PSALM
eei)
lijdens-
XXII
en
zendingspsalm
_//
/
-^
ü
XXIT
PSALM
een
?
en zendingspsalm. lijdens-
BUBELSTUDIE
EENE
DOOR
Dr.
J.
J.
P.
JALETON
Hoogleeraar.
UTRECHT,
ZOON.
KEMINK" 18
88.
Jr.,
In
de
Studie
wetenschappelijke
van
binnen
die
bereik
het
heb
bladzijden
volgende
ik
mede
deelen
te
ontwikkelde
van
de
getracht
resultaten
in
een
vorm
gemeenteleden
valt ,
en
ik
waarvan
gedachte
den
en
Psalm
heb
Ik
omhaal
rijkdom
doen
te
alles
zal
de
am
dezen
van
diepe
heerlijken
w"zardeeren,
vermeden,
alleen
en
zweemde
eenigszins
wat
geUerdheid
van
strekken
hij
grooten
beter
te
dat
hoop^
in
naar
tunntigtal
een
zeer
,
körte
aanteekeningen
toelichting
van
het
van
ren^
op
Hebreeuwsch
de
en
en
Hem^
vervullenj
Utrecht,
bepaald
gezegd,
doel
Mijn
"zan
dit
liefde
die
en
einde
met
het
een
oog
ander
en
die
hen^
op
ter
iets
verstaan.
met
door
het
voor
hetgeen
geschriftje Oude
het
is
in
Evangelie
Pebruari
om
1888.
de
is,
onze
en
de
kennis
vermeerde-
te
gegeven
Wet
de
bouwen^
te
op
Testament
daarin
ons
gekomen toiens
is
te
wijzen
Profeten
zaligheid
te
ligtl
V.
God,
„Mijn laten
?"
z
deze
dat
de
wordt
sluit
Oude
ver-
kruis. het
en
ooit
heeft
op
de
Heiland
der
uitne-
bij
smart ziele-
hoogste zieh
Ook
lijden
recht
er
Lijder de
Verbond. het
Bedeeling,
Oude
afgespeeld,
als
Toch
het
aan
aarde,
uitte,
klacht
zijne
vertolkt.
de
daar
beschouwd In
mendheid.
aan
bedekte
klacht
worden
te
op
mij
Golgotha's
van
werd
G\j
gehad!
plaats
die
Hij,
eenmaal
treurspel
heeft
hebt
waarom
duisternis
warte
vreeselijkst aarde
het
klonk
zoo
Dikke,
God,
mijn
het
daarbij der
lijden is
menschheid,
door
„vervuld."
Hern
psalm,
den
bij
hang
en
de
en
hij het
door
niets
blijft
psalm. hebben
te
wel
van
zijn
wij
te
In
van.
er
gewijd;
Jezus
door
eigenlijk
Dit
dien
rekenschap
ons
bedoeling
ons
hij
waaraan
hebben
Wij
leend.
doet
belangstelling
dubbele
Met
zijne
klacht in
van
geven
bijzondere
de
staan
heeft
zijn den mate
ont-
^amen-
inhoud
schijnt
behoeven
maar
wij
—
—
verliest
hij
verklaring
daar-
karakter;
Oud-Testamentisch
bij
stil
ons
verstaan
zeggen?
te
dit
er
van
niet
hij
uit
8
het
den
om
verliezen.
te
oog
dichter
te
Hei
moet
die
verstaan
in
doen
te
ons
dezen
psalm
,
spreekt. Wij
ons
gen
om
,
te
op
Wij
gaan.
moeten
den
vertalingvan
TUin
mi^n
zoo
vangt
kan
of
de
van
uiting
deze
alleen. God. En
yinyn
is omgetoestand
hem
met
te
de
Hij
dat
wel
niet,
opvatting de
voorkeur
toch
gevoel van
—
God",
het
is
kan,
Verlatenheid, dat :illädruk worden
deze
was
zieh
zoo
hier
De
dan mocht
wij
wanneer
Er
geven. eilende
meer ,
onbeschrijfelijk van
zijn
niet!
er
Op
juist tegenover
gelegd.
hifet
verlatenheid geestelijke
zijn God!
zieh
Is
anders
loch
voelt
lijden
zou?
het
ons
het
van
niets, niets hoegenaamd
is als
om? waar-
:
vertwijfeling?
en
nameloos
merkt
dit
van
antwoorden
ongeduld
dichter
De
is
reden
lichamelijkeen
van
0^\j inilj
aan.
kracht de
soms
laatste
Het
psalm
slot.
hebt
waarom
naar
God
een
het
,
bedriegen
spreekt zieh
uit.
deze
verlangen,
van
zijn? Wij
in
lijdenen
te
O^od,
daarmee
gevraagd,
bepaald
zijnen
leg-
geloofs.
wat
vragen
Wordt
aan
in
psalm volgt aan
O^od,
verlaten?
wel
des
zijne ziel
tot
zijn de volgende bladzijdengewijd. Eene
Daaraan
Men
hem
met
in
er
luisteren
te
oor
zelven
ons
triomf
den
ons
wat
vangen
verplaatsen, om vieren
moeten
zijn
dit het
tweevoudige gevoel
uitspreekt,niet dichter
heeft
van
genoeg
kennis
aan
is hein
deze
God;
hij
Hern
kent
als
God.
zijn
Daarin den in
vreemde;
geen
drukt
Allerhoogste
goeds
niet
Maar
weet
niet
dagen
vroegere
in
welke
te
staan.
van
Hem
hij uit,
in
Hoe
niets
meer
had
veel
tot
hij
hoe
genoten!
Zijne gemeenschap
nu
hij
verhouding
veel
gesmaakt!
daarvan
!
blijken
van
Waar
is
nu
....
zijn
God?
Waar
ferming, kenen
wijze,
onmiskenbaar
zoo
en
Zijn oog
Hij Zijne beschermende
band
op
dat
gegeven,
dat
Zijne
Waar
trouw?
en
menigmaal
zoo
vroeger
zijn gebed,
naar
de
nu
Zijne liefde
van
hem
zijn
de
Hij luisterde
hem
over
tee-
velerlei
zoo
hem
op
ont-
dat
was,
uitgestrekt
hield?
dezelfde Maar
ziet
hij
Ach,
behoeften; hemel
de
hij
buiten
niet
schijnt gesloten
tastende
zoekende
kan
rond
zijne ziel leven
In
meer!
niet
ze
zijn God!
zijn; hij
te
! Duisternis
heerscht
zijn God?
Vreeselijke
waart ron-
er
,
dom
hem;
stand!
Worsteling
Is
niet
God"
dat
keeren^
niet
dat
te
tot
meer
meer
vreezen
geloovige zijn,
meerdere telkens
Gods
of weer
wegen
mindere
dat
en
die
ik dezen
mate
—
het
schijnt terug
worden
schijnt
»mijn
dat
gebed,
het
bidder
den
is,
eindelijk
ook
zal
toe-
geloof!
dat
zal,
niet er
het
van
vreezen,
ledig
—
God
Of eön
te
nu
verstommen
gebed,
dat
is
waar
opgezonden,
te om-
zijn?
te
weet
het
zelfden heeft
niet.
Zou
strijd niet
doorgemaakt
er
in en
doormaakt?
zijn wonderbaar,
en
Hij
stelt
het
10
geloof
de
op
die
beproeving doorstaat, den
worstelen, den
en
nacht
door:
laat
„Ik
Gij zijttoch ons
voor
heeft
ons
zien
wij
van
niet
was
roepen
psalm
onzen
het
licht,dat
zijn wij nog blik
diepen
In
de
hier:
is
te
den
hem
helft
zijnde
hetzelfde. dat
dan,
lijderte
zal
te men
strijd
In
het
af
zal!
laatste
zal
zijn
en
gedeelte
hijgetuigen Maar
is.
hij
vergunt
zoo
ons,
afgelaten,
opgegaan
Eerst
ook
voeren
,
van
2
vs
omschreven.
zijn hem Toch
niet
In
ons
zoo
ver
nog
een
Ook
De
God
verlossing, van
de
Palm
in
v.
d.
bedoeling
door
hooren
niet ook
er
verlaten-
,
heeft deze
van
den woor-
het
naar
af keerig
gekerm van
dat
toestemmen
de
mijns brullens"
„woorden
linge parallelUe vormen,
weinig in
de
helder
blijkt
verlossen. woorden
lossing" „ver-
,
en
van
StatenvertalingStaat
mijne
van
deze
wordt
de
mijns bruUens."
hoofdzaak
die
en
heen
23
vs
dezen
die
zijn strijd.
tweede
„verre
woorden
van
in
nader
heid
heeft
Gol-
naar
,
door
er
van
niet.
ken, mer-
,
,
voor
U
van
zieh
Hern
op
vergeefs.
te
niets
rieht
doorgestreden
psalmdichter
langen
zoo
God."
dikwijls dit noodig is, Onze
Gij
Christenen,
en
;
vaak
los, tenzij Gij mij
niet laat
al
mijn
oog,
gotha's kruis
aflaat, die blijftbid-
niet
u
deze
die
mensch,
ganschen,
zegent; Gij zijtloch,
En
de
proef. Zalig
is, te
meer
Statenvertaling
terwijl ook daar cursief
het
zonder-
eene
de
constructie
voorzetsel
gedrukt,
in
van, het
He-
11
breeuwsch
het
voor
tweede
woord
niet
wordt
herhaald. is
Natuurlijker ik
velen,
deze
op
vormt
wijze:
woorden
Toch
veel
helft
eerste
het
van
uitspraak
Men
onbeduidende
zi||iide of
beter
vs
daarom,
leze
in
den
zin
Bit|i^geschrel, Wat
het
ging ik
dit
„dit
vers:
des
beroerte
het
ing
beter
de
woorden
dat
Statenvertaling bij
de
kennen
woord
Inj
door
schrikkelijke
eene
het
dat
in navol-
ik
verving, wijs
ook
op
gekernt.
n^Jn
van
gekerm
van
verre
houdende
verre
u
:
betreft,
zal
zeggen,
wat
liggen opgesloten! daarin wel
tekstO:
den
nog
te
uit-
eene
Hebreeuwsch
het
in
van
door
nog
van
een
sterk
Calvun:
ge-
„het
niet*geringe plagen
werd".
wie
woord ziel
eene
ook
toegelicht wordt.
,
gekweld 0,
met
de
is met
God,
voortbrengende
kennen
te
nader
Palm
mij
blijkens
hier
men
harten,
roep", gelijk geeft
3
van
geeft
ook
verbinden dat
en
Kantteekening
de
het „verre" te
brüllen
d.
v.
van
op
woord
zij brengen
:
aangaande
verander
,
Tan
dat
vers,
in
w.
,
verwacht
dan
die
spraak,
a.
de
vergeefs.
te
pleit hier tegen
wordt.
gevolgd
mijne verlossing
van
m.
door
zelfstandigen volzin,
een
zijn
„verre
zijne plaatsing,
eene
2*
vs
zij zijn
aan,
constructie, die
Delitzsch,
mijns bruUens",
heil
geen
alleen
noem
deze
Volgens
andere
eene
een
als
het
iiit de
wäre
diepte
al wat
worstelingen al
in
angstkreten
zijn samengevat! roepen
er
tot
God!
Hier
dat der is
12
©od,
miB
zoekt
derom ik des
daags,
nachts
m.
a.
in
poozing
zijn
en
dat
niet
smeeken
rust
van
slechts
hoort.
voor
en
ver-
vertaten
heeft
antwoord, dan
zijnlijden, zijhet
oogenblik
een
van
ter dich-
het
Immers
aan
en
den
door
hem
Göd
dat
is, dat
hij verwacht,
ook
erlangen
zijne vreeselijke smarten,
bewijs gezien,
het
niet
vinden
niet
nlet,
yerpoözing.
geen
hat
in
we-
en
zijn Sohepper,
van
gewordt
het
in
w.
3,
vs
Gtti antwoordt
hier
wordt
Duidelijk
voort,
oog
maar
m^
maar
,
bulp,
het
zijn oog
des
roep
gaat hij dan
ZOO
worde
einde
een ,
gemaakt. Heiaas, op
den
dag
dag roepend
den
op
vindt
nacht
nacht, hem
alles
maar ,
weeklacht,
eerste
wat
er
volgt, weet
nu
hardop overpeinzen
Grods.
van
dag
volgt zijne
maar
biddend, het
wat blijft
de
en
is !
hartstochte-
ziel des
lijders,
te noemen,
dan
in de
omgaat
nacht
einde. Wat
ZOO
van
De
blijft uit.
God
tot
is de
lijke uiting
een
de
en
Hiermede
ten
antwoord
blijft!De
duisternis de
dat
Wat
zouden God
had
getoond
heeft
beter
het
raadselachtigegedrag
dingen verwacht; ja zelfs, wat
had
hij andere
dingen
ondervinden!
moeten
punten
niet
van
hij andere
wij zeggen,
Drie
ik
hij.
noemt voor
de
vaderen
Het
eerste
geweest
is, te
wat
zijn en
God te
13
gedaan,
hebben
4—6.
vs
lijder, verkeert,
wende
af
geboorte
terwijl dan
aandrang Wat
2den
eindelijk
verzen
streeks Dit
ontneemt
k lacht
God, Het
afhouden
God
gedrag. gezegd! anders
doen
andere
dingen
Dit
geldt
verhouding
de
God
doen!
kennen.
Hij
Hern
van
allereerst de
Hierop de
gedachte
ook
niet!
karakter
dat
van
van
pleiten
Grod
door
wil
Zijn pnbegrijpelijk
met
het
—
heeft
eerbied
zij met
zelven
zieh
heeft
Hij
dat
gemaakt,
God
wat
van
vaderen,
ziet
wat
men
in
bepaald
Zijn
van
aanstonds
nu
opvatting niet
tot
goed vs
wat
7,
en
de
van
haar
Gij zijt heilig",als
worm,
zieh recht-
verwacht!
Gitj ziiJthellig, trottende
alles
den
in
het
,
tot
,
Zijne
bekend
wezen
heeft.
gemaakt
Bij
dan
hun
mag
is dit ,
einde
lijderer
gaan
niet
zoo
—
te
moet,
allen
met
valt
oog
bem
verzen
alsof
voort
van
,
lijderriclit
geeft
en
is
10-*11
vs ,
het
tot
deze
deze
aan
over
God.
voor
begin
al hoort
God,
tot
het
in
zijn gesteld. De
persoon
zijne
lijder van
gesmeekt.
het
van
de
derde,
eenmaal
nog
hierbij allereerst
ons
vertrou-
Het
gebracht
42
vs
wordt
hulp
om
deze
heeft
zieh
tot
ontzag-
God
op
zelf den
God
waarin
verhouding,
de
7—9.
vs
de
tweede,
hij,
waarin
lijfcevernedering,
dat
Het
wäre
dus
lo"angen
de
En
de ik
geen
Deze zin
vertalen:
deze:
om
deze
„doch
„derhalve
daarentegen recht
—
IsraSls.
Statenvertalingkomt
recht.
Gij doet; heb
op
4:
volgt, vs
ben
mij
te
is
een
be-
u
klagen
en
ten, ik l^an
de
hier
bedoeling het
hem
wat
aan,
onbegrijpelijkmaakt. niet
hier
zeggen
wil
goede
verzet-
gedrag
God
booze
De
is
God
van
de
opvatten die
en
voert
het
düs
meest
Dat
Heilige.
bot
haat
dichter
wil het
die
:
niet
moest
,
dat
dulden,
kunnen
de
gelijkelijkedie
dezen
vrome
beteekenis, die Testament
het
heeft
^)
,
God
deze:
bedoeling
de
de
in het Oude
„heilig" veelal
woord
goddeloozen
Overeenkomstig
vertreden.
is
te
tegen
er
niet.
gelijk velen
,
het
en
mij
om
tegen doen/'
niets
er
is echter
Dit
macht
geen
,
is de
verheven
verre
goddelijke, onver-
is boven
al het
aard-
,
sche, de Hem
deele
allen
in
de
zingen
Seraphs
de
is hier
ZOO
Jehova
wordt
Hem
dan Of
de
in
eens
Hij
troont
gedachte
sche
dan
Jesaja:
legerscharen, de
Hij
moest
is dezeifde
redenen
die
der
gedrag
een
Het
niet
gezichtvan
,
voor
gezien.
majestueuze. Van
Zijne heerlijkheid."Maar,
van
gedachte
goddelijk zijn
te
en
is vol
aarde
het
naar ,
,^Heilig,heilig,heilig is gansche
de
groote,
Job
van
de
op hier
in
,
ook
te
als dat
wordt
hier die
toon,
van meer
gehoord.
lofzangen Israels? weinige
groot
woorden
Groot-
is neder-
geschreven ! Geheel
onjüist
is
het, op
drijnsche vertaling, aldus
woorden in
het
[=
0
hier
(of
heiligdom
voorwerp iets een
anders
sommige
met
vertalen:
te
der en
in
grond
„Gij het
van
uitleggers deze
in
o
lofliederen
lofzangen Er
Israels".
grooters bedoeld,
welgevallen
(of troont)
woont
heiHge),
lofzangen]
Alexan-
de
wordt
dit: dat
heeft.
hova Je-
Hij wil,
ib
Hij zoekt
wordt
daar
gemeld,
dan
Maar
deze.
ook
:
lof wordt
Zijn
waar
Zijne nabijheid
in
bijzondare
openbaar.
mate
Aan
slag,
Ps. LXXX
:
onrechte:
De
gelen
Cherubim
Heiligen
woordig,
Cherubim
de
Hij
was
de
de
ark
tempel.
2,
:
Che-
de
op
daarvoor
door
te
wierookdamp
vleu-
de
in het
Heilige
Daar
bijzonderen
in
VI
zit."
aan
Jeruzalem's
van
steeg
en
„die
overschaduwde
Daar
God.
Israels
4, 2 Sam.
nl.:
deze
is ontleend
uitdrukking der
:
Statenvertaling heeft
liisschen
,^ie
Deze
1
:
IV
grond-
ten
,
troont."
rubim
der
XCIX
2,
Sam.
1
wij vinden
die
andere
uitdrukking ligt eene
deze
troonde zin
tegen-
Zijn
voor
aan-
gezicht op! Doch
deze
bij
beschrijft ons
voorstellingbleef
in
schouwd
heeft;
vleugelen
der
kristal ; Zoo
de
dichterlijker,en
het
Hem
door
is
de
dichter
in
het
geestelijker
nog hier
geeft.
heiligdom ;
en
gewijde
gedachte
als
De
samenge-
op
gezang
onzichttroont
te
volk.
nog worden
eens,
en
overdacht
!
nog,
openbaart Zijne tegenwoordigheid
prijzende
ons
helder
van
grootscher ook
ruischen
aan-
heerlijkheid Gods
Maar
Hern
troon-
hoog opgehevene
de
van
zeggen,
het
van
Allerhoogste, en
ook
zou
lofliederen
vleugelen
Grootsche is
ik
de
uitspanselals
ziener!
Israel
van
De
komen.
aan
troon
voorstelling, die
de
gemeente
de
de
den
geestverrukking
op
het
Ezechiel
niet.
zijn boek
van
in
daar,
Cherubim
het
X
en
dien
en
daarop
en
zag
bare
I
gelijk hij
wagen,
is
H.
het
die :
wel er
waard is
eene
46
heid
Gods
daar
gevoeld wordt, ook,
waar
daar
of
of
laags
Hern In
zieh Hoe
zieh
terug
lijder!
bevrijding te laat
tot
gehoor!
het
men
was
den
van
vertrouwenden der
is,
vadeien
Hem
van
Hem
op
! Had-
gewoon
gehoopt?
zij
en
gered!
dichter onze
trouwd
en
vaderen
Gy
vertrouwd;
hebt
verlost;
ze
niet
Wat
Israeliet.
God
tot
nadrukkelijke wijze,
eene
aanspraak
te
gedachte
Volk, Ook de
is
zQ
hebben
maken aan
wat
de
op God
U
ver-
U
; op
TJ
Op
hebben
dan
Grods
zj^
hebben
de
in
herkent
men
zoo
den
,
dichter
den
dringend
ZOO
7. 8:
tot
minder
besprokene aanroeping
even
vs.
beschaamd.
nlet
zitj^n
en
woorden,
deze
God,
z^J z^Jn gered geworden
,
vertrouwd. In
het
herinnert
en
geroepen
in
Hem
op
geeft geen
en
hebben
de
trekt
aaVdsch
niets
vroolijke gezangen
van
Israels
niet
De
om
en
anders
waren
zQ
Jehova,
Van
eere
wien
in
Hij
onreins,
roepen,
den
Maar
verbergt Hij Zijn aangezicht! Hij
geven,
gene
gezöngen.
ter
God,
een
zoekenden
plaats
Waar
ZijneÄ.
worden
wordt
tegenwoordig-
nabij !
zulk
nu,
der
moet
gezöngen
is deze
En
loflied
het
en
de
tusschen
wederkeerige betrekking
de te
vrijmoedigheid geeft
zou
men
hulp voor
van
de
op
en
roepen,
zulk
haast
zeggen,
Jehova.
het
vaderen
voor ,
is
zijn
geweest.
hier
kunnen
geschiedenis van
wij opmerken, het oude
wat
Godsvolk
wij overal aant reffen ,
18
kermt,
vin'dt
hij
Of, dat
God
als
deze
komt
En
Ik,
Ik
—
smaad
een
dan
de
heeft
het
die
redde
aan
hem
te
verworpen zelf
zieh
worm"
in
Hy
öf
als
teekenen
ootmoed
die
Gods
eene
made,
Duidelijk
verklaart
zoo
Voor
hoe
oogen, en
is
geval
de
om
het
Bildad veel
daar
wel
en
:
God
6.
daar,
minder
en
algemeene
—
den
eilende
De
zijn een
öf
ontzaglijke
diepie van
XXV
Job
een
is.
neergestort
menschenkind
een
de
om
mensch
deze
is het
eerste
eene-
ben
„ik
is tusschen
er
klacht
eene
waarin'
lichamen,
In
hem,
te
van
opgevat,
,
den
hy
welbehagen
een
het
worden
van
dulden,
te
kan
,
Het
yerlosse
gevoel
een
beschouwd,
tweperlei zin
aan
mensch te
hoofd:
zijn!
betuiging
eene
klove
welk
toestand!
een
Op
als
uit, naardien
hem
me-
m^;
oyer
het
die
de
b^
spotten
gewenteld,
is
mensch,
geen
yeracht
zien,
Het
9:
—
en
en
dat
en
lijder zelf opl
zj^ schudden
op;
is,
heeft.
Welk male
lip
7
vs.
worm,
m^
Jehora
op
een
die
—
gezegd,
kan?
den
bij
menschen
ran
trekken
ook
verder,
ben
nigte^). Allen, zy
ontberen
wat
gedachte
hem
hoor
Maar
wel
nog
maar
eerbied
vreeselijk niet
zoo
nog
hij Zijne hulp
nacht,
en
allen
met
meenen,
toestand
zijn
dag
!
gehoor
geen
zöu
Hern,
tot
roept
en
hemel-
niet
rein
mensch eene
karakteristiek
—
worm! van
mensch. onze
plaats is
het
echter
een
ander
geval. Wat
19
dichter
den
noopt
zijne verhouding
aan
kind
des
het
stofs
gevoel
in
van
laging gekomen
aan
Jes.
van
den
klein
als
daar
kracht
en
is
denke
profeet,
als
als
volgt:
op
ook
psalm
onzen
andere
toonbeeld
oogenblik zonder
worden,
te
in
als
in
zijn. :
mensch*'.
14
mensch het
Daarmee
in
stof
is,
zijne gestalte van Of
ook
was
veracht
en
man een
smarten
van
wien
voor
te
zijn
tot
die
de
van
der
minder
kruipende
stand toe-
dichter
komen ge-
zieh
zelven,
Jehova
gezegd
misvormd
menschenkinderen sterk
mensch
bijna geen krankheden
het
Vreeselijke toestand! zonken
knecht
niet
en
men
zijne.
onwaardigen
zijne gedaante onmenschelijk
verschillend.
al
vertreden
om
zegt hij van
den
dat
„hij
zoo
l^atste verklaart
van
Aan
onbeteekenendheid!
en
mensch
wordt, en
een
aantrekkelijks of heerlijks,het
den deze
Jes. LH
wat
ver-
mogelijk.
loopend
gevaar
iets
een
van
te
volk
onmiddellijk
geen
„en
sterk
de
machteloosheid
van
Welnu,
bewijze
wormske,
een
rechtopgaande de
aan
ieder
ver-
hierbij
ten
,
worm,
veelmeer
men
waarin.zijn
tegenstellingzoo
zijde de
eene
in
er
bepaling de
het
volks.
dat
is
Hierbij
dachte ge-
van
algeheele
van
6
:
de
waar
aanspreekt
nadere
de
XXV
Job
XLI:14,
hoopske
Van
^de
zijn.
aan
Jakob
als
Het
machtige.
eilendigen toestand,
keert,
niet
,
God
tot
toestand
een
te
dan
Veeleer
AI
den
tot
is
spreken
te
zoo
Jes.
LIH
3
een
meer,
kennend,
:
en
als
aangezicht verbergt."*) Hoe
beneden
schijnt het
de
peil van
zoodanige
ge-
menscheliike
20
Hoe
waardigheid!
huivering
reeds woorden
dichter
zegt
menschen
ligt in
aan
er
enkele
die wereld
lijden, eene
van
Men
verachte, heip
gaat
lijden
te
niet
ook:
van
v^^ekt zelfs geen
mede-
Slechts
spot
menschelijk
hij naar
wel
waard
dat
is,
meer
Is het
zijn deel.
is
bespotting
niets
in
menigte
meer!
diep. wien
de
smaad
een
niets
zonk
aan
is
voetwisch,
een
daarvoor
der
hij
door
een
voorbij, hij
iets, dat
mensch,
dan
ook
meer;
oordeel
het
geworden,
deele
allen
ook
Er
gedachte
!
Onze van
enkele
schrik!
en
afgrond
een
smaad
de
wekt
is, een
den
mensch
w^aardig schijnt te zijn? Ziet
de
kennen
wij
,
,
zieh
dichter
de
omstandigheden
bevindt
waarin ,
niets
weiten
en
niet
de
van
aan-
,
leiding
Maar
zijn gedieht.
tot
toestand
voorstellen
zwaarder
geestelijklijden,
dan
die
En hout
hier
ons
denken
dan
in
geteekend
gedachte Daar over
dezen
wordt
die
woorden,
is
Staat
eene en
,
kruis-
psalm,
daaraan
wij
maar
het
in
en
Zijn toestand
veelal
de
lijder. Allen
ons
ren. herinne-
huiveren
zij trekken
de
die
uitdrukking,
lip
die
spot in het Oude
hem
bij
zien
,
,
op
onbeschrijfelijke verachting s). het
versmaadheid
Aan
Heer.
naar
daarmee
van
de
aan.
er
hem;
een
wordt?
den
aan
begrijpen het,
Wij
dieper
van
voorgesteld
geklonken, grijpt Hij
overeenstemming
zieh
men
grooter verlatenheid,
van
wij
kan
als
als Met
ten
teeken
minachting
aanwijzing
Testament
spotten
van
van
—
achting ver-
herhaaldelijk
21
voorkomt, Jer. II
XVIII 15
:
:
16,
Job
9
in
hem
wat
wenteld naardien
Hij
geleerden,
In
bovendien
gezegd
alleen
noem
de
terugslag
het
hij
had.
roemde
het
die
nog
worden In
is.
Hoe
door-
Jehova
op redde
beweren als
geheele Had
men
in, bouwde
hem
aan
ge-
hem
uit
opvatten, dat
echter
eiders
minder
Ps.
maar
woorden
20,
XVIII:
den
hem
op,
tot den
12.
spottend bedoeld.
bespotting worden
het
de
voor-
XLI:
lijder, of
des
,
kunnen
beschouwd
lijders stilzwijgend niet
leefde
aangezien,
uit
de
liefde
dat
zijns
Gods?
Eigenaardig is, gevend voegwoord
dat
Matth.
naardjen,
,
,
hetzij verondersteld
van
leven
dat
neme
liefde öods
hier
een
op
gepast
herhaaldeUjk
de
van
van
er
voorwerp
aanmerking
ook
enkeie
met
zoo
het
is dit
heeft!''
men,
ook
God
in
woorden
algemeen
wat
van
moet
spotters.
kan
woorden
verband
hetzij werkelijk meer
hem.
smartelijkst
heeft
beschouwd
Natnurlijk zijn deze
nog
15, Klaagl.
:
wond
het
22,
:
lijder moet
hem.;
juistals aanwijzing
Zij zijn
De De
„Hij
onderwerp,
het
ik
over
welgevallen
laatste
de
gebezigde
mensch;
hoofd
der
verlosse
zelf
terwijl men
komen
XLIV
zelven
ziel!
een
lijder het
wordt.
Ps.
XXXVII
,
zieh
Op
4,
.
die
ß);
Jes.
niet.
woorden
de
volgen
21,
gemaakt.
snijden zij zijne
hier
:
daarbij blijft het
aangetast
de
XVI
:
zij het
pijnlijker worden
vs
XIX
Kon.
schudden
—
Fn
2
vg.
XXVII dat
drijnsche vertaling slaat, vervangen
:
ook
43
het
in de
rede-
Alexan-
is doo\! lv^.1^"st-
22
onderstellend
Indien.
voegwoord
kracht
De
der t
woorden
het
Voor
de
niet
XXXVII
Ps.
vg.
XVI
Spr. zelf. aan
der
iets
is
machtig
of
te
zieh
met
last, dien
een
geUjk
de
:
daar
men
naren Kantteeke-
uitdrukken
„als wanbewaard
het
iemand
schuift, die het
n5men
of te
iets op
zieh
op
vg.
of
dragen
redden".
te
Er
ligt dus
vertrouwen, de
de
banden
heeft Matth. heeft wordt
nog
God
door
woorden
j
hem
43
in
nu
de
dat
die
de
Hij
heeft
goed op —
maken
Alexandrijnsche ver.de
plaats daarvan Het
staat
zelven
heeft het
—
hier
aren
gerekend, Hij
zou.
aanhaling „hij
:
Er
hij zijne zaak, laat
aanbevolen
op
„hij
is alles hetzelfde.
hij zieh
Kantteeken er
in
teruggegeven door:
dat
van
gesteldhebben
terwijl in
betrouwd".
zeggen,
scherming, En
:
aangeduid,
God.
voor
ook
opgedragen,
gegeven,
aan
dan
de
gehoopt",
God
liever
In
grondslag
ten
aan
zelven
God.
het
XXVII op
zieh
een
van
op
gedachte
van
taling wordt
}
aan
henenrolt,
ergens
blijven liggen, of
wel
onbepaald
het Statenvertaling
men
zijne werken,
meer
overdraagt,
ander
zijn weg,
hetzij met
is ontleend
beeld
een
zal
hetzij nog
,
laat
Het
gezegd.
5, hetzij met
:
3
:
Het
neer
aanvullen,
Ucht
echter
zieh
gewenteld heeft,
woorden
zoovele
met
dui-
volmaakt
woorden
Jehova
lijder op
verzwakt.
eenigermate
overige zijn deze
delijk. Wat wordt
wel
daardoor
wordt
heeft
overgede
zijn
bezigen
dat op
ik
deze
—
alles
Zijne
be-
Zijne verlossinggehoopt! nu
werpt
men
hem
dat
voor
de
23
voeten; het
aangezicht.
kracht
zijhe eenige
hem
tast
en
in
aan
is,
troost
en
in
zijn Godsvertrouwen
slingert hem
men
in
datgeöe
zijn
wat
vertrouwen
God.
op
heeft
Daar
den
men
dat
ton
hij Gods was
voorwerp
zal
oogenblik vruchten
Godsbetrouwen
dan,
het
prikkel kelijk dat
hij als
en
stelt
Zij
in
tastbare
dit,
is
worden dat het
de
eigene
Wie, dezen
die
ding
en
dat
verlossehem
is nog
alles
dat
wel
erger,
zijn scherpsten
deze
spot
het
de
dan
het
voor
met
noodza-
eigene hart;
des
oog
lijders
grootst mogelijke krachts-
door op
hevigen zielestrijdkan den
bodem
des
harten ,
vertolkt
stemmen
alles nog
dat
in
het
van
ongeloof
van
toestand
van
hart. zieh
eenigermate
lijder verplaatsen kan,
menigmaal,
de
om.er
onheilige wijze uiting geeft
ondergehouden
hij
zijn
zaak
moet
vormen
dan
niet
Het
van?
nu
God
zou
dat
,
inspanning,
hij
ondervinden,
te
om
eene
aan
meest
niet
wat
daar
Welnu,
vinden
de
op
en
dunkt
juist, die
weerklank
dat
was,
gekomen
toch,
en
Mij
verleent.
mögen
uit!
spot;
ergste zijn?
zij is
en
wel
baat!
hem
Vlijmende het
toch
iets
redde
en
blijkt
plükken,
te
van
heeft
te
op
gunstgenoot
Wat
nü
zieh
er
daar
nu!
Zijne liefde, dat hij bouwen
van
zijn God!
op
dan
vrome
meende
die
man,
beroemen, het
den
mea
hoeveel
met
heeft
ernst,
daags riep hij
,
zoo
hij lazen
in die
den het
aandrang, niet
wij
niet
hoeveel
maar
Hoe
volhar-
tot God?
geroepen ,
vat?
God
antwoordde
Des
24 .
des
niet,
en
zing.
God
Maar
het
hier
Jes.
XLIX
:
23*,
dat
die
ja
God
op
God?
Indien
of
geloof?
in
dat
In
genoot
Gdds?
XXV
Ps. is
dan
in
Gods
van
vroomden wor-
in
zijn eigen,
welgevallen de
zijn
te
van
,
alle
van
bedrogen
toch
3
:
zullen
nooit
hebben
verzekerdheid
zijne
als
ik
—
waarachtige
zieh
niet^
he^rlijk
was,
grond
betrouwen, hij
verpoo-
zoo
gezegd
iedere
zijne ervaringen
liefde?
wat
de
wat
Zou
beschaamd?
zijn,
plaatsen
gelijk van
,
toe.
psalmen op
—
geen
hem
voor
onwaar
maar
kwam
er
oor
dan
alleen
Israelietische
heid,
maar
profetien en
van
wijs
zijn
sloot zou
tal
in
nachts,
en
gunst-
strijd!
Vreeselijke twijfel bange hartverscheurende ,
En
pen
! Men
hem
uit
0,
vraagt
door van
klinkt
veel
het
hinten
„Mijn
zin
krijgt dan
laatste
houvast
dat
mijn
Maar
ook,
God'M
„mijn
zijne geprangde,
voor
binnen,
geteisterde ziel.
de
in
God,
verlaten?*'
Gij mij
door
en
bespotting
is het
Het
stellen
van
alle
zijn geloof tegenover alle
hoeveel
klacht
de
nog
lacht
Men
verscheurt!
ziel
zijne
dan
van
?
gewor-
dingen bedenken,
ons
aanvechtingen
voeten
God
uw
hij aanving:
dieper
is
sterkste
de
voor
is
waar
:
hebt
waarom
juist
deze
waarmede
ooren,
Het
hem
wij
wanneer
God,
dat
het
wat
om
wanhopiger
hoe
hem
wordt
nu
waarschijnlijkheid,tegenover uitwendige omstandigheden tegenover iederen ,
schijn. Hij
klemt
vast, want,
rukt
hij
verloren
en
er men
komt
zieh
als
hem in
de
dat
met
beide
uit
duistornis
het
banden
hart, om! .
aan
dan
is
26
wustheid
zieh
voor
er
kan
Zoo
Wij
»ik
aanvaard, zelven
hier
staan
beslag
worden
het
de
de
in
Het
pleitgrond van
zijn gebed. zieh
dat
verschijnsel
Christelijkegemeente het
is
uit
geboorte vaarden
met
is
het
de
gemeente
Christen-ouders
perken de
van
noch
de
gemeente
nog
Israel
zijn is
den
Eigenaardig
is
er:
ook
God.
is
schreef
af
Hij
wachien,
ik:
het
van
den
God
heeft alle
ook
hem,
hij
getreden,
deze
—
het
volzin:
op
daartoe van
hij let-
—
God.
Israelietisch
huisgezin.
Jehova
te
na!
dankende,
zieh
zijn volk,
over
voor
geboren zijn
derde
zegen
be-
met
Christen, een
van
hij
behoorde
Hem
die
—
van
aan
,
Christelijk
allen
in
wat
God de
uit
heeft
geleerd dingen
In
geworden
zieh
af
als
weggevallen.
geworden,
zegen
gedeelte De
de
verwezen
geworpen
aanvang
want
—
met
dage be?it.
is dan
het
dit
gezegd
hierbij vooral
spreekt de
voorstellen
Het
.
geworden,
zijne geboorte
den
lid-zijndoor
Maar
wordt
Israeliet
Christen-ouders, zegt
haast
aan-
Christus
in
ten
gebohden.
Christen-zijnmeer
Daarin
zijne
Christus.
Zijne gemeente
wien
terlijkstaat
is het
ook
die
Christus
in
Israeliet
is Van-
Het het
het
heden
psalm
wustheid het
door
van
van
beteekenis,
af komst
door
verzen
Van'
bezit.
men
gßsloten verbond.
daarvan
plaats
Volk
de
van
vertoont.
ons
persoonlijk geloof van
ligt
dezen
aan
hetgeen
persoonlijk maken
Daarin van
in
ingroeien
zijne geboorte
—
gelegd.
op
hetzelfde
voor
hij heeft
zeggen:
,
ook
uit
willen
zou
zien dan
maar
—
Hem
geven,
als te
zijn ver-
zieh
in
27
alles
zieh
die En
zelven
heid
dit
heeft
hij
ze
lyke
voorrechten,
dat
en
als
den
in
vanzelfs-
dingen opgegroeid. Hij tot de
als behoorende die
Christen,
heerlijke
eene
deze
hem
geschonken alleen
Israeliet,niet
geworden
eck,
alles
aangenomen
de
Zalig
dingen herkent!
is in
Hij
gedaan.
heeft
is
deze
in
Hern!
door
leiden
laten
te
volsten
persoon-
Hij
waren.
gebeerte, maar
van
heerlijkstenzin,
en
van
geloof. En
ziet
nu
het
hij terug:
het
objeetieve en
sub-
«
jectievevalt volle
hem
voor
dan
worden,
verklaren:
behoeft
er
nu
waarin
God
hem
lippen
die En
stel
dezen
een
ligt er
d«
de
hem
den
vervult,
het
als
en
toch
geen
bede
in
van
terugvoor
de
met
schipbreuk
de
ziel dan
wees
nabiy,
te
vreeselijken
uitspreken daarvan
is
nood
gezegd
bij het gevoel
en
12:
vs
daartegenover „mijn
vertaten?"
„ach
mijner
en
en
de
op
nlet er
te
vei^re
is
mand nie-
helpi
psalm:
Gij mij
hij met
schoot
meer
nadruk,
om
brengen,
want
mjj,
van
in
het
en
zijn geloof, de
moest
hoe
dat
wanhoop
lijden aan
niets
,
dubbelen
met
der
kracht
alles
dit
aan
ook
hij verkeert,
ontzaglijkeverlatenheid denken
den
„van
beseffen,
te
om
toestand,
kan
zoo
—
zijt Gij mijn God."
af
Maar
en ,
overtuiging
moeder
samen
doe
het
gedachte
de
nu
God,
mijn God,
Het
waarom?
toch
niet!"
aan
eerste
ten
waarom
is En
klacht
van
hebt
geworden
tot
onuitgesproken
grondslag: ^^Uel ""
\L
28
zelven
niet
waardig! Gij
hebt
mij
die
voor
andere
voor
dingen
gemaakt!"
Gelukkig
de
mensch,
verzekerdheid
dagen
heeft,
aanvechting
van
als
even
dichter
onze
roepen
op
God!
Met
de
bede
heeft
noodig In
vs
13
19 nog
—
's
van
stuk
heeft
tot
hen,
ZOO
min
Deze
verkropt de
mogelijk
dat
weigert
van
ik
hunne
de
22
—
de
na
eerst
telkens
enz..
en
van
hij
deele
uiting te
deze
niet.
Hij behoort
zoude
achten
die haast
ze
vs
12
zal
ze
hebben
allen
niet
de
eilende
zieh
zelven
zeggen,
niets
pijn. het
beeld
hevigste
smarten
is
het
bede
gevonden,
gevoelen,
te
opzicht in
van
natuurlijk mogelijk
hoogste wijsheid
die,
en
weten
in
rust
smart.
ontveinzen,
wij
verre!"
niet
Ook
aan.
zijne
die het
die
psalm,
20
vs
zielkundigzoo
in
dichter
dichter
den
vinden
loopt,
toch
alvorens
aan
Onze
Ook
den
dan
en
lijder geen
gegeven
toelichting
geen
einde.
22
„wees
sluit zieh
vinden
willen
verder
be-
breede, aandoenlijke beschrijving
voorgaande
de
niet
die
vs
eene
gebed:
het
aan
God
ten
lijderseilende,
herhaalde Dit
met
en
leeren
heeft
tegen
volgende afdeeling van tot
in
geestelijken strijd zieh
eigenlijkpleidooi van
aangezicht
de
13
vs
is het
deze
daarvan
grond
op
en
12,
vs
,
Gods
voor
die
en
zelven
zieh
hij
van
den lederen
Heer. bc-
20
drank.
dwelmenden aanvaardde heeft
trek
voor
de
voor
dat
Vandaar bitterheid
bjacht.
van
klacht,
maar
klacht,
er
al
het
de
eerste
waarin
hij
verkeert.
een
yarren
;
niet
de
minste
bitterheid den
van
op
God.
ze
woord
weer
Het
is geen
is het
zieh
eenige,
wat
God.
voor
ten
ge-
vervloekt
Zijn
verwijt.
äan-
afgrond
eigenlijk ook
stellen
verzen
dichter
Basan
weten
slotte het
nog
in
onze
gedaan?
de
van
wel
geloovigen lijder,ook
teekent
Tele
af
beste, ja
worden
kan
niet
het
niet; hij
een
eilende
iederen
dagen,
dat
en
hem
ze
toch
het
niet
door
In
zijne
psalm
rand
hen
allerminst
en
in
Is
den
aan
ziet
wäre
,
deze
hebben
Hij beschuldigt
niet; hij
zelf
dezen
in
er
hem
gedaan, ja
het
als
God.
Menschen
is.
volkoraen
met
gegeven
ook
hij
lijder, ook
zieh
er
van
schoon
voor
maar
deze
scherpte en heeft
Hij
verdooving.
geen ook
rekenschap
menschen,
mögen,
eene
al hare
in
gevoeld. Hij
bewustheid trek
Zoo
zijne pijn.
zijne pijn
wil
Hij
de
gedeelte, vs het
uitwendige zijde van
m\j
omgeyen
mlj omslngelen
,
hunnen
ziy sperren
verscheurende
dit
van
brüllende
muU
13, 14, lijden,
stieren
tegen miy op
,
leeuw.
,
Wij lijder waarin
hij in vs
8,
maken door
deze
verzen
menschen
hij de
uit
zieh
alleen
bevindt van
genoemd
den
in ,
macht
op
niet
dat de
eilendigen toestand,
gebracht
zijne vijanden als de
alleen
,
is
ook
maar
dat
,
is.
getuigea
vau
Waren
deze,
zv\\vV4dfö^^
30
zij door
waarvan
hun
onmeedoogenden
de
spot
pija
f
worden
thans
verschjerpten als de
bewerkers
vijanden worden al
de
met
menschen
leeuwen
woorden
aangeduid
stieren,
varren,
'wel
en
wij verder
weten
voorgesteld
van.
er
dat
Immers,
ook
zij ons
,
bepaalde
valt
niet
te
,
volstrekt
machtige
betwijfelen
wie
niet,
,
mede
er
bedoeld.
worden Men
deze
beschouwe
scheldwoorden. karakter
woorden
Zij zijn alleen de
van
sterkte
de
en
echter
als
niet
aanduiding
het
van
onwederstaanbaarheid
,
der
vijanden.
hen
niet
het
woord
onze
aandacht.
vette
weiden door
waren
die
het
zijn
te
De
hunne
woestheid
hebben
worden
wellust In
44
ys
de
minste, beeld
als
4,
gehad,
en
ook
beeld
als
Het
van
die
^)
trekt
van
de
VII:
14,
zijnstieren,
daarom
de
des
runderen
te van
weelderigheid
en
genoemd.
zijn bij het
stieren
de
meer
:
Micha
a.
bekend.
gevaarlijker zijn, gelijk dan IV
o.
aan
hoop.
afkomstig
vg.
is
er
Basan
van
runderen,
Basan,
Basan, Arnos
temmen; geen
stieren
van
goed
niet
zij laten
ontkomen;
te
Vooral
Deze
het
vijanden,
opsperren
onderwerp; die
met
nu,
verscheurende
een
van
den
maar,
muil
logisch ten
verandering
brüllende
leeuw
,
,
niet
van den wor-
voorgesteld. terwijl de
En zyn,
en
lijder
hij
het
nu
zieh
hemel
gebed ledig tot
overgegeven aan
hem
voor
alle
aan
zijden door
hem
zulke zulke
schijnt gesloten
terugkeert, is vijanden, machten
en
te
de
ziet
omringd
!
3^
Hierop
volgt
noemen
de
van
Als
water
deren
ben
als
Ik
het
het
aan
is
Hoofdgedachte
hij
mensch
zieh
7
vs
thans
een
lijkheid heeft.
Het
voelen
water
toestand
in
het
in
volstrekte
mjj;
stof
des
machteloos-
de
lijderbij zieh
hij
sterk
beenderen".
LetterlijkStaat
van
een
overbrenging gescheiden". psalmen
heeft:
hetzelfde:
De
in
den
Dr
hij
kan
uit
ook
zoo
in
van
v.
een
water
zieh
uit
beenderen
d.
„hebben Palm
„zijn
vorm:
met
van
een
zijne vertaling der
elkander
is zichzelven
in
zijn al mijne
„al mijne
er:
eenheid
heer-
niets
„als
gedachte
gegaan
passieven
„zijn
loor; hij
zieh
eerste:
deze
Dyserinck
de
of
Statenvertaling heeft:
gescheiden";
opeen-
hij zijne krachten
bevindt
het
in
elkander
van
„en
zijn verstrooid".
te
dan
eene
geen
bestand.
meer
uitgegoten", spreekt tweede:
het
niets
en
kracht
hij geen als heeft
hem,
voor
minder
ik
dat
in
eens
nog
volslagen ontbinding;
van
Niet
is
genoemd
wegvloeien; hij
hij heeft
meer;
ging
is geworden
binnen
en
,
been-
potscherf; mjjne
worm
verklaart
beeiden,
alles
mjijne
mj|jii hart
geestelijk,die
en
stapeling.van
zieh
al
en
eene
is de
hiervan
,
in
zijn lijdensstaat.
gevoelt.
Had
ben
teekening
neer.
heid, üchamelijk
als
de
ze
gesmolten
gehemelte
legt Gt\i mU
zelven
kan
gegaan;
isuitgedroogdals
kleeft
doods
Men
uitgegoten,
elkander
was,
mjjne kracht
16.
inwendige zijde van
zijjiivan
tong
15,
vs
geschud". geheel zijn
niet
meer.
Het
bestaan
is
32
Maar
deze
geldt dit, gelijkin
volzinnen
eerste
het
geval is, bepaald zijn lichamelijken toestand, zijiigeestelijketoestand versmoiten
het
hart de
harten
hart
geslingerd, wijzen
gesmolten
Terwijl
vastheid
heen
is
weder
en
vatbaar,
alle
op
als
kneden,
te
des
gelegen is,
persoon
indrukken
moed
voor
de
geworden,
vormen
ja
was,
was.
daarvan
Gevolg
het
dat
is
hem
allen
aan
levens-
,
opgewektheid
alle
moed,
alle
alle
is
Oude
het
meer.
in
en
in
ook
moed
den
week
en
dat
a.
geen
van
voor
in
en
heeft
o.
zijn,
vastheid
overeenstem-
zegt hij, „het
zoo
oog,
hart
moest
onvast
het
in
woord
vast
was",
in
mij'\
men
gebruikt. Hij
wordt
als
in
houde
Testament
zijn
is als
binnen
Hierbij
het
hart
„Mijn
ming.
is daarmee
ook
Overgegeven zelf
aan
die
vijanden,
levend
een
frischheid
en
hem
ontbreekt.
verslinden
voelt
geraamte,
hij
len, wil-
zieh
ook
geestelijkdood. Mijne kracht,
verband
blijkens het plant
eene
verdroogd
leven als
dorheid,
•kan, al in
de de
Zyne
en
waarvan
in de niet
ooren
hij zieh
waaraan men
zelf
verschrikkelijkheidvan vreeselijkstemate tong
kleeft
aan
van
het
hem
dat
maar
aan
is ons
waarvan
is. niet
ontworstelen
iets kennen te
v.
toekomen,
beeld,
klinkt,
onduidelijk
b.
,
doen
een
daarbij,
die
sappen
potscherf;
denkt
hij
en
groeikracht
en
eene
toch
bedoeling Eene
de
aan ,
eenigszins vreemd de
zegt hij,
zoo
moet
verstaan, meester
gehemelte.
om
heeft
er
zieh
gemaakt. Hij
voelt
3i
Behoef
ik
deze
is
Dat
dat
voßgen
verzekerdheid
in
tweede
het
bijzonderheid
wil
het
woorden
zonderlinge, gelegen is, heeft
neder"
des
doods
stof
het
anderen
mij
dat
dan
Kantteekenaren:
dan
de
dit
dien
doods
wat
er
de
aan-
dichter
zegt
deze
den
uit
van
„straks
Dyseringk:
Gij dat
tot
,,en
mij";
doen,
weg
allerlei
op
Palm:
d.
de
maken
en
Gij
wanneer
verklaring
zulk
van
onze
Staat, dat ik ben
een
zal mögen
begraven;"
houden
het
op waar-
voor
eene
kampioenen, die,uitgeworsteld krachteloos heen
daar ik
sta
niet
dichter
de
geworden
zijnde
in ,
vallen." stil. Alles
komt
neer
in den
eigenlijkziet
op
toestand
doods. deze
misschien
is wel
van
bewustzijn,
kan
men
de
doods.
v.
en
is
men
van
laatste
Welnu, en
des
kracht
zult
i. in
gansch
en
stof des
vraag,
des
hier
mogelijk
volgt: „sommigen
nog
hebbende
Bij
veel
beschikt
alles
gelijkenis, genomen het
ik
ontegenzeggelijk in
enz.,
„d.
doode,
een
realiseeren?
te
spoedig helpt".
niet
Beter
als
moeilijk
zoo
de
verklaart
„Gij
van:
er
dat
de
Zoo
legt Gij mij
stof
zoo
men
verzwakt.
wijze
o
dat
deze,
het
in
zijn
te
ruimen,
te
is
vestigen,
neergelegd Om
leven
waarop
,
dacht
het
,
ontzaglijken strijd!
eischt
De
bij te
er
zieh
hem
voor
in
het
denken
niet
geheel en
eenmaal
voorstellingenomtrent
niet
het
voelen.
in
de
niet:
Zulk
eerste
het een
plaats,
ophouden toestand
goed voorstellen, getuige doodenrijk. ^^)Eningeen
35
geval
zulk
zou
dat
zieh
En
toestand
reeds
den
44,
Heilig
Avondmaal
Ik
zal
dezen
voor
en
in
lijder reeds
geesteUjk. Hij
is
dezen
des
toestand
hierbij
ons
het
niet
Artikelen
in
de
dat,
ter
gezegd.
schrikkingen
heische
en
gansche lijden
kwalen,
van
het
i. in
te noemen:
smarten,
in welke
inzonderheid
maar
wordt
schen Heidelberg-
is door
onuitsprekelijke benauwdheden,
in
wanneer
in den
juistomschreven
Hij het
aan
ver-
in
kruis
,
ding
Dit is zeker
was."
zonken
zijn
van
ding
daarvan
Maar
wel de
gelijkin Avondmaals:
dood
en
niet
meer
woorden „en
ziel
aan
het
hare
aan
in deze het
van
heeft
hout
geval. Na
zijne begrafeniszou
ik, dat
meen
lerdiepstevei^maadheid en
niet het
zieh en
des
en
het
van
helle, d.
daarvan
bedoeling
geest,
Vraag
geloofs gesproken
Heeren
,
doods.
wordt
beweren,
des
des
Gatechismus
„de
ingegaan
FormuUer
Heer
onzen
inge-
den
voor
Gatechismus
in
van
natuurlijk
doodenrijk,
zieh
God.
evenzoo
en
nederdalen
een
vrome,
duisternis, die
,
twaalf
de
Israelietische
is de
Heidelbergschen
Antwoord
de
van
komt
Onwillekeurig in
ook
het
is
aarde,
op
verschrikkelijksmaakt,
gedachte onafscheidelijk verbindt,
lichamelijk
treden,
wat
vooral
gevoelen
verre
die
hier
de
in
iets
zoo
terug huivert,
daarmee het
tot
dat
ieder, maar voor
er
dood
den
Wat
vreeselijkstevan
het
beschouwd.
worden
kunnen
dood
den
als
toestand
een
de
zijn ge-
vermel-
de vermel-
plaats zijn geweest. laatste
beschrijving,
Formulier
des
vernederd
angst der hei
kruises,
toen
tot met
Heiligen in
de
al-
lichaam
,
hij riep
met
36
luider
mijn God,
stem:
verlaten?",
mij
ver-reikende in
paald zieh
de
het
is
vereeniging
zijde
zieh
het
daaraan
des
doods,"
zijn
daarbij
den
mensch
in
gelijkstaande
in
het
alleen
Oude maar
de met
als
in
op
1
kan
al
besehouwen klecderen
kleeding
het
de
lot.
denken
te
stieren
hoedanig
der
de
leeuw;
honden
worden :
stof
honden.
wijde,
aan
maar
lijken leerende
op
het
voor
gevaarlijkebeesten,
en
XVI
in
met
beheerscht.
vermelding
,
verband
„nedergelegd
hoogste mate
Kon.
m\jne
Ik
miyne
onmiddellijk
daardoor
niet
Testament
van
eenvoudige lierhalingvan
rondloopende ,
dichter
rotte
eene
aan,
miyne
over
geen
allereerst
achtige dieren
het
yerdeelen
worden
en
hebben
wild
miy,
doorgraYen(2) ;
voorafgaande
geldt
het
inwendige
de 18, blijft
—
,
staan
raaar
Wij
in
de
en
staan.
Toeten
werpen
verzen
13, 14,
17
vs
teilen; z^ zlen
en
,
Dit
lijden bereikt,
het
omringen
[uiet welgeyallen]
Deze
lijder voelt
miy ingesloten; ziy hebben
mj|jne
beenderen
onder
be-
zeer
zijne verschrikkingen
van
oogenblik
houdt en
mjj
Deze
uitwendige
verzen,
honden
boosdoeners
vs
de
van
een
WaarllJk,
mljne
toppunt
volgende
daarbij nog
banden
; al
grond
van.
er
de
In
haar
van
heen!
hem
Daarmee
dood
den
in
Gij
uitgesproken
vindt.
psalmwoord
ons
over
die
en
hebt
waarom
is
gedachte
eene
strekking,
ingegaan
gaan
mijn God,
ons
aan
,
ook
de
hyenaeiders
voorgesteld; ik wijs 4.
37
De
des
doods
laat
door
deze
hoedanig
dat
zonder
hen
lijderook
Ook
bezit.
nog
Vooral teekenis.
op,
bij
de
—
waarvan
in
—
wordt
het
hier
denken
doet
zin
de
van
constructie En
meer
werpt
ten
doode
men
woord
breede
in
die
maar
hier
in
het
hetaan;
als
niet. een
lot.
mishandelde
Over
doode. Men
en
—
is
verdeelt
heeft
er
geen
be-
duidelijk
gevolgde Staat.
beschouwt
Men
—
werkwoord
Hebreeuwsch
zijn deerniswaardigen
dezen
tot
gebezigde dit
een
anderen
geen
zien
—
voor-
vijanden,
eerst
gebracht,
een
trekken
wel
hem
die
welgevallen
het
met
nadruk
geven
met
daarbij blijfthet
deren
opvatting be-
opzettelijkkijken;
een
reeds
niet.
aangeduide
Hebreeuwsch
in
—
hem
De
eenmaal
hebben
aan
hem
schouwen de
het
in
dit
te
nader
degenen,
eilende
hijmogelijk
hem
men
Staat
terug
geteekend,
zijn zullen, dan van
18*
vs
niet
niet
,
krijgen bij deze
niet
ons
ons
beeld
Staat
19
en
op
zieltogenden
dat
berooven, spaart
nog
nu
vergelijkenden
gestorvene
een
nadere
ook
zieh
werpt
machteloozen
laatste
Hollandsch
het
in
Zij
als
worden,
eenige
ons
,
nu
18*
vs
maken
te
den
het
van
alle
azende
lichaam
aangeduid
gelukt ,
reeds
zelven
Van
boosdoeners
van
nader
hier echter
Zij wilhem,
zieh
los.
niet
,
ons
voorstellingvan hem.
bendie
eilende
uiterste
zijn dood
op
honden
het
in de
lijder
Eene
belagers omringd.
ook
:
den
men
hij
wordt
zijden
deze
is dus
gedachte
en
zijne zijne
handelt bekleehave.
aanspraak
op.
Inderdaad,
dieper vernedering
is
moeilijk
denk-
38
Men
baar.
wordt
Matth.
dan
vg.
zijne eigene legen woordigheid
behandeld,
eenvoudig En
in
24.
alsof
men
XXVII:
XIX
:
gaan
in
de
diepste diepten
en
smaad!
nedering
Is
dit
in
delijk het
de
vertaalde
ze
die
ik
Reeds
door
:
; ik kan
hier
volzin zieh
den
aan
twijfel:„als
gen
Dit
voeten"
i^).
nadere
bepaling
tot
volzin
een
banden
mijne den, M. het
0.
a.
slechts, kan
omsingeld
leeuw
een
moet
dan
van
het
Staat
liet.
Ik
mijne
en
teilen."
Houdt
op.
de men
Hebreeuwschen ,
Staat
mijne
zonder
er
banden
worden
mijne
als
eene
daarmee
en
aldus:
rotte
„eene
mij ingesloten, als voeten".
eeni-
en
opgevat
voorgaande,
mijne
en
anders
betreff, levert
verbonden,
houdt
dui-
een
vele
Zoo
leeuw
geleer-
Delitzsch.
i. echter
gezegd
dan
tekst,
Mrorden
boosdoeners
van
zelve
overgeleverden
g. Masorethischen
z.
ver-
,
banden
moeilijkheden
ons
inge-
mijne beenderen
woorden
groote
is wel
onbesproken mijne
al
34,
liggende volzinnen,
toe
nu
XXIII:
gedachten
moeilijkheid
„zij hebben
de
wat
der
voortgang
tot
is.
meer
menschelijke
van
daartusschen
doorgraven
voeten
Heiland
onze
eenige
twee
17*, 18^
vs
de
alles
zonder
en
met
Waarlijk
Liik.
35,
Job.
niet
er
heeft omdat
dit
inderdaad
van
worden,
diät
leeuw
een
hij
houdt, terwijl het
bijzonder
niet
ZOO
van
zijne prooi.
te doen
is
geen
om
toch
iemand een
de
zin,
wäre
moeielijk
ingesloten, leeuw
banden
bovendien en
voeten
39
Alle
verschillende
terwijlin
gebracht i^). Hierop
de des
toepassing
Heeren
niet
ook
onnatumiijk
heeft.
geoefend
mijne
Toch
ook
is,
door
voeten
twijfelachtig
de
is
trachten
het
voor
beteekenis
knevelen
erlangt dan
de
handelde, daar
gansch
Wiens
oogen dit
is ook
Over
banden
men
banden
b.
gepasten
werkelijk deze den
mijne in
woorden «niet
den
in
de
werkwoord
Men mis-
doode
ten
die
gebondene, neerligt,
kleederen
voor
en
Toch
verbot.
zeker.
weinig
en
zeer
nog van
er
een
voorgestelde wijzigingen
zeer
werk-
te maken.
stof
het
zijne
nu
gevolgftwaarvan niet
in
den ban-
duidelijk. Anderen
voeten
en
weerloos
mijne
dezen
van
aanneembaar
voorstellingvan
aan
dan
Id."
onderstelde
hier
er
doorgraven
weinig
zeer
nog
kruisiging
teekenen
bedoeling
,
samenhang
nage
beteekenis
en
de
taling ver-
belangrijken invloed
een
bij aanneming
de
woordsvorm,
Staten-
welke
,,d. i. zij hebben
aan:
zelf is
tekst
op
op
Kantteekenaren
De
eenvoudig bij en
woord
dit
van
den kleine
eene
in den
doorgraven",
vorm,
van
vertaling der
de
berust
plaats
woords
door
vorm
letter ook
„zij hebben
:
in de
Ghristelijkeuitgaven
laatsten
den
wijziging van
ook werk
een
Bijbel, deze
Hebreeuwschen
overzetters
dan
alseenleeuw
woord
het
van
vertalingetihebben
oude
Dyserinck
v.
zin
te
den
m.
in
tekst,
ten
i. hier
ook
lijden mijne niet.
Eene
•^),spreek
ik
voldoende
verklaring
deele
schijnt
mogelijk
den
verkrijgt: „smart
voeten"
allen
in
de
zijn.
gegevene
van
omstandighe-
40
ook
Doch ook
den
LetterUjk
dat
kan
is
Staat
er:
De
bedoeling de
dat
het
nooit
niet
is
van
varren,
zieh
de
hier
misschien
uit
de
toch
in
elk
het
Uit
En
m\jne
in
al
hunne
Giy, hulp
0
Heer.
m^ne
de
der
onmo-
beschrijving
banden,
dat
van
alles
trekken
heeft
Hij
het
hoogste
rijstvoor
werkelijkheid.
deze
ons
dingen is niets
Hern
gespaard.
telkens
Jehova, red
,
in
stijgtnu
verlossing
Maar
verlotingder kleederen,
toestand
zwaarste
nood
vermelding
zijn samengevlochlen.
een
En
den
van
denkbaar
dezen en
er
daarop
beeldspraak
uit de
in
eigen-
zal
de
honden.
knevelen
bedoeld.
beeld
het
hulp
het
wordt
geval
doorstaan van
de
daarvan
Dat
deze
van
antwoord
niet, dat
ook
werkelijkheid daarmee
lijden mede oog
hoeveel
hoeveel
Worden.
kunnen
een
naakt.
vraag,
beslissend
dan
zijn
beschrijft als
en
stieren, leeuwen,
ook
In
Een
lichamelijklijden,in
het
van
op-
teilen."
andere
eene
zelf
is het
overige
het
deze
waar
uitgesloten,blijktzonneklaar
gelijk is
„ik
van:
ik kunnen
zou
uitgemergeld
gegeven
zin
wat
Statenvertalingheeft
beschrijvingals beeldspraak, en
wel
10
:
De
is.
moeilijk
lijder
lijk is bedoeld.
duidelijk.
,
kan
geraamte,
Voor
XVI
Gen.
den
in
„al mijne beenderen
:
niet
woor-
raijne beenderen",
worden
eisch
ook
levend
kan
de
eenvoudig
samenhang
tel al
„ik
vg.
evenzoo
dan
deze,
den
in
opgevat doen",
vatting
hoe
volgende,
zijn,
ook
echter
het
vs en
wees
ziel
20
—
telkens niet van
22
weder
verre,
het
de
bede
om
omhoog.
haast
u
zwaard ,
tot
uMjne
43
In
drie
bed
achtereenvolgende
verlossing nu
om
Hierbij treft welk
woord
wij
doen
te
banden ook
hier
buffel
de
hebben
met
in
weer
de
de
eenige,
zelfde
beteekenis
die
dat
hiervoor
bezigd,
kan
zoowel
zin
verlaten,
XXV:
Beide op
16,
XI
die
man,
bevindt.
hier
in
vorder
ziel
mijne
dat de
zieh
in
Toch
komt
leeuw,
7,
als
den
voorkomt
a.
o.
ge-
in
XXII:
vg. Gen.
eenig,
Het
wordt
het
zin
de-
van
eenzaam,
welken
LXVIII:
als
en
gebruikt.
is
beteekenen: in
uitdrukking
Hebreeuwsch
het
in
de
lie parallel
2,
de Kantteekenaren
door
worden
beteekenissen
eigenaardige wijze samengevoegd het
die
als
als ,
zijter
Statenvertalinggebezigde
in de
mijne
ziel
eiders
gebruikt wordt)
een
,
kind
eenig alleen
alle
van
d.i.
dit woord
(waarvan
en
ver-
woord
eenlijke,
„of eenige,
aanteekenen:
eenzame
bloot
zwaard,
34.
:
klaring van
hulp
ont-
is."
Bepaald geheel verdient
de
een
verdient
met
woord,
Rieht
het
van
beeldspraak terug.
mijne
Ps.
ge-
herhaald.
uitdrukkingen hond,
Eenige opheldering
van
het
onderstelling versterkt,
machtige vijanden
van
wordt
vermelding
in
ons
weder
nog
de
ons
beden
het
met
dezelfde
op
de
oog
op
wijze
opvatting
als
Ps. XXXV
als in
:
17 ,
waar
het
plaats voorkomt,
onze
hier
eenige
in allen
deele
voorkeur. Men
meest
kan
dit
dan
opvatten
geliefde, dierbaarste,
öf als
in
den
zin
zijnde het
van
leven
43
datgene,
wat
wellicht
wat
heeft
men
maar
wordt
bidden
De
tot deze
overgang
aardige
volzin
teekenis
te
de
mijne
en
waarvan
keerpunt inderdaad
toe
nu
verändert de
de
plaats 23
vs
geheel andere
slot
laat.
het
tot
toon.
Het
den
angst
van
32.
—
wordt
zeer
eigen-
verstand
voor
een
rechte
het
van eene
stemming
22,
vs
van
prooi
dezen
van
psalm
de
van
be-
grootste
is. de
in
Terwijl
eenmaal
ziel
,,red mijne den
muil
in
den
volmaakt
de
verklaring: „uit
drie
tot
malen
gebruikt: „haast
w'tjs was
gebiedende hulp/'
beden
voorafgaande
„verlos mij uit
leeuw,"
den
van
buffelen
der
Staat
hier
tijdde stellige
verleden
hoornen
tot
zwaard,"
het
van
ü
hebt
Gij
verhoord."
mij
de
Zoowel
Dyseringk
hoofd, is
is het
de
,
begrijpen
op
eenmaal
tot
in
het
onmisbare;
van
is dit
onuitsprekelijkevreugde,
door
toe
hij
danken;
gevormd
het
Was
verlossing, thans
om
treedt
dan
zin
zijn wij gekomen
psalm.
kreet
den
leven;
een
prijststelt. Ofook,
op
is, in
geworden,
Hiermede dezen
meest
beter
nog
honden
der
het
men
zien
vertaling
geoorloofd,en
omdat
gende Dit
dit
vertaten
en
deze
niet
Statenvertaling als
daarbij verzen
is
de te
onderscheid
het
verdient
geheel eenemale
bij mijne
op
zijte
het
opvatting
mij.
Toch
goedkeuring,
stemming niet
het
Hebreeuwsch
minder
onverklaard
en
tijd over
verhoor
oog
andere
Palm
der
van
eenvoudig: met
van
in de
vol-
bUjft. liet
gevaL
Hoe
44
abrupt wij
zonderling de wending
en
hier
staan
dan
eeilmaal,
en
donkeren
hemel,
Het
is
als
het
toch
de
voor
doorkliefde het
der
schijnen möge
,
dat
verklaring, bliksemschicht
een
op den
is verhoord.
gebed
wonder
ook
onverwachte
meest.
al is ,
het
ook
der
langst afgesmeekte,
nedergevallen
omdat
gende
Het
heeft
oog
donkere
het
de
heeft
licht
den
voor
een
Gods
van
verzekerdheid
niet
Men
deur.
geopende
Vader
dan
zag
dan
drei-
bemoe-
en
verhoord.
is
De
ontmoet.
door
oogenblik
het Men
aanschijn gescheurd.
geslotenen hemel,
een
kalm
mijn gebed
:
van
oog
zijn
wölken
vriendelijk
knieen
zieh
zieh
opgestaan
men
verzekerdheid
de
de
op
boven
rondom
niets
en
is
gevaren, in
wanhoop
niets
men
vurigst inge-
,
pikzwarte wölken,
digd
In
gebedsverhooring.
roepene
der
langer
dürft
spreken
staan
te
maar
te
voor
eene
hebt
Gij
zeggen:
tot
mij
verhoord. Welk dan
niet
ook het
men
hier
o
in zoo
die
heeft
mate
en
al is het
niet ,
zoodanige wijze
op
zou
willen,
dezen
bidder
gaarne
gedaan
zieh —
heeft
Jehova
het
golven
schenen
en
als
het
als
ons
het
kenschetsing dat
al
dat
van
de
verhoord.
oogenblik,
laatste
Hij
toen
de
zijn hoofd,
boven
sluiten
te
hij heeft
gebruikt,
het
op
Eigenaardig is, ter
ervaringen
voorgesteld wordt?
Welnu,
maar
deze
kent
bidder
gedaan. hier het
in
dezen
gevaar
vroegeren
nog
laatsten
een
in
volzin
beeld
wordt
kracht
over-
45
Er
treft.
der
is hier
namelijk sprake
of
buftels,
beter
der
nog
de
van
wildossen
eenhoornen)!^), vertaliiigteonrechte: de
waarvan
ontembaarheid wordt
prachtige wijze Ook
deze
aan
Met
geleverd. hem
den
met
hunne
verhoort
Wy
hij verwacht sladt de
hij
draak
maakt
kminen
de
is
verhooring
Wat
haalde
gebed,
dit
en
den
verhooring
eerst
geweken
op
tweeerlei
hebben,
ons
Maar het
her-
vaste, blijmoedige verworden
verhoord
in
het
Oude
het öf
—
reeel,
is
gekomen na
profetisch verleTestament zoodat
dan
maar
ook
de de
,
daarvan
komen
op
papier
gebracht. In
schouwd
dit
laatste als
,
plaats ge-
dichter, na
soort
een
dien
zelf reeds
geheele psalm is
in
aanheffen;
malen
Daar
,
tijd, gelijk wij
honderde
is
nog
voör
zuUen
te
van
uitspreekt
nu
dood.
heeft
zelve
de
de
eenmaal
erlangt
gesloten;
ontzaglijkstennood. zoodat
van
mij verhoord"!
hier
wij
den
in
den
nacht
de zaak
ons
zijn öf ideeel,
zekerdheid
Daar
oogenblik
gevaar
hebt
„Gij
dit kan
op
verpletteren
oogen
dan Het
op.
licht:
de
meer
weer
voorstellen.
wijze
zij
gekomen!
een
heeft
Hij
anders
wij
is
over-
zuUen
hem
van
verpletterd; de het
voor
Toch
spreken
oogen
is
op
God!
niets
de
vv.
hij
was
en
geven,
stilte.
huiveringsvoUe
monsters
Zijn einde
hoeven!
hier
42
:
ontzaglijkehoornen
genadestoot
mögen
diersoort,
eene
geschetst.
hunne
zijn
(Staten-
XXXIX
Job
vreeselijke
hem
hoornen
geval
moet
uitdrukking
vs. van
4
—
22
toestanden
worden en
bestem-
46
mingen,
waarin
tijd van
nood
gedeelte
van
meer
had
toestand
heil,
is,
hebben,
daarvan
het
hij
later
dat
wij
als
vonden,
lijders uit den
van
terugge-
weer
hier
de
voor
niet
des
kennen
psalm
een
vervaardiging
welken
die,
eerste
ons
toestand
waarin
dat
het
zoo
zooverre
doet
en
geweken
nu
zijne beteekenis
van
den
in
toestand
een
beschreven
in
vergete niet,
men
ons
wat
dezen
ons
van
Schijnt
wel
onmiddelUjk
verplaatst,raaar
voor
verkeerd.
psalm
den
gedurende
verliezen,
te
zoo
bracht
dichter
den
kracht
en
de
weinig geschikt
wij
46
vs
worden
moet
geacht. Maar de
bovendien,
mate
de
zoo
de
van
hier
niet
alleen
beschouwd
worden
ideeele
der als
den
Maar
laatste
wordt
geldt
dit
te
niet
ook
dan
moet
zijn uitgespro-
te
alles, wat
van
psalm
zelve
in
in verband
het
daarmee
gezegd. kan
Oude
dan
\yezig,moet het
op
in den
Bijbel althans
de
het
geest
lijden, zoovolkomene
dat
begonnen,
op
de zoo
psalm,
zoo
vleesch zelf
schoon
nog
heeft aan-
wijze overwonnen
teruggeschonkene gevoel
nabijheid,
wijze,
eene
pp
,
Testament, Het
dan
hier eiders
nergens
gedaan.
zijn door
dat
zeggen,
gelijk misschien het
dezen
gedeelte van
Men
in
dan
Immers
bijna bezwijkenden
lijder in profetische verzekerdheid ken.
bij
verhoo-
aangenomen.
verhooring door
van
geloofs, die
opvatting der
worden
feit
het
rekenschap
des
overwinning
moeten
zou
zieh
geve
genoemde
even
ring
men
zeer
lieerljjkehopgte
kon
Jehova's
van
in
de
diepte
eindigen.
Ik
47
de
zal
daarvan
mogelijkheid
waarschijnlijk Doch
hoe
acht
maar ,
ik
het
betwisten
niet
het
niet.
de
dichter
zij
kon
eik
in
geval
,
want
dit
körte
siot
fels
hij verhoord
dat
uitspreken,
van
22
vs
ook
het
waar
het
loflied
van
dezen
ling
Deze
bedoeUng de
uit
—
en
—
het
zeer
der
buf-
van
hoornen
te
bhjft
niet
dit
heeft
ik
U
dat
de
God.
dichter in
zoo
Ik
:
in
Uwen
zal het
naam
mldden
geheel
hem
Wat
In
bitter
zoo
het
hij verlost is,
der
de
rste
e
weinig,
niet ,
bij
om
zieh
zelis
spreken dringt,
tot
dat
dit
maar
Jehovahem
verlost. dit
de door
hij gevorderd hij dezen
verstaan;
uit in dat
openbaring hetgeen in
dieperen
een
naam.
wat
„ik
eerste:
zal Uwen
verteilen."
broederen
is
naam
Welnu, is
32.
—
dingen.
twee
,
mijnen De
afdee-
pr^zen.
ons
Duidelijk komt naam
23
vs
23
vs
laatste
,
yertellen,
staan.
dat
is de
blijftnu
,
zeggen
ven
daar
verhoord,
Daaraan
aan
treffen
plaats dit,
heeft
uit.
aldus
zal
Hierin
niet
niet
broederen
gemeente
is
gebed
psalm gewijd
vangt
mynen
van
geworden,
gered.
Maar
is,
de
natuurlijk
is
is
den
kennis blik
Beter
hetzeggen
het
van
wedervaren
dichter
van
of
God,
gekregen
in de
dan
heeft
wil:
ooit
„Ik
zal
van
wezen
m.
a.
w.
beteekenis
hij
zijn,
leeren die
Ik
48
III
zijn zal", Exod.
helderder
hem
Staat Maar zal
zal
zoo
zal
Hij
naam.
die
hem
in
Jehova
verbreiding
redding,
Jehova
dit
elke
van
Dit
wil
niet
kan
Maar,
opmerken ook
dan
zeggingskracht zal
zijn. Hij
God
de
niet
met
het
anders.
Te
heeft
,
wat
spreken
gezien
Jehova,
en
gede
aan
daarmee
en
naam.
vrucht
iedere
zijn van
dat
Gods
van
den
Hem
naam
er
anders
naam
prijzen
verteilen
lijdenden
niet
eöne
op
wie
wat
en
biddenden
maar
zijn dan
van
lofakkoord,
öen
lied.
de
onmiddellijk op doen
dat
tweede,
het
rieht
hij mededeeling
wil
wil
Zijnen
den
zoo
—
dezen
eigene ervaring,
verkondigen
ziedaar
en
—
al de
van
voor
doorloopend
e^n
van
kennis
Hij
wordt?
ook
wezen
het
mensch,
de
verlossing,
of
dan
kan
getuigen.
met
en
geest.
daarvan in
kennis
moet
Staat
Jehova
is
de
verteilen
lijn.
is
den
het
Hij is,
wat
en
zijne redding dienstbaar
groot gemaakt
Het
ook
zijnen
van
van
Inderdaad,
door
voor
verheerlijkingvan
de
aan
ooit
geleerd door
wordt
Zoo
smaakt.
wie
zeggen
Zijnen
hetgeen hij
van
en
inleiden
en
de
voor
dan
hij
hun
is,
44;
dan
broeders
zijne
:
ik hier
wilde
den
dichter
zijne broeders.
Aan
blik
van
van
wat
Jehova
zieh hen hem
voor
geweest. Wie
met
„broeders"
deze
In
de
van
tweede
zijn,
zijn zijne volksgenooten
twijfelachtig. Het medeleden
bedoeld
het
Israel ietische
helft
van
het
is ,
niet
zijne
volk. vers
noemt
hij
ze
50 lid
Jehoya's
van
schen
hem
Maar
dat
van
die
spreken, God
voelt
heeft
volk.
dan
Daar
moet
komen
haar
zijn
zq
deze het
van
enkele
hij dan
Staat
is
Over
dit
heeft
bruik dat
van
Jezus en
werp,
worden
Wij zij,
de
wat
recht
op
harer
leden.
Ook
goede.
te
voor
heft
en
in haar
midd
en
deze
die
band, de
ook
den
enkele
gemeente
aan
,
Hebr.
juist ten
overbrenging
op
II
12
op
bewijze,
dat
:
daarmedß
en ,
bewijs als zoodanig, spreek hermeneutisch
de
psahn
dezen
trouwens zeer
den
als
zeker door de
voor
lijder,maar
als den dus
woord
dm ook
gevoeld.
voorstelling,die
bare
uit-
,
die
vergebracht
het
van
Zij berust
de
o
dezß
kracht
dank
verteilen
een
ten
,
maar
dat
band
dezen
het
bindt!
Eigenaardig,
hij
in
aani
gemeente,
Heiland
huis
te
er
voor
dingen
Heerlijke werkelijkheid
den
tus-
grootste belang.
,
lofakkoord
is
geweest
daar
nu
de
schakel
hij den.
heeft
gemeente
God
haar
aan
ook
vervult; daar
ziel
de
ook
Ook
het
zieh
hij
zijne
wat
En
is de
volk
gedaan.
Immers
weten,
Dat
God.
zijn
en
zoo
midden
volk.
spreker
niet het
band
dan
ook
van
dezen
over
de
ik
niet.
verdedig-
geheele
ge-
gelegd
was
als het
,
onder-
psalm
moet
beschouwd. deelen zaak
deze zelve
heerlijkheden
van
voorstelling niet; te
mögen onze
maar
gelooven,
is
dit
hoe eene
van
Ghristelijke belijdenis.
51,
25
24,
Vs der
opwekking ontzag
aanheffen.
zal
gemeente
Jehova
om
Hern
voor
lied,dat hij in
het
volgt nu
midden
bestaat
prijzen, Hern
te
te
Het
het
hebben,
omdat
die
JehoYa
in
te
eene
eeren
den
Hij
en
nood-
druftigehelpt. aldus:
luidt
Het
Hern Yoor
Hem
aeht
noch
yersmaadt
hoort,
Geen te
het
begin lof
beter
bange
yerdrokte
roept. trekt
Jehova,
zoo
woord
niet
Jehova
dat
Hem
het
toch,
Dit den
Gij
indruk,
daarmede
gezegd. die
en
de
mate
was
Zijn
naam.
hem
toen
men
van
ontzag
lied
hij hem
dit
Het
men
ten
berusten
Hem
ontving.
beide
volgende
opmoet
woor-
Hem.
voor
zieh
hij
uit-
moet
harten
weer
dichter had
wordt
gevvaar.
des
hebben
blijftde
naarmate
de
raels? lofzangen Is-
alles.
gelijkdeze
dien
het
mate
stemming
zijt heilig, zoo Maar
de
op
is niet
uitgesproken in
eeren
toch
dichter anderen
uitgesproken
troont
lied
het
Jehova,
van
wordt
Ook
voorbeeld
verheerUjkend
drukking zijn van den
aandacht.
onze
schijnt de
en
Zijne nabijheid in bijzondere
op
Hy
maar
,
In
zichte
z^ne eilende^
roorhem;
hiervan
zeit' ook
was,
Maar
in
ontzag
Hiijyer-
; want
verheerlijkingvan
tot
het
hij
Israels
Hem
door
wekken
te
Had
van
dan
meenen,
op
den
hebt
eu
,
zaad
hjjjtot
wanneer
Vooral
Hern
eert
Ziijn aangezlcht
verbergt
yreest, pr^jst
,
gansche
g^
,
noch
Jakobs
gU zaad
al 9
Gy,
in
vaster
zelven den
gelijk. aanvang
geloofde, naar
moeilijker gevallen
zieh 4*
te
52
schikken
de
in
scheen
leidingen in
daarmee
Maar
zijne
nu,
tegenspraak
Jehova
Men
Hem
kan
stelle
zieh
omdat
de
Hem
bedild. men
eeren;
En
heilig ontzag!
dat,
vol goe-
en
Zijne
in
helft
des
in
Hij
veracht
zijne eilende
verdrukten), hem,
voor
'wordt loflied,
dit
van
noch
(letterlijk
noch
verbergt
Hij hoort, als hij
maar
roept".
Eigen heeft
onbegrij-
Zijne grootheid
verdrukte
Zijn aangezicht
en
betoond
worden
Hern
moet
gelegd: „want
eilende
ook
dan
!
betoond.
tweede
den
zieh
ontfermingen
van
heeft
liefde
nadruk
de
versmaadt Staat:
is
Hij
de
25,
daarop
in
;
nederbuigende vs
Hem
God
een
derlierenheden
In
men
geworden
niet
mag
loven;
voor
Hij
doen
Zijn
God God
met
heeft
heilige,onvergelijkelijke,maar
pelijke God.
tot
komen
te
is beschaamd
vrees
zijn twijfeluiteengeslagen. de
bestieringen Gods.
en
ervaring spreekt zelf ondervondeni
het
ten
maar
zieh
hier
door
niet
enkel
De
zelf is zulk
Hij
laatste
uit!
God
toch
dichter een
niet
drukte, ver-
verachte
lijdergeweest!
spreekt
geldt
het
Edoch, in
den
derden het
zijne woorden
persoon
karakter
;
De
hem.
van en
ziedaar
geeft van
dichter wat
,
eene
aan
algemeene
Stelling. merken
Hierin
wij
iedere
werkelijke
anders
dan
anderen heeft
als
zieh
eene
eigenaardigheid
geloofservaring.
kan
objectiveeren. Zij spreekt
ontwijfelbare zekerheid
doorleefd.
Deze
uit,
op
wat
van
niet
ook
voor
zij zelf
53
Hier den
in
mijne vertaling der
berust
op
tegenwoordigen
Staat
„Hij letterlijk:
Toch
behoeft
in
de
dit,
heeft
eens
Zijne wijze
is
worden
te
doen.
noch
versmaad."
Hebreeuwsche
keert
gedaan,
van
Hebreeuwsch
het
veracht
het
niet
vertaUngen
Jehova
heeft
naar
In
tijd.
werkwoorden
Zijn
taaleigen, Wat
gevolgd.
telkens
Het
terug. wordt
karakter
daarin
openbaar. Vooral In
geldt drie
de
dit
hier
geheele Evangelie
het
dat
ook
Ouden, Toch
Dit
niet. hier
waarop
of
volzinnen
is
des
EvangeUe
hier zijn Israel ietisch
ook
wordt
liever
gezegd.
Verbonds.
vooral
komt
gehandeid
zijne eilende ,"
het
vervat;
psalm
de
wordt
volgende
Nieuwen
des
verloochent
karakter
in
elkander
op
hier
hetgeen
van
de
in
uit
wijze,
verdrukte
over
„den
over
^,de eilende
nog
des
verdrukten." In het Oude
als het voorwerp
malen
noemd,
ik
Hierin
elkander
volg
niet
hunne
bestanddeelen
den de
op Psalm
zijde is
onderdrukte
anderen
die
niet
vv..
met
verward. het
door
Gods.
als ge-
Deze
komt
en
mishandelde
op.
Hij
de
verdrukking
der
zwakken
voeten en
zoowel
openbaring
rechtvaardigheid
als met
4,12
LXXII: ,
worden
twistzaak
Aan met
twee
dat
honderde
bijzondere liefd^ ge-
liggen
dulden, recht
Gods
maar
eene
den
voor
van
de verdrukte
alleen
de
van
wordt
wijs nu
mögen de
Aan
het
Testament
stelt kant
getreden zieh
wordt. hen
voor
echter
onvergelijkelijkehoogheid
staat
het
Gods.
kan
Hij twist in
de
bres.
in verban«!
Voor
deze
54
kan
niets
Dit
wordt
bestaan,
Van liever
ik
dat
en
dat
door
laatste
dit
waardeering
overgenomen
des
Men
kan
in
moed,
ning,
te tot
dat
Vooral
XXXVlI,
hij in
tvezen
dat
de
aan aan
den
het
van
zalig-
den
anderen
den
tischen Israelie-
scherpst mogelijk
geval
contrast
geest.
geheelen godsdienst
de
met
Wanneer
en
niets de
is
in
redenen
wij van
had
hem
te
boeken
gevolge,
midde]
kon
Job
dat
worden
worden ten
den
tot
oot-
de
tot
be-
doel
brengen
God,
Job
Elihu,
van
deze
het
aan-
eAen-
God.
beschouwing
XXXII—
aan,
Integendeel, wij des
juist
Ujden
beschouwd
vinden
Verbonds.
Oudeu
het
schoon
plaats. Maar
öp hare
niet
alleen.
niet de
voor
beschouwing
dit niet kon
straf, dan
opzichte
waarlijk
ten
het
en
is het
Verbond
anders,
,
eehe
treffen
daar
heeft
iets
verootmoedigirig voor
ten
overal
en
godsdienst
maar
Griekschen
vernederen,
daar
ze
alleen
terwijl
den
met
lijden.
als
mensch
wordt
juiste kennis
in het Nieuwe
het
is dit het
het
schouwd
weet,
beheerscht.
Böpaald gaande
zwak
en
eene
dan
meer
zeggen
Israel
van
laat
zwakke,
Israelietischen
denke
godsdienst gebracht
groot.
en
en
klein
ver-
oogen
aangenomen
voor
Heeren;
kant, missch'ien
heeft
is
Ook
men
;
sprekingen
zieh
Hern
den
van
hoogste belang.
het
kleine
wordt.
vlndt.
genade bij Hern Vooral
hooge
is verheven
het
hetgeen
wil,
wezen
de
en
alleen
zeggen:
hoog geacht
,
alleen
toch
daar,
aärde
op
nedergeworpen Jehova
nederd;
wat
om
als het den
Zij aangemensch
55
maken
te
hem
tot doen
te
In den
zijn,
gebruikt.
vertalingin
moedige, Toch
elkaar,
dat
niet
heeft:
overal
eens
dat
die
het
landsch den
eerste,
daaronder
lijder
en
Welnu, dulder
aan
ontzaglijkklein
! Hem
vloeid:
een
beroofd zieh
kunnen
bezittend ,
de
van
En
Grod.
eene
Men
zou
beteekenis
andere,
meer
Hol-
het
in
ze
dichter
heeft
hem
is de
kreet
en
door
de
woor-
in
het
stof
een
gemaakt,
de
lippen ge-
mensch;" een
niets ,
hij
is
mensch niets
meer
,
des doods
zelfs beroofd ,
God!
met
niemand
dat
meene,
verwerping,
Integendeel,
zulk
dachte ge-
klein van
geen
zelfde
is
alles, waarop
van
gemeenschap
spreekt
ge-
onderdrukken,
laat
verhoovaardigen
gelegd
toch,
Alleen
wordt
oog
het
Onze
worm
geworden
zou
zelfde
beteekenis,
plaats ligt deze
God
geweest.
ben
het
met
een
van
van
wedergeven
onze
grondslag.
ik
zacht-
passief,de
zieh
kunnen
door
dulder.
ook
ten
in
meer
buigt.
misschien
gelijkin
verband
verschil
wordt;
die
van:
of
beteekent.
scherp
onderdrukt
reflexief,die zieh
dit
beiden
tusschen
houden,
en
onderdrukken
dat
Staten-
in de
nauwste
afgeleid
zijn zij beiden
en
woor-
27, overgezet i^).
vs.
het
.in
twee
andere
het
om
w.
is.
hij
wordt
psalm
onzen
beiden
werkwoord, bestaat
in
dat
eilendige,
verdrukte,
vg. staan
door
a.
m.
hiervoor
daarvan
eene
regel
plaats door
onze
worden
Het
den
wil
Jehova
wat
Hebreeuwsch
het
Gods,
gunstgenoot
een
zoo
heeft
eene
God
zieh
daarin
versmading hem
uit-
door
gewild! Hij
56
heeft
hem
alles
van
beroofd
zelfs
het'
van
gevoel
,
hem
Zijner nabijheid. opdat Hij heeft
Hij veracht
dan
oorspronkelijk nog
ik het
in
het
llollandsch uitgedrukt heb.
dat
God
hem
wen,
versmaden
ik door
heeft
mochten
MensGhen
afschuw
geen
als
hem
bespotten
genade
welgevallen
en
Zijn aangezicht niet hij
toen
Hem
tot
beschou-
wien
tot
het
zij
is waard
gemeente,
de
Doch eind.
Hij
Evenals het
laatste
Tan
m\jne
overal
dichter
is
heeft
U
in
zijnen
keert het
nog
zelf
neder.
körnt
geloftcn
verre
in
niet,
heeft
Hij
verborgen. Hij hoorde
te te
zijn
,
broederen weer
nu
terug
zal
lofUed Ik
betalen
In
niet
nog
lied op tot
der
het
aan
de
lippen
zijn God.
den
van
23, spreekt hij Hem
m\jn
Ja,
gehoord!
een
gedeelte
deze
lied
het
van
worden*
in
heerscht!
onbepaald
hiermede
eerste
vs.
zoo
inhoud
om
hij
gegeven;
lijden de
om en
hij riep
riep !
het
waar
van
niet
„wees
hij
on-
God,
Heerlijke ervaring! heerlijke prediking wereld,
de
op
die
en
hem
hem
voor
gehad!
,
harten:
op
hem
hem
God,
al wist
zag,
van.
voetwisch
een
gevoelde zijns
God
die
mij,"
van
verlaten
benauwdheid
de
in
zieh
hij
vertaalde,
van
smaden,
en
sterker
hebben
afschuw
waardigste wijze behandelen! Wien
zijn eilende
het
letterlijkeen
Welnu,
in
in
werkwoord,
beteekent
hem
dit
wordt
gezegd,
heeft
zijn!
zou
versmaad!
noch
Zelfs
Het
zijne eilende, Hij
genadig
psalm
aan,
vs.
voor ,
26, 27.
de
groote gemeente;
in
tegenwoordlgheid
58
En
bij
het
zal
Hern
daa
ook
zijne geloften betalen,
bange
zen!
Het
moet
ieder
het
ziet; dat
tegenwoordigheid openlijk worden
de
Staten
Het
komt
Hem
vree-
dat
zoo
en
merk
ik
alleen
op
tegenwoordigheid
,
van
die
„van dat
Hem
hier,
wijziging in
o.
vreezen". met
a.
den
v.
tekst
d.
moet
gebracht.^^^
volkomen
In
door
de
ik
heb
Toch
is
den
lijder gedane
de
heden
die
geloften
Deuteronomium
van
,
eenkomstig over-
ook
VH
kan :
14
zieh
men
daarvoor
„dankoffers zijn bij
raijne geloften betaald". verklaring weinig aannemelijk.
deze
te
hier
dan
waaraan
en
reeds
dat
vreemd
betalen
gedacht,
daarvan
geloften niet
indien
hier
Op wer-
,
,
kelijk bij
het
,
recht
van
Spreuken
is het
zelf
hier
deelnemen.
eenig schijn op
bij
zieh
offermaaltijd
een
voorschriften
zouden
beroepen
aan
27
vs
wordt
regel
zijn aangericht,
zou
de
Met
den
gedacht
eten
armen
hoe
duidelijk is,
aansluit.
hem
worden
die
van
letterlijkStaat, gelijkook
voor,
kleine
overeenkomstig
zieh
de
heeft:
echter
zeer
eene
vermelde
mij;
toen
,
„in
vertaling mij
aan
de
en
toe.
betreft
vertaling
vreezen", terwijl er
Niet
door
geuit,
gedaan,
Jehova
komt
vertaalde:
U
nu
de
mrjne
die
hebben
zoo
was.
in
ik
zijn loflied; maar
zijne lippen
wat
dat
worden
staan
komt
hem
Palm,
niet
God
geven
dat
dichter
Van
Hem
Wat
de
bUjft
lied.
hij
En
hier
ook
immers,
aan
een
anders
offer dan
moest zoo
ter
59
het
de
op
oog
die
armen,
bovendien
Maar
is,
gemaakt
loops melding
en
bij de
kan
zouden
aan
er
alleen
wel
nog
hier
deelnemen.
lijde
genoemde
(Statenvertaling:zachtmoedigen, boven
het
over
gezegde) dan
gedacht worden, in
dichter
deze
waarin
zijn
de
armen,
hier
de
aangewezen
nadere
niet
beter
vorige het
besluit,
den
rand
stof
des
doods.
de
zonder
roepen,
ook
van
is Hem
niet
maar
dichter
het
Hij
graf
was
zijnen
moed.
gered.
Van
Maar
is ook
hem
zijns
te
alles
vrome,
is
hij
losscheuren. troont
op
de
lofzang geworden
brengt hij
Hem
den
hetgeen Iiij in
hij
staat
gebracht
tot
in
het
God
tot
toen
die
als
nemen
uitzicht, zonder
zonder
hij
het
met
beroofd, gehuld
ook
een
JehoVa
nedergelegd
en
blijven zoeken,
laten
al
was
van
,
Volks
het
verre
Hem
de
verkläring
nauw
dezen
hij
God
die
van
Daar
Zijne nabijheid bespeürde;
van
als
te
Hij
van
duisternis,
toen
spreekt,
dät
door
is.
gemeente.
van
zwartste
hoop,
Hij
de
de
van
gevafl
geen
bij deze
niet
27
vs
waartoe
aan
in
daar
heeft, gekomen
midden
In
zou.
verbinden,
te
vers
is.
lijdenden
arme,
is daarom
wedervaren het
van
zieh
terwijl eindelijk
zijn,
zou
komen
aanmerking Veel
deze
karakter
het
alleen
die
lijden bevinden,
van
personen,
gepast
anderen
aan
Deüteronomium
van
den Ti-
daar-
zie
zoodanigen,
geweest
waarvan
bepaling
zoeken,
in
de
aan
soortgelijken toestand
een
als
moeilijk
met
zieh
hij
geloofde.
niets
heeft En
blijven
zieh nu
lofzangen en
meer
in het
niet
is
hij
Israels ,
midden
,
Hem
daarvoor
ver-
60
dank.
schuldigden dal
alles
hem
is
dit
geschied
werkelijk
heeft
erkend:
het
zelf.
hem
om
neen'zal
is, kan,
alle God
van
ook
deel
het
zijn
daarom
lijders; en
zoekende
Wat
vers.
Met
het
anders
eten
dan
door
dat
want
het
is
de
meer
25
Jehova's
vloed
alle
de
lijdenden,
reflexieve die
worden
hier
heil
en
het
die
zij
Hem ook
onder
vollen
in in
bleven
dat
doen
einde
is
het
en
zochten,
Halleluja zal
liever,
nog
waren
gebracht. Zij
Zij
of
gebruikt (zie boven,
Zij zullen
waarschijnlijkheid in,
en
volop
werkelijk buigen
zieh
en
het
w.
tegenstellingmet
in
is
vorm
band.
Jehova,
t.
behoeft.
men
opmerkelijk, dat
machtige
zij zochten
wat
niet
Testament
Oude
het
aangeduid,
zullen
53), degenen,
bl.
in
er
wordt alles
verkrijgen van Welnu,
wat
is dan
worden
verzadigd
en
bedoeld,
meermalen
vs
niet
wedervaren
hem
ook, hij
Maar
lijden,
maar
tegen
vreugde
Hem
zullen
hunne
van
over-
loven,
lippen
worden
gehoord. En
elkander
hebben zieh
zelf
gevoel,
dat
dadigde
het
hart
deze eens
is
den
voor
„Uwlieder
nog
daardoor
althans
Zoo
in
in
als
de
vat
leve
ik
de tot te
toestand
hiin druk;
hen
zien
nu
Aan
wordt,
opgewekt
groet, die
de
Zij
aan.
heerlijke vreugd.
anderen
woorden
in den
in
elkander
zij ook
gekend
elkander
en
zij uiting:
Om
loflied zien
dat
met
zij het
geven bewel-
eene
heeft. slotwoorden in
van
vs
27
op:
eeuwigheid!" 1*7) verplaatsemen
verstaan
dezer
nu
verloste
zieh
lijders.De
61
hen
voorstelt
uiterste
Het
teekenis? in
boven,
bl.
vertaalt
het
Verlost
33,
is
heden
studie dood is
hij
leven. ons
dit
die
leven
Zij
zien niet
ook
heeft
het
eene men
—
hen
voor
—
tot
de
zij overzien wat
ik
in
eeuwigheid alle
overzien;
grenzen
voor
des
vorige Bijbel-
eene
uitvoerig besprak i^):
meer
het
voor
is
de
oogenblikkelijkbewustzijn
meer.
ligtde grond
Een
het
voor
geloofaan
oneindig vergezicht opent
het
zieh
eeuwige
hier
voor
oog.
neen, het
dat
,
oogenblik
oogenblik
leven,
van
zeggen:
XVI
Ps
Hiermede
in
Het
,
Hierin
Hun
weg.
brengen.
te
uitdrukking
deze
is hetzelfde
niet
Palm
D.
zij trachten
maar
geworden;
over
is
V.
meer.
lichtende
maar
geest
kunnen
zou
tijds.Het
ik
hetgeen
maakt.
eeuwigheid
hen
leven
verkwikt."
een
volheid
mij
Men
be-
vg.
duisternis
van,
genoeg; eene
vergunne
als
den
hen
diepte, en
grooter maar
dood.
den
geen
niet
voor
voor
woord,
over
„worde
hen
er
dit
zieh
het
oogenblikkelijk,dreigend doodsgevaar
yoor
einde
het
te
bestaan,
het
zeide
verlosten
ligt daar
enkel
van
door:
uit
deze
zien
zin
in
hij zelf,
verkeerd.
is niet
vollen
den
zieh
dichter
de
verkrijgtdaardoor
leve
woord
evenals
hebbende,
als
dat
zijn
,
doodsgevaar
Het
wel
toch
veronderstellingzal
had kon
water
de
hij
psalm
toch
geworpen
niet.
kunnen De
eindigen. beweging
door
steentje veroorzaakt^
Maar een
hreidt
68
zieh
altoos
uit in
in het
tot
oneindige het
is
Zoo
ook
die
mensch
verder
wijdere kringen, toe.
Grod verlost
zieh door
in
dit
wordt
weet
zin
zekeren zieh
om
het
middelpunt
zelf, maar
liem
alleen
niet
Maar
die
nog
der
God
Zoo
plant
psalm,
de
totdat
en
de
wij
het
tot
In
het
aangezlcht leven
het
zal
ge-
einde
het
dezen
van
alle
het
geslachten
konlngsc^ap de
over
zolleii alle
stof
bekeeren
volken.
Bukken
levenskrachtlgen
nederdalen
kan
den
behouden,
Heer
tpt geslacht.
bulgen;
Zy
worden
zalle^
en
dlens
zuUen
die
z^ne
zaad
zieh
en
ziel
zal Hern
aangeschreven
k$nien
zieh
behoort
,
het
niet
overal
verzen
,
Z^n
die
ook
zieh tot Jehova
heerscht
ne4erwerpe^ die
allen
laatste
en
; ivant
Hy
en
,
en
aarde/
nederwerpen
zieh
God
een
midden
toeh
omvat.
der
Jehova
aan
Is Jehova
zij alle volken
ziülen
elnden ü
welker
voort,
,
voor
in
28—32.
vs
fit^edenken alle
hij met
betrekkelijk klein
Hoe
zieh
beweging
danken
Hieraan
welke
ge-
moet?
aarde,
der
vertelt.
gansehe aarde,
worden
kend
God de
aan
door
en
„groote gemeente,"
daden
hij Jfehova's
openbaart.
is.
deze.
aan
ziehzelven
die
hij mededeelen
moet
Edoeh,
zijne verlossing van
betrekking gekomen
in
is ook
door
hij behoort,
waarto^
meente, God
hij
heeft,
ontvangen
de
die
kennis,
alles.
van
God,
om
zijne gedragingen jegens De
daar-
,
niet
in
enkele
De
geestelijkgebied.
op
,
door
verder,
en
van
,
voor
niet
In
dienen,
geslacht
Zt)ne gere^htlg-
63
heid
melden
het
aan
yolk
dat
geboren
,
want Dit
heeft
Hy
—
slot
Gods
aangenomen
en
door
is, dat,
van
er
lossingsdaad
ieder
wie
deze
tot
komt
Hij
wat
ieder, Houdt
wil
dit
men
dat
ook
nu
die
niets
lederen
van
liet
groote
In vers
dat
houde,
in
heeft,
karakter
en
voor
het
in
Gods licht
het
aan
deze
van
voor
Jezus
mensch. motief
gesproken
En
wat
anders
in
zieh
aan
vroegere
bekendheid,
en
het
begin
Hierin
ligtde
herinneren, hier
in
verband
weg. die
en ,
nader
niet
verschiet,
een
de
verlossing, worden
moet
dan
zendingswerk
werkwoord
ander
gesloten
een
kan
kan
een
op
deel
alle
wordt
gegevens,
het
van
oogen-
samenvoeging
uitziet, dan
gedenken.
dan
wel
en
valt al het
dan
historische
minders
moeilijk
deren
an
oog,
hier
Hollandsch
het
bruikt
aarde,
ondervonden
brengen, verkrijgtdan
Christus
in
ge-
,
aan
te buis
op
oog
van
der
zekerheid
de
w.
waarvan
gebrek
kuunen
het
wezen
,
uit
einden
naam
zijn.
verlossing
wij
de
God
het
schijnlijk zonderlinge De
worden
ver-
,
van
een
in
van
a.
m.
de
van
zij!
men
dichter
wordt
openbaar
aan
hij ook
zijne bedoeiing
naar
zen-
lijder, Zijn
verheerlijktmoet
Zonderling! tenzij lietgeen
den
tot
grond
op
dezen
jegens
geslacht,
tot
lijdenspsalm
uitnemendheid.
gedachte
slacht
gedaant
dezen
stempelt
dingspsalm bij De
het
worden,
zal
van
deze
moet
zijn?
28«te
het
worden
ge-
gedachte dus met
aan
het
op-
eene
vol-
64
gende natuurlijk
eene
aan
bekendheid
yroegere
raet
God. Daarmee dat
woord, kelijk
in
is
bekeeren
door
wij
beteekenis
de
terugkeeren,
dat
overeenstemming
dus
werk-
vertalen, oorspron-
heeft
en
het
,
wederkeeren,
van
eveneens
een
„vroeger
.ge-
zijn bij" onderstelt.
weest
vinden
Wij
dus
hier
de
gedachte aangeduid die
natuurlijke Godskennis,
eene
wordt
Jehova
omtrent
Verstikt
de
aan
ren Volke-
toegeschreven. heidensche
allerlei
onder
ook
va
voorstellingen ,
gewoonten
komt
schoone
Werkelijk
niet
zendingsarbeid Hierbij komt,
zagen
uit de
macht
daardoor
het
wat
en
er
ook
den is!
iets anders.
nog
overmachtige vijanden.
ervaring
hun
de
van
op
deze
van
van
zoo
macht
blijkt uit
middel
aanbidding
moest
Deze
van
doen
Jehova,
IJijvoor
wat
de
geloovige
behoort
aan
allen
om
God.
van
wordt
zijn
tot
Het. nationalisme
dan
tevreden
nadruk
brengen
te
een.
minder
niets
met
opzettelijkde
schap
voor
verlossing plaats hebben
universalisme
Trouwens kan
doet
worden
bekend
de
zijn
het
en
Deze
is.
gunsteling
bekeering
van
die
en
dat
terwijl zijne liefde
Beiden
hooren
groote beteekenis
zonder
,
de
het
boven.
weer
gedachte,
verlossingsdaad aangaat, Wij
bij
Hij is!
wie
zien,
zij nu
liefde
verlossende
Jehova's hen
zeden
en
op
Jehova";
zijn.
kan
dat In
vs
29
God, wordt
gelegd : „het koningen
dat
niet
alleen
het
6G
hova
30
vs
de
over
wordt
vv.
Zijn De dit
niets
laatste
twee
zoovele
met
het
tusschen 31
vs
scheiden, zij zieh Het
verzen
worden
twee
de
Bij
deze
zullen
Wij Paulus
die
en
en eere
der
vetten
in men
het
het
^ö)
stof.
stervenden
aan
ver-
aarde,
die
en
aan
duß de
met
den
des levens
die
in
beiden
deze
van
o o
beide niet
wordt
God
e n
de
en
den
staan. de
levend^n
die
dan
in
deze
wij bij Nieuw-
nl. dat door
leveji-
,
Zaligmaker hßprlijkheid
op
stervenden.
volgens
eerst-
zij Jebova
gedachte, Edoch,
gestorvenen, de
de
Heer!
gebracht.
categorien
dat
zwakken,
en
ontwikkeling d
het,
vinden.
worden
zal
heet
dezelfde
hier
meermalen
d
bloei
den
behooren
hebben
vollen
Sterken
geven.
nederdalen, zelf
dat
wordt,
mogelijke tegenstellingvormen
worden
daar
onder-
gelijkik
uitgeput nederzinken,
Testamentische den
„altoos''
menschen
van
verklaard
de
er
denke
stervenden
en
het
en
levenskrachtigen,
laatsten
zullen
eer
v.
nederbuigen.
nederdalen
genoemden, Ook
zeggen
,
lieden, sterkst
tij-
tnsschenschakel ,
die
degenen,
in
psalm
als
28
vs
beiden
taalde, letterlijkstaat en
30
categorien
God
zijn
ook
zal.
onzen
vs
van
welke
van
voor
worden
van
in
„overaV'
v.,
dat
verheerlijking van
en
beperkt
in
plaatselijkenzin,
woorden.
Daarentegen
van
aanbidding
door
naam
in
toegevoegd,
aan
er
de
zin
delijken
aarde
geheele
Israelietische
In
het
aarde
gezocht. die
maar
In
Verbond
Oude
het
ip
het
Van stof
doodenrijk;
voorstellingde naam^
67
Jehova
van
licht
daar
ook
Met 30
het
in
niet
nog
deze
op
ik
in
mijne vertaling „bukken
met
werpen'', schen
het
begin
den
in
vs van
er
neder-
zieh
en
wyziging
van
Hebreeuw-
tekst.
Letterlijk
Staat
„gegeten
er:
h ebben
worpen
alle
Hebreeuwsch
het
voudig zooals
b.
de
V.
en
is
in
nemen
eten",
of
zooals
Verre
de
v.
hier een-
plaats daarvan,
toekomenden
b.
de
tijd, die
uitgedrukt,
den Statenvertaling,
„zij zullen
nederge-
aarde".
verleden
duidelijk
zijde,
ter
den
zieh
en
der
vetten
uitleggersstellen
meeste
in
kleine
eene
het, die
duidelijke bedoeling
bracht
zijn geheel
is
heeft.
gebracht
oog
Christus
geeerd.
v.
tijd: de
Palm,
d.
gebiedende wijs: „eet". heft ook
Toch in
het
woord
dit de
woord
deze
Beter
zou
Op
eten.
verklaard,
waaraan
moeilijkheid niet op.
meestal
elk
de
van
der
geval
aarde
dan
heeten
zijn
nog
het
waardoor
deze
den
toestand
gekomen
zijn. Zij mögen
aanbidding Het te
best
het voor
zal
God
is echter
brengen ^i),waarop
vertalingberust: enz..
De
hen
niet
neder eene
dan
„bukken zin
lieden
is dan
te
te zitten.
aan
hetgeen,
maar
werk-
offermaaltijden
van
doen;
is dit
wijs
ligt
^
vetten
in
allerlei
Deze
in
te verstaan
hun
bloeiendit
verhinderen
blijvea zieh
in
werpen.
kleine
tekstwijzigingaan
ook
door
de
en
zieh
in
allen
mij gegevene
nederwerpen deele
len" zul-
duidelijk.
5*
68
laatste
De
in
niet
van
leven
het
30:
vs
Zoowel
zij, als
zinken,
die
zij,die
bloei
van
hoe,
als
rüste
gelegd is, en
niet
het
nog
in
langer
ik
onder
dooden
het
reeds
er
Oude
züUen
stilte
niet
12,
einde
komen
aan
van
Jehova?
en
naam
hoofd
Maar
inderdaad i. zieh
ter
zelven,
XGV:
wij zijn
op,
daar
en
prijzen,
de
den
en
aanbidden.
heet
noch
17, vg.
XXXVIII:
Jes.
neder
kan?
Verbond,
Jehova
kracht
meermalen
neergedaald zijn", Ps.
LXXXVIII: een
wees
volle
houden
leven
vers.
uitgeput
zijne ziel, d.
men
het
het
toch
breng ik, gelijk
staan
Jehova
ziel
zijne
volgende
in de
zuUen
eindelijk
het
punt
staan
leven,
nu
Immers,
het
op
die
„en
behouden",
kan
mijne vertaling blijkt,bij
uit
te
woorden
18.
het: die
in
de
Ps.
VI:
6,
Zal
dan
er
verheerlijking van
is deze
dus
slechts
„de
den
voor
een
tijd? Onze
plaats
den
kan
houden,
mögen
zal?
hebben
door
wordt
antwoordt
dichter
dit,
stervende, als
overgegeven
die
voorbij gaan;
verheerlijking en
den
blijven bestaan,
het
andere
zaad
Heer
Voor
na.
worden
het
drukking
„Het
Heer
wordt
de
van
dat
dienst
ziel
erfenis
niet
De
dienst eene
geslacht
gebruikt.
van
dezen Het
Jehova leven
het
geslachten
niet
Jehova.
van
zal Hem
in
dat
vreeze
men
in
dan
er
zijne kinderen
aan
toevertrouwd.
aangeschreven
eerst
W^at
zijne
eene en
ontkennend.
voor
de
Deze
zal
voor,
dienen;
het
en
het
zal den
geslachttot geslacht". psalm is
de
hier
de
uit-
samenvatting
69
in
hetgeen
van
schap
29
vs
Jehova
aan
gezegd
behoort,
dat
was, dat
en
het
koningde
keren Vol-
niets
be-
toekomst,
ook
Hij
over
heerscht.
Hij
is de
Maar
perkten
zin.
die
menschen
der
volraaakten
in
Heer,
daarom wereld
door
en
is ook
de
Hem!
aan ,
Hierdoor
wordt
woorden
van
dezelfde het
hier
XLIV
Jes.
:
dat
sproken,
de
Tegen Heer
gedachte,
woord
heeft
lang
v.
Maar
de
verhaald
dige komt; Staat
voort. en
in
zoo
goed
niet
dichter Wat
geslacht.
ook
de
Ps. LXXXVH is
uitge-
geslachten Jehova
als
der
worden
ingeschreven
Palm
op
in
dit
zieh
het
op
Zijn dienst.
En
de
zelf,
past
den
„van
dat
het
beteekenis deze
ting opvat-
verband.
staan
gaat
bij
een
in
het
tot
behoort wat
:
nageslacht (of
geslacht gaat, andere
a.
bezwaar,
Ook
blijft niet
eene
dat
e.
het
aan
hij verwacht, Het
w.
aange-
wijze,
door
d.
nageslacht.
ZOO
Heer
die ook
hier en
vertaling van
van
t. ,
onderdanen.
geslacht,
niet
het
op
toebehoorende,
andere
op
volgende geslachten)", is
aan
den
zal
Zijn eigendom,
worden
zal
deze
gesteld.
vreemden,
lijstenzijner
vertaal
als Hem
w.
beschouwen
als
beschouwd de
a.
schoon
ook
zieh
toekomst,
zaad,
m.
de
5,
Ik
laatste
de
van
^^): Statenvertaling
worden
naam
hebben
Wij
de
of
opvatting
bepaald.
genoemde
worden,
Zijn
en
als
even
schreven op
31
vs
wijze
ZOO
mijne
zal
en
aan
dat
het
enkel oneinandere
Jehova dan
en
doeu?
70
Wal
anders
God
wat
dau
heeft
laatste
.
.
deze
In
heeft
van
hebben
de
in
Zijne gerechtigworden,
moet
de
allereerst
ons
ook
!"
gedaan
treft
verzen
beteekenis
de
het
dan
het
geboren
nog
vermelding
Gods.
gerechtigheid
de
Wij
dat
volk,
Hij
.
.
heet
zoo
verkündigen
„en
het
aan
want
van
komen",
verzen,
heid
verkondiging
gedaan?
zuUen
„Zij
de
met
voortj^aan
ons
daarbij rekenschap
die
dit
in
de
woord
te
Oude
in het
van
geven
Testament
,
heeft. Deze
is
niet
in
vaardigheid hij
wat
van
loon.
goeden Testament
is
zin
dit
zieh
houden
bruikt
God
heeft
Staat
gebruik
een
handelen.
daad de
er
overmoed
dat
uit
de
afgeleid. kennen
te
den
aan
een
gegeven
het
God
van
regel,
ge-
dien
Hij
gesteld.
kan
volk ,
hen
tegenover zieh
tegenover de Zijnen niet
gebenden
Zijne gerechtigheid is,
heeft
Oude
het
in
van,
regel; waar
natuurlijk
hetgeen Hij
daarvun
door
den
Hij heeft
Welnu, aan
is
tegenover Zijn
vrij. Hij
den
en
eenigszins rechterlijke beteekenis
er
aan
wordt, zelf
zieh
niet
wordt
ieder
aan
kwaden, woord
het
recht-
van
geven
den
ver
zoo
oorspronkelijkebeteekenis Veeleer
een
van
straf
verdient:
deze
in
voorkomt,
den
Voor
plaats die
eerste
beloofd. van
in
dezen Noch
eenmaal de
machtige
zonde
willekeur
naar
Zijn Verbond.
aan
dat
Hij door
des
vijanden
terug. Hij bUjft in Zijne woorden
houdt
zieh woord
volks, houdt en
en
noch Hern
daden ,
74
iii
Zljne b^loften
zelven
zieh
verlaten
bedreigingen
en
in
Zijn helpen
,
gielijk.Dat
is
en
gerech
Zgae
-
tigheid. Vän
daar
dat
geen
woord
heeft
als
ttge
beteekenis
van
Verbindingen
heid
waarheid
en
te
de
de
dat
in
Men
dat
dit
daar
zieh
men
gevallen beroept
wij
waar
huiveren
Inderdaad,
Oude
Testament zieh
dit
telkens
dit
Men
niet gen ken
de
in
al
besef
de
licht, zou
mensch
Gods
het
heid, gereehtigdit
hopen
zou
dat
toch
op,
is
en
niet
van
alles
al te
met
de
ons
,
döen
zijn? van
naar
weinig
En
men
gemis
,
recht
en
eeni-
voor
gaat spreaan
diepte
weinig zondegevoel.
is allerminst
dat schuilen
Israel
werkelijk in
zijn dat als God
wilde
eigengerechtigheid
van
dan
bitter,bitter
hopen
te
er
geweest
van
getiade, er
naar
beroep Deze
op
in
klinkt, als
ooren
gerechtigheid wil",
Israelieten,
zelfkennis, En
zoo
Gods,
zijn,
gewoon
,
van
in
Christenen, die
ons
beroepen
Uwer
vraagt
ook
en
weder
„om
weinig
ZOO
vreemd
Ik
verklaard.
gerechtigheid Gods.
de
op
genade"
zoo
zeer
doen.
te
dat
weinig,
„alleen uit
het
aan
Testament
gereehtigheid
dat
zouden is
er
de
op
zeggen:
dikwijlöen
zoo
,
velerlei
kan
bijeen.
daardoor
trekt, wordt
aandacht
tal
gerechtigheid
is:
Oude
het
In
gerechtig-
woorden
gevoegd.
samen
anders,
iets
bedoel
trouw.
elkander, zij behooren
zij dekken Ook
woord
hetzelfde
of wat
trouw,
en
zoo
het
worden
gelijksoor-
daaraiee
af te leiden
uit dat
bij de gerechtigheid Gods.
genade
in
strijd. Zij bestaat
72
in
niet
vergelden
een en
deelen
Integendöel Testament
worden
enkel
het
trouw
aan
wat
God
beloofd.
God
van
ook
kenis.
het
is
,
in
onze
op
God
op
Zijne beloften;
gezicht In
ting
den
alles
heeft
Dit met
vroegere
was
met
God
aan
goede niet
de
heeft
dit
zal
kan behoeft
alles,
van
heeft de
vast-
genade
dit
de
alleen, maar
Ervalt ,
worden
Zijne hulp
aan
dat
Hij Zijn
die
de
aan-
heeft
ook
was
van
ook
psalm.
in Vs
verband 5
uitgesproken
wat
was
de
met men
had
verwacht.
vs
10, 11, aan
er,
in
opgedaan.
lijder ontrouw
dezen
Hem
lijder geleerd
vooral
vrees
afgeweken van
samenvat-
hij persoonlijk
gedragslijn,die Hij en
de
dezen
dezen
in
woorden van
woord
ervaring
uitspraken
gronden
ten gesuch-
verre
gemaakt
het
schijnt
alles betee-
Gods.
niet
groote beteekenis,
was,
in
tot
Staat
zijn lijden
uit
opzichte
gevolgd
plaats
Zij is
lijder verbergt.
zoovele
ten
al
wat
Gods
kennisse
weerwil
ook
kostelijke winst,
de
heeft,
in
had
Ugt juist in
zooverre van
berust.
haar
er
men
ook
voor
gerechtigheid
gerechtigheid
rekenen;
wanhopen,
te
de
vrije genade
worden
juist deze
te
uit
Zonder
verteld
Wat
dat
en
in e6nen
genade
,
Oude
het
bestand.
geen
Welnu
in
Zijne genade
ondanks
eenmaal
schen, men-
rechterlijk oor-
plaatsen
van
op
des
gesteld.
bewijzen
alleen
bliiven,
gesteld en
zuiver
gerechtjgheid en Deze
en
Verdiensten
een
tal
op
,
genoemd.
Gods
met
lijn worden
eene
op
adem
niet
mag
de
naar
6
en
dat ,
worden ge-
vaderen toch En
op dat
herinnerd,
74
doen, wel
tweeerlei
op
öf aldus
dat
worden
wijze het
men
zoo
zoodai
in
den
men
gedachten
zin
öf
gebracht", in
verband
d.
in
meer
heeft
„want
Hij
dingen
goed
opvat,
werk
en
den
lijder hem
slotte
doen,
van
den
dan
alduö
d.
i.
heeft
Hij
uitvoer
woord
gedaan",
gemaakt,
ten
maar
het
het
raadselachtige wijze, voerend
Hij heeft Zijne
bewez'en, ten
i.
men
zin
invoegt,
voorwerp
hoofdinhoud
den
absoluten
taalt: alle
dat
aldus, met
als
verkrijgt:„want
gerechtigheid gedaan,
woord
genoemdfe
even
,
gerechtigheid
En
ömschreven.
psalm verr
Hij heeft
gewerkt
door
duisternis
de
doende
op
in het
komen
,
heerlijkste licht. Bij
alle verschil beide
zaak
in
verklaringen
is
onbegrijpelijk
menschen
hetzelfde
op
dat
geval deze,
elk
in
komen
bijzonderheden
neer.
Gods
zeker
maar
in hoofd-
De
•
werk,
tot
voerend, alle
plaatsen, in juist
omdat
het
het
denkbaren
kortst
overwinnend
is
het
niet
dat
het
Het Het
is volbracht",
zou
is
vorm.
woord
grond
indien
het
zou waar
is:
van
de'
groote
het
„Ik
zal
God,
een
van
wiens
Onbekende. een
zijn,
die
God Ik
bigste
Maar wordt
zijn
van
het
der
zaak
kruis.
benaming
dat
gezegd,
zijn zal", en
rtieer
in
gezegd
,
worden
slotte
Evangelie
defn
tijden,
is.
Golgotha's
van
alle
ten
is het
is in
zijn
God
alle
aan
door
en
van
niets,
Het
geloof.
„Het
Dat
werk
er
geeft.
bevrediging
worden
moet
omstandigheden
inderdaad
En
het
gepredikt
voor
heerftjk
een
,
einde
dachte ge-
die
is
het
wiens alles
moest
zijn wel, naaih
voöJr
75
wezeti
kau
worden
Ook
Dat
wil.
ons
den
van
dat
in
is
het
wel, die
„Vader,
opzicht
de
in
hier
wij
staan
het
waar
gezegd
hemelen
voor
is". woord
een
,
dat
allen
in
deele
onder
het
gedaan",
Nieuwe
het
Verbond
is
„vervuld". heeft
„God de
na
heeft
macht
daarbij denken,
licht
de
Gods
wonderbaar
sende verlos-
wij spreken
daai^op
En
geworden duisternis
dan
meer
Verlossing,
ons
de
uit
is
van
dichter
eindigt
opgedaan.
die
heeft
gebracht
hij
'Maar
'„Amen".
ons
die
ervaring,
de
zoo
door
is,
die
en
Gods
tot
dezen
wij
waaraan
ons
baar wonder-
dichter
kon
den wor-
,
verrttoed. dood
in
heeft
den
het
voordat
Zij
die
is
Zoo
deze
en
dat
laät
ons
(fan niet
wereld
den
van
van
de
prediking
zonde
zin
vreeselijksten
gedaan!"
de
van
„God
woord.
nisten,
de
en
eeuwen
vervult. dezen
noemde
Ik
De
verdedigen. God
döor
Brj de
ik
fontein,
wordt
geven
ZOO
is
woMe
de
de
zen-
te
meer
zekerheid
klaagtoonen Want
wakker. den
van
springende
L^i^ers,
niet
benaming
vallen
woord
hem
die
en
van
verlost.
zijn
zekerheid
het
lijdens-
een
tusschenschakel
iendingsijver
geldt dat
te
die
behoef
Ik
dingspsalm.
psalm
tot
in
het
„En
Heiland:
zal
zal,
in het
met
ook.
hem
eeuwige u
en
met
dezen
in
het
worden
en
weg,
water, tot
leven."
mij!
eene
76
hier
ik
geef
slotte
Ten
dezen
vertaling van
eene
psalm.
vs
jllyn (fOcI,iii\jnO^od,
2.
verlaten,
vs
3»
antwoordt wordt
des
roep
gesehrei,
myn
daags,
nachts,
des
niet;
(f^ mij
kermens?
mjjns
Ik
O^od,
Mjjn
zjijnde van
yerre
woorden
de
yan
hebt
waarom
G^y
maar
mij
ge-
op
de
vertrouwd;
zy
maar
verpoozing!
geen
m
VS
En
4.
.
.
€Hj zyt
.
lofisangen vs
U
Op
5.
vs
6.
tot
hebben
geworden; zy vs
7.
vs
8.
ik
een van
menigte
;
allen,
die
trekken
U
de
hebben
hebt
,•en
zy
verlost;
ze
zy zyn
gered
betrouwd
en
besehaamd!
ben
smaad
(Jy
en
zy geroepen op
niet
zyn En
een
vaderen
onze
vertrouwd
U
tronende
Israi^ls*
hebben
hebben
heilig,
my
lip
worm, 'menschen
zien, op ;
zy
en en
spotten schndden
geen
mensch,
veracht
by
my,
over
het
hoofd
de
zy :
77
vs
9.
heeft
„Hy
vs
10.
Immers, schoot
vs
11.
doen aan
de
borst
U
ben
ik
verwezen
op
af ;
Wees Is
nlet
nabij,
Vele
13.
vs
14.
zij
verre
en
15.
Is
vs
16.
schoot
muH
In
mijne
kracht
vs
het
In
17.
zyn als
al
;
ten vs
18.
ik
Zy
«y
Is
stof
zien
doods
honden
myne
hebben
al
die
de
nood
helpt!
mlj,
mij
tegen
mij
omsin-
op
,
een
en
ult
beenderen;
mljne Is
gesmolten
myne het
welgevallen]
het
aan
eene
gehemelte];
legt O^ijmij
omrlngen hondt
en
neer. eene
mq;
ten Ingeslo-
my
banden
pot-
myne
voe-
(?); beenderen aan^
y
als
ultgedroogd
des
doorgraven kan
want
het
was,
boosdoeners
van
moeder
mij;
Waarlqk^ rotte
de
van
nltgegoten,
sehert; mijne tong kleeft en
doen
leeuw.
Ik
gegaan
binnen
velllg
Basan;
ben
Is
moeder-
mijner
mij,
brüllende
hart
mijn
den
geworden
niemand,
van
water
naardlen
moeder;
mijner
hunnen
sperren
elkander
uit
omrlngen
stieren
Als
heeft^\
my
ran
er
verscheurende vs
hem
; die
"od.
varren
gelen
alt,
my
den
van
zijt eij mijn
12.
hem
voortkomen;
rüsten
af
vs
aan
hebt
Giy
geboorte
vs
redde
die
welbehagen
een
gewenteld
Jehora
op
hem,
yerlosse
Hy
het
teilen.
beschonwen
my
[met
78
vs
19.
yerdbelen
werpen vs
20.
En
gQ
vs
21.
22.
mijne
uit
de
U
ziel
van
macht
verlos
mQ
alt
de
alt
m^ne
het
zwaard^
den den
lot.
rerre
m^ne
;
mQhe
eenige
den
leenw;
hond;
mall
van
der
hoornen
en
Utilp;
tot
van
zieh,
het
niet
frees
,
haast
red
en
Jehora
0
9
ond^r
rafjne kUeding
over
sterkte, vs
kleederen
rnQne
baffels
hebt ....
GQ
vs
23.
verhoordi
my
Ik
Uirt^n
zal
het
in ik vs
24.
ü
vs
25.
die
zaad
Jehot^a
Jakobs
voor
Hern,
want
HQ
27.
Tan
de
hem
de
hoort 5
in
de
zal
ik
die
U
eten
en
nederwerpen
;
betalen,
ü
verzadigd Hem
leve
einden
tot
in
het
en
der
den wor-
prQzen
,
volken
der
wan-
groote gemeente;
:
eeuwigheidl zieh
tot
aarde ,
slaehten
ver-
vreezen;
zallen
zoeken
zallen
Gedenken al
van
zallen
hart
den
verbergt ZQn
HQ
loflied
geloften
Jehova
ontzag
roept". mQn
ladenden
al
IsraSlsI
noch
; maar
t^enwoordigheid
bekeeren
zaad
verdmaadt
noch
Hem
komt
^Uwlieder 28.
zal
Hem;
hebt
en
^
gansche
voOr
tot
ü
; die
vs
prQst
Hem
z^ne eilende,
in
m^ne
vs
teilen; ver-
gemeente
vreest^
veracht
l^j
neer
in
der
eert
gQ
aangezieht
26.
midden
bro^deren
,
drukte
vs
mQnen
prQzen:
996Q9 gy
haam
zallen
zieh
en
Jehova alle voor
ge ü
-
79
vs
20.
het
want
vs
30.
heerscht
Hjj
en
Bokken
oyer
zieh
en
leyensliraehtigeii
derdalen, bnif^en
vs
31.
32.
diens
zal
g^eslaeht
znllen
die
allen, zieh
yoor
niet
in
zaad
Hern
tot
het
in
alle
stof
ue-
aangezicht
Zqn
dat
het
het
zal
tpeslaeht;
geboren gedaanl
leren
aangesehreyen zQ
worden
be-
yan
komen
znllen
verkondiyen^ zal
kan
dienen.
Hern
worden
gereehtiyheid
Zqne
heeft
ziel
zqne
honden,
yolk
Tolkenl
de
;
Het
vs
;
Jehova,
aan
nederwerpen
znllen
die
en
behoort
koning^schap
aan
;
want
^n
het
HQ
80
AANTEEKENINGEN.
bl. 11.
1.
In
het
misjsjaw^athiy een XXXIX:
13,
woord,
daar
eu
Hebreeuwsch dat
in de
ook
a.
o.
mtsjoeathi; menleze
staat
XVIII:
Ps.
voorkorat
Statenvertalingdoor
7,
wordt
geroep
vertaald.
bl.
2.
zingen
Doch
het
Hebreeuwsche
dat
zonder
de
aan
of andere
eene
LIII
Jes.
Zie
over
Stemmen
in
hier:
woord in
voor
de
is;
,
lieden,
van
d.
w.
plaatsen mjjne Bybelstudie
WaarJmd
z.
hier.
ook
zoo
komt
is
gebezigd
beteekenis
gedacht
deze
volks."
des
volk als zoodanig,
een
aan
v..
„verachte
vage
zeer
5
dat hier
dm^
natie
v,
bl.
Verbonds,
Staat
daarbjj bepaald
bl. 19.
4.
0,
des
Letterlijk
menigmaal
begrip heilig, mijn Vierteil voorh'
het
over
Profeten
over
bl. 18.
3.
ook
Vg.
14.
over
Vrede, 1886, April-
en
nommer.
bl. 20.
5.
Palm:
DER
de
Statenvertaling:
„z|j
steken
tong
lip uit";
de
nit", Dysebikgk:
van
„z\j plooien
lippen".
6.
bl.
LetterlijkStaat
21.
Ps.
enz.,
evenals
echter
dit
bezwaar,
over,
in
plaats
Men
wordt. van
de
steken
„zy
de
doet
van
XXXVII: dat in
daarom
5,
in de den
er
Spr.
2^^^
beter
met
nog
beter
XVI:
pers.
tot
galal.
in den
den
nu
Ook
S^^^^^pers.
lijdergesproken
staat, de
wentel
Daartegen is
Hebreeuwsch
in het er
wys:
3.
woorden
volgende
gebiedende wijs göl, gelijk
perfectum gcUj of
gebiedende
eene
in te
plaats
lezen
het
Statenvertaling,
82
Q[i\jne kracht chikki=:
lezen
velen,
m\jiie keel,
omzetting der
met
einde
ten
betere
consonnanten
aansluitingte krygen
im^t het volgende raljue tong. bl.
11.
Bybelstudie
myne heid
Mti
vorm
den;
de
heeft
bl. 39.
Inplaats
haroe, 3"^® pers.
met
13,
aauteekening, dat deze heeft.
Men
te
vorm
moeter
plaats anders
onze
waar
Des
leeuw.
een
beteekenis
banden
ka'^ri leest
van
te
verston-
ka^roe.
Om
het
gel|jk
men
De
Ä;ara=graven.
ge-
doorgraven=doornagelen
met
ook
voeten, is echter
en
dan
men
verlangen stelt
plur. perf. van
dit graven
van l^jkstelling van
als
van
Masorethen
vertaling doorgraven
de
Jes. XXXVIII:
voor
nog
Masorethische
dat
de-
hoe, bl^jktniet.
maar
13.
ook
beteekenis
opmaken,
Waar-
voor
jadaj w^ragldj. Yolmaakt
plaatsen verschillende
beide
uit
M«rt
Staat
is de
Stemmen
in
XVI,
sjedl
Novembemommer.
komt
de
eveneens
opmerkeiyker in
Er
bl. 38.
zelfde
Psalm
over
den
voorstellingaangaande
de
over
Vrede^ 1887,
en
12.
hij
Yg.
34.
dan
npg
aan
zeer
groote
bedenking onderhevig.
bl. 39.
14.
lezen
k^ih^
„(enkel) toftoe, en
Inplaats
pyn
vg.
o.
vg.
LXIX:
30:
Dat
bl. 45.
de
Alexandr\jnsche vertaling 0.
a.
wordt het
reeds van
hier
II: 23, banden
myne
zyn
Ps.
Job
stelt
Dyserinck
waardoor
lyden
ontstaat:
of
voeten",
raijne
en
„smart
zin
de
te
voor
banden
myne
voeten."
myne
15.
a.
Ä»«rt
van
uit de
het
boomen
bedoelde
schoon
vertaling eenhoorn, overgenomen,
feit, dat van
dier*. Db.
den
Deut.
niet
Fbiediu
gelnkkigis, blykt
XXXIU:
eenhoorn
uit de
17
gesproken
(enkelv.) Vg.
DiaiiiTzsoH
over
Prolegomena
8ß eines
bl.
15
Ik
V..
wissen
jetzt
Reliefs
was
Thier
der
höchsten
durch
Thier
ein
der
rSmu
für
die
hatte,
ein
Thier,
das
und
ik
woord
Paläste
het
makshalve het
kort
vöör
Azie
gekomen
sief, en
die
Spitzen
Anziehungskraft einjagende Stärke
Ebenbild
Assyrern ihrer
die Wächter
geschiedde
bekende
het
diersoort dat
uitgemaakt, uit
Arachosie
Dat
alleen te
ge-
noemen.
buffel eerst
de
verder
Klein-
naar
is.
De
anaw
Hebreeuwsche
j'r^kha
Er
jV^a«^
Staat
die
=
woorden
zijn (2m,
meer
pas-
reflexief.
meer
bl. 58.
16.
Wildochs,
Gefährlicbkei;t
ihrer
Furcht
vertaalde,
tijdrekening
onze
starken
Stiergottheitendarzustellen."
meer
overige schynt
bl. 55.
15.
eene
Assy-
kraft, riesiger Körper-
von
besondere
seine
buffel
einde
ten
Voor
leze:
door
bei den
er
Gebirges, welches
seinem
die sog.
,
assyrischen
Elamiten, Babyloniern, wie
unter
um
die
grimmig blickende
,
Löwenjagd
der
durch
den
,
Tempel
des
wie
„Wir
over:
ist der gewaltige, mit
es
und
und
oder,
assyrischen Könige
erschien
würdig
regelen
erklimmt, ein Thier
Unnahbarkeit
und
rSm
—
Jagd gleich
wegen
voigende
ausgerüstete
Berge
dessen
der
war,
Waldes
des
de
T.^ Leipzig, 1886
A,
zum
Keilschriftliteratur
die
Hörnern
gekrümmten ein
daaruit
neem
für
heisst,
rern
Wörterbuchs
hehr.-aram.
netten
U
die
=
Hem
Ook
vreezen.
vreezen;
v.
d.
men
Palm
vertaalt
aldus.
17.
bl.
vertaalt
o.
Op
60. van
a.
lezing Phabam
is in
de
verloste
ook
in
en
gelegd wordt,
Phabkem
nu
raaar
God door
=
dan
Dit
berust
uw
hart.
deze
wensch
verheerlijkende lyders den
dichter
op
over
hen
in
de
Deze
handschriften
Hebreeuwsche
eenvoudiger, als
zooverre
Alexandrynsche vertaling hart.
hun
van
enkele
de
van
Palm:
deb
inplaats
lezing komt
Z\j
voorgang
voor.
niet den
wordt
aan
mond
geuit.
84
Er
raede
hangt als
niet
wensch,
eeu
de
^dat
in
Gephiatst
27
vs.
wordt
möge,
opgevat:
Stemmen
de
Waarheid
voor
en
Novembernommer.
Vrede^ 18«7,
Over
bl. öG.
20.
van
hetgeen geschieden zal,
geschieden
wat
helft
ecrstc
enz.!"
eten
armen
bl. Ul.
19.
de
ook
stellige verklariiig vaii
eene
als
maar
dan
dat
samen,
de
verschilleiide
die
verklaringen
er
van
,
dit
Meest
woord. echter
aar
wordt
het
dat
voor ,
des
bloei
als
staande, de
Voor
le
v e n
s
k
minstens
er
van
enkeleii
grond.
aarde,
eene
in plaats tekstwijzighig woorij'^sphi^
verkrijgt
Ilierdoor
pen.
komt
Het
dalen.
ji8ftach"woe
buigen
ook
God,
heeft
Met
o.
De
lezen
willen vg.
0.
a.
a.
of l^d/)r
Exod.
VI:
ik
III:
=
15.
tekst.
ak'^loe
waj-
zy
zuUen
eerstgenoemde neder
buigen
6.
dat
de van
Statenvertaling geslacht
letterlyk.
meer
het
aan
dör
zieh
vertaal:
is
neder-
nederge-
=
Het
van
tüs
den
zieh
en
onderscheid,
terwyl
=in
zin
Micha
Statenvertaling
ladddr
plaats van
stof
verder
wjisjHach'^woe
zelfden
dit
geslachten,
in
geslacht.
Staat,
voor
bl. 60.
gegeten
sla-
tegenstellinghier
Zie
nederwerpen.
in dezen
komt
werk woord
22.
zieh
en
het
gevolge
ten
gedachte
overgeleverde tekst luidt:
hebben
stellen
aarde
de
eene
herhaling.
jikkaphoe
lees
disfne,
in
dat
voor,
gevondeu geringen
soortgelyke die
allen
in
in
my
vollen
Sommigen
van
die
eeiic
eene
ons
zy
=
Ik
worpen.
voor
JDe
bl. 07.
21.
zieh
men
echter
mij is dan
gewenscht
meer
allen
volgende woorden:
der
die
vertaling wordt:
de
waarvan
in den
Palm:
d.
v.
komt
,
evenzeer
der
geen
h t ig
r a c
enkel
een
Het
omschreven.
e n
vertaling
ik
zie
y k
r
slechts
zijn,
gegeven
de gedachte
levens
worden.
kan
de"
der
^vetten
geslacht, van
Ik
zou
gelyk
geslacht
tot
tot
er
innu
slacht, ge-