MULTIDISCIPLINAIR DI AGNOSTISCH ONDERZOEK EN AANSLUITEND RE-INTEGRATIEPROGRAMMA BETREFT:
WEBSITE INTERVENTIESNAARWERK.NL
Beschrijving van de interventie
Multidisciplinair Diagnostisch Onderzoek en aansluitend re-integratieprogramma
Datum beoordeling panel: Datum eerste herziening: Datum tweede herziening:
www.interventiesnaarwerk.nl
[10-02-2009] [dd-mm-jjjj] / nvt [dd-mm-jjjj] / nvt
1
Inhoudsopgave
1.1 1.2 1.3 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.5 1.6 1.7 1.8
Kernachtige omschrijving................................................................................................... 3 Doel van de interventie .......................................................................................................... 3 Doelgroep van de interventie ................................................................................................. 4 Omschrijving van de interventie ............................................................................................ 5 Methodiek .......................................................................................................................... 5 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse....................................................................... 6 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak............................................................ 7 Eisen begeleiding, uitvoering en borging .......................................................................... 8 Overige voorwaarden voor toepassing ............................................................................. 8 Beschrijving onderzoek effectiviteit ................................................................................. 8 Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit ................................................. 11 Overige informatie ............................................................................................................... 13
www.interventiesnaarwerk.nl
2
1
1.1
Beschrijving van de interventie Multi Disciplinair Onderzoek (MDO) en aansluitend re-integratieprogramma Kernachtige omschrijving
Naam interventie: Multidisciplinair Diagnostisch Onderzoek (MDO), in combinatie met een aansluitend multidisciplinair re-integratieprogramma Kernachtige omschrijving: het MDO is een diagnostisch onderzoek waarbij medische en psychologische indicaties worden vastgesteld die als basis dienen voor een te starten multidisciplinair reintegratieprogramma. Bij het MDO wordt onder meer een inschatting gemaakt van de belastbaarheid van de klant. Het MDO richt zich daarbij op drie domeinen, te weten: het fysieke, mentale en sociale – alsmede op de samenhang tussen deze domeinen. Zowel het MDO als vervolgprogramma worden uitgevoerd door een team van het re-integratiebedrijf CIR, waarbij nauw wordt samengewerkt tussen een arts, fysiotherapeut en psycholoog. Een van deze drie teamleden treedt op als casemanager. Aanleiding voor een MDO vormen (doorgaans) klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat, zoals rugklachten, wiplashgerelateerde klachten (‘WAD’; afkorting van Whiplash Associated Disorders), klachten aan armen, nek en schouders (‘CANS’; afkorting van complaints arms, neck, shoulders) en burnout-klachten. Het gaat om mensen die hierdoor ernstig worden gehinderd in hun functioneren, zowel privé als - indien aanwezig - op het werk. In circa 12 procent van de gevallen gaat het om werkzoekenden met een WW- of WIA-uitkering, die worden aangemeld vanuit UWV; overige kandidaten hebben een werkgever (cijfers 2008). Voor 2009 worden ook klanten verwacht met een Wajong-uitkering.
1.2
Doel van de interventie
Hoofddoel interventie: Het vergroten van lichamelijke en psychische belastbaarheid met als doel het verbeteren van het algeheel functioneren van de cliënt, waardoor participatie in het arbeidsproces mogelijk is (in geval van cliënten met een uitkering), kan worden hervat of behouden. T.a.v. een aantal trajecten voor UWV-klanten was de doelstelling als volgt geformuleerd: het verhogen van de belastbaarheid, alsmede het verhelpen van angst bij inspanning en activiteit (‘Fear avoidance’). Meer hierover bij 1.6 resultaatevaluatie. Bij elk traject worden individueel SMART-doelstellingen geformuleerd, zowel met de opdrachtgever als met de klant. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelen van de interventie?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Zijn er expliciete doelen geformuleerd?
Ja X
Nee
1.3
Doelgroep van de interventie
Voor wie is de interventie bedoeld?
www.interventiesnaarwerk.nl
3
De interventie is bedoeld voor mensen die ernstig gehinderd worden in hun functioneren, zowel thuis als op hun werk. Ingeval van werkzoekenden gaat het om mensen die in lichamelijke, psychische en/of sociale zin belemmerd worden bij het vinden van werk. Fysieke klachten vormen meestal de aanleiding voor de interventie, zoals klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat; soms gaat het om ‘vage of ongrijpbare’ klachten als vermoeidheid of burnoutproblematiek. Prevalentie Veel werkzoekenden (niet alleen formeel geregistreerde mensen met arbeidsbeperkingen) zijn door een langdurige aandoening, ziekte of beperking belemmerd bij het uitvoeren of verkrijgen van werk. Indicatie- en contra-indicatiecriteria Indicatiecriteria: Er moet sprake zijn van klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat Er is een reële kans op re-integratie in het arbeidsproces of verbetering van de kans op de arbeidsmarkt. Die inschatting wordt gebaseerd op alle beschikbare input, waaronder onderzoeksresultaten en vragenlijsten. Hiermee wordt het grootste deel van de toevalsfactoren geëlimineerd. De cliënt moet, m.b.v. het CIR, specifieke, observeerbare en meetbare doelstellingen kunnen definiëren, die haalbaar zijn binnen de tijdslimiet van het programma. De cliënt moet gemotiveerd zijn aan het programma deel te nemen met als expliciet doel het belastbaarheids- en activiteitenniveau te verhogen. De motivatie wordt onder meer vastgesteld door te kijken of iemand een hulpvraag heeft. Contra-indicatiecriteria: Cliënten met ernstige psychopathologie (zoals psychose, ernstige depressie met suïcide gevaar) en/of ernstige persoonlijkheidsproblematiek. Cliënten met medische contra-indicaties voor fysieke training. Cliënten verwezen voor klachten aan de rug, nek, schouder, arm en/of hand met een specifieke pathologie; hiermee wordt o.a. bedoeld M.Bechterew, wervelfractuur, wervelmetastasen, radiculaire klachten waarbij een progressieve motorische en sensorische achteruitgang en ernstige osteoporose. Cliënten waarbij de klachten mede bepaald worden door niet-oplosbare conflicten, of onbeheersbare arbeidsomstandigheden. Cliënten waarbij sprake is van slepende juridische procedures en/of conflicten tussen bedrijfsarts en arbeidsgeneeskundige over de realiteit van de klachten. Cliënten waarbij sprake is van misbruik/excessief gebruik van alcohol en drugs Al deze contra-indicatiecriteria (‘exclusiecriteria’) hebben de afgelopen jaren geleid tot een uitvalpercentage ‘aan de poort’ van circa drie procent. Over 2008 is de verwachting vier procent i.v.m. een toename van het aantal conflictueuze situaties. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de doelgroep van de interventie?
Ja X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Is er een duidelijke definitie van de doelgroep en de aard van de problematiek?
Ja X
Nee
www.interventiesnaarwerk.nl
4
1.4
Omschrijving van de interventie
1.4.1 Methodiek Het ‘Draaiboek CIR interventie (2007)’ bevat nauwgezette beschrijvingen van de diverse soorten diagnostisch onderzoek en re-integratieprogramma’s van dit bedrijf. In onderstaande beschrijving zijn geen/nauwelijks procedurele beschrijvingen opgenomen. Getracht is aan de hand van de informatie een beeld te schetsen van kenmerkende (inhoudelijke) elementen van respectievelijk: - het start-MDO (diagnose + advies over te volgen re-integratieprogramma) - het daarop volgende programma (welke is afhankelijk van diagnose) - het eind-MDO (nameting). NB. Bij ca. 70 procent van de UWV-instroom (d.w.z. klanten met een uitkering) wordt het ‘Op maat programma UWV’ toegepast. Diagnose – start-MDO De diagnose wordt gesteld aan de hand van het start-MDO, dat wordt uitgevoerd door een team bestaande uit een arts, psycholoog en fysiotherapeut. Op basis van dit multidisciplinaire onderzoek volgt een advies op maat voor een re-integratieprogramma, toegesneden op de specifieke situatie en doelen van de betrokken medewerker. Het advies dat voortkomt uit het MDO is inclusief een prognose van het te behalen resultaat. Doel van het start-MDO: Het vaststellen van medische pathologie; Het in kaart brengen van fysieke en psychosociale factoren die de klachten in stand zouden kunnen houden; Het inschatten van de fysieke en psychosociale belastbaarheid; Het inschatten van de verhouding tussen de fysieke en psychosociale belastbaarheid en de fysieke en psychosociale belasting van het werk van de cliënt; Het in kaart brengen van de mate van pijngedrag en bewegingsangst; Het uitdrukken in maat en getal van zoveel mogelijk van bovengenoemde aspecten zodat objectieve verschillen tussen de beginsituatie en de situatie na begeleiding van het CIR kunnen worden vastgesteld. Het start-MDO bestaat uit: Medisch gedeelte (1 uur) Functioneel gedeelte (1¼ uur) Psychologische gedeelte (1 uur) Invullen van vragenlijsten (¼uur) Per discipline wordt een diagnose (wanneer mogelijk) en advies geformuleerd. NB. Aandachtspunt bij het MDO is de klant een gevoel van ‘welkom zijn’ te geven. Multidisciplinair overleg start-MDO Dit overleg vindt plaats zo spoedig mogelijk na beëindiging van het start-MDO. Het doel is bevindingen uit te wisselen en te komen tot een plan van aanpak (voorstel programmakeuze). De belangrijkste onderwerpen van dit overleg zijn: Is er sprake van specifieke medische pathologie? Is er vermoeden van psychopathologie? Is er sprake van verzuim van arbeid a.g.v. ziekte of conflict? Zijn er bevindingen die een interventie van het CIR zouden indiceren? Zijn er beperkingen voor deelname van cliënt in een groep?
www.interventiesnaarwerk.nl
5
Hoe groot is de motivatie van cliënt tot herstel? Hoe groot is de motivatie van de cliënt tot hervatten van werkzaamheden? Hoe groot is de motivatie van cliënt om te participeren in een CIR-interventie?
Nabespreking start-MDO met cliënt Het streven is om dit gesprek te laten plaatsvinden zo spoedig mogelijk na een start-MDO en het multidisciplinaire overleg. In dit gesprek worden de grote lijnen uit het multidisciplinair overleg aan de cliënt gepresenteerd. De motivatie van de cliënt voor het programmavoorstel wordt getoetst en de procedure m.b.t. verslag en eventueel starten van het programma wordt besproken. Uitvoering multidisciplinair re-integratieprogramma Op basis van het MDO volgt een advies inzake een te volgen multidisciplinair re-integratieprogramma. Algemeen doel van de multidisciplinaire re-integratieprogramma’s is het vergroten van de lichamelijke en psychische belastbaarheid met als doel het verbeteren van het algeheel functioneren van de klant waardoor participatie in het arbeidsproces kan worden verkregen, behouden of hervat. Het programma wordt altijd in deeltijd doorlopen (twee dagdelen per week), waardoor een combinatie met scholing, stage of werkhervatting mogelijk en ook wenselijk is. Alle trajecten zijn individueel en op maat, met het vooraf formuleren van concrete resultaten en doorlooptijd. Naast de individuele onderdelen vinden kortdurende groepsessies plaats rond thema's die voor iedereen spelen, ongeacht de aard of achtergrond van de problematiek. Voorbeelden van thema’s: pijn en pijngedrag; belasting en belastbaarheid. Ook vinden groepsdiscussies plaats rond thema's die voor alle aanwezigen herkenbaar zijn en door henzelf worden ingebracht. Doel hiervan is klanten te laten ervaren dat ze niet de enige zijn met bepaalde problemen en dat ze leren van elkaars vragen. Uit onderzoek is gebleken dat wanneer pijn lang aanhoudt (bijv. langer dan 3 maanden) steeds meer factoren de klachten negatief kunnen gaan beïnvloeden. Veelal zijn verschillende onderzoeken en behandelingen ingezet met veel wisselend succes en vaak verschillende diagnoses en/of verklarende oorzaken voor de klachten. Ook het advies van professionals onderling kan sterk uiteen liggen van ‘probeer zoveel mogelijk te bewegen’ tot ’probeer zoveel mogelijk rust te houden’. Ten gevolge van de verschillende uitleg van de klachten ontstaat veelal nog meer onduidelijkheid dat op zijn beurt de klachten negatief kan beïnvloeden. Het gevolg is vaak dat mensen het zekere voor het onzekere nemen en activiteiten uit de weg gaan. Dit staat bekend onder de term ‘fear avoidance’. Door activiteiten uit de weg te gaan zullen geleidelijk de (spier)conditie en kracht afnemen en de spierspanning toenemen wat de klachten doet verergeren. Het doorbreken van dit patroon blijkt niet eenvoudig en lijkt alleen te lukken met intensieve begeleiding door meerdere hulpverleners. Een dergelijk multidisciplinair team bestaat uit een arts, een fysiotherapeut en een psycholoog. Het doel van de begeleiding is het activiteitenniveau van de cliënt stapsgewijs op te voeren waarbij in het bijzonder (cliëntspecifieke) arbeidsactiviteiten worden getraind. Tevens wordt de directe omgeving van de cliënt zo veel mogelijk betrokken in het re-integratietraject. Onderdelen re-integratieprogamma’s Alle re-integratieprogamma’s zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen: Lichamelijke training De lichamelijke training is gericht op het uitbreiden van de activiteiten van de klant. Naast conditie en krachttraining worden dagelijkse activiteiten en arbeidsactiviteiten geoefend. Informatie Betreft uitleg en informatie over alles wat met klacht(en) en re-integratie van de individuele klant te maken heeft. Begeleiding door een fysiotherapeut De fysiotherapeut besteedt aandacht aan houding en manier van bewegen.
www.interventiesnaarwerk.nl
6
Manuele of orthomanuele geneeskundige begeleiding door een arts Deze begeleiding houdt in dat de beweeglijkheid van de wervelkolom verbetert en het herstelvermogen van het lichaam wordt vergroot. Na verbetering van de functie van rug en nek kunnen activiteiten verder worden uitgebreid. Begeleiding door een psycholoog Gesprekken met de psycholoog zijn gericht op de invloed van klachten op het dagelijks leven. De begeleiding is praktisch en concreet. Oefeningen en opdrachten voor thuis en op het werk Om vaardigheden optimaal in te passen in het dagelijks leven, wordt een groot aantal oefeningen en opdrachten thuis en op de werkvloer (indien van toepassing) verricht. De klant leert hiermee zelf invloed te hebben op de klachten en leert wat hij thuis en op het werk kan doen om klachten te voorkomen. Begeleiding in (hervatting) sportieve activiteiten Velen hebben door hun klachten een sportbeoefening of activiteit beëindigd. De klant wordt geholpen zijn favoriete sport of activiteit te hervatten of, wanneer dat niet mogelijk blijkt, een andere te kiezen. Op Maat Programma UWV Dit zijn individuele programma’s voor cliënten van het UWV (WW- of WIA-uitkering; naar verwachting in 2009 ook Wajong-cliënten) die kampen met fysieke problematiek. Cica 70% van de UWV-klanten volgt dit programma. (Dit is overigens voornamelijk als gevolg van de beperking in het budget voor deze groep; het UWV stelt als vast bedrag 2.500 euro ter beschikking. Veel programma’s bij CIR zijn duurder, zie ook 1.5.) Doel van het programma is verkleining van de afstand tot de arbeidsmarkt. Opzet: de training is verdeeld in twee blokken van 5 weken (totaalduur 10 weken). De eerste 5 weken bestaan uit een multidisciplinair trainingsprogramma, waarbij de cliënten worden begeleid door zowel een fysio- of ergotherapeut, als een psycholoog. Wekelijks komt de cliënt twee keer twee uur naar het CIR voor het verbeteren van zijn/haar conditie en kracht, het verbeteren van gerichte arbeidsvaardigheden (bijv. tiltechnieken) en het vermeerderen van kennis over houding, beweging en arbeidsbelasting. Bij het eerste contactmoment wordt een baseline vastgelegd op het gebied van conditie en kracht en worden vragenlijsten afgenomen op het gebied van copingstijl, cognities over pijn en functioneren. Verder wordt in kaart gebracht welke arbeidsvaardigheden getraind moeten worden om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. De psychologische begeleiding bestaat uit niet 1 op 1 gesprekken, maar uit coachen terwijl de cliënt zijn oefeningen uitvoert. De tweede serie van 5 weken bestaat uit een sessie per week, zoals hierboven beschreven. Deze fase van de begeleiding is gericht op bestendiging en verder uitbouwen van het in de eerste fase bereikte resultaat. Middels concrete opdrachten en afspraken wordt de cliënt uitgedaagd zijn/haar leven verder te structureren. Zelfredzaamheid en activering zijn hierbij sleutelbegrippen, waarbij gedragsverandering op alle momenten in de training het uitgangspunt is. Algemeen t.a.v. behandelingen bij WAD(=Whiplash Associated Disorders) Het CIR hanteert als uitgangspunt dat whiplashgerelateerde klachten multifactorieel worden bepaald. In de re-integratieprogramma’s wordt daarom ruim aandacht besteed aan (werk)taken, werkstijl, (werk)houding, werk-privé balans, belasting-belastbaarheid, time-management etc. Bij whiplashgerelateerde aandoeningen is bijna altijd sprake van pijn in de nek, doordat de nekspieren hoog in de nek gespannen zijn. De pijn straalt vaak ook uit naar het hoofd. Deze klachten nemen vaak toe bij inspanningen. Daarnaast zijn er vaak nog verschillende diffuse verschijnselen, zoals pijn die uitstraalt naar de schouders en armen, en geheugen- en concentratiestoornissen. De klinische symptomen van whiplash gerelateerde aandoeningen zijn in te delen in vier gradaties 1. pijn, stijfheid en gevoeligheid in de nek, geen medische objectieve afwijkingen 2. nekklachten en andere klachten van het bewegingsapparaat (bijvoorbeeld afgenomen beweeglijkheid van de nek, drukpuntgevoeligheid) 3. nekklachten en neurologische uitvalsverschijnselen (bijvoorbeeld afgenomen of verdwenen www.interventiesnaarwerk.nl
7
peesreflexen, spierzwakte en verminderde gevoeligheid van de huid) 4. nekklachten en gebroken wervels De WAD-re-integratieprogramma ’s van de CIR richten zich op gradaties 1 en 2 CIR-Plus Deze multidisciplinaire re-integratieprogramma’s zijn bedoeld voor cliënten die kampen met pijn en beperkingen die vaak 6 tot 12 weken duurt en dat geleid heeft tot verzuim. Het programma bestaat uit 15 dagdelen verspreid over 10 weken. In de eerste periode van 5 weken wordt de cliënt twee dagdelen per week begeleid. In de tweede periode is de cliënt één dagdeel per week op ons centrum aanwezig. Hierdoor is het mogelijk zo spoedig mogelijk te starten met arbeidsre-integratie op de werkplek. Dit programma is inclusief een nazorgtraject. Naast de eerder genoemde onderdelen als individuele fysiotherapeutische begeleiding en orthomanuele geneeskundige behandeling bestaat de begeleiding tevens uit een aantal gesprekken met een medisch psycholoog. Dit laatste onderdeel is vooral gericht op onderwerpen als: het omgaan met pijn, timemanagement, stressmanagement en gesprekstechnieken. Verder krijgt de cliënt een advies over werkcontinuering of werkhervatting, eventueel met aanpassing. Dit wordt overlegd met werkgever/ opdrachtgever of bedrijfs- of verzekeringsarts. CIR-intensief Het multidisciplinaire programma CIR Intensief WAD is bedoeld voor cliënten die kampen met langdurige pijn en beperkingen. Kracht en conditie zijn vaak behoorlijk afgenomen door een veranderd activiteitenpatroon. Het arbeidsverzuim ligt vaak tussen de 3 en 12 maanden. Het programma duurt 15 weken en is onderverdeeld in twee fasen. In beide fasen wordt de cliënt tweemaal per week intensief begeleid. Na de eerste fase (5 weken) wordt met de opdrachtgever overlegd in hoeverre continuering van de interventie zinvol wordt geacht. Dit programma is inclusief een nazorgtraject. In deze training wordt ruim aandacht besteed aan psychosociale problematiek. Er is een twaalftal gesprekken met een medisch psycholoog ingeruimd voor het begeleiden van psychosociale aspecten die direct of indirect gekoppeld zijn aan de fysieke klachten en/of beperkingen. De begeleiding richt zich op het aanleren van vaardigheden met betrekking tot pijn, stemming en spanningsklachten. Verder krijgt de cliënt een duidelijk advies over werkcontinuering of werkhervatting eventueel met aanpassing. Dit wordt overlegd met werkgever/ opdrachtgever of bedrijfs- of verzekeringsarts. CIR Ster De multidisciplinaire STER-programma’s zijn bedoeld voor cliënten die kampen met langdurige klachten. Kracht en conditie zijn vaak behoorlijk afgenomen door een veranderd activiteitenpatroon. Het arbeidsverzuim is vaak langer 3 maanden. CIR-InBalans Programma Dit programma is bedoeld voor mensen die kampen met klachten die mogelijk gedefinieerd kunnen worden als burnout. Het programma bestaat naast intensieve psychologische begeleiding tevens uit een bewegingsprogramma gericht op ontspanning en conditie verbetering. Daarnaast zijn er thematische informatiebijeenkomsten. Het programma duurt 6 maanden waarin 16 psychologische gesprekken zullen plaatsvinden (de eerste twee maanden wekelijks en vervolgens twee wekelijks = 26 weken). De fysieke begeleiding (conditie verbetering) neemt ongeveer 30 (= 10 weken) uur in beslag. Nameting - eind-MDO Het eind-MDO heeft als doel het uitdrukken in maat en getal van medische, functionele en psychosociale factoren zodat objectieve verschillen tussen de beginsituatie en de situatie na begeleiding van het CIR kunnen worden vastgesteld. www.interventiesnaarwerk.nl
8
N.B. De gegevens m.b.t. functionele vaardigheden worden verkregen uit de prestaties tijdens het programma. Continu wordt bijgehouden hoe de progressie is m.b.t. de gestelde doelen. Met name aan het einde van het programma dienen de verschillende items beoordeeld en genoteerd te worden zodat deze in het eindverslag kunnen worden meegenomen. Op basis van de bevindingen van het eind-MDO in vergelijking met het start-MDO en bevindingen uit het eindgesprek, maakt de casemanager (de betrokken arts, psycholoog of fysiotherapeut) het eindverslag. Zo wordt vastgesteld of het van te voren vastgestelde doel is behaald. Locatie van uitvoering De interventies worden uitgevoerd op een van de locaties van CIR (zie onder 1.8 of de website: www.cir.nl). Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is de methodiek van de interventie beschreven? Bevat de methodiek een handleiding ten aanzien van de benodigde handelingen?
Ja X X
Nee
Toets theoretische onderbouwing Ja Bevat de methodiek een handleiding die de benodigde handelingen (volgorde, duur, X frequentie, intensiteit) en materialen aangeeft?
Nee
1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse Kenmerken risico of probleem Uit onderzoek is gebleken dat wanneer pijn en/of klachten aan het houdings- en bewegingsapparaat lang aanhouden (bijv. langer dan 3 maanden), steeds meer factoren de klachten negatief kunnen gaan beïnvloeden. Veelal zijn diverse monodisciplinaire onderzoeken en behandelingen ingezet (dit zijn interventies die zich uitsluitend richten op de (lichamelijke) klacht); met veelal wisselend succes. Vaak zijn er verschillende diagnoses en/of verklarende oorzaken voor de klachten; adviezen van professionals lopen onderling sterk uiteen. Ten gevolge van de verschillende diagnoses n.a.v. de klachten ontstaat veelal nog meer onduidelijkheid, die op zijn beurt de klachten negatief kan beïnvloeden. Als gevolg van dit alles nemen veel mensen het zekere voor het onzekere en gaan zij activiteiten uit de weg. Dit fenomeen staat bekend onder de term ‘fear avoidance’. Een gevolg hiervan is dat geleidelijk de (spier)conditie en kracht zullen afnemen en de spierspanning toenemen, hetgeen de klachten doet verergeren. Toets Theoretisch Effectief Is het probleem duidelijk omschreven? Is duidelijk wie het probleem heeft? Is er een analyse gemaakt van de met het probleem samenhangende oorzakelijke, risico-, in stand houdende of verzachtende factoren?
Ja X X X
Nee
1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak Koppeling risico/probleem - doelen - aanpak Hypothese Hardnekkige klachten (met als gevolg uitvallen op de werkplek dan wel niet in staat zijn werk te vinden) worden veelal door een scala van factoren - zowel psychisch als fysiek als sociaal - bepaald. Een monodisciplinaire interventie, dan wel een interventie waarbij diverse disciplines niet op elkaar zijn www.interventiesnaarwerk.nl
9
afgestemd, is daarom onvoldoende effectief om mensen met hardnekkige lichamelijke, psychische en/of sociale klachten naar werk te begeleiden; deze doelgroep behoeft een brede, multidisciplinaire begeleiding. Onderbouwing Het CIR hanteert een multidisciplinaire begeleiding volgens het zogeheten biopsychosociaal model. Men zou dit een ‘holistische benadering’ kunnen noemen: het gaat om Heel de Mens. (Door het Europees Instituut (2003) is het biopsychosociaal model als volgt omschreven: een model om aan te geven dat biologische, psychische en sociale factoren een voorbeschikkende, uitlokkende, onderhoudende of versterkende rol spelen bij psychische, sociale of lichamelijke problematiek en/of herstel daarvan. Het model wordt gebruikt als hulpmiddel om een beeld te vormen van de factoren die meespelen bij een klacht.) Voor het CIR vormde het feit dat een monodisciplinaire interventie onvoldoende effect sorteert bij klachten die en/of verzuim dat langer duurt dan drie maanden, mede aanleiding voor een multidisciplinaire benadering te kiezen. Verder is de aanpak gebaseerd op wetenschappelijke studies naar geïntegreerde en op werk en functieherstel gerichte aanpakken. In het boek ‘De pijn de baas’ van Frits Winter staan diverse relevante studies genoemd. Het CIR vindt een onderbouwing van zijn aanpak bovendien in een onderzoek naar een verwante aanpak, uitgevoerd bij de KLM: ‘Effectiviteit van graded activity bij rugklachten.’ Uitgangspunten bij de multidisciplinaire benadering zijn: - kijken naar het functioneren zowel in het werk als privé - focus op werkhervatting/stage/uitstroom uit uitkering - toepassing systeembenadering: actief en vroegtijdig betrekken van thuis- en werksituatie (‘Je leven terugkrijgen’) - toepassing van het nabijheidsprincipe (‘onder de huid komen van de klant’) - tegelijkertijd oppakken van eigen verantwoordelijkheid stimuleren. Over het tijdscriterium ‘langer dan drie maanden’ bij diverse en vooral fysieke problemen, bestaat internationaal brede consensus. Een andere aanleiding was dat het CIR steeds meer klanten kreeg doorverwezen (thans ca. 20 procent van het totaal aantal aanmeldingen) die door collega’s/concurrenten werden afgewezen omdat hun profiel te weinig kans op resultaat bood. Het CIR is zich in de loop der jaren specifiek op deze ‘moeilijke’ doelgroep gaan richten. De multidisciplinaire aanpak behelst onder meer de elementen focus op werkhervatting, stimuleren zelfredzaamheid en de mogelijkheid van scholing en stages. Daarnaast hanteert het CIR een systeembenadering: gezien het feit dat klanten slechts parttime bij het CIR verkeren, is een actieve afstemming met andere actoren geboden. Samenvatting werkzame ingrediënten - Multidisciplinaire aanpak (holistische benadering) met focus op functioneren i.p.v. op de klacht - Focus op werkhervatting - Werken met multidisciplinaire teams van specialisten (artsen, fysiotherapeuten, psychologen) , die tegelijkertijd voor tachtig procent van het werk elkaar kunnen vervangen - Eenduidige diagnose (in plaats van uiteenlopende adviezen), kiezen voor één lijn naar de klant en integrale behandeling - Systeembenadering: actief betrekken van werk en privé - Hanteren nabijheidprincipe (vertrouwensband met klant) - Behandeling gericht op vergroten zelfredzaamheid Toets Theoretisch Effectief Ja Is de verantwoording gebaseerd op een samenhangend betoog (een theorie) over met het X
www.interventiesnaarwerk.nl
Nee
10
probleem samenhangende factoren en de veronderstelde werkzame ingrediënten in de interventie (er wordt méér beschreven dan een algemene verwijzing naar een theorie zoals “De interventie is gebaseerd op rationeel emotieve therapie”)? Sluit de keuze van de doelen van de interventie aan bij de probleemanalyse? X Is aannemelijk gemaakt dat de veronderstelde werkzame factoren in de methodiek leiden tot X het bereiken van de genoemde doelen (uit onderzoek, theorie en / of praktijk blijkt dat de methodiek de beoogde doelen bij de doelgroep kan bereiken)?
1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging Eisen uitvoerders en begeleiders Het MDO wordt uitgevoerd door een arts gespecialiseerd in orthomanuele geneeskunde, een fysiotherapeut en een (medisch) psycholoog. Teamleden moeten bereid en in staat zijn tot intensieve samenwerking, waarbij men dezelfde literatuur leest, hetzelfde jargon hanteert en tot ca. tachtig procent van elkaars werk interdisciplinair kan overnemen.
1.5
Overige voorwaarden voor toepassing
Overige voorwaarden voor toepassing N.v.t. Kosten (prijspeil 2009, tenzij anders aangegeven) Kosten van het MDO bedragen 590 euro, inclusief medische verslaglegging aan verwijzer en verslaglegging aan de opdrachtgever. CIR Op maat programma UWV € 2.500,- (prijspeil 2007) CIR In Balans: € 4.940,00 CIR Plus: € 5.595,00 CIR Intensief: € 8.155,00 (van overige programma’s zijn de kosten niet in documentatie vermeld)
1.6
Beschrijving onderzoek effectiviteit
Procesevaluatie Gesteld kan worden dat het MDO en daaruit voortkomende interventies stabiel zijn; ze worden al jaren toegepast door het re-integratiebedrijf. Een procesevaluatie als document is niet voorhanden. Wel worden programma’s steeds doorontwikkeld, bijvoorbeeld op grond van tevredenheidonderzoeken of als gevolg van wetswijzigingen. Zo is m.b.t. het programma CIR Plus in 2007, in opdracht van het CIR, onderzoek uitgevoerd door VU Windesheim naar effectvariabelen in de relatie werkgever-werknemer bij een interventie. Ruim 90% van de betrokken leidinggevenden gaf aan werkhervatting een lastig onderwerp te vinden, dit liever bij het CIR of de bedrijfsarts te parkeren en de afstemming middels een driegesprek voor zich uit te schuiven. Dit driegesprek vond daardoor steeds in de laatste fase van het traject plaats, waardoor de input vanuit dat gesprek in de begeleiding zelf een beperkte meerwaarde had. Met name de gerichte training van
www.interventiesnaarwerk.nl
11
functionele vaardigheden, van communicatiestijl richting collega's of werkgever en van de juiste aanspreekcultuur met betrekking tot opbouw van activiteiten, kwamen hierdoor onvoldoende uit de verf. Als gevolg hiervan zijn begin 2008 startgesprekken ingevoerd met leidinggevende (of, bij de andere trajecten, arbeidsdeskundige). Doelstelling, verwachting, afspraken, onduidelijkheden en onzekerheden worden tijdens dat gesprek afgestemd. Tegelijk wordt in dat gesprek het 'coaching op de werkplek' gesprek gepland. Dit kan ook 'coaching bij scholingsinstantie' zijn bijvoorbeeld. Hetresultaat is dat er meer tijd is voor gerichte opbouw van activiteiten tijdens het begeleidingstraject. Bovendien blijken afstemmingsproblemen tussen werkgever/opdrachtgever en medewerker/klant ook beter vanuit het CIR in beeld te brengen en te begeleiden te zijn. Ten slotte blijkt de sense of urgency, wanneer deze bij een leidinggevende te laag is, prima op deze wijze te vergroten. Na een maand wordt de rapportage aan de werkgever/arbeidsdeskundige aangepast en wordt daarin aangegeven welke onderwerpen in het startgesprek aan de orde dienen te komen en op welke gebieden vervolgafspraken gemaakt zullen moeten zijn voorafgaand aan, of uiterlijk aansluitend op, het startgesprek. Verder is vermeldenswaardig dat medewerkers worden getraind om in het werk zichzelf steeds vragen te stellen of een situatie een incident betreft, of dat sprake is van een tendens. En ingeval van het laatste dit te delen met collega’s. E.e.a. wordt vervolgens verwerkt in de desbetreffende methodiek. Deze werkwijze is terug te vinden in diverse notulen die INW ter beschikking werden gesteld. Zo worden methodieken aangepast en wordt nieuw aanbod ontwikkeld. Resultaatevaluatie Uit toetsing i.v.m. het Blik op Werk keurmerk blijkt dat het CIR in 92 procent van alle multidisciplinaire trajecten de van te voren afgesproken doelen volledig behaalt. Gespecificeerd: 3% exclusie/uitval ‘aan de poort’ 97% MDO en daaruit voortkomend traject. Daarvan 95% volledige en duurzame hervatting eigen uren, eigen taken (= eerste spoor) NB. Naast resultaatscores van CIR zelf worden ook screeningen van resultaten gedaan door o.m. TÜV en VU Windesheim. Het gaat om een controle of de geclaimde resultaten daadwerkelijk zijn bereikt en een controle op dossierniveau of hetgeen van tevoren als doelstelling is aangegeven ook daadwerkelijk is bereikt. M.b.t. de UWV-uitstroom: Uit de periode 2006-2007 zijn de ‘duurzame’ cijfers bekend van 14 UWV-klanten die in traject zijn genomen. (NB. Het CIR is geen plaatsingsbedrijf en er liep geen ander traject parallel aan de interventie van CIR). Bij 11 van deze 14 klanten is het voorafgestelde doel, re-integrabel maken, gehaald (concreet ging het om de volgende doelstellingen: belastbaarheid verhogen en angst voor pijn bij activiteit en inspanning (Fear avoidance) verhelpen.). 8 van deze 11 klanten hebben zelf, d.w.z. zonder overige begeleiding, al voor het einde van de begeleidingsperiode een baan gevonden. W.b. de drie uitvallers: 1 klant zag zelf af van de interventie; bij 2 klanten was de inschatting dat een intensievere begeleiding wel tot resultaat had geleid. Dit was om budgettaire redenen niet mogelijk. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Is er documentatie over de uitgevoerde effectiviteitonderzoeken (proces en resultaat)?
Ja X
Nee
Toets Procesevaluatie Ja Is de interventie uitontwikkeld en stabiel? X Is de werking van de interventie zelf in kaart gebracht alsmede de uitwerking op de X doelgroep? Zijn de organisatorische context en de randvoorwaarden in kaart gebracht? X
Nee
www.interventiesnaarwerk.nl
12
Toets Resultaatevaluatie Ja Heeft het onderzoek betrekking op de ingediende interventie zelf (direct bewijs)? X Wordt voor de onderbouwing gesteund op onderzoeken die elders zijn uitgevoerd (indirect bewijs)? Is het onderzoek gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie? X Is een voormeting uitgevoerd? X Is een nameting uitgevoerd? X Is een follow-up meting uitgevoerd na minimaal 6 maanden? (duurzaamheid) X Is er een experimentele of controlegroep gehanteerd?
1.7
Nee X
X
Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit
Kwalificatie Theoretisch onderbouwd
Keuze
Operationalisering niveaus Een adequate theoretische onderbouwing ontbreekt
X
Er is een probleemanalyse en een duidelijke en expliciete redenering op welke factoren de interventie aangrijpt en waarom deze zou werken Deze redenering is bovendien gebaseerd op (getoetste) wetenschappelijke inzichten / theorieën, c.q. er worden technieken gebruikt die in de literatuur bekend staan als bewezen effectief.
Toelichting Er is geen heldere analyse (op papier) van factoren die met het probleem samenhangen, noch is er een expliciete redenering waarop de interventie is gebaseerd. Daardoor lijkt niet met zekerheid te zeggen of en in welke mate bepaalde bestanddelen binnen de aanpak bijdragen aan het resultaat. Opvallend binnen de aanpak is het feit dat specialisten ‘op elkaars stoel gaan zitten’; tot 80 procent van het werk kan onderling worden overgenomen. Navraag evenwel leert dat de aanpak is gebaseerd op wetenschappelijke studies naar geïntegreerde en op werk en functieherstel gerichte aanpakken. Zo staan in het boek ‘De pijn de baas’ van Frits Winter diverse relevante studies genoemd. Een onderzoek naar een aan het CIR verwante aanpak is uitgevoerd bij de KLM: ‘Effectiviteit van graded activity bij rugklachten.’
Procesevaluatie
Een adequate procesevaluatie ontbreekt X
De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht In het onderzoek zijn bovendien de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context betrokken
www.interventiesnaarwerk.nl
13
Toelichting Hoewel een procesevaluatie als document ontbreekt, kan gesteld worden dat een voortdurende evaluatie van het proces in de werkwijze bij het re-integratiebedrijf is geïntegreerd. Informatie haalt men onder meer uit klanttevredenheidsonderzoeken en eigen bevindingen. De interventie als geheel overtuigt en komt over als een logisch geheel. Resultaatevaluatie
Een adequate effectevaluatie ontbreekt X
Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden met een voor- en een nameting zonder controlegroep (veranderingsonderzoek) Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden waarin gebruik is gemaakt van een experimentele groep en een controlegroep
Toelichting Er wordt geen gebruik gemaakt van controlegroepen. Voor- en nametingen vinden plaats in de vorm van een Start-, resp. EindMDO. Duurzame cijfers van sec de UWV-doelgroep zijn voorhanden. De resultaten zijn erg positief, al betreft het tot dusverre een kleine groep mensen.
1.8
Overige informatie
Uitvoerende organisatie Het MDO is ontwikkeld en wordt uitgevoerd door het CIR, in opdracht van werkgevers, arbodiensten, gemeenten en UWV. Voor adresgegevens zie onder. Overige informatie Naam en adresgegevens ontwikkelaar en/of licentiehouder: CIR. Vestigingen in Zwolle (hoofdvestiging), Amsterdam en Arnhem. Locaties in Rotterdam, Utrecht, Tilburg en Leeuwarden of Groningen worden voorbereid. Postadres: postbus 7, 8000 AA Zwolle. Tel. 038 – 4265402. e:
[email protected] HTML link: www.CIR.nl
www.interventiesnaarwerk.nl
14