bij het verplaatsen naar de Te zware lasten met 2 personen dragen(max. 25 kg/persoon). plaats van bestemming Inspanning, verkeerde Steeds met twee personen de volumineuze lasten beweging bij het behandelen verplaatsen. van de samenstellende delen. Splinters in de handen Gebruik van PBM’s (o.a. handschoenen).
ALGEMENE RISICOANALYSE Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 15/16 Algemeen V&G-plan
ACTIVITEIT Plaatsen van boomlijsten
RISICO’S
MAATREGELEN
Val van personen begane grond tijdens het verplaatsen van het materiaal naar de plaats van bestemming.
Gebruik maken van gekeurd hijsmateriaal; Zich niet begeven onder hangende lasten; Vrij houden van doorgangen; Dragen van PBM’s; Te zware lasten met 2 personen dragen(max. 25 kg/persoon). Verpakkingsmateriaal zoveel mogelijk verwijderen op de losplaats Dragen van PBM’s Te zware lasten met 2 personen dragen(max. 25 kg/persoon).
Val van voorwerpen: bij het afladen van de vrachtwagen, bij het verplaatsen naar de plaats van bestemming.
Zaaien
Plaatsen van verkeerstekens
Leveren en plaatsen van straatmeubilair (o.a. zitbanken, betonnen palen, antiparkeerpalen, afvalbak, …)
W. 24/87.016 MEBUMAR
Inspanning, verkeerde beweging bij het behandelen van de samenstellende delen. Val van personen begane grond: - gedurende de verplaatsing op een drassig of hinderlijk terrein. Contact beweeglijke voorwerpen: -contact met de draaiende delen van de zaaimachine. Inspanning, verkeerde beweging bij behandeling: bij het plaatsen van de verkeerstekens. Inspanningen, verkeerde bewegingen bij behandeling: bij het graven van de put of bij het funderen, bij het plaatsen van de elementen. Contact beweeglijke voorwerpen: bij verankeren van straatmeubilair.
Steeds met twee personen de volumineuze lasten verplaatsen. Zorgen voor een stabiele ondergrond.
Voldoende afstand bewaren tot roterende delen.
Dragen van zwaardere lasten met twee personen Aannemen van een goede werkhouding
Dragen van zwaardere lasten met twee personen (max. 25 kg/persoon); Gebruik maken van gekeurd hijsmaterieel; Aannemen van een goede werkhouding. Gebruik van gekeurd materieel; Gebruik van anti-blokkeringssysteem; De machines moeten van de automatische veiligheden voorzien zijn; Dragen van PBM’s.
ALGEMENE RISICOANALYSE Herinrichting Hollebeekvallei – Hoboken / Wilrijk
Blz. 16/16 Algemeen V&G-plan
BIJLAGE 3 Beheersplan en beplantingslijsten
AG Stadsplanning Antwerpen Grote Markt 1 2000 Antwerpen
113/114 AGSTAN/OD/SP/HB/BE02 versie 27-10-2011
Beheerplan Hollebeekvallei
Definitief
Grontmij Vlaanderen Gent, 2 september 2011
, Revisie b
Verantwoording
Titel
:
Beheerplan Hollebeekvallei
Subtitel
:
Projectnummer
:
Referentienummer
:
Revisie
:
b
Datum
:
2 september 2011
Auteur(s)
:
Koen Maes
E-mail adres
:
[email protected]
Gecontroleerd door
:
Paul Durinck, Freerk Kiesow
Paraaf gecontroleerd
:
Goedgekeurd door
:
Paraaf goedgekeurd
:
Contact
:
300625
Grontmij Vlaanderen N.V. Meersstraat 138A B-9000 Gent T +32 9 241 59 20 F +32 9 241 59 30
[email protected] www.grontmij.be
, Revisie b Pagina 2 van 34
Inhoudsopgave
1
Inleiding......................................................................................................................... 5
2 2.1 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.4 2.5 2.6
Inrichting........................................................................................................................ 7 Beheereenheden .......................................................................................................... 7 Technische ingrepen..................................................................................................... 9 Fruitbomenweide .......................................................................................................... 9 Plantadvies.................................................................................................................... 9 Snoei ........................................................................................................................... 10 Bos- en struweelbeplanting......................................................................................... 10 Hollebeek .................................................................................................................... 11 Toegankelijkheid ......................................................................................................... 11
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2 3.2.1 3.2.1.1 3.2.1.2 3.2.2 3.3 3.3.1 3.3.1.1 3.3.1.2 3.3.2 3.3.2.1 3.3.2.2 3.4 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.6 3.6.1 3.6.2 3.6.2.1 3.6.3 3.6.3.1 3.6.3.2 3.6.4 3.6.4.1 3.6.4.2 3.7 3.7.1 3.7.2
Beheer......................................................................................................................... 13 Algemeen .................................................................................................................... 13 Beheerder ................................................................................................................... 13 Afval ............................................................................................................................ 13 Schoontijd ................................................................................................................... 13 Fruitbomenweide ........................................................................................................ 13 Boombeheer................................................................................................................ 13 Snoeien ....................................................................................................................... 14 Hakhout en snoei ........................................................................................................ 14 Beheer grazige vegetatie ............................................................................................ 15 Waterbuffer ................................................................................................................. 15 Bufferbekken ............................................................................................................... 15 Ruimen........................................................................................................................ 15 Maaibeheer ................................................................................................................. 15 Randbeplanting........................................................................................................... 15 Hakhout en snoei ........................................................................................................ 16 Bomenrij ...................................................................................................................... 16 Private onderhoudsstrook ........................................................................................... 16 Bosbestand ................................................................................................................. 16 Aanplanting ................................................................................................................. 16 Bosbeheer................................................................................................................... 17 Infrastructuur ............................................................................................................... 17 Volkstuinen.................................................................................................................. 17 Uitbreiding ................................................................................................................... 17 Randbeplanting........................................................................................................... 17 Snoeien ....................................................................................................................... 17 Teruggetrokken bedijking............................................................................................ 18 Rijten ........................................................................................................................... 18 Maaibeheer ................................................................................................................. 18 Nieuw wandelpad........................................................................................................ 18 Maaibeheer ................................................................................................................. 18 Snoeien ....................................................................................................................... 18 Groenzone Verreyckenstraat ...................................................................................... 18 Maaibeheer ................................................................................................................. 18 Rijten ........................................................................................................................... 19
, Revisie b Pagina 3 van 34
3.7.3 3.8 3.8.1 3.8.1.1 3.8.1.2 3.8.2 3.8.3 3.8.3.1 3.8.3.2 3.8.4 3.8.4.1 3.8.4.2 3.8.5 3.8.5.1 3.8.5.2 3.9 3.9.1 3.9.2 3.9.3 3.9.4 3.10 3.10.1 3.10.2
Snoeien ....................................................................................................................... 19 Noordelijke groenzone ................................................................................................ 19 Boszone ...................................................................................................................... 19 Bosbeheer................................................................................................................... 19 Snoeien ....................................................................................................................... 19 Plantsoen .................................................................................................................... 19 Open ruimte ................................................................................................................ 19 Maaibeheer ................................................................................................................. 19 Infrastructuur ............................................................................................................... 19 Waterbeheer ............................................................................................................... 20 Rijten ........................................................................................................................... 20 Maaibeheer ................................................................................................................. 20 Voormalige tuin ........................................................................................................... 20 Maaibeheer ................................................................................................................. 20 Snoeien ....................................................................................................................... 20 Provinciaal perceel...................................................................................................... 20 Maaibeheer ................................................................................................................. 20 Rijten ........................................................................................................................... 20 Ruimen........................................................................................................................ 21 Snoeien ....................................................................................................................... 21 Infrastructuurelementen .............................................................................................. 21 Boomstamzitbanken ................................................................................................... 21 Verharde oppervlakten................................................................................................ 21
4 4.1 4.2
Evaluatie ..................................................................................................................... 23 Natuurwaarden ........................................................................................................... 23 Verschraling ................................................................................................................ 23
5
Bijlagen ....................................................................................................................... 25
, Revisie b Pagina 4 van 34
1
Inleiding
De stad Antwerpen heeft de herinrichting van de Hollebeekvallei als strategisch groenproject aangewezen, waarmee de groenstructuur in het stedelijk gebied van Antwerpen versterkt zal worden. Hoofddoel van deze aanwijzing is het behoud en de versterking van een robuust groengebied op de grens van de districten Hoboken en Wilrijk, dat dienst kan doen als groenvoorzieningen voor de hier gelegen woonbuurten en als ecologische verbinding naar andere belangrijke groenzones zoals Fort 7 en het Schoonselhof. De functie van een dergelijk “leefgebied” brengt met zich mee dat de Hollebeekvallei tot een groenzone ontwikkeld zal worden, met mogelijkheden voor struinnatuur enerzijds en specifieke, aan de buurt gerelateerde groenvoorzieningen anderzijds (zoals de waterbufferzone in het zuiden van het projectgebied en de volkstuinen in het kerngebied). Daarbij zal het beheer van de vallei een extensief karakter krijgen, afgestemd op de beoogde struinnatuur met diverse belevingselementen enerzijds en een aantrekkelijk, natuurlijk landschap anderzijds. In het verlengde van het bovenstaande zal met het voorliggende beheerplan tevens extra aandacht worden besteed aan een ecologisch beheer van de beek en haar onmiddellijke omgeving. Op deze manier kan namelijk een groen leefkader gecreëerd worden, waarbij met een minimum aan (kleinschalige) ingrepen een optimale toestand behouden kan worden en de algehele kwaliteit verbetert. In volgende hoofdstukken zal meer in detail ingegaan worden op het te voeren beheer in de verschillende deelgebieden. Extra aandacht zal daarbij gaan naar de participatie door derden (Natuurpunt en volkstuinders) en het waterloopbeheer.
, Revisie b Pagina 5 van 34
Inleiding
, Revisie b Pagina 6 van 34
2
Inrichting
Naast het regulier beheer, zullen ten gevolge van de herinrichting enkele “startmaatregelen” gelden, welke na stabilisatie van de toestand zullen overgaan in het regulier beheer zoals beschreven in hoofdstuk 3.
2.1
Beheereenheden
Op basis van de verscheidene terreinkarakteristieken en in te richten zones, werd een onderscheid gemaakt in diverse beheereenheden. Hierbij worden aaneensluitende percelen zo veel mogelijk genummerd van noord naar zuid (zie Figuur 1 en Figuur 2).
Figuur 1: Overzicht van de verschillende beheereenheden op basis van toekomstig terreingebruik (noordelijk deel). De loop van de Hollebeek is geel weergegeven.
, Revisie b Pagina 7 van 34
Inrichting
Figuur 2: Overzicht van de verschillende beheereenheden op basis van toekomstig terreingebruik (zuidelijk deel). De loop van de Hollebeek is geel weergegeven1.
Deze indeling biedt als voordeel dat het beheer een zekere homogeniteit vertoont; waarbij aandacht wordt besteed aan de uniciteit van het individueel bestand, zonder daarbij het geheel uit het oog te verliezen. In onderstaande tabel staat een overzicht van de bestandsfunctie en – ter bepaling van de benodigde beheerinspanning – een raming van de oppervlakte. Hierbij kan evenwel binnen elk bestand nog een onderverdeling gemaakt worden tussen verschillende ecologische eenheden (gras, water, e.d.). Een overzicht van deze oppervlakten is terug te vinden in Bijlage 1. 1
Ligging waterloop op basis van VHA (Vlaamse Hydrologische Atlas).
, Revisie b Pagina 8 van 34
Inrichting
Tabel 1: Beheereenheden met omschrijving en geschatte oppervlakte. Bestand Beschrijving Opp. (m²) 0 Beekbedding / 1a Houtkant (voormalige tuin) 1005,33 1b Bufferstrook 640,61 1c Plantsoen 816,58 1d Bufferstrook 727,66 1e Hooiland + houtkant 901,71 2a Bomen +hooiland 6389,72 3a Wandelpad 279,77 3b Natuurlijke oever 1767,53 3c Volkstuinen 493,73 3d Bos 8401,38 3e Houtkant (toerit) 587,11 4a Onderhoudsstrook 1275,50 4b Ecologisch bufferbekken 845,03 4c Fruitbomenweide 1156,79 5a Onderhoudsstrook 284,49 6a Onderhoudsstrook 1911,05 7a Onderhoudsstrook 356,20 7b Onderhoudsstrook 1658,72 7c Onderhoudsstrook (deel bomenweide Ruwe berk) 573,79 8a Eigendom provincie met zandvang 2282,12 Totaal: 32354,80
2.2
Technische ingrepen
Ter verbetering van het landschap, de waterhuishouding, e.d. zijn lokaal enkele technische ingrepen noodzakelijk. Deze zullen leiden tot een (licht) gewijzigd grondgebruik, met een verandering in beheer tot gevolg. Het gaat hierbij ondermeer over de herprofilering van enkele depressies in bestand 2a en de inrichting van een flauwe beekoever ter hoogte van de volkstuinen (bestand 3b).
2.3
Fruitbomenweide
In het uiterste zuiden van het plangebied (bestand 4c) zullen een aantal hoogstamfruitbomen aangeplant worden. Deze zullen het bestaande aanbod fruitbomen versterken en – d.m.v. verjonging – de instandhouding van dit landschapstype kunnen verzekeren. Om de openheid van het landschap deels te behouden, zal gewerkt worden met enkele verspreide bomengroepen van gemengde hoogstamfruitboomsoorten in een ijl en los plantverband. 2.3.1 Plantadvies De Nationale Boomgaardenstichting hanteert volgende vuistregels voor het aanplanten van hoogstamboomgaarden:
• Bomen worden het best geplant vanaf het moment dat de bladeren vallen (november) tot dat de nieuwe knoppen zichtbaar worden (april). Als de bodem bevroren is, met sneeuw bedekt of (te) nat, kan er niet geplant worden. Als men vroeg plant, kan de boom beter groeien en heeft hij een krachtigere groei in het voorjaar.
, Revisie b Pagina 9 van 34
Inrichting
• Net voor het planten worden de wortels ingekort; zo kunnen de jonge wortels sneller ontwik•
• • •
•
• •
kelen. Gekwetste wortels moeten tot aan het gezonde gedeelte worden teruggebracht. De geknipte wortelpunten moeten bij het planten steeds naar beneden wijzen. Afhankelijk van de grootte van het wortelgestel wordt een vierkant plantgat gemaakt dat minsten 10 cm groter is dan het wortelgestel en dit om de wortels niet te kwetsen. Het plantgat mag ook niet te klein zijn omdat een te hoog geplante boom kan uitdrogen, de wortels van de boom mogen niet boven het grondoppervlak uitsteken. Ook het aanvullen van de wortels boven het grondoppervlak tot een heuveltje kan tot uitdroging leiden. Bij het maken van het gat houdt men de grasmat, humusrijke en armere aarde van elkaar gescheiden. Als het gat klaar is wordt een boompaal (Ø 8-10 cm) van ongeveer 250 cm in de grond geslagen tot de paal ongeveer 180 cm boven het grondoppervlak uitsteekt, net onder het begin van de kroon dus. Plaats de boom 15 cm naast de boompaal. De boom moet door de overheersende wind van de boompaal af waaien. Waait de boom te vaak tegen de boompaal, dan ontstaan er wonden die ziektes kunnen veroorzaken. Vervolgens controleer je of de boom niet dieper staat dan in de kwekerij. Dit is vaak zichtbaar op de stam aangezien dat het gedeelte dat onder de grond zit nog grond bevat en het gedeelte boven de grond is meestal groenig. Een te diep plantgat wordt bijgevuld tot het de juiste hoogte heeft. Een boom die te diep geplant is kan zuurstofgebrek krijgen en/of rottende wortels. Daarom mogen de wortels van de boom maar net onder het grondoppervlak zitten. Vooraleer het plantgat terug te vullen wordt de grond goed rul gemaakt. Voor een goede doorworteling mag de grond gemengd worden met zand en/of tuinturf. Vul het plantgat tot aan het grondoppervlak; de grasmat wijst naar beneden. Beweeg vervolgens de boomstam licht, om de aarde en de wortels te verdelen. Vervolgens kun je de aarde langs de boom zacht aantrappen van binnen naar buiten. Op de boomschijf breng je een compost- of mestlaag aan, die echter de boomstam zelf niet mag raken. Plaats op een hoogte van ongeveer 170 cm de boomband in 8-vormige lus rond de stam zodanig dat er nog enige bewegingsruimte is en bevestig deze dan aan de boompaal. Bomen moeten met minstens 10 liter per plant bewaterd worden om de wortels met de aarde te verbinden.
2.3.2 Snoei Direct na de aanplant kan reeds een eerste snoeibeurt gedaan worden. Volgende richtlijnen worden daarbij best gevolgd:
• 3 à 4 stevige takken (‘gesteltakken’ genoemd), goed verdeeld rondom de stam, worden behouden en op gelijke hoogte gesnoeid. Ze mogen evenwel niet steil omhoog staan om afscheuren op latere leeftijd te vermijden. • De harttak (= verlenging van de stam) wordt slechts een weinig hoger gesnoeid dan de gesteltakken, zodat hij niet teveel in groei bevoordeeld wordt. Bij perelaars mag de harttak wel hoger zijn, gezien de groeivorm van deze kruinen. • Kleinere twijgen worden niet allemaal afgeknipt. Door ze ongemoeid te laten of horizontaal af te binden zullen ze vroeg vruchten dragen. Verdere snoeiwerkzaamheden zullen besproken worden in hoofdstuk 3.
2.4
Bos- en struweelbeplanting
Bij de aanplanting van het bosgoed of struweel (zie beplantingslijst in Bijlage 2), dient er op gelet te worden dat de verschillende planten en soorten niet te dicht bij elkaar geplaatst worden. Zo worden er geen vaste rijen of afstanden aangehouden en wordt eerder geopteerd voor een los (doch groepsgewijs) plantverband met tussenruimte die varieert van 0,5 tot 2,5 m. Nieuwe aanplantingen zullen hoofdzakelijk gebeuren in bestand 3d, 4b en 4c.
, Revisie b Pagina 10 van 34
Inrichting
Voor de aanplant van bomen en struiken worden de wettelijke minimumafstanden t.o.v. een perceelsgrens gerespecteerd. Dit is voor hoogstammige bomen minimaal 2m en bij knotbomen of struiken is dit 0,5m. Spontaan ontwikkelde bomen en struiken worden zo veel mogelijk gespaard bij de inrichtingsmaatregelen en zijn mee op te nemen in de beplanting (bv. de reeds in bestand 4c aanwezige fruitbomen). Hierdoor krijgt men ondermeer een natuurlijker landschapsbeeld en een schakering in leeftijd, soort en groeivorm.
2.5
Hollebeek
De Hollebeek is een waterloop van 2e categorie en valt derhalve onder de bevoegdheid van de provincie. Er is dan ook voor gekozen om de beek als een aparte beheereenheid te aanzien. Na de inrichtingsmaatregelen, zal het onderhoud van de waterloop zich in hoofdzaak beperken tot het verwijderen van obstakels en het periodiek verwijderen van de watervegetatie en sliblaag (met afvoer van het geruimde materiaal). Hiertoe dient zo klein mogelijk materieel ingezet te worden, waarbij – gezien de kleinschaligheid van het gebied – de voorkeur gaat naar manuele tussenkomst.
2.6
Toegankelijkheid
Zowel de recreatieve ontsluiting als de toegankelijkheid voor beheerwerken zal in de toekomst verbeteren. Ten behoeve van een goede doorgang zal daarom enerzijds een wandelpad aangelegd worden langsheen het grootste traject van de beek en anderzijds dient de wettelijk vastgelegde onderhoudsstrook van 5m t.o.v. de oever vrijgehouden te worden zodat vrije passage t.b.v. onderhoudswerken mogelijk is. Ook zullen voor de vallei schadelijke inrichtingen of aanplantingen, zoals respectievelijk bv. nietvergunde lozingspunten en naaldhoutaanplanten op minder dan 6m van de waterloop, geregulariseerd of verwijderd moeten worden. Dit alles zal de beekkwaliteit en het landschapsbeeld ten goede komen. De verschillende openbare percelen langsheen de Hollebeek zullen – waar mogelijk – maximaal toegankelijk gemaakt worden.
, Revisie b Pagina 11 van 34
Inrichting
, Revisie b Pagina 12 van 34
3
Beheer
Voor de bespreking van het beheer in de vallei van de Hollebeek, zal gebruik gemaakt worden van de in § 2.1 beschreven beheereenheden. Hierna zullen al deze eenheden (van zuid naar noord) overlopen worden, met het oog op het zo volledig mogelijk uitwerken van alle beheeraspecten.
3.1
Algemeen
3.1.1 Beheerder Het beheer van de openbare groenelementen langsheen de Hollebeek zal gebeuren door de betrokken stadsdiensten van Antwerpen. Het beheer van de waterloop zelf, valt onder de bevoegdheid van de provincie Antwerpen. Het onderhoud van de private percelen die aan de beek grenzen, is voor de desbetreffende eigenaar. Er wordt evenwel gestreefd naar een zekere uniformiteit in het landschapsbeeld, waarvoor hier enkele beheersuggesties worden aangereikt. Voor de specifieke gebiedsdelen is de participatie voorzien van het Provinciaal Verbond van Volkstuinen en Natuurpunt. 3.1.2 Afval Alle maaisel en takafval van het openbaar groen binnen het projectgebied zal afgevoerd worden naar de stedelijke compostzone of eventueel – tijdelijk – gestockeerd worden op de lokale compostzones van de aangrenzende volkstuinen en begraafplaats. Op geregelde tijdstippen zal het gehele plangebied doorlopen worden om eventueel aanwezig zwerfvuil te verwijderen. 3.1.3 Schoontijd Voor de bospercelen2 moet rekening gehouden worden met de schoontijd. De schoontijd loopt van 1 april tot 30 juni en gedurende deze periode zijn kappingswerkzaamheden uitgesloten. Voor elke kapping in bosverband dient sowieso een kapmachtiging aangevraagd te worden bij het Agentschap voor Natuur en Bos. Het vellen van een boom buiten bosverband is onderhevig aan een stedenbouwkundige vergunning indien de stamomtrek meer den 1m bedraagt op 1m boven het maaiveld.
3.2
Fruitbomenweide
3.2.1 Boombeheer De steunpalen die bij de aanplant bij de solitaire bomen gezet worden, dienen na 5 jaar verwijderd te worden. 2
Voor de exacte definitie van bos, wordt verwezen naar het Bosdecreet. Kort samengevat kan gezegd worden dat bomengroepen van minimaal 3 rijen breed als bos beschouwd worden, evenals spontane boomopslag van minimaal 22 jaar oud (hier ondermeer bestand 3d).
, Revisie b Pagina 13 van 34
Beheer
3.2.1.1 Snoeien Het snoeien van een (hoogstam)boomgaard vergt een goede kennis van fruitbomen en alle bijhorende aspecten. Onderstaande richtlijnen zijn afkomstig van de Nationale Boomgaardenstichting.
• Vormsnoei Deze wordt toegepast vanaf het jaar na de aanplant totdat de opbrengstfase van de boom bereikt wordt. Bij appel op hoogstam is dat na 8-12 jaar, bij peren na 10-12 jaar, bij kers na 6-7 jaar en bij pruim na 6-8 jaar. Vormsnoei van jonge bomen gebeurt steeds in de winter (vanaf half november tot eind maart), bij droog maar niet te koud weer. Bij de vormsnoei van de klassiek ronde kruin worden concurrenten van de harttak en de gesteltakken verwijderd. De gesteltakken worden op gelijke hoogte gesnoeid. Basisregel is: “snoeien doet groeien”. Bij sterke twijggroei (> 80 cm/jaar): weinig snoeien (max 1/3 van de twijg), om boom tot vruchtvorming aan te zetten. Bij zwakke twijggroei (< 40cm): sterker snoeien (2/3), om de twijgontwikkeling te prikkelen. Zwakkere zijtwijgen worden met mate behouden en zullen de eerste vruchten geven.
• Onderhoudssnoei In de opbrengstfase is de boomvorm klaar en wordt gesnoeid om licht en lucht in de kruin te behouden en een goede vruchtbaarheid te handhaven. Te dicht staande en kruisende takken worden aan de takring verwijderd, gesteltakken afgeleid (afleiden = terugsnoeien van een gesteltak op een kleinere zijtak, die de natuurlijke groeirichting en uitbreiding van de kruin verder zet). Te oude vruchttakken met sterk minderende opbrengst worden verwijderd. Door het aftoppen van de harttak op de gewenste hoogte bekomt men een lage open kruin. Dit is vooral bij kersen en pruimen gebruikelijk, zowat 2-3 jaar na het bereiken van de volle drachtfase. Onderhoudssnoei gebeurt bij pruimen en kersen tijdens of vlak na de pluk. Bij appels en peren kan de onderhoudssnoei gedeeltelijk in de zomer plaatsvinden, maar alles kan evengoed in de winter uitgevoerd worden.
• Verjongingssnoei Dient om bij oudere bomen overmatige vruchtdracht met kleine en minderwaardige vruchten tegen te gaan, maar vooral om nieuwe krachtige twijggroei te stimuleren. Verjongingssnoei gebeurt bij pruimen en kersen tijdens of vlak na de pluk aan relatief jong hout dat nog regenereert. Appels en peren hebben een groter regeneratievermogen en kunnen op relatief dik hout teruggezet worden.
• Stamscheuten Scheuten op de stam “stelen” het vocht dat de takken en bladeren van de kruin nodig hebben. Verwijder deze stamscheuten gedurende het hele groeiseizoen. Liefst op het ogenblik dat ze nog niet verhout zijn en je ze nog gewoon kan aftrekken (let wel steeds op dat je geen schors van de stam afscheurt). Zijn ze al dikker, snoei ze dan tot tegen de stam af met een snoeischaar. 3.2.1.2 Hakhout en snoei Ter begrenzing van bestand 4c wordt aan de noordzijde een struweelzoom aangeplant. Deze zal variëren in breedte, met voldoende tussenruimte om de openheid van het landschap te bewaren en zal bestaan uit de soorten vernoemd in Bijlage 2. Soorten die bestand zijn tegen sterke snoei (hakhout), zoals Hazelaar, zullen 6-jaarlijks tot net boven de grond afgezet worden. Om de continuïteit van het beheer en de begroeiing te garanderen, zal bijgevolg 3-jaarlijks de helft van de Hazelaars (alternerend) in hakhout gezet worden. Dit dient te gebeuren in de wintermaanden, tussen november en maart. Bij de overige struiken wordt er op gelet, dat ze niet over het wandelpad groeien en ook niet op particulier terrein voor overlast kunnen zorgen. Ook het dichtgroeien van de tussenliggende
, Revisie b Pagina 14 van 34
Beheer
open ruimten in de beplanting en het verdringen van de hoogstammige fruitbomen wordt voorkomen door bij te snoeien. Dergelijke snoeiwerken gebeuren tweemaal jaarlijks in de zomer, de eerste keer in juni en de tweede keer in oktober. 3.2.2 Beheer grazige vegetatie Op het terrein van fruitboomweide zal tussen half april en half oktober een extensief maaibeheer gevoerd worden, waarbij de vegetatie onder en tussen de bomen gemaaid wordt en dit in een driemaandelijks interval. Daarbij worden delen van het terrein (tijdelijk) ongemaaid gelaten (mozaïekgewijs) en andere stukken kunnen indien nodig iets frequenter gemaaid worden (bv. in het geval van een intensiever recreatief gebruik van het grasland). De randen van het wandelpad (0,5m) vallen onder een intensiever bermbeheer (maandelijks, tussen begin april en eind oktober). De zuidelijke rand van het bestand (ongeveer 1m breed op de schouder van de beek), alsook het beektalud, wordt bij voorkeur extensief gemaaid: twee maaibeurten per jaar op de schouder en periodiek het talud slechts om de twee jaar (ten voordele van tweejarige planten). De eerste vijf jaar na aanleg wordt ervoor gekozen om bepaalde (ruige) delen van deze zone te verschralen door tweemaal per jaar te maaien.
3.3
Waterbuffer
3.3.1 Bufferbekken 3.3.1.1 Ruimen Het bestaande bufferbekken in bestand 4b zal initieel gewijzigd worden van structuur om de bergingscapaciteit en de ecologische meerwaarde te verhogen. Nabij de instroomlocatie zal slib geruimd worden afhankelijk van de noodzaak (bvb. om de 6 jaar). Het geruimde slib blijft niet op de kant liggen en wordt onmiddellijk afgevoerd. De kruidachtige vegetatie die zich langsheen de oevers ontwikkeld heeft, zal hierbij gespaard worden. De hoeveelheid beplanting rond in- en uitlaat dient evenwel beperkt te blijven om de goede werking van het bekken niet te hypothekeren. Hiertoe dient zowel de instroom- als uitstroomlocatie steeds in een straal van 2m van vegetatie gevrijwaard te blijven. Dit dient jaarlijks gecontroleerd te worden in september en dient aangepakt te worden indien nodig. 3.3.1.2 Maaibeheer De taluds van het bufferbekken zullen jaarlijks gemaaid worden in september. In de centrale zone van het bufferbekken krijgt moerasvegetatie (o.a. Riet en Grote lisdodde) groeimogelijkheden. Dit zal zowel de waterkwaliteit als het natuurlijk karakter van het bufferbekken en de onmiddellijke omgeving ten goede komen. De ontwikkelde rietvegetatie zal tweejaarlijks gemaaid worden in november. Maandelijks zal bovendien langsheen het pad een strook van 0,5m gemaaid worden en dit van begin april tot eind oktober. 3.3.2 Randbeplanting Op de noordelijke schouder van het bufferbekken zullen enkele struiken aangeplant worden ter afscherming van de aanpalende nieuwbouwwoningen (zie Bijlage 2). Ten zuiden van het bufferbekken zullen langsheen het wandelpad enkele groepen Schietwilgen en Zwarte elzen aangeplant worden. Deze zullen – overeenkomstig de streekcultuur en het gewenste landschapsbeeld – respectievelijk geknot en in hakhout gezet worden. De solitaire Schietwilgen en Zwarte elzen hoeven geen steunpalen bij de aanplant. Voor de plaatsing van de Schietwilgen wordt nl. gebruik gemaakt van wilgenpoten, met een doorsnede van zo’n 10 à 15cm en een lengte van 2,5m. Deze worden dan 70cm in de grond gezet, zodat de top op 1,8m boven het maaiveld uitkomt.
, Revisie b Pagina 15 van 34
Beheer
Er wordt evenwel voor gezorgd dat er nog voldoende openingen in de beplanting overblijven om de openheid van het gebied niet aan te tasten. 3.3.2.1 Hakhout en snoei Soorten die bestand zijn tegen sterke snoei (hakhout), zoals Hazelaar, zullen 6-jaarlijks tot net boven de grond afgezet worden. Dit dient te gebeuren in de wintermaanden, tussen november en maart. Bij de overige struiken wordt er op gelet, dat ze niet over het bufferbekken groeien en ook niet op particulier terrein voor overlast kunnen zorgen. Ook het dichtgroeien van de tussenliggende open ruimten in de beplanting wordt voorkomen door bij te snoeien. Dergelijke snoeiwerken gebeuren jaarlijks tussen oktober en maart. 3.3.2.2 Bomenrij Aansluitend op de fruitbomenweide, zal langsheen de beek een rij Schietwilgen geplant worden. Deze worden elke 6 jaar geknot, wat – in geval van hoge werklast – neerkomt op de helft van de bomen (alternerend) om de 3 jaar. De zuidoostelijke rand van bestand 4b zal beplant worden met enkele Zwarte elzen (aansluitend op natuurlijke opslag van Ratelpopulier). De Ratelpopulieren zullen niet gesnoeid worden (tenzij ze de vrije doorgang van het pad of de beekloop belemmeren), doch de Zwarte elzen zullen zesjaarlijks tot tegen de grond afgezet worden.
3.4 Private onderhoudsstrook Bestanden 4a, 5a, 6a, 7a, 7b en 7c vallen onder de term “onderhoudsstrook”. Deze gronden zijn echter private eigendom en worden niet opgenomen in het beheerplan. Om in regel te zijn met de wettelijke voorschriften, dienen er evenwel enkele inrichtingsmaatregelen uitgevoerd te worden. Dit gaat in de eerste plaats over het vrijhouden van een strook van 5m breedte langsheen de waterloop. Ook dienen – zoals eerder aangegeven – zogenoemde “storende” elementen, waaronder naaldhoutbeplantingen binnen de 6m of niet-vergunde lozingspunten en constructies, verwijderd te worden. Voor het lozen van regenwater kan evenwel een toelating aangevraagd worden bij de provincie. Voor elke constructie die opgetrokken wordt binnen de 12m langsheen de waterloop dient men eveneens toestemming te krijgen van de vergunningverlenende overheid. Het plaatsen van hindernissen in de waterloop is ten allen tijde verboden. Het bewerken van de grond en het gebruik van pesticiden langsheen de beek is eveneens verboden tot op 1m van de oeverkruin. Voor bemesting dient zelfs een afstand van 5m t.o.v. de beek gerespecteerd te worden. Om een homogeen landschapsbeeld langsheen de Hollebeek te bekomen, wordt voorgesteld om de private percelen af te boorden met een afsluiting van kastanjehouten palen (op 5m van de beektalud, of mits voorzien van een doorgang). Dit kan aangevuld of vervangen worden door een beplanting met één of meerdere soorten uit Bijlage 2.
3.5
Bosbestand
Het bestaande bos ten noorden van de Salesianenlaan (bestand 3d) wordt verder extensief beheerd en deels (NW-hoek) bijgeplant na verwijdering van de aanwezige aangevoerde grond (al dan niet na nivellering van het terrein met teelaarde). 3.5.1 Aanplanting De nieuwe aanplanting zal groepsgewijs gebeuren met soorten uit Bijlage 23. Her en der worden delen van het terrein onbeplant gelaten, zodat natuurlijke successie zijn werk kan doen. 3
Voor de aanplanting kan bij de Vlaamse overheid een subsidie aangevraagd worden.
, Revisie b Pagina 16 van 34
Beheer
De jonge bomen vereisen geen specifiek opvolgbeheer, doch dient er op gelet te worden dat de aanplant voldoende succesvol is. Indien meer dan 40% van de aanplant afsterft binnen de 2 jaar, dienen deze minstens voor de helft vervangen te worden. 3.5.2 Bosbeheer Het bosbeheer zal zich hoofdzakelijk beperken tot het verwijderen van invasieve exoten, zoals Robinia, Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik. Ook uitheemse struiksoorten of kruidachtigen zoals Sneeuwbes, Bamboe en Japanse duizendknoop dienen bestreden te worden. In de meeste gevallen volstaat het – frequent – manueel of machinaal verwijderen van de planten, doch in uitzonderlijke gevallen kan de toepassing van Glyfosaat voor het insmeren van verse snijwonden zéér lokaal overwogen worden4. Extra aandacht zal daarbij gaan naar het opvolgen en elimineren van nieuwe wortelscheuten, uitlopers en/of zaailingen. Op die manier kunnen – bij uitblijven van dergelijke problemen – de bestaande bomen van o.a. Robinia of Amerikaanse eik blijven staan tot ze op natuurlijke wijze afsterven. De reeds aanwezige solitaire hoogstammige bomen dienen – uitgezonderd in geval van ziekte of stormschade – niet gesnoeid te worden. Uitzondering op deze regel vormen de bomen die in de onmiddellijke omgeving (binnen een straal van 2m) van de paden of andere infrastructuurelementen staan. De onderste 3 m van deze bomen wordt daarbij takvrij gehouden. 3.5.3 Infrastructuur Maandelijks wordt 0,5m links en rechts van de paden gemaaid en dit van april tot oktober. Hetzelfde beheer gebeurt rondom zitplekken, bruggen en andere infrastructuurelementen in deze zone.
3.6
Volkstuinen
3.6.1 Uitbreiding Net ten zuiden van de huidige volkstuinen ligt nog een smalle strook braakliggende grond (bestand 3c), dat als bijkomende oppervlakte voor de volkstuinen dienst zal doen. Hiertoe zal het terrein genivelleerd worden (met afvoer van overtollige grond) en zal mee omsloten worden door de randbeplanting rond het volkstuincomplex (zie verder). Het beheer van de volkstuinen zal geheel ten laste vallen van de volkstuinders die met de stad een gebruiksovereenkomst sluiten voor een klein perceel om groenten op te telen. 3.6.2 Randbeplanting Rondom het gehele volkstuinencomplex zal een haag aangeplant worden ter afboording. Aan de westzijde staat momenteel reeds een Haagbeukenhaag, voorzien van een draadafsluiting en enkele toegangspoortjes. Aan de noord-, oost- en zuidzijde zal een nieuwe haag aangeplant worden met Haagbeuk. Deze nieuwe beplanting wordt aangevuld met een (kastanjehouten) afsluiting en 3 toegangspoortjes. Tussen het wandelpad en de beek worden daarenboven – met een tussenafstand van minimaal 10m – enkele Schietwilgen en Zwarte elzen aangeplant. 3.6.2.1 Snoeien De haagbeplanting zal tweemaal jaarlijks bijgesnoeid worden in juni en september. Hierbij wordt er op gelet dat er zo min mogelijk beschaduwing is op de groentenpercelen, er een vrije doorgang is langs de buitenzijde en dat de haag laag genoeg blijft (+130 à 140 cm) om sociale controle mogelijk te maken.
4
Voor deze toepassing wordt gebruik gemaakt van Glyfosaat dat werd verdikt met een kleurstof en dit teneinde een
goede applicatie mogelijk te kunnen maken en de behandelde stronken duidelijk te kunnen onderscheiden.
, Revisie b Pagina 17 van 34
Beheer
De beekbegeleidende bomen zullen niet verder beheerd worden en kunnen uitgroeien tot hoogstammige individuen. 3.6.3 Teruggetrokken bedijking Ten oosten van de volkstuinen wordt de bestaande waterloop geherprofileerd en voorzien van een brede (getrapte) oeverzone (met winter- en zomerbedding). 3.6.3.1 Rijten Het watervoerende gedeelte van de beek wordt tweejaarlijks gefaseerd vrijgemaakt van vegetatie met een korfmaaier en dit in oktober. Het plantaardig materiaal dat hierbij vrijkomt, wordt onmiddellijk afgevoerd. De vegetatie op de oevers wordt zo veel mogelijk gespaard en ook de winterbedding wordt niet geschonden bij deze werken. Opmerking: Zoals ook geldt voor alle andere ruimingen in het plangebied, dient steeds de bodemstructuur gerespecteerd te worden. Het ontstane stroomkuilenpatroon van de beekbedding zal zo veel mogelijk gespaard worden, alsook de oeverlijn en het beekprofiel. 3.6.3.2 Maaibeheer De vegetatie die zich spontaan zal ontwikkelen op de winterbedding wordt tweejaarlijks gefaseerd gemaaid met een maaibalk (of korfmaaier) en afgevoerd. Ook de schuine taluds zullen tijdens deze maaiwerkzaamheden mee opgenomen worden. 3.6.4 Nieuw wandelpad Ten noorden van de volkstuinen zal een nieuwe toegang tot de beek gerealiseerd worden. Op die manier wordt de verbinding gemaakt met het nieuw aan te leggen wandelpad ten oosten van de volkstuinen en de Letterkundestraat. Om de aanpalende garageboxen af te schermen, zal hierlangs een haag van Eenstijlige meidoorn geplant worden. 3.6.4.1 Maaibeheer Langsheen het wandelpad (aan weerszijden) in bestand 3b wordt een bermbeheer gevoerd, wat neerkomt op het maandelijks maaien (van begin april tot eind oktober) van de grasberm (0,5m) langsheen het pad. 3.6.4.2 Snoeien De haag die in bestand 3a langsheen de garages geplant wordt, zal tweemaal jaarlijks geschoren worden. Dit kan best tegelijkertijd gebeuren met het haagbeheer rondom de volkstuinen; d.w.z. in juni en september. De hoogte van deze haagstructuur zal echter verschillen van de 1,3m rondom de volkstuinen en wordt afgestemd op de hoogte van de aanpalende infrastructuur (net onder de dakrand van de garages). De breedte zal bij benadering 0,5m bedragen en de lengte is zo’n 80m.
3.7
Groenzone Verreyckenstraat
De bestaande beekbedding wordt lokaal verbreed en voorzien van een schuin talud. Het aanwezige hooiland zal daardoor zo’n 150m² verkleinen in oppervlakte. Er zal bij benadering 30m³ uitgegraven worden (uitgaande van een gemiddelde diepte van 20cm) en dit zal verwerkt kunnen worden in bestand 1a (nivelleren geaccidenteerd terrein). De aanpalende bomen en struiken zullen – op de verwijdering van enkele exoten na – behouden blijven. 3.7.1 Maaibeheer Aangezien het gaat om hooiland, dient slechts tweemaal jaarlijks gemaaid te worden en dit rond half juni en tussen eind september en begin oktober.
, Revisie b Pagina 18 van 34
Beheer
3.7.2 Rijten De bedding zal tweejaarlijks (in het najaar) vrij gemaakt worden van vegetatie met een korfmaaier. Het materiaal dat daarbij vrijkomt, wordt afgevoerd. De brede oeverzone zal vierjaarlijks gemaaid worden in de winter. Hierbij dient gelet te worden dat er geen verlanding of verbossing optreedt. 3.7.3 Snoeien In het bosbestand in perceel 1e wordt – op het verwijderen van stormschade na – niet gesnoeid. De in het verleden reeds gesnoeide bomen krijgen nieuwe groeikansen en zullen niet verder opgevolgd worden. De in dit bestand aanwezige exoten (o.a. spar en Bamboe) worden selectief verwijderd en de ontstane open ruimtes kunnen opnieuw begroeid worden via natuurlijke bosverjonging.
3.8
Noordelijke groenzone
3.8.1 Boszone 3.8.1.1 Bosbeheer De beboste delen van bestanden 2a hoeven geen specifiek beheer. Enkel indien bomen of takken op of net naast het pad (dreigen te) vallen, dienen deze verwijderd te worden. 3.8.1.2 Snoeien Langsheen de noordelijke toegangsweg (Verheyenstraat) wordt een struweelzoom aangeplant. Aan de achterzijde van de garages in bestand 2a wordt eveneens een (ijle) struweelzoom geplant met soorten uit Bijlage 2. Dit struweel langsheen de noordelijke toegangsweg wordt eenmaal jaarlijks (in oktober) bijgesnoeid om overmatig ruimtegebruik t.o.v. de aanwezige toegangsweg in te perken. De hoogte wordt indien nodig lokaal beperkt, in overeenstemming met de hoogte van de aanpalende bebouwing. De struweelzoom aan de achterzijde van de garages behoeft geen specifiek beheer. Plaatselijk kan overwogen worden om de soorten die bestand zijn tegen sterke snoei, zoals Hazelaar, 6-jaarlijks tot net boven de grond af te zetten. Dit dient dan te gebeuren in de wintermaanden, tussen november en maart. 3.8.2 Plantsoen Perceel 1c is plantsoen, bestaande uit gazon, borderplanten, knotwilgen, solitaire bomen en zitinfrastructuur. Het beheer zal zich hier beperken tot een 2- à 3-wekelijks gazonbeheer, het onderhouden van de vaste planten en het 5-jaarlijks knotten van de Schietwilgen. 3.8.3 Open ruimte Tussen de bosrijkere delen van bestand 2a liggen enkele open percelen, die best als hooiland omschreven kunnen worden. 3.8.3.1 Maaibeheer Het overgrote deel van de in deze bestanden aanwezige grazige percelen, worden als hooiland beheerd. Dit komt neer op tweemaal jaarlijks maaien, met name rond half juni en tussen eind september en begin oktober. 3.8.3.2 Infrastructuur Langsheen de in bestand 2a aanwezige paden, zal maandelijks een strook van 0,5m gemaaid worden en dit tussen begin april en eind oktober. De zitplaats in de noordoostelijke hoek van bestand 2a zal vrijgehouden worden van onkruidgroei en overhangende takken. Dit wordt tweemaal jaarlijks gecontroleerd omstreeks midden juni en midden september. Wanneer de nood zich stelt, zal er respectievelijk gewied en gesnoeid worden.
, Revisie b Pagina 19 van 34
Beheer
3.8.4 Waterbeheer De in het terrein aanwezige depressies worden extra geaccentueerd om bijkomende bergingscapaciteit te bekomen en enige differentiatie in de vegetatie te bewerkstelligen. De waterloop nabij de toegang aan de Verdonckstraat wordt eveneens enigszins aangepast, teneinde een natte oeverzone of moeraszone te creëren. Het terrein zal op een oppervlakte van ongeveer 200m² geherprofileerd worden tot een getrapte oeverzone. 3.8.4.1 Rijten Het watervoerende gedeelte van de beek wordt 2-jaarlijks manueel vrijgemaakt van vegetatie en dit in oktober. Het materiaal dat hierbij vrijkomt, wordt onmiddellijk afgevoerd. De vegetatie op de oevers wordt zo veel mogelijk gespaard en ook de moeraszone wordt niet geschonden bij deze werken. 3.8.4.2 Maaibeheer De moeraszone wordt driejaarlijks gemaaid met een maaibalk. Dit gebeurt bij voorkeur in september of oktober. De beektaluds worden eveneens tweejaarlijks voor de helft (per oever) gemaaid en dit eveneens in september of oktober. 3.8.5 Voormalige tuin Op de rechteroever van de Hollebeek, ten noordwesten van de Verdonckstraat, wordt een voormalige tuin mee opgenomen in het valleigebied (bestand 1a). De reeds aanwezige inheemse solitaire bomen worden hier zo veel mogelijk behouden in hun bestaande toestand en mee in het geheel geïntegreerd. Bij de inrichtingswerkzaamheden worden deze bomen – waar mogelijk – ontzien. Het gehele terrein zal echter ontdaan worden van (invasieve) exoten en dient geëgaliseerd te worden om ontsluiting mogelijk te maken. Als door bovenstaande ingrepen de bomen te ver uit elkaar komen te staan, kan geopteerd worden om – aanvullend op de natuurlijke verjonging – lokaal bij te planten met soorten uit Bijlage 2. 3.8.5.1 Maaibeheer Langsheen het nieuw aan te leggen pad, dat uiteindelijk de verbinding moet maken tussen de Verdonckstraat en de Hollebeekstraat (nabij het kruispunt met de Sint-Bernardsesteenweg), zal maandelijks 0,5m aan weerszijden gemaaid worden en dit tussen begin april en eind oktober. 3.8.5.2 Snoeien De verspreide bomengroepen in bestand 1a behoeven geen specifiek beheer. Er dient evenwel op toegezien te worden dat en geen takken of bomen op het wandelpad of in de beek terecht komen. Deze zullen – wanneer deze situatie zich voordoet – verwijderd worden.
3.9
Provinciaal perceel
Het meest noordelijk deel van de beek grenst aan een klein perceel dat in eigendom is van de provincie. 3.9.1 Maaibeheer De grazige delen worden driemaal jaarlijks gemaaid. De eerste keer eind april, de tweede keer eind juni en een derde maaibeurt eind september. Indien geoordeeld wordt dat tweemaal jaarlijks volstaat, kan de eerste maaibeurt wegvallen. De oevervegetatie (op de taluds) zal tweejaarlijks gefaseerd gemaaid worden. In de praktijk wil dit zeggen dat het ene jaar de noordelijke oever gemaaid wordt en het andere jaar de zuidkant van de beek. 3.9.2 Rijten De watervegetatie wordt jaarlijks verwijderd in het najaar (met afvoer van het materiaal). Dit om een goede doorstroming van het water te kunnen garanderen.
, Revisie b Pagina 20 van 34
Beheer
3.9.3 Ruimen Op het einde van de Hollebeek is een zandvang geconstrueerd. Deze dient frequent gecontroleerd te worden (zeker na hevige regenval) en indien nodig dient het aldaar opgehoopte materiaal verwijderd te worden (met afvoer van het materiaal). 3.9.4 Snoeien Om het risico op inbraak voor de aanpalende woningen in te perken, zal langsheen alle aanpalende eigendommen een meidoornhaag aangeplant worden. Deze zal jaarlijks geschoren worden in september-oktober langs de voorzijde (en indien nodig lokaal ook in de hoogte). De hoogstammige bomen die op dit perceel geplant zijn, behoeven (buiten het verwijderen van de plantpaal na 5 jaar) geen specifiek opvolgingsbeheer.
3.10
Infrastructuurelementen
3.10.1 Boomstamzitbanken De boomstamzitbanken behoeven geen specifiek beheer. Wel dient jaarlijks de goede toestand van de zitinfrastructuur gecontroleerd worden, teneinde een goed en veilig gebruik te kunnen garanderen. Aan de randen van de zithoeken kan het eventueel nodig zijn om één- tot tweemaal jaarlijks ruigtekruiden weg te maaien of te wieden, teneinde deze zones goed toegankelijk te houden. 3.10.2 Verharde oppervlakten De paden bestaan allen uit ternair zand. Deze kan eenvoudig open gehouden worden door geregeld gebruik. Aan de randen kan het eventueel mogelijk zijn om jaarlijks te branden om begroeiing te verwijderen of vijfjaarlijks de toplaag te frezen.
, Revisie b Pagina 21 van 34
Beheer
, Revisie b Pagina 22 van 34
4
Evaluatie
De richting waarin een recent aangelegd gebied zal evolueren is moeilijk met zekerheid op voorhand vast te leggen. Bovendien kan het beheer afhankelijk zijn van weersomstandigheden, waardoor bv. maaidata licht gewijzigd kunnen worden. Het kan daarom mogelijk zijn om – op basis van toekomstige ontwikkelingen – het hiervoor uitgewerkte beheer hier en daar licht bij te sturen.
4.1
Natuurwaarden
Door vrijwilligers van de lokale Natuurpuntafdeling zal de ontwikkeling van de natuurlijke fauna en flora van nabij opgevolgd worden. Indien er bvb. vegetaties tot ontwikkeling komen die een specifiek beheer behoeven, kan hier een bijsturing gevraagd worden in overleg met de bevoegde stadsdiensten. Hetzelfde geldt voor zeldzame diersoorten die op de heringerichte terreinen zouden verschijnen.
4.2
Verschraling
De eerste jaren na de aanleg kan – o.a. door de aansnijding van nieuwe voedingsbodems – een zekere “verrijking” optreden van de vegetatie, met een hogere biomassa tot gevolg. Het kan daarom lokaal nodig zijn om in het begin eventueel een extra maaibeurt te voorzien (cfr. § 3.2.2), of naarmate de leeftijd van de vegetatie verhoogt de beheerfrequentie zelfs wat af te bouwen. Dergelijke evolutie zal continu geëvalueerd worden en kan ten allen tijde – mits argumentatie – aangepast worden.
, Revisie b Pagina 23 van 34
Evaluatie
, Revisie b Pagina 24 van 34
5
Bijlagen
Bijlage 1: Oppervlakte ecologische terreineenheden (geordend van zuid naar noord). ............. 27 Bijlage 2: Zaai- en beplantingslijst (gesorteerd volgens plantsoen op wetenschappelijke naam). ..................................................................................................................................................... 29 Bijlage 3: Beheertabel (uit te voeren volgens specificaties in tekst). .......................................... 32
, Revisie b Pagina 25 van 34
Bijlagen
, Revisie b Pagina 26 van 34
Bijlagen
Bijlage 1: Oppervlakte ecologische terreineenheden (geordend van zuid naar noord). • • • • • • • • • • • • • • •
beekbedding (schouder tot schouder): 5.400 m² (onderhoud ten laste van provincie) hooiland boomgaard: 350 m² (in te zaaien met boomgaardmengsel) struweel: 1.520 m² grasland langs pad aan bufferbekken: 310 m² (in te zaaien met bermmengsel) bos: 11.000 m² (waarvan 1.500m² nieuw aan te planten) totale lengte paden: 1.020 m overrijdbare berm: 1.300m² (in te zaaien met grasmengsel) herstel in 5-m zone: 3800m² (in te zaaien met moerasmengsel) getrapt talud: 1.400 m² (in te zaaien met moerasmengsel) nieuwe Haagbeukhaag rond volkstuinen: 300 m oude Haagbeukhaag rond volkstuinen: 155 m meidoornhaag (Eenstijlige) naast garages aan volkstuinen: 55 m grasland overig: 2.320 m² (bij Hollebeekstraat) poel: 100 m² meidoornhaag (Eenstijlige) perceel provincie: 95 m
, Revisie b Pagina 27 van 34
Bijlagen
, Revisie b Pagina 28 van 34
Bijlagen
Bijlage 2: Zaai- en beplantingslijst5 (gesorteerd volgens plantsoen op wetenschappelijke naam).
Ganse vallei: Hoogstammen maat 12/14 Soort Gewone esdoorn Zwarte els Ruwe berk Gewone es Okkernoot6 Grauwe abeel Zoete kers Peer Zomereik Schietwilg
Wetenschappelijke naam Acer pseudoplatanus Alnus glutinosa Betula pendula Fraxinus excelsior Juglans nigra “Buccaneer” Popolus canescens Prunus avium Pyrus communis Quercus robur Salix alba
Bestand 4b-4c: Struweel7 (2-jarig, ijl en onregelmatig plantverband) Spaanse aak: 15% Gele kornoelje:10% Rode kornoelje: 5% Hazelaar: 20% Eenstijlige meidoorn: 15% Sleedoorn: 15% Hondsroos: 5% Gelderse roos: 15%
Acer campestre Cornus mas Cornus sanguinea Corylus avellana Crataegus monogyna Prunus spinosa Rosa canina Viburnum opulus
Bestand 1a + 3d: Bosgoed7 (2-jarig, ijl en onregelmatig plantverband) Spaanse aak: 5% Ruwe berk: 10% Hazelaar: 5% Gewone es: 15% Europese vogelkers: 5% Zomereik: 15% Vuilboom: 5% Lijsterbes: 10% Kleinbladige linde:15% Gladde iep: 15%
Acer campestre Betula pendula Corylus avellana Fraxinus excelsior Prunus padus Quercus robur Rhamnus frangula Sorbus aucuparia Tilia cordata Ulmus minor
Bestand 3a-3c + 8a: Haag8 (4 planten per lopende meter) Haagbeuk Eenstijlige meidoorn
5
Carpinus betulus Crataegus monogyna
Er wordt bij voorkeur gebruikt gemaakt van plantgoed van gecertificeerde autochtone herkomst.
6 Voor de Okkernoot wordt het ras “Buccaneer” aangeraden. De kersen zijn bij voorkeur “Early Rivers” en “Schneiders Späte Knorpelkirsche”. Bij de peren wordt gekozen voor “Joséphine de Malines” en “Dubbel Flip”. 7
Zowel voor het struweel als voor het bos, dienen 1500m² nieuw aangeplant te worden. Dit komt bij benadering op
1500 stuks plantgoed voor bos en 1500 voor het struweel. 8
Rekening houdend met 300 en 150 lopende meter, dienen respectievelijk 1200 Haagbeuken en 600 Eénstijlige mei-
doorns aangeplant te worden.
, Revisie b Pagina 29 van 34
Bijlagen
Bestand 3b + 4b: Moerasmengsel (Ecoflora)
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Achillea ptarmica (Wilde bertram) Angelica sylvestris (Gewone engelwortel) Barbarea vulgaris (Barbarakruid) Caltha palustris (Dotterbloem) Cardamine pratensis (Pinksterbloem) Cirsium palustre (Kale jonker) Filipendula ulmaria (Moerasspirea) Hypericum maculatum (Gevlekt hertshooi) Hypericum tetrapterum (Gevleugeld hersthooi) Iris pseudacorus (Gele lis) Lotus pedunculatus (Moerasrolklaver) Luzula campestris (Gewone veldbies) Lychnis flos-cuculi (Echte koekoeksbloem) Lycopus europaeus (Wolfspoot) Lysimachia vulgaris (Grote wederik) Lythrum salicaria (Kattenstaart) Mentha aquatica (Watermunt) Prunella vulgaris (Brunel) Pulicaria dysenterica (Heelblaadjes) Ranunculus acris (Scherpe boterbloem) Rhinanthus minor (Kleine ratelaar) Thalictrum flavum (Poelruit) Valeriana officinalis (Valeriaan)
Bestand 3b + 4b: Bloemenrijk boomgaardmengsel (Ecoflora)
• • • • • • • • • • • • • •
Achillea ptarmica (Wilde bertram) Centaurea cyanus (Korenbloem) Centaurea thuillieri (Echt knoopkruid) Daucus carota (Wilde peen) Echium vulgare (Slangenkruid) Geranium pyreneicum (Bermooievaarsbek) Glebionis segetum (Gele ganzebloem) Hypericum perforatum (Sint-janskruid) Leontodon hispidus (Ruige leeuwentand) Leucanthemum vulgare (Wilde margriet) Malva moschata (Muskuskaasjeskruid) Origanum vulgare (Wilde marjolein) Silene latifolia (Avondkoekoeksbloem) Tragopogon pratensis (Gele morgenster)
Bestand 3b + 4b: Bloemenrijk bermenmengsel (Ecoflora)
• • • • • •
Achillea millefolium (Gewoon duizendblad) Anthyllis vulneraria (Wondklaver) Campanula rotundifolia (Grasklokje) Centaurea cyanus (Korenbloem) Centaurea jacea (Echt knoopkruid) Cichorium intybus (Wilde chicorei)
, Revisie b Pagina 30 van 34
Bijlagen
• • • • • • • • • • • • • • • •
Daucus carota (Wilde peen) Galium mollugo (Glad walstro) Galium verum (Geel/Echt walstro) Hypericum perforatum (Sint-janskruid) Hypochaeris radicata (Gewoon biggenkruid) Knautia arvensis (Beemdkroon) Leontodon hispidus (Ruige leeuwentand) Leucanthemum vulgare (Margiet) Lotus corniculatus (Gewone rolklaver) Medicago lupulina (Hopklaver) Papaver rhoeas (Grote klaproos) Pastinaca sativa (Pastinaak) Plantago lanceolata (Smalle weegbree) Prunella vulgaris (Stengelloze sleutelbloem) Rumex acetosa (Veldzuring) Silene vulgaris (Blaassilene)
, Revisie b Pagina 31 van 34
Opp. (m²) /
1005,33
640,61 816,58
727,66 901,71 6389,72
279,77
1767,53
493,73
8401,38 587,11 1275,5 845,03
1156,79
284,49 1911,05 356,2 1658,72 573,79
Bestand 0
1a
1b 1c
1d 1e 2a
3a
3b
3c
3d 3e 4a 4b
4c
5a 6a 7a 7b 7c
S
M1/2 (taluds)
M1/2 (taluds)
3M 1/2 (hooiland)
G (pad)
M1/2 (taluds)
3M 1/2 (hooiland)
G (pad)
G (pad)
3M 1/2 (hooiland)
S
S
P
Z (hooiland)
3M (dijk)
3M (dijk)
3M (dijk)
S
M (taluds)
M (bekken)
M (taluds)
2S
G (pad)
M1/2
2S
2S
M1/2
2M
S
2M
G
G (pad)
R1/2
2014
M (bekken)
M (taluds)
P
Z (dijkbermen)
P
2S
G (pad)
G (pad)
P
M1/2
2S
2S
M1/2
P
Z (winterbed)
P
M1/2
M1/2
M (moeras)
2M
S
2M
G
2M
P
Z (winterbed)
2M
G
G (pad)
G (pad)
R1/2
R1/2
P
2013
2012
G (pad)
3M 1/2 (hooiland)
M1/2 (taluds)
S
3M (dijk)
M (taluds)
S
2S
G (pad)
M1/2
2S
2S
M1/2
2M
S
2M
G
S
G (pad)
SR
R1/2
2015
G (pad)
3M 1/2 (hooiland)
M1/2 (taluds)
S
3M (dijk)
M (bekken)
M (taluds)
S
2S
G (pad)
M1/2
2S
2S
M (moeras)
M1/2
2M
S
2M
G
G (pad)
R1/2
2016
Bijlage 3: Beheertabel (uit te voeren volgens specificaties in tekst).
, Revisie b
G (pad)
3M 1/2 (hooiland)
M1/2 (taluds)
S
3M (dijk)
M (bekken)
M (taluds)
S
2S
G (pad)
M1/2
2S
2S
M1/2
2M
S
2M
G
G (pad)
R1/2
2018
Pagina 32 van 34
G (pad)
3M 1/2 (hooiland)
M1/2 (taluds)
S
3M (dijk)
M (taluds)
S
2S
G (pad)
M1/2
2S
2S
M1/2
2M
S
2M
G
G (pad)
R1/2
2017
G (pad)
3M 1/2 (hooiland)
M1/2 (taluds)
S
3M (dijk)
M (taluds)
S
2S
G (pad)
M1/2
2S
2S
M (moeras)
M1/2
2M
S
2M
G
G (pad)
R1/2
2019
G (pad)
3M 1/2 (hooiland)
M1/2 (taluds)
S
3M (dijk)
M (bekken)
M (taluds)
S
2S
G (pad)
M1/2
2S
2S
M1/2
2M
S
2M
G
S
G (pad)
SR
R1/2
2020
G (pad)
3M 1/2 (hooiland)
M1/2 (taluds)
S
3M (dijk)
M (taluds)
S
2S
G (pad)
M1/2
2S
2S
M1/2
2M
S
2M
G
G (pad)
R1/2
2021
G (pad)
3M 1/2 (hooiland)
M1/2 (taluds)
S
3M (dijk)
M (bekken)
M (taluds)
S
2S
G (pad)
M1/2
2S
2S
M (moeras)
M1/2
2M
S
2M
G
G (pad)
R1/2
2022
G (pad)
3M 1/2 (hooiland)
M1/2 (taluds)
S
3M (dijk)
M (taluds)
S
2S
G (pad)
M1/2
2S
2S
M1/2
2M
S
2M
G
G (pad)
R1/2
2023
G (pad)
3M 1/2 (hooiland)
M1/2 (taluds)
S
3M (dijk)
M (bekken)
M (taluds)
S
2S
G (pad)
M1/2
2S
2S
M1/2
2M
S
2M
G
G (pad)
R1/2
2024
G (pad)
3M 1/2 (hooiland)
M1/2 (taluds)
S
3M (dijk)
M (taluds)
S
2S
G (pad)
M1/2
2S
2S
M (moeras)
M1/2
2M
S
2M
G
S
G (pad)
SR
R1/2
2025
G (pad)
3M 1/2 (hooiland)
M1/2 (taluds)
S
3M (dijk)
M (bekken)
M (taluds)
S
2S
G (pad)
M1/2
2S
2S
M1/2
2M
S
2M
G
G (pad)
R1/2
2026
G (pad)
3M 1/2 (hooiland)
M1/2 (taluds)
S
3M (dijk)
M (taluds)
S
2S
G (pad)
M1/2
2S
2S
M1/2
2M
S
2M
G
G (pad)
R1/2
2027
G (pad)
3M 1/2 (hooiland)
M1/2 (taluds)
S
3M (dijk)
M (bekken)
M (taluds)
S
2S
G (pad)
M1/2
2S
2S
M (moeras)
M1/2
2M
S
2M
G
G (pad)
R1/2
2028
G (pad)
3M 1/2 (hooiland)
M1/2 (taluds)
S
3M (dijk)
M (taluds)
S
2S
G (pad)
M1/2
2S
2S
M1/2
2M
S
2M
G
G (pad)
R1/2
2029
G (pad)
3M 1/2 (hooiland)
M1/2 (taluds)
S
3M (dijk)
M (bekken)
M (taluds)
S
2S
G (pad)
M1/2
2S
2S
M1/2
2M
S
2M
G
S
G (pad)
SR
R1/2
2030
G (pad)
3M 1/2 (hooiland)
M1/2 (taluds)
S
3M (dijk)
M (taluds)
S
2S
G (pad)
M1/2
2S
2S
M (moeras)
M1/2
2M
S
2M
G
G (pad)
R1/2
2031
Rijten
Snoeien
Slib ruimen
Zaaien
S
SR
Z
Planten
P
R
Maaien
Aantal keer maaien
3M
M
Gazonbeheer
G
3M
M1/2 (taluds)
3M
S
2014
M1/2 (taluds)
2013
S
P
2012
M1/2 (taluds)
xM
Verduidelijking
Aandeel
Opp. (m²) 2282,12
1/x (xxx)
Legende:
Bestand 8a
3M
M1/2 (taluds)
S
2015
3M
M1/2 (taluds)
S
2016
, Revisie b
3M
M1/2 (taluds)
S
2018
Pagina 33 van 34
3M
M1/2 (taluds)
S
2017
3M
M1/2 (taluds)
S
2019
3M
M1/2 (taluds)
S
2020
3M
M1/2 (taluds)
S
2021
3M
M1/2 (taluds)
S
2022
3M
M1/2 (taluds)
S
2023
3M
M1/2 (taluds)
S
2024
3M
M1/2 (taluds)
S
2025
3M
M1/2 (taluds)
S
2026
3M
M1/2 (taluds)
S
2027
3M
M1/2 (taluds)
S
2028
3M
M1/2 (taluds)
S
2029
3M
M1/2 (taluds)
S
2030
3M
M1/2 (taluds)
S
2031
Bijlagen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34
B
C
D
projectgebied
1
1
15
67
Pyrus communis
Popolus canescens
Salix alba
TOTAAL
3
1
Juglans nigra
Acer pseudoplatanus
Prunus avium
2
2
Fraxinus excelsior
8
12
Alnus glutinosa (meerstamboom)
14
Quercus robur
Alnus glutinosa
8
realisatiekaart
Betula pendula
Soort
Aanplant van bomen
6
6
terrein
provinciaal
E
18
1
8
2
3
2
1
1
overige
projectgebied
300625_30_Plan_5_BPL_bomenlijst_B
A
17
2
5
8
2
Salesianenln
F
G
108
108
24
9
1
1
3
4
5
19
17
15
10
totaal
Vallei
H
73
21
1
1
1
3
2
2
12
8
14
8
reailisatie
meetstaat
I
J
23
1
14
8
bomenbank
evt uit
K
50
0
21
1
1
0
3
2
2
12
8
0
0
realisatie
restant voor
L
B
C
D
53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66
41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
225,00
Crataegus monogyna
Prunus spinosa
Viburnum opulus
225,00
75,00
225,00
Corylus avellana
Rosa canina
75 300,00
Cornus sanguinea
225,00 150,00
Ulmus minor
Cornus mas
225,00
Tilia cordata
Aantal
225,00
Sorbus aucuparia
Aanplant van struweel, 2-jarig ijl en in onregelmatig plantverband Acer campestre
75,00 150,00
Rhamnus frangula
75,00 225,00
Quercus robur
75,00 225,00
Fraxinus excelsior
Prunus padus
150,00
75,00
Corylus avellana
Aantal
Betula pendula
Aanplant van bosgoed, 2-jarig ijl en in onregelmatig plantverband Acer campestre
35 300625_30_Plan_5_BPL_bomenlijst_B 36 37 Aanplant van struiken, heester of bosgoed 38 39 40
A
E
F
G
H
I
J
K
L
A 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124
B
C
D
E
F
G
H
I
J
300625_30_Plan_5_BPL_bomenlijst_B TE KAPPEN BOMEN meetstaat T.H.V. Provincieterrein
stamomtrek
aanleiding
AG
Sambucus
< 1,5 m
toegang tot vlonderpad
AG
Acer
< 1,5 m
toegang tot vlonderpad
AG
Acer
< 1,5 m
toegang tot vlonderpad
AG
Acer
> 1,5 m
toegang tot vlonderpad
AG
AG
PROV
T.H.V. Lucas Henninckstraat Salix / Acer / Eik
> 1,5 m
toegang tot pad beekvallei
Alnus
< 1,5 m
hinder voor aanleg flauwe oeverzone
PROV
Salix alba (meerstam)
> 1,5 m
hinder voor aanleg flauwe oeverzone
PROV
Prunus
< 1,5 m
hinder voor aanleg flauwe oeverzone
PROV
Pyrus
< 1,5 m
hinder voor aanleg flauwe oeverzone
PROV
Alnus
< 1,5 m
hinder voor aanleg flauwe oeverzone
PROV
Picea
< 1,5 m
toegang tot pad beekvallei
AG
Picea
< 1,5 m
toegang tot pad beekvallei
AG
Acer
< 1,5 m
toegang tot pad beekvallei
AG
Populus
< 1,5 m
aanleg flauwe oever en beheerzone langs beek
Populus
< 1,5 m
aanleg flauwe oever en beheerzone langs beek
Quercus
< 1,5 m
aanleg pad - toegang tot flauwe oeverzone
AG
Quercus
< 1,5 m
aanleg pad - toegang tot flauwe oeverzone
AG
Acer
< 1,5 m
aanleg pad - toegang tot flauwe oeverzone
AG
Acer
< 1,5 m
aanleg pad - toegang tot flauwe oeverzone
AG
Acer
< 1,5 m
aanleg pad - toegang tot flauwe oeverzone
AG
T.H.V. beekoever volkstuinen PROV PROV
T.H.V. volkstuinen-bos 't Motteke Quercus
< 1,5 m
uitbreiding volkstuinen
AG
Populus
< 1,5 m
uitbreiding volkstuinen / ruimen gronddepot
AG
Populus (meerstam)
< 1,5 m
uitbreiding volkstuinen / ruimen gronddepot
AG
Populus (meerstam)
< 1,5 m
uitbreiding volkstuinen / ruimen gronddepot
AG
Populus (meerstam)
< 1,5 m
uitbreiding volkstuinen / ruimen gronddepot
AG
Populus
< 1,5 m
uitbreiding volkstuinen / ruimen gronddepot
AG
Quercus (meerstam)
< 1,5 m
uitbreiding volkstuinen / ruimen gronddepot
AG
Quercus (meerstam)
< 1,5 m
uitbreiding volkstuinen / ruimen gronddepot
AG
Quercus (meerstam)
< 1,5 m
uitbreiding volkstuinen / ruimen gronddepot
AG
Quercus
< 1,5 m
uitbreiding volkstuinen / ruimen gronddepot
AG
Quercus
< 1,5 m
uitbreiding volkstuinen / ruimen gronddepot
AG
Betula
< 1,5 m
aanleg pad - toegang beekoever
AG
Acer
< 1,5 m
aanleg pad - toegang beekoever
AG
Acer
> 1,5 m
aanleg pad - toegang beekoever
AG
Pyrus
< 1,5 m
aanleg pad - toegang beekoever
AG
Pyrus
> 1,5 m
aanleg pad - toegang beekoever
AG
T.H.V. verkaveling Kolonel Harrystraat
BIJLAGE 4 Plannenlijst
AG Stadsplanning Antwerpen Grote Markt 1 2000 Antwerpen
114/114 AGSTAN/OD/SP/HB/BE02 versie 27-10-2011
PLANNENLIJST
1 E
Voorblad typedetails (incl. detaillijst)
Lengteprofiel
6
7
27/10/2011
8.1/9 Dwarsprofielen nr. 1 & 2 8.2/9 Dwarsprofielen nr. 3 & 4 8.3/9 Dwarsprofielen nr. 5 & 6
Grondplan beplantingsplan
Grondplan ontworpen toestand - realisatiekaart Grondplan ontworpen toestand - realisatiekaart (deel 1) Grondplan ontworpen toestand - realisatiekaart (deel 2) Grondplan ontworpen toestand - realisatiekaart (deel 3)
4.1/4 4.2/4 4.3/4 4.4/4
5
Grondplan ontworpen toestand - visiekaart Grondplan ontworpen toestand - visiekaart (deel 1) Grondplan ontworpen toestand - visiekaart (deel 2) Grondplan ontworpen toestand - visiekaart (deel 3)
3.1/4 3.2/4 3.3/4 3.4/4
19/10/2011 19/10/2011 19/10/2011
19/10/2011
19/10/2011
19/10/2011
19/10/2011 19/10/2011 19/10/2011 19/10/2011
19/10/2011 19/10/2011 19/10/2011 19/10/2011
19/10/2011 19/10/2011 19/10/2011 19/10/2011
19/10/2011
Aanbesteding Aanbesteding Aanbesteding
Aanbesteding
Aanbesteding
Aanbesteding
Aanbesteding Aanbesteding Aanbesteding Aanbesteding
Aanbesteding Aanbesteding Aanbesteding Aanbesteding
Aanbesteding Aanbesteding Aanbesteding Aanbesteding
Aanbesteding
Historiek
AANBESTEDING
P:\300625\G\35_Aanbesteding\300625_35_PLLIST01_01_E.xls
C C C
C
D
C
D D D D
C C C C
C C C C
D
Datum recentste versie
300625 Antwerpen Herinrichting Hollebeekvallei
Grondplan bestaande toestand Grondplan bestaande toestand Grondplan bestaande toestand Grondplan bestaande toestand
Plannenlijst
Herinrichting Hollebeekvallei
: : : :
2.1/4 2.2/4 2.3/4 2.4/4
1
Plan nr.
PROJECTNUMMER OPDRACHTGEVER PROJECTNUMMER GRONTMIJ GEMEENTE/STAD PROJECTNAAM
PLANNENLIJST: INDEX: TITEL:
@ Grontmij
Index
300625_35_I_P_DPR_00.dwg 300625_35_I_P_DPR_00.dwg 300625_35_I_P_DPR_00.dwg
300625_35_I_P_LPR_00.dwg
300625_35_I_D_TDT_00.dwg
300625_35_I_G_BPL_00.dwg
300625_35_I_G_FS1_00.dwg 300625_35_I_G_FS1_00.dwg 300625_35_I_G_FS1_00.dwg 300625_35_I_G_FS1_00.dwg
300625_35_I_G_WAT_00.dwg 300625_35_I_G_WAT_00.dwg 300625_35_I_G_WAT_00.dwg 300625_35_I_G_WAT_00.dwg
300625_35_I_G_BES_00.dwg 300625_35_I_G_BES_00.dwg 300625_35_I_G_BES_00.dwg 300625_35_I_G_BES_00.dwg
300625_35_PLLIST01_01_D.xls
P:\300625\G\35_Aanbesteding\.....
Bestandsnaam
Pagina 1
PLANNENLIJST
1 E
Dwarsprofielen nr. 7 & 8 Dwarsprofielen nr. 9 & 10 Dwarsprofielen nr. 11 & 12 Dwarsprofielen nr. 13 & 14 Dwarsprofielen nr. 15 & 16 Dwarsprofielen nr. 17 & 18
Typedwarsprofielen nr. 1 & 2 Typedwarsprofielen nr. 3 & 4 Typedwarsprofielen nr. 5 & 6 Typedwarsprofielen nr. 7 Typedwarsprofielen nr. 8 & 9
8.4/9 8.5/9 8.6/9 8.7/9 8.8/9 8.9/9
9.1/5 9.2/5 9.3/5 9.4/5 9.5/5
27/10/2011
Bijlage Fotoreportage Technisch Verslag
Herinrichting Hollebeekvallei
Plan nr.
PROJECTNUMMER OPDRACHTGEVER PROJECTNUMMER GRONTMIJ GEMEENTE/STAD PROJECTNAAM
PLANNENLIJST: INDEX: TITEL:
@ Grontmij
: : : :
19/10/2011 19/10/2011 19/10/2011 19/10/2011 19/10/2011
19/10/2011 19/10/2011 19/10/2011 19/10/2011 19/10/2011 19/10/2011
Aanbesteding
Aanbesteding Aanbesteding Aanbesteding Aanbesteding Aanbesteding
Aanbesteding Aanbesteding Aanbesteding Aanbesteding Aanbesteding Aanbesteding
Historiek
AANBESTEDING
P:\300625\G\35_Aanbesteding\300625_35_PLLIST01_01_E.xls
C C C C C
C C C C C C
Datum recentste versie
300625 Antwerpen Herinrichting Hollebeekvallei
Index
300625_35_I_P_TDP_00.dwg 300625_35_I_P_TDP_00.dwg 300625_35_I_P_TDP_00.dwg 300625_35_I_P_TDP_00.dwg 300625_35_I_P_TDP_00.dwg
300625_35_I_P_DPR_00.dwg 300625_35_I_P_DPR_00.dwg 300625_35_I_P_DPR_00.dwg 300625_35_I_P_DPR_00.dwg 300625_35_I_P_DPR_00.dwg 300625_35_I_P_DPR_00.dwg
Bestandsnaam
Pagina 2